Op eenzamen post...
De Utrechtsche Vrouwelijke Studentenvereeniging ving Donderdag de
viering van haar achtste lustrum aan met de ontvangst van de reünisten
en gasten, waarbij een eere wacht te paard gevormd werd
Huizen begroet den nieuwen burgemeester, den heer H. Vlug, die Donderdag
officieel geïnstalleerd werd
De viering van het eeuwfeest van het Leidsche Studentencorps werd Donderdag
opgeluisterd met wielerwedstrijden, waarvoor veel belangstelling bestond. De
winnaar van den wedstrijd rond het Van der Werffpark, N. C. Segaar,
in de bloemen
In gespannen aandacht wachtte een enorme menschenmenigte op het St. Pieters
plein te Rome op het resultaat der Pauskeuze in de Sixtijnsche kapel. (Tele
grafisch overgebrachte foto)
Met indrukwekkende plechtigheid vol Oostersche sfeer heeft de be
grafenis plaats gehad van den Soesoehoenan van Solo, Pakoe Boewono.
De praalkoets met het stoffelijk overschot te Solo voor de overbrenging
naar Imogiri
Om het wereldkampioenschap biljarten cadre 45 2 zijn Donderdag
avond te Amsterdam de wedstrijden aangevangen. De „toss" tusschen
Loëb (Zwitserland) en Sweering (rechts)
De voor de Batavierlijn in aanbouw zijnde „Batavier III is Donderdag
van de werf „De Noord" te Alblasserdam tewater gelaten. Het schip
in zijn element
Koningin Elizabeth in den trein op
weg naar Longbridge, waar het
Engelsche Koningspaar een bezoek
bracht aan de vliegtuigfabrieken
FEUILLETON
door
KURT SIODMAK.
25)
„Mag ik vechtenfluisterde hij en
greep den reus bij de hand. O'Murphy, vind
je goed, dat ik vecht, op de muren?!"
„Kom, schiet op!" In O'Murphy's oogen
straalde een goedig vuur. „Gauw
Hauser's hart jubelde:
„Vriendkameraad
Tusschen twee kampen.
Onder het scherm van café „Papilion
a Amour" in Ben Schiorsch, lagen blauwe
schaduwen en zwoelte. De lucht van versch
gezette koffie vermengde zich met de geuren
van leer, stof en het zweet der soldaten, die
Kort voor het opbreken, haastig en opgewon
den heen en weer liepen. Twee afdeelingen
waren reeds vertrokken. De derde reserve
stond gereed voor den afmarsch.
voor het kleine café, in de schaduw van
net. scherm, zat Ysot, zooals zij het zich,
siecnts eenige uren geleden voorgesteld had:
post en kranten voor zich, den vroolijken,
steeds maar door pratenden luitenant Devil
liers en den zwijgzamen, pessimistischen ka-
*7- Berrier a^n. haar tafeltje.
„Mijn bewondering is grenzeloos, made
moiselle!" vleide Devilliers. „U is een heldin!"
is onbegrijpelijk, wat u tot stand heeft
gewacht', meende de sombere Berrier. „Als
orncier kan men niets anders wenschen, dan
zoo'n dochter...."
„Zoo'n vrouw1" verbeterde Devilliers.
•ais ik er aan denk, welke vrouwen ik tot nog
toe in mijn leven ben tegengekomen, dan kan
ik alleen maar zeggen, dat ik nog voor geen
een zoo'n achting gehad heb, dat geen een
zoo'n indruk op mij gemaakt heeft, en dat ik
tot geen een met meer aanbidding heb op
gezien, dan tot u, Ysot de Bottberg,- heldin
van dezen tijd, Heilige van deze Heilige
eeuw!"
Kapitein Berrier bracht zijn woorden iets
gematigder tot uitdrukking.
