-Motorrijtuigenbeiastingwet
gewijzigd
M IJ N H A R DT J ES"J^kziL zcHrnde/i s-rmi Stl:
UITERLIJKE
BEKENTENISSEN
Zomeruniform voor het
Spoorwegpersoneel.
Zwaarder druk op Dieselmotoren.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
\V 0 E N S D A G 8 FEBRUARI 1939
i
MlJiJil,
mwM wLW/iAriOTJ I MUjJrwaDjJ I mhirunojlJ
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijnen
Rheumatische pijnen-Spit-Spierpijn
Periodieke pijnen - Kou en Griep.
Koker 12 cachets 50 ct 2 stuks 10 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.f
'F" ji"'1"! 'ini-ij-ia!-'1!! !i'-|l':.]|ii:|!!i1li'i'iii ini tintiiinniiinHii'imH
J. Baker "j"
9
Josephine Baker is dood.
Niet de variété-ster, maar het paard. Alleen
In beider bruinheid leken zij op elkaar. Ver
der was het paard Fien wij noemden het
bij afkorting Fien van een rustig tempe
rament, dat de Parijsche ster zeker niet bezit.
Er was niets hevigs in Fien. Zij was goed ge
dresseerd, deed ijverig haar plicht, was zelfs
nogal snel maar wond zich nooit op. Een braaf
dier. En nog heelemaal niet oud. Zij had nog
wel tien jaar meegekund.
Maar in een kwaden nacht kreeg zij koliek
en 's morgens was Josephine Baker dood. Bo
vendien was zij onverzekerd. Dat maakte het
verlies natuurlijk veel erger. Aan het paarden-
assurantiewezen schijnt het een en ander te
haperen: de premies zijn schrikkelijk hoog.
Maar dat zou meer een onderwerp voor een
financieel-economische kroniek zijn.
Fien, rust zacht. Ik herinner mij een tocht,
den langste dien ik door bosch en duin en
over stranden gemaakt heb: vierenhalf uur
in den zadelwaarop een van je collega's
mij volkomen afmatte. Dat was op den heen
weg. Hij gooide zoo hoog op in den draf en hij
was' zoo stooterig in zijn heele actie, dat
mijn rug pijnlijk verstijfde. Op den terugweg
wisselde ik toen van paard met iemand,
die hem wel graag bereed. En jij was niet al
leen sneller, Fien, maar ook veel soepeler. In
jouw zadel rustte ik uit en kwam veel minder
vermoeid thuis dan ik bij hf t keerpunt was.
Ook was je op goeden voet met alle andere
paarden en dat is- plezierig. Want paarden
zijn net als menschen, zooals de ervaren pi
keur zei toen de bles hem een trap had gege
ven. Paarden zijn bijvoorbeeld wel eens een
zelvig. Ik heb eens een duinenrit gemaakt op
een dier., dat van alles scheen te schrikken.
Zonder begrijpelijke aanleiding sloeg hij in
eens achteruit, draaide om zijn as en steiger
de zelfs bovenop een duin, nevens een afgrond
die mij niet aanlokte. Een flinke galop temde
hem niet. Een eind stappen bevredigde hem
niet. Middenin den draf maakte hij aan
stalten, over een daartoe ongeschikt hek te
springen. Hij was de onrust zelf. Iets pijnigde
zijn paardenziel, dat zelfs door geen vleiende
of kalmeerende toespraak genezen kon wor
den. En ik verbeeld mij dat ik ai zoo aardig
den juisten toon weet te treffen.
Pas op het strand werd mij duidelijk waar
het euvel school. Wij reden met z'n drieën,
dicht bijeen, vlak langs de zee. Hij trok naar
rechts, naar de duinen. Toen liet ik hem
gaan en hij was verder als een lam. Als wij
maar ver van de anderen bleven was-ie tevre
den. Een eenzelvig paard.
