CONTRABANDE
Als proef worden op een gedeelte van den in aanleg zijnden autoweg
Heerlen Geleen over een afstand van 3 K.M. de machines uitge
schakeld en zullen 350 arbeiders tewerk gesteld worden. Te Schinnen
zijn reeds 200 werklieden aan den arbeid
H. M. de Koningin is Woensdag van haar vacantiereis uit Zwitserland
te Den Haag teruggekeerd. De aankomst aan het S.S.-station
De leden der Groningsche vrouwelijke studentenvereeniging en leerlingen der
huishoudscholen hielden Woensdag in Groningen een oliebollendag ten bate
van een week vacantie voor huismoeders uit door de crisis getroffen gezinnen
De voorgevel van het uit de 13de eeuw dateerende kasteel Bergh te
's Heerenberg, dat door feilen brand bijna geheel verwoest is
De F.I.K.A. hield Woensdag in het Diaconieweeshuis der Ned. Herv. Gem. te
Amsterdam een persconferentie in verband met de van 20 tot 25 Maart a.s.
te houden kinderbeschermingsweek. Een kijkje tijdens den rondgang
Toilet maken voor de groote honden
tentoonstelling in Olympia Hall te
Londen
Op Schiphol is de opleiding begonnen der nieuwe air-hostesses en
stewards, die op 17 April a.s. op de Europeesche luchtlijnen van de
K.L.M. zullen worden aangesteld. De eerste rondgang op het vliegveld
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
HEADON HILL.
(Nadruk verboden).
9)
Hij nam zich voor morgen langs dezen weg
met zijn onderzoekingen te beginnen. Bij het
huisje gekomen stond hij op het punt de klink
van het hekje op te lichten, toen een vaag
geluid in de portiek hem deed besluiten zich
achter een laurierboschje te verschuilen. Hij
zag een man uit het huis sluipen den moes
tuin door naar den kant van de duinen en
herkende onmiddellijk den ronden rug en den
slungeligen gang van mr, Mapleton.
Wat kon deze middernachtelijke tocht te
heteekenen hebben? Was hij betrokken in de
onderneming, die John Budge wilde geheim
houden? Alles wees op het tegendeel! Lady
Madge zou stellig niet haar antipathie tegen
Mapleton hebben laten blijken, als deze een
handlanger van haar vader was. Was dan
misschien het tegenovergestelde het geval?
Was Mapleton een spion in dienst van de Re-
geermg met de opdracht om den waren aard
van de geheimzinnige werkzaamheden in de
marmergroeven uit te visschen? Het was
eigenaardig, dat deze laatste veronderstelling
Hector met veel meer intensen tegenzin tegen
den man vervulde, dan de gedachte dat hij
misschien een bondgenoot van Lord Purbeck
was in hem zou hebben kunnen opwekken.
ierwyi hij het tuinpad opliep, kwam zijn
gevoel voor humor boven en hij had moeite
om met hardop te lachen. Welk recht had
antipathie tegen Mapleton te koeste
len. als deze probeerde het mysterie van de
«nleïLg-r<?eve ontsluieren? Was hij daar zelf
Pok niet mee bezig?
Vijf minuten later was hij in een vasten
slaap. Hij .droomde, dat hij Madge St. Aldhem
redde van een gevaarlijke rots, terwijl Doggie
en tante Drusilla boven op den top een so
krijgsgeschreeuw aanhieven.
Waarheen het spoor leidde.
Den volgenden morgen zat Hector in zijn
zonnige zitkamer de post door te kijken, toen
Bessie met het ontbijt binnen kwam. Hij zag
dadelijk dat ze geschreid had.
Is er iets waarmee ik je kan helpen?
vroeg Hector vriendelijk. Je moeder kende
me al, toen ik een kleine jongen was, jaren
voor jij geboren werd, Bessie. Je kunt me
gerust vertrouwen.
Dat weet ik wel, mijnheer, maar u kunt
me hiermee niet helpen, dank u wel, ant
woordde het meisje, mijneen vriend
van me, is heel onaardig tegen me geweest,
dat is alles.
