„Mysterie
om een Erfenis
De tachtigste verjaardag van den ex-keizer. Namens de burgerij van Doorn werd door een commissie de teekening voor het
te schenken tuinhuisje aan den ex-keizer op Huize Doorn aangeboden. Naast den jubilaris zijn echtgenoote, prinses Hermine
Twee personen werden gedood en acht ernstig gewond bij het ernstig treinongeluk nabij Hatfield
(Eng.). De verwoesting op de plaats des onheils
Het schilderij van Rembrandt „Jeremia treurend over de
verwoesting van Jerusalem" is Vrijdag in het Rijksmuseum
te Amsterdam overgedragen in tegenwoordigheid van
minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine.
Een stemmingsbeeld in de nabijheid van Roermond, waar
groote uitgestrektheden door de Maas onder water gezet
zijn
H. M. de Koningin bij aankomst aan het gebouw der P.T.T. te Den Haag voor het uit
spreken van Haar rede over „Onze taak in deze dagen in verband met de moreele en
geestelijke herbewapening"
Den ex-keizer werd Vrijdagmiddag ter gelegenheid van zijn tachtigsten ver
jaardag een muzikale hulde gebracht, waarbij de commissie uit de burgerij,
die het geschenk aanbood, aanwezig was. Op weg naar Huize Doom
Per auto arriveerde Z. K. H. Prins
Bernhard Vrijdag op Huize Doorn, om
zijn gelukwenschen aan te bieden aan
den ex-keizer bij diens tachtigsten
verjaardag
De vorst heeft in
het Westland de
eerste kas-groente
„afgevroren".
Thans is men op
nieuw bezig met
het pooten der
sla-planten
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
DOUGLAS GARDINER.
(Nadruk verboden.)
28)
Er is een brievenbus bij den ingang,
mijnheer en postzegels kunt u bij den portier
krijgen.
Prachtig, zei Grant opgeruimd.
Zal ik de brieven erin doen, mijnheer?
De bus wordt ieder uur gelicht
Ja graag.
Toen de brieven gepost waren begon Grant
zich ongerust te maken.
Castlemaine zou het in zijn hoofd kunnen
krijgen om hen naar uover te volgen en hij
was vastbesloten, dat het uit moest zijn tus-
schen Castlemaine en zijn dochter. Zijn ge
negenheid voor Rosamund was de laatste lief
de van zijn leven en die liefde was even zelf
zuchtig als diep. De eenige verontschuldiging
voor hem was, dat hij niet meer had dan
haar en dat hij huiverde bij de gedachte aan
een eenzamen ouden dag. Nog nooit had ze
haar wil tegenover den zijne gesteld en hij
twijfelde er geen oogenblik aan, dat ze niet
altijd zijn geringste wenschen zou gehoor-
zomen. Was hij al eens norsch of onbillijk te
gen haar opgetreden, dan ha<i hij alleen tril
lende lippen en tranen in haar oogen gezien.
Met verwarde gedachten haastte hij 2ich
naar het strand. Hier en daar lagen wat
menschen in luie houding in het zand, want
het was ontzettend warm. Rosamund's slanke
grijze figuur was duidelijk te herkennen. Ze
stond rechtop en beschutte haar oogen met
haar hand, om naar de witte zeilen van een
jacht te turen.
Verder naar den horizon teekende zich
grillig de rook van een stoomschip af tegen
een mat-gouden achtergrond.
Kom wat naast me zitten, Rosamund, zei
haar vader, geheel buiten adem. Ik kan
slecht staan, dan gaat loopen nog beter. We
moeten nu eens bespreken wat we zullen doen.
Den eersten tijd zou ik het liefst prettig en
rustig doorbrengen en dan is het misschien
niet verstandig om naar het vasteland te
gaan, waar het in dezen tijd van het jaar
overvol is met toeristen.
Zeker, u hebt gelijk, u bent nu al dood
op. We kunnen hier toch best blijven tot de
drukke tijd begint en dan ergens anders heen
gaan! We zijn toch aan niets gebonden!
Hij keek achterdochtiig naar haar en ant
woordde:
Neen. ik houd niet van Dover. We moes
ten maar naar Deal gaan. Dat is niet ver; het
is niet zoo gezocht en heeft prachtige omstre
ken. Rosamimd klapte vroolijk in de han
den.
Dat zal heerlijk zijn daar; u kunt er ook
het best over oordeelen. vader.
Dan gaan we daar samen naar toe, en
met aandoening in zijn stem vervolgde hij
Je moeder en ik brachten daar onze witte
broodsweken door. Ik heb hartkloppingen ge
kregen van dat eind loopen.
Och vadertjeI
O, 't is niet zoo erg, kind, ik moet er
alleen voor oppassen dat ik me niet te erg
vermoei. Laten we daar een huis koopen; dat
zal daar voor ons een Arcadia zijn! In mijn
verbeelding zie ik al een ouderwetsch land
huisje begroeid met bloeiende slingerplanten
en een tuin met oude boomen en kleurige
bloemen. En gezellig en mooi ingericht; wat
kan je hartje nog meer verlangen, Rosie?
Die woorden deden haar pijn en in gedach
ten verzonken keek ze den anderen kant op.
Mijn geld is secuur belgd, de „Cen
trale" geeft zeven en een half procent. Reken
maar na, leveling, dat is driehonderd vijf en
zeventig pond in het jaar.
Veder verdien ik nog wat met mijn weten
schappelijk werk en dan hoeven we geen huur
te betalen omdat het ons eigen huis is. Wat
een veilig nestje voor mijn kind, als ik voor
goed zal zijn heengegaan.
Toe vader, zegt dat toch niet.
