MENU VAN DE WEEK Recept en pijpje met een opening van 2 mM. of revölver- tang (verkrijgbaar in een fijnlederhandel of huisvlijtzaak). Het uitsnijden en voeren: We knippen de patroondeelen 1/2 eM. rui mer uit en prikken stuk A met punaises in den rand op het mantellinnen, dat voor ver steviging dient. Met een mesje geeft men kerf jes in de lijn, waarlangs men het linnen uit knipt. Op dezelfde wijze knipt men het heng- seltje C ook van linnen en twee maal het schuine stukje B (soufflet genaamd) van voe- ringleer. De slang wordt aan één zijde recht afgeknipt, langs een potloodlijn. We trekken de lijn M op het linnen en plakken den afgë- knipten kant van de slang hiertegen, waartoe we het linnen met rubberlijm insmeren. Heeft de slang een sprekende teekening, dan pro beert u de meest effectvolle wijze om dit te laten uitkomen. Het overstekende slangenleer wordt afgeknipt en we stikken met de machi ne zonder draad dicht langs den middennaad het leer door. Met de hand naaien we over- handsche steekjes met touw of D.M.C., gebruik makend van dé listig gemaakte gaatjes. We beplakken op dezelfde manier het hengsel reepje en de soufflets, die ook in het midden een naad mogen hebben. De soufflets zijn nu klaar; het hengseltje wordt eveneens gevoerd. Een balein van 14 cM. plakken we op de aan gegeven plaats. Wanneer we een binnenvakje in de tasch willen maken, moeten we dat op de voering aanbrengen, voordat deze opgeplakt wordt. Daar het voeringleer vaak onsterk is plakken we aan den binnenkant van het zakje een lapje zijde: De randen worden omgeplakt en met de machine stikken we het vakje op het voeringleer. Deel A kan nu ook gevoerd wor den. Het in elkaar zetten: Met den hamer kloppen we den vouw in de soufflets. We maken nu de gaatjes tusschen X en XX, 3 mM. van den rand en met een ou derlingen afstand van 1/2 cM., gerekend van uit het middelpunt der gaatjes. Met een weinig collofix plakken we van ieder soufflet een randje tegen den voorkant van de tasch en maken de gaatjes tot den ondersten vouw. Vervolgens plakken we de andere randen van de soufflets tegen den ach terkant van de tasch en maken ook hierin de gaatjes. Als men met een ponspijpje werkt, zal het noodzakelijk zijn om het voorste plaksel weer los te trekken, daar men er anders niet bij kan. Ook de gaatjes om de klep kunnen nu gemaakt worden en die langs het hengsel. Bij het omwerken beginnen we bij X. en ma ken de steken van boven naar onder en van links naar rechts, dus eerst langs het soufflet, dan om de klep, waar we de lus festonneeren (zie schets). Aan het eind van de lus werken we terug door de festonsteken en komen zoo weer aan het begin van de lus uit. Deze wordt hierdoor wat steviger. Nu werken we gewoon door en eindigen tenslotte weer bij X. waar we het eind van ons bandje tusschen de leer- lagen wegsteken. Daar we met niet te lange bandjes werken, zullen we af en toe moeten lasschen. We snij den daartoe de uiteinden van de riempjes met een gilettemesje schuin af, zoodat het uiteinde papierdun is en dan plakken we met collofix het nieuwe bandje op het oude. Wanneer we de zelfgeknipte bandjes gebruikt hebben, ma ken we voor stevigheid nog een touwstiksel door de omwerkgaatjes en wel met een heerr en teruggaande rijgsteek. Zorgt u ervoor, bij de teruggaande steek altijd op dezelfde wijze in te steken, zoodat een regelmatig stiksel ver kregen wordt. (Zie schets). Nu rest ons alleen nog het bevestigen van hengsel en knoop. Het hengsel wordt met een paar steken aan de gaatjes van de omwerking gehecht; voor den knoop maken we twee gaatjes in den. voorkant van onze tasch met een reepje slangenleer knoopen we deze eraan. Niet te stijf aanzetten, want dan