Hector drong niet verder aan. Hij vermoedde,
dat ze ruzie had gehad met den een of anderen
jongen over een onverschillig iets, dat hem niet
aanging. Toen hij ontbeten had, stak hij zijn
pijp aan en wandelde naar het kruispunt. Hier
stond hij eenigen tijd in twijfel of hij den
weg naar de marmergroeven zou inslaan of
den hoofdweg zou volgen. Hij besloot dit laat
ste te doen, vreezend zijn zaak te bederven
door te dicht bij de groeven te komen, waar
hij de kans liep gezien te worden door John
Budge.
Hij was nieuwsgierig of de nieuwe auto's al
in gebruik waren genomen en of deze mis
schien de lading uit Bordeaux verder moesten
vervoeren. Pas toen hij zes mijlen voorbij de
Abby was, bleek het, dat zijn vermoeden juist
was geweest. Een blik achter zich en een
dreunend gerammel overtuigden hem, dat een
geweldige vrachtauto hem achterop kwam.
Toen het voertuig passeerde, toonde hij niet
de minste belangstelling, maar hij merkte op,
dat er drie hem onbekende mannen op de
auto zaten, waarvan een chauffeerde.
Toen de logge wagen hem een vijftig meter
voorbij was, speelde het lot hem een nieuw
bewijs in handen. In zijn onzekeren gemoeds
toestand wist hij niet of hij er dankbaar voor
moest zijn of niet. Door verkeerd opladen
raakte namelijk een van de blokken marmer
los en viel met geweldig lawaai op den weg.
De rest gebeurde zoo snel, dat het blok al
weer opgeladen en de auto in beweging was,
voordat Hector zich ten volle bewust was, van
wat er precies was geschied. Maar één ding
stond vast: Lord Purbeck was de smokkelaar,
wiens manoeuvres zoo'n ongunstigen invloed
hadden op de opbrengst van de invoerrech
ten. Want toen het stuk marmer was neerge
ploft, wat het schijnbaar massieve blok open
gebarsten alsof het een bordpapieren doos
was geweest en drie houten vaatjes waren
zichtbaar geworden, welke Hector zonder
moete had geïdentificeerd als vaatjes Fran-
sche brandewijn.
De mannen van de auto hadden, terwijl ze
het ongeluk herstelden, steelsgewijs gegluurd
naar den wandelaar en hun zenuwachtige
haast om het marmer en de vaatjes geborgen
te krijgen liet geen twijfel meer over aan den
aard hunner lading.
Het eenige, dat Hector nog te doen had, was
te ontdekken, waarheen de lading vervoerd
werd. Maar dezen dag zou hij daartoe nog
geen gelegenheid hebben wist hij. In enkele
minuten was de groote auto uit het gezicht en
hij besloot onmiddellijk den trein te nemen
naar Dorchester hij was ongeveer een half
uur verwijderd van het naaste station en
in Dorchester zou hij een motorfiets zien te
krijgen om deze bij een volgende gelegenheid
bij de hand te hebben.
Het liep al tegen den avond, toen hij naar
huis reed op den gehuurden motor. Hij was
zoo in gedachten, dat hij bijna de Abby voor
bijreed, zonder te bemerken, hoe Lord Purbeck,
Lady Madge en juffrouw Campion buiten het
hek stonden en hem met belangstelling gade
sloegen. Zijn geweten plaagde hem, omdat hij
den geheelen dag bezig was geweest met iets,
dat den goeden naam van deze drie tot een
aanfluiting zou maken. Hij was zich bewust,
dat hij onmogelijk de vriendschap met hen
kon voortzetten, terwijl hij ieder oogenblik
gedwongen kon worden als hun vijand te han
delen, maar gedeeltelijk uit nieuwsgierigheid
om te hooren, of Budge gepraat had over hun
vechtpartij van den vorigen avond, gedeelte
lijk misschien uit een andere aandrift, waar
van hij zich maar ten deele rekenschap gaf,
stapte hij af en groette. Hij zag onmiddellijk,
dat de opzichter geen woord had gezegd. De
graaf groette beleefd terug en maakte een
opmerking over het weer. Lady Madge riep
Doggy uit een boschje om zijn redder te be
groeten en juffrouw Campioen vroeg hem,
waar hij was geweest op dat helsche voertuig.
