VELSEN
IJMUIDEN
1938 IS DOOD, LEVE 1939.
|Pe jbeeuwkooinginl
Is er reden voor een matig optimisme
Perspectieven 111 onze gemeente.
Wij hebben van het oude jaar afscheid ge
nomen met berijmde en onberijmde kronie
ken, met warme punch en oliebollen. De traw
lers in de Visschershaven, de zeeschepen in
het Kanaal hebben de nachtelijke stilte ver
broken met het geloei hunner stoomfluiten
zelfs met klokgelui werd ditmaal de jaarswis
seling verkondigd.
Het is goed om, als het rumoer van den
Oudejaarsnacht verstomd is, een rustig hoekje
op te zoeken, om eens ongestoord terug te den
ken aan het jaar, dat pas is geëindigd, even
als het goed is van de kranten, om van het
oude jaar die dingen op te halen, die zoomaar
niet vergeten mogen worden. De tijd gaat
snel en de belangrijke gebeurtenissen vooral
op het tooneel der wereldpolitiek vragen eiken
dag zooveel van onze aandacht, dat we wat-
gebeurd is spoedig, al te spoedig, weer zouden
vergeten, indien op den laatsten dag des jaars
niet even „op de plaats rust!" werd gecom
mandeerd, aan welk commando maar al te
gaarne gevolg wordt gegeven.
Het oude jaar is ten einde en we staan op
den drempel van het nieuwe en nu is het niet
meer de tijd om terug te zien, maar om de
toekomst vrijmoedig in het gelaat te blikken:
364 dagen scheiden ons van den volgenden
oudejaarsnacht, een lange tijd duurt het nog
voordat we datgene weer beleven wat nu een
maal bij een jaarswisseling schijnt te behoo-
ren: wat tam-tam, toespraken in den aether,
de parade van de Nederlandsche vloot enz.
Met den rug naar 1938, het gelaat naar 1939
gekeerd, vragen we ons af, of we van het
nieuwe- jaar iets meer mogen verwachten dan
het oude gebracht heeft. Men denke er wel
cm, we blijven binnen de grenzen onzer ge
meente en begeven ons dus niet op den on-
peilbaren oceaan, die het wereldgebeuren is.
Zou iemand, behalve dan madame zoo-en-
zoo uit Parijs, die precies weet wat er in 1939
gaat gebeuren, in Frankrijk, in Engeland, in
Duitschland, ja overal waar maar een belang
rijk tooneeïstuk der wereldpolitiek gespeeld
wordt, ons kunnen vertellen, wat ons in 1939
op 's werelds schouwtooneel te wachten
staat?
Maar in het speldeknopje op den aardbodem
dat Velsen heet, is dat even anders. Hier zijn
dingen, die we kunnen overzien; iemand die
iets weet van onze gemeente, van haar wer
kers en haar bedrijven, kan zich eenig denk
beeld vormen van de wijze, waarop zich hier
de dingen zullen ontwikkelen.
En als men ons vraagt, hoe wij er over den
ken, dan meenen we, dat er reden is voor een
matig optismisme.
Velsen heeft ongetwijfeld veel van de toe
komst te verwachten. Dat denkbeeld heeft ons
nooit losgelaten, zelfs niet in de dagen, toen
het leek, alsof we voor een onherstelbare dé-
bacle stonden. Velsen, dat zijn grondgebied
heeft op een van dë gunstigst gelegen plekjes
van ons land, kan niet ten onder gaan en
als er al eens moeilijke tijden zijn geweest, of
weer moeilijke tijden zullen komen, zoolang
er water stroomt door het Noordzeekanaal,
zoolang er havens zijn voor visscherij en in
dustrie, zoolang internationale handel en ver
keer blijven bestaan, zoolang zal Velsen zijn
ontwikkelingskansen blijven behouden.
Velsen heeft moeilijke tijden gehad en
heeft nog moeilijke tijden. En dan denken we
in de eerste plaats aan het IJmuidensche
visscherij bedrijf, dat van zijn vloot van bijna
200 trawlers er ongeveer 120 verloor. En ook de
industrie heeft haar moeilijkheden gehad en
heeft nog haar moeilijkheden.
