i v BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! Deze week schrijf ik weer geen briefje vooraf. Lief BIJDEHANDJE. Je hebt nu den romp van de gelukspop af. Den volgenden keer worden de armen en beenen gemaakt en aan den romp bevestigd, waarna tot slot het hoofd volgt. Eer de pop echter geheel af is en mede naar huis genomen kan worden, zijn we wel eenige week jes verdei\ Dag Bijdehandje. Best BOODSCHAPPERTJE. Drie maal ach ter elkander voor je schrijven, niet schrijfen zooals je schreef, 8J/2 vind ik flink en slechts telkens hoogstens 1 fout in je taalles is ook goed. Wat ben je thuis ijverig aan het werk geweest. Als je nu ook maar netjes gewerkt hebt, zoodat het werk aan beide kanten er keurig uit ziet. Bij gelegenheid hoop ik het resultaat van je ar beid eens te mogen zien. Dag Boodschappertje. Best SNEEWWITJE. Gelukkig dat de dokter weer hoop heeft en meent dat je grootmoeder wel weer zal opknappen. Zes en tachtig jaar is anders een heele leeftijd en dan valt er niet veel meer te verwachten, 'k Raad je zusje aan, als ze ook op de club wil komen terstond met het inzenden van haar briefje te beginnen. Ze mag dan den 2cn Woensdag in Febr. komen, 'k Wensch je met je moeder's verjaardag een prettig dagje toe. Dag Sneeuwwitje. Best DICKY BIGMANS. Voor een meisje uit de 2e klas heb je een tamelijk goed briefje geschreven. Flink zoo. Je moet echter niet schrij ven „ik nep" maar ,ik heb". Blijf maar flink met het schrijven van briefjes oefenen. Het zal je langer hoe gemakkelijker afgaan. Dag Dicky Bigmans. Lief JOPIE SLIM. Goed hoor. Breng je poesie album den volgenden keer maar mede. Ik hoop het album, na er in geschreven te hebben, weer spoedig terug te kunnen geven. Ja, het maken van een gelukspop is een aardig werkje. Als de pop af is ziet ze er grappig uit. Dag Jopie Slim. Best RAMENLAPSTERTJE. Fijn zeg dat ik heusch eens met je mag medespelen. Als ik nu maar tijd kan vinden. Heb je twee poppen en een poppenkamer? Wat dolletjes, 'k Begrijp dat je vaak met je zusjes speelt. Je bent in dat op zicht nogal ruim bedeeld. Je ouders en Blondje heb ik 1.1. Zaterdagavond even gesproken. Dag Ramenlapstertje. Lief ZANGERESJE. L.l. Dinsdagavond heb ik den Bonten Dinsdagavondtrein van de AVRO niet gehoord, 'k Weet dus niet wat je bedoelt in je briefje. Wat heb je je naam schitterend onder je briefje geschreven en dan nog wel vol uit. Heb je nu geen kiespijn meer? Het is toch beter kort pijn te hebben, dan bij voortduring. Daarom is een bezoek bij den tandarts, hoe on aangenaam ook, toch nog het beste. Dag Zan geresje. Best MADELIEFJE. Je bent dus ook al een philateliste. Prettig dat je een album hebt. Je kunt de zegels die je ontvangt of geruild hebt dadelijk ordenen. Welke boeken heb je de laat ste maanden gelezen? Ja, ik zou ook graag wat meer boeken lezen maar helaas ontbreekt me de tijd. 'k Ben al blij als ik het belangrijkste nieuws uit de couranten en m'n vakleetuur kan bijhouden. Dag Madeliefje. Best GOUDHAARTJE. Prettig dat je weer een nieuwe jurk gekregen hebt. Een grijsblauwe ruit zal je goed staan. Ja, het weer is de laatste dagen absoluut niet ltoud geweest en wanneer de lucht helder is, merkt men dat de dagen len gen. Heerlijk dat we de lente tegemoet gaan. Je schrijft, aan de boomen komen langzamerhand weer knoppen. Dat is niet geheel juist. De knop pen zijn reeds aanwezig maar gaan tegen het voorjaar, wanneer het weer zacht is, zwellen. Ze worden dus duidelijker zichtbaar. Dag Goud haartje. Lief REPELSTEELTJE. De kleintjes zon gen weer snoezig. Het clubje van drie kent ook de woordjes goed en spreekt ze tijdens het zin gen duidelijk uit. Ze mogen iedere week wel VLUG ALS DE WIND door W. B.