-Motorrijtuigenbeiastingwet gewijzigd M IJ N H A R DT J ES"J^kziL zcHrnde/i s-rmi Stl: UITERLIJKE BEKENTENISSEN Zomeruniform voor het Spoorwegpersoneel. Zwaarder druk op Dieselmotoren. Kunst in Haarlem en daarbuiten. \V 0 E N S D A G 8 FEBRUARI 1939 i MlJiJil, mwM wLW/iAriOTJ I MUjJrwaDjJ I mhirunojlJ Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijnen Rheumatische pijnen-Spit-Spierpijn Periodieke pijnen - Kou en Griep. Koker 12 cachets 50 ct 2 stuks 10 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.f 'F" ji"'1"! 'ini-ij-ia!-'1!! !i'-|l':.]|ii:|!!i1li'i'iii ini tintiiinniiinHii'imH J. Baker "j" 9 Josephine Baker is dood. Niet de variété-ster, maar het paard. Alleen In beider bruinheid leken zij op elkaar. Ver der was het paard Fien wij noemden het bij afkorting Fien van een rustig tempe rament, dat de Parijsche ster zeker niet bezit. Er was niets hevigs in Fien. Zij was goed ge dresseerd, deed ijverig haar plicht, was zelfs nogal snel maar wond zich nooit op. Een braaf dier. En nog heelemaal niet oud. Zij had nog wel tien jaar meegekund. Maar in een kwaden nacht kreeg zij koliek en 's morgens was Josephine Baker dood. Bo vendien was zij onverzekerd. Dat maakte het verlies natuurlijk veel erger. Aan het paarden- assurantiewezen schijnt het een en ander te haperen: de premies zijn schrikkelijk hoog. Maar dat zou meer een onderwerp voor een financieel-economische kroniek zijn. Fien, rust zacht. Ik herinner mij een tocht, den langste dien ik door bosch en duin en over stranden gemaakt heb: vierenhalf uur in den zadelwaarop een van je collega's mij volkomen afmatte. Dat was op den heen weg. Hij gooide zoo hoog op in den draf en hij was' zoo stooterig in zijn heele actie, dat mijn rug pijnlijk verstijfde. Op den terugweg wisselde ik toen van paard met iemand, die hem wel graag bereed. En jij was niet al leen sneller, Fien, maar ook veel soepeler. In jouw zadel rustte ik uit en kwam veel minder vermoeid thuis dan ik bij hf t keerpunt was. Ook was je op goeden voet met alle andere paarden en dat is- plezierig. Want paarden zijn net als menschen, zooals de ervaren pi keur zei toen de bles hem een trap had gege ven. Paarden zijn bijvoorbeeld wel eens een zelvig. Ik heb eens een duinenrit gemaakt op een dier., dat van alles scheen te schrikken. Zonder begrijpelijke aanleiding sloeg hij in eens achteruit, draaide om zijn as en steiger de zelfs bovenop een duin, nevens een afgrond die mij niet aanlokte. Een flinke galop temde hem niet. Een eind stappen bevredigde hem niet. Middenin den draf maakte hij aan stalten, over een daartoe ongeschikt hek te springen. Hij was de onrust zelf. Iets pijnigde zijn paardenziel, dat zelfs door geen vleiende of kalmeerende toespraak genezen kon wor den. En ik verbeeld mij dat ik ai zoo aardig den juisten toon weet te treffen. Pas op het strand werd mij duidelijk waar het euvel school. Wij reden met z'n drieën, dicht bijeen, vlak langs de zee. Hij trok naar rechts, naar de duinen. Toen liet ik hem gaan en hij was verder als een lam. Als wij maar ver van de anderen bleven was-ie tevre den. Een eenzelvig paard. Sommige paarden „kleven" juist. Die drin gen tegen anderen op, zelfs in galop, en je kunt wel aan het losmaken blijven. Weer andere hebben iets tegen bepaalde collega's. En als de afkeer diep zit, vallen zij den vijand wel eens aan. Zij probeeren hem onverhoeds een trap met de achterbeenen toe te dienen. Is hij een schimmel, dan kan hij last met allemaal krijgen. Doet hij zijn in trede in een stal die nog geen schimmels be zit, dan is de ontvangst buitengewoon onhar telijk. Sommigen willen hem te lijf, de overigen zijn bapg voor hem. Wekenlang kan hij geen goed doen, alleen omdat wit gehaat is in de paarden wereld. Lacht u daarom? Houdt u van negers? Houden