Zwerftocht door het winterduin.
Uitspraak van
Ambtenarengerecht
bevestigd.
Roem en welvaart
voor Nederland.
Over alles lag een donzen kleed.
Sporen en prenten in de sneeuw
HET SNEEUWT. Een wilde
warreling van witte vlokken
stuift langs mijn raam, waar
de ijsbloemen langzaam weg
vloeien, niet bestand tegen de warmte
van den haard, die echter in den
nacht was uitgegaan. Soms neemt de
wind die vlokken op en jaagt ze voor
zich uit. Dan stuiven ze holderdebol
der achter elkaar aan, rollen en bui
telen om en over, tot ze hun vaart
verliezen en ergens in een luw hoekje
naar de aarde zakken. Staag dwarre
len de vlokken omlaag, alles bedek
kend met een dikke, blanke bont-
laag. Alles wordt mooier, en onwe
zenlijker ook.
In de buitenwijken, waar de sneeuw langer
blijft liggen, klinken juichende stemmetjes
van kinderen, die uitgelaten van dit nieuwe,
wonderlijke speelgoed genieten. En buiten de
stad, waar de weilanden nu eindeloos lijken,
omdat aan den horizon lucht en land ineen
vloeien, is het doodstil. Soms is er het vaag
gerucht van sneeuw, die van een overbelasten
boomtak glijdt, maar dan is het weer stil,
doodstil.
Maar in de binnenstad hebben voetgangers
en voertuigen de blanke pracht in een vieze
bruine modder doen veranderen: in een ijzige
natte massa, die door de naden van het meest
waterdichte schoeisel dringt, en alle vreugde
vergalt. In de stad is het dan ook niets ge
daan, en daarom keeren we haar den rug toe,
om buiten, langs den duinrand, te genieten
van de winterpracht, die o zoo spoedig weer
verdwenen kan zijn. Want was het niet nog
nauwelijks een week geleden zachter dan het
in jaren in December geweest was?!
Door het dennenbosch met zijn eentonige
stammenrijen zetten we koers naar het duin,
dat we weldra blank door de stammen zien
schimmeren. Maar voor we dat bereiken,
wordt de aandacht getrokken door heel hooge
fijne geluidjes, van meezen en goudhaantjes.
Forsche'koolmeezen, met fluweelzwarte petjes
en een zwarte stropdas over hun gele vest,
pimpelmeesjes, die behendig als aapjes om de
takken buitelen en wier lichtblauwe petjes
mooi kleuren bij de zwavelgele buikjes, en
een paar zwarte meezen, kenbaar aan de witte
vlek in den nek. Als we met den kijker de
takkendwarreling doorzoeken, dan ontdekken
we ook nog een stuk of wat staartmeezen,
waarvan naar ik meen wijlen E. Heimans
eens gezegd heeft, dat het net „kluwentjes
wol met een breipen erin" zijn. En daar heeft
het inderdaad veel van weg. Want zoo'n peu
ter is eigenlijk meer staart dan vogel. En
vooral als ze naar een volgenden boom vlie
gen, zien we, dat het eigenlijke lichaampje
bijna kogelrond is," waar de staart dan zoo'n
beetje achteraan komt.
Welkome vreemdelingen.
Doch die verschillende meezen kunnen we
hier ook in den zomer ontmoeten, behalve dan
de zwarte mees, die in het westen van ons
land vrij zeldzaam broedt, zoodat we beter
doen, eens op die peuters daar ginds te letten.
Die zijn veel minder opzichtig gekleed dan de
meezen, doch als we hen in den kijker nemen,
dan blijken toch ook deze goudhaantjes, want
daar hebben we hier mee te maken, aller-
sierlijkste diertjes te zijn. En de kleine kopjes
zijn wel niet fel, maar toch heel mooi getee-
kend. Over den kruin loopt een heldergeel
streepje, afgezet met fluweelzwarte randjes,
terwijl het donkere kraaloogje weer door lich
tere veertjes omringd is.
