IJmuider Courant f in Grindelwald. DAGBLAD VOOR VELSEN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen REX THEATER In Groote Lijnen. Nieuwe uniform. Optreden tegen ongecon- cessioneerde busdiensten. Brand in electrischen trein. Groote vloot schepen lag vóór den Waterweg. fTH ALIA k Vadertje Langbeen ^JAARGANG NO. 96 Llfe„, U.ur«o» Co.».- MaalwbappO coo, Coaraa. Drukkerij N.V Groo.e Hoai.traa, 93. Ha,rleo. Tel '°724' B,,rC°" IJmu",'!r Coureal' KennenieriaaD 42. Ijn...idep, Telefooa 5301. Po"?'™ 310791' A"C Adverlentiee. opgepeven «oor dit blad, «orden ko.leloo.- opgenooto» de Üenncmer CouranL Directie: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM WOENSDAG 22 FEBR. 1939 Abonnementen per week, 1' 0.12't2. per maand f0.52'/2, per 3 maanden f 1.55, franco per post f 1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex. Advertentiën» 1-5 regels f0.60, elke regel meer 0.12. Bij abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels f 0.25, elke regel meer f0.10. Heden- en Morgenavond Adb. lugtz. Med.) m groote lijnen beschouwd is de interna tionale toestand op dit oogenblik belangwek- kender en hoopvoller dan hij zich sinds jaren heeft doen aanzien. Wat hebben wij in die jaren zien gebeuren? Een lange reeks van „ups and downs", van oplevingen telkens weer gevolgd door inzinkingen, heeft zich ontwik keld. °Als een man van statistischen aanleg, zich wapenend met alle gebeurtenissen politieke verklaringen van beteekenis in die jaren, zijn waarnemingen in een grafische voorstelling ging uitdrukken zou er zeker zoo iets als het profiel van een zee-bij-storm op het papier komen. Men zou het ook anders en wellicht nog juister kunnen zien als het rap port van een meteorologisch instituut over de maand April, die doet wat hij wil en waarin snerpende koude met koesterende lentezon, zware stormen met behagelijke labberkoeltjes en streelende zefirs plegen te wisselen. Wij leven nu weer in luwte. Stormen hebben zich gelegd. Maar deze luwte schijnt hoop voller dan haar troostrijke voorgangsters. Niet alleen omdat de Spaansche oorlog zijn einde nabij is zonder dat dit tot een nieuwe machts ontwikkeling van eenige groep dreigt te zullen leiden en zeker niet alleen omdat het gewa pend evenwicht tusschen de grootmachten van Europa blijkt te zijn hersteld. Maar wel en vooral omdat men uit dit gewapend even wicht conclusies gaat trekken, die op een streven naar opbouw en herstel duiden. De Britsch-Duitsche economische besprekingen zijn op zichzelf een buitengewoon gunstig symptoom. Zij zullen zich aansluiten bij de Fransch-Duitsche handelsbesprekingen die al gaande zijn en het is verheugend te lezen in welken toon de Temps over deze dingen schrijft in zijn „Bulletin du Jour". Ik zeg; hier meteen bij dat de meening van dit Parij sche blad bijzondere beteekenis heeft, omdat de inzichten van- de Quai d'Orsay erin tot weerklank plegen te komen. Het blad be spreekt de mogelijkheden van een economi sche samenwerking, opgevat en uitgevoerd in den geest van de accoorden van München. Iedereen weet dat Duitschland ernstige finan- ciëele en economische moeilijkheden door maakt. Alle lapmiddelen, waartoe men zijn toevlucht kan nemen om in de dringendste behoeften te voorzien, schieten te kort als men duurzame geneesmiddelen noodig heeft. Het groote Duitsche volk moet zich immers offers getroosten om de militaire uitgaven te kun nen dragen, waarin de eigen hulpbronnen lang niet kunnen voorzien. Welnu, zegt de Temps, het is duidelijk dat het heel moeilijk is van stelsel te veranderen zonder gevaar dat men wanorde brengt in de staatsorgani satie. Maar