Vernieuwing van ons M. 0. Critiek op het beleid van mr. Goseling. Neemt Duitschland maatregelen tegen onze tariefspolitiek? Drie verschillende kwesties Zekere vrijheid in het leerplan gelaten. Legislatieve arbeid mag niet in het gedrang komen. Met de 3 Dampo producten bestrijdt U alle verkoudheden Luchthavenkwestie nog niet afgehandeld- D O N D E R D A G 9 MASRT 1939 Wetsontwerp bij de Kamer ingediend. oor minister Slotcmaker de Bruine is bij de Tweede Kamer een wetsontwerp tot regeling van „eMoortereidend, hooeer en algemeen vormend middelbaar onderons aan- haneig gemaakt. ne memorie van toelichting begint met vast "IZn dat de term algemeen vormend mid- j.lbaar onderwijs in het ontwerp gereserveerd ïït voor inrichtingen, aan wier eindexamen Ti taevérTeen studierechten verbindt. De H. n c en het gymnasium beschouwt de minister i voorbereidend hooger onderwijs. nè minister is ervan overtuigd, dat met de vier toegangswegen tot het hooger onderwijs, i£to gymnasium alpha en beta en de a- en Sdeelkig der H. B. S. met parallelle staats- vamens kan worden volstaan. Fm verkleining van dit aantal komt hem niet «ewenscht voor, met name zou hij een vereeni- E van gymnasium beta en hoogere burger- g0l b niet gaarne verdedigen In het algemeen acht de minister een wijzi ging in het studieplan der twee of der vier richtingen gewenscht. De wensch om van alles wat te doen leeren, is een paedagogische fout. Het voorbereidend hooger onderwijs moet tot de studie aan universiteit en hooge- school voorbereiden, en dit geschiedt niet door het samenbrengen van een groot materiaal feitenkennis doch door vorming van den geest. Dit uitgangspunt is van invloed geweest op de lijst van vakken, die volgens het ontwerp op gymnasium en hoogere burgerschool worden onderwezen. Echter wordt het karakter van het onderwijs veel meer door andere elementen be paald dan door de vakkenlijst. Ten eerste door het totaal aantal uren, dat thans te groot is, als er plaats zal zijn voor onmisbare zelfstudie. Ten tweede door het aantal vakken in alpha en beta, in a en b, als volgens dit ontwerp op „het" gymnasium en „de" burgerschool zekere vak ken worden beoefend, beduidt dit niet, dat zij ook in elk der beide richtingen gedurende de laatst,e twee jaar beoefend worden. Ten derde door het aantal uren per vak, per week en per jaar. Op de hoofdvakken moet niet beknibbeld worden. Ten vierde door de leerstof. Ook hier moet richtsnoer zijn de overtuiging, dat niet alles behoeft behandeld te worden. Uit een en ander blijkt, dat de vernieuwing van het voorbereidend hooger onderwijs in niet mindere mate beheerscht wordt door den inhoud van de vereischte algemeene maatregelen van bestuur dan door den inhoud van de wet zelve. Grieksch gehandhaafd. Als de minister niet noodig en niet gewenscht acht, dat alle vakken, welke op de vakkenlijst voorkomen, ook tot het einde toe beoefend wor den, beduidt dit niet, dat hij de leerlingen der beta-afdeeling van het gymnasium van het Grieksch zou willen zien vrijgesteld. Hij acht zulks integendeel volkomen verwerpelijk. De klassieke opleiding is zonder Grieksch niet denkbaar. Voor hen, die zonder voldoende klassieke op leiding toegang wenschen tot universiteit of hoogeschool, staat deze toegang via de hoogere burgerschool open wel te verstaan, voor zoo veel de begeerde studie een klassieke opleiding niet per se vereischt. Overigens zal de vrijheid de mogelijkheid openen om in het programma der Hoogere Burgerschool Latijn als leervak op te nemen. Naast versobering en verdieping behoeft ons voorbereidend hoogr onderwijs meer vrijheid. De bedoelde vrijheid moet echter zoowel voor het openbaar als voor het gesubsidieerd bijzon der onderwijs haar duidelijk getrokken grenzen hebben. De sinds jaren bestaande toestand, dat de lycea aanwezig zijn en erkenning vinden, doch dat zij niet op