Tenminste, zoo ziet het gewone goudhaantje
er uit. Maar zijn neefje, het wat zeldzamer
vuurgoudhaantje, heeft een iets bonter signa
lement. Wel heeft het ook een geelachtig
streepje over den kop, doch dit zweemt toch
meer naar het oranje-rood, terwijl op het
zwarte randje daarlangs onmiddellijk een wit
te. wenkbrauwstreep volgt, waaronder dan
weer een zwart streepje loopt, dat precies
door het oogje gaat.
Het goudhaantje broedt nog wel hier en
daar in het oosten van ons land, doch dat doet
het vuurgoudhaantje slechts bij hooge uit
zondering. Maar in den wintertijd kunnen we
.beide soorten vrij geregeld in het naaldhout
aantreffen. Dan komen ze bij duizenden uit
het noorden en oosten naar ons land, zoodat
we veilig mogen aannemen, dat de vogeltjes
die daar boven onze hoofden van tak tot tak
wippen, Zweden of Noren, Lappen of Finnen,
ja wellicht zelfs Russen of Samojeden zijn.
Misschien zullen ze nog verder naar het zui
den trekken, als de vorst aan houdt, mis
schien ook blijven ze hier. Doch in elk geval
zullen ze ons in het voorjaar, op enkele uit
zonderingen na, weer verlaten.
Kramsvogels en koperwieken.
Aan den rand van ons dennenbosch groeit
wat kreupelhout en daaronder zijn zanglijs
ters en merels aan het zoeken naar voedsel.
Heele tunnels hebben ze gegraven, om bij het
dorre blad te komen, in de hoop daar nog een
slakje of wormpje te kunnen verschalken.
Maar zijn het wel allemaal zanglijsters? Het
wantrouwen blijkt gegrond te zijn, want een
paar leden van dit gezelschap blijken, even
als de goudhaantjes, „uitlanders" te zijn. Ze
lijken wel wat op de gewone zanglijsters.
Vooral de koperwieken, die echter een witte
wenkbrauwstreep hebben en wat gele veer
tjes in de oorstreek. Als er een opvliegt kun
nen we ook de bruinroode vlekken op de flan
ken en onder de vleugels zien, waaraan deze
vogels hun naam danken.
De kramsvogels zijn naar mijn smaak veel
mooiere vogels. Ze zijn forsch gebouwd en
houden kop en hals flink rechtop, zoodat ze
een veel fierderen indruk maken, dan de ove
rige lijstersoorten, die meestal maar zoo'n
beetje in elkaar gedoken rondhippen. Uitge
zonderd dan de groote of mistellijsters. Ook
het blauwgrijs van kop, nek en stuit contras
teert fraai met het warme roodbruin der vleu
gels, den zwarten staart en de lichtgele, bruin-
gespikkelde borst der kramsvogels.
Maar eigenlijk is het niet verstandig, hier
onzen tijd te verdoen bij vogels, die ge bij
vorst en sneeuwval ook vlak bij de stad, ja
vaak zelfs in den tuin te zien krijgt. De De
cember dag is maar kort en we hebben nog
meer op ons programma staan. Naar die lijs
ters en meezen kunt ge dan beter eens een
middagje in den Haarlemmerhout, het Bloe-
mendaalsche bosch, of Groenendaal gaan kij
ken. Ge vindt ze daar bij honderdtallen.
W it, wijd en verlaten.
Voor ons ligt het duin, wit, wijd en verla
ten. Dc sneeuw heeft de vormen verzacht en
zacht golvend liggen de heuvels naast en ach
ter elkaar. Maar in de verte steken de con
touren nauwelijks af tegen de grauwgrijze
1 winterlucht. Vaag, pastelblauw staan de ver
wrongen stuif dennen aan den horizon.
Stil, zonder een woord te spreken, stappen
wij naast elkaar door dit grootecne landschap,
waar de stilte bijna hoorbaar, en toch niet
beklemmend is. We zijn sprakeloos, en loopen
met wijd-open oogen te genieten van dit
prachtige schouwspel, waarin de détails hun
waarde verliezen. Ik weet wel, dat er natuur
liefhebbers zijn, wier dag niet goed is, als zij
niet minstens een vijf-en-twintig vogelsoor
ten hebben gezien en een paar honderd plan
tensoorten hebben gevonden. En ik erken
gaame, dat het een bizondere voldoening
geeft, als je een zeldzamen vogel in den kij
ker krijgt, dien je nooit eerder zag, dan op
een prentje in een vogelboek.