Maar desondanks gloort voor onze gemeen
te een hoopvolle toekomst en het wil ons voor
komen en vandaar ons optimisme dat het
jaar 1939 wel eens het begin kon zijn van een
tijdperk, waarin er vooral voor den arbeider
betere kansen zullen ontstaan.
Is dit ijdele taal?
Wij meenen van niet. Want als we zoo eens
het werkpragramma der komende jaren de
revue laten passeeren, dan kan in weinig
woorden worden aangetoond, dat er heel wat
op het programma staat.
Daar is in de eerste plaats de tunnelbouw,
waarmee zeker reeds lang begonnen zou zijn,
als we niet zulke oer-degelijke Hollanders wa
ren geweest, die altijd veel tijd noodig hebben
om te wikken en te wegen, om de pro's en de
contra's op een goudschaaltje tegen elkaar af
te wegen. Het vraagstuk van den tunnelbouw
is thans heel dicht bij zijn oplossing en wan
neer dan eindelijk met den bouw begonnen
wordt, zal er voor eenige jaren werk zijn voor
eenige honderden arbeiders.
Arbeiders uit onze gemeente?
Dat willen we hopen en dat mag ook ver
wacht worden.
Want het Rijk heeft bij Velsen nog een oude
schuld in te lossen en daartoe krijgt het met
den tunnelbouw een mooie gelegenheid.
Dat er in onze gemeente zooveel werldoozen
zijn, vindt voor een groot deel daarin zijn oor
zaak, dat door het Rijk uitgevoerde werken
honderden arbeiders naar onze gemeente
lokten. Toen deze werken gereed waren be
hield Velsen een groot deel dezer arbeiders
als werkloozen.
Ons gemeentebestuur zal er tegen dienen
te waken, dat de geschiedenis zich nu eens
niet herhaalt en dat voor den tunnelbouw in
de eerste plaats arbeiders uit onze gemeente
worden aangenomen. De tijd zal dan eindelijk
aanbreken, dat de menschen weer tegen nor
male voorwaarden aan den slag komen, d.w.z.
niet meer tegen de ongunstige voorwaarden
eener werkverschaffing, zooals we dit bij de
rioleeringswerken gewend zijn geweest en
waardoor onze gemeente een groote categorie
arbeiders kreeg, die voor een loon moesten
werken, dat nauwelijks boven de steunnor-
men uitkwam.
Maar er is meer dan de tunnelbouw. In de
Breesaap ontwikkelt zich een industrie, die,
zooals Ir. G. A. Kessler in zijn overzicht over
1938 in „Samen" schreef „behoudens politieke
storingen een belangrijke ontwikkeling tege
moet gaat".
Dat zijn hoopvolle woorden, gevloeid uit de
pen van iemand, die meer dan wie ook in
staat is, den ontwikkelingsgang van dat groo
te bedrijf, een werkgemeenschap van 1800
man, voor oogen te zien.
Beperken wij ons tot de naaste toekomst,
dan weten we, dat een groote uitbreiding voor
de deur staat, een uitbreiding, die feitelijk
reeds in 1938 is ingezet, in welk jaar de cokes-
ovenbatterij III gereed kwam en de laatste
hand werd gelegd aan de uitbreiding van de
salpeterzuurfabriek. Naast het hoogovenbe-
drijf kwamen Van Leer's Walsbedrijven, die
zooveel jeugdige arbeiders tot zich trok, dat
het. aantal jeugdige werkloozen tot normale
cijfers werd gereduceerd en waarvan een nieu
we uitbreiding spoedig verwacht mag worden.
Hoogovens bouwt thans een staalfabriek
met Siemens-Martinoven, welke fabriek spoe
dig in bedrijf zal komen. En nog zal d
staalfabriek niet gereed zijn of daar liggen
alweer plannen voor een walserij voor middel
zware en zware platen, welke walserij met de
staalfabriek het hoogovenbedrijf een vooraan
staande plaats zal bezorgen in de interna
tionale „Schwerindustrie".
Inmiddels is de Cemy begonnen met den
bouw van een tweeden cementmolen, waar
door de capaciteit der cementfabriek in een
slag verdubbeld wordt. Aangezien deze fa
briek, met twee molens op volle capaciteit
v/erkende. nog lang niet in staat is, in de be
hoefte van ons land te voorzien, is men ook
hier nog niet „au bout de son latin".
