IJMUIDEN
Vertrouwen.
„NOODWETJE" met groote
meerderheid aangenomen.
BEVERWIJK
KORT VERHAAL
PIANO'S
i
KERSTMIS
Na amendeering door Prof. Diepenhorst.
W. ALPHENAAR
KERSTMIS.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Het is, in meer dan één beteekenis, een
koninklijk" woord dat wij boven deze Kerst
boodschap schrijven. Een woord, dat wij aan
den eenen kant in deze verbijsterende tijden
nauwelijks meer op de lippen durven nemen,
maar waaraan wij ons aan den anderen kant
toch steeds weer vastklampen, zij het dan ook
vaak als aan een stroo-halm! Moge het toch
juist dit jaar voor menigeen de samenvatting
zijn van een goede kerst-boodschap van De
Kerstboodschap.
Een koninklijk woord is dit, zoo zeide ik.
Daarbij dacht ik allereerst aan de radio-toe
spraak, door H.M. de Koningin ter gelegen
heid van haar regeerings-jubileum op 31
Augustus tot haar volk gehouden. Aan het
slot toen zij zich meer in het bijzonder tot de
jeugd wendde, wees zij er op hoe de grond
slagen waarop ons staatsbestel rust, de hoog
ste en heiligste goederen die door de eeuwen
heen het onvervreemdbaar eigendom van
ons volk zijn geweest, een hechten bodem vor
men om een nieuwe toekomst op te doen ver
rijzen. Deze zijn het erfdeel der jongeren; en
al wat van hen wordt gevraagd is die eeuwen
oude beginselen in een nieuwen tijd, die nieu
we behoeften heeft en nieuwe vormen vraagt,
toe te passen „met vertrouwen en oordeel".
Zoo vraagt de Koningin hier op haar jubi
leumfeest van de jongeren in de eerste plaats
vertrouwen; vertrouwen, in wat over de
eeuwen heen tot ons komt .Het is goed dit
laatste er meteen maar bij te nemen. Want in
het Heden vinden wij waarlijk niet veel, waar
op wij zouden kunnen en willen vertrouwen.
Wij denken terug aan de maanden, de weken,
die achter ons liggen. Is het niet als een
nachtmerrie, die wij maar niet kwijt kunnen
raken? Wij blijven er midden in zitten, omdat
elke dag met nieuwe verschrikkingen tot ons
komt. En nu Kerstfeest te gaan vieren, nu te
gaan zingen van „Vrede op Aarde" het lijkt
ons een hoon en bespotting van onze heiligste
gevoelens.
Maar het Kerstfeest is immeors Gode zij
dank! ook gegn feest van het Heden. Het
plaatst ons midden in den kringloop der
eeuwen. Het komt tot ons met een roepstem
uit een ver verleden; en het wijst ons naar een
verre toekomst. Het spreekt tot ons van wat
gekomen is en komen zal! Staande voor dat
feest is inderdaad het eerste en voornaamste
wat van ons gevraagd wordt: vertrouwen!
Maar dan moeten wij ook ernst maken met
dit woord!
Vertrouwen is meer'dan een gemoedsge
steldheid, een sentiment. Daar komen wij niet
ver mee in deze wereld. Dat hebben wij allen
wel ervaren.
Zulk een gevoelsstemming is tenslotte
slechts een défaitisme, dat wij beluisteren in
gezegden als: „ach, wij kunnen aan dit alles
toch niets veranderen: wij kunnen alleen nog
maar vertrouwen dat alles zich uiteindelijk
nog wel ten goede zal keeren". Dat is geen
uiting van hoop, van vertrouwen, maar veel
eer van volslagen wanhoop. Wie zoo spreekt
ziet geen enkelen uitweg meer uit den chaos,
ziet geen enkele mogelijkheid van aanpak, van
opbouw; er is niets waarop hij nog wacht.
