IJMUIDEN Vertrouwen. „NOODWETJE" met groote meerderheid aangenomen. BEVERWIJK KORT VERHAAL PIANO'S i KERSTMIS Na amendeering door Prof. Diepenhorst. W. ALPHENAAR KERSTMIS. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Het is, in meer dan één beteekenis, een koninklijk" woord dat wij boven deze Kerst boodschap schrijven. Een woord, dat wij aan den eenen kant in deze verbijsterende tijden nauwelijks meer op de lippen durven nemen, maar waaraan wij ons aan den anderen kant toch steeds weer vastklampen, zij het dan ook vaak als aan een stroo-halm! Moge het toch juist dit jaar voor menigeen de samenvatting zijn van een goede kerst-boodschap van De Kerstboodschap. Een koninklijk woord is dit, zoo zeide ik. Daarbij dacht ik allereerst aan de radio-toe spraak, door H.M. de Koningin ter gelegen heid van haar regeerings-jubileum op 31 Augustus tot haar volk gehouden. Aan het slot toen zij zich meer in het bijzonder tot de jeugd wendde, wees zij er op hoe de grond slagen waarop ons staatsbestel rust, de hoog ste en heiligste goederen die door de eeuwen heen het onvervreemdbaar eigendom van ons volk zijn geweest, een hechten bodem vor men om een nieuwe toekomst op te doen ver rijzen. Deze zijn het erfdeel der jongeren; en al wat van hen wordt gevraagd is die eeuwen oude beginselen in een nieuwen tijd, die nieu we behoeften heeft en nieuwe vormen vraagt, toe te passen „met vertrouwen en oordeel". Zoo vraagt de Koningin hier op haar jubi leumfeest van de jongeren in de eerste plaats vertrouwen; vertrouwen, in wat over de eeuwen heen tot ons komt .Het is goed dit laatste er meteen maar bij te nemen. Want in het Heden vinden wij waarlijk niet veel, waar op wij zouden kunnen en willen vertrouwen. Wij denken terug aan de maanden, de weken, die achter ons liggen. Is het niet als een nachtmerrie, die wij maar niet kwijt kunnen raken? Wij blijven er midden in zitten, omdat elke dag met nieuwe verschrikkingen tot ons komt. En nu Kerstfeest te gaan vieren, nu te gaan zingen van „Vrede op Aarde" het lijkt ons een hoon en bespotting van onze heiligste gevoelens. Maar het Kerstfeest is immeors Gode zij dank! ook gegn feest van het Heden. Het plaatst ons midden in den kringloop der eeuwen. Het komt tot ons met een roepstem uit een ver verleden; en het wijst ons naar een verre toekomst. Het spreekt tot ons van wat gekomen is en komen zal! Staande voor dat feest is inderdaad het eerste en voornaamste wat van ons gevraagd wordt: vertrouwen! Maar dan moeten wij ook ernst maken met dit woord! Vertrouwen is meer'dan een gemoedsge steldheid, een sentiment. Daar komen wij niet ver mee in deze wereld. Dat hebben wij allen wel ervaren. Zulk een gevoelsstemming is tenslotte slechts een défaitisme, dat wij beluisteren in gezegden als: „ach, wij kunnen aan dit alles toch niets veranderen: wij kunnen alleen nog maar vertrouwen dat alles zich uiteindelijk nog wel ten goede zal keeren". Dat is geen uiting van hoop, van vertrouwen, maar veel eer van volslagen wanhoop. Wie zoo spreekt ziet geen enkelen uitweg meer uit den chaos, ziet geen enkele mogelijkheid van aanpak, van opbouw; er is niets waarop hij nog wacht. Wie waarlijk vertrouwt wacht wel! Hij staat klaar ten volle bereid voor wat eenmaal zeker zal komen, moet komen. Het „Wachter, wat is er van den nacht?", moge soms ook uit zijn mond angstig klinken; toch kan niets en niemand hem de rotsvaste zekerheid ontne men, dat eens de dag zal aanlichten en het i duister zal verdrijven. Zoo is „vertrouwen" te- i vens een daad, actie; hij moet klaar zijn, uit gerust en wel toegerust, als die dag aanbreekt. De dichter Nico van Suchtelen zong eens (gij kunt het vinden in den feestbundel, on langs uitgegeven ter gelegenheid van zijn 60-sten verjaardag): De wereld wacht den hoogen held Die 't al herstelt Wat ligt verneêrd, Ontwijd, onteerd, Door waan, die recht noch liefde telt; Den duider, die in nacht van nood Van druk en dood Vertrouwend richt Het stil gezicht Naar biijder toekomst dagend rood; Den sterke, die in hel van haat De Wraak weerstaat; In 't onverward Standvastig hart. De liefde hoedt die nooit vergaat. Deze Held, waar 't al op wacht, symboliseert het waarachtige vertrouwen. En dat doet hij, omdat hij allereerst naar het verleden ziet: hij hoedt de liefde, die nooit vergaat! Ziehier een woord om vast te houden, dat ons den weg wijst dien wij hier in moeten daan. Iets hoeden wat nooit vergaat! Het is goed dat wij daaraan worden herinnerd! Op het eerste gezicht lijkt dit een tegenstrijdigheid: wat nooit vergaat, behoeven wij immers niet te hoeden? Of wordt hier wellicht een van die ondoorgrondelijke heilsgeheimenissen ont sluierd, waarvan de Bijbel spreekt en waar wij menschen al te lichtvaardig en achteloos aan voorbij gaan? Er zijn inderdaad dingen en dat is het eerste waaraan de Kerstboodschap ons her innert die nimmermeer vergaan; en dat zijn juist de dingen waarop onze samenleving rust. De mensch bouwt altijd weer „torens van BabeP', om tot in den hemel te stijgen en zichzelf veilig te stellen voor alle rampen. In onzen tijd bereikt de techniek het onge loof elijke, wij hebben het gevoel alles te kun nen. Maar telkens ervaren wij weer (en weten wij het diep in ons hart ook niet zeer wél?) dat al dit geweldige, waar de wereld vol van is, vergankelijk is en ook vergaat. Wat blij vend is, dat zijn de dingen „die men niet kan zien". En wij slaan het bekende hoofdstuk uit den Bijbel weer op, 1 Corinthe 13, en herlezen nog eens die woorden over „de Liefde, die nimmermeer vergaat". Liefde, geloof en hoop, trouw en eerbied, verdraagzaamheid en naas tenliefde (altemaal dingen die in deze we reld door gebrek aan navraag „uit de étalage" zijn weggenomen!) deze vormen het funda ment waarop ons geheele leven rust. Wie ko men wil tot echt vertrouwen mag zich die ze kerheid door niets ter wereld laten ontnemen. Maar dan sluit het tweede daar terstond bij aan. Juist omdat zij onvergankelijk zijn moe ten wij ze hoeden, met zorg bewaren, er staag voor op de bres staan. Wellicht is dit ons aller grootste schuld geweest, dat wij meenden dat al deze dingen zich wel vanzelf zouden hand haven, dat wij ze „aan hun lot hebben overge laten" en ons druk hebben gemaakt om tal van andere dingen, die toch nimmer be vrediging en ziélerust kunnen schenken. Daar door is onze geheele cultuur, is onze maat schappij hollend naar den afgrond toege gaan. Maar het Kerstfeest brengt ons tot be zinning. Het eerste wat een boreling, wat een Kindeke in de Kribbe, vraagt is menschelijke zorg. Het is volkomen hulpeloos. Zoo zendt God het heerlijkste, het heiligste wat Hij heeft in deze wereld, om daar door menschen te worden verzorgd. Dat is ons aller heilige taak en roeping, eiken dag opnieuw. Wij moe ten dat alles „hoeden", er voor klaar staan, er voor strijden - tot bloedens toe als het moet er steeds weer offers voor brengen; d.w.z. wij moeten weer leeren dienen. In verband met de Kerstdagen verschijnt het volgend nummer van dit blad Dinsdag 27 December. Hadden wij dit wellicht in het verleden al te zeer vergeten, dat wij eiken dag „den goe den strijd" moeten strijden, dat het van ieder onzer afhangt of het goede ongerept wordt gehandhaafd? Dat ieder onzer dus ook mee schuldig staat wanneer de hoogste en heilig ste