De uitbreiding der werkgelegenheid bij
Hoogovens en nevenfabrieken zal t.z.t. een
hausse in de bouwnijverheid veroorzaken.
Reeds verrezen eenige nieuwe woonwijken in
Velsen-Noord die hun bewoners voor een groot
gedeelte recruteerden uit IJmuiden. Maar ook
wanneer hier een nivelleering is bereikt, zal
de uitbreiding van de industrie in de Breesaap
opnieuw een vraag naar woningruimte doen
ontstaan, waarin alleen voorzien kan worden
door voortzetting van den woningbouw.
Hoe staat het nu met IJmuiden?
IJmuiden, met zijn machtig visscherijbedrijf
was eens en nog tot voor een tiental jaren
het zwaartepunt der gemeente. Als we Vel
sen met een uurwerk vergelijken, dan was
IJmuiden het raderwerk, zonder dit was Vel
sen niet meer dan een leege kast zonder le
ven.
De verhoudingen zijn nu geheel anders; het
visscherijbedrijf is door de groot-industrie
naar het tweede plan teruggedrongen; deze
groot-industrie met haar 3000-tal arbeiders
en haar millioeneii-omzet, die eerst de in het
visscherijbedrijf verminderde werkgelegenheid
opving en daarna de oude positie van dit vis
scherij bedrijf overnam, heeft de functie van
de traditioneele kurk gekregen.
Zien we voor het visscherijbedrijf vooralsnog
geen perspectieven, andere zaken komen onze
aandacht vragen. Maar direct zij er gewezen,
dat de toekomst zich hier niet zoo klaar opent
als die onzer industrie. In IJmuiden werken
de krachten nog min of meer achter een gor
dijn, waarvan alleen ingewijden een tipje
kunnen oplichten.
Er zijn utopisten, die in hun droomen
IJmuiden zien als handelshaven, met een
BIJB. DIORAMA'S
houden U 40 min. in spanning en ont
roeren diep. Dagel. 35 en 79 uur
(behalve Zo. en Vr.).
SCHOTERSINGEL 117 A.
(Adv. (nqez. Med.t
breeden strandboulevard, bebouwd met dure
hotels en rijke villa's verbonden met Zand-
voort. We laten dezulken hun zoete droomen
droomen en blijven bij de werkelijkheid. Er is
nog genoeg voor IJmuiden weggelegd: een
garnizoen met een half duizend soldaten plus
de daarbij behoorende officieren en onderof
ficieren staat te trappelen van ongeduld om
IJmuiden binnen te rukken. Maar eerst zal de
„woning" voor het nieuwe garnizoen gebouwd
moeten worden. Dit huisje kost 4'A ton en
daar is een heeleboel arbeidsloon bij.
Of IJmuiden veel aan zijn garnizoen zal
hebben zal moeten worden afgewacht.
Dan is daar de kleine industrie aan de Zuid
zijde van de Visschershaven. Het Staatsvis-
schershavenbedrijf heeft daar al haast geen
gebouwen meer beschikbaar. In vele gebou
wen, eens in gebruik bij verschillende reede-
rijen, zijn thans allerlei kleine bedrijven on
dergebracht, als een eau-de-cologne-fabriek,
een gloeilampenfabriek, eenige chemische fa
brieken, een vleeschfabriek, die pas weer met
een 20-tal arbeiders is begonnen, enz. En
plannen zijn er meer dan één, voor nieuwe
werken. Een der droogdokken voldoet niet
meer; daarvoor zal iets nieuws moeten ko
men, een helling of iets van dien aard. - De
nieuwe vischhal is bijna gereed en belangrijke
wijzigingen van de bestaande hallen staan al
weer op het programma.
Voor ons gemeentebestuur blijft er ook nog
wel wat over. Voorloopig is er de bouw van
het hoofdbureau van politie.
En nu wachten we op het openbare slacht
huis, ook een werk, waarmee eenige tonnen
gemoeid zijn, ook al zal er geen koelhuis aan
verbonden worden. (Hebben we in onze ge
meente nog geen koelhuizen genoeg?)
Het gaat hiermede niet zoo vlot als met het
particuliere werk, maar we mogen daarvan
niemand een verwijt maken. De omstandig
heden zijn van dien aard, dat we niet meer
mogen doen wat we zelf willen.