Ik ben nergens naar toe geweest, lachte
hij, in weerwil van het beklemmende gevoel
dat de vraag van de oude dame misschien
meer beteekende dan een beleefdheidsphrase.
Ik ben alleen maar van het station komen
rijden en ik moet tot mijn schande bekennen,
dat ik in Dorchester met mijn motor op den
trein ben gestapt. Om u de waarheid te zeg
gen, ik vind het zwerven hier in den omtrek
een beetje eentonig worden en kreeg het ver
langen mijn tochten een beetje verder uit te
strekken, daarom ben ik vandaag naar Dor
chester geweest om dit pronkjuweel te halen.
En heeft u al vaststaande plannen ge
maakt voor uw tochten of gaat u zoomaar
een beetje zwerven?
Ja, dat lijkt me het prettigste, was het
luchtige antwoord.
Het was Hector niet ontgaan met hoeveel
intense belangstelling Lord Purbeck en zijn
dochter zijn antwoord hadden afgewacht en
dat juffrouw Campion geen oog van hem af
had. De graaf knikte een paar maal en de
lady wierp een verwijtenden blik naar haar
tante. Deze veranderde plotseling van onder
werp, maar scheen van het eene gevaarlijke
thema in het andere te vallen.
En hoe gaat het met mijnheer Mapleton?
vroeg ze met haar diepe stem. Heeft u al
nader kennis met hem gemaakt?
Wat deze lastige oude dame ook mocht voor
hebben met haar gevraag, hij voelde er niets
voor om zich te laten uithooren.
Neen, ik heb niet nader kennis met hem
gemaakt, zei hij kortaf. En met een tikje boos
aardigheid voegde hij er aan toe: Ik heb
geen voorliefde voor fossielen, het aan de oude
dame overlatend dit als een persoonlijke
vriendelijkheid te beschouwen of niet.
Een glimp van pret schoot door Lord Pur-
beck's oogen en lady Ma&ge lachte luid.
Nu heeft u uw verdiende loon, tantetje,
riep ze uit, ik weet zeker dat mijnheer
Yeldman het niet zoo bedoeld heeft, maar als
het een wraakneming zou zijn, zou u het hem
niet kwalijk kunnen nemen. Niemand vindt
het prettig om voor een vriend van Mapleton
te worden gehouden.
Lord Purbeck maakte een eind aan het ge
sprek door Hector goeden avond te wenschen
en naar huis te gaan.
De dames bogen ten afscheid, zoodat er
voor Hector niets anders overbleef dan weer
op zijn motor te stappen en naar huis te
rijden.
Hij had zich overigens weinig op zijn gemak
gevoeld gedurende dit korte onderhoud.
De eerstvolgende dagen deed zich geen en
kele noodzakelijkheid voor om de motorfiets
te gebruiken. Hector had voortdurend den
hoofdweg in het oog gehouden en wist, dat
geen verdere ladingen „marmer" de „groeve"
hadden verlaten voor de plaats van bestem
ming, welke hij nog moest ontdekken.
Toch gebeurden er twee belangrijke dingen.
Het eerste was het vertrek van de boot, het
andere de vriendelijke houding van John
Budge, dien hij op den avond na zijn reis
naar Dorchester aantrof in gesprek met
Martha Calloway. De twee stonden bij het
tuinhekje, toen hij het huis uitkwam. Met een
stille pret merkte hij op, dat de knappe weduwe
bloosde, terwijl de groote John Budge een
beetje verlegen lachte.
Waait de wind uit dien hoekeen liefdes
idylle? dacht hij bij zichzelf en hij voelde ge
wetenswroeging bij de gedachte, dat hij mis
schien de man zou zijn, die Martha Calloway's
komend geluk zou storen, als Lord Purbeck's
opzichter de dader of de medeplichtige zou
blijken te zijn van den moord op den, tot nu
toe onbekend gebleven Ierschen arbeider.
Wordt vervolgd)A
I