Sommige paarden „kleven" juist. Die drin
gen tegen anderen op, zelfs in galop, en je
kunt wel aan het losmaken blijven.
Weer andere hebben iets tegen bepaalde
collega's. En als de afkeer diep zit, vallen zij
den vijand wel eens aan. Zij probeeren hem
onverhoeds een trap met de achterbeenen toe
te dienen. Is hij een schimmel, dan kan hij
last met allemaal krijgen. Doet hij zijn in
trede in een stal die nog geen schimmels be
zit, dan is de ontvangst buitengewoon onhar
telijk. Sommigen willen hem te lijf, de overigen
zijn bapg voor hem. Wekenlang kan hij geen
goed doen, alleen omdat wit gehaat is in de
paarden wereld. Lacht u daarom? Houdt u van
negers? Houden de Amerikanen van negers?
Zijn de Japanners op blanken gesteld?
Wonderlijk genoeg hebben schimmels zelf
ook iets tegen wit. Midden in de bosschen bij
de Lage Vuursche bleef de groote trotsche
schimmel, dien ik daar eens mocht berijden,
het soort paard waarop Napoleon op de hoog
ten bij Austerlitz wordt afgebeeld, en dat nu
met een eenvoudigen schrijver genoegen moest
nemen, plotseling stokstijf staan. Het stak de
Mogen films na de keuring
worden ingekort?
De Rotterdamsche rechtbank heeft Dinsdag
behandeld de zaak tegen den bioscoopdirec
teur A. de J., die zich voor het kantongerecht
reeds had moeten verantwoorden voor het
vertoonen van een film in zijn theater van een
lengte van 1925 M., terwijl deze lengte 2404 M.
bedroeg toen zij de filmkeuring verliet.
Het O.M. kwam van het vrijsprekend vonnis
van den kantonrechter-in appèl.
De Officier van Justitie eischte op grond van
art. 42 van de Bioscoopwet, welk artikel ver
biedt het vertoonen van een film in een andere
samenstelling dan die, welke door de keuring
is vrijgegeven, twee geldboeten van elk f 7.50
subs, tweemaal drie dagen hechtenis.
Verd.'s gevolmachtigde, de heer A. de Hoop,
voorzitter van den Nederlandschen Bioscoop
bond, bestreed de vraag of art. 42 toegepast
kan worden op de houders van vergunningen.
Naar zijn meening moest niet de vergunning
houder, maar het verhuurkantoor, dat de film
inkort, vervolgd worden.
ooren op en trilde in de flanken. Het was ten
zeerste verontrust.
Eerst kon ik heelemaal geen oorzaak ont
dekken. Toen bleek plotseling dat tusschen
de sparren een lief klein meisje speelde, een
kindje van een jaar of drie, met een snoezig
wit wollen mutsje op.
Dat moest het zijn. Ik sprak den edelen
reus geruststellend toe. Ik beklopte zijn hals
en zei dat hij braaf was en dat geen onheil
ons te wachten stond. Dat het een vriendelijk
klein meisje scheen. En zoo meer. Toen kreeg
ik hem in stap. Maar aarzelend. En we moes
ten in een wijden bocht om dat boschje heen
en liefst gauw in galop, om weg te wezen van
het dreigende gevaar.
Toch zag ook die schimmel, als hij het no
bele hoofd boog, zijn eigen witte borst en
voorbeenen, en schrok daar niet meer van.
Josephine Baker was het eenige paard dat
ik gekend heb, dat zelfs geen wit scheen te
vreezen. Een over den weg waaiend papier
liet haar onberoerd. Een witgeverfd hek, dat
den vorigen dag nog grauw was geweest, alar
meerde haar niet. Zij kon velen dat een
ander paard haar inhaalde en zelfs passeerde,
in tegenstelling met dien schimmel in het
Gooi, die zijwaarts poogde te dringen als
dat gebeurde. Zij hield ongetwijfeld meer van
klontjes suiker dan van witte paarden, maar
bleef correct als zij er een zag. Ook in haar
correctheid verschilde zij van de Parijsche
ster aan wie zij haar naam dankte.