Wie waarlijk vertrouwt wacht wel! Hij staat
klaar ten volle bereid voor wat eenmaal zeker
zal komen, moet komen. Het „Wachter, wat is
er van den nacht?", moge soms ook uit zijn
mond angstig klinken; toch kan niets en
niemand hem de rotsvaste zekerheid ontne
men, dat eens de dag zal aanlichten en het
i duister zal verdrijven. Zoo is „vertrouwen" te-
i vens een daad, actie; hij moet klaar zijn, uit
gerust en wel toegerust, als die dag aanbreekt.
De dichter Nico van Suchtelen zong eens
(gij kunt het vinden in den feestbundel, on
langs uitgegeven ter gelegenheid van zijn
60-sten verjaardag):
De wereld wacht den hoogen held
Die 't al herstelt
Wat ligt verneêrd,
Ontwijd, onteerd,
Door waan, die recht noch liefde telt;
Den duider, die in nacht van nood
Van druk en dood
Vertrouwend richt
Het stil gezicht
Naar biijder toekomst dagend rood;
Den sterke, die in hel van haat
De Wraak weerstaat;
In 't onverward
Standvastig hart.
De liefde hoedt die nooit vergaat.
Deze Held, waar 't al op wacht, symboliseert
het waarachtige vertrouwen. En dat doet hij,
omdat hij allereerst naar het verleden ziet:
hij hoedt de liefde, die nooit vergaat! Ziehier
een woord om vast te houden, dat ons den
weg wijst dien wij hier in moeten daan.
Iets hoeden wat nooit vergaat! Het is goed
dat wij daaraan worden herinnerd! Op het
eerste gezicht lijkt dit een tegenstrijdigheid:
wat nooit vergaat, behoeven wij immers niet
te hoeden? Of wordt hier wellicht een van die
ondoorgrondelijke heilsgeheimenissen ont
sluierd, waarvan de Bijbel spreekt en waar wij
menschen al te lichtvaardig en achteloos aan
voorbij gaan?
Er zijn inderdaad dingen en dat is het
eerste waaraan de Kerstboodschap ons her
innert die nimmermeer vergaan; en dat
zijn juist de dingen waarop onze samenleving
rust. De mensch bouwt altijd weer „torens
van BabeP', om tot in den hemel te stijgen
en zichzelf veilig te stellen voor alle rampen.
In onzen tijd bereikt de techniek het onge
loof elijke, wij hebben het gevoel alles te kun
nen. Maar telkens ervaren wij weer (en weten
wij het diep in ons hart ook niet zeer wél?)
dat al dit geweldige, waar de wereld vol van
is, vergankelijk is en ook vergaat. Wat blij
vend is, dat zijn de dingen „die men niet kan
zien". En wij slaan het bekende hoofdstuk uit
den Bijbel weer op, 1 Corinthe 13, en herlezen
nog eens die woorden over „de Liefde, die
nimmermeer vergaat". Liefde, geloof en hoop,
trouw en eerbied, verdraagzaamheid en naas
tenliefde (altemaal dingen die in deze we
reld door gebrek aan navraag „uit de étalage"
zijn weggenomen!) deze vormen het funda
ment waarop ons geheele leven rust. Wie ko
men wil tot echt vertrouwen mag zich die ze
kerheid door niets ter wereld laten ontnemen.
Maar dan sluit het tweede daar terstond bij
aan. Juist omdat zij onvergankelijk zijn moe
ten wij ze hoeden, met zorg bewaren, er staag
voor op de bres staan. Wellicht is dit ons aller
grootste schuld geweest, dat wij meenden dat
al deze dingen zich wel vanzelf zouden hand
haven, dat wij ze „aan hun lot hebben overge
laten" en ons druk hebben gemaakt om
tal van andere dingen, die toch nimmer be
vrediging en ziélerust kunnen schenken. Daar
door is onze geheele cultuur, is onze maat
schappij hollend naar den afgrond toege
gaan. Maar het Kerstfeest brengt ons tot be
zinning. Het eerste wat een boreling, wat een
Kindeke in de Kribbe, vraagt is menschelijke
zorg. Het is volkomen hulpeloos. Zoo zendt
God het heerlijkste, het heiligste wat Hij
heeft in deze wereld, om daar door menschen
te worden verzorgd. Dat is ons aller heilige
taak en roeping, eiken dag opnieuw. Wij moe
ten dat alles „hoeden", er voor klaar staan, er
voor strijden - tot bloedens toe als het moet
er steeds weer offers voor brengen; d.w.z. wij
moeten weer leeren dienen.