een- wettelijke basis rusten, is zeer ongewenscht en mag niet bestendigd worden. Het ontwerp kent dan ook het Lyceum. Van zeer deskundige zijde, die tevens de Lyceum-constructie warm steunt, is verzekerd, dat de leeraren nog steeds geen eigen methode voor het Lyceum hebben gevonden. Onder deze omstandigheden is het niet geraden, verder te gaan dat tot de wettelijke erkenning van dit type in dezen zin, dat daarin Gymnasium er hoogere burgerschool een gezamenlijken onder bouw hebben. Naast het voorbereidend hooger onderwijs regelt het ontwerp het algemeen vormend mid delbaar onderwijs. Wanneer de wet naast elkander de hoogere burgerschool A en de handelsdagschool kent, ^.het verschil tusschen deze beide typen dui delijk in het oog gevat moeten worden en moe ten gehandhaafd blijven. De hoogere burger school A leidt op voor het hooger onderwijs; de handelsdagschool doet dit niet. Uit het een en uit het ander volgen consequenties, die men zal moeten aanvaarden. Het ontwerp kent als inrichtingen van alge meen vormend middelbaar onderwijs handels dag- en avondscholen, hoogere burgerscholen met driejarigen cursus en middelbare scholen voor meisjes. Meer vrijheid in het leerplan. Voor de openbare scholen wordt bij alge- meenen maatregel van bestuur voor elk der typen van scholen een algemeen leerplan vast gesteld, dat bevat de grenzen voor het getal jaarlijks te geven vacantiedagen en het getal lessen in iedere klasse in alle vakken te zamen ten hoogste te geven. De duur der lessen wordt daarbij bepaald op vijftig minuten. Het onderwijs aan elke school wordt nader geregeld door een bijzonder leerplan. De minister kan, den onderwijsraad gehoord, vergunning verleenen om ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school af te wijken van de voorschriften uit het al gemeen leerplan, die voor elk vak, het welk krachtens deze wet moet worden onderwezen, aangeven, welk getal lessen daarin in alle leerjaren te zamen ten minste moet worden gegeven en in welke klasse of klassen bet in elk geval moet worden onderwezen. Het ontwerp schept de mogelijkheid om openbare scholen in staat te stellen bijzondere methoden als Dalton-methode en Montessori-methode toe te passen, hetgeen met de voorschriften moeilijk vereenigbaar zou zijn. Dat hiermede de noodige voorzichtigheid zal moeten wor den betracht, ligt voor de hand. Het hooren van den onderwijsraad wordt dan ook voor elk geval afzonderlijk voorgeschreven. Door den eisch, dat het onderwijs in grondtrekken hetzelfde is, wordt bevorderd, dat de kennis der leerlingen, aan wie volgens de afwijken de methoden onderwijs wordt verstrekt, niet te veel zal verschillen van hen, die volgens de „normale" voorschriften wor den onderwezen. Paedagogische vorming van leeraren. Voor den minister staat, èn op grond van zijn eigen ervaring èn gelet op de resultaten van een onderzoek, waarbij hij tal van autoriteiten en belanghebbenden heeft gehoord, vast, dat een paedagogische voorbereiding van de aan staande leeraren aanbeveling verdient. De for muleering, in het ingetrokken wetsontwerp ge bezigd, acht hij practisch en heeft hij dan ook ongewijzigd overgenomen. Zij laat aan een alge- meenen maatregel van bestuur over, hoe de voorbereiding zal worden ingericht. Reeds thans wordt in afwachting van een wet telijke regeling, op verschillende wijzen in de behoefte voorzien. Overwogen zal moeten worden of in alle gevallen, waarin paedagogische voorbereiding wordt gevorderd, de eisch van met inachtne ming van bepaalde voorschriften te hebben ge- hospiteerd zal kunnen worden gesteld. Te dien aanzien is, om verschillende redenen voorzich tigheid geboden. De minister is dan ook tot de zelfde conclusie gekomen, dat een volledige regeling in de wet gesteld al dat zij ooit wenschelijk blijkt vooralsnog praematuur zou zijn en regeling bij algemeenen maatregel van