V; Leerarbeid: gezellig en practisch! Recepten Kunnen wij goed onthouden? Hoe vaak hooren we wel zeggen: Ik zal het wel onthouden, en later blijkt dat men het gladweg vergeten is. Wij hooren den titel van een boek, dat zeer wordt aanbevolen, en zullen dien wel onthou den; men zegt ons het adres van iemand dien wij graag eens zouden bezoeken; er wordt over een verjaardagsdatum gesproken, of over een telefoonnummer dat nog niet in de gids staat, of wij maken een afspraak op een bepaald uur. En wanneer wij dan later ons er nog eens op willen bezinnen, zijn zij allemaal uit ons geheu gen verdwenen: de titel van het boek, het adres, de verjaardagdatum, het telefoonummer, de af spraak; ja misschien blijft zelfs de poging tot herinnering achterwege, en is de heele zaak fi naal uit ons geheugen geschrapt. Dat is een ouderdomsverschijnsel, dat spreekt vanzelf, het menschelijke geheugen wordt bij het ouder worden minder soepel. Maar bovendien is het individueel erg verschillend, in welken toe stand het geheugen verkeert: er zijn jonge men- schen die een geheugen hebben „als een zeef' zooals dat heet, en voor wie alles het eene oor in, het andere weer uit gaat, waardoor van ont houden nooit eenige kwestie is. Dit kan onachtzaamheid zijn, zij luisteren vluchtig, zijn ondertusschen alweer bezig met hun eigen gedachten, en daardoor dringt het eigenlijk niet heelemaal tot hen door, wat de ander zegt. Dat is dus geen kwestie van een slecht geheugen, een beetje oefening maakt dat men zich leert instellen, op wat een ander zegt en dat men niet alleen hoort, maar ook luistert. Bij kinderen is dit vaak het geval: zij moeten leeren om te luisteren, om bewust in zich op te nemen, en dan niet alleen in de school, waar het min of meer onder dwang gaat, maar ook daar buiten, waar het vaak een kwestie van goe de manieren en van een behoorlijk gemeen schapsgevoel is om zich in te stellen op dat wat een ander zegt, en wat wij niet dan tot onze eigen schade mogen vergeten. Schaf je een agenda aan, zei iemand tegen zijn opgroeienden zoon, die met een slecht ge heugen behept scheen; maar de moeder verzette zich er tegen, omdat zij meende, dat het niet goed is, om het geheugen op deze wijze buiten werking te stellen. Zoo leert hij het immers nooit, meende zij terecht, laat hij maar eens iets vergeten en er het nadeel van ondervinden, daar wordt hij wijs van. En inderdaad had deze zoon later als volwas sen man een stalen geheugen. Maar nu wordt men ouder en dan valt er niet veel meer te oefenen met ons geheugen, waar schijnlijk nog wel voor een deel, maar de slijtage kan niet meer overbrugd worden, en dan is het wel eens noodig om er papier en potlood bij te nemen. Als ik een zak-agenda heb, kijk ik er niet in zeggen sommigen doodleuk, als ze daartoe worden aangezet, omdat ze het niet meer ont houden kunnen. Nu, dat is nog niet erg, hoewel dat niet meer dan een kwestie van een aanwendsel is, dat men gauw genoeg te pakken heeft. Dus geen zak-agenda, dan nemen wij een ka- lender-agenda of een bureau-agenda, die we zooveel mogelijk voor de hand leggen. Deponeer hem bij de telefoon, of in de keu ken boven de aanrecht, misschien anders op het buffet in de eetkamer, of aan den wand in de huiskamer, desnoods naast uw bed, en neem dan als vaste gewoonte aan om er met een enkel woord alles op te schrijven. Hang er dus een potlood naast, en krabbel zoo beknopt mogelijk alles op, wat onthouden behoort te worden, geen lange verhalen, dat is te omslachtig en ook ver warrend. En dan voor ons vrouwen nog iets: laat ieder taschje dat we bezitten, zoowel die voor bood schappen als voor 's avonds als voor den middag een klein boekje bergen met een potloodje, zoo dat we altijd in staat zijn, een en ander met een enkel woord te noteeren. Het kan zijn dat ons ineens iets invalt, en vooral in de drukte van buitenshuis zijn we het maar al te gauw weer vergeten. Dan kan zoo'n enkel opgeteekend woord ons geheugen prachtig te hulp komen. We beginnen met drie paar schattige kinderschoentjes E. E. J.