Vernieuwing van ons M. 0.
Critiek op het beleid van mr. Goseling.
Neemt Duitschland maatregelen
tegen onze tariefspolitiek?
Drie verschillende kwesties
Zekere vrijheid in het
leerplan gelaten.
Legislatieve arbeid mag niet in het
gedrang komen.
Met de 3 Dampo producten bestrijdt U alle verkoudheden
Luchthavenkwestie nog niet afgehandeld-
D O N D
E R D A G 9 MASRT 1939
Wetsontwerp bij de Kamer
ingediend.
oor minister Slotcmaker de Bruine
is bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp tot regeling van
„eMoortereidend, hooeer en algemeen
vormend middelbaar onderons aan-
haneig gemaakt.
ne memorie van toelichting begint met vast
"IZn dat de term algemeen vormend mid-
j.lbaar onderwijs in het ontwerp gereserveerd
ïït voor inrichtingen, aan wier eindexamen
Ti taevérTeen studierechten verbindt. De H.
n c en het gymnasium beschouwt de minister
i voorbereidend hooger onderwijs.
nè minister is ervan overtuigd, dat met de
vier toegangswegen tot het hooger onderwijs,
i£to gymnasium alpha en beta en de a- en
Sdeelkig der H. B. S. met parallelle staats-
vamens kan worden volstaan.
Fm verkleining van dit aantal komt hem niet
«ewenscht voor, met name zou hij een vereeni-
E van gymnasium beta en hoogere burger-
g0l b niet gaarne verdedigen
In het algemeen acht de minister een wijzi
ging in het studieplan der twee of der vier
richtingen gewenscht.
De wensch om van alles wat te doen
leeren, is een paedagogische fout. Het
voorbereidend hooger onderwijs moet
tot de studie aan universiteit en hooge-
school voorbereiden, en dit geschiedt
niet door het samenbrengen van een
groot materiaal feitenkennis doch door
vorming van den geest.
Dit uitgangspunt is van invloed geweest op de
lijst van vakken, die volgens het ontwerp op
gymnasium en hoogere burgerschool worden
onderwezen. Echter wordt het karakter van het
onderwijs veel meer door andere elementen be
paald dan door de vakkenlijst. Ten eerste door
het totaal aantal uren, dat thans te groot is, als
er plaats zal zijn voor onmisbare zelfstudie. Ten
tweede door het aantal vakken in alpha en beta,
in a en b, als volgens dit ontwerp op „het"
gymnasium en „de" burgerschool zekere vak
ken worden beoefend, beduidt dit niet, dat zij
ook in elk der beide richtingen gedurende de
laatst,e twee jaar beoefend worden. Ten derde
door het aantal uren per vak, per week en per
jaar. Op de hoofdvakken moet niet beknibbeld
worden. Ten vierde door de leerstof. Ook hier
moet richtsnoer zijn de overtuiging, dat niet alles
behoeft behandeld te worden.
Uit een en ander blijkt, dat de vernieuwing
van het voorbereidend hooger onderwijs in niet
mindere mate beheerscht wordt door den inhoud
van de vereischte algemeene maatregelen van
bestuur dan door den inhoud van de wet zelve.
Grieksch gehandhaafd.
Als de minister niet noodig en niet gewenscht
acht, dat alle vakken, welke op de vakkenlijst
voorkomen, ook tot het einde toe beoefend wor
den, beduidt dit niet, dat hij de leerlingen der
beta-afdeeling van het gymnasium van het
Grieksch zou willen zien vrijgesteld. Hij acht
zulks integendeel volkomen verwerpelijk. De
klassieke opleiding is zonder Grieksch niet
denkbaar.
Voor hen, die zonder voldoende klassieke op
leiding toegang wenschen tot universiteit of
hoogeschool, staat deze toegang via de hoogere
burgerschool open wel te verstaan, voor zoo
veel de begeerde studie een klassieke opleiding
niet per se vereischt. Overigens zal de vrijheid
de mogelijkheid openen om in het programma
der Hoogere Burgerschool Latijn als leervak op
te nemen.
Naast versobering en verdieping behoeft ons
voorbereidend hoogr onderwijs meer vrijheid.
De bedoelde vrijheid moet echter zoowel voor
het openbaar als voor het gesubsidieerd bijzon
der onderwijs haar duidelijk getrokken grenzen
hebben.
