i
v
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Aan allen!
Deze week schrijf ik weer geen briefje
vooraf.
Lief BIJDEHANDJE. Je hebt nu den romp
van de gelukspop af. Den volgenden keer worden
de armen en beenen gemaakt en aan den romp
bevestigd, waarna tot slot het hoofd volgt. Eer
de pop echter geheel af is en mede naar huis
genomen kan worden, zijn we wel eenige week
jes verdei\ Dag Bijdehandje.
Best BOODSCHAPPERTJE. Drie maal ach
ter elkander voor je schrijven, niet schrijfen
zooals je schreef, 8J/2 vind ik flink en slechts
telkens hoogstens 1 fout in je taalles is ook goed.
Wat ben je thuis ijverig aan het werk geweest.
Als je nu ook maar netjes gewerkt hebt, zoodat
het werk aan beide kanten er keurig uit ziet.
Bij gelegenheid hoop ik het resultaat van je ar
beid eens te mogen zien. Dag Boodschappertje.
Best SNEEWWITJE. Gelukkig dat de dokter
weer hoop heeft en meent dat je grootmoeder
wel weer zal opknappen. Zes en tachtig jaar is
anders een heele leeftijd en dan valt er niet
veel meer te verwachten, 'k Raad je zusje aan,
als ze ook op de club wil komen terstond met
het inzenden van haar briefje te beginnen. Ze
mag dan den 2cn Woensdag in Febr. komen,
'k Wensch je met je moeder's verjaardag een
prettig dagje toe. Dag Sneeuwwitje.
Best DICKY BIGMANS. Voor een meisje
uit de 2e klas heb je een tamelijk goed briefje
geschreven. Flink zoo. Je moet echter niet schrij
ven „ik nep" maar ,ik heb". Blijf maar flink met
het schrijven van briefjes oefenen. Het zal je
langer hoe gemakkelijker afgaan. Dag Dicky
Bigmans.
Lief JOPIE SLIM. Goed hoor. Breng je
poesie album den volgenden keer maar mede. Ik
hoop het album, na er in geschreven te hebben,
weer spoedig terug te kunnen geven. Ja, het
maken van een gelukspop is een aardig werkje.
Als de pop af is ziet ze er grappig uit. Dag
Jopie Slim.
Best RAMENLAPSTERTJE. Fijn zeg dat ik
heusch eens met je mag medespelen. Als ik nu
maar tijd kan vinden. Heb je twee poppen en
een poppenkamer? Wat dolletjes, 'k Begrijp dat
je vaak met je zusjes speelt. Je bent in dat op
zicht nogal ruim bedeeld. Je ouders en Blondje
heb ik 1.1. Zaterdagavond even gesproken. Dag
Ramenlapstertje.
Lief ZANGERESJE. L.l. Dinsdagavond heb
ik den Bonten Dinsdagavondtrein van de AVRO
niet gehoord, 'k Weet dus niet wat je bedoelt
in je briefje. Wat heb je je naam schitterend
onder je briefje geschreven en dan nog wel vol
uit. Heb je nu geen kiespijn meer? Het is toch
beter kort pijn te hebben, dan bij voortduring.
Daarom is een bezoek bij den tandarts, hoe on
aangenaam ook, toch nog het beste. Dag Zan
geresje.
Best MADELIEFJE. Je bent dus ook al een
philateliste. Prettig dat je een album hebt. Je
kunt de zegels die je ontvangt of geruild hebt
dadelijk ordenen. Welke boeken heb je de laat
ste maanden gelezen? Ja, ik zou ook graag wat
meer boeken lezen maar helaas ontbreekt me
de tijd. 'k Ben al blij als ik het belangrijkste
nieuws uit de couranten en m'n vakleetuur kan
bijhouden. Dag Madeliefje.