-P. Van hoed en kapsel Exentrieke hoofdtooi-bedenksels te Parijs, De japonnen en tailleurs van de Parisienne zijn van een traditioneelen eenvoud, kapseLs en hoofdversiersels zóó geniaal bedacht en per soonlijk, dat men midden Januari reeds de Carnavalsfeer op zich voelt afkomen. Wilt u enkele voorbeelden? Een blauw vilthoedje, gegarneerd met vos, is vergezeld van een enorme mof van het zelfde bont, die de dame aan een lint om den hals draagt en waarop een echte roos prijkt. Een andere schoone draagt op haar hoog krullenkapsel een ring van bison als eenige versiering. Weer een andere heeft zich 't kapsel getooid met een rond, zwart bordje, waarop een groote overvloed van gekrulde veeren is bevestigd. Op het voorhoofd van een zeer excentrieke schoone, vlak boven de oogen, is een levens- groote roze duif neergestreken, omhuld door een sluier met groote roze stippen. Simpeler werkt echter een platte ruiker rozen waarvan de stelen demonstratief om hoogsteken. En fijner: een toque van bever bont, versierd met een enkele orchidee. Iemand, die „werkelijk iets bijzonders" heeft gewild, verstopt haar blonde krullen onder een zwart fluweelen Carnavalsmasker; een ander heeft het kinderlijk genoegen gehad, haar kapsel te bezaaien met eenige tiental len minuscule strikjes. Bloemen zijn stellig zeer in de gunst der dames: orchideeën, rozen en camelia's, meest gedragen als diadeem, genieten de voorkeur. Een enkele maal keeren de dames tot haar kinderjaren terug en prijkt een groote zijden strik bovenop het keurig gekapte hoofdje. Wanneer tenminste niet een enkele struis- vere een meer „volwassen", zij het dan ook niet geheel normalen toets geeft 't Gekke van dit alles is, dat alleen de Pa- risiennne deze en dergelijke genialiteiten dragen kan, zonder dat men het gek vindt. OOR leerarbeid bestaat tegenwoordig zeer veel belangstelling en zonder twijfel zullen er onder onze lezeressen zijn, die het in dit prettige handwerk al aardig ver gebracht hebben. Zoowel voor haar als voor eerstbeginnenden zijn de afgebeelde baby-schoentjes en de huisschoentjes voor een kleuter van een jaar of twee genoegelijke werkstukjes, want, hoe wel ze niet moeilijk te maken zijn, is de uit voering en de afwerking eenigszins anders dan de geijkte omwerking met leerband, dat voor zulke kleine slofjes wel wat grof zou zijn. We zullen eerst samen de foto eens bekijken. Ons eerste en gemakkelijkste modelletje is het paar babyschoentjes met de gekruiste ve ters. Ze zijn gemaakt van wit saffiaanleder en gevoerd met wit voeringleer; geitenskiver. De bandjes voor de afwerking zijn uit het zelfde voeringleer geknipte reepjes (model I). Het tweede paar is eveneens van wit saf fiaan, met geitenskiver gevoerd, doch de af werking is een stiksel met de hand. Hiervoor neemt men D.M.C. No. 10 in rose of lichtblau we kleur (model II). De huisschoentjes werden uitgevoerd ir blauw leer, versierd met een grappig klepje van rood suède. Het stiksel is van naturel boekbinderstouw. Ook visschersgaren is te ge bruiken (model III). Nu vraagt u zich misschien af: „Hoe kom ik aan leer en aan de