Als het God belieft, gebeurt dat nog lang
niet, lieveling. Ik ben niet bang om te ster
ven, maar ik blijf nog graag heel lang leven;
we hebben het nu zoo goedEn dan altijd met
jou samen, Rosie.
En zoo was het besloten, dat ze in Engeland
zouden blijven en den volgenden dag met een
auto naar Deal zouden gaan; de bagage zou
dan per trein komen.
Theodore Grant toonde een koortsachtig
verlangen om Dover te verlaten, zoodat ze den
volgenden morgen al bijtijds den slechtbestra-
ten weg naar Deal langs tuften. Rosamund
vergat gauw haar verdriet; ze was nog jong en
vol vertrouwen op de goedheid en rechtvaar
digheid van de Voorzienigheid.
In Deal, waar ze tegen twaalf uur aankwa
men, betrokken ze een paar gezellige kamers
in hetzelfde hotel waar dertig jaar geleden
Grant met zijn jonge vrouw had gelogeerd. De
tegenwoordige eigenaresse was toen nog een
kind geweest; ze was haar moeder opgevolgd
en had alle boeken en bescheiden van de op
richting van het hotel af, bewaard.
Ik kan me u nog best herinneren, mijn
heer Grant, zei ze toen hij haar een en ander
had verteld. Is het niet merkwaardig? Zelf
ben ik nooit getrouwd geweest; ik was ver
loofd met een'zeeman, die van een reis niet
is teruggekomen; maar ik ben altijd op hem
blijven wachten. Ik hoorde, dat het schip met
man en muis verging, maar ik zie hem telkens
in mijn droomen. Het gebeurt meer, dat ze op
een onbekend eiland zijn terechtgekomen en
tenslotte gelegenheid krijgen terug te varen.
Ik blijf Jim nog altijd den een of anderen dag
verwachten.
Met een onderdrukten snik verliet ze de
kamer om weldra terug te komen met een oud
notitieboek.
Mijn moeder heeft haar zaken altijd uit
stekend beheerd, zei de juffrouw. En ze heeft
ons met z'n zevenen eerlijk en rechtscha
pen groot gebracht. Verleden jaar is ze over
leden, antwoordde ze op een vraag van mijn
heer Grant. Hier staat uw naam mijnheer.
Theodore Grant en echtgenoote, door u zelf
geschreven met alleen een kleine opmerking
van ons erbij gevoegd, zooals we dat gewend
zijn.
Mr. Grant nam het boek met bevende han
den aan en gaf het aan Rosamunde.
En was moeder in ditzelfde huis, in deze
kamer? vroeg ze ontroerd.
Ze zat aan dezelfde tafel, juffrouw.
Thurston is uw naam, nietwaar? vroeg
Grant.
Willy Thurstonik kreeg zes pence in de
week van u voor het halen van uw krant,
mijnheer.
Met een van aandoening onvaste stem ant
woordde hij:
Laat ik u de hand drukken op deze her
nieuwde kennismaking, juffrouw Thurston.
Hoofdstuk XXII.
EIGENLIEFDE.
Theodore Grant was zeer voldaan over zijn
plannen. Toen hij hals over kop uit Londen
ging, had hij er zelfs niet aan gedacht om
naar Deal te gaan. Hij was er toe gekomen,
alleen om Jack Castlemaine hun spoor op
nieuw bijster te doen worden. Deal had in
dertijd weemoedige herinneringen bij hem
achtergelaten, toen hij korten tijd na het
overlijden van zijn vrouw aan het verlan
gen had toegegeven om de plaats van zijn
eerste huwelijksdagen nog eens te bezoe
ken; maar hij had het in zoo'n gedrukte stem
ming verlaten, dat. hij zich vast voorgenomen
had, er nooit weer terug te komen.
Denzelfden middag ging hij met Rosamunde
een rit maken, om haar de mooie plekjes in
den omtrek van de stad te laten zien; na
bij een woningbureau naar geschikte leeg
staande huizen geïnformeerd te hebben die
ze meteen konden bezichtigen. Er bleek er
maar één te zijn dat in aanmerking kwam;
het lag even buiten de stad, niet al te ver
van de winkels, het station en het postkan
toor. Het heette de„ Cottage" en lag een wei
nig van den weg af in een smaakvol aange-
legden tuin. Het huis zelf was omgeven door
een hooge heg, die aan den binnenkant door
dichte hulststruiken vergroot was, waardoor
de villa 's winters beschut was tegen de koude
winden. De ligging was eenvoudig vol
maakt!
Een sprookjestuin, vader, riep Rosamund
opgetogen, een toovertuin!
Het was een eenvoudig, vierkant huis van
twee verdiepingen met acht middelgroote ka
mers. Een groote veranda omgaf het aan drie
zijden en de muren waren begroeid met roode
en witte rozen, clematis en kamperfoelie. In
den tuin was een doolhof en door een opening
in het dichte geboomte keek men uit op een
uitgestrekt weiland, effen en zacht als een
fluweelen kleed. Het weiland was geheel in
gesloten door een breede omheining van dicht
gebladerte, zooals er ook om het huis was.
Ik zal het koopen, besliste Theodore
Grant, het is het aangewezen toevluchtsoord
voor me!
De tuin is allerliefst en het huis lijkt
heel geschikt, zoo oppervlakkig beschouwd,
zei Rosamund.
Het is volmaakt in orde en kurkdroog. De
eigenaar werd zes en negentig jaar en heeft de
laatste twintig jaar van zijn leven hier ge
woond.
Maar ik heb graag de gewone moderne
gemakken, vader als waterleiding, gas, en
electriciteit.
(Wordt vervolgd,).-