De sinds jaren bestaande toestand, dat de
lycea aanwezig zijn en erkenning vinden, doch
dat zij niet op een- wettelijke basis rusten, is zeer
ongewenscht en mag niet bestendigd worden.
Het ontwerp kent dan ook het Lyceum.
Van zeer deskundige zijde, die tevens de
Lyceum-constructie warm steunt, is verzekerd,
dat de leeraren nog steeds geen eigen methode
voor het Lyceum hebben gevonden. Onder deze
omstandigheden is het niet geraden, verder te
gaan dat tot de wettelijke erkenning van dit
type in dezen zin, dat daarin Gymnasium er
hoogere burgerschool een gezamenlijken onder
bouw hebben.
Naast het voorbereidend hooger onderwijs
regelt het ontwerp het algemeen vormend mid
delbaar onderwijs.
Wanneer de wet naast elkander de hoogere
burgerschool A en de handelsdagschool kent,
^.het verschil tusschen deze beide typen dui
delijk in het oog gevat moeten worden en moe
ten gehandhaafd blijven. De hoogere burger
school A leidt op voor het hooger onderwijs; de
handelsdagschool doet dit niet. Uit het een en
uit het ander volgen consequenties, die men zal
moeten aanvaarden.
Het ontwerp kent als inrichtingen van alge
meen vormend middelbaar onderwijs handels
dag- en avondscholen, hoogere burgerscholen
met driejarigen cursus en middelbare scholen
voor meisjes.
Meer vrijheid in het leerplan.
Voor de openbare scholen wordt bij alge-
meenen maatregel van bestuur voor elk der
typen van scholen een algemeen leerplan vast
gesteld, dat bevat de grenzen voor het getal
jaarlijks te geven vacantiedagen en het getal
lessen in iedere klasse in alle vakken te zamen
ten hoogste te geven. De duur der lessen wordt
daarbij bepaald op vijftig minuten.
Het onderwijs aan elke school wordt nader
geregeld door een bijzonder leerplan.
De minister kan, den onderwijsraad
gehoord, vergunning verleenen om ten
behoeve van de bijzondere inrichting
van het onderwijs aan een school af te
wijken van de voorschriften uit het al
gemeen leerplan, die voor elk vak, het
welk krachtens deze wet moet worden
onderwezen, aangeven, welk getal lessen
daarin in alle leerjaren te zamen ten
minste moet worden gegeven en in
welke klasse of klassen bet in elk geval
moet worden onderwezen.
Het ontwerp schept de mogelijkheid
om openbare scholen in staat te stellen
bijzondere methoden als Dalton-methode
en Montessori-methode toe te passen,
hetgeen met de voorschriften moeilijk
vereenigbaar zou zijn. Dat hiermede de
noodige voorzichtigheid zal moeten wor
den betracht, ligt voor de hand. Het
hooren van den onderwijsraad wordt
dan ook voor elk geval afzonderlijk
voorgeschreven. Door den eisch, dat het
onderwijs in grondtrekken hetzelfde is,
wordt bevorderd, dat de kennis der
leerlingen, aan wie volgens de afwijken
de methoden onderwijs wordt verstrekt,
niet te veel zal verschillen van hen, die
volgens de „normale" voorschriften wor
den onderwezen.
Paedagogische vorming van leeraren.
Voor den minister staat, èn op grond van zijn
eigen ervaring èn gelet op de resultaten van
een onderzoek, waarbij hij tal van autoriteiten
en belanghebbenden heeft gehoord, vast, dat
een paedagogische voorbereiding van de aan
staande leeraren aanbeveling verdient. De for
muleering, in het ingetrokken wetsontwerp ge
bezigd, acht hij practisch en heeft hij dan ook
ongewijzigd overgenomen. Zij laat aan een alge-
meenen maatregel van bestuur over, hoe de
voorbereiding zal worden ingericht.
Reeds thans wordt in afwachting van een wet
telijke regeling, op verschillende wijzen in de
behoefte voorzien.
Overwogen zal moeten worden of in alle
gevallen, waarin paedagogische voorbereiding
wordt gevorderd, de eisch van met inachtne
ming van bepaalde voorschriften te hebben ge-
hospiteerd zal kunnen worden gesteld. Te dien
aanzien is, om verschillende redenen voorzich
tigheid geboden. De minister is dan ook tot de
zelfde conclusie gekomen, dat een volledige
regeling in de wet gesteld al dat zij ooit
wenschelijk blijkt vooralsnog praematuur
zou zijn en regeling bij algemeenen maatregel
van bestuur voorloopig aanbeveling verdient.