benoodigde instrumen ten enis het niet erg duur?" In bijna iedere flinke plaats is tegenwoordig een fijn lederhandel, die vellen leer verkoopt, zoowel per vel als per gedeelte. Een dergelijke zaak levert u ook de instrumenten. De prijzen zul len u meevallen, terwijl saffiaan niet een van de goedkoopste leersoorten is. Legt u eerst een flink stuk carton op tafel en een oude krant om op te plakken aan uw linkerhand. Daarbij een tube rubberlijm of solutie (zooals gebruikt wordt om fietsbanden te plakken) en een tube huishoudlijm, de ge bruikelijke bruine, onaangenaam riekende soort. Nu aan uw rechterhand een scherpe schaar, potlood, plat liniaaltje en een niet te kleine hamer. Een oud gilette-mesje, punai ses en een oud lapje, om de handen af te ve gen doen goede diensten. Benoodigde instrumenten zijn: een leernaald met twee oogen, een hol pijpje, waarmee men 2 m.M. ronde gaatjes kan slaan (kosten ong. 10 ct.), of, indien men geruischloos wil werken: een revolvertang, waarmee men verschil lende gaatjes kan knippen (ong. 80 ct.). Als men holpijp en hamer gebruikt, slaat men de gaatjes op een stukje zoolleer of dik carton, echter in geen geval op zink. MODEL I. Zooals u ziet is de zool A symmetrisch; voor zulke kleine schoentjes, die men ruim neemt, kan dat best. Het stuk B is de linker boven kant, voor den rechterkant wordt het patroon omgedraaid. U teekent de patroondeelen en knipt ze y2 c.M. ruimer uit. Nu legt u deze deelen op het leer, dus 2 maal A, twee maal B en twee maal B omgekeerd. Het is gemak kelijk als u doorzichtig papier gebruikt. In den buitenrand prikt u een paar punaises om het patroon vast te zetten en met een mesje of de punt van de schaar maakt u met tus- schenruimten van y. cM. kerfjes in het leer Verwijder het papier en knip de deelen langs de kerfjes uit. Het voeringleer knipt u iets ruimer uit dan het bovenleer, dat nu aan de achterzijde met de rubberlijm wordt ingesmeerd. Op een schoone zijde van uw krant legt u de voering met den goeden kant onder, hierop komt het ingesmeerde bovenleer, vervolgens omkeeren en met de handpalmen goed gladstrijken doch niet rekken. Zoo doet- u achtereenvolgens met alle deelen. Nadat de lijm eenige minuten ge droogd is, knipt men het overtollige voering leer af. Nu gaan we de gaatjes maken. Oefen dit eerst op een stukje afval. De afstand van den rand is 3 mM.; de afstand der gaatjes onder ling y2 cM. Wanneer u dezen slag hebt, begint u met het perforeeren der voorstukjes, waar bij aan hak en neus de gaatjes precies tegen over elkaar moeten komen. U begint met de hoekgaatjes en verdeelt de ruimte zóó, dat men uitkomt. Nu past men den onderrand langs de zool, met potlood de gaatjes door- stippend van middenvoor tot middenachter In de rondingen houdt men iets in. Wanneer dit klopt slaat of knipt men ook deze gaatjes. Nu gaan we van het 'voeringleer de rijg- bandjes knippen, 1/2 cM. breed. We steken een bandje in de naald, héén door het groote en terug door het kleine oog. Eerst werken we om de zool van achter beginnend, waar we een eindje laten hangen, tot voor. De rechter hand precies zoo. Vooraan doen we een heel klein beetje lijm uit de andere tube aan den verkeerden kant van ons bandje, zoodat het leer netjes onder het bandje vastzit; dan ma ken we kruisjes tot bovenaan en laten de ein den los voor een strik. Aan de beginbandjes. die nog aan het hak je hangen, wordt een nieuw bandje geplakt, waarvan u het einde dunner gemaakt hebt met het gillettemesje. Ook het eind van het oude bandje dunt u zoo uit. Na eenige oefe ning lukt dat