de Amerikanen van negers? Zijn de Japanners op blanken gesteld? Wonderlijk genoeg hebben schimmels zelf ook iets tegen wit. Midden in de bosschen bij de Lage Vuursche bleef de groote trotsche schimmel, dien ik daar eens mocht berijden, het soort paard waarop Napoleon op de hoog ten bij Austerlitz wordt afgebeeld, en dat nu met een eenvoudigen schrijver genoegen moest nemen, plotseling stokstijf staan. Het stak de Mogen films na de keuring worden ingekort? De Rotterdamsche rechtbank heeft Dinsdag behandeld de zaak tegen den bioscoopdirec teur A. de J., die zich voor het kantongerecht reeds had moeten verantwoorden voor het vertoonen van een film in zijn theater van een lengte van 1925 M., terwijl deze lengte 2404 M. bedroeg toen zij de filmkeuring verliet. Het O.M. kwam van het vrijsprekend vonnis van den kantonrechter-in appèl. De Officier van Justitie eischte op grond van art. 42 van de Bioscoopwet, welk artikel ver biedt het vertoonen van een film in een andere samenstelling dan die, welke door de keuring is vrijgegeven, twee geldboeten van elk f 7.50 subs, tweemaal drie dagen hechtenis. Verd.'s gevolmachtigde, de heer A. de Hoop, voorzitter van den Nederlandschen Bioscoop bond, bestreed de vraag of art. 42 toegepast kan worden op de houders van vergunningen. Naar zijn meening moest niet de vergunning houder, maar het verhuurkantoor, dat de film inkort, vervolgd worden. ooren op en trilde in de flanken. Het was ten zeerste verontrust. Eerst kon ik heelemaal geen oorzaak ont dekken. Toen bleek plotseling dat tusschen de sparren een lief klein meisje speelde, een kindje van een jaar of drie, met een snoezig wit wollen mutsje op. Dat moest het zijn. Ik sprak den edelen reus geruststellend toe. Ik beklopte zijn hals en zei dat hij braaf was en dat geen onheil ons te wachten stond. Dat het een vriendelijk klein meisje scheen. En zoo meer. Toen kreeg ik hem in stap. Maar aarzelend. En we moes ten in een wijden bocht om dat boschje heen en liefst gauw in galop, om weg te wezen van het dreigende gevaar. Toch zag ook die schimmel, als hij het no bele hoofd boog, zijn eigen witte borst en voorbeenen, en schrok daar niet meer van. Josephine Baker was het eenige paard dat ik gekend heb, dat zelfs geen wit scheen te vreezen. Een over den weg waaiend papier liet haar onberoerd. Een witgeverfd hek, dat den vorigen dag nog grauw was geweest, alar meerde haar niet. Zij kon velen dat een ander paard haar inhaalde en zelfs passeerde, in tegenstelling met dien schimmel in het Gooi, die zijwaarts poogde te dringen als dat gebeurde. Zij hield ongetwijfeld meer van klontjes suiker dan van witte paarden, maar bleef correct als zij er een zag. Ook in haar correctheid verschilde zij van de Parijsche ster aan wie zij haar naam dankte. Natuurlijk school er voor ons geen verdien ste in, Fien goed te berijden. Dat gold niet als een kunst. Het was te eenvoudig. Maar bij feestuitvoeringen in de manége werd zij hoo- gelijk gewaardeerd vanwege haar betrouw baarheid ten overstaan van ontstellende bloemguirlandes, vlaggedoek en meer van dien aard. En haar lieftallige karakter vond ten slotte toch wel de hoogachting die het ver diende. Verder liet zij slechts haar zadel en tuig na. En ik weet niet hoe lang de goede herin nering zal voortleven. Dat valt veelal tegen. Bij de dames zal het misschien meevallen; die zijn ook in die dingen gevoeliger dan mannen. Toch heb ik nu aan Fien een herinneringsop stel gewijd. En dat is meer dan aan de meeste paarden na hun scheiden uit dit leven ten deel valt. R.