Natuurlijk school er voor ons geen verdien
ste in, Fien goed te berijden. Dat gold niet als
een kunst. Het was te eenvoudig. Maar bij
feestuitvoeringen in de manége werd zij hoo-
gelijk gewaardeerd vanwege haar betrouw
baarheid ten overstaan van ontstellende
bloemguirlandes, vlaggedoek en meer van dien
aard. En haar lieftallige karakter vond ten
slotte toch wel de hoogachting die het ver
diende.
Verder liet zij slechts haar zadel en tuig
na. En ik weet niet hoe lang de goede herin
nering zal voortleven. Dat valt veelal tegen.
Bij de dames zal het misschien meevallen; die
zijn ook in die dingen gevoeliger dan mannen.
Toch heb ik nu aan Fien een herinneringsop
stel gewijd. En dat is meer dan aan de meeste
paarden na hun scheiden uit dit leven ten deel
valt.
R.-P.
Kinderen onder houtstapel
bedolven.
Vijfjarig meisje om het leven gekomen.
Dinsdagmiddag omstreeks 2 uur wa
ren eenige kinderen aan het spelen
op een houtstek van den heer Dirk
Haan, te Grijpskerk.
Door tot nog toe onbekende oorzaak
ging een partij hout opeens glijden,
met met gevolg, dat twee kinderen
werden bedolven. Het vijfjarig meisje
Grietje Venema was op slag dood. De
zesjarige jongen Jan Luchtenberg
kreeg een bloeduitstorting achter het
oor. Hij werd voorloopig naar huis
vervoerd.
Oom rijdt zijn tweejarig neefje
dood.
Tragische samenloop van omstandigheden.
In de Koog is Dinsdag een treurig ongeluk
gebeurd. Een twee-en-lialf-jarig jongetje uit
het gezin van den heer A. de Ridder is door
een ongelukkigen samenloop van omstandig
heden door een auto, welke werd bestuurd
door een oom van het ventje, overreden, Kor
ten tijd later is het aan de gevolgen overleden.
De oom had kort tevoren met den kleine ge
speeld. Hij had hem even op den arm geno
men en daarna weer op den grond gezet. Direct
daarop was hij in zijn wagen gestapt en had
daarbij niet opgemerkt, dat het jongetje
•achter zijn auto was gaan staan. Dit werd den
kleine noodlottig, want zijn oom moest enkele
meters met zijn wagen achteruitrijden met het
gevolg, dat de kleine onder de wielen raakte
met het reeds gemelde gevolg.
(Van onzen GP.D.-redacteur)
UTRECHT, 8 Februari. Het geheele Spoor
wegpersoneel zal er stellig met voldoening ken
nis van nemen, dat de Directie haar goedkeu
ring heeft gehecht aan het nieuwe model zo
meruniform voor de hoofdconducteurs, de con
ducteurs en de wagenbestuurders van de Die
seis, de Dieselelectrische en de Dieselmecha
nische treinen. Voor de hoofdconducteurs en
de conducteurs zal het uniform uiterlijk pre
cies hetzelfde blijven, alleen is het van een
veel dunnere stof gemaakt, terwijl de kraag
lager zal zijn. Overigens blijft de kleur het
zelfde. De wagenbestuurders, die toch al in
een vrij nauwe cabine verblijf moeten hou
den krijgen een zomeruniform van Indisch lin
nen, zooals indertijd voor het P.T.T.-personeel
•ingevoerd is.
Dezer dagen hebben wij het nieuwe uniform
gezien en bewonderd. Stellig zal dit een groote
verbetering beteekenen. De jas van de nieuwe
uniformen zal buitenop vier zakken krijgen,
waarvan de twee borstzakken met een knoop
gesloten kunnen worden. De kraag sluit na
tuurlijk met een haakje en een oogje, terwijl
de jas gesloten wordt met een rij koperen
knoopen.
