.VERGIFT! |Pe fneeuwkopingiol Melkzuurbacteriën aan het werk? Weest dan op uw hoede met het voedsel! C. J. VAN LEDDEN HULSEBOSCH: Niet altijd treden de melkzuurbac teriën op om te waarschuwen, dat het eten of drinken niet goed meer is. In ouderwetsche ijskasten, met een tem peratuur van even boven nul graden kunnen zij hun arbeid niet verrich ten. Wel echter de rottingsbacteriën, die de cadaverinen, de gevaarlijke lijkegiften, waarvan de aanwezigheid in den beginne niet te bespeuren, is, produceeren Alles wat geboren is, heeft tot eindbestem ming, weer tot stof te vergaan. Zooals ook alle bouwwerken, die opgericht werden, na ver loop van korteren of langeren tijd gesloopt worden, hetzij door menschenhand, hetzij door natuur-invloeden. Ik heb wel eens als jongen staan kijken naar het sloopwerk aan een groot gebouw; opvallend is, dat de aannemer altijd het werk doet aanvangen door enkele rappe kerels, die zooveel mogelijk dakpannen héél van het dak weten te halen en omlaag te brengen. Die ploeg is altijd nummer één; dan komen er een paar vertrouwelingen aan de beurt, om het daklood los te snijden uit de goten en dat af te leveren bij den patroon. En als die dan ge reed zijn, is het tijdstip voor het verdere sloop werk gekomen. Zoo valt het mij op, hoe óók Moeder Natuur, telkens wanneer zij met een sloopwerk begint, zekere groepen „werklieden", waarmede ik thans bacteriën bedoel, die voor den afbraak zorgen, in eerste linie aan het werk zet. Dat Zijn in de meeste gevallen de melkzuurbac teriën, welker naam den lezer voldoende ver duidelijkt. dat ze de stille werkers zijn, die o.a. de melk tot verzuring doen komen en die de witte kool weten om te zetten tot het heer lijke winterkostje, dat zuurkool heet. Het feit. dat wij in de karnemelk, yoghurt, zuurkool en nog andere artikelen het gevormde melkzuur als gewaardeerd bestanddeel weten te genie ten. zegt al voldoende, dat deze melkzuur bacteriën al zijn ze degenen, die het af braakproces inluiden ons niet vijandig gezind zijn. onze gezondheid niet in het minst schaden. Maarik zou durven waarschu wen: „houd ze in de gaten, want hun optre den, waarbij ze melkzuur vormen, is voor ons 't roode seinlicht: weest op uw hoede: het af braakproces is begonnen en straks dreigt ge vaar!" Zoolang die eerste ploeg werklieden in de gedaante der melkzuurbacteriën aan den arbeid is, houden alle andere microben zich afzijdig. Er is nog geen direct gevaar voor onze gezondheid, zoolang de afbraak zich be perkt tot vorming van melkzuur. Menig huis moeder, bemerkende, dat het restantje van het koude rolladevleesch een uiterst gering zuur smaakje laat waarnemen, is politiek ge noeg, vlug naar den azijn te grijpen onder het motto: „morgen eten wij er haché van" en wanneer er azijn overgegoten is, bemerkt er niet één iets van het spoor melkzuur van het aangevangen „bederf"! Wanneer men de afbraak niet verder laat komen, dreigt er voor onze gezondheid geen gevaar. Zoodoende kan men steeds het optreden van de eerste verzuringsverschijnselen aan diverse spijzen beschouwen als de aankondiging, dat het sloopwerk begonnen is! Merkwaardig, zooals de andere ploegen sloo- pers gelaten hun beurt afwachten, die geko men is, zoodra de zuurvormende bacteriën den arbeid neerleggen; en dit doen zij, zoodra ze een zekeren zuurgraad hebben ontwikkeld, óf wanneer alle „grondstof", waaruit ze hun melkzuur bereiden, verwerkt is. Dan komen de verdere ploegen bacteriën aan den slag, te weten de gevaarlijke rottings bacteriën, welke de eiwitachtige stoffen uit voedsel enz. omzetten en doen overgaan in de hoogst vergiftige stoffen, die zich eveneens in cadavers ontwikkelen. Dan