Zwerftocht door het winterduin. Uitspraak van Ambtenarengerecht bevestigd. Roem en welvaart voor Nederland. Over alles lag een donzen kleed. Sporen en prenten in de sneeuw HET SNEEUWT. Een wilde warreling van witte vlokken stuift langs mijn raam, waar de ijsbloemen langzaam weg vloeien, niet bestand tegen de warmte van den haard, die echter in den nacht was uitgegaan. Soms neemt de wind die vlokken op en jaagt ze voor zich uit. Dan stuiven ze holderdebol der achter elkaar aan, rollen en bui telen om en over, tot ze hun vaart verliezen en ergens in een luw hoekje naar de aarde zakken. Staag dwarre len de vlokken omlaag, alles bedek kend met een dikke, blanke bont- laag. Alles wordt mooier, en onwe zenlijker ook. In de buitenwijken, waar de sneeuw langer blijft liggen, klinken juichende stemmetjes van kinderen, die uitgelaten van dit nieuwe, wonderlijke speelgoed genieten. En buiten de stad, waar de weilanden nu eindeloos lijken, omdat aan den horizon lucht en land ineen vloeien, is het doodstil. Soms is er het vaag gerucht van sneeuw, die van een overbelasten boomtak glijdt, maar dan is het weer stil, doodstil. Maar in de binnenstad hebben voetgangers en voertuigen de blanke pracht in een vieze bruine modder doen veranderen: in een ijzige natte massa, die door de naden van het meest waterdichte schoeisel dringt, en alle vreugde vergalt. In de stad is het dan ook niets ge daan, en daarom keeren we haar den rug toe, om buiten, langs den duinrand, te genieten van de winterpracht, die o zoo spoedig weer verdwenen kan zijn. Want was het niet nog nauwelijks een week geleden zachter dan het in jaren in December geweest was?! Door het dennenbosch met zijn eentonige stammenrijen zetten we koers naar het duin, dat we weldra blank door de stammen zien schimmeren. Maar voor we dat bereiken, wordt de aandacht getrokken door heel hooge fijne geluidjes, van meezen en goudhaantjes. Forsche'koolmeezen, met fluweelzwarte petjes en een zwarte stropdas over hun gele vest, pimpelmeesjes, die behendig als aapjes om de takken buitelen en wier lichtblauwe petjes mooi kleuren bij de zwavelgele buikjes, en een paar zwarte meezen, kenbaar aan de witte vlek in den nek. Als we met den kijker de takkendwarreling doorzoeken, dan ontdekken we ook nog een stuk of wat staartmeezen, waarvan naar ik meen wijlen E. Heimans eens gezegd heeft, dat het net „kluwentjes wol met een breipen erin" zijn. En daar heeft het inderdaad veel van weg. Want zoo'n peu ter is eigenlijk meer staart dan vogel. En vooral als ze naar een volgenden boom vlie gen, zien we, dat het eigenlijke lichaampje bijna kogelrond is," waar de staart dan zoo'n beetje achteraan komt. Welkome vreemdelingen. Doch die verschillende meezen kunnen we hier ook in den zomer ontmoeten, behalve dan de zwarte mees, die in het westen van ons land vrij zeldzaam broedt, zoodat we beter doen, eens op die peuters daar ginds te letten. Die zijn veel minder opzichtig gekleed dan de meezen, doch als we hen in den kijker nemen, dan blijken toch ook deze goudhaantjes, want daar hebben we hier mee te maken, aller- sierlijkste diertjes te zijn. En de kleine kopjes zijn wel niet fel, maar toch heel mooi getee- kend. Over den kruin loopt een heldergeel streepje, afgezet met fluweelzwarte randjes, terwijl het donkere kraaloogje weer door lich tere veertjes omringd is. Tenminste, zoo ziet het gewone goudhaantje