bestuur voorloopig aanbeveling verdient. Op het voetspoor van zijn ambtsvoorgangers heeft de minister gemeend geen onderwijsbe voegdheid voor ingenieurs en officieren te moe ten voorstellen. Voor den rector van een Gymnasium wordt gevorderd de graad van doctor in de letteren en wijsbegeerte, verkregen na het afleggen van een doctoraal examen met klassieke talen als hoofdvak. Niet iedere school, die overigens aan de sub sidievoorwaarden voldoet, zal worden gesub- sidieerd. Schoolgeld. Als maximum schoolgeld voor de dagscholen geeft het ontwerp aan het gemiddeld bedrag van de kosten per leerling aan de rijks hoogere burgerscholen, in plaats van de kosten voor iedere soort van scholen afzonderlijk, terwijl bepaald is, dat dit bedrag telkens door den mi nister voor een tijdvak van vijf jaar wordt vastgesteld. 1TX voor: DEN HAAG. Woensdag R a p p a r d (lib.) die het op zich zelf terecht gewenscht noemt uiterste oorzichtigheid ten opzichte van toe lating van vreemdelingen aan den dag te leggen, gispte al te groote willekeur rechteloosheid, waarvan soms vreemde lingen binnen onze grenzen toch wel slachtof fers worden. Voorts bepleitte spr. met klem scherper maatregelen tegen extremistische ex cessen in pers en vergaderingen. Aan misselijke naaperij uit het buitenland dient men nu toch heusch een einde te maken. Prof. Kranenburg (v. d.) kan er zich niet mee vereenigen, dat de Minister op grond van zijn drukke werkzaamheden op uitvoerend ge bied op wetgevend terrein te weinig doet. In dit verband noemde hij ook de wilde bussen-histo rie, terwijl hij verder o.m. voor den zooveelsten keer een pleidooi liet hooren voor eenige nadere regeling inzake administratieve rechtspraak. Als de bewindsman zelf niet voldoende tijd heeft een en ander voor te bereiden en te verdedigen, late hij dan hiervoor den bijstand inroepen van een tot dit doel te benoemen Regeeringscommissaris, middel, dat de Grondwet toelaat. Deze zaak is urgent. Jammer vond spr. het verder, dat Mr. Goseling het denkbeeld had afgewezen om een technische herziening van ons 'n eeuw oud zijnde Burgerlijk Wetboek te (doen) ondernemen door één man, die het heele burgerlijk recht be heerscht. Zulk een werk kunnen de Kamers best aan, want gemeenlijk neemt zulk technisch-wet- gevend werk niet veel parlementairen tijd in beslag. Met het oog op een goede redactie van de ver schillende wetten ware het wellicht beter hier toe aan het Departement van Algemeene Zaken dan aan dat van Justitie een afzonderlijke af- deeling in het leven te roepen, Met Mr. v. Rap- pard verklaart Prof. Kranenburg niets te voe len voor het, door den Minister van Justitie ver kozen, uitstel van een wettelijke regeling van de Rijkspolitie. Ook ten aanzien van de kwestie van de excessieve uitingen was de v. d. senator het met zijn liberalen collega eens. Hieraan voegde hij nog toe, dat hij met weerzin kennis had genomen van allerlei wrangs, verwrongens. enz. dat er in „Volk en Vaderland" aan beden kelijke uitlatingen tegenover medebux-gers pleegt voor te komen. Intusschen zijn de meeste van die artikelen zoo geredigeerd, dat de schrijvers door de mazen van de wet heen kunnen; toch waren er wel gevallen waarin ook met de be staande wettelijke voorschriften een veroordee ling te bereiken zou zijn geweest. Overigens zou het aanbeveling verdienen reeds de opzettelijke beleediging van volksgroepen en daartoe be- hoorende personen strafbaar te stellen en zulks niet pas te doen ten opzichte van uitlatingen in beleedigenden vorm. Mogelijk zouden we ook ons voordeel kunnen doen met invoering van Soortgelijke bepalingen als in Zwitserland in dit verband van kracht zijn. Uitlatingen als door spr. bedoeld vormen een bron van ei-gernis en ge zagsondermijning. Het publiek begrijpt niet, dat hiertegen geen maatregelen getroffen worden o.m. door strengere wetgeving. Mr. Michiels v. Kessenich (R.