De presidentsverkiezing in Frankrijk.
Veel namen, nog weinig zekerheid.
Of weer Lebrun
Onze Parijsche correspondent schrijft ons
IN het koninklijk slot van Versailles we
melt hei. sinds korten tijd van timmer
merlieden en electriciens, van schilders
en decorateurs, die koortsachtig arbeiden
aan de inrichting van de groote congreszaal,
waar Woensdag 5 April a.s. Kamerleden en
Senatoren den opvolger van Albert Lebrun
Herriot.
op Frankrijk's presidentieelen zetel zullen ver
kiezen. Zware gobelins worden er opgehangen
langs de muren der appartementen, die tot
tijdelijke verblijfplaats der voorzitters van
Senaat en Kamer zullen dienen, terwijl de
salon, waar de uitverkorene na zijn verkiezing
tot president enkele oogenblikken zal uitrus
ten, voordat hij begeleid door ruiters der Re-
publikeinsche Garde in groot uniform en ver
gezeld door zijn voorganger naar Parijs zal
terugrijden, eveneens met kostbare wand
tapijten versierd wordt. In de groote zaal wor
den de kroonluchters degelijk nagezien, opdat
geen storing in het electrisch net de vergade
ring in het duister zal hullen, terwijl in de
groote hal een 50-tal telefooncellen wordt ge
bouwd om den naam van den nieuwen presi
dent oogenblikkelijk de wereld over te kunnen
verspreiden.
Wiens naam dat zal zijn? Op het oogen
blik, pl.m. een week' voor den grooten dag,
verkeert men hierover nog absoluut in het
onzekere. Er worden zeer zeker namen ge
noemd, maar het is mogelijk, dat de ernstige
tijdsomstandigheden tengevolge zullen heb
ben, datde heer Lebrun den heer Lebrun
Laval.
zal opvolgen. Tot nu toe heeft de tegen
woordige president energiek weerstand ge
boden aan den drang, die van verschillende
zijden op hem uitgeoefend werd, die ten doel
had hem te bewegen zich opnieuw beschik
baar te stellen. Het lijdt echter geen twijfel
dat opnieuw pressie op hem zal worden uit
geoefend, daar velen meenen, dat in de hui
dige omstandigheden een verkiezingsstrijd de
politieke tegenstellingen meer dan noodzake
lijk zou toespitsen, terwijl juist eenheid zoo
absoluut noodzakelijk is.
Mocht de heer Lebrun echter weigeren
en herhaalde malen heeft hij verklaard om
persoonlijke redenen geen verlenging van zijn
mandaat te verlangen, ofschoon hij dikwijls
blijk heeft gegeven zich op het Elysée nogal
thuis te gevoelen wie zal dan zijn opvolger
worden? Theoretisch kan elke Franschman
zijn candidatuur stellen en practisch is dit
ook het geval doordat eenige fantasie -candi
dates, zooals dat dwaze type van een Lhope,
die bij elke Kamer- en gemeenteraadsverkie
zing der laatste jaren inde studentenwijk
van Parijs candidaat wordt gesteld en dan
met vel studentenjolijt van de eene kroeg
naar de andere wordt gesleept, op het voor
geschreven gezegelde papier gedaan heeft.
Doch vriend Lhope heeft hierbij één ding
over het hoofd gezien en wel. dat de laatste
malen bijna steeds hij, die al te vroeg zijn
candidatuur stelde en door de publieke opinie
als het toekomstige staatshoofd werd be
schouwd, door een op het laatste oogenblik
gestelden candidaat werd geslagen.
Bouisson.
Het sterkste voorbeeld hiervan is wel de ver
kiezing van den vrijwel obscuren Deschanel
in 1920, niettegenstaande Clémenceau, de
„Tijger", die gedurende den oorlog zijn klau
wen zoo scherp had uitgeslagen en na de
overwinning door zijn dankbare landgenooten
tot „Père la Victore" werd uitgeroepen en als
zoodanig meende een greep naar het presi
dentschap te mogen doen, zich candidaat had
gesteld en algemeen als bij voorbaat geko
zen werd beschouwd. En werd vier jaar later
iDoumergue niet tot het hoogste Fransche
staatsambt gekozen, niettegenstaande de
verkiezingen een linksche meerderheid had
den opgeleverd en zijn tegencandidaat en fa
voriet Painlevé tot die meerderheid behoor
de? En Briand dan? In 1921 werd niet
eens gesproken over de tegencandidaten van
den „Vredespelgrim", maar alleen gewed over
de meerderheid die hij zou behalen. Toch
werd reeds bij de eerste stemming den zoo
ongelukkig vermoorden Paul Doumer tot pre
sident gekozen.
Voorspellingen omtrent presidentsverkie
zingen zijn dan ook uiterst gevaarlijk, doch
niet alleen de profeten zijn voorzichtig, maar
ook de Candida ten door de ondervinding
wijs gemaakt, zoodat tot nu toe nog geen en
kele ernstige candidatuur gesteld is. Natuur
lijk wordt er wel over gesproken en geschre
ven en in de eerste plaats worden de mo
gelij kheden op een candidatuur van hen, die
de hoogste posten in het land innemen, on
der het oog gezien.
Wie genoemd worden.
