VLUCHTEND VOOR DE NATIONALISTEN
Op eenzamen post...
FEUILLETON
door
KURT SIODMAK.
5)
Ook hij had eens in zoo'n cel gelegen, ter
wijl er menschen met uniformen de wacht
bij hem hielden. Ook hij was in uniform. Maar
met een gesehoren hoofdToen had zijn
bewaker hem een sigaret gegeven met een
lucifer en een stukje strijkvlak
O'Murphy voelde zich plotseling erg geluk
kig.
Tevreden slenterde hij voorbij de schild
wachten, die vaag zichtbaar, in de schaduw
van de muren stonden. Zijn sigaret gloeide
vroolijk.
Het was een nacht zonder geluiden. De sol
daten lagen in hun burnoes gewikkeld op den
grond, opgerold als egels, steeds vier of vijf
bij elkaarHet was een zachte nacht. De
kameelen hadden hun koppen op den grond
gelegd, in het maanlicht geleken zij steenen
beelden.
Als onbeweeglijke spookverschijningen
stonden de kanonnen onder hun witte dek-
kleeden. Het fort was dood, het leven leek
uitgewischt.
O'Murphy moest glimlachen, toen hij er aan
dacht, dat'één enkel -schot, dit rustige kamp
in een opgeschrikte mierenhoop kon verande
ren, in minder tijd, dan men noodig heeft
om een lucifer af te strijken.
Plotseling klonk een halfluide kreet van den
schildwacht.
O'Murphy schrikte op.
Nu sloeg er iets tegen de poort.
Weer riep de schildwacht, gestalten bewo
gen zich, een deur knarste.
Met een paar sprongen was O'Murphy bij
den schildwacht.
„Wat is er?"
„Mohammed Ibn Azar zag iemand voor de
poort. Hij riep, maar er kwam geen antwoord".
„Waarom heeft hij niet geschoten?"
„De gestalte was plotseling verdwenen,
heer!"
O'Murphy trok zijn revolver. Hij lachte
boosaardig. Zoover was het dus al?
„Kom mee!" fluisterde hij. „Neem je ge
weer! Ik zal de kleine poort laten openmaken".
„Het is volle maan, heer, de Dschinns*)
„Ben je bang?"
O'Murphy lachte zachtjes.
De man schudde zijn hoofd en. haalde den
haanpal van zijn geweer over. Hij hield het
onder zijn arm, gereed om te schieten.
O'Murphy trad op het kleine deurtje in de
groote poort toe.
„Openmaken en goed oppassen, als ik schiet,
dan direct de groote carbidschijnwerper aan
steken!"
Knarsend ging het kleine deurtje open.
O'Murphy stond buiten, in de schaduw der
hooge fortmuren.
In het licht van de maan leek het land
schap slechts uit twee kleuren te bestaan:
zwart en wit. Bij de oase stonden onnatuur
lijk, als op een prentbriefkaart een paar
palmiboomen.
Behoedzaam keek O'Murphy om zich heen.
De schildwachten moesten zich vergist heb
ben
„Daar!" fluisterde de soldaat naast hem.
O'Murphy keek in de aangegeven richting.
Voor poort n bewoog zich iets langs en
zwarts, beschreef een kleinen cirkel en viel
weer op den grond. Een slang? Plotseling was
het weer verdwenen.
O'Murphy trachtte de duisternis met zijn
oogen te doorboren.
„Schijnwerper! Poort II!"' brulde hij, ineens
bezield door een angstig voorgevoelen. Hii
Dschinns zijn woestijngeesten.
schoot zijn revolver in de lucht af; toen rende
hij naar de poort.
Het licht gloeide aan en wierp een hellen
cirkel op den grond.
In het zand voor de poort lag een mensch.
Het fort was ontwaakt. In een oogenblik
wemelde het van soldaten. Gedempte kreten
weerklonken. Een kameel huilde.
O'Murphy boog zich over de gestalte.
Het was Hauser. Zijn uniform hing in flar
den om hem heen. Zijn samengeperste oog
leden waren blauw, zijn mond stond wijd open,
een akelig zwart gat in het witte gezicht.
O'Murphy nam zijn kameraad in de armen.
Wat was hij licht!Openmaken!" Hij
trapte tegen de poort. ..Schiet een beetje op,
jullie!"
Piepend ging de poort open. O'Murphy
sleepte zijn last in den hoek van de binnen
plaats, legde hem neer, trok zijn jas uit en
schoof die opgerold onder het hoofd van den
bewustelooze. Water
Daar was al een emmer.
O'Murphy scheurde een stuk van zijn over
hemd af, doopte dat in de emmer en duwde
het daarna tusschen de lippen van den man
op den grond.
Langzaam, heel langzaam sloeg Hauser de
oogen op. Hij voelde iets onbeschrijfelijk zaligs
aan zijn lippen, iets verzachtends, dat zich
over zijn tong verspreidde en in zijn keel
drong: water
Zijn ademhaling werd iets lichter.
„Meer!" fluisterde hij.
Hij zag de emmer, richtte zich gretig op,
boog zich er overheen en stak zijn hoofd erin,
alsof hij zich erin verdrinken wilde.
O'Murphy stond op, rood van inspanning
en geluk. Hij deed een pas terug en bekeek
zijn weergevonden kameraad.
„Is het wonderkind terug?" zeurde een hate
lijke stem.
Ruw wendde O'Murphy zich om. Achilles
stond achter hem en veegde met zijn hand
langs zijn neus: „Merkwaardig, dat had lk
nooit gedacht, wonderkinderen worden toch
over het algemeen niet oud!"
„Als jij vandaag of morgen sterft, dan ik
me daar geen oogenblik om bekommeren!"
antwoordde O'Murphy woedend.