er uit. Maar zijn neefje, het wat zeldzamer vuurgoudhaantje, heeft een iets bonter signa lement. Wel heeft het ook een geelachtig streepje over den kop, doch dit zweemt toch meer naar het oranje-rood, terwijl op het zwarte randje daarlangs onmiddellijk een wit te. wenkbrauwstreep volgt, waaronder dan weer een zwart streepje loopt, dat precies door het oogje gaat. Het goudhaantje broedt nog wel hier en daar in het oosten van ons land, doch dat doet het vuurgoudhaantje slechts bij hooge uit zondering. Maar in den wintertijd kunnen we .beide soorten vrij geregeld in het naaldhout aantreffen. Dan komen ze bij duizenden uit het noorden en oosten naar ons land, zoodat we veilig mogen aannemen, dat de vogeltjes die daar boven onze hoofden van tak tot tak wippen, Zweden of Noren, Lappen of Finnen, ja wellicht zelfs Russen of Samojeden zijn. Misschien zullen ze nog verder naar het zui den trekken, als de vorst aan houdt, mis schien ook blijven ze hier. Doch in elk geval zullen ze ons in het voorjaar, op enkele uit zonderingen na, weer verlaten. Kramsvogels en koperwieken. Aan den rand van ons dennenbosch groeit wat kreupelhout en daaronder zijn zanglijs ters en merels aan het zoeken naar voedsel. Heele tunnels hebben ze gegraven, om bij het dorre blad te komen, in de hoop daar nog een slakje of wormpje te kunnen verschalken. Maar zijn het wel allemaal zanglijsters? Het wantrouwen blijkt gegrond te zijn, want een paar leden van dit gezelschap blijken, even als de goudhaantjes, „uitlanders" te zijn. Ze lijken wel wat op de gewone zanglijsters. Vooral de koperwieken, die echter een witte wenkbrauwstreep hebben en wat gele veer tjes in de oorstreek. Als er een opvliegt kun nen we ook de bruinroode vlekken op de flan ken en onder de vleugels zien, waaraan deze vogels hun naam danken. De kramsvogels zijn naar mijn smaak veel mooiere vogels. Ze zijn forsch gebouwd en houden kop en hals flink rechtop, zoodat ze een veel fierderen indruk maken, dan de ove rige lijstersoorten, die meestal maar zoo'n beetje in elkaar gedoken rondhippen. Uitge zonderd dan de groote of mistellijsters. Ook het blauwgrijs van kop, nek en stuit contras teert fraai met het warme roodbruin der vleu gels, den zwarten staart en de lichtgele, bruin- gespikkelde borst der kramsvogels. Maar eigenlijk is het niet verstandig, hier onzen tijd te verdoen bij vogels, die ge bij vorst en sneeuwval ook vlak bij de stad, ja vaak zelfs in den tuin te zien krijgt. De De cember dag is maar kort en we hebben nog meer op ons programma staan. Naar die lijs ters en meezen kunt ge dan beter eens een middagje in den Haarlemmerhout, het Bloe- mendaalsche bosch, of Groenendaal gaan kij ken. Ge vindt ze daar bij honderdtallen. W it, wijd en verlaten. Voor ons ligt het duin, wit, wijd en verla ten. Dc sneeuw heeft de vormen verzacht en zacht golvend liggen de heuvels naast en ach ter elkaar. Maar in de verte steken de con touren nauwelijks af tegen de grauwgrijze 1 winterlucht. Vaag, pastelblauw staan de ver wrongen stuif dennen aan den horizon. Stil, zonder een woord te spreken, stappen wij naast elkaar door dit grootecne landschap, waar de stilte bijna hoorbaar, en toch niet beklemmend is. We zijn sprakeloos, en loopen met wijd-open oogen te genieten van dit prachtige schouwspel, waarin de détails hun waarde verliezen. Ik weet wel, dat er natuur liefhebbers zijn, wier dag niet