goederen, waar onze Koningin van sprak, niet meer het onwankelbaar fundament vor men waarop wij een nieuwe toekomst kunnen gaan bouwen? Dan wordt die oproep tot ver trouwen met recht een mobilisatie-bevel! Wij staan allen in Koninklijken Dienst! Wie dient doet zijn plicht, is bereid alles te offeren, omdat hij weet dat de Koning dit offer vraagt om daarmede het groote doel te bereiken. Dat vertrouwen vormt de basis van zijn gehoor zaamheid. Zoo blijkt in nog veea dieperen zin „ver trouwen" inderdaad een koninklijk woord te zijn; en wij gaan het oude Profetenwoord be ter begrijpen dat zegt: „In Stilheid en Ver trouwen zal Uwe kracht zijn". Dat geeft perspectief aan ons leven; het leert ons „ach ter den horizon" te zien. Bekend is het verhaal van de steenhouwers, die bij den weg aan hun moeizaam werk be zig waren. Een wandelaar vroeg hun, wat zij eigenlijk deden. De eerste antwoordde: „ik klop steenen". Hij zag niet verder dan de grauwe alledaagschheid van zijn werk. Het antwoord van den tweeden luidde: „ik ver dien mijn centen". Hij zag althans een doel in zijn arbeid, een resultaat waarvoor hij werkte, al bleef hij daarbij ook bevangen in eigen materialistische sfeer. De derde zeide: „wij bouwen een kathedraal!" Het grootsche, gemeenschappelijke ideaal stuwde ook hem. Wat eenmaal komen zou was voor hem reeds werkelijkheid. Hij verrichtte zijn nederigen arbeid niet in aanschouwen, maai' in geloof, in vertrouwen. Zoo was hij inderdaad gelijk aan architect en bouwheer. Zou ons geheele leven niet anders gekleurd worden, wanneer wij aldus al ons doen en laten konden zien „sub specie aeternitatis" onder het Licht van de Eeuwigheid? De bood schap, die ieder jaar op het Kerstfeest weder tot ons komt, roept ons daartoe op. Hierboven haalden wij het woord van den dichter aan, dat de wereld wacht op den hoogen held! Is dat een ijdel wachten? Neen, zoo betuigt Kerstmis: deze hooge held die 't al herstelt, wat ligt verneêrd, ontwijd, onteerd, door waan, die recht noch liefde telt deze Held is eenmaal in deze wereld 'gekomen, in de Kribbe te Bethlehem. En de wereld kan Hem elk jaar, neen, eiken dag, ieder uur vinden, wanneer zij slechts het voorbeeld volgt van de herders, die tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem. Want wie bereid is daar te knielen, te buigen, te die nen,. zichzelf te offeren, zal er de wonder kracht van het echte vertrouwen leeren ken nen; vertrouwen niet in menschen en men- schelyke kracht en wijsheid, maar in God, die ons riep. Dan kan en zal ieder onzer, hij moge nog zuik een nederige taak hier op aarde ver vullen,! meebouwen aan de kathedraal, en worden zulk een held waarop de wereld wacht; een Held die vertrouwend het stil gezicht naar biijder toekomst richt omdat hij in 't onverward standvastig hart de Liefde hoedt, die nooit vergaat! C. P. GUNNING Rector aan het Amsterdamsche Lyceum. (Nadruk verboden). Verwachte vischaanvoer. Thuisstoomende voor de Dinsdagmarkt: Walrus, IJM\ 24. Vangst: 75 m. makreel, 40 m. schelvisch, 120 m. braadschelvisch, 65 wijting, 70 m. koolvisch, 40 gul, 15 m. varia, totaal 425 m., benevens 280 stuks stijve kabeljauw. Rotterdam, IJM. 112. Vangst: 30 m. schelvisch, 120 m. braadschelvisch, 40 m. radio, 60 m. dichte radio, 60 m. gul en blanke koolvisch, 70 m. poon, 10 m. rog, 10 m. tarbot, 10 m. platvisch. totaal 410 m. Vermoedelijk komen nog eenige booten van de V. E. M. met een paar hondei'd manden elk. BESOMMINGEN. Manden Trawlers: 630 Gerberdina Johanna, IJM. 38 f 2590 90 Reiger, IJM. 106 f 1860 Loggers: KW 114 f 430, KW 51 f 1850 KW 62 RO 9 f 950. Schepen met versche haring: SCH 263 f 450, SCH 133 f 94 