-K.) noemde de kritiek op den minister vanwege de zaak-Oss, de wilde-bussen-kwestie en de (niet) toelating van vreemdelingen uitgeoefend,, on gerechtvaardigd. Nadat spr. dit nader had uit gelegd, behandelde Mr. In 't Veld (s.-d.), de EERSTE KAMER toepassing van de bioscoopwet door burgemees ters, de door hem gewenschte vergemakkelijking van de echtscheidingsprocedure, inconsequent optreden ten opzichte van toelating van redevoe ringen houdende vreemdelingen (bij de ver- assching van Kautsky was 't verboden, bij de begrafenis van een uitgeweken Belgischen ac tivist mocht het wel) enz. enz. Spr. die zich verder bij 't betoog van prof. Kranenburg aan sloot verklaarde zich in zijn kritiek wel scherp doch niet kwetsend te hebben uitgelaten. Ir. Heldring (lib.) kwam op voor aanpassing van onze wetgeving aan de unificatie van het internationaal zeerecht. Vervolgens ijverde de heer Vorrinlc (s.-d.) voor een soepelere hou ding van de Regeering ten opzichte van toela ting van vreemdelingen. In het bijzonder gold dit ook nog voor de z.g.n. transmigranten. Ove rigens moet men niet uit het oog verliezen, welke voordeelen namelijk werkverruiming de aanwezigheid van vele Duitsche émigrés toch zeker al had opgeleverd en nog zou kunnen op leveren. Het zou aanbeveling verdienen speciaal eens te laten nagaan, welke nieuwe industrieën met behulp van vreemdelingen hier zouden kun nen worden opgericht. Zooveel mogelijk gezins verpleging voor de vluchtelingenkinderen ware gewenscht en zeker zou er alles voor te zeggen zijn die kinderen toe te laten bij hun eigen hier aanwezige familie, als die in staat is hen op te nemen. Overigens late men zooveel mogelijk menschen onder toezicht van comités, en politie bij particulieren verblijven. Een begrooting van Justitie thans zonder Oss is aldus Mr. v. V e s s e m (nat.-soc.) als hazepeper zonder haas. Maar overeenkomstig 's presidenten advies zal spr., nu de Tweede Ka mer de nota-Goseling nog in het openbaar moet behandelen, Oss laten rusten. Deze afgevaardigde vond, dat er veel te veel Joden in ons land zijn toegelaten. Het beste ware Britsch, Fransch en Nederlandsch Guyana voor de Joodsche vluchtelingen ter beschikking te stellen, zooals Ir. Mussert had aanbevolen. Ook van Nederlandsch Guyana is best wat te maken: het is geen oord der verschrikking. Van zijn kant klaagt spr. over allerlei niet ver volgde beleedigingen aan het adres van zijn partij en geestverwanten. E. v. R. VAN DE TRAP GEVALLEN. Woensdag is de negentigjarige mevrouw H. I. J. van Sonde Klerk, in haar woning aan den Diergaardesingel 94 te Rotterdam van de trap gevallen. Zij kreeg een schedel- fractuur en een groote hoofdwond. Per auto van den G. G. D. is zij naar het ziekenhuis Ccolsingel overgebracht. Haar toestand is ernstig. LIJK OPGEHAALD. Woensdagmiddag is uit de Groote Gracht te Schoonhoven het lijk opgehaald van de 76-jarige mevr. M. Rippel-Slabbekoorn, wo nende in de Koestraat aldaar. De bejaarde dame werd sinds Dinsdagavond vermist. Naar alle waarschijnlijkheid is zij, door de duisternis misleid, te water geraakt. gesubsidieerde bijzondere scholen zonder rente betaling het subsidie kunnen ontvangen in het jaar zelf, waarover het loopt, dient z.i. in de wet te worden neergelegd. In iedere gemeente wordt slechts één com- - missie van toezicht op hét middelbaar onderwijs Ten aanzien van de regeling der schoolgelden benoemd, gelijk oorspronkelijk de bedoeling is inr rif» aunnriQpnnlori laat Aa Tirol- An voor de avondscholen laat de wet de vrijheid, welke met het oog op de uiteenloopende om standigheden wenschelijk moet worden geacht. Ter vereenvoudiging van de administratie verdient het aanbeveling, dat het bedrag van het subsidie voor bijzondere scholen door den minister en niet door de Kroon wordt vast gesteld. Het beginsel, dat de gesubsidieerde