goed is, als zij niet minstens een vijf-en-twintig vogelsoor ten hebben gezien en een paar honderd plan tensoorten hebben gevonden. En ik erken gaame, dat het een bizondere voldoening geeft, als je een zeldzamen vogel in den kij ker krijgt, dien je nooit eerder zag, dan op een prentje in een vogelboek. Maar toch gebeurt het maar al te vaak, dat dit soort natuurliefhebbers het geheel uit het oog verliest. Dat ze ronddolen als een prikke- been, zonder onderbreken naar den grond turend, of door den kijker loerend, dan wel met een vlindernetje achter kleurige kapellen aandravend. Terwijl zij zich daarbij den tijd niet gunnen, om ook eens rond te zien, naar andere dingen. Zoodat ze ongevoelig zijn voor de bekoring, die van zoo'n sneeuwlandschap uitgaat, niet zien, hoe grappig die jonge den nen er uit zien, met dikke sneeuwmutsen op. De ware natuurliefhebber, die werkelijk ge nieten wil van het buiten-zijn, moet den gul den middenweg zoeken, en zoowel op de dé tails, als op het machtige geheel acht geven. Vooral bij de jongelui, die als ze aan natuur- sport doen, zich meenen te moeten speciali- seeren op planten, vogels, insecten, mossen, paddenstoelen en wat al meer, waarbij ze dan nauwelijks oog hebben voor het andere, ont breekt het helaas aan die algemeene natuur- waardeering maar al te zeer. Wat ongetwijfeld jammer is. Buizerden en kraaien. En terwijl we zoo loopen te genieten van het kostelijke gezicht van zoo'n besneeuwd duinlandschap, een beeld dat we lang niet elk jaar te zien krijgen, zijn het weldra toch weer détails, die onze aandacht vragen. Een troepje kraaien zweeft boven gindschen duintop, luid krassend en rumoerend, zoodat er onge twijfeld iets bizonders gaande moet zijn. De kijker haalt het troepje naderbij en dan ont dekken we ook onmiddellijk de oorzaak van de opwinding onder de kraaien. Midden tus- schen de grijsrokken vliegt een grootere, brui ne vogel, met breede, ronde wieken. Een bui zerd, die waarschijnlijk een dood konijntje ontdekt had, doch nu door de bonte kraaien in zijn maaltijd gestoord wordt en zich sullig door die druktemakers laat verjagen. Dat zien we in dezen tijd van het jaar her haaldelijk boven het duin. Want hoewel de buizerds toch veel forscher en sterker zijn dan de kraaien, laten zij zich toch altijd weer door die schreeuwieelijkerds verdrijven, zon der zelfs maar een poging te doen, om zich te verweren. Een jaar of vijftig geleden zou men waarschijnlijk gezegd hebben, dat de „koninklijke" roofvogel het beneden zijn waardigheid acht, zich met de „minderwaar dige" kraaien te meten. Doch met alle respect voor mijn collega's uit dien tijd, is zooiets onzin. Want al zijn vogels dan geen automaten zonder meer, zooals men later, in een ander uiterste vervallend, wel eens heeft willen be weren, gevoelens van „trots" en „minach ting", zooals wij die kennen, zijn hun toch vreemd. Eerder moeten we aannemen, dat de buizerds de kraaien inderdaad niet aandur ven. Waarschijnlijk omdat er altijd zooveel op het lawaai afkomen, dat ze steeds in de meerderheid zijn. Vlaamsche gaaien vliegen krijschend weg uit het kreupelhout en ook een troepje eksters, die we hier 's zomers eigenlijk weinig zien, geeft nu acte de présence. Mooie, zwart-witte vogels zijn dat toch en het is jammer, dat het zulke felle nestroovers zijn, dat men niet kan dulden dat zij zich sterk uitbreiden. Een konijntje rent voor