Best GOUDHAARTJE. Prettig dat je weer
een nieuwe jurk gekregen hebt. Een grijsblauwe
ruit zal je goed staan. Ja, het weer is de laatste
dagen absoluut niet ltoud geweest en wanneer
de lucht helder is, merkt men dat de dagen len
gen. Heerlijk dat we de lente tegemoet gaan. Je
schrijft, aan de boomen komen langzamerhand
weer knoppen. Dat is niet geheel juist. De knop
pen zijn reeds aanwezig maar gaan tegen het
voorjaar, wanneer het weer zacht is, zwellen.
Ze worden dus duidelijker zichtbaar. Dag Goud
haartje.
Lief REPELSTEELTJE. De kleintjes zon
gen weer snoezig. Het clubje van drie kent ook
de woordjes goed en spreekt ze tijdens het zin
gen duidelijk uit. Ze mogen iedere week wel
VLUG ALS DE WIND
door W. B.-Z.
VAN IA&SH
Altijd gezwind,
Vlug als de wind.
En onvervaard.
Rijdt 't moedige paard.
Al klettert de regen
Het kan er wel tegen
Het voert zijn berijder
Al wijder en wijder
Langs rotsen en meren.
Geen steen kan het deren.
Het strekt er de pooten,
Springt over de slooten.
Gaat dwars door de weiden,
Kan bergen afglijden.
De staart steeds gestrekt
En de pooten gerekt.
Al wordt de grond weeker,
Het rijdt immer zeker.
In gestadigen draf.
Heuvel op, heuvel af.
Altijd maar gezwind.
En zoo vlug als de wind.
even voor het voetlicht komen. Grijp je nog
steeds Zaterdag's het eerst naar de IJm. Cour
om de kinderrubriek te lezen? Dat vind ik grap
pig. Is je zus ook zoo benieuwd als jij? Dag Re
pelsteeltje.
Best CROCUSJE. Je hebt een uitstekenden
verjaardag gehad zeg. Prettig dat je ook eenige
nuttige cadeaux gekregen hebt. Wie naait de
jurk en de pyjama? Zoek maar een mooi maak
sel uit. Hoe bevalt je de morgen- en middag
wandeling. Voor je gezondheid is het uitstekend,
Je hapt flink frissche lucht en bent behoorlijk
in beweging. Dag Crocus je.
Lief BELLEFLEURTJE. Hartelijk dank ik
je voor je langen brief, 'k Vind het prettig dat
je me de hoofdrol van het tooneelstukje schrijft.
Het geheel zal snoezig geweest zijn. 'k Ben nu
reeds verlangend naar het vervolg. Heb je veel
en lang gerepeteerd voor de opvoering? Je hebt
me vergeten te melden waar je school gaat. Ik
denk op school A. Heb ik goed gedacht? Dag
Bellefleurtje.
Beste VERONIKA. Wat kan zoo'n kleintje
ver springen. Je bent een kraan hoor. Ja, inder
daad heb je gelijk. Van het nieuwe is bijna
reeds 1/12 deel om. Wat gaat het toch vlug. Als
je blousje af is, wil ik het graag bewonderen en
als het me past? Je begrijpt me wel hè? Een
goede verstaander heeft maar een half woord
noodig. De jurk maak je maar een weinig op
den groei dan kan ik haar zeker aan. Snoezig van
je dat je zoo ijverig voor me naait. Eerst een
blouse en dan een jurk. Tot zelfs de stof krijg
ik cadeau het kan niet beter. Dag Veronika.
Beste KLEINE ZUS. Jij hebt weer keurig ge
zongen zeg. Den volgenden keer mag je nog eens
met je vriendinnen zingen. Jullie zijn het zang
lustige trio. Deg Kleine Zus.
Lief BLONDJE. Jij bent dus 1.1. Zaterdag
op de bruiloft geweest en hebt het echt naar je
zin gehad. Moppig dat ik je juist na afloop
moest tegenkomen. Je zus heeft een goeden
verjaardag gehad. Prettig dat je steeds graag
naar de club gaat. A.s. Zomer houd ik weer
visite-uur bij me thuis. Om beurten mogen dan
4 of 6 meisjes tegelijk een uurtje bij mij oj
visite komen. De meisjes die uitgenoodigd wor
den staan in de rubriek vermeld. Als je rubrie-
kertje blijft en daar twijfel ik niet aan, dan mag
jij natuurlijk ook eens komen. Gezellig hè? Dag
Blondje.
