Op eenzamen post... Door sneeuwval van meer dan vier meter dikte was de kleine republiek Andorra geruimen tijd van de buitenwereld afgesloten, zoodat gebrek aan levensmiddelen begon te onstaan. Slechts met groote moeite gelukte het de toegangswegen weer begaanbaar te maken. Het opruimingswerk in vollen gang Gedurende de wintermaanden heeft een groot aantal meeuwen het li en om geving te Amsterdam als jachtterrein gekozen. Een kist met vischresten is een niet alledaagsche tractatie Met niet minder dan 9-0 verloren de Hollanders ln houten orangarie in de Rotterdamsohe Diergaarde heeft Maandag een felle brand te Basel van Polen bij de ijshockey-wedstrijden qewoed. - Met zes waterstralen wist de brandweer het vuur te blusschen, waarmede een om het wereldkampioenschap. Een moment o,t ver(Jere uitbreiding ïan den brand voorkomen werd Op de Algemeene Begraafplaats te Zwolle vond Maandag de teraardebestelling plaats van het stoffelijk Prinses Maria van Savoie en Prins overschot van ir. F. A. R. A. baron van Ittersum, oud lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht rrirHerecht'paarnIan0bodoerdhTanl'ide „Djenné" te Marseille Majoor H. Mysberg is be vorderd tot luit -kolonel en benoemd tot commandant van het 2de regiment wiel rijders te Apeldoorn Met den bouw van het Amstel-station in Amsterdam-Oost is men thans zoo ver gevorderd, dat het nieuwe station in October a.s. in gebruik genomen zal kunnen worden. Een kijkje op den stand der werkzaamheden FEUILLETON door KURT SIODMAK. 4) „Het moet toch verschrikkelijk voor een Europeaan zijn, ongewasschen en met een baard van tien dagen rond te loopen. Ver schrikkelijk, nietwaar? Een kwelling!" Bogdanoff sprak heel zachtjes, hij fluister de bijna. „Ik kan mij zulk een kwelling in de middel eeuwen voorstellen, dagenlang geen wasch- water, een gescheurd en smerig hemd ver schrikkelijk, mijnheer Petitpierre!" Hij floot den naam tusschen de lippen. De man stond daar stom, de sigaret nog steeds tusschen de vingers. „VerschrikkelijkBogdanoff schudde meewarig het hoofd. „Een oogenblik". hij nam den gevangene be hoedzaam de sigaret uit de vingers, ging naar zijn kast waar hij een handdoek uit nam en legde die over den arm van den verbaasden soldaat. „Alstublieft", zei hij eenvoudig, „als u zich wasschen wilt?" Voorkomend ging hij naar de waschtafel. Het spiritusvlammet je flikkerde op. Er kwam een scheerbekken tevoorschijn Nog steeds ongeloovig kwam de gevangene naar de waschtafel. Hij boog zich over den zilveren waterspiegel, die zijn smerig baardig gezicht natuurgetrouw terugkaatste, hij greep naar het stuk zeep, om dat in het lang ont beerde water te dompelen toen riep Bog danoff: „Mijnheer!" De gevangene verstarde. Bogdanoff trad op hem toe en legde zijn goed verzorgde hand op zijn arm: „Wilt u me zeggen, wie u bent?" „Soldaat Petitpierre van het zestiende regi ment", fluisterde de man. Plotseling verkilde het gezicht van Bogda noff. Er begon een boosaardig licht in zijn oogen te gloeien. Hij sloeg op de hand van den man, zoodat de zeep in een groote boog door de kamer vloog. „Leugens!" brulde hij en greep in zijn zak, waaruit hij een armbandhorloge haalde, dat hij op tafel wierp. „Denkt u, dat ik gek ben? U is overste Francois-Marie de Bottberg, com mandant van het zestiende regiment infante rie. Het staat in uw horloge. U stamt af van de Bottbergs uit Fransch-Elzas en u bent, als mijn gevolgtrekkingen juist zijn, een neef van den kurassier Heinrich von Bottberg uit Duitsch-Elzas die in 1910 aan mijn zijde onder Wrangel in het Witte leger streed De man hief het hoofd op en keek hem ver achtelijk in de oogen. „Als u weet, wie ik ben. waarom kwelt u mij dan zoo?" vroeg hij zacht. Hij wierp den handdoek op den grond en ging naar zijn stoel terug. „Schildwacht!" schreeuwde Bogdanoff 4jn gezicht was krijtwit en zijn voorhoofd parelde van het zweet. De deur sprong open en een witte burnous werd zichtbaar. „Terugbrengen. Morgen wordt hij doodge schoten!" Zijn stem sloeg over. Langzaam verwijderde overste de Bottberg zich. Hij beheerschte zich volkomen. Er was een glimlach om zijn mond. toen hij de kamer verliet. „Kult'iui van het oude Europa, geïmpor- eerd!" zei hij zachtjes en met onuitsprekelijke minachting. Toen sloot de deur zich achter hem. Bogdanoff keek hem na. Zijn mond opende zich langzaam voor een onhoorbaren kreet Met öevende vingers rukte hij de schuiflade van zijn bureau open en keek angstig naar het witte poeder, dat verdween met de regelmatig heid van het zand in een zandlooper. En zooals deze cocaïne opraakte, liep met gelijken tred zijn leven langzaam ten einde. Schaduwen. Midden in den nacht stond de wacht