gaat de tasch te moeilijk open. In een vorig artikel besprak ik het maken van corsages. Wanneer u een slangetje méér aanschaft, maakt u, behalve het beursje, nog een keurig kam- of poederdoosétui en blijft er ook nog wel wat over voor een gezellig boe ketje, dat uw mantelpakje, tezamen met de zoo juist vervaardigde tasch een apart cachet geeft. HET BEURSJE. Het beursje heeft hetzelfde model als de tasch, alle maten zijn tot de helft verkleind. Men kan het ook zonder soufflets werken, doch het biedt dan minder ruimde. Er wordt geen tusschenvoerlng gebruikt. Den drukknoop kunnen we zonder moeite zelf aanzetten. Deze bestaat uit vier deelen, die twee aan twee bij elkaar hooren. Om den celluloid kap te bevestigen maken we een gat in het leer van 4 mM.; als we deze maat pons- pijp niet hebben slaan we vier kleine gaatjes, die gedeeltelijk in elkaar vallen. We steken het huisje door het gat, plaatsen de celluloid kap erop .keeren de klep van ons beursje om en slaan den drukker vast. We gebruiken een stukje carton om den kap niet te beschadigen en. slaan precies recht. Voor het deeltje met den veer maken we een gaatje van 2 mM., ge bruiken een gulden voor onderlegger en plaat- sen een sleutel, die een holte heeft (bijv. van I kastdeur of klok) over het veertje. Nu slaan we flink op de sleutel en ook dit onderdeel is bevestigd. EENIGE WENKEN. Vanzelfsprekend zijn er tallooze andere leer soorten, die geschikt zijn om een dergelijke tasch te maken, ik noem b.v. saffiaanleder, div. soorten schapen- en geitenfantasieleer, suède, enz. Men zorge vooral, dat het tasch je niet te slap wordt; in de meeste gevallen zal men een tusschenvoering voor versteviging moeten aanbrengen. Wanneer u de tasch groo- ter maakt, zou ik u voor versteviging liever artex, veritex of dergelijk in den fijnleder handel verkrijgbaar materiaal willen aanra den. Hier kan men u ook omtrent te verwer ken leersoorten deskundigen raad geven. MARGOT VAN CAPELLE-VAN BUUREN Zondag: Garnalen met mayonnaise Spinaziesoep met dobbelsteentjes gebakken brood Varkensoesters Tuinboonen uit blik. Rhabarber met vanillevla Maandag: Roastbeef Brusselsch lof Havermoutpap Dinsdag: Koude roastbeef Gedroogde appelen Griesmeeischoteltje. Woensdag: Saucijsjes Stamppot van raapstelen. Beschuit met bessensap. Donderdag: Duitsche biefstuk Bieten Caramelvla. Vrijdag: Gebakken bokking Roode kool. Koffievla Zaterdag: Macaroni met ham en kaas Rijstebrij met gestoofde pruimen Roomsoezen (20 a 24 groote soezen) Benoodigdheden voor het deeg: 3 d.L. wa ter, 150 gr. bloem, 125 gr. boter, 5 groote eieren, zout. Voor het vulsel: M L. melk, vanille, 4 eidooiers. 150 gr. suiker. 30 gr. bloem. zout. U kunt in plaats hiervan ook 3 d.L. slagroom gebruiken. Bereiding: Het water met de boter en het zout aan den kook brengen, alle bloem tegelijk toevoegen op het vuur en flink roeren tot het deeg gelijkmatig is en als een bal van de pan loslaat. De massa even laten bekoelen. Daarna één voor één de eieren erdoor roeren. Het deeg moet zoo dik zijn, dat een kleine hoeveelheid ervan als een balletje van de lepel valt. Een bakplaat met boter Insmeren en kleine bergjes deeg pl.m. 4 c.M. van elkaar, er opleggen. De soezen in een vrij warmen oven gaar en licht bruin bakken pl.m. y2 uur. De eerste 10 mi nuten niet in den oven kijken daar het deeg dan neer kan slaan en de soezen plat worden. De soezen zijn gaar, als ze heel licht en bros aanvoelen en van het blik loslaten. Als ze koud zijn, voorzichtig opensnijden aan den zijkant en vullen met behulp van een spuitzakje met spuitje. Daarna dik met poedersuiker bestrooien. Vult men de soezen met slagroom dan klopt men deze met een paar lepels poedersuiker