Beste VERGEET MIJ NIET. Wil je in je
volgend briefje nog even je verjaardag ver
melden? 'k Mocht er anders eens niet aan den
ken en dan vergeten je een kaart te sturen. Ja
het theepotdekje wordt snoezig. Er is wel veel
werk aan, maar zonder moeite heeft men niets.
Zal je me niet meer vergeten? Dag Vergeet mij
niet.
Lief KWIKSTAARTJE; 'k Begrijp dat poes
na zoo'n gul onthaal en goede verzorging niet
meer weg wilde gaan. Gelukkig dat er altijd
menschen zijn die zich over de dieren ontfer
men. Ze zijn de zwakkere, de hulpbehoevende
en hebben vaak menschelijke ontferming noo
dig. Wat heb je poes een aardige naam gegeven.
Je bent zeker wel nieuwsgierig hoe de geluks
pop er uit zal zien. Wanneer ze gereed is? Nog
twee clubmiddagen en dan zal ze wel gereed
zijn. Dag Kwikstaartje.
Lief ZWARTOOGJE. Ja ik heb het regen
kapje van Nellie gezien. Het is grappig en staat
haar guitig. Prettig dat Nellie wel eens bij je
komt spelen. Jullie zult je dan best vermaken,
Nog veel prettige speeluurtjes samen. Dag
Zwartoogje.
Best LELIETJE VAN DALEN. Kon je vo
rige week geen tijd vinden om mij te schrijven?
Gelukkig dat ik tot heden nog steeds tijd heb
kunnen vrij maken om je op je briefje te ant
woorden. Wat heeft de juffrouw op school op
gericht? Ik heb het woord niet goed kunnen
ontcijferen. Schrijf me het antwoord maar in je
volgende briefje. Dag Lelietje van Dalen.
Lief STERREKONINGINNETJE. Heb je
nu reeds een gevulde kies. Dat is niet te laat zeg.
Ja, je regenkapje heb ik gezien, 'k Vind het
snoezig met die grappige Indische poppetjes.
Tot kijk. Dag Sterrekoninginnetje.
Lief WITWOLLETJE. We leven momenteel
in den kleppertijd. Bij mij in de klas hébben ook
veel kinderen kleppers. Het is een aardige be
zigheid maar dan buitenshuis. Je kunt nu weer
zingen het liedje van Jacob Hamel „Hoor je
wel m'n kleppers gaan" enz. Klepper met ge
noegen maar maak je moeder niet doof. Dag
Wit woliet je.
Best ZONDAGSKIND. Jammer dat, nu al
len hersteld zijn, je vader weer ziek geworden
is. Zoo is er altijd iets in een groot gezin. Je
schrijft „op het oogenblik is het weer mooi"
Thans, terwijl ik de briefjes zit te beantwoor
den, hoor ik het buiten danig stormen. Het weer
is momenteel wispelturig en zal dat voorloopig
nog wel blijven. Dag Zondagskind.
Lief ZONNESTRAALTJE.. Kan je al thuis
muizentrapjes maken? Dat vind ik flink. Je kunt
je dus weer met een nieuw werkje bezig hou
den. Dag Zonnestraaltje.
Best GOUDMUILTJE. Waar ga je op cate
chisatie? Den naam van je catechiseermeester
kan ik niet goed lezen. De titel van je boek
vind ik mooi al lijkt het mij een jongensboek
toe. Gretha Tolman heeft je kaart ontvangen.
Je hebt dus goed geadresseerd. Behoef je
's Woensdags niet meer naar zwemles? Dag
Goudmuiltje.
Lief BERGKONINGINNETJE. Gelukkig
dat je weer hersteld bent. Of je, als je negen
jaar bent, op de club bij mijn afdeehng mag
zitten? Voor de Paaschvacantie verplaats ik niet
meer. Wanneer we in het najaar weer bijeen
komen, dan kom je direct bij mijn af deeling.