ons uit en in de sneeuw kunnen we nu prachtig zijn spoor zien. Twee kleine, ronde afdrukken van de voorpootjes en twee langwerpige van de ach- terloopers. Het haas heeft een ongeveer ge lijk spoor, doch de af drilleken zijn grooter en ook de sprongen. De avond valt We zwerven verder. Overal vertoont het sneeuwdek de sporen en prenten van roover- tjes en knagertjes. Lang niet altijd slagen we er in, deze sporen te ontraadselen. Maar niet temin is het een genoegen, ze na te speuren. Het doet ons denken aan de avonturen ^an Old Shatterhand en zijn rooden vriend Win- netou, die we vroeger verslonden de avon turen dan altijd en we vragen ons af, of het dezen meesters in het spoorzoeken zou gelukken deze „verhalen in de sneeuw" te ontraadselen. Doch de Decembermiddag is maar kort. De schemering sluipt naderbij. De lucht zit pot dicht en het sneeuwt nog steeds. Doch dat is hier, ver buiten de stad, waar het sneeuw kleed ongerept blijft, eigenlijk een genoegen. Wonderlijk mooi is alles in dit vage licht, op de grens van dag en avond. De dennen lijken groote kerstboomen, met plokken wat ten op hun takken. Bij eiken stap kraakt de bevroren sneeuw onder onze voeten. Boven de duinweide roept een steenuiltje, dat op muizenjacht gaat. Als we op de laatste dui nenrij staan, ligt voor ons de stad met haar duizenden lichtjes en erboven een rosse licht vlek tegen de laaghangende wolken. Er zit nog meer sneeuw in de lucht 1 KO ZWEERES. In de zaak der marechaussee, UTRECHT, 22 December. Heden morgen heeft de Centrale Raad van Beroep te Utrecht onder presidium van mr. E. J. Beuiner uitspraak ge daan in de zaak van den wachtmees ter F. Roffel te Rotterdam tegen den minister van justitie alsmede in de zaak van de marechaussees G. van Renncs te Siebengewald, Chr. de Gier te Maastricht, L. H. Curff te Venlo, J. W. van den Berg te Sittard en M. Tap te Sittard tegen den minister van justitie en voorts in het twistgeding contra den minister van justitie en den inspecteur der Kon. Marechaus see. De uitspraken van het Ambtenaren gerecht in deze zaken werden beves tigd en de beroepen tegen deze uit spraken werden ongegrond verklaard. UITSLAG VEILING. HAARLEM Vrijdag. Uitslag der veiling, gehouden in ,,'t Nota huis" op Donderdagavond. Een winkelhuis te Haarlem op den hoek van de Sophiastraat en het Wilsonsplein met bijbe- hoorende woning en pakhuis aan de achterzijde van het pand. De woning 73 a rood met erf en poort, benevens een afzonderlijk opgaande bo venwoning gemerkt Wilsonsplein no. 73 rood, groot 91 centiaren en een arbeiderswoning met schuur, erf en tuin te Haarlem aan de Sophia straat no. 71, groot 51 centiaren. Gecombineerd f 8375 A. J. Tom q.q. De villa met garage en tuin te Heemstede aan het Raadhuisplein no. 3 groot 7 aren, 96 centia ren. f 11900. Opgehouden. Een winkel- en woonhuis met afzonderlijk opgang hebbende bovenwoning en erf te Haar lem aan den Zijlweg no. 107, groote 1 are, 6J centiaren, f 8705 W. J. G. Garritsen. Een woonhuis met afzonderlijk opgang heb bende bovenwoning te Haarlem aan de Leid- schevaart 326 zwart en rood, alsmede het voort durend recht van erfpacht van den grond aldaar, groot 2 aren 81 centiaren, f 3650 J. D. Philippo. Een woonhuis met schuur, erf en tuin te Haarlem aan het Wijde Geldelooze Pad no. 26, groot 90 centiaren, f 3525 M. A. Joustra. Het winkelhuis met afzonderlijk opgaande bo