moet men op zijn hoede zijn! En deze verrottingsbacteriën ver raden aanvankelijk hunne werkzaamheid niet terwijl wij van de eerste vergiftige producten dezer sloopers de aanwezigheid ni e t met tong of reukorgaan bespeuren en juist daarin schuilt het verraderlijke karakter van deze rottingsbacteriën. Het „roode sein" gaat niet op Welke reden had ik nu, om van de ijskast op de rottingsbacteriën te komen? Ziehier wat de kwestie is: Wanneer een niet-gesteriliseerde spijs en drank b.v. een kannetje melk in een ouderwetsche ijskast geplaatst wordt, waarin de tempera-tuur heel even boven het nulpunt ligt, zoo maakt deze koude het den melkzuur bacteriën absoluut onmogelijk, haar arbeid te verrichten; er ontstaat geen melkzuur en het „roode sein" dat tot waarschuwing dient, treedt niet op; doch de rottingsbac teriën, welke bij de heerschende temperatuur wèl kunnen leven, werken en zich vermenig vuldigen, gaan rustigjes hun gang en produ ceeren de cadaverinen, de gevaarlijke lijke giften, welker aanwezigheid in den beginne niet te bespeuren is bij het gebruik der spij zen of dranken. In een groot restaurant te Amsterdam had den jaren geleden op een zomeravond talrijke gasten zich te goed gedaan aan kof- fie-ijs, dat 's nachts in een ouderwetsche ijskast bewaard voor verzuring behoed was, doch waarin zich colibacillen flink ontwikkeld hadden; in den komenden nacht zijn al de genen, die van dat ijs gegeten hadden, dood ziek geworden en héél wat doktoren hadden een onrustigen nacht met hun tallooze pa- tienten! Politie en justitie werden er in ge moeid; er had een bacteriologisch onderzoek plaats en de aanwezigheid van een massa colibacillen kwam vast te staan. Men had ten onrechte gemeend door de lekkernij „in de ijskast" te bewaren en eiken dag weer opnieuw te doen bevriezen alles voor bederf te be hoeden! In Rotterdam vierde een groot gezelschap feest en gebruikte den lunch in een groot restaurant. Daar had men aJ enkele dagen van te voren een en ander gereed gemaakt, dat zoo nam men aan in de ijskast wel deugdelijk zou blijven. Maar colibacillen ont wikkelden zich rustigjes; niemand proefde aan het genotene iets bijzonders, maar het duurde niet lang of het gansche gezelschap vertoonde vergiftigingsverschijnselen; ont zettend moeten de tooneelen zijn geweest, toen de gasten, afzondering wenschende, daartoe geen gelegenheid vonden en langs den trottoirband geschaard stonden om de onge- wenschte spijzen weer uit hun maag te doen treden. Ook daar vormden dus de vergiften zich tijdens het verblijf in de ouderwetsche ijskast. Opmerkelijk was ook het geval, waarbij het geheele gezin na het gebruik van appelmoes ernstige vergiftigingsverschijnselen vertoon de. Toen ik ambtshalve een restant van het appelmoes in onderzoek kreeg, kwam aan het licht, dat een belangrijke hoeveelheid zink daarin in oplossing was gekomen. De zuinige huisvrouw had door 'n mannetje in de buurt die dat zoo keurig kon doen, een nieuwen bo dem in een pan laten zetten; die reparatie had echter niet met vertind ijzer, doch met gegalvaniseerd ijzer 'dat is verzinkt ijzer) plaats gevonden: het zink een schadelijk metaal kon in het frischzure appelmoes oplossen en leidde tot de vergiftiging die ge lukkig met genezing der patiënten eindigde. Ook herinner ik mij nog levendig het geval bij een burgemeestersgezin in de provincie Utrecht. Daar traden ook op een gegeven mo ment vergiftigingsverschijnselen op, die da gen aanhielden en waarvan ook een gast, die uit Amsterdam op bezoek was, slachtoffer werd. Die burgervader kwam mij raadplegen en bracht voor mij alle grondstoffen mede. die bij de bereiding van de spijzen hun rol hadden