SCH 5 f 560, KW 65 f 270, KW 49 f 270, KW 3 f 370 (Versche visch.) IJmuiden, 24 Dec. 1938 (A.N.P.) Tarbot 150130 ct. per K.G. Tong 220—116 ct. per K.G. Heilbot 9480 ct. per K.G. Griet f 28—11 per 50 K.G. Groote schol f 1412.50 per K.G. Middelschol f 15.5014 per 50 K.G. Zetschol f 17.50—17 per 50 K.G. Kleinschol f 169 per 50 K.G. Schar f 3.60 per 50 K.G. Poontjes f 5 per 50 K.G. Groot schelvisch f 21 per 50 K.G. Middel schelvisch f 18 per 50 K.G. Kleinmiddel schelvisch f 75 per 50 K.G. Kleine schelvisch f 75 per 50 K.G. Groote gul f 7.106.50 ptr 50 K.G. Kleine gul f 3,60—1.60 per 50 K.G. Wijting f 4—1.20 per 50 K.G. Makreel f 72 per 50 K.G. Versche haring f 2|651.05 per 50 K.G. Kabeljauw f 37—21 per 125 K.G. Vleet f 1.601.10 per stuk. Leng f 65 per stuk. Koolvisch 7525 ct. per stuk. Rog f 1615.50 per koop. PERSONALIA. Bij Koninklijk besluit van 15 December 1938 is voor het tijdvak van 1 Januari 1939 tot 1 Januari 1940 wederom belast met het geven van onderwijs in tuinarchitectuur en tuin- kust aan de Landbouwhoogeschool te Wage- ningen dr. ir. J. T. P. Bijhouwer te IJmuiden. TWEEDE KAMER DEN HAAG Vrijdag. Ook het. Ncderlandsche Parlement heeft zijn tradities. Daartoe behoort in de Tweede Kamer de vacantiestemming, die Vrijdag zeer goed merk baar was. Toch deed ze aan de behandeling van het noodwetje in zake de wilde autobussen geenszins afbreuk. Reeds bij de algemeene beschouwingen over het Regeeringsvoorstel bleek, dat men vrij alge meen de ter tafel liggende regeling te ver vond gaan. Aldus o.m. Ir. v. Lidth de Jeude (lib.), Mr. Tryen (R.K.), die terecht opkwam tegen het sprookje, dat men het ontwerp zou moeten beschouwen als een soort rancune maatregel van Minister Goseling na en wegens het arrest van den Hoogen Raad, doch die tevens vond, dat men zich tot een werkelijk nood wetje, dus alleen tot wegneming van gebleken lacunes moest bepalen, zoo ook Mr. Di e p e n- horst (a.r.j. Laatstgenoemde wenschte, dat men zich zou beperken tot de kwestie van ex ploitatie van busdiensten door rechtspersonen en keerde zich tegen het systeem van het door den Menister van Justitie per circulaire aan geven van de grenzen van een wet. De heer d' Ansembourg (nat. soc.) was tegen elke aanvullende wettelijke regeling, aan gezien zulks volgens hem toeneming van werkloosheid zou veroorzaken. Minister v. Bu uren begreep niet hoe deze afgevaardigde voor behoud van een chaotischen toestand kon pleiten, waardoor het bestaan van wettige ondernemers met vele werknemers, be dreigd zou worden. Zoo spoedig mogelijk dient er, aldus de be windsman, een einde aan den chaos te komen Met dit wetje heeft de Regeering geen materieele wijziging in de bestaande wettelijke regeling willen brengen, doch alleen 'n noodverband wil len leggen. Maar dat moet dan ook afdoende en effectief zijn. Mr. Diepenhorst (a.r.) verdedigde bij de behandeling der artikelen een amendement dat aan de strafbepalingen niet een grootere (ma terieele) uitbreiding wil geven en waardoor bij exploitatie door rechtspersonen, strafvervolging tegen de bestuursleden daarvan of tegen hen, die feitelijk de leiding hebben, kan plaats hebben. Tegenover de verdediging door Minister van Buuren voerde dezelfde spreker nog aan, dat het niet juist is dat nu de Minister van Justitie naar voren wordt geschoven als de groote broer, als het suikerklontje na den bitteren pil. De heer v. Braambeek wilde het ontwerp aangenomen zien. Daarom zou hij voor het ove rigens door hem niet bijster bewonderde, amen dement stemmen, gelijk de heer d'Ansembourg (nat. soc.) om precies dezelfde (omgekeerde) reden het tegen wenschte te laten hooren. Steun kreeg de Minister alleen van mr. v. Maarsse- v e e n (r.