venwoning, kantoor', schuur, groote steenen werkplaats met twee étages, voor berging, erf en plaats te Haarlem aan de Groote" Houtstraat no. 175 zwart en rood, groot 1 are, 77. centiaren, f 17600 J. A. F. Broekman q.q. Het winkel- en woonhuis te Haarlem aan de Leidschevaart no. 332, met het voortdurend erf- pachtsrecht op den grond, groot 96 centiaren, f 5000 H. Th. Fibbe q.q. Het huis met erf te Haaidem aan het Spaarne no. 47, groot 75 centiaren, f 3750 G. P. Geukers q.q. Het huis met afzonderlijke bovenwoning en erf te Haarlem aan de Lange Heerenstraat nos. 42 zwart en rood, gx*oot 1 are, 59 centiaren, f 4375 D. Lodder. Het huis met erf en tuin te Bloemendaal aan den Kinheimweg no. 4, groot 2 aren, 19 centia ren. f 5000 J. M. Akersloot q.q. Een huis en erf te Haarlem aan de Van der Vinnestraat nos. 10 zwart en rood, groot 1 are, 97 centiaren, f 6475 N. H. Beun q.q. Het huis met schuur en erf te Haarlem aan de Oranjestraat no. 123 hoek Voorzorgstraat, groot 1 are, 5 centiaren, f 3600 H. Koelemeijer. Het woonhuis met schuurtje, erf en verdere aanhoorigheden te Haarlem aan de Van 't Hoff- straat no. 2 a, groot 1 are, 60 centiaren, f 3350 M. J. Verstraten q.q. Daladier opnieuw in de meerderheid. Bij stemming over de totale begrooting. PARIJS, 23 Dec. <Havas-A.N.P.) Aan het einde van de Kamerzitting heeft de regeering de kwestie van vertrouwen gesteld over de totale begrooting, met 366 tegen 229 stem men bleef het kabinet hierbij in de meerderheid. Voordien was de regeering reeds in de meerderheid gebleven bij de behandeling van het artikel betreffende de buitengewone na tionale bijdrage van twee procent der loonen en salarissen. Voor stemden 322, tegen 265 afgevaardig den, terwijl drie en twintig zich van stemming onthielden. Japan's premier over de „nieuwe orde". „Japan verlangt geen economisch monopolie in China". In een gisteravond gepubliceerde verklaring van den Japanschen minister-president Konoje wordt het sluiten van een Chineesch Japansch anti-kominternverdrag en het plaatsen van de economische samenwerking tussehen China en Japan op voet van gelijkheid het leidend be ginsel voor de wederaanpassing van de be trekkingen tussehen Japen en het nieuwe China genoemd. Tezamen met de vooruitziende Chineezen, aldus de premier, zal gewerkt worden aan een nieuwe orde m Oost-Azië. Japan, het nieuwe China, en Mandsjoekwo, zullen tezamen strij den tegen het communisme en zij zullen op economisch gebied samenwerken. Onder de huidige omstandigheden verlangt Japan evenwel, dat Japansehe troepen in China blijven als anti-communistische maat regel en dat Binnen-Mongolië zal worden aan gewezen als buitengewoon anti-communistisch gebied. Verder is Japan niet voornemens een eco nomisch monopolie in China uit te oefenen noch zal het China vragen de belangen van derde mogendheden te korten. Japan zoekt in China geen gebiedsuitbrei ding of vergoeding van de kosten der mili taire operaties, doch het verlangt slechts een minimum garantie, dat China de plichten van deelgenoot bij het instellen van de nieuwe orde zal nakomen. Het departement van buitenlandsche zaken van Mandsjoekwo heeft een aanvullende ver klaring uitgegeven, waarin Mandsjoekwo zich bereid verklaart diplomatieke betrekkingen met „een nieuw China" aan te knoopen, dat zich bevrijdt van communistische en anti- Japansche invloeden en daardoor een grond slag legt voor de samenwerking