Tot zoolang dus geduld houden. Hebben jij en
je twee zusjes ieder een nieuwe jurk gehad?
Dat is even fijn zeg. Dat je na de Beverwijksche
reis hoofdpijn gekregenen hebt, verwondert
mij niets. Je bent pas ziek geweest en kunt nog
niet veel hebben. Het beste hoor. Dag Berg-
koninginnetje.
Best KRULLEKOPJE. Wat zul je gesmuld
hebben van de zelf gekookte Custardpudding
met chocolade er over. Weet je wat de oudste
meisjes uit mijn klas 1.1. Dinsdag gekookt heb
ben? Stamppot van zuurkool met aardappelen
en pekelspel. De zuurkool, aardappelen en pe-
kelspel hebben ze zelf in de winkels gehaald.
De aardappelen geschild en gewasschen, enz
Tot slot hebben ze tafel gedekt en alles opge
geten. A.s. Maandag mogen ze voor ieder kind
een puddingkje maken en met mandarijntjes
garneeren, ter eere van de verjaardag van H. K
H. Prinses Beatrix. Dat zal me Dinsdag een
smulpartij worden vooral nu een moeder van
één der leerlingen voor de gelegenheid wafel
tjes zal bakken, 'k Geniet nu reeds als ik aan de
blijde gezichtjes denk. Ze krijgen dan ook ieder
een gelukspop mede die ze zelf gemaakt heb-
JAN DRAAIT EEN FILM AF,
door W. B.—Z.
We zitten allen bij elkaar,
Vader, moeder, zusje Saar,
Bennie, Dolf en onze Han,
En dan ook nog neefje Jan.
Jan laat leuke dingen zien,
Van een reis per vliegmachien,
We gingen mee hoog in de lucht.
Jongens, 't was een reuze-vlucht.
We kwamen in de Tropen aan,
Zijn toen huiswaarts weer gegaan.
We maakten toen de reis per boot,
Wat je op 't water fijn genoot.
We zagen reuze groote haaien,
Die maar met hun staarten zwaaien,
We kwamen door de Roode Zee,
Nu die warmte viel niet mee.
De passagiers lagen te zuchten
Aten niets dan ijs met vruchten.
Later gingen wij per trein
Om wat eerder thuis te zijn.
De klok zou juist acht uren slaan,
Toen de reis weer was gedaan.
IK BEN ZIEK.
door W. B.Z.
Ik ben ziek,
Ik heb griep,
Alles vind ik even naar
En mijn hoofd voelt toch zoo zwaar.
Ik ben ziek,
Ik heb griep,
Dokter is er al geweest
'k Hoop, dat hij mij gauw geneest.
Ik ben ziek,
Ik heb griep,
'k Voel mij niet meer zoo erg naar,
Maar mijn hoofd voelt nog wel zwaar.
Ik ben ziek,
Ik heb griep,
'k Mag al even uit mijn bed,
Ja, dat zei de dokter net.
Ik ben beter,
'k Mag naar buiten,
Fijn de zon schijnt door de ruiten.
Ha! de jongens wachten al,
„Ja, ik kom gauw met mijn bal!"
ben en die met oranje rondjes versierd is. Dag
Krullekopje.
Best TEEKENAARSTERTJE. 'k Zou haast
schrijven Borduurstertje. Wat wordt dat een
snoezig poppen jurk je en wat een schattig
schortje is er bij. Nu maar keurig borduren,
zoodat het nog mooier wordt. Dag Tee-
kenaarstertje.
Beste POLLY. 'k Geloof dat het momenteel
kiespijntijd is. Drie rubriekertjes hebben deze
week met den tandarts kennis gemaakt. Geluk
kig kan de kies, wat een groote knaap zeg, geen
pijn meer doen. De loopende en volgende week
heb ik het erg druk. Daarna zal ik denkelijk
wel even tijd hebben voor je verhaal. Het beste
met je hoor. M'n groeten aan je ouders en
broers. Dag Pollij.
Veel groeten van,
Mej. E. VIJLBRIEF.
EEN PIENTER VENTJE!