gespeeld, met verzoek na te gaan, waarin de oorzaak der onaangename ver schijnselen verscholen zat. Na een langdurig onderhoud zette ik de zending artikelen eeni- gen tijd terzijde, en drukte het verlangen uit het regenwater uit den bak waaruit men ter plaatse al het drinkwater putte, nader te lee- ren kennen. O, de bak was nog korten tijd ge leden grondig gereinigd Toch toonde het chemisch onderzoek aan, dat het water zink bevatte en toen men op mijn advies eens was gaan dreggen kwam er een zinken emmer te voorschijn, die een in middels ontslagen werkster uit de hand had laten vallen in den regenbak, waarna zij zich verder maar niet om dat stuk gereedschap had bekommerd! Opzettelijke vergiftiging. Sprak ik hierboven over toevallige vergif tigingen van geheel ander karakter zijn de gevallen van opzettelijke vergiftiging teneinde iemand het leven te ontnemen, of die, waar bij een te groote dosis toegediend werd van eenig, met goede bedoelingen verstrekt vergift dat als geneesmiddel bedoeld werd. Zoo behandelde zekere rechtbank een geval waarin een verpleegster terechtstond, die op onverantwoordelijk domme wijze een medicijn (phospor-levertraan) voor de aan haar zorgen toevertrouwde kinderen zelf ging samenstellen, doch abusievelijk een honderd maal te groote hoeveelheid van het zwaar vergiftige element phosphor in de levertraan oploste, waardoor slachtoffers vielen! In Amsterdam moest een oude man, die bedlegerig was, op last van den dokter een lepel wonderolie slikken, die zijn bejaarde vrouw hem 's avonds zou ingeven. Zonder op het etiket te letten nam zij een flesch ter hand, die sterk carbolzuur bevatte, en waaruit een eierdopje gevuld verd. Ondanks den door dringenden geur van dit vergiftige artikel dronk de oude man het eierdopje tot den bodem in één teug leeg! Hij had met de an dere hand zijn neus dicht geknepen om den geur der wonderolie niet te bemerkenDe dood trad bij dit slachtoffer kort daarna in. Hier moge ik met klem erop wijzen, dat der gelijke gevaarlijke vergiften n i e t in de huis houdkast temidden van eenvoudige huismid deltjes geplaatst mogen worden, en iedereen raden géén flesch je voor gebruik te openen, dan na zich wel degelijk ervan te hebben overtuigd, dat het etiket den naam van het begeerde artikel aangeeft. Onnoodig te ver klaren, dat fiesehjes, doosjes of zakjes waarop géén behoorlijk etiket den aard der stof aan geeft, taboe zijn! Er kunnen menschenlevens mee op het spel komen te staan! Sluipmoorden. Voorbeelden van sluipmoorden met behulp van vergift kent de historie er meerdere. De ouderen herinneren zich zij 't ook misschien uit overlevering de geschiedenis der Leid- sche giftmengster, die een paar dozijn slacht offers gemaakt had meerendeels kleine kin deren, die aan haar „ter verzorging' waren toevertrouwd en zoodra ze op het toege diende vergift begonnen te reageeren aan hun ouders werden teruggegeven, om thuis te sterven En uit den jongsten tijd kennen de lezers wel den naam van de weduwe Becker te Luik, die daar als massa-moordenares terechtstond. Eigenaardig, zoo vaak als dit misdrijf juist door vrouwenhand gepleegd wordt! Wanneer ik hier gevallen uit eigen praetijk stilzwijgend voorbijga, doe ik dat, omdat ik tot eiken prijs voorkomen wil dat lezers, die bij de bewuste drama's op eenigerlei wijze be trokken waren ,mijn pennepraatje terzijde leggen, omdat zij liever niet herinnerd willen worden aan de droefenis, die in hun familie bij die gevallen heerschte. Er blijft genoeg te vertellen over! Vergiftigingsgevallen zijn óók wel eens ge simuleerd, om zich als beklagenswaardig slachtoffer te kunnen voordoen eneen meer aannemelijke „oorzaak" te kunnen aan geven, waardoor b.v. aan het slachtoffer toe vertrouwde gelden verdwenen zouden zijn! Zoo liet een ambtenaar, die belast was met het transport van een groote som gelds, deze door een handlanger wegvoeren. Daarna ha vende hij lichtelijk zijn bovenkleeding, wierp een fleschje wellicht ledig naast zich op den grond in scherven en ging ernaast uit gestrekt liggen wachten, tot er „hulp" kwam opdagen; de eerste oogenblikken hield hij zich ontzettend versuft; hij gaf aan, overvallen te zijn, waarbij hij zich krachtig verzet had te gen zijn aanrander: daarbij zouden zelfs scheuren in zijn kleeding gekomen zijn: maar dan zoude de onverlaat hem aan een fleschje hebben laten ruiken, waardoor be dwelming optrad en van dat moment af wist het slachtoffer zich niets meer te herinneren. Zie, lezer, dergelijke praatjes vullen geen gaatjes! Ze vinden alleen geloof bij de men- schen, die in Nick-Carterromannetjes beha gen scheppen. Doch de mannen der weten schap weten maar al te goed, dat dergelijke verhaaltjes op pure fantasie berusten! Ook hebben „bestolen"reizigers meermalen aan gegeven, dat zij in hun slaap eenige bedwel mende vloeistof onder hun neus zouden ge kregen hebben en tijdens de daardoor ver oorzaakte bedwelming beroofd zouden zijn van de aan hun handen toevertrouwde gel den. Ook dat zijn bakerpraatjes. Al lang staat vast, dat zoodra onder den neus van een slapende chloroform of eenig ander bedwel mingsmiddel wordt gehouden de slaap on middellijk eindigt en de aldus „bedreigde" persoon klaar wakker is I In het volgend artikel hoop ik den lezers eenige belangrijke gevallen uit eigen en uit anderer praetijk te vertellen, waarin de „mis dadige vergiftiging" slechts in de verbeelding van het slachtoffer bestondl (Nadruk verboden). Italië dreigt niet-inmengingsover- eenkomst op te zeggen. Waarschuwing van Mussolini aan het adres van Frankrijk. ROME 16 Januari (Reuter). De gister avond door de Informazione Diplomatiea ge publiceerde verklaring, waarin werd geconsta teerd, dat Italië zijn vrijheid van handelen zou hernemen in geval van inmenging in Spanje (men zie pag. 9), wordt uitgelegd als een ernstige waarschuwing aan Frankrijk op het laatste oogenblik geen pogingen te doen de Spaansche regeering te helpen, daar Italië zich anders genoopt zou zien nieuwen steun te ver- leenen aan Franco en de niet-inmengingsöver- eenkomst, welke reeds als een mislukking wordt beschouwd, op te zeggen. Dit artikel wordt aan den Duce zelf toege schreven. AANBESTEDING. HAARLEM, Maandag. Hedenmorgen werd door den directeur van Openbare Werken ten stadhuize aanbesteed: Het bouwen van een gedeelte van een school voor G.L.O. aan de geprojecteerde Gillis Schoolmeesterlaan, met inbegrip van glas- en verf werken. Ingekomen waren: 31 biljetten, als volgt: Fa. Lokhorst en Welage, Beverwijk f 25.586; fa. N. Cobelens, Haarlem f 25.560; G. Onder de Linden, Hilligersberg f 28.015; Th. Hollander, Amersfoort f 29.266; M. Ebbing, Haarlem f 26.445; P. A. M. Sprengers, Haarlem f 25.200; P.-G. de Jong, Oegstgeest f 29.890; F. Philips, Haarlem f 25.115; J. J. Winnubst, Haarlem f 26.760; C. Kok, Amstelveen f 32.430; P. J. v. Hof ten, Haarlem f 25.360; fa. Brandsma en Bakker f 26.280; P. Bosch, Amstelveen f 30.900; A. Swets, Dubbeldam f 27.500; M. A. Hamers, Dordrecht f 27.990; N.V. Aann. bedr. v/h S. J. v. d. Kemp, Silvolde (Gld.) f 28.740; H. Barten Zn., Amersfoort f 29.100; J. Wittebrood Beemster f 25.500: H. V. J. de Vries, Haar lem f 24.270; W. Bergshoeff, Alphen a. d. Rijn f 26.590; W. H. Kelderman, Enschedé f 28.050; J. v. d. Putten, Haarlem f 26.365; fa. M. Joustra, Haarlem f 21.794; Ph. Visser