In verband met de Kerstdagen
verschijnt het volgend nummer
van dit blad Dinsdag 27 December.
Hadden wij dit wellicht in het verleden al
te zeer vergeten, dat wij eiken dag „den goe
den strijd" moeten strijden, dat het van ieder
onzer afhangt of het goede ongerept wordt
gehandhaafd? Dat ieder onzer dus ook mee
schuldig staat wanneer de hoogste en heilig
ste goederen, waar onze Koningin van sprak,
niet meer het onwankelbaar fundament vor
men waarop wij een nieuwe toekomst kunnen
gaan bouwen? Dan wordt die oproep tot ver
trouwen met recht een mobilisatie-bevel! Wij
staan allen in Koninklijken Dienst! Wie
dient doet zijn plicht, is bereid alles te offeren,
omdat hij weet dat de Koning dit offer vraagt
om daarmede het groote doel te bereiken. Dat
vertrouwen vormt de basis van zijn gehoor
zaamheid.
Zoo blijkt in nog veea dieperen zin „ver
trouwen" inderdaad een koninklijk woord te
zijn; en wij gaan het oude Profetenwoord be
ter begrijpen dat zegt: „In Stilheid en Ver
trouwen zal Uwe kracht zijn". Dat geeft
perspectief aan ons leven; het leert ons „ach
ter den horizon" te zien.
Bekend is het verhaal van de steenhouwers,
die bij den weg aan hun moeizaam werk be
zig waren. Een wandelaar vroeg hun, wat zij
eigenlijk deden. De eerste antwoordde: „ik
klop steenen". Hij zag niet verder dan de
grauwe alledaagschheid van zijn werk. Het
antwoord van den tweeden luidde: „ik ver
dien mijn centen". Hij zag althans een doel
in zijn arbeid, een resultaat waarvoor hij
werkte, al bleef hij daarbij ook bevangen in
eigen materialistische sfeer. De derde zeide:
„wij bouwen een kathedraal!" Het grootsche,
gemeenschappelijke ideaal stuwde ook hem.
Wat eenmaal komen zou was voor hem reeds
werkelijkheid. Hij verrichtte zijn nederigen
arbeid niet in aanschouwen, maai' in geloof,
in vertrouwen. Zoo was hij inderdaad gelijk
aan architect en bouwheer.
Zou ons geheele leven niet anders gekleurd
worden, wanneer wij aldus al ons doen en
laten konden zien „sub specie aeternitatis"
onder het Licht van de Eeuwigheid? De bood
schap, die ieder jaar op het Kerstfeest weder
tot ons komt, roept ons daartoe op. Hierboven
haalden wij het woord van den dichter aan,
dat de wereld wacht op den hoogen held! Is
dat een ijdel wachten? Neen, zoo betuigt
Kerstmis: deze hooge held
die 't al herstelt,
wat ligt verneêrd,
ontwijd, onteerd,
door waan, die recht noch liefde telt
deze Held is eenmaal in deze wereld 'gekomen,
in de Kribbe te Bethlehem. En de wereld kan
Hem elk jaar, neen, eiken dag, ieder uur
vinden, wanneer zij slechts het voorbeeld volgt
van de herders, die tot elkander zeiden: Laat
ons dan heengaan naar Bethlehem. Want wie
bereid is daar te knielen, te buigen, te die
nen,. zichzelf te offeren, zal er de wonder
kracht van het echte vertrouwen leeren ken
nen; vertrouwen niet in menschen en men-
schelyke kracht en wijsheid, maar in God, die
ons riep. Dan kan en zal ieder onzer, hij moge
nog zuik een nederige taak hier op aarde ver
vullen,! meebouwen aan de kathedraal, en
worden zulk een held waarop de wereld wacht;
een Held die vertrouwend het stil gezicht naar
biijder toekomst richt omdat hij
in 't onverward
standvastig hart
de Liefde hoedt, die nooit vergaat!