wel. Niet met rubberlijm plak ken; die is alleen voor voering geschikt. Nu maakt u ook aan den achterkant kruisjes en werkt door tot den voorkant. Maak twee ste ken in het hoekgaatje en doe onder de laatste wat lijm. Nu knippen we vlak bij het gaatje af en onze eerste schoen is gereed! Geen hek sentoer, wel? De tweede gaat natuurlijk' reeds vlotter en ik denk wel dat dit eerste product naar behooren zal slagen en dat u er succes mee zult oogsten. MODEL II. Het uitsnijden en voeren van het tweede paar schoentjes heeft nu geen geheimen meer. Voor de afwerking maken we echter kleinere gaatjes. Hiervoor kunt u een holpijpje met een gaatje van 1 mM. gebruiken, terwijl u, wan neer u voorkeur heeft voor de kniptang, hier in een ponspijpje van 1 mM. inpiaats van een der minder gebruikte laat zetten. De werkwijze is, wat betreft het maken der gaatjes gelijk. Eerst dus weer de bovenhelft en daarna op de zool afmeten. Plaats de gaatjes 3 mM. van den rand, met tusschen- ruimten van 4 mM. Men maakt gewone rijg- steken en vult teruggaand de openingen tus- schen de steken, waarbij men zorgt altijd op dezelfde manier in te steken, zoodat u een mooi gelijkmatig stiksel krijgt. Lange draden worden gauw ruig, dus liever een keertje meer aanknoopen. Wanneer uw draad op is, laat u het eind hangen en begint met een nieuwe. Later maakt u alle knoopen en doet er wat lijm aan, dan kunt u ze heel kort af knippen. Maak een- gaatje in ieder hakband je en doe er zijden vetertjes in. MODEL III. Durft u nu ook de huispantoffeltjes aan? Ja toch? Let u hierbij goed op het onsymmetrische model, dus voor het rechterschoentje zoowel zool als bovendeel omkeeren. Versterk het schoentje met een binnenzool, iets kleiner ge knipt en eerst op de eigenlijke zool vastge plakt (rubberlijm), en van een stiknaad voor zien. Nu knippen we eerst de klepjes van suède en maken van de franje onderaan fijne rolletjes, door het leer te bevochtigen en tus- schen duim en wijsvinger in één richting te draaien. Aan den bovenkant plakt u de lip op het schoentje en maakt u het stiksel er overheen. Daarna bovenleer op de zool en ten slotte knipt u van het suède vetertjes. Het verdient aanbeveling ook dit modelletje te voeren, met geitenskiver of met dun scha- penleer. Als u de zool van dubbel bovenleer neemt, behoeft deze niet weer gevoerd te wor den. Ik hoop, dat u deze werkstukken zonder moeite zult volbrengen: eigenlijk twijfel ik er niet aan. MARGOT VAN CAPELLE- VAN BUUREN. ZONDAG. Vermicellisoep. Gekookte kalfstong. Witte boonen met zure saus. Bitterkoekj esvla. MAANDAG. Stamppot van zuurkool Mager rookspek en/of versche worst. Griesmeelschoteltje. DINSDAG. Runderlappen. Gestoofde capucijners, Sinaasappelcompóte. WOENSDAG. Kerrysoep met capu cijners. Koolrolletjes met ge' hakt. Vruchten. DONDERDAG. Kalfslappen. Koolraap Broodommelet. VRIJDAG. Gebakken bokking. Roode kool. Rijstebrij. ZATERDAG. Erwtensoep. Vanillevla met rozijnen VEGETARISCHE MENU'S. 1 Eiersla met mayonnaise en geroosterd brood. Schijngehakt van bruine boonen. Aardappelen. Brusselsch lof. Stoofperen. 2 Vegetarische jachtschotel. Griesmeelpudding met gestoofde abrikozen. 3 Macaroni met kaas. Veldsla. Aardappelen. Spruitjes. Gesmolten boter. Gebraden appelen. 