Op het voetspoor van zijn ambtsvoorgangers
heeft de minister gemeend geen onderwijsbe
voegdheid voor ingenieurs en officieren te moe
ten voorstellen.
Voor den rector van een Gymnasium wordt
gevorderd de graad van doctor in de letteren en
wijsbegeerte, verkregen na het afleggen van
een doctoraal examen met klassieke talen als
hoofdvak.
Niet iedere school, die overigens aan de sub
sidievoorwaarden voldoet, zal worden gesub-
sidieerd.
Schoolgeld.
Als maximum schoolgeld voor de dagscholen
geeft het ontwerp aan het gemiddeld bedrag
van de kosten per leerling aan de rijks hoogere
burgerscholen, in plaats van de kosten voor
iedere soort van scholen afzonderlijk, terwijl
bepaald is, dat dit bedrag telkens door den mi
nister voor een tijdvak van vijf jaar wordt
vastgesteld.
1TX voor:
DEN HAAG. Woensdag
R a p p a r d (lib.) die het op zich
zelf terecht gewenscht noemt uiterste
oorzichtigheid ten opzichte van toe
lating van vreemdelingen aan den
dag te leggen, gispte al te groote willekeur
rechteloosheid, waarvan soms vreemde
lingen binnen onze grenzen toch wel slachtof
fers worden. Voorts bepleitte spr. met klem
scherper maatregelen tegen extremistische ex
cessen in pers en vergaderingen. Aan misselijke
naaperij uit het buitenland dient men nu toch
heusch een einde te maken.
Prof. Kranenburg (v. d.) kan er zich niet
mee vereenigen, dat de Minister op grond van
zijn drukke werkzaamheden op uitvoerend ge
bied op wetgevend terrein te weinig doet. In dit
verband noemde hij ook de wilde bussen-histo
rie, terwijl hij verder o.m. voor den zooveelsten
keer een pleidooi liet hooren voor eenige nadere
regeling inzake administratieve rechtspraak. Als
de bewindsman zelf niet voldoende tijd heeft een
en ander voor te bereiden en te verdedigen, late
hij dan hiervoor den bijstand inroepen van een
tot dit doel te benoemen Regeeringscommissaris,
middel, dat de Grondwet toelaat. Deze zaak is
urgent. Jammer vond spr. het verder, dat Mr.
Goseling het denkbeeld had afgewezen om een
technische herziening van ons 'n eeuw oud zijnde
Burgerlijk Wetboek te (doen) ondernemen door
één man, die het heele burgerlijk recht be
heerscht. Zulk een werk kunnen de Kamers best
aan, want gemeenlijk neemt zulk technisch-wet-
gevend werk niet veel parlementairen tijd in
beslag.
Met het oog op een goede redactie van de ver
schillende wetten ware het wellicht beter hier
toe aan het Departement van Algemeene Zaken
dan aan dat van Justitie een afzonderlijke af-
deeling in het leven te roepen, Met Mr. v. Rap-
pard verklaart Prof. Kranenburg niets te voe
len voor het, door den Minister van Justitie ver
kozen, uitstel van een wettelijke regeling van
de Rijkspolitie. Ook ten aanzien van de kwestie
van de excessieve uitingen was de v. d. senator
het met zijn liberalen collega eens. Hieraan
voegde hij nog toe, dat hij met weerzin kennis
had genomen van allerlei wrangs, verwrongens.
enz. dat er in „Volk en Vaderland" aan beden
kelijke uitlatingen tegenover medebux-gers pleegt
voor te komen. Intusschen zijn de meeste van
die artikelen zoo geredigeerd, dat de schrijvers
door de mazen van de wet heen kunnen; toch
waren er wel gevallen waarin ook met de be
staande wettelijke voorschriften een veroordee
ling te bereiken zou zijn geweest. Overigens zou
het aanbeveling verdienen reeds de opzettelijke
beleediging van volksgroepen en daartoe be-
hoorende personen strafbaar te stellen en zulks
niet pas te doen ten opzichte van uitlatingen in
beleedigenden vorm. Mogelijk zouden we ook
ons voordeel kunnen doen met invoering van
Soortgelijke bepalingen als in Zwitserland in dit
verband van kracht zijn. Uitlatingen als door spr.
bedoeld vormen een bron van ei-gernis en ge
zagsondermijning. Het publiek begrijpt niet, dat
hiertegen geen maatregelen getroffen worden
o.m. door strengere wetgeving.