Zn., Santpoort f 24.900; J. N.'Schuit, Alkmaar f 26.400; J. H. Tijen, Heiloo f 22.546; J. Breevoort. Haarlem f 27.400; fa. Gebr. J. P. v. d. Merwe, Dordrecht f 27.900; A. Castricum, Beverwijk f 24.590; fa. M. Kleijn, Assendelft f 24.450. Wat Chamberlain en Mussolini bespraken. EXAMENS. Voor het diploma boekhouden van de Ver- eeniging van leeraren in het Boekhouden en Handelswetenschappen slaagde de heer W. Kamink alhier. Hij werd opgeleid door het In stituut Examenopleiding Hugas, Elgersma: Potgieser te Plaarlem. Voor het examen in Duitsche Handels correspondentie, gehouden door het secreta riaat der Federatie-examens en door de Ver- eeniging van Leeraren in de Handelsweten schappen, gehouden op 20 en 21 December 1938, slaagde mej. E. J. F. Wiessner uit Haar lem. CopyrigM P. I. 8. Box 6 Copenhagen Nu 3tond Gerda voor de hyacinthen. En ook bij deze bloemen knielde zij neer om te hooren, wat die vertelden. „Er waren eens drie beeldschoone zusters, alle drie even doorschijnend en teer. De één droeg een rood, de tweede een blauw en de derde een wit jurkje", zoo begon het verhaal der hyacinthen. „Zij dansten hand in hand in den maneschijn, langs den oever van een meer. Zij waren geen elfjes, neen, zij waren wel degelijk menschenkinderen. Uit het bosch kwam een heerlijke geur en de zusters verdwenen opeens tusschen de hoornen. De geur werd sterker. Daar kwamen drie doodkisten uit het bosch en gleden op het water. In die kisten lagen de beeldschoone meisjes. Mar/e ttjufej?. Glimwormpjes en vuurvliegjes vlogen rond de drie kisten als even zoo vele lichtjes. Slapen die meisjes of zijn ze dood? De bloemengeur zegt, dat ze dood zrjn. En ook de avondklok luidt voor de dooden." „Jullie maken mij erg bedroefd", zei Gerda. „Jullie geur is zoo sterk, dat ik aan de drie doode meisjes moet denken. Och toe, vertel me, is Karei werkelijk dood? De rozen, (üe onder den grond geweest zijn, zeggen van niet!" „Ding, dong", luidden de hyacinthklokjes. „Wij luiden niet voor een Karei. Dien kennen wij niet. Wij zingen ons eigen wijsje, het eenige, dat wij kennen." {Wordt vervolgd), Halifax brengt te Genève verslag uit aan Bonnet. GENèVe, 16 Januari (Havas). Bonnet, die te Genève is aangekomen, heeft het diner gebruikt te zamen met Halifax, die den Franschen mi nister tot in bijzonderheden op de hoogte stelde van de besprekingen te Rome. Het verslag van I-Ialifax bevestigde, dat de onderhandelaars bij hun besprekingen ge sproken hebben over de aanwezigheid van Italiaansche soldaten in Spanje, hebben on derstreept, dat het Engelsch-Italiaansche verdrag bestaat en dat beide partijen wen- schen dat het geheel zal worden uitgevoerd. Mussolini heeft overigens de formeele ver plichting op zich genomen, dat de Italianen zich na een overwinning van Franco welke, hij trouwens als aanstaande beschouwt, uit Spanje zullen terugtrekken. Chamberlain zal, in overeenstemming met de Italiaansche autoriteiten, van deze plech tige belofte melding maken in een in het Lagerhuis af te leggen verklaring: er zal geen enkele stelling op het schiereiland of in de koloniën van Spanje in de macht van. Italië blijven. Mussolini heeft verder de verzekering ge geven, dat hij geen versterkingen meer naar Spanje zou zenden, daarentegen beklaagde hij zich over de beweerde wapenzendingen aan de regeeringstroepen door Frankrijk. Wat Frankrijk aangaat, Mussolini formu leerde geen enkelen nauwkeurig omschreven eisch. Hij beperkte zich er toe te kennen te geven, dat de opzegging der Fransch- Italiaanschë overeenkomst van 1935 het aan bod van onderhandelingen inhield, welke, naar hij betreurde, niet door Bonnet was in aanmerking genomen. En werd op