-Z. VAN IA&SH Altijd gezwind, Vlug als de wind. En onvervaard. Rijdt 't moedige paard. Al klettert de regen Het kan er wel tegen Het voert zijn berijder Al wijder en wijder Langs rotsen en meren. Geen steen kan het deren. Het strekt er de pooten, Springt over de slooten. Gaat dwars door de weiden, Kan bergen afglijden. De staart steeds gestrekt En de pooten gerekt. Al wordt de grond weeker, Het rijdt immer zeker. In gestadigen draf. Heuvel op, heuvel af. Altijd maar gezwind. En zoo vlug als de wind. even voor het voetlicht komen. Grijp je nog steeds Zaterdag's het eerst naar de IJm. Cour om de kinderrubriek te lezen? Dat vind ik grap pig. Is je zus ook zoo benieuwd als jij? Dag Re pelsteeltje. Best CROCUSJE. Je hebt een uitstekenden verjaardag gehad zeg. Prettig dat je ook eenige nuttige cadeaux gekregen hebt. Wie naait de jurk en de pyjama? Zoek maar een mooi maak sel uit. Hoe bevalt je de morgen- en middag wandeling. Voor je gezondheid is het uitstekend, Je hapt flink frissche lucht en bent behoorlijk in beweging. Dag Crocus je. Lief BELLEFLEURTJE. Hartelijk dank ik je voor je langen brief, 'k Vind het prettig dat je me de hoofdrol van het tooneelstukje schrijft. Het geheel zal snoezig geweest zijn. 'k Ben nu reeds verlangend naar het vervolg. Heb je veel en lang gerepeteerd voor de opvoering? Je hebt me vergeten te melden waar je school gaat. Ik denk op school A. Heb ik goed gedacht? Dag Bellefleurtje. Beste VERONIKA. Wat kan zoo'n kleintje ver springen. Je bent een kraan hoor. Ja, inder daad heb je gelijk. Van het nieuwe is bijna reeds 1/12 deel om. Wat gaat het toch vlug. Als je blousje af is, wil ik het graag bewonderen en als het me past? Je begrijpt me wel hè? Een goede verstaander heeft maar een half woord noodig. De jurk maak je maar een weinig op den groei dan kan ik haar zeker aan. Snoezig van je dat je zoo ijverig voor me naait. Eerst een blouse en dan een jurk. Tot zelfs de stof krijg ik cadeau het kan niet beter. Dag Veronika. Beste KLEINE ZUS. Jij hebt weer keurig ge zongen zeg. Den volgenden keer mag je nog eens met je vriendinnen zingen. Jullie zijn het zang lustige trio. Deg Kleine Zus. Lief BLONDJE. Jij bent dus 1.1. Zaterdag op de bruiloft geweest en hebt het echt naar je zin gehad. Moppig dat ik je juist na afloop moest tegenkomen. Je zus heeft een goeden verjaardag gehad. Prettig dat je steeds graag naar de club gaat. A.s. Zomer houd ik weer visite-uur bij me thuis. Om beurten mogen dan 4 of 6 meisjes tegelijk een uurtje bij mij oj visite komen. De meisjes die uitgenoodigd wor den staan in de rubriek vermeld. Als je rubrie- kertje blijft en daar twijfel ik niet aan, dan mag jij natuurlijk ook eens komen. Gezellig hè? Dag Blondje. Beste VERGEET MIJ NIET. Wil je in je volgend briefje nog even je verjaardag ver melden? 'k Mocht er anders eens niet aan den ken en dan vergeten je een kaart te sturen. Ja het theepotdekje wordt snoezig. Er is wel veel werk aan, maar zonder moeite heeft men niets. Zal je me niet meer vergeten? Dag Vergeet mij niet. Lief KWIKSTAARTJE; 'k Begrijp dat poes na zoo'n gul onthaal en goede verzorging niet meer weg wilde gaan. Gelukkig dat er altijd menschen zijn die zich over de dieren ontfer men. Ze zijn de zwakkere, de hulpbehoevende en hebben vaak menschelijke ontferming noo dig. Wat heb je poes een aardige naam gegeven. Je bent zeker wel nieuwsgierig hoe de geluks pop er uit zal zien. Wanneer ze gereed is? Nog twee clubmiddagen en dan zal ze wel gereed zijn. Dag Kwikstaartje. Lief ZWARTOOGJE. Ja ik heb het regen kapje van Nellie gezien. Het is grappig en staat haar guitig. Prettig dat Nellie wel eens bij je komt spelen. Jullie zult je dan best vermaken, Nog veel prettige speeluurtjes samen. Dag Zwartoogje. Best LELIETJE VAN DALEN. Kon je vo rige week geen tijd vinden om mij te schrijven? Gelukkig dat ik tot heden nog