„Maar als jij vroeg doodging, zou ik je heel
vriendelijk behandelen, dat genoegen zou ik
voor geen geld ter wereld willen missen", zei
de Griek gelaten.
„Hou je mond!"
O'Murphy hief zijn hand op.
Achilles stond onbewegelijk.
O'Murphy bracht zijn hand g^eed om een
klap uit te deelen, plotseling naar zijn muts,
want ineens stond Bogdanoff voor hem.
Losjes hield hij de rijzweep tusschen de
vingers, zijn lakschoenen glommen, het kleine
elegante kwartiermutsje stond scheef op zijn
glanzend gepommedeerde haren en hij rookte
een sigaret met een heel lang mondstuk. Ge
ïnteresseerd keek hij naar de gestalte op den
grond die de emmer nog steeds omvat hield
en zijn hoof'-' er in dompelde.
„Wegnemen, dat water!"
De verdorste keek de emmer na als een
kind dat men zijn speelgoed ontnomen heeft.
Toen werd zijn blik getrokken door de glin
sterende schoenen; hij staarde er afwezig
naar, langzaam ging zijn blik naar boven en
bleef hangen aan het gezicht boven hem,
waaruit een paar kleine koude oogjes hem
opnamen.
Hauser begreep. Met moeite heesch hij zich
overeind, trachtte op zijn beenen in evenwicht
te blijven en salueerde.
„Sterke Fransche troepen naderen uit het
Zuiden", fluisterde hij.
Bogdanoff dacht na, zijn voorhoofd in rim
pels getrokken, toen keek hij verachtelijk naar
den haveloozen man voor hem.
„Waar heeft u uw mannen gelaten?"
„Allen gesneuveld. Ik ben de laatste".
Hauser wankelde.
Langzaam werd het bleeke gezicht van Bog
danoff overtogen door een gloeiend rood. De
kleur scheen uit zijn ooren te vloeien en ver
breidde zich vandaar over zijn gezicht. Hij
begon te sidderen. Vast omklemde hij zijn rij
zweep en trad tot vlak voor Hauser.
„Zoo, en jij leeft nog, hè?" siste hij en hij
spuwde het sigaretteneindje weg.
Bogdanoff deed een stap zijwaarts en stiet,
in waanzinnige woede, de emmer tegen Hau-
ser's knie, zoodat het kostelijke water over
zijn broek spatte.
De verdroogde grond zoog het dadelijk op.
Zonder een kreet zakte Hauser in elkaar.
Een schaduw viel over Bogdanoff: O'Murphy
stond voor hem. Salueerde hij of bracht hij
nogmaals zijn hand omhoog om te slaan?
Zijn breede borst ging wild op en neer, de
spieren lagen als koorden op zijn arm: „Com
mandant!!!!"
Bogdanoff keek verbaasd op. Een seconde
lang sloeg hij het gezicht van O'Murphy gade.
De man salueerde nog steeds, maar zijn hand
was gereed op uit te schieten.
Bogdanoff draaide zich om, schreed dreu
nend door de rijen der Berbers, die angstig
terugweken en verdween in het gebouw.
O'Murphy haalde verruimd adem.
Hij boog zich over den bewustelooze, nam
hem als een kind op zijn armen en droeg
hem behoedzaam naar zijn kamer, waar hij
hem op zijn eigen bed neerlegde. Voorzichtig
kleedde hij hem uit en begon hem zachtjes
met olie te wrijven en te masseeren. Hauser
kreunde.
Achilles zat in zijn hoekje. Hij had een
flesch Sprit voor zich staan en sloeg O'Mur-
phy's bemoeiingen rustig gade.
„Wat het zand nog heeft overgelaten, knijp
jij nu dood", zei hij.
„Als ik jou ooit nog eens in mijn handen
krijg, kun je daar op aan", bromde de Ier.
„Je bent een bruut", zei Achilles droomerig.
Een soort goedkoope inlandsche jenever.
(Wordt vervolgd)
Op de reede van Albarro nabij Genua zijn onder
ideale weersomstandigheden de internationale zeil
wedstrijden begonnen. Een drietal jachten in
actie
Aan de Fransch-Spaansche grens tijdens
het binnentrekken der vluchtende Spaan-
sche regeeringstroepen. In lange
colonnes arriveeren de manschappen
aan het Fransche grensstation Le Perthus
De Zuid Afrikaansche gezant, dr. H. D. van Broek-
huyzen, en echtgenoote bij aankomst aan het paleis
Noordeinde te Den Haag ter bijwoning van het diner,
dat Dinsdagavond door H. M. de Koningin aan het
corps diplomatique werd aangeboden
De zomeruniformen, zooals deze door
het personeel der Nederlandsche
Spoorwegen dezen zomer gedragen
worden
Spaansche regeeringstroepen over de Fransche grens. Na ontwapend te zijn
werden de soldaten bij duizenden in de voor hen gereed gemaakte interneerings-
kampen ondergebraght. Een kijkje in het kamp te Argelès-sur-Mer
Tot organist van het Flentrop-pijporgel in het Nederlandsch
paviljoen op de Wereldtentoonstelling te New York is aan
gesteld de heer A. Antonisse, organist te Amsterdam
Prof. dr. A. Hoel en mr. Gran Bögh uit Noorwegen zijn te
Den Haag aangekomen voor het voeren van besprekingen
met de Nederlandsche regeering tot deelname aan de in 1940
te Bergen (Noorwegen) te houden internationale tentoonstel
ling betreffende de wetenschappelijke en practische resultaten
van het Poolonderzoek
Verschillende Engelsche vloot-eenheden zijn in de haven van Lissabon aangekomen, op weg voor een
kruistocht op den Atlantischen Oceaan en de Middellandsche Zee