C. P. GUNNING
Rector aan het Amsterdamsche
Lyceum.
(Nadruk verboden).
Verwachte vischaanvoer.
Thuisstoomende voor de Dinsdagmarkt:
Walrus, IJM\ 24. Vangst: 75 m. makreel, 40 m.
schelvisch, 120 m. braadschelvisch, 65 wijting,
70 m. koolvisch, 40 gul, 15 m. varia, totaal 425
m., benevens 280 stuks stijve kabeljauw.
Rotterdam, IJM. 112. Vangst: 30 m. schelvisch,
120 m. braadschelvisch, 40 m. radio, 60 m. dichte
radio, 60 m. gul en blanke koolvisch, 70 m.
poon, 10 m. rog, 10 m. tarbot, 10 m. platvisch.
totaal 410 m.
Vermoedelijk komen nog eenige booten van de
V. E. M. met een paar hondei'd manden elk.
BESOMMINGEN.
Manden Trawlers:
630 Gerberdina Johanna, IJM. 38 f 2590
90 Reiger, IJM. 106 f 1860
Loggers: KW 114 f 430, KW 51 f 1850 KW 62
RO 9 f 950.
Schepen met versche haring: SCH 263 f 450,
SCH 133 f 94 SCH 5 f 560, KW 65 f 270, KW 49
f 270, KW 3 f 370
(Versche visch.)
IJmuiden, 24 Dec. 1938 (A.N.P.)
Tarbot 150130 ct. per K.G.
Tong 220—116 ct. per K.G.
Heilbot 9480 ct. per K.G.
Griet f 28—11 per 50 K.G.
Groote schol f 1412.50 per K.G.
Middelschol f 15.5014 per 50 K.G.
Zetschol f 17.50—17 per 50 K.G.
Kleinschol f 169 per 50 K.G.
Schar f 3.60 per 50 K.G.
Poontjes f 5 per 50 K.G.
Groot schelvisch f 21 per 50 K.G.
Middel schelvisch f 18 per 50 K.G.
Kleinmiddel schelvisch f 75 per 50 K.G.
Kleine schelvisch f 75 per 50 K.G.
Groote gul f 7.106.50 ptr 50 K.G.
Kleine gul f 3,60—1.60 per 50 K.G.
Wijting f 4—1.20 per 50 K.G.
Makreel f 72 per 50 K.G.
Versche haring f 2|651.05 per 50 K.G.
Kabeljauw f 37—21 per 125 K.G.
Vleet f 1.601.10 per stuk.
Leng f 65 per stuk.
Koolvisch 7525 ct. per stuk.
Rog f 1615.50 per koop.
PERSONALIA.
Bij Koninklijk besluit van 15 December
1938 is voor het tijdvak van 1 Januari 1939 tot
1 Januari 1940 wederom belast met het geven
van onderwijs in tuinarchitectuur en tuin-
kust aan de Landbouwhoogeschool te Wage-
ningen dr. ir. J. T. P. Bijhouwer te IJmuiden.
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Vrijdag.
Ook het. Ncderlandsche Parlement heeft zijn
tradities. Daartoe behoort in de Tweede Kamer
de vacantiestemming, die Vrijdag zeer goed merk
baar was. Toch deed ze aan de behandeling van
het noodwetje in zake de wilde autobussen
geenszins afbreuk.