stijf. Ansjovisboter Benoodigdhelen: 100 gr. boter, 40 gr. schoongemaakte ansjovis. Bereiding: De ansjovis pl.m. 1 uur in water en melk laten staan, ze schoonmaken en de filets goed uit iaten lekken. Deze door de zeef wrijven en de puree bij de tot room geroerde boter doen. Glazuur. Wil men de zoete soezen bedekken met gla zuur, dan volgt hieronder het recept: Benoodigdheden: pl.m. 100 gr. poedersuiker 1 eiwit, een paar druppels citroensap of es sence. Bereiding: De poedersuiker zeven en met het eiwit en het sap of de essence roeren tot het glimmend is. Het glazuur moet zoo dik zijn, dat het nog even over de soezen uit loopt. Een stukje geconfijte kers op het glazuur leggen. Gele room. Bereiding: De melk met het opengesneden stokje vanille lang laten trekken. De eidooiers met de suiker uitroeren, de bloem er bij doen en voorzichtig aanmengen met de war me melk. Alles terugdoen in het pannetje en de vla onder goed roeren 5 minuten door laten koken, zoodat de bloem zeker gaar is. De vla moet dik zijn. De vanille er uitnemen en onder af en toe roeren laten bekoelen. RECEPT. Zalmboter. Benoodigdheden: .100 gr. boter, 40 gr. ge rookte zalm. Bereiding: De zalm door de zeef wrijven en deze purée vermengen met de tot room ge roerde boter. Deze botersoorten kunnen ook gegeven worden op nette stukjes geroosterd brood, of gebruikt bij het maken van sandwiches. Kaassoesjes. (20 a 25 kleine soesjes.) Benoodigdheden: 1 d.L. water, 50 gr. bloem, 40 gr. boter, 2 eieren, zout. Voor het vulsel: 100 gr. boter, pl.m. 100 gr. oude geraspte kaas bij voorkeur Gruyère, cayennepeper. Bereiding van de soezen als in het eerste recept. Met een theelepel kleine bergjes op het bakblik leggen, (ibaktijd pl.m. 20 minuten). Voor de kaasboter de boter tot room roeren, en de zeer fijn geraspte kaas hiermee ver mengen. Op smaak afmaken met cayennepe per. De-soesjes pas vullen als ze heelemaal koud zijn. Ansjovisboter en zalmboter kan men ook gebruiken om de soesjes te vullen. Leerarbeid: GEZELLIG EN PRACTISCH Van echt slangenleer maken we dit visitetaschje rv, kinderjurkje, waarvan een meisje van 3 - Sar veel plezier kan beleven (gebreid J.roeit blijkbaar met de kinderen mee), is e°T d van froité wol, donkerblauw met wit, en .Sierine bestaat uit een wit piqué kraagje, Jute galaliet patentsluiting en witte koor- Smet strikjes door de opgezette zakjes. We hebben 250 gr. wol noodig en twee pen- wSbeEinnen met den Rug en zetten hiervoor innrf on Nu breien we 8 pennen recht en ver- i,fns een pen recht, een pen averecht. De «rechte kant is later de goede kant. Als we Tm gebreid hebben, minderen we in de vol- rtlö oen' we doen zoo vaak twee steken te men tot we van elke tien steken er zeven Smaakt hebben, we houden dus 70 st. op de pen KSn we nog 4 c.M. en kanten dan aan «"zijden 8 st. at (3-2-2-1) voor het arms- crat We breien nu nog 11 c.M. tot de hals en kanten dan in het midden 24 st. af voor den hals: aan weerszijden blijven 15 st. staan voor den schouder. De Voorkant breien wc als de achterzijde, maar als we afgeminderd hebben tot 70 st. solitsen we het werk in tweeën, voor de sluiting. We breien nu aan den kant van het splitje tel kens 4 recht en breien, na dat we voor het armsgat weer 8 st. afgekant hebben nog 8 c.M. Nu kanten we voor den hals aan den kant van liet split te beginnen eerst 3 st. af, daarna 3 st. en dan nog 3x2 st. De overgebleven 15 st. breien we op', tot voor en achterkant even hoog zijn De- andere kant van het split breien we evenzoo, waarna we de schouders samen breien. Mouw. We beginnen aan den kop en zetten 24 st op. Om de pen maken we er voor en achter een steek bij, tot er 40 st. op de pen staan. Nu zetten weer voor en