Mr. Michiels v. Kessenich (R.-K.)
noemde de kritiek op den minister vanwege de
zaak-Oss, de wilde-bussen-kwestie en de (niet)
toelating van vreemdelingen uitgeoefend,, on
gerechtvaardigd. Nadat spr. dit nader had uit
gelegd, behandelde Mr. In 't Veld (s.-d.), de
EERSTE KAMER
toepassing van de bioscoopwet door burgemees
ters, de door hem gewenschte vergemakkelijking
van de echtscheidingsprocedure, inconsequent
optreden ten opzichte van toelating van redevoe
ringen houdende vreemdelingen (bij de ver-
assching van Kautsky was 't verboden, bij de
begrafenis van een uitgeweken Belgischen ac
tivist mocht het wel) enz. enz. Spr. die zich
verder bij 't betoog van prof. Kranenburg aan
sloot verklaarde zich in zijn kritiek wel scherp
doch niet kwetsend te hebben uitgelaten. Ir.
Heldring (lib.) kwam op voor aanpassing
van onze wetgeving aan de unificatie van het
internationaal zeerecht. Vervolgens ijverde de
heer Vorrinlc (s.-d.) voor een soepelere hou
ding van de Regeering ten opzichte van toela
ting van vreemdelingen. In het bijzonder gold
dit ook nog voor de z.g.n. transmigranten. Ove
rigens moet men niet uit het oog verliezen, welke
voordeelen namelijk werkverruiming de
aanwezigheid van vele Duitsche émigrés toch
zeker al had opgeleverd en nog zou kunnen op
leveren. Het zou aanbeveling verdienen speciaal
eens te laten nagaan, welke nieuwe industrieën
met behulp van vreemdelingen hier zouden kun
nen worden opgericht. Zooveel mogelijk gezins
verpleging voor de vluchtelingenkinderen ware
gewenscht en zeker zou er alles voor te zeggen
zijn die kinderen toe te laten bij hun eigen hier
aanwezige familie, als die in staat is hen op te
nemen. Overigens late men zooveel mogelijk
menschen onder toezicht van comités, en politie
bij particulieren verblijven.
Een begrooting van Justitie thans zonder Oss
is aldus Mr. v. V e s s e m (nat.-soc.) als
hazepeper zonder haas. Maar overeenkomstig
's presidenten advies zal spr., nu de Tweede Ka
mer de nota-Goseling nog in het openbaar moet
behandelen, Oss laten rusten.
Deze afgevaardigde vond, dat er veel te veel
Joden in ons land zijn toegelaten. Het beste
ware Britsch, Fransch en Nederlandsch Guyana
voor de Joodsche vluchtelingen ter beschikking
te stellen, zooals Ir. Mussert had aanbevolen.
Ook van Nederlandsch Guyana is best wat te
maken: het is geen oord der verschrikking.
Van zijn kant klaagt spr. over allerlei niet ver
volgde beleedigingen aan het adres van zijn
partij en geestverwanten.
E. v. R.
VAN DE TRAP GEVALLEN.
Woensdag is de negentigjarige mevrouw
H. I. J. van Sonde Klerk, in haar woning
aan den Diergaardesingel 94 te Rotterdam
van de trap gevallen. Zij kreeg een schedel-
fractuur en een groote hoofdwond. Per auto
van den G. G. D. is zij naar het ziekenhuis
Ccolsingel overgebracht. Haar toestand is
ernstig.
LIJK OPGEHAALD.
Woensdagmiddag is uit de Groote Gracht
te Schoonhoven het lijk opgehaald van de
76-jarige mevr. M. Rippel-Slabbekoorn, wo
nende in de Koestraat aldaar. De bejaarde
dame werd sinds Dinsdagavond vermist.
Naar alle waarschijnlijkheid is zij, door de
duisternis misleid, te water geraakt.
gesubsidieerde bijzondere scholen zonder rente
betaling het subsidie kunnen ontvangen in het
jaar zelf, waarover het loopt, dient z.i. in de
wet te worden neergelegd.
In iedere gemeente wordt slechts één com-
- missie van toezicht op hét middelbaar onderwijs
Ten aanzien van de regeling der schoolgelden benoemd, gelijk oorspronkelijk de bedoeling is
inr rif» aunnriQpnnlori laat Aa Tirol- An
voor de avondscholen laat de wet de vrijheid,
welke met het oog op de uiteenloopende om
standigheden wenschelijk moet worden geacht.