Maar toch gebeurt het maar al te vaak, dat
dit soort natuurliefhebbers het geheel uit het
oog verliest. Dat ze ronddolen als een prikke-
been, zonder onderbreken naar den grond
turend, of door den kijker loerend, dan wel
met een vlindernetje achter kleurige kapellen
aandravend. Terwijl zij zich daarbij den tijd
niet gunnen, om ook eens rond te zien, naar
andere dingen. Zoodat ze ongevoelig zijn voor
de bekoring, die van zoo'n sneeuwlandschap
uitgaat, niet zien, hoe grappig die jonge den
nen er uit zien, met dikke sneeuwmutsen op.
De ware natuurliefhebber, die werkelijk ge
nieten wil van het buiten-zijn, moet den gul
den middenweg zoeken, en zoowel op de dé
tails, als op het machtige geheel acht geven.
Vooral bij de jongelui, die als ze aan natuur-
sport doen, zich meenen te moeten speciali-
seeren op planten, vogels, insecten, mossen,
paddenstoelen en wat al meer, waarbij ze dan
nauwelijks oog hebben voor het andere, ont
breekt het helaas aan die algemeene natuur-
waardeering maar al te zeer. Wat ongetwijfeld
jammer is.
Buizerden en kraaien.
En terwijl we zoo loopen te genieten van
het kostelijke gezicht van zoo'n besneeuwd
duinlandschap, een beeld dat we lang niet elk
jaar te zien krijgen, zijn het weldra toch weer
détails, die onze aandacht vragen. Een troepje
kraaien zweeft boven gindschen duintop,
luid krassend en rumoerend, zoodat er onge
twijfeld iets bizonders gaande moet zijn. De
kijker haalt het troepje naderbij en dan ont
dekken we ook onmiddellijk de oorzaak van
de opwinding onder de kraaien. Midden tus-
schen de grijsrokken vliegt een grootere, brui
ne vogel, met breede, ronde wieken. Een bui
zerd, die waarschijnlijk een dood konijntje
ontdekt had, doch nu door de bonte kraaien
in zijn maaltijd gestoord wordt en zich sullig
door die druktemakers laat verjagen.
Dat zien we in dezen tijd van het jaar her
haaldelijk boven het duin. Want hoewel de
buizerds toch veel forscher en sterker zijn
dan de kraaien, laten zij zich toch altijd weer
door die schreeuwieelijkerds verdrijven, zon
der zelfs maar een poging te doen, om zich
te verweren. Een jaar of vijftig geleden zou
men waarschijnlijk gezegd hebben, dat de
„koninklijke" roofvogel het beneden zijn
waardigheid acht, zich met de „minderwaar
dige" kraaien te meten. Doch met alle respect
voor mijn collega's uit dien tijd, is zooiets
onzin. Want al zijn vogels dan geen automaten
zonder meer, zooals men later, in een ander
uiterste vervallend, wel eens heeft willen be
weren, gevoelens van „trots" en „minach
ting", zooals wij die kennen, zijn hun toch
vreemd. Eerder moeten we aannemen, dat de
buizerds de kraaien inderdaad niet aandur
ven. Waarschijnlijk omdat er altijd zooveel
op het lawaai afkomen, dat ze steeds in de
meerderheid zijn.
Vlaamsche gaaien vliegen krijschend weg
uit het kreupelhout en ook een troepje eksters,
die we hier 's zomers eigenlijk weinig zien,
geeft nu acte de présence. Mooie, zwart-witte
vogels zijn dat toch en het is jammer, dat het
zulke felle nestroovers zijn, dat men niet kan
dulden dat zij zich sterk uitbreiden.
Een konijntje rent voor ons uit en in de
sneeuw kunnen we nu prachtig zijn spoor
zien. Twee kleine, ronde afdrukken van de
voorpootjes en twee langwerpige van de ach-
terloopers. Het haas heeft een ongeveer ge
lijk spoor, doch de af drilleken zijn grooter en
ook de sprongen.