-k.) die het juist beter vond een ruime wettelijke redactie te kiezen. Minister v. Buuren had geen bezwaar tegen inkorting van den levensduur van 't wetje, zoo als mr. Diepenhorst ook had voorgesteld, te weten tot 16 Augustus 1939 in plaats van 1 Januari 1941. Mr. Diepenhorst had eveneens met zijn andere amendement succes, aangezien de Kamer dit met 5316 (de nat. socialisten plus een aantal katholieken) aannam. Het wetsont werp ging er vervolgens met 645 door: alleen de nat. socialisten en de heer Kersten (St. Ger.) bleken voortbestaan van den chaos te prefereeren. Toen brak, nog voor het koffie-uur, het af scheid voor Kerstmis aan. De voorzitter maakte gewag van de, vooral in de laatste weken, hoog- opgevoerde arbeidspraestaties van de Kamer, van de regeling, waardoor men, dank zij den aanvang om 11 uur 's ochtends, wat minder lange nachtvergaderingen had gehad. Intusschen gaf hij toe daar was inderdaad alle reden voor dat de methode nog wel voor verbetering vatbaar leek! Zijn beste wenschen, tevens bij de jaarwisseling, strekte President v. Schaik, als gebruikelijk, ook uit tot hen, die de Kamer met hun critische zoi'gen omringen: tot de pers dus. Vermoedelijk zal de vacantie duren tot 7 Fe bruari. E. v. R. STEMPELTIJDEN VOOR DE WERKLOOZEN. Beverwijksche BestuurdersbondDinsdag 99.30 uur, overige dagen 10.3011 uur en 2.302.45 uur. Chr. Besturenbond: Dinsdag 99.15 uur, overige dagen 1111.30 en 3.153.30 uur. Plaatselijk Arbeiders Secretariaat Dinsdag 99.15 uur, overige dagen 1010.15 en 2.453 uur. R.K. Volksbond Beverwijk: Dinsdag 99.30 uur, overige dagen 11.11.30 en 3.303.45 uur. R.K. Volksbond Wijk aan Zee: Dinsdag 9 9.15 uur, overige dagen 10.3010.45 uur en 33.15 uur. KERSTGAVE VAN HET FONDS ARMENGOEDEREN. Dank zij de mooie opbrengst van de collecte voor het Fonds Armengoederen op 17 Decem ber j.l. was het mogelijk een extra Kerstgave te verstrekken aan een reeks behoeftigen. Aan ongeveer 500 gezinnen kon een kilo vet wor den verstrekt, terwijl aan 400 gezinnen een bon kon worden gegeven van een gulden voor den aankoop van vleeschwaren. DE WERKLOOSHEID. Bij den gemeentelijken dienst voor de werk loosheidsverzekering en arbeidsbewiddeling stonden aan het einde van deze week in totaal 1261 werkzoekenden ingeschreven tegen 1175 tegen het einde der vcrige week. In Beverwijk waren daarvan 1066 (vorige week 995) en in Heemskerk 195 (vorige week 180) werkzoekenden, woonachtig. Mistletoe-idylle. door JAAP STIGTER. BELANGRIJKER, dan een fraai-opge- tuigde boom bij het Kerstfeest is de mistletoe, waaraan men zoo'n mys tieke kracht toekent. Tenminste,voor sommige menschen. Zij woonden vlak tegenover elkaar in de breede straat met de moderne huizen. Hij: een sportieve verschijning, meestal ge kleed in een geruit fantasie-costuum in zo merdagen uit een ebonieten sigarettenpijpje rookend; 's winters uit een lange pijp. Zij: een charmant wezentje met lichtblonde krullen, waarop altijd een nietig koket hoedje stond, veel gelijkend op een half struisvogelei. 's Ochtends keek hij altijd uit het raam, om te ontdekken, hoe het met het weer stond en dan ging Annie de plantjes op haar venster bank met water begieten. Drie cacteeën heeft zij onlangs weg moeten doen, omdat deze erg leelijk geworden waren deze woestijnplanten kunnen slechts wei nig water verdragen. Herman werkte op een groot kantoor, waar hij den heelen dag brieven typte, ongeveer van den volgenden inhoud: „Mijne heeren. Naar aanleiding van uw factuur d.d. deelen wij u mede Hij was een accuraat werker, die wegens zijn serieuze plichtsbetrachting zeer bij