der beide landen. Mr. A. L. M. van Berckel op de voordracht voor raadsheer. Mi'. A. L. M. van Berckel. Door het gerechtshof te 's-Gravenhage is ter vervulling van een vacature van Raadsheer in haar college opgemaakt de navolgende al- phabetische lijst van aanbeveling: Mr. A. L. M. van Berckel, rechter in de ar- rondissements-Rechtbank te Haarlem, Jhr. mr. dr. Th. W. C. Calkoen, vice-presi dent van de Arrondissements-Rechtbank te 's-Gravenhage. Mr. H. Haga, rechter in de Arrondissements- Rechtbank te's-Gravenhage. Donderdagavond is men van gemeentewege te Haarlem begonnen met warm voedsel te verstrekken. Hierboven een kijkje in het lokaal aan de Zoetestraat. Hoeveel schulden de gemeenten hebben. Gegevens over Haarlem en Omstreken. Wij wezen er eenige dagen geleden op, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het eerst gegevens gepubliceerd heeft over de totale schulden der gemeenten. Tot heden wer den alleen de bedragen der schulden bekend remaakt voor zoover die omgezet zijn in geld- leeningen. Wij gaven al een vergelijking tus sehen de zeven gemeenten in ons land met meer dan 100.000 inwoners, waaruit bleek, dat Haarlem in vergelijking met Amsterdam en Rotterdam geen hoog bedrag aan schulden heeft. De vergelijking voor Haarlem en de gemeen ten in de omgeving is als volgt: per inwoner Haarlem f 57.035.076 f 427.86 Heemstede f 7.608.072 f 407.72 Bloemendaal f 5.253.388 f 330.40 Velsen f 12.120.767 f 264.21 Beverwijk f 4.236.110 f 210.33 Heemskerk f 448.898 f 94.31 Castricum f 703.101 f 102.31 Haarlemmerliede f 356.689 f 107.27 Haarlemmermeer f 2.081.553 f 66.73 Bennebroek f 403.708 f 152.62 Hillegom f 2.832.398 f 252.78 Zandvoort f 2.973.532 f 321.74 Uit deze cijfers blijkt, dat Heemstede in ver gelijking niet veel onder het bedrag van Haar lem blijft. In Bloemendaal is de schuld per inwoner omgeslagen belangrijk minder, wat natuurlijk verklaard wordt doordat Heemstede 'een eigen gasfabriek heeft en ook een grond- bedrijf en Bloemendaal niet. Van de kleine gemeenten is de schuldenlast in Zandvoort I betrekkelijk hoog. LAAT DE KANS NIET VOORBIJ. GAAN. Laat zien, dat U graag op vriend- schappelijken voet met Uw klanten en zakenrelaties wilt staan. Geef nog heden een hartelijke Nieuwjaarsan nonce op. Grijp dit jaar de kans: wint „good-will" met een „handdruk per advertentie". Prijs der Nieuwjaarsadvertenties van 13 regels 25 cent, iedere regel meer 10 cent. Wilde bussen mogen weer rijden. AMSTERDAM, 24 Dec. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft vandaag belangrijke beslissingen ge geven inzake de wilde autobuskwes tie. De autobussen zijn in tegen stelling met de beslissingen van de Amsterdamsche Rechtbank en den president van die rechtbank in het gelijk gesteld. Het Hof achtte de onrechtmatige daad van de zijde van de autobussen niet aanwezig, zoodat geen gronden voor een verbod van de diensten aanwezig was naar het oordeel van het gerechtshof. De tram en de spoorwegen werden niet ontvankelijk in hun vorderingen verklaard. De vier autobussen, die thans in de civiele procedure als overwinnaars uit het strijdperk zijn gekomen kun nen dus weer gaan rijden. Ook de an dere wilde bus-ondernemingen, die in de toekomst in hooger beroep zullen gaan, zullen eenzelfde beslissing mo gen verwachten. Een Engelsch astroloog profeteert: Ettropeesche oorlog niet in de lijn der verwachting Na M. Gabriel Trarjeux