bijzondere scholen voor voorbereidend hooger- en middel baar onderwijs evenals alle andere van rijkswege geweest. De toestand van 's lands schatkist laat, helaas, bij de indiening van dit wetsontwerp nog niet toe, de in hoogere burgerscholen A omgezette handelsscholen als hoogere burgerscholen te subsidieeren, noch ook de wettelijke subsidie regelen toe te passen voor de handelsscholen, die volgens andere regelen worden gesubsi dieerd. Om dezelfde redenen zullen de subsidie bepalingen voor middelbare scholen voor meisjes nog niet in werking kunnen treden. door Duitsche onderhandelaars aangeroerd Verschillende Duitsche bladen houden zich bezig met de maatregelen der Nederlandsche regeering inzake verhooging van invoerrech ten. De Lokalanzeiger schrijft o.m.: Nederland is een van de belangrijkste klan ten van het Duitsche rijk. In 1938 stond Nederland in den Duitschen export op de eerste plaats. Het actief saldo van den Duit schen handel met Nederland werd evenwel voor een groot deel geneutraliseerd door het passief saldo van de Duitsche handelsbalans met de Nederlandsche koloniën. In allen gevalle was de activiteit van de Duitsche handelsbalans met Nederland en koloniën voor en ook dadelijk na den oorlog hooger dan thans. De uitvoer van Duitsche goederen naar Ne derland gaat sedert enkele maanden gesta dig achteruit. Dit komt doordat Nederland niet voldoende van Duitschland koopt. Waar om koopt het niet voldoende van Duitschland? Zoo vraagt de Lokalanzeiger. Het antwoord van het blad luidt: Omdat onbevoegde ele menten de handelsbetrekkingen bederven. Dampo-verkoudheids balsem, Pot 50, Doos 30 ct. Dampo-hoest bonbons, Doos 25 ct. Dampo-neusdruppels, Flacon met druppelspuitje 60 ct. Nu zal weer een commissie worden samengesteld. Nog steeds !s de kwestie van de centrale luchthaven niet opgelost. Thans heeft de minister van Waterstaat, in overleg met zijn daarbij betrokken ambtgenooten, zich voorgenomen een commissie in te stellen, welke tot taak zal hebben op korten termijn advies over het vraagstuk van een centrale luchthaven uit te brengen. In die com missie zullen de bij deze aangelegenheid betrokken departementen en gemeenten alsmede de K. L. M. vertegenwoordigd zijn. De minister doet deze mededeeling in zijn Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer. De minister zegt daarin o.m. van meening te zijn, dat een verwijt van onvast beleid in het vraag stuk van een centraal vliegveld der regeering niet met recht kan worden gedaan, en dat bij het uitspreken van deze critiek niet voldoende wordt acht gegeven op de twee zijden van dit probleem: de praealabele vraag, of er voor het groote internationale luchtverkeer een centraal vliegveld dient te komen en de meer practische vraag, waar dit zal moeten liggen, Wat nu de hoofdvraag betreft, heeft de regeering er van het oogenblik af, dat het haar met het oog op verschillende omstandigheden in het begin van 1938 mogelijk leek, ten behoeve van het dichtst bevolkte deel van ons land het groote interna tionale luchtverkeer te concentreeren op één luchtvaartterrein, er naar gestreefd om tot dat doel te geraken. Op de reeds meermalen aan gegeven gronden is de regeering overtuigd, dat die concentratie meer en meer zal blijken een onmisbare voorwaarde te zijn voor het behoud van de positie der Nederlandsche luchtvaart in het internationaal verkeer. Zooals werd uiteen gezet in de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer heeft de regeering het oorspron kelijke denkbeeld van de stichting van een lucht vaartterrein bij Leiderdorp ter vervanging van de burgerlijke luchtvaartterreinen van Amster dam en Rotterdam, losgelaten, in hoofdzaak op grond van de overweging, dat de tijdsomstandig heden noopten tot een spoedige beslissing om trent den aanleg van één of meer militaire lucht vaartterreinen in de kuststreek van