De avond valt
We zwerven verder. Overal vertoont het
sneeuwdek de sporen en prenten van roover-
tjes en knagertjes. Lang niet altijd slagen we
er in, deze sporen te ontraadselen. Maar niet
temin is het een genoegen, ze na te speuren.
Het doet ons denken aan de avonturen ^an
Old Shatterhand en zijn rooden vriend Win-
netou, die we vroeger verslonden de avon
turen dan altijd en we vragen ons af, of
het dezen meesters in het spoorzoeken zou
gelukken deze „verhalen in de sneeuw" te
ontraadselen.
Doch de Decembermiddag is maar kort. De
schemering sluipt naderbij. De lucht zit pot
dicht en het sneeuwt nog steeds. Doch dat is
hier, ver buiten de stad, waar het sneeuw
kleed ongerept blijft, eigenlijk een genoegen.
Wonderlijk mooi is alles in dit vage licht,
op de grens van dag en avond. De dennen
lijken groote kerstboomen, met plokken wat
ten op hun takken. Bij eiken stap kraakt de
bevroren sneeuw onder onze voeten. Boven
de duinweide roept een steenuiltje, dat op
muizenjacht gaat. Als we op de laatste dui
nenrij staan, ligt voor ons de stad met haar
duizenden lichtjes en erboven een rosse licht
vlek tegen de laaghangende wolken. Er zit nog
meer sneeuw in de lucht 1
KO ZWEERES.
In de zaak der
marechaussee,
UTRECHT, 22 December. Heden
morgen heeft de Centrale Raad van
Beroep te Utrecht onder presidium
van mr. E. J. Beuiner uitspraak ge
daan in de zaak van den wachtmees
ter F. Roffel te Rotterdam tegen den
minister van justitie alsmede in de
zaak van de marechaussees G. van
Renncs te Siebengewald, Chr. de Gier
te Maastricht, L. H. Curff te Venlo,
J. W. van den Berg te Sittard en M.
Tap te Sittard tegen den minister van
justitie en voorts in het twistgeding
contra den minister van justitie en
den inspecteur der Kon. Marechaus
see.
De uitspraken van het Ambtenaren
gerecht in deze zaken werden beves
tigd en de beroepen tegen deze uit
spraken werden ongegrond verklaard.
UITSLAG VEILING.
HAARLEM Vrijdag.
Uitslag der veiling, gehouden in ,,'t Nota
huis" op Donderdagavond.
Een winkelhuis te Haarlem op den hoek van
de Sophiastraat en het Wilsonsplein met bijbe-
hoorende woning en pakhuis aan de achterzijde
van het pand. De woning 73 a rood met erf en
poort, benevens een afzonderlijk opgaande bo
venwoning gemerkt Wilsonsplein no. 73 rood,
groot 91 centiaren en een arbeiderswoning met
schuur, erf en tuin te Haarlem aan de Sophia
straat no. 71, groot 51 centiaren.
Gecombineerd f 8375 A. J. Tom q.q.
De villa met garage en tuin te Heemstede aan
het Raadhuisplein no. 3 groot 7 aren, 96 centia
ren. f 11900. Opgehouden.
Een winkel- en woonhuis met afzonderlijk
opgang hebbende bovenwoning en erf te Haar
lem aan den Zijlweg no. 107, groote 1 are, 6J
centiaren,
f 8705 W. J. G. Garritsen.
Een woonhuis met afzonderlijk opgang heb
bende bovenwoning te Haarlem aan de Leid-
schevaart 326 zwart en rood, alsmede het voort
durend recht van erfpacht van den grond aldaar,
groot 2 aren 81 centiaren,
f 3650 J. D. Philippo.
Een woonhuis met schuur, erf en tuin te
Haarlem aan het Wijde Geldelooze Pad no. 26,
groot 90 centiaren,
f 3525 M. A. Joustra.
Het winkelhuis met afzonderlijk opgaande bo
venwoning, kantoor', schuur, groote steenen
werkplaats met twee étages, voor berging, erf en
plaats te Haarlem aan de Groote" Houtstraat no.