steeds tijd heb kunnen vrij maken om je op je briefje te ant woorden. Wat heeft de juffrouw op school op gericht? Ik heb het woord niet goed kunnen ontcijferen. Schrijf me het antwoord maar in je volgende briefje. Dag Lelietje van Dalen. Lief STERREKONINGINNETJE. Heb je nu reeds een gevulde kies. Dat is niet te laat zeg. Ja, je regenkapje heb ik gezien, 'k Vind het snoezig met die grappige Indische poppetjes. Tot kijk. Dag Sterrekoninginnetje. Lief WITWOLLETJE. We leven momenteel in den kleppertijd. Bij mij in de klas hébben ook veel kinderen kleppers. Het is een aardige be zigheid maar dan buitenshuis. Je kunt nu weer zingen het liedje van Jacob Hamel „Hoor je wel m'n kleppers gaan" enz. Klepper met ge noegen maar maak je moeder niet doof. Dag Wit woliet je. Best ZONDAGSKIND. Jammer dat, nu al len hersteld zijn, je vader weer ziek geworden is. Zoo is er altijd iets in een groot gezin. Je schrijft „op het oogenblik is het weer mooi" Thans, terwijl ik de briefjes zit te beantwoor den, hoor ik het buiten danig stormen. Het weer is momenteel wispelturig en zal dat voorloopig nog wel blijven. Dag Zondagskind. Lief ZONNESTRAALTJE.. Kan je al thuis muizentrapjes maken? Dat vind ik flink. Je kunt je dus weer met een nieuw werkje bezig hou den. Dag Zonnestraaltje. Best GOUDMUILTJE. Waar ga je op cate chisatie? Den naam van je catechiseermeester kan ik niet goed lezen. De titel van je boek vind ik mooi al lijkt het mij een jongensboek toe. Gretha Tolman heeft je kaart ontvangen. Je hebt dus goed geadresseerd. Behoef je 's Woensdags niet meer naar zwemles? Dag Goudmuiltje. Lief BERGKONINGINNETJE. Gelukkig dat je weer hersteld bent. Of je, als je negen jaar bent, op de club bij mijn afdeehng mag zitten? Voor de Paaschvacantie verplaats ik niet meer. Wanneer we in het najaar weer bijeen komen, dan kom je direct bij mijn af deeling. Tot zoolang dus geduld houden. Hebben jij en je twee zusjes ieder een nieuwe jurk gehad? Dat is even fijn zeg. Dat je na de Beverwijksche reis hoofdpijn gekregenen hebt, verwondert mij niets. Je bent pas ziek geweest en kunt nog niet veel hebben. Het beste hoor. Dag Berg- koninginnetje. Best KRULLEKOPJE. Wat zul je gesmuld hebben van de zelf gekookte Custardpudding met chocolade er over. Weet je wat de oudste meisjes uit mijn klas 1.1. Dinsdag gekookt heb ben? Stamppot van zuurkool met aardappelen en pekelspel. De zuurkool, aardappelen en pe- kelspel hebben ze zelf in de winkels gehaald. De aardappelen geschild en gewasschen, enz Tot slot hebben ze tafel gedekt en alles opge geten. A.s. Maandag mogen ze voor ieder kind een puddingkje maken en met mandarijntjes garneeren, ter eere van de verjaardag van H. K H. Prinses Beatrix. Dat zal me Dinsdag een smulpartij worden vooral nu een moeder van één der leerlingen voor de gelegenheid wafel tjes zal bakken, 'k Geniet nu reeds als ik aan de blijde gezichtjes denk. Ze krijgen dan ook ieder een gelukspop mede die ze zelf gemaakt heb- JAN DRAAIT EEN FILM AF, door W. B.—Z. We zitten allen bij elkaar, Vader, moeder, zusje Saar, Bennie, Dolf en onze Han, En dan ook nog neefje Jan. Jan laat leuke dingen zien, Van een reis per vliegmachien, We gingen mee hoog in de lucht. Jongens, 't was een reuze-vlucht. We kwamen in de Tropen aan, Zijn toen huiswaarts weer gegaan. We maakten toen de reis per boot, Wat je op 't water fijn genoot. We zagen reuze groote haaien, Die maar met hun staarten zwaaien, We kwamen door de Roode Zee, Nu die warmte viel niet mee. De passagiers lagen te zuchten Aten niets dan ijs met vruchten. Later gingen wij per trein Om wat eerder thuis te zijn. De klok zou juist acht uren slaan, Toen de reis weer was gedaan. IK BEN ZIEK. door W. B.Z. Ik ben ziek, Ik heb griep, Alles vind ik even naar En mijn hoofd voelt toch zoo zwaar. Ik ben ziek, Ik heb griep, Dokter is er al geweest 'k Hoop, dat hij mij gauw geneest. Ik ben ziek, Ik heb griep, 'k Voel mij niet meer zoo erg naar, Maar mijn hoofd voelt nog wel zwaar. Ik ben ziek, Ik heb griep, 'k Mag al even uit mijn bed, Ja, dat zei de dokter net. Ik ben beter, 'k Mag naar buiten, Fijn de zon schijnt door de ruiten. Ha! de jongens wachten al, „Ja, ik kom gauw met mijn bal!" ben en die met oranje rondjes versierd is. Dag Krullekopje. Best TEEKENAARSTERTJE. 