Op eenzamen post...
FEUILLETON
door
KURT SIODMAK.
17)
Hauser trok zich geheel in zichzelf terug,
als een slak in zijn huis. Hij ademde rustig
en voelde zich omgeven door een ijzeren
pantser; zijn gezicht verstarde, toen hij zich
aan tafel zette.
Yscot had allerlei blikjes neergezet.
Hij keek geboeid naar het spel van haar
handen, die zachtjes een bord bijschoven en
dat met allerlei bonte spijzen vulden, kleine
porties, donkere augurken en kleurige mayon
naise. Het bord vulde zich en straalde een
heerlijk en verkwikkende aroma uit.
Ook in Berlijn had eens was het tien of
honderd jaren geleden? een blonde vrouw
met goudglanzend haar, gracieus haar han
den bewogen en zijn bord gevuld, dat glansde
in het licht van een gezellige schemerlamp.
Sloeg er toen niet een klok elf uur, elf, in
lange galmende slagen, zoodat hij heen moest
gaan, omdat het niet netjes was, na elven
nog bij een jonge studente op bezoek te
zijn?Die klok sloeg allang niet meer
Hoeveel jaren waren intusschen al njiet
voorbijgegaan, hoeveel honderden dagen?
Hauser sloeg zijn oogen op. Zijn blik viel
op het gelaat van de vrouw, die tegenover
hem zat.
„Waarom bent u zoo stil, commandant?"
vroeg Ysot met zachte stem.
Den geheelen tijd had zij naar zijn gezicht
zitten kijken, het gezicht van een man en
toch nog van een jongen, trekken, doorgroefd
van verdriet, een groot nameloos verdriet.
Haar blik viel op zijn handen, lange bruine
doch zeldzaam doorschijnende handen, die
een geheel eigen leven hadden, iets trokken en
af en toe even beefden.
Zij keek in zijn oogen en schrok. Die oogen
waren grijs, zij schitterden en werden
zwart er gloeide een vlam in op, een wild
brandend vuur, dat dadelijk weer doofde.
Ysot's hart sloeg zwaar en luid. Was zij
bang?
„Mag ik een cocktail voor u mixen?" vroeg
ze en dwong haar oogen, vroolijk te zijn.
Hij staarde haar aan en antwoordde niet.
Precies, dat bestond toch nog, cocktails en
bars, al dat leege gedoe
Zij nam twee kleine zilveren bekers, vulde
die met allerhande ingrediënten, zetten ze
op elkaar en schudde. Rap gingen haar handen
heen en weer.
„Wilt u mij niet helpen?" vroeg zij.
Hij zweeg. ij
Ysot stond op en ging met een bevallige
beweging naast hem staan.
„Help mij even", zei ze lachend en reikte
hem de shaker.
Hauser keek haar uitdrukkingsloos m de
oogen, nam den beker van haar aan en
schudde haar onbeholpen.
„Hij moet ontwaken", bad Ysot vurig, „hij
moet spreken. Ik moet hem aan het praten
krijgen. Waarom staart hij zoo?"
Zij kon den blik van die oogen niet langer
verdragen.
„Ik had niet moeten komen, ik had niet
met hem moeten eten. Uit! het moet uit
zijn!" dacht zij en terwijl de woorden moeilijk
over de lippen kwamen zei ze: „Zoo moet u
doen
Ze greep naar den beker en raakte zijn
hand aan.
Hauser liet den beker vallen. Hij greep
haar hand, draaide die met den palm naar
buiten en begroef zijn mond in het zachte
vleesch.
Ysot trok haar hand terug. Het was alsof
een gloeiende stempel in haar hand gedrukt
was. Pijnlijk voelde ze den druk van zijn
tanden.
Ze draaide zich om en liep naar het mid
den van de kamer. Zij schreeuwde van angst
en weerloosheid, haar hand brandde, ze
scheeuwde en schreeuwde maar er kwam
geen geluid over haar lippen.
Hauser hief het hoofd op. Hij stond op en
liep naar den tegenovergelegen hoek van de
kamer, zoo ver mogelijk van haar weg.
Het was onheilspellend stil in de kamer. Een
heelen tijdToen zei Hauser toonloos: „Ik
hoop, dat u mij vergeven wilt. U zult mij,
hoop ik, begrijpen, als ik u verzoek, mij alleen
te laten, morgen zal ik
Zijn stem stierf weg.
Ysot ging naar de deur, die zich wijd en
bijna automatisch opende, en wandelde de
ijzige gang door,, onafzienbaar en donker.
Haar hoofd voelde leeg. Haar hand brandde
van Hauser's kus.
De Kans.
Ysot zat op haar kamer en voerde niets
uit. Zij wachtte waarop? Aan haar pols
tikte zonder ophouden haar horloge. Een dag
ging voorbij. Nog twee uur van den middag
lagen voor haar. Wat moest zij doen? Hoe
gauw zou de Afrikaansche nacht alweer aan
breken, een nacht, die geen schemering
kende, maar plotseling kwam, vooral na zulke
brandend heete, wolkenlooze dagen. En zij
had nog niets bereikt
„Staat u toe, dat wij binnenkomen?" vroeg
onverwacht een scherp geaccentueerde stem
vlakbij Ysot. Zij wendde het hoofd om.
Voor haar stond de kleine Griek in een
hooggesloten uniform. Hij had een hand
groetend aan de slaap gebracht en boog met
een haast eerbiedige beleefdheid. Achter den
Griek stond de Iersche reus. Hij was verlegen.
Hij boog het blonde hoofd met het keurig ge
scheiden haar en hield zijn oogen neerge
slagen.
Ysot nam beide eens op. Blijkbaar dreigde
er geen gevaar. Zij knikte. Achilles Daskalo-
poules boog nogmaals en trad het vertrek
binnen.