„Daar waagt zich dat kuiken zoomaar, als
of het niets is, in de binnenlanden van Ma
rokko. zei hij 'hoofdschuddend. Iedereen
kan tegenwoordig met een gerust hart door
het Kongogebied boemelen en in zijn eentje
kampeeren bij negerstammen, die vroeger als
de wildste golden, maar in het binnenland
van Marokko, mag niemand zich zonder ge
wapende geleide wagen. Dat weten de erva-
rendste globetrotters. Het is haast een cyni
sche scherts van de wereldgeschiedenis, dat
de macht van de blanken onmiddellijk voor
de poorten van Europa ophoudt. In dezelfde
streek, waar eens de Romeinen hun zegetocht
begonnen.
„Uw daad is van een heldhaftigheid van
weleer" verklaarde Devilliers, die zich door
de uitweidingen van Berrier niet van zijn stuk
liet brengen. „De dochter, die haar vader
redt, met inzet van haar eigen leven. Hoe gaat
het overigens met uw vader? Gaat hij al voor
uit?"
„Dank u". Ysot zei het bijna zonder inte
resse; hare gedachten vertoefden ver weg.
„Ik was daarnet bij hem", voegde zij er iets
levendiger aan toe. „Hij rust nog, maar hij
hoopt zich vanavond weer bij zijn troep te
kunnen voegen".
„Een voorbeeld voor ons allemaal" riep
Devilliers. „Ieder ander had, na wat De Bott
berg gepasseerd is, een zenuwinstorting ge
kregen. Denk toch eens aan: gemarteld door
die woestelingen en tot zijn schrik ook zijn
dochter nog in handen van dit gespuis zien
de!"
En opnieuw noemde Devilliers alle gruwe
len. waaronder De Bottberg bij de opstande
lingen te lijden had gehad, waarbij hij steeds
weer in nieuwe bewoordingen de heldendaad
van Ysot ophemelde.
„Het was een vaderlandslievende daad" ver
klaarde hij pathetisch.
Hoezoo vaderlandslievend? dacht Ysot ver
baasd. Het was toch een gewone menschelijke
daad. Zij had toch niet den commandant van
het 16de regiment infanterie uit zijn gevan
genschap bevrijd, maar haar vader gered, toen
niemand anders hem redden kon? Of het
regiment zijn commandant terugkreeg, of
niet, het verdere verloop van deze oorlogs
onderneming, deze ruwe, afstootende en onge
rechtvaardigde strijd om macht en voordeel
was haar volkomen onverschillig, ja, op dat
oogenblik verwenschte zij den strijd zelfs en
zij begeerde niets anders dan vrede over dit,
door de zon geblakerde land, afbreken van
den strijd, wapenstilstand. Een seconde lang
overwoog zij, of zij op grond van haar daad,
die door beide militairen zoo ontzettend hoog
werd aangeslagen, het opperbevel van de
expeditie niet kon verzoeken, de vijandelijk
heden af te breken. Doch op hetzelfde oogen
blik zag zij het belachelijke daarvan in. Zij
behoefde zich alleen de gezichten van ka
pitein Berrier en generaal Toussaint maar
voor te stellen, om de onmogelijkheid hiervan
in te zienWat had zij eigenlijk met deze
menschen gemeen?
Net zoo weinig, kwam het haar voor, als die
arme jongen, daar op het woestijnfort, met
zijn Arabieren en Berbers en geheimzinnige
Sheiks
Trompetgeschal schetterde door de heldere,
zondoorwoelde lucht.
Luitenant Devillers kromp in elkaar. De
lange kapitein Berrier stond op.
„MademoiselleBerrier boog zich over
haar hand. ,3rengt u mijn groeten over aan
den Overste!"
„MademoiselleDe kleine Devilliers was
eveneens opgestaan. „U ziet mij terug als
overwinnaar of heelemaal niet!" zei hij ga
lant, en zich tot kapitein Berrier wendend,
voegde hij eraan toe: „Het is toch een heer
lijk gevoel voor een mooie vrouw ten strijde
te trekken
Berrier deed of hij het niet hoorde en Ysot
wendde zich een beetje afkeerig af.