Holland. Het departement van defensie had toen reeds in het bijzonder op het oog een terrein in de om geving van Katwijk, waarvan de exploitatie toch onvereenigbaar geacht werd met die van een centraal burgerlijk vliegveld bij Leiderdorp. Uiteraard zal de regeering ook letten op de uitspraak, welke de Tweede Kamer door de aan neming van de motie-Van der Waerden heeft gedaan. Aan haar voornemen tot het indienen van een wetsontwerp, beoogende een samen gaan van den staat der Nederlanden en de ge meente Amsterdam met het doel het luchtvaart terrein Schiphol als nationaal luchtvaartterrein te exploiteeren, heeft de regeering dan ook niet verder gevolg gegeven. Wat betreft Rotterdam's plannen voor een nieuw vliegveld, moge worden medegedeeld, dat toen het departement van defensie na lang durige onderhandelingen met de gemeente Rot terdam van den aankoop van het bestaande lucht vaartterrein Waalhaven had afgezien, een der grondslagen vervallen was, waarop de door den minister in uitzicht gestelde toestemming tot den aanleg van een terrein in den polder Zestienho- vén was gevestigd. De minister vermeent ten aanzien Je door de Tweede Kamer aanvaarde motie-Van der Waerden zich te mogen bepalen tot deze uit spraak, dat de motie z.i. bedoelt de bijzondere aandacht te vestigen op de belangen ook van Rotterdam bij he* internationale luchtverkeer. Te dien aanzien is ook in zooverre een wijzi ging gekomen, dat, zooals de Kamer reeds werd medegedeeld door den minister van defensie de in September van het vorige jaar aangeno men onvereei:igbaarheid van een centrale lucht haven bij Leiderdorp met een militair luchtvaart terrein bij Katwijk, een punt van nader interde partementaal overleg heeft uitgemaakt. Resultaat daarvan is geweest, dat die onvereenigbaarheid niet behoeft te worden aangenomen bij het tref fen van zekere schikkingen en regelingen, welke nog nader dienen te worden uitgewerkt. Gelet op de vele stroomingen op het gebied van de ontwikkeling der luchthavens in het wes ten des lands, en de wenschelijkheid om bij het doen van verdere stappen te beschikken over een zoo veelzijdig mogelijk inzicht in de ver schillende onderdeelen van het vraagstuk, heeft de minister tot instelling van bovengenoemde commissie besloten. Groote verliezen op sommige lijnen. Den minister ontbreekt het niet aan sympathie voor de binnenlandsclie luchtvaart, maar het sterk verliesge vend karakter van de meeste lijnen vervult hem met groote zorg. Voor zooverre aan de K.L.M. niet be paalde toestemming wordt verleend om af te wüken van de contractueele ver plichtingen, dat de door die maatschap pij te bezigen vliegtuigen en motoren van Nederlandsch fabrikaat moeten zijn, is de K.L.M. uiteraard aan die bepaling gebonden. Bij elke beslissing ten aan zien van een machtiging tot aankoop van materieel in het buitenland worden de belangen van de Nederlandsche vliegtuigindustrie mede in overweging genomen. Het ligt in het voornemen der regeering aan dit punt voor de naaste toekomst bijzondere aandacht te geven. Aangezien de plannen voor Noord-Atlantisch luchtverkeer nog niet in een zoodanigen staat van ontwikkeling zijn, dat daaraan reeds in 1939 uitvoering zal kunnen worden gegeven, is het niet noodig geweest te overwegen, in hoeverre er aanleiding zou kunnen bestaan bij de aan vrage van een bedrag van luchtvaartsubsidie daarmede rekening te houden. De regeering kan erkennen, dat door tot standkoming van een Nederlandsch luchtverkeer met Noord-Amerika, gewichtige verkeers- economische belangen kunnen worden gediend. Zij is bereid aan desbetreffende plannen haar •=teun te geven mits voldoende waarborgen kun nen worden verstrekt met betrekking tot de uit voerbaarheid, niet slechts uit een oogpunt van economie, doch ook uit een oogpunt van vlieg technische en organisatorische mogelijkheden. Tegen deze elementen