achter in een keer 8 st. bij op en breien van die 8 st. af nog 24 toeren. De volgende pen is: 6 recht, 5 x (2 te zamen, 1 recht) 6x2 te zamen en dan 5x1 recht, 2 te zamen), en nu weer 6 recht. De mouw is nu voldoende ingerimpeld en we breien nog 8 pennen recht. Afkanten. Opmaak. De zakjes (20 st. opzetten en 24 'pefinen breien), worden van boven opgehaakt met een toer stokjes en met de machine op het jurkje gestikt. Het jurkje wordt in elkaar ge stikt en onder een vochtige doek gestreken. De sluiting wordt er tusschen genaaid, ook al op de machine, en het kraagje er met de hand opge naaid. We draaien een koord van dit breikatoen en rijgen dit door de gaatjes van de zakjes met het strikje van boven. Ook de sluiting krijgt een klein eindje koord. SP.—TH. SrEL. dat u vlam gevat hebt voor leer- bewerking. Stel voorts, dat u één of meer slangen „op den kop getikt" hebt en dat u het ideaal voor oogen zweeft, daar nu eens iets practisch en sierlijks van te maken, dan zal uw eerste gedachte zijn „een taschje". Een slangentaschje is mooi door de schub bige oppervlakte en vaak interessante teeke ning, het is sterk en vooral de naturelkleur doet het bijzonder goed bij een licht zomer- costuumpje. Wat dunkt u van bijgaand model, een een voudig enveloppe-taschje, waarmee u als het ware tegelijk het A.B.C. van het tasschenma- ken leert? Want op dit model zijn vele varia ties te maken: langwerpig van vorm of met een rond overslag doet het weer heel anders. U hebt er niet veel voor noodig. Behalve de slang, die 90 cM. lang en 14 cM. breed was, gebruikte ik een stuk mantellinnen van 17 x 34 cM., een stuk schapenskiver voor voering, een reep witte skiver om biesjes van y cM. breed te knippen en een weinig boekbinders- touw of D.M.C. No. 10. Men kan ook met ge woon leerbies omwerken, waarvan men 5 cM. noodig heeft. Dit alles kostte mij 1.40, wel een bewijs, dat leerarbeid niet duur be hoeft te zijn. Nu is het geen bezwaar, als de slang niet precies de opgegeven maat heeft, men kan ook smallere slangen verwerken en drie breedtes naast elkaar nemen. Ons taschje heeft in het midden een naad, die zeer weinig opvalt. Door den buikkant van de slang tegen elkaar te plakken, ontstond de decoratieve witte streep. Wanneer u het een beetje han dig uitzoekt en bijv. geen grooten schubben kant op een fijnen naait, kunnen we elke breedte maken zonder dat de naden hinderlijk zijn. Volgens de schets maken we eerst een nauw keurig patroon. Verder zorgen we voor rubber- lijm om te voeren, tube collofix of syndeticon •om de biesjes aan elkaar te lasschen, leer- naald of maasnaald met stompe punt, gilet temesje, stuk carton voor onderlegger en, om de gaatjes in het leer te maken een pons- MODbL TASCH Een wegbereidster wordt 80 jaar Gesprekje met Johanna W. A. Naber over verleden, heden en toekomst. Wat de vrouwen betreft: ik gün ze de zweep! Johanna W. A. Naber. n deze dagen vóór 25 Maart, den dag l ®F°P ZÜ haar tachtigsten verjaardag hoopt vieren, gaan de gedachten van velen onzer rpirf^aar Jo^anna W. A. Naber, een wegbe- öpwf van onze bewustwording, oud-presi- van den Nationalen vrouwenraad en onvermoeid strijdster voor de zaak der vrouw. Tachtig jaaren nog steeds in het bezit van de rijke verstandelijke gaven, gepaard met warmte van gemoed, die het lezen van haar boeken tot een genot hebben gemaakt! Tachtig jaaren nog altijd werkende, zoolang het dag is! Tachtig jaaren nog altijd even pittig, geestig en adrem, zooals haar laatste boeken en brochures getuigden! Wat een voorrecht voor haar en voor ons! Ja, mejuffrouw Naber wil me graag ont vangen voor een persgesprekje. Waarom schaffen we dat leelijke woord „interview" eigenlijk niet meteen af? en