175 zwart en rood, groot 1 are, 77. centiaren,
f 17600 J. A. F. Broekman q.q.
Het winkel- en woonhuis te Haarlem aan de
Leidschevaart no. 332, met het voortdurend erf-
pachtsrecht op den grond, groot 96 centiaren,
f 5000 H. Th. Fibbe q.q.
Het huis met erf te Haaidem aan het Spaarne
no. 47, groot 75 centiaren,
f 3750 G. P. Geukers q.q.
Het huis met afzonderlijke bovenwoning en
erf te Haarlem aan de Lange Heerenstraat nos.
42 zwart en rood, gx*oot 1 are, 59 centiaren,
f 4375 D. Lodder.
Het huis met erf en tuin te Bloemendaal aan
den Kinheimweg no. 4, groot 2 aren, 19 centia
ren. f 5000 J. M. Akersloot q.q.
Een huis en erf te Haarlem aan de Van der
Vinnestraat nos. 10 zwart en rood, groot 1 are,
97 centiaren,
f 6475 N. H. Beun q.q.
Het huis met schuur en erf te Haarlem aan
de Oranjestraat no. 123 hoek Voorzorgstraat,
groot 1 are, 5 centiaren,
f 3600 H. Koelemeijer.
Het woonhuis met schuurtje, erf en verdere
aanhoorigheden te Haarlem aan de Van 't Hoff-
straat no. 2 a, groot 1 are, 60 centiaren,
f 3350 M. J. Verstraten q.q.
Daladier opnieuw in de
meerderheid.
Bij stemming over de totale begrooting.
PARIJS, 23 Dec. <Havas-A.N.P.)
Aan het einde van de Kamerzitting
heeft de regeering de kwestie van
vertrouwen gesteld over de totale
begrooting, met 366 tegen 229 stem
men bleef het kabinet hierbij in de
meerderheid.
Voordien was de regeering reeds in de
meerderheid gebleven bij de behandeling van
het artikel betreffende de buitengewone na
tionale bijdrage van twee procent der loonen
en salarissen.
Voor stemden 322, tegen 265 afgevaardig
den, terwijl drie en twintig zich van stemming
onthielden.
Japan's premier over de „nieuwe
orde".
„Japan verlangt geen economisch monopolie
in China".
In een gisteravond gepubliceerde verklaring
van den Japanschen minister-president Konoje
wordt het sluiten van een Chineesch Japansch
anti-kominternverdrag en het plaatsen van de
economische samenwerking tussehen China en
Japan op voet van gelijkheid het leidend be
ginsel voor de wederaanpassing van de be
trekkingen tussehen Japen en het nieuwe
China genoemd.
Tezamen met de vooruitziende Chineezen,
aldus de premier, zal gewerkt worden aan een
nieuwe orde m Oost-Azië. Japan, het nieuwe
China, en Mandsjoekwo, zullen tezamen strij
den tegen het communisme en zij zullen op
economisch gebied samenwerken.
Onder de huidige omstandigheden verlangt
Japan evenwel, dat Japansehe troepen in
China blijven als anti-communistische maat
regel en dat Binnen-Mongolië zal worden aan
gewezen als buitengewoon anti-communistisch
gebied.
Verder is Japan niet voornemens een eco
nomisch monopolie in China uit te oefenen
noch zal het China vragen de belangen van
derde mogendheden te korten.
Japan zoekt in China geen gebiedsuitbrei
ding of vergoeding van de kosten der mili
taire operaties, doch het verlangt slechts een
minimum garantie, dat China de plichten van
deelgenoot bij het instellen van de nieuwe
orde zal nakomen.
Het departement van buitenlandsche zaken
van Mandsjoekwo heeft een aanvullende ver
klaring uitgegeven, waarin Mandsjoekwo zich
bereid verklaart diplomatieke betrekkingen
met „een nieuw China" aan te knoopen, dat
zich bevrijdt van communistische en anti-
Japansche invloeden en daardoor een grond
slag legt voor de samenwerking der beide
landen.
Mr. A. L. M. van Berckel op de
voordracht voor raadsheer.