-P. Kinderen onder houtstapel bedolven. Vijfjarig meisje om het leven gekomen. Dinsdagmiddag omstreeks 2 uur wa ren eenige kinderen aan het spelen op een houtstek van den heer Dirk Haan, te Grijpskerk. Door tot nog toe onbekende oorzaak ging een partij hout opeens glijden, met met gevolg, dat twee kinderen werden bedolven. Het vijfjarig meisje Grietje Venema was op slag dood. De zesjarige jongen Jan Luchtenberg kreeg een bloeduitstorting achter het oor. Hij werd voorloopig naar huis vervoerd. Oom rijdt zijn tweejarig neefje dood. Tragische samenloop van omstandigheden. In de Koog is Dinsdag een treurig ongeluk gebeurd. Een twee-en-lialf-jarig jongetje uit het gezin van den heer A. de Ridder is door een ongelukkigen samenloop van omstandig heden door een auto, welke werd bestuurd door een oom van het ventje, overreden, Kor ten tijd later is het aan de gevolgen overleden. De oom had kort tevoren met den kleine ge speeld. Hij had hem even op den arm geno men en daarna weer op den grond gezet. Direct daarop was hij in zijn wagen gestapt en had daarbij niet opgemerkt, dat het jongetje •achter zijn auto was gaan staan. Dit werd den kleine noodlottig, want zijn oom moest enkele meters met zijn wagen achteruitrijden met het gevolg, dat de kleine onder de wielen raakte met het reeds gemelde gevolg. (Van onzen GP.D.-redacteur) UTRECHT, 8 Februari. Het geheele Spoor wegpersoneel zal er stellig met voldoening ken nis van nemen, dat de Directie haar goedkeu ring heeft gehecht aan het nieuwe model zo meruniform voor de hoofdconducteurs, de con ducteurs en de wagenbestuurders van de Die seis, de Dieselelectrische en de Dieselmecha nische treinen. Voor de hoofdconducteurs en de conducteurs zal het uniform uiterlijk pre cies hetzelfde blijven, alleen is het van een veel dunnere stof gemaakt, terwijl de kraag lager zal zijn. Overigens blijft de kleur het zelfde. De wagenbestuurders, die toch al in een vrij nauwe cabine verblijf moeten hou den krijgen een zomeruniform van Indisch lin nen, zooals indertijd voor het P.T.T.-personeel •ingevoerd is. Dezer dagen hebben wij het nieuwe uniform gezien en bewonderd. Stellig zal dit een groote verbetering beteekenen. De jas van de nieuwe uniformen zal buitenop vier zakken krijgen, waarvan de twee borstzakken met een knoop gesloten kunnen worden. De kraag sluit na tuurlijk met een haakje en een oogje, terwijl de jas gesloten wordt met een rij koperen knoopen. Men heeft het dus alleen gezocht in de dunnere stof, waarbij men tot een alleszins bevredigende oplossing is gekomen, een oplos sing, welke op heete dagen voor het betrokken treinpersoneel zeker een verademing zal be teekenen. TWEEDE KAMER Ook gemeentelijke bussen vallen er onder. Nieuwe bepalingen inzake de paardenfokke rij. DEN HAAG Dinsdag. De wijziging van de motorrijtuigenbelasting wet beoogt de motorrijtuigenbelasting te ver dubbelen voor die auto's enz., welke geen ben zine gebruiken en daardoor buiten de benzine belasting vallen. Doordat er zooveel meer Diesel-motoren in gebruik zijn, mist de schat kist, volgens de berekening van Minister de Wilde, ongeveer 2y2 millioen gulden per jaar, die ze anders ook nog van deze motorrijtuigen zou beuren. Dank zij het aanhangige ontwerp zal er ongeveer acht ton meer binnenkomen. Voordat men hiermee begon kondigde de heer de Visser (commun.) het verlangen aan de Regeering te interpelleeren over haar buitenlandsch beleid, dit in verband met den jongsten gang van zaken in Spanje en met de internationale situatie in het algemeen. Woensdag zal de Kamer over dit verzoek be slissen. En nu 't 'belasting-ontwerp. De heer E b e 1 s (v.d.) vroeg zich af. of de druk niet in tal van gevallen al te zwaar zal worden. De ontwik keling in 't vervoer met Diesel-motoren is zoo groot geworden, dat meer omzichtigheid op dit gebied wel aanbeveling zou verdienen. Beter ware het geweest niet voor te stellen de belasting te verdubbelen maar te verhoogen met 50%, terwijl spr. ook nog uiteenzette waar om z.i. de houtgas-tractie