als men op de huidige wijze voort gaat, dreigen ernstige verwikkelingen die in geen geval voor een oprechte vredespolitiek dienstig kunnen zijn. Engeland en Frankrijk willen den vrede en zijn er voortdurend op uit gunstige voorwaarden te scheppen voor een vruchtbare samenwerking op interna tionaal plan. Daarom zijn zij bereid (overigens wakend voor hun eigen belangen) Duitsch- lands overgang van de bewapenings-economie naar een normale staatshuishouding te verge makkelijken. De ontwikkeling der handelsbe trekkingen tusschen Duitschland, Frankrijk en Engeland zou het begin kunnen beteeke- nen van beperking en later vermindering dei- bewapeningen. Aldus dit betoog, dat men met voldoening zal lezen omdat het weer eens den eenigen goeden weg wijst en omdat het niet alleen een uiting van vrome wenschen is maar zich aan sluit bij nieuwe onderhandelingen die al zijn aangevangen. Tezelfdertijd laat de Duitsche pers zich eenigszins wantrouwig ten aanzien van de Engelsche bedoelingen uit maar ont kent niet dat zij toch wel hoop koestert nu de Engelsche regeerings-vertegenwoordigers Ashton Gwatkin bekend als medewerker van Lord Runciman tijdens diens bemidde- lingswerk te Praag Oliver Stanley en Hud son zich voor het werk der afgevaardigden van de Britsche industrie zijn komen beijve ren. Ashton Gwatkin, die als economisch ad viseur van het Britsche ministerie van Buiten landsche Zaken optreedt, is als voorbereider der onderhandelingen reeds te Berlijn aan gekomen. i Natuurlijk begeleiden de Duitsche bladen dit bezoek met uitweidingen over de militaire en economische gelijkwaardigheid van hun land met Engeland. Maar dat was niet anders te verwachten en men kan er onmiddellijk de commentaar aan verbinden, dat Duitschlands belangrijkheid en kracht dan toch ook tegen woordig wel degelijk in Engeland erkend worden. Natuurlijk treft hier weer de nood zaak van een algemeen streven, om de sfeer op te klaren door toenaderende houding. Het 13 van het grootste belang het bestaande wantrouwen te verminderen en ik hoop op het streven van die directeuren en hoofd redacteuren der Britsche pers, wier verklaring n van geestelijke en moreele herbe- (Een compagnie infanterie te Breda en een batterij veldartillerie te Bergen op Zoom van de eerste ploeg der nieuwe lichting, die in Maart opkomt, zullen als proef een nieuw modél veldjas dragen). Straks komt weer een lichting op Van soldaten-in-den-dop, Eén compie, één batterij, Mogen er daarbij op hopen, Om. als proef te zullen loopen, In een nieuwe krijgskleedij. Denk eraan, gij die 't betreft, Dat je drommels goed beseft, Hoe men jullie nieuwe dracht. Zeer nauwkeurig zal bekijken, Om 't effect te vergelijken, Vooral 't vrouwelijk geslacht. Toon je in die nieuwe jas, Kerels van een stevig ras, Geen geslungel langs de straat, Loop met rechten rug en beenen, Die een geest van kracht verleenen, Aan een flink en jong soldaat. Draag de uniform der plicht, Met een opgeruimd gezicht, Want dan staat ze eens zoo goed, Daarbij hopen wij dan allen, Dat je haar in elk gevalle Slechts in vrede dragen moet. P. GASUS. Rous en Heymans hebben Aleppo bereikt. De sportvliegers Rous en Heymans zijn Dinsdagmorgen van Rhodos vertrokken. On derweg hadden zij met zware regens en he- vigen tegenwind te kampen. Na een vlucht van acht uur waarbij geen tusschenlanding werd gemaakt, bereikten zij Aleppo, waar zij overnachtten. Naar wij vernemen heeft de procu reur-generaal bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage Dinsdagmiddag een bespreking gehouden met verschil lende vertegenwoordigers van het openbaar ministerie in