4 Rijstrand met harde eieren en tomatensaus. Sla van Brusselsch lof. Flensjes. Gestoofde capucijners. Benoodigdheden: 1 pond capucijners, 2y2 ons doorregen rookspek, 1 groote ui, 2 theelepels kerry, 2 theelepels maggie-aroma. Bereiding: De capucijners uitzoeken en was- schen. Ze 24 uur in ruim water weeken, met het weekwater en 't zout opzetten en ze gaar koken, pl.m. 1 y2 uur. Het spek afschrappen, in dobbelsteentjes snijden en in de koekepan licht geel bakken. De kerry en de gesnipperde ui toe voegen en samen bruin bakken. De capucijners uit laten lekken en vermengen met het gefruite mengsel. Samen goed warm laten worden en voor het opdoen met maggie-aroma en mis schien nog wat zout op smaak afmaken. Kerrysoep met capucijners. Benoodigdheden: iy L. boonennat met over gebleven capucijners, pl.m. 30 gr. bloem, pl.m. 40 gr. boter, 1 ui, iy theelepel kerry, stukje foelie, 2 laurierbladen, wat peterselie. Bereiding: In het boonennat de overgebleven boonen met foelie, laurierbladen en een takje peterselie fijn laten koken. Alles door een zeef wrijven, zoodat men alleen de schillen van de boonen over heeft. De boter met de bloem, de gesnipperde ui en de kerry opzetten en licht bruin fruiten, langzaam het vocht er bij gieten en de soep door laten koken tot ze gebonden is. Naar verkiezing ui door zeven verwijderen. Dob belsteentjes in boter gebakken brood er bij ge ven. Gebakken bokking. "I Benoodigdheden (4 personen): 12 bokkingen, pepr en zout, slaolie öf boterolie. Bereiding: De kop van de bokkingen afsnij den, aan den rugkant, bij de gi-aat opensnijden, de visschen open splijten en de graat, ingewan den en zwemblaas verwijderen. De hom of kuit er echter in laten. De bokking even afspoelen, af drogen, met een oude doek en met wat pe per en zout bestrooien, vooral niet te veel, daal de visch maar dun is. Ze pl.m. y uur laten staan, dan door bloem halen en in het vet, waar blauwe damp af moet komen, bruin en gaar bakken. De opengesneden kant het eerst bak ken, daarna den velkant. Ze op grauw papier uit laten lekken en dakpansgewijze op een scho tel leggen. Roode kool of veldsla met biet en aardappe len met botersaus er bij geven. De hom en kuit kan ook afzonderlijk gebak ken worden. Men strooit er wat bloem, gemengd met wat zout overheen, doet alles in de koeke pan als de bokking gebakken is, maar heeft een deksel bij de hand om op de pan te leggen, om het spatten te voorkomen. Bokking is te koop van November tot April. Bokking is fijner en kleiner dan panharing, de kop van bakking is kleiner, de schubben zijn zilverachtig en glanzend. Rijst met harde eieren en tomatensaus. Benoodigdheden (4 personen): 400 gr. rijst, 8 eieren, 8 d.L. tomatensaus, 1 L. water, zout. Bereiding: De rijst op een zeef wasschen, op zetten met kokend water en zout en gaar laten koken (y ur). Een blikje tomatenpuree verdunnen met 7 dL. water, 2 bouillonblokjes toevoegen en binden met wat aangemengde maïzena of bloem. Peper en zout naar smaak toevoegen. De eieren 10 mi nuten koken, afspoelen, pellen en halveeren. De rijst overdoen in een natgemaakte schaal of puddingvorm, en op een grooten schotel keeren. Zooveel saus er overheen schenken, dat de rijst en de bodem bedekt zijn. De rest in de sauskom doen. De halve eieren om en op de rijst schik ken. Garneeren met een takje frissche peterselie, als het tenminste te krijgen is. Vegetarische jachtschotel. Benoodigdheden (4 personen): 6 kopjes ge- kookte bruine boonen, 1 K.G. gekookte aard appelen, 4 uien, 4 eieren, 4 lepels boter, 4 d.L. water met 2 bouillonblokjes, peper, zout, noot. Bereiding: De uien fijn snipperen en in de bo ter bruin bakken, wat peper, zout en noot toe voegen. In een vuurvasten schotel laag om laag de bruine boonen, de in plakken gesneden aard appelen, de in plakken gesneden eieren en het gefruite uimengsel leggen. Zorgen, dat boven aan een laag aardappelen komt. De