Reeds bij de algemeene beschouwingen over
het Regeeringsvoorstel bleek, dat men vrij alge
meen de ter tafel liggende regeling te ver vond
gaan. Aldus o.m. Ir. v. Lidth de Jeude
(lib.), Mr. Tryen (R.K.), die terecht opkwam
tegen het sprookje, dat men het ontwerp zou
moeten beschouwen als een soort rancune
maatregel van Minister Goseling na en wegens
het arrest van den Hoogen Raad, doch die tevens
vond, dat men zich tot een werkelijk nood
wetje, dus alleen tot wegneming van gebleken
lacunes moest bepalen, zoo ook Mr. Di e p e n-
horst (a.r.j. Laatstgenoemde wenschte, dat
men zich zou beperken tot de kwestie van ex
ploitatie van busdiensten door rechtspersonen
en keerde zich tegen het systeem van het door
den Menister van Justitie per circulaire aan
geven van de grenzen van een wet.
De heer d' Ansembourg (nat. soc.) was
tegen elke aanvullende wettelijke regeling, aan
gezien zulks volgens hem toeneming van
werkloosheid zou veroorzaken.
Minister v. Bu uren begreep niet hoe deze
afgevaardigde voor behoud van een chaotischen
toestand kon pleiten, waardoor het bestaan van
wettige ondernemers met vele werknemers, be
dreigd zou worden.
Zoo spoedig mogelijk dient er, aldus de be
windsman, een einde aan den chaos te komen
Met dit wetje heeft de Regeering geen materieele
wijziging in de bestaande wettelijke regeling
willen brengen, doch alleen 'n noodverband wil
len leggen. Maar dat moet dan ook afdoende en
effectief zijn.
Mr. Diepenhorst (a.r.) verdedigde bij de
behandeling der artikelen een amendement dat
aan de strafbepalingen niet een grootere (ma
terieele) uitbreiding wil geven en waardoor bij
exploitatie door rechtspersonen, strafvervolging
tegen de bestuursleden daarvan of tegen hen,
die feitelijk de leiding hebben, kan plaats
hebben.
Tegenover de verdediging door Minister van
Buuren voerde dezelfde spreker nog aan, dat
het niet juist is dat nu de Minister van Justitie
naar voren wordt geschoven als de groote broer,
als het suikerklontje na den bitteren pil.
De heer v. Braambeek wilde het ontwerp
aangenomen zien. Daarom zou hij voor het ove
rigens door hem niet bijster bewonderde, amen
dement stemmen, gelijk de heer d'Ansembourg
(nat. soc.) om precies dezelfde (omgekeerde)
reden het tegen wenschte te laten hooren. Steun
kreeg de Minister alleen van mr. v. Maarsse-
v e e n (r.-k.) die het juist beter vond een ruime
wettelijke redactie te kiezen.
Minister v. Buuren had geen bezwaar tegen
inkorting van den levensduur van 't wetje, zoo
als mr. Diepenhorst ook had voorgesteld, te
weten tot 16 Augustus 1939 in plaats van 1
Januari 1941. Mr. Diepenhorst had eveneens met
zijn andere amendement succes, aangezien de
Kamer dit met 5316 (de nat. socialisten plus
een aantal katholieken) aannam. Het wetsont
werp ging er vervolgens met 645 door: alleen
de nat. socialisten en de heer Kersten (St.
Ger.) bleken voortbestaan van den chaos te
prefereeren.
Toen brak, nog voor het koffie-uur, het af
scheid voor Kerstmis aan. De voorzitter maakte
gewag van de, vooral in de laatste weken, hoog-
opgevoerde arbeidspraestaties van de Kamer,
van de regeling, waardoor men, dank zij den
aanvang om 11 uur 's ochtends, wat minder
lange nachtvergaderingen had gehad. Intusschen
gaf hij toe daar was inderdaad alle reden voor
dat de methode nog wel voor verbetering
vatbaar leek! Zijn beste wenschen, tevens bij de
jaarwisseling, strekte President v. Schaik, als
gebruikelijk, ook uit tot hen, die de Kamer met
hun critische zoi'gen omringen: tot de pers dus.