Ter vereenvoudiging van de administratie
verdient het aanbeveling, dat het bedrag van
het subsidie voor bijzondere scholen door den
minister en niet door de Kroon wordt vast
gesteld.
Het beginsel, dat de gesubsidieerde bijzondere
scholen voor voorbereidend hooger- en middel
baar onderwijs evenals alle andere van rijkswege
geweest.
De toestand van 's lands schatkist laat, helaas,
bij de indiening van dit wetsontwerp nog niet
toe, de in hoogere burgerscholen A omgezette
handelsscholen als hoogere burgerscholen te
subsidieeren, noch ook de wettelijke subsidie
regelen toe te passen voor de handelsscholen,
die volgens andere regelen worden gesubsi
dieerd. Om dezelfde redenen zullen de subsidie
bepalingen voor middelbare scholen voor meisjes
nog niet in werking kunnen treden.
door Duitsche onderhandelaars aangeroerd
Verschillende Duitsche bladen houden zich
bezig met de maatregelen der Nederlandsche
regeering inzake verhooging van invoerrech
ten.
De Lokalanzeiger schrijft o.m.:
Nederland is een van de belangrijkste klan
ten van het Duitsche rijk. In 1938 stond
Nederland in den Duitschen export op de
eerste plaats. Het actief saldo van den Duit
schen handel met Nederland werd evenwel
voor een groot deel geneutraliseerd door het
passief saldo van de Duitsche handelsbalans
met de Nederlandsche koloniën.
In allen gevalle was de activiteit van de
Duitsche handelsbalans met Nederland en
koloniën voor en ook dadelijk na den oorlog
hooger dan thans.
De uitvoer van Duitsche goederen naar Ne
derland gaat sedert enkele maanden gesta
dig achteruit. Dit komt doordat Nederland
niet voldoende van Duitschland koopt. Waar
om koopt het niet voldoende van Duitschland?
Zoo vraagt de Lokalanzeiger. Het antwoord
van het blad luidt: Omdat onbevoegde ele
menten de handelsbetrekkingen bederven.
Dampo-verkoudheids balsem, Pot 50, Doos 30 ct. Dampo-hoest bonbons, Doos 25 ct. Dampo-neusdruppels, Flacon met druppelspuitje 60 ct.
Nu zal weer een commissie worden samengesteld.
Nog steeds !s de kwestie van de centrale luchthaven niet opgelost.
Thans heeft de minister van Waterstaat, in overleg met zijn daarbij
betrokken ambtgenooten, zich voorgenomen een commissie in te
stellen, welke tot taak zal hebben op korten termijn advies over het
vraagstuk van een centrale luchthaven uit te brengen. In die com
missie zullen de bij deze aangelegenheid betrokken departementen
en gemeenten alsmede de K. L. M. vertegenwoordigd zijn.
De minister doet deze mededeeling in zijn
Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer.
De minister zegt daarin o.m. van meening te zijn,
dat een verwijt van onvast beleid in het vraag
stuk van een centraal vliegveld der regeering
niet met recht kan worden gedaan, en dat bij
het uitspreken van deze critiek niet voldoende
wordt acht gegeven op de twee zijden van dit
probleem: de praealabele vraag, of er voor het
groote internationale luchtverkeer een centraal
vliegveld dient te komen en de meer practische
vraag, waar dit zal moeten liggen, Wat nu de
hoofdvraag betreft, heeft de regeering er van
het oogenblik af, dat het haar met het oog op
verschillende omstandigheden in het begin van
1938 mogelijk leek, ten behoeve van het dichtst
bevolkte deel van ons land het groote interna
tionale luchtverkeer te concentreeren op één
luchtvaartterrein, er naar gestreefd om tot dat
doel te geraken. Op de reeds meermalen aan
gegeven gronden is de regeering overtuigd, dat
die concentratie meer en meer zal blijken een
onmisbare voorwaarde te zijn voor het behoud
van de positie der Nederlandsche luchtvaart in
het internationaal verkeer. Zooals werd uiteen
gezet in de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer heeft de regeering het oorspron
kelijke denkbeeld van de stichting van een lucht
vaartterrein bij Leiderdorp ter vervanging van
de burgerlijke luchtvaartterreinen van Amster
dam en Rotterdam, losgelaten, in hoofdzaak op
grond van de overweging, dat de tijdsomstandig
heden noopten tot een spoedige beslissing om
trent den aanleg van één of meer militaire lucht
vaartterreinen in de kuststreek van Holland.