zou gemeenschappe lijk moeten worden opgetreden. Een tweede oorzaak van den achteruitgang is volgens het blad het handelsverdrag hetwelk geen plaats laat voor de dynamische ontwikkeling. Dan is er nog de kwestie van de Duitsche schulden aan Nederland en bovendien het streven van Nederland naar een eigen industrie. Door den nieuwen maatregel, waarmede Ne derland ten doel heeft de binnenlandsche industrie nog meer dan tot dusver te be schermen, alsmede de werkloosheid te bestrij den, wordt van alle industrielanden die naar Nederland uitvoeren, in de eerste plaats Duitschland getroffen. De verhoogingen van de inkomende rechten hebben immers be trekking op zoodanige goederen, welke van ouds in hoofdzaak door Duitschland In Ne derland werden ingeverd. De cijfers toonen aan dat de a.s. verhoo gingen een remmende werking zullen hebben op den Duitschen invoer naar Nederland, terwijl toch anderzijds de nabuurschap, de goede transportmogelijkheden en alle verdere factoren een natuurlijken grondslag voor een intensieve economische samenwerking tus schen Duitschland en Nederland bieden. De Frankfurter Zeitung schrijft, dat Ne derland de vermeerderde bescherming van zijn industrie betaalt met slechtere vooruit zichten voor den export van zijn landbouw producten en dus ook met slechtere vooruit zichten voor zijn scheepvaart. De Kölnische Zeitung is van ooi'deel, dat de industrialisatiepolitiek van den laatsten tijd den Nederlandschen handel met het bui tenland op dood spoor brengt, waar moeilijk een uitweg zal kunnen worden gevonden. De Berlijnsche corr. van de Telegraaf heeft een onderhoud gehad met bevoegde Duitsche instanties over de kwestie der verhoogde in voerrechten. Men zeide hem, dat deze nieuwe maatregel voor den Duitschen export naar Nederland en dientengevolge ook voor den Duitschen import uit Nederland een ern stige slag was. Volgens een globale schatting der bevoegde instanties zal van den totalen Duitschen export naar Nederland, welke te zamen met dien naar Nederlandsch-Indië ruim 500 millioen R.M. bedraagt ongeveer 100 millioen R.M. door de nieuwe invoerrechten getroffen worden. Dientengevolge rekent men hier op een vermindering van den Duitschen export naar Nederland met ruim R.M. 50 mil lioen. En deze tegenslag komt nu plotseling mid den in het Duitsche streven om zijn handels betrekkingen met het buitenland te intensi- veeren. De jongste Nederlandsche maatregel wordt hier dan ook gezien als een barrière, die als het ware door de Nederlandsche regee ring in het Duifcsch-Nederlandsche handels verkeer is opgeworpen. Er zijn direct onderhandelingen over deze kwestie voorgesteld, welke in den Haag werden gevoerd en verleden week voorloopig zijn af gesloten. Van Duitsche zijde zijn daarbij een reeks voorstellen gedaan welke men in hoofdzaak in drie punten kan verdeelen. In de eerste plaats hebben de Duitsche on derhandelaars garantie verlangd dat in de toekomst geen verdere verhooging der invoer rechten zal plaats vinden met name voor zekere uitvoerartikelen, welke voor Duitsch land van het allergrootste belang moeten worden geacht. Een tweede voorstel houdt zich bezig met de vraag, hoe de schade, door de nieuwe invoer rechten berokkend, voor Duitschland op de beste wijze gecompenseerd zou kunnen wor den. De Duitsche delegatie heeft te dien einde een lijst voorgelegd van artikelen en produc ten, welke niet of slechts ten deele onder de nieuwe invoerrechten zullen vallen, en waar voor zij een uitbreiding der bestaande of een algeheele nieuwe toekenning van contingen ten verzoekt. Het derde vunt, hetwelk de Duitsche onderhandelaars naar voren hebben gebracht, komt neer op de aankondi ging, dat Duitschland zijnerzijds thans genoodzaakt zal zijn, verschillende in voerrechten op Nederlandsche goede ren te verhoogen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7