Jong gewend, oude gedaan!
Hieraan moest ik denken, toen ik onlangs na
lang zoeken een gaatje ontdekte in een rij par-
keerende auto's en daar mijn wagen naar toe
stuurde.
Een klein kereltje van een jaar of negen,
hoogstens tien, schoot op me toe en wees me met
zaakkundige bewegingen van zijn kleine armen,
hoe ik 't moest aanleggen. Met hart en ziel ging
hij in z'n werk op, dat kon je direct zien.
Als mijn spatborden gevaar liepen krassen op
de naburige wagens te maken, trok hij een be
nauwd gezicht en als 't dan tóch goed ging, adem
de hij zichtbaar op. Toen de wagen stond en ik
was uitgestapt, stopte ik hem een dubbeltje in
de hand met de opmerking: „dat heb je netjes
gedaan." Hij bedankte stralend van vreugde,
maar voegde er aan toe: „O, maar daar is 't me
niet om te doen. Ik ben hier in de leer."
„Een tienjarige jongen in de leer? En bij wien
dan?"
.Neen, dat niet, meneer", zei het kereltje,
„ik leer voor mezelf."
„En waar leer je dan voor?"
„Voor parkeerder, meneer. Ziet U, als straks
iedereen hier, net als in Amerika, een auto
heeft, dan wordt dat het baantje van de toe
komst!" Ik vond dat deze pientere jongen groot
gelijk had. En jullie?
EEN kennisje van me in Indië schreef me
onlangs dat er bij haar in de buurt een
lichte aardbeving was geweest en ze
schreef erbij: Vind je het niet merk
waardig dat, vóór wij nog iets van de aardbeving
gemerkt haden, onze hond geweldig begon te
janken. Zou die de komst van die aardbeving
gevoeld hebben?" Ja, dat is zeer zeker zoo ge
weest en omdat ik veronderstel, dat dit voor jul
lie ook iets nieuws is, wil ik hier een praatje met
jullie houden over de houding van dieren ten
opzichte van een aardbeving. Niet alleen honden
voelen nog voor de aardbeving plaats heeft, haar
komst, maar tal van andere dieren eveneens,
Kikkers staken hun gekwaak vlak voor een aard
beving en mollen hun gewroet in de aarde. Paar
den worden onrustig, beginnen soms te steigeren
en eten absoluut niet; vogels fladderen angstig
schreeuwend in het rond. Toen indertijd in Italië
een aardbeving groote verwoestingen had aan
gericht, had een kat dit van te voren gevoeld. Zij
rende als een bezetene door het huis, een paar
minuten vóór de aardbeving begon en sprong ten
slotte door een open raam naar buiten. In Chili
heeft men indertijd opgemerkt, dat nog voor de
menschen iets van een aardbeving gemerkt had
den, er groote troepen zeevogels het land invlo
gen, alsof ze reeds van te voren de trillingen van
den zeebodem gevoeld hadden. Vooral in Japan,
het land met zijn vele aardbevingen heeft men
tal van onderzoekingen in deze richting gedaan.
Hier kwam men ook tot de gevolgtrekking, dat
er veel meer visch gevangen werd in den tijd,
dat de aardkorst voortdurend in trilling was, dan
bij rusttoestand van de aardkorst. Visschen die
in gewone omstandigheden op een diepte van
900 meter zwommen, kwamen voor en na een
aardbeving in zoo'n groote massa dood aan de
oppervlakte, dat sommige stroomen verstopt
dreigden te worden van de doóde visschen.
Ook in Europa, waar we gelukkig niet zoo heel
veel aardbevingen hebben gehad, heeft men te
dien opzichte eenige ervaringen opgedaan. 17
Dec. 1896 voelde men in 't Engelsche plaatsje
Hereford een aardbeving, die enkele schoorstee-
nen naar beneden deed vallen. Men had hier
opgemerkt dat kort te voren de paarden in de
wei wild ronddraafden en niet alleen paarden
maar ook het overige vee voelde zich onrustig;
de schapen holden door de wei als werden ze
door wolven achterna gezeten. De hanen la-aai
den, de kippen kakelden ontzettend; eenden en
zwanen sloegen wild met de vleugels op het wa
ter. Ook na afloop van de aardbeving blijven de
dieren nog langen tijd onrustig en staan soms
nog uren daarna op hun pooten te trillen. Langs
de plek waar een paard eenmaal een dergelijke
aardbeving gevoeld heeft, krijgt men het niet ge
makkelijk weer langs.