Men heeft het dus alleen gezocht in de
dunnere stof, waarbij men tot een alleszins
bevredigende oplossing is gekomen, een oplos
sing, welke op heete dagen voor het betrokken
treinpersoneel zeker een verademing zal be
teekenen.
TWEEDE KAMER
Ook gemeentelijke bussen
vallen er onder.
Nieuwe bepalingen inzake de
paardenfokke rij.
DEN HAAG Dinsdag.
De wijziging van de motorrijtuigenbelasting
wet beoogt de motorrijtuigenbelasting te ver
dubbelen voor die auto's enz., welke geen ben
zine gebruiken en daardoor buiten de benzine
belasting vallen. Doordat er zooveel meer
Diesel-motoren in gebruik zijn, mist de schat
kist, volgens de berekening van Minister de
Wilde, ongeveer 2y2 millioen gulden per jaar,
die ze anders ook nog van deze motorrijtuigen
zou beuren. Dank zij het aanhangige ontwerp
zal er ongeveer acht ton meer binnenkomen.
Voordat men hiermee begon kondigde de
heer de Visser (commun.) het verlangen
aan de Regeering te interpelleeren over haar
buitenlandsch beleid, dit in verband met den
jongsten gang van zaken in Spanje en met de
internationale situatie in het algemeen.
Woensdag zal de Kamer over dit verzoek be
slissen.
En nu 't 'belasting-ontwerp. De heer E b e 1 s
(v.d.) vroeg zich af. of de druk niet in tal van
gevallen al te zwaar zal worden. De ontwik
keling in 't vervoer met Diesel-motoren is zoo
groot geworden, dat meer omzichtigheid op
dit gebied wel aanbeveling zou verdienen.
Beter ware het geweest niet voor te stellen de
belasting te verdubbelen maar te verhoogen
met 50%, terwijl spr. ook nog uiteenzette waar
om z.i. de houtgas-tractie voorloopig niet on
der de werking van deze belastingverhooging
moest vallen. Deze zienswijze werd gedeeld
door den heer d'Ansembourg (nat. soc.)
die trouwens het heele wetsontwerp verkeerd
vond, zoodat zijn fractie zal tegenstemmen.
Het nat. soc. initiatief-voorstel inzake ophef
fing van de rijwielbelasting had bovenaan op
de agenda moeten staan en niet dit voorstel,
aldus o.m. nog 'n opmerking van den heer
d'Ansembourg. De soc. dem. v. Braambeek
wees er op dat de nat. socialisten zelf deze
agenda hadden goedgekeurd en toen ze daar
tegen hadden kunnen opponeeren „gezwegen
hadden alsik weet niet wat!" Spr. bleek
zich over het algemeen wel met 't wetsontwerp
te kunnen vereenigen. Wat de billijkheid aan
gaat, gezien de belasting, die wel op benzine
niet op andere motorrijtuigen drukt, voelde
Ir. Bon ga erts (R.K.) wel voor het ont
werp, al betreurde hij het, in verband met de
nieuwe verhooging van de lasten op het weg
verkeer, dat het tot indiening van dit voorstel
was gekomen.
Minister de Wilde zette in 't bijzonder
uiteen, waarom de thans ingeslagen weg, uit
'n billijkheidsoogpunt bezien, toch wel de beste
was, al helpt men ook zoo de ongelijkheid nog
niet heelemaal uit de wereld. Tenslotte heb
ben de benzine-motorrijtuigen toch nog 't
meeste op te brengen.
Het stoffelijk overschot van
Sir Henry Deterding.
St MORTIS. 7 Februari (AJTR.) Het
stoffelijk overschot van Sir Henry Deterding
is hedenmorgen per auto overgebracht naar
Dobbin in Mecklenburg.