bouillon er op schenken een paar stukjes boter er op leg gen, paneermeel er over strooien en de schotel pl.m. y uur in een matig warme oven zetten tot de bovenste aardappelen gebakken zijn. Een blik in den spiegel Een huidverzorgster geeft goeden raad. Is het u niet allen eens overkomen, tenminste aan u lezeressen van boven de dertig, dat u plotseling bij een blik in uw spiegel van die kleine rimpeltjes om uw oogen ontdekte op plaatsen waar u ze vroeger nooit gezien had, dat u zag, dat er zich een klein fijn streepje bij uw mond afteekende, dat er voorheen nooit geweest was? Hebt u toen niet even in gedachten voor u heen gestaard en gemijmerd over wat voorbij was en over iets dat komen ging, maar wat u liever geen naam wilde geven? Angst? Soms! Dat hing van uw positie en van de omstandig heden, waaronder u leefde, af. Maar één zelfde gedachte heeft u toen- allen beheerscht, de ge dachte, hoe u dit moest veranderen. Er waren vele en verschillende redenen waar om u zich niet permitteeren kon om er ouder te gaan uitzien, maar de meest belangrijke rede nen waren die van de werkende vrouw. Zij moet het als een gedeelte van haar taak beschouwen er zoo aantrekkelijk en frisch mogelijk uit te zien. Dit is een noodzaak, wil zij de plaats blij ven innemen, waarop zij door ontwikkeling en beschaving aanspraak kan maken. Misschien zijn er onder u, die dit een gezocht argument noe men. Dan raad ik u aan, bij u zelf te rade te gaan, en u het geval voor te stellen, dat u zelf zoudt moeten kiezen, wanneer u hulp zocht voor uw huishouding of voor uw kinderen. Tien te gen een, dat ge het meisje zoudt aannemen, dat het prettigste en meest verzorgde voorkomen had, vooropgezet dat alle andere capaciteiten gelijk waren. Daarom kan ik niet genoeg uw aandacht ves tigen op het feit, dat uw huid verzorgd moet worden, dat u de noodige aandacht moet beste den aan rimpeltjes om mond en oogen. Nu is het nog tijd: wacht u te lang, dan is de huid op die plaatsen verdroogd en is geen herstel mo gelijk. Een kwartier per dag doet wonderen met be hulp van goede preparaten en af en toe eens een bezoek aan een instituut voor huidverzorging. Natuurlijk is een herstel op deze wijze alleen mogelijk, indien uw rimpelige en vaak uitzien de huid geen gevolg is van de een of andere '.iekte. Een slechte stoelgang is reeds voldoende om uw huid een vlekkerig aanzien te geven. Geef u dus eerst terdege rekenschap wat de oorzaak van uw kwaal is en raadpleeg dan zoo noodig uw arts. Is het enkel een kwestie van het ouder wor den, kom dan de huid te hulp. In mijn volgende artikeltjes zal ik in het kort bespx-eken wat er gedaan moet worden om uw gelaat z'n charme te laten behouden. BROOD VAN HAZELNOTEN. In het latere steenen tijdperk (tot onge veer 2000 v. Chr.) was de hazelnoot in Noord- Europa zóó algemeen, dat de menschen ze als broodplant gebruikt-en. Ook het gerstebrood werd in later tijd nog sterk met hazelnoten gemengd. Vele hazelnootsoorten zijn sindsdien geheel uitgestorven. Naar alle waarschijnlijkheid zullen we na enkele eeuwen in 't geheel geen hazelnoten meer bezitten. DE DAMES MOETEN „O" ZEGGEN. De Japansche taal maakt onderscheid tus- schen de taal die de heer tot zijn knecht spreekt, de taal van den knecht tot zijn heer, de taal, die enkel aan het hof wordt gespro ken, en zelfs de taal der mannen en die der vrouwen. De mannen noemen de thee „tsja". de vrouwen moeten zeggen „otsja" verheven thee. Voor water mogen ze niet zeggen „Mitzoe'' maar „omitzoe" verheven water.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8