zijn superieuren in de gunst stond en wel een kans maakte op promotie. Kort voor Kerstmis maakte Herman echter allerlei fouten. Hij ging een opmerkelijke ner vositeit toonenbrieven, die bijna af wa ren, ging hij weer verscheuren En de chef, van een en ander getuige rim pelde ontstemd het hooge voorhoofd en gromde: „Hmhm Gelukkig bleef het hierbij. In het koffieuur herhaalde zich steeds het zelfde: dan opende hij stiekum een doosje en keek met een onwezenlijke glimlach naar den inhoud. Een takje mistletoe. Meer niet. Als een kostbaar kleinood nam hij het voor zichtig tusschen de vingers en beschouwde het van alle kanten TUT ERMAN sliep 's nachts erg slecht. Want steeds kwelde hem het groote proo- bleem in zijn brein: „Hoe leg ik het aan Hij dacht dit, hij dacht dat maar niets scheen hem bijzonder geslaagd. Een vriend van hem, die eenigen tijd in Engeland ge weest was, had hem verteld, dat men daar de mistletoe aan de paraplu bevestigde en zoo de straat opging. Maar daarvoor waren twee din gen noodig: je moest haar toevallig op straat tegenkomen en bovendien moest het re genen of sneeuwen anders kan een degelijk jongmensch niet met een paraplu verschijnen. Maar wat danIndien hij nu haar ouders kende en met een hoogst schijnheilig gezicht op bezoek kon komendan kon men altijd nog eens verder zien. Maar ook dat al niet. En toch: Kerstfeest en mistletoe daarin zat een schitterende mogelijkheid. Dat was zijn kans nu moest hij de stoute schoe nen aantrekken. Hak den knoop door en spreek haar eenvou dig op straat aan, had een vriend tegen hem Maar dat vond hij ook een afschuwelijk idee. Ook bestond dan de mogelijkheid dat hij voor goed zijn kansen bedierf. Maar wat dan HERMAN vond de oplossing. Op Kerstavond sloop hij stilletjes de straat over en be vestigde het takje met een punaise boven de buitendeur van haar huis. Al spoedig stond hij achter het raampje van de eigen huisdeur te wachten, de oogen strak naar den overkant gericht. Als zij naar buiten kwam zou zij hals over kop de straat oversteken en Er ging een uur voorbij. Herman's vader riep herhaaldelijk uit de huiskamer, wanneer hij nu eens binnenkwam om bij den kerstboom te zitten waarvan de kaarsen reeds ontstoken wa ren. Maar zijn zoon reageerde niet. Hij staarde alsmaar onafgebroken door het raampje staarde en staarde nog eensZijn plan scheen te mislukken. Er kwam niemand naar buiten. Naarmate de tijd verder voortschreed, voel de hij zich ongelukkiger worden. Eindelijk be sloot hij maar, het takje weg te gaan halen. wie weet, kwam morgen zijn kans nog. Nauwelijks had hij een been op straat ge zet, of een meisjesstem jubelde: „Eindelijk..." Uit een nabij portiekje kwam een slank we zentje dat zich daar kennelijk verborgen had gehouoer. naar hem toeschieten. Hij zag ineens, dat boven zijn deur ook een takje mistletoe hing „Domme jongen", zei zij zacht en sloeg haar armen om zijn nek, „waarom hang je zoo iets aan mijn deurmijn pa hoeft toch niet zoo direct op alles gezicht te hebben? Ik vind dezen kant van de straat veel beter Hij antwoordde niets, maar zijn lippen pre velden alleen maar: „Eindelijk (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbe houden) Berlijn ernstig geschokt door het Amerikaansche antwoord. De Amerikaansche onderstaatssecre taris van buitenlandsche zaken Sum ner Welles, heeft het Duitsche protest tegen de jongste rede van minister Ickes, waarin deze een feilen aanval op de autoritaire landen deed, in krachtige bewoordingen afgewezen. Uitvoerige bijzonderheden over het onder houd van Welles met den Duitschen zaak gelastigde Thomson vindt men op pag 5. Naar Havas uit Washington