voorloopig niet on der de werking van deze belastingverhooging moest vallen. Deze zienswijze werd gedeeld door den heer d'Ansembourg (nat. soc.) die trouwens het heele wetsontwerp verkeerd vond, zoodat zijn fractie zal tegenstemmen. Het nat. soc. initiatief-voorstel inzake ophef fing van de rijwielbelasting had bovenaan op de agenda moeten staan en niet dit voorstel, aldus o.m. nog 'n opmerking van den heer d'Ansembourg. De soc. dem. v. Braambeek wees er op dat de nat. socialisten zelf deze agenda hadden goedgekeurd en toen ze daar tegen hadden kunnen opponeeren „gezwegen hadden alsik weet niet wat!" Spr. bleek zich over het algemeen wel met 't wetsontwerp te kunnen vereenigen. Wat de billijkheid aan gaat, gezien de belasting, die wel op benzine niet op andere motorrijtuigen drukt, voelde Ir. Bon ga erts (R.K.) wel voor het ont werp, al betreurde hij het, in verband met de nieuwe verhooging van de lasten op het weg verkeer, dat het tot indiening van dit voorstel was gekomen. Minister de Wilde zette in 't bijzonder uiteen, waarom de thans ingeslagen weg, uit 'n billijkheidsoogpunt bezien, toch wel de beste was, al helpt men ook zoo de ongelijkheid nog niet heelemaal uit de wereld. Tenslotte heb ben de benzine-motorrijtuigen toch nog 't meeste op te brengen. Het stoffelijk overschot van Sir Henry Deterding. St MORTIS. 7 Februari (AJTR.) Het stoffelijk overschot van Sir Henry Deterding is hedenmorgen per auto overgebracht naar Dobbin in Mecklenburg. Pieter Gerardus van Os, op de expositie in Teijler. Tot de bekoorlijkste aquarellen, die thans in Teyler's museum zijn uitgelegd, behoort wel het landschap met de hertenfamilie, dat hier bij gereproduceerd wordt. Men zou van dezen P. G. van Os, zoo hij niet zulk een bescheiden figuur in de kunsthistorie ware, de volgende maand een herdenkingstentoonstelling kun nen maken, want in Maart zal het juist hon derd jaar geleden zijn dat hij stierf. Er wor den wel eens voor mindere goden eeretentoon stellingen beraamd en dat wel vaker voor wie nooit aan den roem toe zullen komen, dan voor wie hem althans bij hun leven genoten hebben. Tot de laatsten behoort deze Van Os. Men behoeft werkelijk in het kunst-kijken niet zoo heel erg getraind te zijn, om uit ons plaatje te kunnen aflezen dat deze sinjeur heel wat in zijn mars had, dat hij behalve een uitstekend beestenschilder een artist was die in zijn losse elegantie, zijn scherp accentueeren van hoofd- en bijzaken, zijn pientere teekentrant, zijn tijd zooal niet vooruit, dan toch in ieder geval niet ten ach ter gebleven was. Die teekening in Teyler is 1835 gedateerd, de schilder liep toen naar de zestig en beschikte over zijn gerijpt kunnen, en als het groote hertebeest, dat op ons plaatje daar zoo kittig en tot in de détails onberispelijk geteekend is neergezet, ons zoo aanziet met dien blik, waaruit van alles er nog wat te interpreteeren zou zijn, dan zou den we zijn gedachten als volgt willen raden „laat jullie Konijnenburg het mijn ouden vriend Van Os maar verbeteren". Een hertelijke wijsheid, waarop na hon derd jaar niet meer te bedillen valt. Deze Van Os er zijn een half dozijn schil ders van dien naam, en hunne relaties met Haarlem waren vele is als dierschilder het meest op den voorgrond getreden, al waren ook figuur- en genrestukken hem wel toever trouwd. In Den Haag geboren copieerde hij al, vrij jong nog, Potter's Stier en veestukken van Duiardin, die zich in het Prinselijk later Koninklijk Kabinet bevonden. En toen onder Koning Lodewijk's bewind (in 1808 een prijsvraag door de Regeering werd uitgeschre ven voor het beste schilderij met „een schoone ordonnantie van een groep vee in een heuvel achtig landschap" zooals dat toen te doen gebruikelijk was ging P. G. van Os met den prijs strijken en vermeerderde