op een zon- nigen lentemiddag, als een frissche wind waait door de heel jonge blaadjes van de struiken en lichtglanzen blikkeren op de tal looze vensters van het enorme Haagsche flatgebouw, zwaait zij zelve met een glimlach, die welkom beduidt, de deur van haar flat voor me open. De middelgroote, breede gestalte van een vrouw, die men nog lang geen tachtig zou geven, staat in de deuropening, vriendelijke donkere oogen kijken me aan „Dat u de moeite genomen hebt, heele maal naar den Haag te komen!" „Natuurlijk ik wilde dolgraag kennis met u maken, 'k Was alleen bang, dat al dat ge praat u teveel zou vermoeien!" „O neen. in 't geheel niet. Ik ben nooit moe en rust zelden overdag. Alleen is het erg lastig, dat ik zoo doof begin te worden. Och. maar dat hindert ook niet. U komt vlak naast me zitten op de divan en ik schenk gauw een kop thee voor u". De intimiteit van het samenzitten achter de theetafel, waarop alle ingrediënten voor een genoegelijk tête a tête gereed staan, wekt al spoedig die gezellige sfeer, waarbuiten vrouwen het zoo slecht kunnen stellen. En mejuffrouw Naber vertelt. ,,Hoe. wist u van m'n verjaardag? O, u hebt natuurlijk gehoord over het plan van m'n Amsterdam- sche vriendinnen om m- op 25 Maart in in- tiemen kring te huldigen. Eerst had ik er niet veel c.oren naar. want tien jaar geleden, toen ik zeventig werd, ben ik al zoo geweldig in 't zonnetje gezet, maar het feit, dat de ont- vafigst plaats zal hebben op het Internatio naal Archief voor de Vrouwenkringen Kei zersgracht 264 heeft m'n bezwaren tenslotte doen verdwijnen. Ik heb zelf zóó m'n best gedaan voor 't archief, ik vind het zoo'n prachtinstelling, dat ik 't altijd prettig vind, als het archief eens meer onder de aandacht van de men- schen, vooral van de jonge vrouwen, wordt gebracht. Het tegenwoordige geslacht moet weten waarop het voortbouwt, daarom is een archief voor de vrouwenbeweging, waarin de heele geschiedenis van de vrouw gedurende de laatste eeuwen is vastgesteld, onmisbaar. „U hebt natuurlijk zelf een groot deel van dat ontwikkelingsproces doorgemaakt?" „O, de wereld is gedurende mijn leven totaal veranderd wat de maatschappelijke positie van de vrouw betreft. Ziet u, als ik de jonge vrouwen van tegenwoordig zich zoo vrij zie bewegen, alleen uitgaan zonder dat iemand er aanstoot aan neemt, als ik zie hos de veiligheid voor vrouwen is toegenomen, dan vind ik er iets moois in om oud "te worden. Ja, u zult 't niet gelooven, maar toen ik reeds lang volwassen was en lid van de school commissie, cpperde mijn moedèr in vollen ernst het plan om me door een kruier van de vergadering te laten halen! Belachelijk? Neen hoor, onze moeders wa ren heusch niet gek. 't Was noodig in dien tijd, de meisjes te beschermen; de wet op de zedeloosheid van 1910 heeft wel enorm veel verbeterd! En dan verder: als ik eraan denk, hoe ik in m'n jeugd mijn tijdgenooten gees telijk zag verdorren omdat het voor een meis je van stand eenvoudig niet denkbaar was, loonarbeid te verrichten, hoe men groote pioniersters als freule de Bosch Kemper, mevr. W. Drücker, Betsy Perk ikzelf was één van de „kleintjes!" voor excentriek (en erger) uitkreet, omdat ze het recht om zich te ontwikkelen voor de vrouw opeischten en hoe nu alle deuren voor ons openstaan, dan vind ik. dat de moderne vrouw enorme voorrech ten geniet. En gelukkig, de jonge meisjes van thans gaan dit ook weer meer en meer begrij pen". „Juist in de laatste jaren, nietwaar?" „Ja. Er is een tijd geweest, dat wij, ouderen niet meer in tel waren. Dit heeft me veel verdriet gedaan. En daarom deed het me ook zooveel genoegen, toen me onlangs het eere lidmaatschap van de vereeniging van aca demisch