Mi'. A. L. M. van Berckel.
Door het gerechtshof te 's-Gravenhage is
ter vervulling van een vacature van Raadsheer
in haar college opgemaakt de navolgende al-
phabetische lijst van aanbeveling:
Mr. A. L. M. van Berckel, rechter in de ar-
rondissements-Rechtbank te Haarlem,
Jhr. mr. dr. Th. W. C. Calkoen, vice-presi
dent van de Arrondissements-Rechtbank te
's-Gravenhage.
Mr. H. Haga, rechter in de Arrondissements-
Rechtbank te's-Gravenhage.
Donderdagavond is men van gemeentewege te Haarlem begonnen met warm
voedsel te verstrekken. Hierboven een kijkje in het lokaal aan de Zoetestraat.
Hoeveel schulden de gemeenten
hebben.
Gegevens over Haarlem en Omstreken.
Wij wezen er eenige dagen geleden op, dat
het Centraal Bureau voor de Statistiek voor
het eerst gegevens gepubliceerd heeft over de
totale schulden der gemeenten. Tot heden wer
den alleen de bedragen der schulden bekend
remaakt voor zoover die omgezet zijn in geld-
leeningen. Wij gaven al een vergelijking tus
sehen de zeven gemeenten in ons land met
meer dan 100.000 inwoners, waaruit bleek, dat
Haarlem in vergelijking met Amsterdam en
Rotterdam geen hoog bedrag aan schulden
heeft.
De vergelijking voor Haarlem en de gemeen
ten in de omgeving is als volgt:
per
inwoner
Haarlem f 57.035.076 f 427.86
Heemstede f 7.608.072 f 407.72
Bloemendaal f 5.253.388 f 330.40
Velsen f 12.120.767 f 264.21
Beverwijk f 4.236.110 f 210.33
Heemskerk f 448.898 f 94.31
Castricum f 703.101 f 102.31
Haarlemmerliede f 356.689 f 107.27
Haarlemmermeer f 2.081.553 f 66.73
Bennebroek f 403.708 f 152.62
Hillegom f 2.832.398 f 252.78
Zandvoort f 2.973.532 f 321.74
Uit deze cijfers blijkt, dat Heemstede in ver
gelijking niet veel onder het bedrag van Haar
lem blijft. In Bloemendaal is de schuld per
inwoner omgeslagen belangrijk minder, wat
natuurlijk verklaard wordt doordat Heemstede
'een eigen gasfabriek heeft en ook een grond-
bedrijf en Bloemendaal niet. Van de kleine
gemeenten is de schuldenlast in Zandvoort I
betrekkelijk hoog.
LAAT DE KANS NIET VOORBIJ.
GAAN.
Laat zien, dat U graag op vriend-
schappelijken voet met Uw klanten en
zakenrelaties wilt staan. Geef nog
heden een hartelijke Nieuwjaarsan
nonce op. Grijp dit jaar de kans:
wint „good-will" met een „handdruk
per advertentie".
Prijs der Nieuwjaarsadvertenties
van 13 regels 25 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Wilde bussen mogen weer rijden.
AMSTERDAM, 24 Dec. Het
Gerechtshof te Amsterdam heeft
vandaag belangrijke beslissingen ge
geven inzake de wilde autobuskwes
tie. De autobussen zijn in tegen
stelling met de beslissingen van de
Amsterdamsche Rechtbank en den
president van die rechtbank in het
gelijk gesteld.
Het Hof achtte de onrechtmatige daad van
de zijde van de autobussen niet aanwezig,
zoodat geen gronden voor een verbod van de
diensten aanwezig was naar het oordeel van
het gerechtshof. De tram en de spoorwegen
werden niet ontvankelijk in hun vorderingen
verklaard.
De vier autobussen, die thans in
de civiele procedure als overwinnaars
uit het strijdperk zijn gekomen kun
nen dus weer gaan rijden. Ook de an
dere wilde bus-ondernemingen, die in
de toekomst in hooger beroep zullen
gaan, zullen eenzelfde beslissing mo
gen verwachten.