Het departement van defensie had toen reeds in
het bijzonder op het oog een terrein in de om
geving van Katwijk, waarvan de exploitatie toch
onvereenigbaar geacht werd met die van een
centraal burgerlijk vliegveld bij Leiderdorp.
Uiteraard zal de regeering ook letten op de
uitspraak, welke de Tweede Kamer door de aan
neming van de motie-Van der Waerden heeft
gedaan. Aan haar voornemen tot het indienen
van een wetsontwerp, beoogende een samen
gaan van den staat der Nederlanden en de ge
meente Amsterdam met het doel het luchtvaart
terrein Schiphol als nationaal luchtvaartterrein
te exploiteeren, heeft de regeering dan ook niet
verder gevolg gegeven.
Wat betreft Rotterdam's plannen voor een
nieuw vliegveld, moge worden medegedeeld, dat
toen het departement van defensie na lang
durige onderhandelingen met de gemeente Rot
terdam van den aankoop van het bestaande lucht
vaartterrein Waalhaven had afgezien, een der
grondslagen vervallen was, waarop de door den
minister in uitzicht gestelde toestemming tot den
aanleg van een terrein in den polder Zestienho-
vén was gevestigd.
De minister vermeent ten aanzien Je door
de Tweede Kamer aanvaarde motie-Van der
Waerden zich te mogen bepalen tot deze uit
spraak, dat de motie z.i. bedoelt de bijzondere
aandacht te vestigen op de belangen ook van
Rotterdam bij he* internationale luchtverkeer.
Te dien aanzien is ook in zooverre een wijzi
ging gekomen, dat, zooals de Kamer reeds werd
medegedeeld door den minister van defensie
de in September van het vorige jaar aangeno
men onvereei:igbaarheid van een centrale lucht
haven bij Leiderdorp met een militair luchtvaart
terrein bij Katwijk, een punt van nader interde
partementaal overleg heeft uitgemaakt. Resultaat
daarvan is geweest, dat die onvereenigbaarheid
niet behoeft te worden aangenomen bij het tref
fen van zekere schikkingen en regelingen, welke
nog nader dienen te worden uitgewerkt.
Gelet op de vele stroomingen op het gebied
van de ontwikkeling der luchthavens in het wes
ten des lands, en de wenschelijkheid om bij het
doen van verdere stappen te beschikken over
een zoo veelzijdig mogelijk inzicht in de ver
schillende onderdeelen van het vraagstuk, heeft
de minister tot instelling van bovengenoemde
commissie besloten.
Groote verliezen op sommige lijnen.
Den minister ontbreekt het niet aan
sympathie voor de binnenlandsclie
luchtvaart, maar het sterk verliesge
vend karakter van de meeste lijnen
vervult hem met groote zorg.
Voor zooverre aan de K.L.M. niet be
paalde toestemming wordt verleend om
af te wüken van de contractueele ver
plichtingen, dat de door die maatschap
pij te bezigen vliegtuigen en motoren
van Nederlandsch fabrikaat moeten zijn,
is de K.L.M. uiteraard aan die bepaling
gebonden. Bij elke beslissing ten aan
zien van een machtiging tot aankoop
van materieel in het buitenland worden
de belangen van de Nederlandsche
vliegtuigindustrie mede in overweging
genomen. Het ligt in het voornemen der
regeering aan dit punt voor de naaste
toekomst bijzondere aandacht te geven.
Aangezien de plannen voor Noord-Atlantisch
luchtverkeer nog niet in een zoodanigen staat
van ontwikkeling zijn, dat daaraan reeds in 1939
uitvoering zal kunnen worden gegeven, is het
niet noodig geweest te overwegen, in hoeverre
er aanleiding zou kunnen bestaan bij de aan
vrage van een bedrag van luchtvaartsubsidie
daarmede rekening te houden.
De regeering kan erkennen, dat door tot
standkoming van een Nederlandsch luchtverkeer
met Noord-Amerika, gewichtige verkeers-
economische belangen kunnen worden gediend.
Zij is bereid aan desbetreffende plannen haar
•=teun te geven mits voldoende waarborgen kun
nen worden verstrekt met betrekking tot de uit
voerbaarheid, niet slechts uit een oogpunt van
economie, doch ook uit een oogpunt van vlieg
technische en organisatorische mogelijkheden.