Vermoedelijk zal de vacantie duren tot 7 Fe
bruari.
E. v. R.
STEMPELTIJDEN VOOR DE WERKLOOZEN.
Beverwijksche BestuurdersbondDinsdag
99.30 uur, overige dagen 10.3011 uur en
2.302.45 uur.
Chr. Besturenbond: Dinsdag 99.15 uur,
overige dagen 1111.30 en 3.153.30 uur.
Plaatselijk Arbeiders Secretariaat Dinsdag
99.15 uur, overige dagen 1010.15 en 2.453
uur.
R.K. Volksbond Beverwijk: Dinsdag 99.30
uur, overige dagen 11.11.30 en 3.303.45 uur.
R.K. Volksbond Wijk aan Zee: Dinsdag 9
9.15 uur, overige dagen 10.3010.45 uur en
33.15 uur.
KERSTGAVE VAN HET FONDS
ARMENGOEDEREN.
Dank zij de mooie opbrengst van de collecte
voor het Fonds Armengoederen op 17 Decem
ber j.l. was het mogelijk een extra Kerstgave
te verstrekken aan een reeks behoeftigen. Aan
ongeveer 500 gezinnen kon een kilo vet wor
den verstrekt, terwijl aan 400 gezinnen een
bon kon worden gegeven van een gulden voor
den aankoop van vleeschwaren.
DE WERKLOOSHEID.
Bij den gemeentelijken dienst voor de werk
loosheidsverzekering en arbeidsbewiddeling
stonden aan het einde van deze week in
totaal 1261 werkzoekenden ingeschreven tegen
1175 tegen het einde der vcrige week.
In Beverwijk waren daarvan 1066 (vorige
week 995) en in Heemskerk 195 (vorige week
180) werkzoekenden, woonachtig.
Mistletoe-idylle.
door JAAP STIGTER.
BELANGRIJKER, dan een fraai-opge-
tuigde boom bij het Kerstfeest is de
mistletoe, waaraan men zoo'n mys
tieke kracht toekent.
Tenminste,voor sommige menschen.
Zij woonden vlak tegenover elkaar in de
breede straat met de moderne huizen.
Hij: een sportieve verschijning, meestal ge
kleed in een geruit fantasie-costuum in zo
merdagen uit een ebonieten sigarettenpijpje
rookend; 's winters uit een lange pijp.
Zij: een charmant wezentje met lichtblonde
krullen, waarop altijd een nietig koket hoedje
stond, veel gelijkend op een half struisvogelei.
's Ochtends keek hij altijd uit het raam, om
te ontdekken, hoe het met het weer stond en
dan ging Annie de plantjes op haar venster
bank met water begieten.
Drie cacteeën heeft zij onlangs weg moeten
doen, omdat deze erg leelijk geworden waren
deze woestijnplanten kunnen slechts wei
nig water verdragen.
Herman werkte op een groot kantoor, waar
hij den heelen dag brieven typte, ongeveer
van den volgenden inhoud: „Mijne heeren.
Naar aanleiding van uw factuur d.d. deelen
wij u mede
Hij was een accuraat werker, die wegens
zijn serieuze plichtsbetrachting zeer bij zijn
superieuren in de gunst stond en wel een kans
maakte op promotie.
Kort voor Kerstmis maakte Herman echter
allerlei fouten. Hij ging een opmerkelijke ner
vositeit toonenbrieven, die bijna af wa
ren, ging hij weer verscheuren
En de chef, van een en ander getuige rim
pelde ontstemd het hooge voorhoofd en
gromde: „Hmhm
Gelukkig bleef het hierbij.
In het koffieuur herhaalde zich steeds het
zelfde: dan opende hij stiekum een doosje en
keek met een onwezenlijke glimlach naar den
inhoud. Een takje mistletoe. Meer niet.