'k Zou haast schrijven Borduurstertje. Wat wordt dat een snoezig poppen jurk je en wat een schattig schortje is er bij. Nu maar keurig borduren, zoodat het nog mooier wordt. Dag Tee- kenaarstertje. Beste POLLY. 'k Geloof dat het momenteel kiespijntijd is. Drie rubriekertjes hebben deze week met den tandarts kennis gemaakt. Geluk kig kan de kies, wat een groote knaap zeg, geen pijn meer doen. De loopende en volgende week heb ik het erg druk. Daarna zal ik denkelijk wel even tijd hebben voor je verhaal. Het beste met je hoor. M'n groeten aan je ouders en broers. Dag Pollij. Veel groeten van, Mej. E. VIJLBRIEF. EEN PIENTER VENTJE! Jong gewend, oude gedaan! Hieraan moest ik denken, toen ik onlangs na lang zoeken een gaatje ontdekte in een rij par- keerende auto's en daar mijn wagen naar toe stuurde. Een klein kereltje van een jaar of negen, hoogstens tien, schoot op me toe en wees me met zaakkundige bewegingen van zijn kleine armen, hoe ik 't moest aanleggen. Met hart en ziel ging hij in z'n werk op, dat kon je direct zien. Als mijn spatborden gevaar liepen krassen op de naburige wagens te maken, trok hij een be nauwd gezicht en als 't dan tóch goed ging, adem de hij zichtbaar op. Toen de wagen stond en ik was uitgestapt, stopte ik hem een dubbeltje in de hand met de opmerking: „dat heb je netjes gedaan." Hij bedankte stralend van vreugde, maar voegde er aan toe: „O, maar daar is 't me niet om te doen. Ik ben hier in de leer." „Een tienjarige jongen in de leer? En bij wien dan?" .Neen, dat niet, meneer", zei het kereltje, „ik leer voor mezelf." „En waar leer je dan voor?" „Voor parkeerder, meneer. Ziet U, als straks iedereen hier, net als in Amerika, een auto heeft, dan wordt dat het baantje van de toe komst!" Ik vond dat deze pientere jongen groot gelijk had. En jullie? EEN kennisje van me in Indië schreef me onlangs dat er bij haar in de buurt een lichte aardbeving was geweest en ze schreef erbij: Vind je het niet merk waardig dat, vóór wij nog iets van de aardbeving gemerkt haden, onze hond geweldig begon te janken. Zou die de komst van die aardbeving gevoeld hebben?" Ja, dat is zeer zeker zoo ge weest en omdat ik veronderstel, dat dit voor jul lie ook iets nieuws is, wil ik hier een praatje met jullie houden over de houding van dieren ten opzichte van een aardbeving. Niet alleen honden voelen nog voor de aardbeving plaats heeft, haar komst, maar tal van andere dieren eveneens, Kikkers staken hun gekwaak vlak voor een aard beving en mollen hun gewroet in de aarde. Paar den worden onrustig, beginnen soms te steigeren en eten absoluut niet; vogels fladderen angstig schreeuwend in het rond. Toen indertijd in Italië een aardbeving groote verwoestingen had aan gericht, had een kat dit van te voren gevoeld. Zij rende als een bezetene door het huis, een paar minuten vóór de aardbeving begon en sprong ten slotte door een open raam naar buiten. In Chili heeft men indertijd opgemerkt, dat nog voor de menschen iets van een aardbeving gemerkt had den, er groote troepen zeevogels het land invlo gen, alsof ze reeds van te voren de trillingen van den zeebodem gevoeld hadden. Vooral in Japan, het land met zijn vele aardbevingen heeft men tal van onderzoekingen in deze richting gedaan. Hier kwam men ook tot de gevolgtrekking, dat er veel meer visch gevangen werd in den tijd, dat de aardkorst voortdurend in trilling was, dan bij rusttoestand van de aardkorst. Visschen die in gewone omstandigheden op een diepte van 900 meter zwommen, kwamen voor en na een aardbeving in zoo'n groote massa dood aan de oppervlakte, dat sommige stroomen verstopt dreigden te worden van de doóde visschen. Ook in Europa, waar we gelukkig niet zoo heel veel aardbevingen hebben gehad, heeft men te dien opzichte eenige ervaringen opgedaan. 