„Wat voor een strijd!" dacht zij. „Een dui
zendvoudige overmacht, trekt op tegen een
paar slecht gewapende, slecht verdedigde
half-wildenen tegen een armen, door
waandenkbeelden bezeten jongen
En plotseling bad zij: „Hemel, bescherm
hem
Kinderlijk, zonder eenige terughouding, met
tranen in de oogen, bad zij.
Op het pleintje voor het café, in de aan
grenzende straten en buiten, voor de muren,
verzamelde de rest van de troep zich. Nog
maals schetterden trompetsignalen. Trommels
begonnen te roffelen. Eenige langgerekte com
mando's klonken, juist als op het exercitie
veld.
Toen zetten de troepen zich in beweging.
Eindeloos lang trokken de afdeelingen aan
de onverschillige blikken van Ysot voorbij.
De trommels klonken flauwer. Het gedreun
van de voetstappen en het getrappel van de
paarden stierf weg. Van heel uit de verte klon
ken nog even de schelle tonen van een trom
pet,
Tot er niets meer te hooren was en Ben
Schiorsch in de oneindige stilte van de woes
tijn terugviel
Ysot bladerde tusschen de brieven, die zij
op het postkantoor gekregen had. Een mode
huis in Parijs zond haar een verleidelijke ca
talogus van de nieuwste modellen. Een vrien
din schreef over het strandleven te Ostende.
En daar was een brief van Léon!
Juist, die keurige aardige elegante
Léon bestond ook nogze had hem
bijna heelemaal vergetenWat zou hij wel
schrijven? Van zijn auto? Zijn overwinning
op de tennisbaan? Zou hij naar haar verlan
gen, of probeeren, haar jaloersch te maken?
Ysot was niet in de stemming een van
deze brieven te lezen. Zij kon zich nog niet
aan het leven van alledag wennen. Nog lage
de gebeurtenissen van de laatste dagen te
sterk in haar geheugen. Zij moest even rust
hebben. Rustin de allereerste plaats
Ze sloeg de kranten open. Het leven ging
verder. De wereld, daar in het Noorden, was
precies hetzelfde: Schandaal bij een provin
ciale B.ank, fraude bij de belastingen, auto
ongeluk van een zangeres, een huwelijk in de
financieele wereld
„Teneinde de rust in Marokko te verzeke
renWat was dat? In één adem las Ysot
verder„is een algemeene aanval op han
den, die den laatsten weerstand in het
binnenland moet breken". De laatste weer
stand: dat was het armzalige fort, waar Hau-
ser zich verborg. „Sterke Fransche troepen-
afdeelingen rukken opBerrier had van
versterkingen gesproken, van nieuwe troepen
transporten, die in Casa Blanca debarkeer-
denArme Hauser! „Men hoopt de laatste
opstandige stammen nu voor altijd onschade
lijk te makenArme Arabieren! Hauser
hield van deze menschen. Om hunnentwille was
hij teruggegaan, om hunnentwille had hij
haar, Ysot, verlaten
„Hemel, bescherm hem!" hoorde zij zichzelf
zeggen. Zou z ijhem ooit terug zien? Het was
geëindigd, waar het had kunnen beginnen, bij
het einde gestorven, nog voor het tot leven ge
wekt was
Waarom kwam hij niet? Waarom liet hij
haar heengaan? Waarom had hij zich losge
rukt?
Ysot glimlachte en liet de krant zakken, die
zij, zonder te lezen, in handen hield. Het zou
wel zoo moeten zijn. Er moest trouw zijn.
Trouw aan de kameraden en trouw aan iets,
dat men begonnen was. Want wat zou er van
de wereld terecht komen, zonder trouw? Zoo
zag een deserteur er niet uitzooals Hauser.
Zoo gemakkelijk kon een mensch zich het
leven niet maken.
.(Wordt vervolgd).