Als een kostbaar kleinood nam hij het voor
zichtig tusschen de vingers en beschouwde het
van alle kanten
TUT ERMAN sliep 's nachts erg slecht. Want
steeds kwelde hem het groote proo-
bleem in zijn brein: „Hoe leg ik het aan
Hij dacht dit, hij dacht dat maar niets
scheen hem bijzonder geslaagd. Een vriend
van hem, die eenigen tijd in Engeland ge
weest was, had hem verteld, dat men daar de
mistletoe aan de paraplu bevestigde en zoo de
straat opging. Maar daarvoor waren twee din
gen noodig: je moest haar toevallig op
straat tegenkomen en bovendien moest het re
genen of sneeuwen anders kan een degelijk
jongmensch niet met een paraplu verschijnen.
Maar wat danIndien hij nu haar ouders
kende en met een hoogst schijnheilig gezicht
op bezoek kon komendan kon men altijd
nog eens verder zien. Maar ook dat al niet.
En toch: Kerstfeest en mistletoe daarin
zat een schitterende mogelijkheid. Dat was
zijn kans nu moest hij de stoute schoe
nen aantrekken.
Hak den knoop door en spreek haar eenvou
dig op straat aan, had een vriend tegen hem
Maar dat vond hij ook een afschuwelijk idee.
Ook bestond dan de mogelijkheid dat hij voor
goed zijn kansen bedierf. Maar wat dan
HERMAN vond de oplossing. Op Kerstavond
sloop hij stilletjes de straat over en be
vestigde het takje met een punaise boven de
buitendeur van haar huis. Al spoedig stond hij
achter het raampje van de eigen huisdeur te
wachten, de oogen strak naar den overkant
gericht. Als zij naar buiten kwam zou zij hals
over kop de straat oversteken en
Er ging een uur voorbij. Herman's vader riep
herhaaldelijk uit de huiskamer, wanneer hij
nu eens binnenkwam om bij den kerstboom te
zitten waarvan de kaarsen reeds ontstoken wa
ren. Maar zijn zoon reageerde niet. Hij staarde
alsmaar onafgebroken door het raampje
staarde en staarde nog eensZijn plan
scheen te mislukken. Er kwam niemand naar
buiten.
Naarmate de tijd verder voortschreed, voel
de hij zich ongelukkiger worden. Eindelijk be
sloot hij maar, het takje weg te gaan halen.
wie weet, kwam morgen zijn kans nog.
Nauwelijks had hij een been op straat ge
zet, of een meisjesstem jubelde: „Eindelijk..."
Uit een nabij portiekje kwam een slank we
zentje dat zich daar kennelijk verborgen had
gehouoer. naar hem toeschieten.
Hij zag ineens, dat boven zijn deur ook een
takje mistletoe hing
„Domme jongen", zei zij zacht en sloeg haar
armen om zijn nek, „waarom hang je zoo
iets aan mijn deurmijn pa hoeft toch niet
zoo direct op alles gezicht te hebben? Ik vind
dezen kant van de straat veel beter
Hij antwoordde niets, maar zijn lippen pre
velden alleen maar: „Eindelijk
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbe
houden)
Berlijn ernstig geschokt door het
Amerikaansche antwoord.
De Amerikaansche onderstaatssecre
taris van buitenlandsche zaken Sum
ner Welles, heeft het Duitsche protest
tegen de jongste rede van minister
Ickes, waarin deze een feilen aanval
op de autoritaire landen deed, in
krachtige bewoordingen afgewezen.
Uitvoerige bijzonderheden over het onder
houd van Welles met den Duitschen zaak
gelastigde Thomson vindt men op pag 5.