Pieter Gerardus van Os, op de
expositie in Teijler.
Tot de bekoorlijkste aquarellen, die thans in
Teyler's museum zijn uitgelegd, behoort wel
het landschap met de hertenfamilie, dat hier
bij gereproduceerd wordt. Men zou van dezen
P. G. van Os, zoo hij niet zulk een bescheiden
figuur in de kunsthistorie ware, de volgende
maand een herdenkingstentoonstelling kun
nen maken, want in Maart zal het juist hon
derd jaar geleden zijn dat hij stierf. Er wor
den wel eens voor mindere goden eeretentoon
stellingen beraamd en dat wel vaker voor wie
nooit aan den roem toe zullen komen, dan
voor wie hem althans bij hun leven genoten
hebben. Tot de laatsten behoort deze Van Os.
Men behoeft werkelijk in het kunst-kijken
niet zoo heel erg getraind te zijn, om uit ons
plaatje te kunnen aflezen dat deze sinjeur
heel wat in zijn mars had, dat hij behalve
een uitstekend beestenschilder een artist
was die in zijn losse elegantie, zijn scherp
accentueeren van hoofd- en bijzaken, zijn
pientere teekentrant, zijn tijd zooal niet
vooruit, dan toch in ieder geval niet ten ach
ter gebleven was. Die teekening in Teyler is
1835 gedateerd, de schilder liep toen naar de
zestig en beschikte over zijn gerijpt kunnen,
en als het groote hertebeest, dat op ons
plaatje daar zoo kittig en tot in de détails
onberispelijk geteekend is neergezet, ons zoo
aanziet met dien blik, waaruit van alles er
nog wat te interpreteeren zou zijn, dan zou
den we zijn gedachten als volgt willen raden
„laat jullie Konijnenburg het mijn ouden
vriend Van Os maar verbeteren".
Een hertelijke wijsheid, waarop na hon
derd jaar niet meer te bedillen valt.
Deze Van Os er zijn een half dozijn schil
ders van dien naam, en hunne relaties met
Haarlem waren vele is als dierschilder het
meest op den voorgrond getreden, al waren
ook figuur- en genrestukken hem wel toever
trouwd. In Den Haag geboren copieerde hij al,
vrij jong nog, Potter's Stier en veestukken van
Duiardin, die zich in het Prinselijk later
Koninklijk Kabinet bevonden. En toen
onder Koning Lodewijk's bewind (in 1808 een
prijsvraag door de Regeering werd uitgeschre
ven voor het beste schilderij met „een schoone
ordonnantie van een groep vee in een heuvel
achtig landschap" zooals dat toen te doen
gebruikelijk was ging P. G. van Os met
den prijs strijken en vermeerderde daarmee
zijn opkomenden roem. Als plichtsgetrouw
vaderlander moest hij echter, na 1813, die
vriendelijkheid van het Fransche bewind ver
geten. Wij vinden hem dan namelijk als ka
pitein ingedeeld bij de Hollandsche troepen
die, met behulp van de Kozakken de vesting
Naarden belegeren, om de Franschen er uit
te verdrijven. Onderwijl zit hij niet stil, maar
blijft, al belegerend, schilderen en teekenen.