Het rioleeringskerk zal in 1939 wel geheel
voltooid worden. Velsen-Noord wachten nog
eenige moeilijke maanden, maar voordat het
weer Oudejaarsavond is, is men ook daar wel
door de misère heen.
Het een bij het ander genomen, is onze ge
meente dus nog rijk aan perspectieven, zoo
wel voor 1939 als voor latere jaren. Mogen zij
die het initiatief in handen hebben, zoowel in
het overheids als in het particuliere bedrijf
hun verantwoordelijke taak met wijs beleid
vervullen. Van hen hangt het in hoofdzaak af,
of onze gemeente zich, profijten trekkende
van haar gunstige ligging, tenslotte zal weten
te ontworstelen aan den greep der malaise,
die zooveel jaren het bedrijfsleven heeft ge
drukt en zooveel arbeiders tot werkloosheid
heeft gedoemd.
S. B.
Het was fl e burgemeester niet.
Meer wel een burgemeester.
In eenige bladen heeft men de vorige week
kunnen lezen, dat burgemeester Kwint op een
der ijsdagen, terwijl hij op de vijvers van
Duin- en Kruidberg aan het schaatsenrijden
was door het ijs gezakt. Een der bladen
wist te vertellen, dat mr. Kwint tot de
schouders in het water zakte, een ander had
zelfs vernomen, dat de burgemeester van Vel
sen onder het ijs geraakte en ternauwernood
kon worden gered.
Het eigenaardige van het geval is, dat op
den dag dat het ongeluk gebeurd zou zijn,
onze burgemeester ver van zijn gemeente op
jacht was. En aangezien niemand, ook een
burgemester niet, op twee plaatsen tegelijk
kan zijn, was het een onmogelijkheid dat
mr. Kwint in Velsen door het ijs was ge
zakt.
Het was dan ook niet burgemeester Kwint,
doch de heer de Geer van Oudegein, burge
meester van Diemen, die te zwaar was bevcai-
den en dientengevolge zijn liefhebberij met
een koud bad moest betalen.
Burgemeester Kwint was natuurlijk niet
weinig verbaasd toen hij, van zijn jachtpartij
thuisgekomen, vernam welk een ongeluk hem
(niet) overkomen was.
De Velser Jeugdluchtvaartclub.
Er wordt druk gebouwd.
Zooals bij alle jeugdluchtvaartclubs, is ook
bij de Velser Jeugdluchtvaartclub het winter
seizoen de bouwtijd. Vele mcoie modellen
staan dan ook weer op stapel. Op verschillen
de manieren reeds heeft de club getracht
meerdere bekendheid aan hun streven te
geven. De N.V. Radio Moors te Driehuis,
welke op den laatsten propaganda-avond de
muziek verzorgde, heeft thans aangeboden,
met ingang van 4 Januari a.s. een van haar
étalage's gedurende een veertiental dagen in
te richten met modellen, door de leden ge
bouwd. Zoowel bekleede als onbekleede mo
dellen zullen worden geëxposerd.
Ter afwisseling zal de reeks van bouw-
avonden eens onderbroken werden met het
maken van een excursie. Zaterdagmiddag
14 Januari gaat de club naar Rotterdam,
waar een bezoek gebracht zal worden aan de
afdeeling luchtvaart van het Instituut voor
Scheepvaart en Luchtvaart. Ook zal een be
zoek worden gebracht aan de Rotterdamsche
Jeugdluchtvaartclub. Deze club bestaat reeds
jaren en de leden zullen daar, als nog jonge
club in dë gelederen der modelbouwers, nog
wel een en ander kunnen opsteken. Ook de
secretaris van het hoofdbestuur zal daar
aanwezig zijn.
Op 21 Januari wordt een huishoudelijke
vergadering gehouden met daaraan verbonden
een gezellige avond, waar dan o.a. een van de
leden een inleiding houdt over de luchtvaart
en spelen worden gedaan. Kortom op verschil
lende manieren wordt getracht variatie te
brengen in het clubleven.