Naar Havas uit Washington meldt, wordt in.
diplomatieke kringen aldaar dit antwoord be
schouwd als het zwaarste échec, dat Duitsch-
land in zijn betrekkingen met de Vereenlgde
Staten de laatste tien jaar heeft geleden. In
dezelfde kringen merkt men teven? op, dat de
Amerikaansche houding ten aanzien van de
totalitaire landen zich steeds scherper af-
teekent. Algemeen is men, aldus Havas, van
oordeel, dat de Amerikaansche regeering niet
de vlag voor de dictaturen zal strijken en dat
de Vereenigde Staten meer en meer een lei
dende positie innemen in de internationale
politiek. Deze positie, zoo merkt men tevens
op, brengt een verhoogde verantwoordng mede
en noopt tot een herbewapening op nieuwe
schaal.
bespeelde en nieuwe instrumenten
KRUISWEG 49 - HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
't Is prachtig als de kaarsjes branden
In kerstboomsier die schittring wekt,
Aandoenlijk, als er kinderhanden
Vol vreugd naar worden uitgestrekt;
't Is roerend als de kleuters zingen,
Het oude lied van Stille Nacht,
En grappig, als zij zich verdringen,
Om 't lekkers dat de kerstman bracht.
't Is mooi om stil terneer te zitten,
Van werk, misschien ook zorgen, vrij
En uit te zien naar al dat witte.
Daar buiten, weer zoo gauw voorbij,
't Is heerlijk, eens wat rust te vinden,
In de bijzondre Kerstmissfeer,
Tusschen de vrienden en beminden,-
't Is een verkwikking, elk jaar weer.
't Is leuk het Kerstfeest te beleven
Op vroolijk feestlijke manier,
De borden vol, het glas geheven,
In kameraadschap en plezier,
't Is schoon, te toeven in een bede,
Geleid door reinen broedermin,
Bij het symbool van aardschen vrede,
Ditmaal met wel zeer diepen zin.
P. GASUS.
Ja-pon met bolero.
De bolero blijft ook dit seizoen gehandhaafd
en dat is geen wonder ook; want niet alleen,
dat dit kleedingstuk buitengewoon flatteerend
is, maar het biedt bovendien ook vele moge
lijkheden, om een ouderwetsch geworden jurk
te moderniseeren.
Misschien denken verschillenden onder u,
dat een dergelijke japon met bolero alleen
maar een slank figuurtje goed kleedt; maar
dat dit niet het geval is, bewijst de japon,
waarvan wil hier de afbeelding brengen. Men
heeft er 4,50 metervan 100 centimeter breedte
voor noodig.
Het patroon is te verkrijgen in maat 48:
bovenwijdte 112 centimeter; taillewijdte 96
centimeter en heupwijdte: 128 centimeter.
Door het al of niet aanknippen van naden,
kan men het patroon passend maken voor het
eigen figuur.
Prijs van het patroon 26 ets. Het is van
Dinsdag af gedurende een week verkrijgbaar
Kennemerlaan 42, IJmuiden en Breestraat 29,
Beverwijk.
SCHAATSENRIJDEN.
IJSBOND HOLLANDS
NOORDERKWARTIER.
De LJsbond Hollands Noorderkwartier heeft
voor tweeden Kerstdag een dorpentocht uit
geschreven door een groot gedeelte der pro
vincie Noord-Holland.
Het traject is zoo gekozen, dat de tocht
gaat langs bekende schaatsencentra (Aven-
horn, Monnikendam, Edam) en door de meest
waterrijke streken der provincie.
Start en finish zijn in Alkmaar. Rekening
houdende met den af te leggen afstand (70
K.M.) en de korte dagen, is het vertrekuur
bepaald op 9 uur des morgen precies. De start
heeft plaats op de Hoornsche vaart.
De route gaat over de volgende plaatsen;
Alkmaar, Oterleek, Ursem, Avenhorn, Ouden
dijk, Middelie, Edam, Monnikendam, Ilpen-
dam, lip, Kalf, Wijde Wormer, Purmerend,
Spijkerboor, Oostgraftdijk, Westgraftdijk,
Akersloot, Alkmaar. Controleposten zijn te
Oudendijk, lip, Purmerend en Westgraftdijk.
De deelneming is opengesteld voor iedereen.
Ieder, die den rit volbrengt, ontvangt een
speciale herinneringsmedaille van den IJ.H.N.