Niet alle dieren zijn in dit opzicht even gevoe
lig. Terwijl een mensch de trilling nog waar
neemt, als hij zich op een afstand van 288 km.
bevindt van het punt waar de aardbeving plaats
heeft, voelt een fazant dit op een afstand van
232 km., een hond op een afstand van 175 km.
een paard op 132 km., een koe op 55 km. kat
ten en honden op slechts 35 km. afstand, terwijl
het gevogelte dit voelt op 175 km. afstand. Vis
schen en vogels besterven het vaak van schrik;
het is als gaat er een electrische schok door hen
heen.
W. B.—Z
OP DE INBREKERSJACHT.
Het is Zaterdagavond. Ik zit alleen in de ka
mer, want mijn ouders zijn uit en mijn zuster is
vroeg naar bed gegaan, want ze had wat hoofd
pijn. Het is al acht uur op de klok. Kom, ik zal
mijn huiswerk maar vast voor Maandag gaan
leeren. Ik sta op van. mijn luie houding en pak
mijn meetkundeboek. Ik sla het open en begin
te leeren. De klok slaat half negen, negen uur.
Ik bemerk het niet. Opeens lijkt mijn hart stil te
staan van schrik, want ik hoor een luid geraas
boven op zolder, net of er iemand tegen een tafel
slaat. Ik kijk vlug op de klok. Bijna half tien al.
Over een half uur zouden mijn ouders thuisko
men. En ik ben heelemaal alleen thuis met mis
schien. een inbreker.
Stil, hoorde ik daar weer niet iets?Nee
het is een auto, die het huis voorbijrijdt. Ik be
gin te lachen. Ach, het is natuurlijk allemaal on
zin. Ik heb natuurlijk gedroomd. Waar zou ik
mij bang om maken? En, wat gerustgesteld, ga
ik weer in de fauteuil zitten, en wil ik mijn boek
weer ter hand nemen, maar nu hoor ik echt iets.
Ik hoor n.l. dat er iemand de trap afloopt. Ang
stig kijk ik naar de deur. Het geluid komt lang
zaam naderer komt iemand naar de deur
toeloopen
De knop wordt vastgepakt en omgedraaid.
Werktuigelijk kijk ik rond en ontdek een pook
bij de haard. Snel neem ik dit werktuig in mijn
hand en net ben ik daar mee klaar, of de deur
opent zich langzaam. Ik verwacht minstens een
man of zoo iets te zien, maar daar verschijnt op
de drempelmijn zuster, die door het lawaai
wakker was geworden. Als ze mij, als een veld
heer, met een pook opgeheven ziet, kijkt ze erg
verbaasd. Ik laat de pook zinken, en vraag haar
waarom ze hier naar toe komt. Ze vertelt me de
toedracht van de zaak een beetje zenuwachtig.
Dan vraagt ze aan mij, of ik eens boven wil
kijken. „Want," voegt ze er bij, „met een inbre
ker in huis, durf ik niet hier te blijven!" Ik wil
niet bang schijnen voor mijn zuster en daarom
stap ik kordaat naar de kamerdeur en open deze.
Dan stap ik de gang in en dannaar boven.
Mijn zuster blijft in de kamer. Ik klim met een
ietsje bezwaard gemoed de trap op. Daar sta ik
al voor de zoldertrap. Een donkerte grijnst mij
aan. Ik ontsteek het licht en dan roep ik: „Is
daar iemand?" Het blijft stil. Dan, al mijn krach
ten te voorschijn halend, klim ik naar boven.