zijn ressort en met de hoofdcommissarissen van politie te Rotterdam en te 's-Graven hage over de wijze van optreden te gen de ongeconcessioneerde busdien sten in verband met de jongste wij ziging van het Reglement Autover voer Personen (R.A.P.) Het stoffelijk overschot van den bekenden Belgischen staatsman Henry Jaspar werd te Brussel met militaire eer ten grave gedragen. wapening onlangs op deze plaats met zooveel instemming begroet is. Men zou, herinnerend aan een woord dat indertijd in ons land groo- ten indruk gemaakt heeft en dit over brengend op het huidige Europa, kunnen zeg gen dat het besef, dat de Europeesche nooden de Europeesche geschillen overheerschen, thans tot volkomen uiting zou moeten komen. Want laat ons niet vergeten dat de economi sche nooden en de oorlogsgevaren niet alleen in Duitschland, maar aan beide zijden gevoeld worden. Weer daagt een kans. Wellicht een betere dan ooit tevoren. R. p. Deelneming aan wereldtentoon stelling een proef. Komt er een centrale instantie voor deelneming aan tentoonstellingen in het buitenland? In de Memorie van Antwoord, aan de Eer ste Kamer over de betreffende aanvullende begrooting, verdedigt minister Steenberghe nogmaals den post voor de Nederlandsche deelneming aan de wereldtentoonstelling te New-York. De minister acht het aannemelijk, dat de Nederlandsche nijverheid in het algemeen weinig belangstelling aan den dag heeft ge legd voor een tentoonstelling in een hoog ge ïndustrialiseerd land als deVereenigde Staten. Om deze reden is dan ook de Nederlandsche deelneming, voor zoover het economisch aspect betreft, in het bijzonder dienstbaar ge maakt aan die takken van volkswelvaart, wel ke daarvan het meest baat kunnen trekken, namelijk het verkeerswezen, het toerisme en den afzet van producten der overzeesche ge- biedsdeelen. Daarnevens werd evenwel zeer zeker bij den Nederlandschen landbouw en de nijverheid belangstelling gevonden. Uit den gang van zaken bij deze ten toonstelling zal voor de toekomst lee ring moeten worden getrokken. De minister overweegt dan ook een cen trale instantie hier te lande in het le ven te roepen voor de behandeling van aangelegenheden op het gebied van het tentoonstellingswezen, inzon derheid voor zoover betreft buiten- landsche tentoonstellingen. Het ligt in de bedoeling van den minister, het overleg met zijn bij deze aange legenheid betrokken ambtgenooten spoedig te openen. Gecombineerde lijst van liberalen en V.-D. in Noord-Brabant. De hoofdbesturen van de Liberale Staats partij en den Vrijzinnig-democratischen Bond hebben besloten voor de verkiezing van de Proviciale Staten van Noord-Brabant met een gecombineerde Lijst uit te komen. Grandi weer te Rome. Men verdiept zich hier in gissingen over de bewegingen van Grandi, die gisteren voor zijn derde bezoek in drie weken tijd uit Engeland te Rome is aangekomen In politieke kringen meent men hier een aan wijzing te zien voor 'n geringe spanning tusschen Londen en Rome over de Spaansche kwestie, welke te Rome de meeste belangstelling blijft vragen. De opschriften der bladen spreken van „twij fel, aarzeling, intrige" tusschen Londen en Pa rijs en Burgos. Een rijtuig geheelander gedeeltelijk uitgebrand. Treinverkeer ondervond vertraging. Dinsdagavond omstreeks kwart over elf bemerkte de wachter van blokpost 2 nabij Abcoude, dat uit het achterste niet in gebruik zijnde stel van trein 548, welke om 22.56 uit Utrecht was vertrok ken, vlammen sloegen. Hij waarschuw de den stationschef te Abcoude, die door het onveilig zetten van een sein den trein ophield om een nader onderzoek in te stellen. Het