geen enkele wijze een beroep op Engeland gedaan te arbitreeren of te be middelen. Mussolini betoonde zich zeer inschikkelijk tegenover de Engelsche ministers en beves tigde zijn wil alle problemen op vreedzame wijze te regelen. Tenslotte gaf Mussolini uitdrukking aan den wensch den bewapeningswedloop te be perken en sprak hij de hoop uit dat de in ternationale economische betrekkingen zul len verbeteren. De reis naar Rome heeft vooral psycho logisch resultaat gehad. De overeenstemming der opvatting van dee beide democratieën is nimmer duidelijker gebleken dan in de af- geloopen week, aldus besluit Havas, hetgeen met name wordt bewezen door het gedetail leerde verslag, dat Halifax aan Bonnet heeft uitgebracht. Wiedemann deze weet naar Londen? Informatie inzake de koloniale kwestie. LONDEN, 16 Jan. De „Daily Herald" meldt, dat Wiedemann, de vertrouwensman van Hitier, deze week, éen semï-officieel be zoek au.11 Londen zal brengen en de Britsche regeering zal polsen omtrent de teruggave van Duitsche koloniën. Daarna zou hij zich naar Hitier begeven om dezen de Britsche gevoe lens ten opzichte van de mogelijk nieuwe Duitsche eischen in Oost-Europa mede te dee- ien. (United Press) Conclusie in de zaak-Arnoud. 's-GRAVENHAGE, 16 Jan. De advocaat- generaal bij den Hoogen Raad, mr. Rombach, heeft heden in de bekende zaak van de kalk zandsteenfabriek „Arnoud", wier directeur, baron van Hardenbroek van Ammerstol, door de rechtbank te Haarlem wegens overtreding van de Arbeidswet veroordeeld werd, geconclu deerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hooge Raad zal 27 Februari recht wijzen. AANBESTEDING. HAARLEM, Maandag. Hedenmorgen 11.30 uur werd door den direc teur van Openbare werken ten stadhuize aan besteed: Het aanleggen van een sportterrein en een kinderspeelplaats, het maken van een sport- haventje met aanlegsteigers en het maken van een bet.onbrug, met bijkomende werken, aan en in den Schalkwijkerweg. Uit te voeren in werkverschaffing. Ingekomen waren: 20 biljetten, als volgt: H. v. Dijk, Edam f 69.997; G. Hulsebosch. Bloe- mendaal f 89.900; Bolsebroek Co f 64.000; C. Kok, Amselveen f 92.600; C. J. Boschland en M. Gotenmulder, Aalsmeer f 95.195; fa E. Sanders Co. f 81.850; P. de Geus J. F. Stampraai, Leidschendam f 66.440; N.V. Aann. bedr. J. A. Vens,' Zaandam f 77.000; fa. A. Schoorl, Haarlem f 62.397; H. de Weers, Haar lem f 64.500; P. Bosch, Amstelveen f 91.380; N. Vermeulen, Haarlem f 86.690; E. Woud, Wor- mer f 63.200. Verscheidene biljetten werden terzijde ge legd omdat het bedrag' der zgn. vergoeding niet was opgegeven. AANBESTEDING. HAARLEM, Maandag. Hedenmorgen om 10 uur werd door den di recteur van Openbare Werken ten Stadhuize aanbesteed: Het verbouwen van perc. Haar- lemmerliedestraat no. 31 te Haarlem tot verbe- terng huisvesting zuigelingenzorg. Ingekomen waren 22 biljetten, als volgt: A. J. Lubbers, Haarlem f 3242; M. Ebbing, Haarlem f 3478; F: Prilips, Haarlem f 3440; J. Breevoort, Haarlem f 3475; J. H. Kemper, Haarlem f 3364; J. Wamaar en Co., Den Haag 3380; P. Huygens, Zeist f 3470; S. de Vries, Zaandam f 3660; P. Sprengers, Haarlem f 3680, G. P. Hetem, Haarlem, f 3750; G. J. Veldwijk, Haarlem f 3469; Fa. Brandsma en Bakker Haarlem, f 3793; Gebr. H. V. en J. de Vries Haarlem f 3480; P. J. van Hof ten, Haarlem 3634; J. Wittebrood, Beemster f 3155; C. Ro zen, Haarlem f 3250; H. Herwig, Haarlem 3170; J. v. d. Putten, Haarlem f 3463 A. Blankensteyn. Haarlem f 3999, Fa. Verwey en iHeerden, Haarlem f 3890, N.V. Bouw en Exploitatie Mij. „Saturnus"Amsterdam, f 3415; Aannemersbedrijf Rijnders Haarlem f 3231, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6