meldt, wordt in. diplomatieke kringen aldaar dit antwoord be schouwd als het zwaarste échec, dat Duitsch- land in zijn betrekkingen met de Vereenlgde Staten de laatste tien jaar heeft geleden. In dezelfde kringen merkt men teven? op, dat de Amerikaansche houding ten aanzien van de totalitaire landen zich steeds scherper af- teekent. Algemeen is men, aldus Havas, van oordeel, dat de Amerikaansche regeering niet de vlag voor de dictaturen zal strijken en dat de Vereenigde Staten meer en meer een lei dende positie innemen in de internationale politiek. Deze positie, zoo merkt men tevens op, brengt een verhoogde verantwoordng mede en noopt tot een herbewapening op nieuwe schaal. bespeelde en nieuwe instrumenten KRUISWEG 49 - HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) 't Is prachtig als de kaarsjes branden In kerstboomsier die schittring wekt, Aandoenlijk, als er kinderhanden Vol vreugd naar worden uitgestrekt; 't Is roerend als de kleuters zingen, Het oude lied van Stille Nacht, En grappig, als zij zich verdringen, Om 't lekkers dat de kerstman bracht. 't Is mooi om stil terneer te zitten, Van werk, misschien ook zorgen, vrij En uit te zien naar al dat witte. Daar buiten, weer zoo gauw voorbij, 't Is heerlijk, eens wat rust te vinden, In de bijzondre Kerstmissfeer, Tusschen de vrienden en beminden,- 't Is een verkwikking, elk jaar weer. 't Is leuk het Kerstfeest te beleven Op vroolijk feestlijke manier, De borden vol, het glas geheven, In kameraadschap en plezier, 't Is schoon, te toeven in een bede, Geleid door reinen broedermin, Bij het symbool van aardschen vrede, Ditmaal met wel zeer diepen zin. P. GASUS. Ja-pon met bolero. De bolero blijft ook dit seizoen gehandhaafd en dat is geen wonder ook; want niet alleen, dat dit kleedingstuk buitengewoon flatteerend is, maar het biedt bovendien ook vele moge lijkheden, om een ouderwetsch geworden jurk te moderniseeren. Misschien denken verschillenden onder u, dat een dergelijke japon met bolero alleen maar een slank figuurtje goed kleedt; maar dat dit niet het geval is, bewijst de japon, waarvan wil hier de afbeelding brengen. Men heeft er 4,50 metervan 100 centimeter breedte voor noodig. Het patroon is te verkrijgen in maat 48: bovenwijdte 112 centimeter; taillewijdte 96 centimeter en heupwijdte: 128 centimeter. Door het al of niet aanknippen van naden, kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Prijs van het patroon 26 ets. Het is van Dinsdag af gedurende een week verkrijgbaar Kennemerlaan 42, IJmuiden en Breestraat 29, Beverwijk. SCHAATSENRIJDEN. IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER. De LJsbond Hollands Noorderkwartier heeft voor tweeden Kerstdag een dorpentocht uit geschreven door een groot gedeelte der pro vincie Noord-Holland. Het traject is zoo gekozen, dat de tocht gaat langs bekende schaatsencentra (Aven- horn, Monnikendam, Edam) en door de meest waterrijke streken der provincie. Start en finish zijn in Alkmaar. Rekening houdende met den af te leggen afstand (70 K.M.) en de korte dagen, is het vertrekuur bepaald op 9 uur des morgen precies. De start heeft plaats op de Hoornsche vaart. De route gaat over de volgende plaatsen; Alkmaar, Oterleek, Ursem, Avenhorn, Ouden dijk, Middelie, Edam, Monnikendam, Ilpen- dam, lip, Kalf, Wijde Wormer, Purmerend, Spijkerboor, Oostgraftdijk, Westgraftdijk, Akersloot, Alkmaar. Controleposten zijn te Oudendijk, lip, Purmerend en Westgraftdijk. De deelneming is opengesteld voor iedereen. Ieder, die den rit volbrengt, ontvangt een speciale herinneringsmedaille van den IJ.H.N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 11