bleek, dat er brand woedde in het laatste, derde klas rijtuig van het naar Amsterdam meegevoerde reservestel. De chef waarschuwde de brandweer van Abcoude en deed on derwijl het brandende gedeelte op het tusschenspoor rangeeren en daar afkop pelen. Het voorste gedeelte, waarin de reizigers zaten, kon daarop met een vertraging van een kwartier de reis naar Amsterdam vervolgen. Inmiddels was de Abcouder brandweer ver schenen en deze maakte zich gereed om het blusschingswerk aan te vangen. Uit de nabijge legen sloten kon evenwel slechts modder ge pompt worden, zoodat men genoodzaakt was de slangen naar het 300 meter verder gelegen Gein te leggen. In den tijd, welke hiermede verloren ging, tastten de vlammen het voorlaatste twee de klas-rijtuig aan. Toen de brandweer te ruim middernacht water gaf. was het derde klas rij tuig uitgebrand, in het tweedeklas rijtuig kon men na hard werken het vuur meester worden. In verband met het water geven eischte de voorzichtigheid, dat het electrische bovennet stroomloos werd gemaakt. Dit veroorzaakte stag natie in den treinenloop, aan beide zijden van Abcoude stonden stoptreinen te wachten, totdat de stroom weer zou worden ingeschakeld. Per soonlijke ongelukken hebben zich bij dezen treinbrand niet voorgedaan. Te kwart voor een was de nablussching ach ter den rug en kon de stroom weer worden ingeschakeld. De laatste trein uit Utrecht kwam met 36 minuten vertraging te Amsterdam C. S. aan. Schiphol en Waalhaven zaten potdicht. De mist, die Maandagavond kwam opzetten, heeft het verkeer te water en door de lucht zeer bemoeilijkt. De loodsdienst buitengaat den Nieuwen Water weg werd gisteravond acht uur gestaakt; sinds dien kwam geen schip binnen. Slechts de Har- wich-boot „Vienna' is Dinsdagmorgen 7 u. 40 te Hoek van Holland binnengeloopen. Dinsdagavond lagen minstens 30 sche pen voor de monding van den Nieuwen Waterweg op het optrekken van de mist te wachten. Waar het anders zóó druk is, was het nu stil en verlaten, want niet één kapitein durfde het risico te nemen om binnen te loopen bij een zicht van nog geen vijf meter. Dinsdagavond is het vliegtuig van Londen naar oRtterdam naar Eindhoven doorgegaan, omdat Waalhaven dicht zat. Overdag vliegen de toestellen naar Twente, welk vliegveld dezen dag het middelpunt was van het internationale luchtverkeer, want ook Schiphol zat dicht. (net theater met de beste films) vertoont Vrijdag a.s. Viet LILLY BOUWMEESTER* (Adv. Ingez. Mea.) NEEM DISTRIBUTIE. HET BESTE uit den aether, billijker en beter, 50 cent per week. Geen stroomverbruik INRUIL OUDE TOE STELLEN. N.V. RADIO DISTRIBUTIE-BEDRIJF BEVERWIJK, Romerkerkweg 87 Telef. 3421 (Adv. ingez. Med.) Geen bijzondere besprekingen met Engeland. De aankomst te Grindelwald, (Oppagina 3 zijn ook nog enkele foto's van het Prinselijk Gezin opgenomen.)' Neutraliteit niet in gevaar gebracht. Vragen van den heer van Vessem beantwoord. Op de vragen van het Eerste Kamer-lid van Vessem aan de ministers van Algem. Zaken, van Buitenlandsche Zaken en van Defensie, luidende: 1'. Hebben de ministers kennis genomen van het bericht volgens hetwelk de Britsche onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Za ken in het Britsche Lagerhuis op 9 Februari j.l. cp een vraag betreffende samenwerking tus schen de Nederlandsche- en de Britsche regee ringen op het st-uk van defensie-aangelegen heden in het verre Oosten heeft verklaard, dat in zooverre besprekingen hebben plaats ge vonden als betreffen „de normale uitwisse ling van inlichtingen omtrent technische pun ten verband houdende met defensie-aange legenheden"? 