17 Dec. 1896 voelde men in 't Engelsche plaatsje Hereford een aardbeving, die enkele schoorstee- nen naar beneden deed vallen. Men had hier opgemerkt dat kort te voren de paarden in de wei wild ronddraafden en niet alleen paarden maar ook het overige vee voelde zich onrustig; de schapen holden door de wei als werden ze door wolven achterna gezeten. De hanen la-aai den, de kippen kakelden ontzettend; eenden en zwanen sloegen wild met de vleugels op het wa ter. Ook na afloop van de aardbeving blijven de dieren nog langen tijd onrustig en staan soms nog uren daarna op hun pooten te trillen. Langs de plek waar een paard eenmaal een dergelijke aardbeving gevoeld heeft, krijgt men het niet ge makkelijk weer langs. Niet alle dieren zijn in dit opzicht even gevoe lig. Terwijl een mensch de trilling nog waar neemt, als hij zich op een afstand van 288 km. bevindt van het punt waar de aardbeving plaats heeft, voelt een fazant dit op een afstand van 232 km., een hond op een afstand van 175 km. een paard op 132 km., een koe op 55 km. kat ten en honden op slechts 35 km. afstand, terwijl het gevogelte dit voelt op 175 km. afstand. Vis schen en vogels besterven het vaak van schrik; het is als gaat er een electrische schok door hen heen. W. B.—Z OP DE INBREKERSJACHT. Het is Zaterdagavond. Ik zit alleen in de ka mer, want mijn ouders zijn uit en mijn zuster is vroeg naar bed gegaan, want ze had wat hoofd pijn. Het is al acht uur op de klok. Kom, ik zal mijn huiswerk maar vast voor Maandag gaan leeren. Ik sta op van. mijn luie houding en pak mijn meetkundeboek. Ik sla het open en begin te leeren. De klok slaat half negen, negen uur. Ik bemerk het niet. Opeens lijkt mijn hart stil te staan van schrik, want ik hoor een luid geraas boven op zolder, net of er iemand tegen een tafel slaat. Ik kijk vlug op de klok. Bijna half tien al. Over een half uur zouden mijn ouders thuisko men. En ik ben heelemaal alleen thuis met mis schien. een inbreker. Stil, hoorde ik daar weer niet iets?Nee het is een auto, die het huis voorbijrijdt. Ik be gin te lachen. Ach, het is natuurlijk allemaal on zin. Ik heb natuurlijk gedroomd. Waar zou ik mij bang om maken? En, wat gerustgesteld, ga ik weer in de fauteuil zitten, en wil ik mijn boek weer ter hand nemen, maar nu hoor ik echt iets. Ik hoor n.l. dat er iemand de trap afloopt. Ang stig kijk ik naar de deur. Het geluid komt lang zaam naderer komt iemand naar de deur toeloopen De knop wordt vastgepakt en omgedraaid. Werktuigelijk kijk ik rond en ontdek een pook bij de haard. Snel neem ik dit werktuig in mijn hand en net ben ik daar mee klaar, of de deur opent zich langzaam. Ik verwacht minstens een man of zoo iets te zien, maar daar verschijnt op de drempelmijn zuster, die door het lawaai wakker was geworden. Als ze mij, als een veld heer, met een pook opgeheven ziet, kijkt ze erg verbaasd. Ik laat de pook zinken, en vraag haar waarom ze hier naar toe komt. Ze vertelt me de toedracht van de zaak een beetje zenuwachtig. Dan vraagt ze aan mij, of ik eens boven wil kijken. „Want," voegt ze er bij, „met een inbre ker in huis, durf ik niet hier te blijven!" Ik wil niet bang schijnen voor mijn zuster en daarom stap ik kordaat naar de kamerdeur en open deze. Dan stap ik de gang in en