Copyright P. I.B. Box 6 Copenhagen
Het begon juist flink te sneeuwen, zoodat Karei geen hand voor
oogen meer kon zien. Maar de groote slede gleed maar door. Hij
liet toen het touw los, waarmede hij zijn slee aan de groote had
bevestigd. Maar ook dat hielp niet meer. Zijn kleine voertuig zat
aan de groote slede vast. Hij begon bang te worden en riep luid
om hulp. Er was echter niemand die hem hoorde. De sneeuw Weef
gestadig vallen en de vaart, waarmede de sleden door het paard
voortgetrokken werden, minderde niet. Soms sprong de slee van
Karei omhoog, alsof zij over greppels en hekken gingen. Dan
schrok de jongen, zoo zelfs, dat toen hij het „Onze Vader" wilde
opzeggen, hij het niet meer kende. Alleen de tafel van vermenig-
vuldiging kon hg bedenken.
De sneeuwvlokken werden steeds grooter, Zij leken ten leste
wel groote, witte kippen. Eindelijk verminderde de vaart van de
groote slede, nog even gleden ze door. Toen stonden ze stil
De dame, die in de slede zat, stond op. Nu zag Karei hoe haar
pels en haar muts geheel van sneeuw waren gemaakt. Daar stond
ze voor hem, groot en slank; zij was de Sneeuwkoningin.
„We zijn goed vooruit gekomen", zei ze. „Arme jongen, heb je Ij mijn pels." Ze tilde Karei op en zette hem vervolgens naast haai
het zóó koud? Je bibbert gewoonweg. Kruip maar gauw onder in de groote slee. Toen sloeg zaj de pels om hem heen... Het was
net of hjj in een groote hoeveelheid sneeuw wegzonk
.(Wordt vervolgd).
Nieuwe bepalingen voor onder-
niaatsclie visch.
In Engeland heden in werking getreden.
In Engeland zijn heden de nieuwe bepalin
gen op den aanvoer van ondermaatsche visch
in werking getreden. Volgens deze bepalingen,
die zijn uitgevaardigd om misverstand te
voorkomen en allen twijfel ten aanzien van
de handhaving van oude bepalingen uit den
weg te ruimen, is het verboden visch aan te
voeren kleiner dan; hake 13 in., schelvisch
9yz in., wijting 9!/2 in., schar 9 in., tc-ngschar
9 in., scharretong (megrims4 9 in„ schol 9
in., tong 9 in., witjes 9 in.
Zooals men weet, is de verkoop van onder
maatsche visch reeds verboden. (1 Eng. duim
inch is 2.54 c.M.)
De Rotterdamsche vischafslag
in 1938.
Aanvoer uit IJmuiden bedroeg
82000 kisten.
Aan het overzicht van 1938 van den visch-
afslag te Rotterdam voorkomende in het Rot,
terdamsche Nieuwsblad ontleenen wij het vol
gende
De omzet is in vergelijking met dien van
het vorige jaar nog gestegen en van 743.600
tot 776.200 gekomen, alzoo een vermeerde
ring van 32.600.
Het grootste gedeelte van dien vooruitgang
is verkregen door een belangrijk grooteren
aanvoer. Deze grootere aanvoer heeft grooten-
deels zijn ontstaan te danken aan een grootere
vraag naar versche zeevisch aan onze markt,
want sedert Noord-Brabant en Limburg, po
pulair uitgedrukt door de Nieuwe Moerdijik-
brug, dichter bij Rotterdam gekomen zijn,
heeft het aantal vischhandelaren, dat in
deze provinciën woont en minstens éénmaal
per week met hun auto's naar de Rotterdam
sche veiling komt, een groote uitbreiding on
dergaan. Vraag en aanbod beheerschen nog
steeds een vrije markt en omdat meer ge
gadigden een grootere kracht aan een veiling
geven, zullen aanvoerders, die op hun voordeel
bedacht zijn, en wie is dit in den handel
niet? hun aanvoeren vergrooten en de vis-
schers die ook niet van vandaag of gisteren
zijn, zulk een markt tot de hunne maken.
Even als in het jaar hiervoor stuur
den reeders van stoomvisschers-
schepen eenige hunner grootste
schepen, naar het hooge, barre Noor
den op hoop van zegen. Voor deze vis
scherij werd, zooals gebruikelijk, de
groote trom geroerd en de kwaliteit
van de visch, die daar wordt gevangen
wordt door belanghebbenden bij voor
baat geroemd, maar zulks mag tot op
heden nog niet baten, want de visch-
etende Rotterdammer is van huis uit
een kenner, weet zeevisch van goede
kwaliteit te waardeeren doch past
voor visch, die slechts door de bewer
king- van het bakken haar sterken
smaak en eigenaardige lucht verliest.