Toch vervult hij zijn kapiteinsplichten blijk
baar dermate goed, dat hij op 13 Mei 1814
bij speciaal dankschrijven van den comman
dant der Hollandsche troepen, Van den
Bosch, in de burgermaatschappij terugge
plaatst wordt. Die Kozakken met him paard-
j es al was het misschien niet meer de fine
fleur van de Russische regimenten waren
hem welkome sujetten voor zijn kunstenaars-
arbeid geweest en zoo kwam hij een paar jaar
later te Amsterdam een groot militair figuur
stuk exposeeren dat den intocht der Kozak
ken binnen Utrecht voorstelde. Weer iets later
heeft de schilder toen het lumineuse idee ge
had dit doek den Czaar aller Russen ten ge
schenke aan te bieden. Inderdaad was de
voorstelling voor de Hollandsche verzamelaars
minder aantrekkelijk: men was hier meen
ik te blij dat we de Kozakken kwijt waren
en zag ook hun portretten liever naar Pe
tersburg verhuizen. Voor Pieter Gerardus was
het eervol resultaat na eenigen tijd van Zijn
Keizerlijke Majesteit een prachtige diamanten
ring te ontvangen als dank voor het geschenk,
terwijl de ring door een zeer vereerend schrij
ven vergezeld werd, waarbij Excellentie Van
Nesselrode wiens naam nog voortleeft in
de ijssoort die een goed diner soms afsluit
de bewondering van het Hof voor het kunst
werk vertolkt.
Met dat al is P. G. van Os voor de Hollan
ders de kunstenaar der veestukken gebleven.
Toen een poosje na zijn dood zijn atelier in
het Huis met de Hoofden in Amsterdam ge
veild werd gelijktijdig met het atelier van
Nuyen, een merkwaardig samentreffen
brachten verscheidene zijner werken boven
de duizend gulden op en men vond dat bijster
weinig. Maar 1839 was vermoedelijk al even
zeer onderhevig aan de stilte op de geldmarkt,
als de tijd waarin wij leven. Maar al zou van
daag die stilte voor een opgeruimde bedrij
vigheid plaats maken, dan nog zou P. G. van
Os nog niet direct de oude waardeering her
vinden. En wat later komt, weet niemand.
J. H. DE BOIS
Alle omnibussen, die meer dan 30.000 K.M.
per jaar afleggen zullen er in de toekomst be
lang bij hebben Diesel-motoren te gebruiken
en dat geldt ingelijks voor tal van vracht
auto's. Voor 'n grooten achteruitgang van de
fabricage van Diesel-motoren behoeft men
niet beducht te zijn, want ook met deze be
lasting blijft Diesel-tractie voordeeliger. Bo
vendien blijven er nog heel wat Diesel-motoren
(niet dienend voor wegverkeer) welke buiten
deze belasting zullen vallen.
De heer Dr ee s (s.d.) wees erop, dat er mo
torrijtuigen zijn die belasting opbrengen voer
het verkeersfonds zonder ooit de wegen te
berijden, die van 't fonds profiteeren. Nu vcor
'n bepaalde soort van auto's de motorrijtuigen
belasting woïxlt verdubbeld, doet deze enkel-
zijdigheid zich des te meer gevoelen. Zonder
naar theoretische volkomenheid te streven
wenschte deze afgevaardigde 'n praktische
oplossing te bereiken met behulp van een
amendement. Daarom stelde hij voor de ver
dubbeling van de motorrijtuigen-belasting
niet te doen gelden voor de autobussen van
openbare lichamen en van semi-openbare
vennootschappen enz., voor zoover betreft
het vervoer van personen binnen één ge
meente.
Mr. S we ens (r.k.) was het roerend met
het amendemendt-Drees eens. waarna de
Minister van Financiën er op wees, dat men
aldus zou terugkomen op een in 1926 genomen
initiatief. De Kamer wilde destijds uitsluiten
alle discrimatie tusschen vervoersmiddelen
van openbare lichamen èn van particuliere
ondernemingen. Wel de bussen van openbare
of semi-openibare lichamen van de verhooging
vrij te stellen, doch niet die van particulieren
ware toch wel zeer onbillijk. Hoogst onrecht
vaardig ware ook, dat aldus publieke Diesel
autobussen wél, andere publieke bussen geen
vrijstelling van belasting zouden krijgen. De
Minister ontried het amendement, dat nog
maals dcor den heer Drees werd aanbevolen,
die er den nadruk op legde, dat het hier
bovenal gaat cm bussen binen één en dezelf
de gemeente en die worden vrijwel nooit door
particulieren geëxploiteerd. Met 5226 won
de Minister het pleir: behalve de sociaal
democraten stemden alleen 5 katholieken
voor.