Tegen deze elementen zou gemeenschappe
lijk moeten worden opgetreden. Een tweede
oorzaak van den achteruitgang is volgens het
blad het handelsverdrag hetwelk geen plaats
laat voor de dynamische ontwikkeling. Dan is
er nog de kwestie van de Duitsche schulden
aan Nederland en bovendien het streven van
Nederland naar een eigen industrie.
Door den nieuwen maatregel, waarmede Ne
derland ten doel heeft de binnenlandsche
industrie nog meer dan tot dusver te be
schermen, alsmede de werkloosheid te bestrij
den, wordt van alle industrielanden die naar
Nederland uitvoeren, in de eerste plaats
Duitschland getroffen. De verhoogingen van
de inkomende rechten hebben immers be
trekking op zoodanige goederen, welke van
ouds in hoofdzaak door Duitschland In Ne
derland werden ingeverd.
De cijfers toonen aan dat de a.s. verhoo
gingen een remmende werking zullen hebben
op den Duitschen invoer naar Nederland,
terwijl toch anderzijds de nabuurschap, de
goede transportmogelijkheden en alle verdere
factoren een natuurlijken grondslag voor een
intensieve economische samenwerking tus
schen Duitschland en Nederland bieden.
De Frankfurter Zeitung schrijft, dat Ne
derland de vermeerderde bescherming van
zijn industrie betaalt met slechtere vooruit
zichten voor den export van zijn landbouw
producten en dus ook met slechtere vooruit
zichten voor zijn scheepvaart.
De Kölnische Zeitung is van ooi'deel, dat
de industrialisatiepolitiek van den laatsten
tijd den Nederlandschen handel met het bui
tenland op dood spoor brengt, waar moeilijk
een uitweg zal kunnen worden gevonden.
De Berlijnsche corr. van de Telegraaf heeft
een onderhoud gehad met bevoegde Duitsche
instanties over de kwestie der verhoogde in
voerrechten. Men zeide hem, dat deze nieuwe
maatregel voor den Duitschen export naar
Nederland en dientengevolge ook voor den
Duitschen import uit Nederland een ern
stige slag was. Volgens een globale schatting
der bevoegde instanties zal van den totalen
Duitschen export naar Nederland, welke te
zamen met dien naar Nederlandsch-Indië
ruim 500 millioen R.M. bedraagt ongeveer 100
millioen R.M. door de nieuwe invoerrechten
getroffen worden. Dientengevolge rekent men
hier op een vermindering van den Duitschen
export naar Nederland met ruim R.M. 50 mil
lioen.
En deze tegenslag komt nu plotseling mid
den in het Duitsche streven om zijn handels
betrekkingen met het buitenland te intensi-
veeren. De jongste Nederlandsche maatregel
wordt hier dan ook gezien als een barrière,
die als het ware door de Nederlandsche regee
ring in het Duifcsch-Nederlandsche handels
verkeer is opgeworpen.
Er zijn direct onderhandelingen over deze
kwestie voorgesteld, welke in den Haag werden
gevoerd en verleden week voorloopig zijn af
gesloten.
Van Duitsche zijde zijn daarbij een reeks
voorstellen gedaan welke men in hoofdzaak
in drie punten kan verdeelen.
In de eerste plaats hebben de Duitsche on
derhandelaars garantie verlangd dat in de
toekomst geen verdere verhooging der invoer
rechten zal plaats vinden met name voor
zekere uitvoerartikelen, welke voor Duitsch
land van het allergrootste belang moeten
worden geacht.
Een tweede voorstel houdt zich bezig met de
vraag, hoe de schade, door de nieuwe invoer
rechten berokkend, voor Duitschland op de
beste wijze gecompenseerd zou kunnen wor
den. De Duitsche delegatie heeft te dien einde
een lijst voorgelegd van artikelen en produc
ten, welke niet of slechts ten deele onder de
nieuwe invoerrechten zullen vallen, en waar
voor zij een uitbreiding der bestaande of een
algeheele nieuwe toekenning van contingen
ten verzoekt.
Het derde vunt, hetwelk de Duitsche
onderhandelaars naar voren hebben
gebracht, komt neer op de aankondi
ging, dat Duitschland zijnerzijds thans
genoodzaakt zal zijn, verschillende in
voerrechten op Nederlandsche goede
ren te verhoogen.