dannaar boven. Mijn zuster blijft in de kamer. Ik klim met een ietsje bezwaard gemoed de trap op. Daar sta ik al voor de zoldertrap. Een donkerte grijnst mij aan. Ik ontsteek het licht en dan roep ik: „Is daar iemand?" Het blijft stil. Dan, al mijn krach ten te voorschijn halend, klim ik naar boven. Als ik daar ben, kijk ik rond. Maar er is niets te zien. Maar ik geef het niet op. En, nadat ik een heelen tijd op zolder ben geweest, zie ik de oorzaak van 't lawaai. Als ik in 'n hoek van den zolder kom, komt daar, snorrend, onze poes op mij af. Uit. speelschheid had zij een vaas omge- stooten.Woedend geef ik het arme dier een trap, niet te hard gelukkig, en jaag haar naar beneden. Dan ga ik zelf eok. Mijn zuster had al dien tijd in angstige spanning op me gewacht. Ik stel haar gerust en na een paar minuten is alles weer rustig in de kamer en zoek ik mijn boek weer op. Dat ik den volgenden dag door mijn ouders werd uitgelachen, behoef ik niet te zeggen. GYMNAST, oud 13 jaar. DE TIENVTNGERIGE LUIAARD. Hij haast zich langzaam en toch kan hij zich best redden. Als je voor het eerst het dier zou zien, dat den toepasselijken naam van luiaard draagt, zou je zeker teleurgesteld zijn. Roer loos hangt hij uren en uren achtereen aan zijn vier pooten en zelfs een kanonschot zou hem niet opschrikken. Toch beweegt dit ver velende dier zich wel eens een geertje, maar altijd volgens de leus „haast u langzaam". De tienvingerige luiaard leeft in de oer wouden van Brazilië en hij kan er zich even goed doorslaan als de flinkste, vlugste apen. Alleen maar op een andere manier. Gemoedelijk en uiterst bedaard slingert hij zich aan zijn klauwen van tak tot tak, waarbij hij zich zóó vasthaakt, dat hij met geen geweld los te rukken is. Haast heeft hij volstrekt niet, want de bladeren, die hij eten wil, loopen niet weg. Wat zou e-en tienvingerige luiaard ook kun nen verzuimen? Hij is er verreweg het beste aan toe, wanneer hij bijna onbeweeglijk in een boomtop hangt: dan glijdt de reuzen slang hem voorbij en de harpijen, die ge weldige roofvogels, merken hem niet op. De bewegelijke apen daarentegen worden heel gemakkelijk door groote roofdieren gevan gen. Verschijnt er soms eens een jaguar in het woud op jacht naar een luiaard dan hangt hij meestal te hoog. De roover doet dan een wanhcipigen sprong in de takken en komt vaak pijnlijk terecht; de luiaard daarentegen hangt er na uren nog, net of hij niets ge merkt heeft. Juist zijn luiheid en onbeweeglijkheid bieden het dier de grootste bescherming, want ofschoon hij slechts één jong ter wereld brengt, de soort blijft zich steeds handhaven, ondanks de veie gevaren, waaraan het dier blootstaat. Zelfs voor haar kind is de luiaard-moeder niet zoo erg bezorgd. Als ze in een boom hangt, heeft ze het onder haar hoede, maar verder scharrelt het diertje maar wat op eigen houitje rond. De zintuigen van de oude zijn zoo onontwikkeld^ dat ze het kind niet meer opmerkt, zoodra het een paar meter van haar is afgedwaald en dan is het kleintje ook reddeloos verloren! De luiaard leeft om zoo te zeggen in een omgekeerde wereld: hij hangt altijd met den kop naar beneden. Zijn armen en beenen zijn buigzaam en kunnen hem uitstekend dragen. Wat een luiaard eenmaal gepakt heeft, laat hij niet zoo gauw weer los. De kleine roofdieren zijn dan ook verlamd van schrik, als ze zoo'n groot griezelig beest heel lang zaam op zich af zien schuiven. En zijn ze gepakt dan komen ze nooit meer lc<s, ook al krabben en bijten ze uit alle macht. De luiaard zelf is totaal ongevoelig voor ver wondingen: hij heeft een dikke taaie huid. Tot slot iets. wat je heelemaal niet den ken zou: de luiaard kan uitstekend zwem® men. Alleen.hij haast zich langzaam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8