2. Zijn de ministers bereid mede te deelen, of zij het houden van zoodanige besprekingen in overeenstemming achten met de verklaring, door den minister van Defensie bij de behan deling der vorige begrooting van Defensie in de Tweede Kamer afgelegd: „Coaliseeren doen wij niet en evenmin hebben er besprekingen plaats tusschen de generale staven" en met de verklaring op een vraag van den ondergetee- kende door den minister in de Eerste Kamer afgelegd: „Er bestaat schijn noch schaduw van eenig militair verbond, in welken worm ook"? 3. Zijn de ministers bereid mede te deelen, sinds wanneer besprekingen als door den Brit- schen onderstaatssecretaris van Buitenland sche Zaken aangeduid tusschen de Nederland sche- en de Britsche regeeringen plaats vin den en sinds wanneer zoodanige „uitwisseling van inlichtingen" omtrent defensie-aangele genheden met een buitenlandsche mogendheid als normaal worden beschouwd? 4. Vinden zoodanige besprekingen ook plaats met andere buitenlandsche regeerin gen als de B'ritsche, en zoo ja, welke? 5. Hebben de ministers zich ervan over tuigd, en zoo ja, op welke wijze, dat andere regeeringen en zoo ja, welke, zoodanige be sprekingen van de Nederlandsche regeering met een of meer buitenlandsche regeeringen niet beschouwen als in strijd met een Neder landsche politiek van zelfstandige neutraliteit en als een aanwijzing, dat de Nederlandsche regeering het voornemen zou hebben aan een eventueel toekomstig gewapend conflict deel te nemen aan de zijde der mogendheid, waar mede zij gewoon is inlichtingen omtrent de fensie-aangelegenheden uit te wisselen? 6. Indien het antwoord op de vorige vraag ontkennend luidt, zijn de ministers dan niet van meening, dat zoodanige besprekingen Ne derland ernstig in gevaar brengen om in een eventueel toekomstig gewapend conflict tus schen andere mogendheden betrokken te worden? hebben de ministers als volgt geantwoord: 1. en 2. Deze vragen worden bevestigend be antwoord, waarbij echter worde aangeteekend, dat het in het Britsche Lagerhuis door den onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Za ken gegeven antwoord aldus luidde: „Beyond the normal interchanges of information on technical points connected with defence mat ters, which take place between various go vernments including that of the Netherlands, there have been no special conversations"!). 3. en 4. Met „de normale uitwisseling van inlichtingen" kan alleen zijn gedoeld op in lichtingen, welke door tusschenkomst van mi litaire en marine-attaché's worden verkregen en betrekking hebben op technische gegevens, die volgens internationale gewoonte weder zijds worden verstrekt, voor zoover de defen sie-belangen zich daartegen niet verzetten. Van Nederlandsche zijde zijn bedoelde atta- ché's verbonden aan de legaties in Frankrijk, België, Duitschland, Engeland en de Vereenig- de Staten van Amerika; omgekeerd zijn atta- ché's van genoemde staten (en van nog enkele andere staten) verbonden aan de legaties in Nederland. 5. en 6. Wat steeds algemeen, en dus ook voor Nederland, als normaal is beschouwd, be hoeft geen nadere bevestiging, van welke re geering ook, als zijnde niet in strijd met de zelfstandigheidspolitiek van Nederland. Ove rigens zijn deze vragen met het bevestigend antwoord op de tweede vraag voldoende en af doende beantwoord. 1) Buiten de normale uitwisseling van in lichtingen over technische kwesties, verband houdende met defensie-aangelegenheden wel ke plaats vinden tusschen verschillende regee ringen, met inbegrip van Nederland, zijn er geen 'bijzondere besprekingen geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 1