Vervolgens verdedigde Ir. va n Li dth de
Jeu de (lib), een amendement om de ver
hoogde belasting op andere dan benzine
motoren geleidelijk in te voeren en wel zoo
dat men pas in 4 jaar tijds tot de verdubbe
ling van de huidige motorrijtuigen-belasting
zou komen.
Nadat de Minister het amendement had
overgenomen ging het wetsontwerp er zon
der hoofdelijke stemming door; alleen de nat.-
soc. fractieleider liet „tegen" aanteekenen.
Van de motoren stapte de Kamer over op
de paarden, in verband met een wetsontwerp
aangaande nieuwe bepalingen ten aanzien
van de fokkerij.
De heer Duymaer van Twist (a.r.)
vestigde de aandacht op de defensie-belangen
waarvoor Minister Steenberghe niet blind
bleek te zijn doch de a.r. afgevaardigde vond
toch, dat het fokken van warmbloedige paar
den niet voldoende bevorderd wordt, zoodat
hij liet aanteekenen „tegen" 't voorstel te
zijn.
Het ontwerp tot wijziging van de regeling
inzake de privaat-rechterlijke belemmeringen
gaf den heer d'Ansembourg (nat.-soc.)
aanleiding aan te bevelen meer advies van
deskundige juristen in te winnen.
Minister G o s e 1 i n g verzekerde
dat aan zijn Departement een speciale af-
deeling me, 't oog op goede redactie onzer
wetten zal komen, maar 't inwinnen van ad
viezen bij Juristenvereeniging, Advocaten-
vereeniging enz. zou slechts veel vertraging
veroorzaken, wat zeker niet in overeenstem
ming ware met de dynamische verlangens
van den nat.-soc. woordvoerder.
E. v. R.
UIT DE STAATSCOURAOT.
Bij K B. van 6 Februari is met Ingang van 1
Maart 1939. benoemd tot burgemeester der ge
meente Zoetermeer: Mr. N. Vernede, met toe
kenning van gelijktijdig eervol ontslag als
burgemeester der gemeente Rozenburg.
Bij K.B. van 6 Februari 1939 is met ingang
van 1 Maart 1939, benoemd tot burgemeester
der gemeente Huizen: H. Vlug, met toeken
ning van gelijktijdig eervol ontslag als burge
meester der gemeenten Groot-Ammers, Lan-
gerak en Nieuwpoort.
INVOER VAN SPIERING IN ENGELAND.
Van bevoegde zijde maakt men er ons op
merkzaam op, dat de Engelsche autoriteiten
spiering als zeevisch beschouwen en dat de in
voer van deze soort visch in Groot-Brittannië
en N.-Ierland daarom slechts toegelaten wordt
indien de zending is vergezeld van een door
de Nederlandsche Visscherij Centrale afgege
ven certificaat.
DE BIBLIOTHECA NEERLANDICA
MANUSCRIPTA.
Dezer dagen is de Bibliotheca Neerlandica
Manuscripta, het levenswerk van wijlen prof.
dr. W. de Vreese. officieel overgedragen aan
het rijk ten behoeve van de bibliotheek der
Leidsche Universiteit.
Deze Bibliotheca Neerlandica Manuscripta
bevat in de eerste plaats de minutieuze weten
schappelijke beschrijving van 11.000 Neder
landsche handschriften uit de dertiende tot
de zeventiende eeuw. aanwezig in de openbare
en particuliere bibliotheken van geheel Europa,
Zuid-Afrika en Noord-Amerika.
Voorts bevat deze verzameling de indices op
de onderwerpen, op de auteurs en copiïsten,
op de bezitters, de schenkers en op de meest
kunstzinnige en merkwaardige karakteristie
ken dezer handschriften.