d'Egmont, aan wiens prognose over 1939 wij een beschouwing hebben gewijd, is thans de Engelsche astroloog R. H, Nay lor met zijn voorspellingen ten tooneele ver schenen. In het weekblad „Answers" trekt hij horoscoop van onze planeet en hierbij krijgen wij vooral ten aanzien van Europa eenige merk waardige dingen te hooren. Op een belangrijk punt stemt Mr. Naylor overeen met zijn Franschen collega: Een Europeesche oorlog schijnt niet in de lijn der verwachting te liggen! De heer Naylor herinnert zijn lezers er aan, dat hij sinds 1920 deze voorspelling elk jaar heeft herhaald en dit ondanks het feit, dat vrij wel alle andere „profeten" en schrijvers de we reld overstelpten met ongelukstij dingen over de toekomst. Ten aanzien van Duitschland houdt de En- gelschman er een andere zienswijze op na als d'Egmont. Zooals men zich herinneren zal voor zag deze laatste in den volgenden winter een catastrofaal tijdstip voor Adolf Hitler. Naylor meent uit Hi tier's horoscoop op te kunnen ma ken, dat het bewind van den Fiihrer op zijn minst nog tien jaar zal voortduren. Mogelijk ligt de grens zelfs bij 1954 of daarom trent. De jaartallen 1948 en 1954 geven naar ruwe schatting de kritieke perioden uit de loop baan van den Nazileider aan. Frankrijk gaat volgens Mr. Naylor een bewo gen jaar tegemoet. Het land staat aan den voor avond van een revolutie. Sommigen mijner le zers, zoo voegt de astroloog hieraan toe, zullen misschien opmerken, dat zoo'n voorspelling ge makkelijk te doen is, omdat de Fransche kabi netten nu eenmaal alle aan onstabiliteit mank gaan. Ditmaal zal het echter ernstiger toegaan. De revolutie, zoo leest de heer Naylor uit het betreffende sterrenbeeld, zal Frankrijk op zijn grondvesten doen schudden. Ook d'Egmont heeft groote politieke veranderingen voor Frankrijk voorspeld. Hij duidt 1939 echter niet als een catastrofaal jaar aan, maar verwacht een gelei delijken ommekeer naar de dictatuur, welke zich binnen vier jaar zou moeten voltrekken. De horoscoop voor Nederland, waarover d'Eg mont zich in vrij vage termen uitlaat, blijkt vol gens de beschrijving van Naylor uitermate gun stig te zijn. De astroloog vat zijn prognose als volgt samen: „Eeuwen geleden hebben de Hollanders met succes de geheele legermacht van Spanje weer staan. In den wereldoorlog van 1914'18 ge lukte het hun buiten den algemeenen chaos te blijven. Ui voorspel, dat Nederland met Scandinavië een periode van roem en welvaart tegemoet gaat. Nederland door zijn unieke bronnen in de over- zeesche gewesten, Scandinavië door zijn geografische ligging. De opkomst van Sovjet Rusland en de verdere uitbreiding van de luchtlijnen van dit land zul len de beteekenis van Noorwegen, Denemarken, Zweden en Finland doen toenemen. De expan sie van Japan en de moderniseering van Zuid- Oost-Azië zullen een soortgelijken invloed uit oefenen op de Nederlandsche bezittingen in het Verre Oosten. Binnen tien of twintig jaar zal in den land- en tuinbouw een geheel nieuw systeem worden toegepast. Men zal het beleven, dat' het rijpingsproces van graan, fruit en de meeste andere land en tuinbouwproducten zich in versneld tempo zal voltrekken. Nederland zal dit procédé het eerst in gebruik nemen. Aldus Mr. R. H. Naylor, wiens profetieën wij overigens, zooals duidelijk zal zijn, geheel voor zijn eigen rekening laten,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10