„Wilt u niet gaan zitten Moe wees
Ysot op een smalle bank. Achilles boog op
nieuw:
„Vergunt u ons allereerst te vragen of u
nog boos op ons bent. Wij zijn ons er zeker
van bewust, dat wij ons niet heelemaal be
hoorlijk gedragen hebben. Maar de alco
holde verwarring van het oogenblik
zoomaar onverwacht een mooie vrouw te
ontmoeten
Achilles onderbrak zijn van buiten ge
leerde redevoering en wierp een afwachtende
blik op Ysot. ,;De oorlogging hij zuchtend
verder. „U begrijpt ons hopelijk mademoi
selleWij beloven ootmoedig beterschap,
in het bijzonder die groote lobbes daar".
Met een onverschillige handbeweging wees
hij op O'Murphy, die nog altijd zijn oogen
niet had opgeslagen.
Plotseling drong het komische van deze
twee eigenaardige „ridders" tot Ysot door. Zij
keek hen beide eens aan. De kleine stapte
trotsch als een haan heen en weer; Ysot
maakte zichzelf vroolijk bij de gedachte, dat
hij ieder oogenblik kon gaan kraaien. De
andere was precies een beleedigde olifant. Ja,
nu wapperde hij met zijn groote ooren
misschien wuifde hij zich wel koelte toe
Ysot begon te lachen. Zij barstte in lachen
uit, probeerde nog, het tegen te houden,
maar tevergeefs. Onmogelijk. Ze lachte
van ganscher harte, zóó, dat haar schouders
schokte.
Ysot lachte tot ze niet meer kon. De kamer
danste voor haar oogen. Ze snakte naar adem
en ging op haar bed zitten. Telkens brak haar
lach opnieuw door en zij kreeg er bijna
tranen van in de oogen.
Toen de sluier voor haar oogen eindelijk
wat optrok, zag zij Achilles, die brullend van
het lachen voor haar stond en met twee han
den zijn buik vasthield. De reus stond daar
nog altijd met gebogen hoofd, maar hij had
zijn mond vertrokken tot een vroolijke grijs.
Ysot stond op. Zij was zich zelf nu weer
meester.
„Neen, ik ben niet meer boos", zei ze en
reikte Achilles de hand, die hij probeerde te
kussen. Maar snel, in plotselingen schrik trok
zij haar arm terug. Zij ging naar haar koffer
en haalde een flesch whisky tevoorschijn.
Achilles was direct heel huiselijk gaan zit
ten. De stijve beleefde houding, die hem ver
veelde, was plotseling van hem afgevallen. Hij
trok een verrukt gezicht:
„John Haig! Staat u toe?"
Hij nam de flesch, verwijderde zorgvuldig
het staniol. Daarna sloeg hij met de vlakke
hand op den bodem van de flesch. De kurk
sprong eruit. Begeerig hield hij zijn neus
boven de flesch. Hij knikte gerustgesteld en
vulde met breede gebaren de kleine zilveren
bekers.
„Op onze nieuwe vriendschap!" zei hij en
hief zijn glas; hij trapte O'Murphy op zijn
teenen. „Doe toch niet zoo stijf!" siste hij
woedend en wendde zich toen weer tot Ysot,
stralend van vriendelijkheid.
O'Murphy greep het glas en goot den in
houd in zijn keel. Hij grijnsde van plezier, toen
hij den geur van de whisky in zijn neus voel
de. Dat was wat anders dan die sprit, die je
keel strukvrat.
„Kun je niet even wachten?"; verschrikt
wendde Achilles zich tot Ysot: „Hij heeft geen
opvoeding Vertwijfeld schudde hij zijn
hoofd, „of hij is zoo slim, dat hij denkt, dat
hij er twee kan drinken, terwijl ik er maar
eentje krijg".
Hij dronk zijn glas leeg en schonk zich be
hendig een tweede glas in.
„Op uw gezondheid, mademoiselle, nog
maals
Hij knipte met zijn oogen.
Ysot lachte en greep haar glas, dat zij lang
zaam naar de lippen bracht.
(Wordt vervolgd).
Een aantal werklooze musici te Den
Haag heeft een orkest gevormd, dat
onder auspiciën van het Comité tot
Cultureele Geestelijke Ontspanning in
het gebouw voor K. en W. een con
cert zal geven. Tijdens de repetitie
In de Ambachtsschool aan den Postjesweg te Am
sterdam worden door jeugdige werkloozen onder-
deelen van dieseltrein-modellen vervaardigd voor de
tentoonstelling .100 jaar Ned. Spoorwegen", welke
in de hoofdstad zal worden gehouden
bestaan een marsen door Arnhem
Een bloemenhulde voor Koningin Eliza
beth van Engeland bij gelegenheid Yan
Haar bezoek aan de Engelsche Industrie
tentoonstelling te Londen
Een „luguber" detail van den grooten gecostumeerden optocht, welke Dinsdag
als onderdeel van de Carnavalsfeesten door de straten van Bergen op Zoom
trok
Nieuwe kleine motorbooten, die een zeer gFoote snelheid be
reiken kunnen, en voor de Engelsche marine gebouwd worden,
zijn deze week op de Theems gedemonstreerd
Op de postzegelveiling te Den Haag wordt binnenkort een
zeldzame zegel geveild, n.i. de 9 ct. Nederland, uitgifte 1926,
echter zonder waarde, aangezien het zwarte waarde-inschrift
is weggevallen
Voor het eerst na zijn verwonding bij het vliegtuig
ongeval in Ned. Indië treedt de violist Bronislaw
Huberman weer in Nederland op. Een foto
tijdens de repetitie met het Residentie-orkest onder
leiding van prof. Georg Szell