De aanvoer van deze visch, die in de
Barentszee en in de Wittezee gevan
gen wordt vormt gelukkig slechts
een zeer klein gedeelte van den ge-
heelen aanvoer.
De Noordzee is nog steeds de zee, waar zoo
goed als alles, wat op de veilingtafel belandt,
vandaan komt. De kustvisschers vangen er
tong, tarbot, griet, schol en schar, de visschers
van de motorloggers en stoomtreilers tevens
tong, tarbot, griet en schol, kabeljauw, gul,
schelvisch, wijting, en de Noren, die in de
Fjorden visschen, bemachtigen met de beug
en de dogger, dit is een vischtuig met haken:
heilbot, schelvisch en kabeljauw.
De invoer van Noorwegen is voor onze
markt, de contingenteeringsmaatregelen ten
spijt, van zulk een belang, dat hij waard is
apart genoemd te worden. Hij bestond uit
60 kisten zalm, 75 kisten heilbot, 5540 kisten
schelvisch en 475 kisten kabeljauw.
Buiten bovengenoemde aangevoerde visch
van Noorwegen der 964 kustvaartuigen werd
nog geveild; Voor IJmuiden 82.000 kisten tong,
tarbot, griet, schol, schelvisch, kabeljauw,
gul, makreel, wijting, versche haring, enz.
Voor Den Helder, Urk en elders in het bin
nenland 6.150 kisten hoofdzakelijk platvisch,
zooals tong, tarbot, schol en griet.
Voorts gingen over de veilingstafel nog
13.800 kistjes IJ-bokking en panharing, 6.500
kistjes harde bokking benevens 260 kistjes ge
rookte bokking, 1.000 kistjes gerookte sprot,
400 kistjes gerookte paling, 350 kistjes kippens,
10.500 kistjes gestoomde makreel, 250 kistjes
gerookte haantjes, gerookte finten en had
docks, 3.100 kistjes versche spiering, 2.365
kistjes levende paling, 615 kistjes levende
bot, 100 stuks bevroren zalm,, 20 stuks
versche Hollandsche zalm, 4.800 kisten
versche finten, 80/1 vaten zoute haring, 300
kistjes met flacons zure haring, 190 manden
garnalen en 65 manden gedroogde schar.
Te verwachten trawlers.
De onderstaande trawlers, de z.g. schel-
vischbooten voorzien van een x), bevonden
zich Maandagmorgen acht uur nog op zee.
Vertrokken Maandag 12 December; IJM. 12
(Erin. naar de Barentszee).
Vertrokken Woensdag 21 December; IJM.
98 x).
Vertrokken Donderdag 22 December; IJM.
82 x). KW. 193, KW. 76.
Vertrokken Vrijdag 23 December: IJM. 70,
IJM. 1 x), IJM. 27 x). IJM. 94 x), IJM. 48 x),
IJM. 73), IJM 50, IJM. 155. RO 15 x).
Vertrokken Zaterdag 24 December: UM.
10 x), IJM 4 x). IJM. 91.
Vertrokken Dinsdag 27 December; IJM.
106; IJM. 38 x).
Vertrokken Woensdag 28 December: IJM.
114; IJ. 29; IJM. 103; IJM. 72; IJM. 60 x);
IJM. 117 x); IJM. 135; IJM. 112 x)IJM. 15;
IJM. 83; IJM. 16 x)IJM. 24 x).
Vertrokken Donderdag 29 December: IJM.
161; IJM. 95 x), IJM. 64, IJM. 44 x), IJM. 17 X)
IJM. 8x), IJM. 54)IJM. 9 x), IJM. 58 x), IJM.
115 x), IJM. 165; RO. 16 x), RO. 53 X).
Vertrokken Vrijdag 30 December: IJM.
183 x), IJM. 179; IJM. 85 x), IJM. 87, IJM.
19 x), IJM. 77 x), IJM. 102; IJM. 130 x),
IJM. 432; RO. 46; IJM. 31 (Alkmaar, naar de
Barentszee).
Vertrokken Zaterdag 31 December: IJM,
83.
Er bevonden zich Maandagmorgen acht
uur 57 trawlers op zee.