daarmee zijn opkomenden roem. Als plichtsgetrouw vaderlander moest hij echter, na 1813, die vriendelijkheid van het Fransche bewind ver geten. Wij vinden hem dan namelijk als ka pitein ingedeeld bij de Hollandsche troepen die, met behulp van de Kozakken de vesting Naarden belegeren, om de Franschen er uit te verdrijven. Onderwijl zit hij niet stil, maar blijft, al belegerend, schilderen en teekenen. Toch vervult hij zijn kapiteinsplichten blijk baar dermate goed, dat hij op 13 Mei 1814 bij speciaal dankschrijven van den comman dant der Hollandsche troepen, Van den Bosch, in de burgermaatschappij terugge plaatst wordt. Die Kozakken met him paard- j es al was het misschien niet meer de fine fleur van de Russische regimenten waren hem welkome sujetten voor zijn kunstenaars- arbeid geweest en zoo kwam hij een paar jaar later te Amsterdam een groot militair figuur stuk exposeeren dat den intocht der Kozak ken binnen Utrecht voorstelde. Weer iets later heeft de schilder toen het lumineuse idee ge had dit doek den Czaar aller Russen ten ge schenke aan te bieden. Inderdaad was de voorstelling voor de Hollandsche verzamelaars minder aantrekkelijk: men was hier meen ik te blij dat we de Kozakken kwijt waren en zag ook hun portretten liever naar Pe tersburg verhuizen. Voor Pieter Gerardus was het eervol resultaat na eenigen tijd van Zijn Keizerlijke Majesteit een prachtige diamanten ring te ontvangen als dank voor het geschenk, terwijl de ring door een zeer vereerend schrij ven vergezeld werd, waarbij Excellentie Van Nesselrode wiens naam nog voortleeft in de ijssoort die een goed diner soms afsluit de bewondering van het Hof voor het kunst werk vertolkt. Met dat al is P. G. van Os voor de Hollan ders de kunstenaar der veestukken gebleven. Toen een poosje na zijn dood zijn atelier in het Huis met de Hoofden in Amsterdam ge veild werd gelijktijdig met het atelier van Nuyen, een merkwaardig samentreffen brachten verscheidene zijner werken boven de duizend gulden op en men vond dat bijster weinig. Maar 1839 was vermoedelijk al even zeer onderhevig aan de stilte op de geldmarkt, als de tijd waarin wij leven. Maar al zou van daag die stilte voor een opgeruimde bedrij vigheid plaats maken, dan nog zou P. G. van Os nog niet direct de oude waardeering her vinden. En wat later komt, weet niemand. J. H. DE BOIS Alle omnibussen, die meer dan 30.000 K.M. per jaar afleggen zullen er in de toekomst be lang bij hebben Diesel-motoren te gebruiken en dat geldt ingelijks voor tal van vracht auto's. Voor 'n grooten achteruitgang van de fabricage van Diesel-motoren behoeft men niet beducht te zijn, want ook met deze be lasting blijft Diesel-tractie voordeeliger. Bo vendien blijven er nog heel wat Diesel-motoren (niet dienend voor wegverkeer) welke buiten deze belasting zullen vallen. De heer Dr ee s (s.d.) wees erop, dat er mo torrijtuigen zijn die belasting opbrengen voer het verkeersfonds zonder ooit de wegen te berijden, die van 't fonds profiteeren. Nu vcor 'n bepaalde soort van auto's de motorrijtuigen belasting woïxlt verdubbeld, doet deze enkel- zijdigheid zich des te meer gevoelen. Zonder naar theoretische volkomenheid te streven wenschte deze afgevaardigde 'n praktische oplossing te bereiken met behulp van een amendement. Daarom stelde hij voor de ver dubbeling van de motorrijtuigen-belasting niet te doen gelden voor de autobussen van openbare lichamen en van semi-openbare vennootschappen enz., voor zoover betreft het vervoer van personen binnen één ge meente. Mr. S we ens (r.k.) was het roerend met het amendemendt-Drees eens. waarna de Minister van Financiën er op wees, dat men aldus zou terugkomen op een in 1926 genomen initiatief. De Kamer wilde destijds uitsluiten alle discrimatie tusschen vervoersmiddelen van