Een Engelsch astroloog
profeteert:
Ettropeesche oorlog niet
in de lijn der verwachting
Na M. Gabriel Trarjeux d'Egmont, aan wiens
prognose over 1939 wij een beschouwing hebben
gewijd, is thans de Engelsche astroloog R. H,
Nay lor met zijn voorspellingen ten tooneele ver
schenen. In het weekblad „Answers" trekt hij
horoscoop van onze planeet en hierbij krijgen
wij vooral ten aanzien van Europa eenige merk
waardige dingen te hooren.
Op een belangrijk punt stemt Mr.
Naylor overeen met zijn Franschen
collega:
Een Europeesche oorlog schijnt niet
in de lijn der verwachting te liggen!
De heer Naylor herinnert zijn lezers er aan,
dat hij sinds 1920 deze voorspelling elk jaar
heeft herhaald en dit ondanks het feit, dat vrij
wel alle andere „profeten" en schrijvers de we
reld overstelpten met ongelukstij dingen over de
toekomst.
Ten aanzien van Duitschland houdt de En-
gelschman er een andere zienswijze op na als
d'Egmont. Zooals men zich herinneren zal voor
zag deze laatste in den volgenden winter een
catastrofaal tijdstip voor Adolf Hitler. Naylor
meent uit Hi tier's horoscoop op te kunnen ma
ken, dat het bewind van den Fiihrer op zijn
minst nog tien jaar zal voortduren.
Mogelijk ligt de grens zelfs bij 1954 of daarom
trent. De jaartallen 1948 en 1954 geven naar
ruwe schatting de kritieke perioden uit de loop
baan van den Nazileider aan.
Frankrijk gaat volgens Mr. Naylor een bewo
gen jaar tegemoet. Het land staat aan den voor
avond van een revolutie. Sommigen mijner le
zers, zoo voegt de astroloog hieraan toe, zullen
misschien opmerken, dat zoo'n voorspelling ge
makkelijk te doen is, omdat de Fransche kabi
netten nu eenmaal alle aan onstabiliteit mank
gaan. Ditmaal zal het echter ernstiger toegaan.
De revolutie, zoo leest de heer Naylor uit het
betreffende sterrenbeeld, zal Frankrijk op zijn
grondvesten doen schudden. Ook d'Egmont heeft
groote politieke veranderingen voor Frankrijk
voorspeld. Hij duidt 1939 echter niet als een
catastrofaal jaar aan, maar verwacht een gelei
delijken ommekeer naar de dictatuur, welke
zich binnen vier jaar zou moeten voltrekken.
De horoscoop voor Nederland, waarover d'Eg
mont zich in vrij vage termen uitlaat, blijkt vol
gens de beschrijving van Naylor uitermate gun
stig te zijn. De astroloog vat zijn prognose als
volgt samen:
„Eeuwen geleden hebben de Hollanders met
succes de geheele legermacht van Spanje weer
staan. In den wereldoorlog van 1914'18 ge
lukte het hun buiten den algemeenen chaos te
blijven.
Ui voorspel, dat Nederland met
Scandinavië een periode van roem
en welvaart tegemoet gaat. Nederland
door zijn unieke bronnen in de over-
zeesche gewesten, Scandinavië door zijn
geografische ligging.
De opkomst van Sovjet Rusland en de verdere
uitbreiding van de luchtlijnen van dit land zul
len de beteekenis van Noorwegen, Denemarken,
Zweden en Finland doen toenemen. De expan
sie van Japan en de moderniseering van Zuid-
Oost-Azië zullen een soortgelijken invloed uit
oefenen op de Nederlandsche bezittingen in het
Verre Oosten.
Binnen tien of twintig jaar zal in
den land- en tuinbouw een geheel
nieuw systeem worden toegepast. Men
zal het beleven, dat' het rijpingsproces
van graan, fruit en de meeste andere land
en tuinbouwproducten zich in versneld
tempo zal voltrekken. Nederland zal dit
procédé het eerst in gebruik nemen.
Aldus Mr. R. H. Naylor, wiens profetieën wij
overigens, zooals duidelijk zal zijn, geheel voor
zijn eigen rekening laten,