Als ik daar ben, kijk ik rond. Maar er is niets
te zien. Maar ik geef het niet op. En, nadat ik
een heelen tijd op zolder ben geweest, zie ik de
oorzaak van 't lawaai. Als ik in 'n hoek van den
zolder kom, komt daar, snorrend, onze poes op
mij af. Uit. speelschheid had zij een vaas omge-
stooten.Woedend geef ik het arme dier een
trap, niet te hard gelukkig, en jaag haar naar
beneden. Dan ga ik zelf eok. Mijn zuster had al
dien tijd in angstige spanning op me gewacht. Ik
stel haar gerust en na een paar minuten is alles
weer rustig in de kamer en zoek ik mijn boek
weer op.
Dat ik den volgenden dag door mijn ouders
werd uitgelachen, behoef ik niet te zeggen.
GYMNAST, oud 13 jaar.
DE TIENVTNGERIGE LUIAARD.
Hij haast zich langzaam en toch kan
hij zich best redden.
Als je voor het eerst het dier zou zien,
dat den toepasselijken naam van luiaard
draagt, zou je zeker teleurgesteld zijn. Roer
loos hangt hij uren en uren achtereen aan
zijn vier pooten en zelfs een kanonschot zou
hem niet opschrikken. Toch beweegt dit ver
velende dier zich wel eens een geertje, maar
altijd volgens de leus „haast u langzaam".
De tienvingerige luiaard leeft in de oer
wouden van Brazilië en hij kan er zich even
goed doorslaan als de flinkste, vlugste apen.
Alleen maar op een andere manier.
Gemoedelijk en uiterst bedaard slingert
hij zich aan zijn klauwen van tak tot tak,
waarbij hij zich zóó vasthaakt, dat hij met
geen geweld los te rukken is. Haast heeft
hij volstrekt niet, want de bladeren, die hij
eten wil, loopen niet weg.
Wat zou e-en tienvingerige luiaard ook kun
nen verzuimen? Hij is er verreweg het beste
aan toe, wanneer hij bijna onbeweeglijk in
een boomtop hangt: dan glijdt de reuzen
slang hem voorbij en de harpijen, die ge
weldige roofvogels, merken hem niet op. De
bewegelijke apen daarentegen worden heel
gemakkelijk door groote roofdieren gevan
gen.
Verschijnt er soms eens een jaguar in het
woud op jacht naar een luiaard dan hangt
hij meestal te hoog. De roover doet dan een
wanhcipigen sprong in de takken en komt
vaak pijnlijk terecht; de luiaard daarentegen
hangt er na uren nog, net of hij niets ge
merkt heeft.
Juist zijn luiheid en onbeweeglijkheid
bieden het dier de grootste bescherming, want
ofschoon hij slechts één jong ter wereld
brengt, de soort blijft zich steeds handhaven,
ondanks de veie gevaren, waaraan het dier
blootstaat.
Zelfs voor haar kind is de luiaard-moeder
niet zoo erg bezorgd. Als ze in een boom
hangt, heeft ze het onder haar hoede, maar
verder scharrelt het diertje maar wat op
eigen houitje rond. De zintuigen van de
oude zijn zoo onontwikkeld^ dat ze het kind
niet meer opmerkt, zoodra het een paar meter
van haar is afgedwaald en dan is het kleintje
ook reddeloos verloren!
De luiaard leeft om zoo te zeggen in een
omgekeerde wereld: hij hangt altijd met den
kop naar beneden. Zijn armen en beenen
zijn buigzaam en kunnen hem uitstekend
dragen.
Wat een luiaard eenmaal gepakt heeft,
laat hij niet zoo gauw weer los. De kleine
roofdieren zijn dan ook verlamd van schrik,
als ze zoo'n groot griezelig beest heel lang
zaam op zich af zien schuiven. En zijn ze
gepakt dan komen ze nooit meer lc<s, ook al
krabben en bijten ze uit alle macht. De
luiaard zelf is totaal ongevoelig voor ver
wondingen: hij heeft een dikke taaie huid.
Tot slot iets. wat je heelemaal niet den
ken zou: de luiaard kan uitstekend zwem®
men. Alleen.hij haast zich langzaam.