voor O'Murphy en schudde hem door elkaar. ,De tweede ronde!" Verbaasd richtte O'Murphy zich van zijn brits op. Had hij geslapen? Daarnet had hij toch nog met Hauser zitten praten. Hij keek naar de slaapplaats van Hauser die was leeg. O'Kurphy stond op. Hauser was nog niet terug. Hij keek op de lichtende wijzerplaat van het armbandhorloge van Achilles Daskalopoulos, die als een poes opgerold op zijn bank lag, zijn mond open, zoodat zijn schitterende witte tan den zichtbaar waren. Langzaam trok O'Murphy zijn laarzen aan. Hij greep naar de Colt, die hij steeds onder zijn hoofdkussen had. en deed hem in de revolvertasch. Een oogenblik keek hij naar den slapenden Achilles, die het te kwaad had met de een of andere droomgestalte. „Zwijn", mompelde Achilles, en wreef zich met zijn donker behaarde vuist over zijn neus. „Of ik zwijn tegen jé zeg of commandant, fluisterde hij en draaide zich op zijn zijde. O'Murphy lachte, Het schijnsel van de maan viel recht op het gezicht van den Griek. O'Murphy herinnerde zich. dat zijn kame raad het licht van de volle maan niet goed verdragen kon. Voorzichtig schoof hij de brits wat naar achteren,zoodat het hoofd van Achilles in het donker lag Direct hield het eefluister op O'Murphy voelde zich als geradbraak" rfij moest aan een razzia in Dublin denken toen hij iederen nacht ministens driemaal van slaapplaats verwisselde, om de politie uit de handen te blijven, drie weken lang. Toen had hij ook ieder been in zijn lichaam gevoeld en het opstaan was hem net zoo moeilijk gevallen als nu. Voorzichtig bewoog hij zich in het donker vooruit en stapte de gang in. Een muffe, be nauwde lucht, die hem eensklaps klaar wakker maakte, sloeg hem tegemoet. Voor de deur van de ordonnanskamer stond Ali Akbar Ben Chaman, zijn „rechterhand". Hoewel hij erg moe was, boog Ali Akbar heel diep en opende de deur. „De storm moge u verslinden", mompelde hij. „Hetzelfde mijn jongen!" antwoordde O'Murphy, „wat is er voor nieuws?" „Wij vonden een colonne van tien doode Fransche Spahis, die in den zandstorm zijn omgekomen. De wapens hebben wij meege bracht, tien Lebellgeweren, model 15, boven dien vijf pistolen, negen komma vijf, zelf- ladend, vijfentwintig eivormige handgranaten O'Murphy maakte een ongeduldig gebaar. „Ja goed, je hebt je flink gehouden. Ik zal er melding van maken bij den commandant". Was de vijand al zoo dicht in de buurt van het fort?.... En dan nog een zandstorm Waar bleef Hauser? Als hij niet binnen een uur terugkeerde moest men hem gaan zoeken. „In het Zuiden hebben wij vuurpijlen ge zien". zei Ali Akbar, „Eerst dachten wij, dat het vallende sterren waren, maar toen zagen we een groen licht „Waarom heb je me niet dadelijk gewekt, toen je terugkwam?" „De groote heer heeft ze ook gezien". De groote heer? Bogdanoff, de comman dant? Waarom had hij hem daar niet direct van in kennis gesteld? Groene vuurpijlen waren hoogstens op een afstand van twintig kilometer zichtbaar. „Laat de vierde groep aantreden"comman deerde O'Murphy, „zij heeft het langste ge rust. Ik heb snelle kameelen noodig, twaalf schiet op Ali Akbar!" „Verdwijn in het zand!" mompelde Ali Akbar hoffelijk en verdween. O'Murphy ging naar de binnenplaats en zocht met zijn oogen het raam van Bogda- noff's kamer. Er brandde licht. Een schaduw gleed voorbijdaar, nog eensBogda noff liep heen en weer. Waarom sliep die man niet? O'Murphy haatte hem uit het diepst van zijn hart. Hij was niet geschikt om het bevel te voeren goed, zij hadden allemaal last van den tropenkolder maar hij begon onbe trouwbaar te worden. Waarom had hij Hauser uitgezonden? Om hem te laten omkomen? Iedereen kon toch zien, dat er storm op komst was Peinzend ging O'Murphy verder. Bogdanoff had de voorposten teruggetrok ken. Juist op dit oogenblik! En twintig kilo meter van het fort stonden de Franschen! In het helle maanlicht onderscheidde hij een deur en hij trad op de cel van den ge vangene toe. Hij schoof den schildwacht opzij en staarde in het donkere gewelf. De Overste lag op een kapotte stroomat; in het licht van de maan leek zijn gezicht op dat van een doode. De lippen waren op eikaar geperst, de oogen brandden koortsachtig in hun zwarte kassen. O'Murphy zag niet eens, dat hij ademhaalde. Zachtjes naderde hij den slapende en langen tijd staarde hij in het geizcht, dat als een opengeslagen boek voor hem lag. Toch zocht hij in zijn zak, haalde een paar sigaretten te voorschijn, brak een stuk van het strijkvlak van zijn lucifersdoosje af, legde er een paar lucifers bij en schoof alles tot vlak naast het hoofd van den slaper. Hij voelde zich plotseling geroerd. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8