gevormde vrouwen werd aangeboden Ik vond dit bewijs van waardeering heerlijk, omdat ik ervan overtuigd ben, dat iedere beweging stevig moet verankerd zijn in wat een vorig geslacht heeft opgebouwd. Het huidige streven van de vrouw naar volmaking op alle levensgebied moet een vaste plant zijn, geen losse tuil bloemen, afgerukt van haar wortels". „Hebt u persoonlijk ook tegenstand onder vonden, toen u wilde gaan studeeren?" „Neen, eenvoudig, omdat ik aan een uni versitaire studie zelfs nooit hebt gedacht. Het sprak voor mij vanzelf, dat ik bij mijn vader die professor was in de geschiedenis, werkte. Alleen de examens ontbraken, verder studeer de ik op mijn gebied alles, wat er maar te studeeren viel. En in den loop der jaren ver schenen verscheidene geschiedkundige werken van mijn hand, vooral betreffende den Fran- schen tijd en de 18e eeuw, waarvoor ik twee maal den Teyler-prijs ontving"*) Natuurlijk hadden de groote vrouwenfigu ren uit onze en anderer geschiedenis mijn bij zondere belangstelling. U kent ook zeker we) mijn „Wegbeveidsters" (1909), waarin de levens van Elizabeth Fry, Florence Nightin gale, Josephine Butler en Priscilla Bright MacLaren worden beschreven en mijn ..Vrouwenleven in praereformatietijd, be zegeld door den marteldood van Wendelmoet Claesdochter" (1927). In 1918 verscheen „Het leven en werken van Jeltje de Bosch Kemper", in 1929 het ..Levensbericht van Margaretha W. Maclaine Pont". ,.En zelfs in de laatste tien Jaar hebt u niet til gezeten". ..Neen. ik schreef nog een lijvig boekwerk iver de corresoondentie der stadhouderlijke familie 1777—1820, in vijf deelen en dan eer boek dat niet in den handel is: „familie-cor respondentie van Johan Willem Anton Naber (1935). En verder nog enkele brochures". „Zooals nog kort geleden uw succesvolle aanval op den modernen jongeman!" „O ja, dat boekje is geweldig gelezen:men had er veel sehik over", zegt mijn gastvrouw met een snaakschen glimlach. „En ook de in 1934 verschenen brochure „Wat heeft het feminisme der Nederlandsche vrouw ge bracht? Wat mag het daarom van deze ver wachten?", sloeg in. Hierin wees ik de jonge vrouwen van tegenwoordig op haar plicht om niet te versagen, doch met kracht voort te bouwen op de door ons gelegde grondsla gen". „Dat was in dien tijd wel zeer noodig!" „Zeker. De strijd van de moderne, Jonge vrouw is een andere dan die van Wendelmoet Claesdochter, de zuster des gemeenen levens die haar trouw aan eigen geestelijke over tuiging op den brandstapel moest boeten, een andere dan de onze is geweest. Maar strijd meet het blijven. Ze mag niet insluimeren, zooals Christen in Bunyan's Christenreize, die in slaap valt in het prieel en daardoor zijn rol kwijt raakt.Wie kent er tegen woordig nog de Christenreize!" „Véél meer menschen dan u misschien denktWe gaan gelukkig weer onze proble men zien als geestelijke problemen". Ja, nood leert bidden. Wij menschen hebben de zweep noodig om te blijven streven. En wat de vrouwen betreft: „Ik gun ze de zweep, als ze dreigen in te sluimeren". Na deze temperamentvolle woorden, die meer dan lange beschouwingen getuigen van de jeugdige vitaliteit dezer bijna tachtig jarige. neem ik afscheid. Iedere belangstellende kan de geschied kundige werken van Johanna W. A. Naber in onze nieuwste encyclopedieën volledig opge somd vinden. Ik noem ervan: „Geschiedenis van Nederland tijdens de inlijving bij Frank rijk". „Overheersching en vrijwording". „Eli zabeth Wolff en Aagje Deken". „Van de revo lutie tot de restauratie", „Johan Melchior ECemper" „Prinses Wllhelmina, gemalin van Prins Willem V", „Caroline van Oranje", enz. R. DE RUITIERv. d. FEER.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 13