openbare lichamen èn van particuliere ondernemingen. Wel de bussen van openbare of semi-openibare lichamen van de verhooging vrij te stellen, doch niet die van particulieren ware toch wel zeer onbillijk. Hoogst onrecht vaardig ware ook, dat aldus publieke Diesel autobussen wél, andere publieke bussen geen vrijstelling van belasting zouden krijgen. De Minister ontried het amendement, dat nog maals dcor den heer Drees werd aanbevolen, die er den nadruk op legde, dat het hier bovenal gaat cm bussen binen één en dezelf de gemeente en die worden vrijwel nooit door particulieren geëxploiteerd. Met 5226 won de Minister het pleir: behalve de sociaal democraten stemden alleen 5 katholieken voor. Vervolgens verdedigde Ir. va n Li dth de Jeu de (lib), een amendement om de ver hoogde belasting op andere dan benzine motoren geleidelijk in te voeren en wel zoo dat men pas in 4 jaar tijds tot de verdubbe ling van de huidige motorrijtuigen-belasting zou komen. Nadat de Minister het amendement had overgenomen ging het wetsontwerp er zon der hoofdelijke stemming door; alleen de nat.- soc. fractieleider liet „tegen" aanteekenen. Van de motoren stapte de Kamer over op de paarden, in verband met een wetsontwerp aangaande nieuwe bepalingen ten aanzien van de fokkerij. De heer Duymaer van Twist (a.r.) vestigde de aandacht op de defensie-belangen waarvoor Minister Steenberghe niet blind bleek te zijn doch de a.r. afgevaardigde vond toch, dat het fokken van warmbloedige paar den niet voldoende bevorderd wordt, zoodat hij liet aanteekenen „tegen" 't voorstel te zijn. Het ontwerp tot wijziging van de regeling inzake de privaat-rechterlijke belemmeringen gaf den heer d'Ansembourg (nat.-soc.) aanleiding aan te bevelen meer advies van deskundige juristen in te winnen. Minister G o s e 1 i n g verzekerde dat aan zijn Departement een speciale af- deeling me, 't oog op goede redactie onzer wetten zal komen, maar 't inwinnen van ad viezen bij Juristenvereeniging, Advocaten- vereeniging enz. zou slechts veel vertraging veroorzaken, wat zeker niet in overeenstem ming ware met de dynamische verlangens van den nat.-soc. woordvoerder. E. v. R. UIT DE STAATSCOURAOT. Bij K B. van 6 Februari is met Ingang van 1 Maart 1939. benoemd tot burgemeester der ge meente Zoetermeer: Mr. N. Vernede, met toe kenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Rozenburg. Bij K.B. van 6 Februari 1939 is met ingang van 1 Maart 1939, benoemd tot burgemeester der gemeente Huizen: H. Vlug, met toeken ning van gelijktijdig eervol ontslag als burge meester der gemeenten Groot-Ammers, Lan- gerak en Nieuwpoort. INVOER VAN SPIERING IN ENGELAND. Van bevoegde zijde maakt men er ons op merkzaam op, dat de Engelsche autoriteiten spiering als zeevisch beschouwen en dat de in voer van deze soort visch in Groot-Brittannië en N.-Ierland daarom slechts toegelaten wordt indien de zending is vergezeld van een door de Nederlandsche Visscherij Centrale afgege ven certificaat. DE BIBLIOTHECA NEERLANDICA MANUSCRIPTA. Dezer dagen is de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, het levenswerk van wijlen prof. dr. W. de Vreese. officieel overgedragen aan het rijk ten behoeve van de bibliotheek der Leidsche Universiteit. Deze Bibliotheca Neerlandica Manuscripta bevat in de eerste plaats de minutieuze weten schappelijke beschrijving van 11.000 Neder landsche handschriften uit de dertiende tot de zeventiende eeuw. aanwezig in de openbare en particuliere bibliotheken van geheel Europa, Zuid-Afrika en Noord-Amerika. Voorts bevat deze verzameling de indices op de onderwerpen, op de auteurs en copiïsten, op de bezitters, de schenkers en op de meest kunstzinnige en merkwaardige karakteristie ken dezer handschriften.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 9