NA den president bekleeden de hoogste
posten in Frankrijk de voorzitter van den
Senaat, die zeer dikwijls tot dit hoogste ambt
geroepen wordt, de voorzitter van de Kamer
en de voorzitter van den ministerraad. Wat
weet men in dit opzicht van hun bedoelingen
af? De heer Jeanneney, voorzitter van den
Senaat, staat bekend als een overtuigd tegen
stander van de inmiddels ter ziele gegane po
litiek van München en zou als zoodanig ook
op vele stemmen van uiterst links kunnen re
kenen, doch herhaalde malen heeft hij ver
klaard met het oog op zijn gezondheidstoe
stand Jeanneney is hoogbejaard geen
candidatuur te zullen aanvaarden.
Herriot, voorzitter van de Kamer, heeft
eveneens verzekerd geen candidatuur te zullen
aanvaarden, doch wanneer men bedenkt-, dat
hij jarenlang wel niet de uitgesproken, maar
in ieder geval zeer duidelijke ambitie had tot
staatshoofd te worden gekozen, dan is het zeer
goed mogelijk, dat hij om de reeds bovenge
noemde redenen zich nu op den achtergrond
houdt om op het laatste oogenblik toe te ge
ven aan den- „druk zijner vrienden". Mocht hij
hiertoe besluiten, dan zou Herriot groot voor
stander van een nauwe samenwerking met
de Sovjet-Unie en van een energiek optreden
tegen de totalitaire staten, in de huidige om
standigheden wel een kans hebben, niettegen
staande hij allesbehalve „persona grata" is
bij vele leden der huidige regeeringsmeer-
derheid, zoodat in dat geval het omgekeerde
plaats zou hebben van hetgeen in 1924 ge
schied is.
En de voorzitter van den ministerraad? Het
valt niet te ontkennen, dat ook op Daladier
druk wordt uitgeoefend om zich candidaat te
stellen, doch men krijgt zeer sterk het ver
moeden, dat deze druk op Daladier betrokken
is bij en uitgeoefend wordt door hen, die
Daladier als minister-president liever kwijt
dat rijk zijn. Tot nu toe is er geen enkel
teeken, dat er op wijst, dat Daladier zich een
candidatuur zal laten welgevallen en het
is maar te hopen ook, dat de minister-presi-
dent zich er niet toe zal laten verlokken.
Tot nu toe blijken dus de hoogste functio
narissen der republiek weinig uiterlijke ambi
tie te bezitten om naar den post van presi
dent mee te dingen. Zijn er buiten hen nog
andere candidaten? De heer Queuille, sena
tor en minister van Laixdibouw in het huidige
kabinet, heeft indertijd verklaard zich ter
beschikking zijner trienden te zullen stellen,
wanneer geen der drie voornoemde voorzitters
van Senaat, Kamer of Ministerraad het presi-
dentieele ambt zouden ambieeren, doch in
den laatsten tijd hoort men zeer weinig over
hem spreken, evenmin als over Henry Roy,
senator, die eveneens vrij vroeg liet door
schemeren, dat hij zich een candidatuur zou
laten welgevallen. Verder worden de namen
genoemd van oudminister Piétri, wiens ver
kiezing hij is Corsicaan in deze dagen
welhaast symbolische beteekenis zou hebben en
van den oud-voorz. der Kamer, Bouisson, in
naam socialist, doch in feite onafhankelijke,
die eenigen tijd geleden wel niet officieel,
maar toch vrij duidelijk zijn candidatuur in
de Kamer gesteld heeft. Andere namen? Och,
er worden er nog heel wat genoemd, die van
Bérai-d, die door zijn geslaagde missie te
Burgos den laatsten tijd zoo op den voorgrond
is getreden, van Caillaux, van Sarraut, van
Béi-enger, van anderen nog. Slechts één naam
willen wij nog noemen, juist omdat hij zoo
weinig gehoord wordt en de presidentieele
verkiezingen zoo dikwijls een verrassend re
sultaat hebben opgeleverd: die van Pierre
Laval, die sinds zijn aftreden als premier in
1936 zeer weinig op den voorgrond is getreden,
maar over wien gefluisterd wordt, dat hij een
terugkeer voorbereidt. Hij zou wel eens de groote
outsider in dien wedloop om den presidenti
eelen titel kunnen zijn.
J. W. KOLKMAN.
(Nadruk verboden).
Argentinië levert koren aan
Duitschland.
En Duitschland spoorwegmateriaal aan
Argentinië.
BUENOS AIRES 28 Maart. Maandagavond
hebben de Duitsche ambassadeur en de Argen-
tijnsche minister van buitenlandsche zaken,
Cantillo, een Duitsch-Argentijnsche handels
overeenkomst geteekend, volgens welke Argen
tinië binnen de 6 maanden 100.000 ton koren en
8000 ton wol naar Duitschland zal exporteeren.
Duitschland zal in betaling daarvoor spoorweg
materiaal leveren. Het zou hier o.a. 64 locomo
tieven, slaap- en goederenwagons betreffen.
(United Press).
Britsch schip weet Valencia te
bereiken.
Ondanks de blokkade.
Mandagavond werd te Lenden vernomen,
dat het Britsche stoomschip Stanland, de
blokkade geforceerd had en Valencia was bin-
nengeloopen met een lading levensmiddelen,
kleeren en zeep, verzonden door het gemengde
Nationale Comité voor hulp aan Spanje, de
Internationale commissie tot zending van
levensmiddelen en het comité van Manches
ter. Nog drie schepen zijn op weg naar
Spanje, Zij zijn vertrokken uit Huil, Londen
en Liverpool.
MA1KT
Wlm emtflTiN
tfu bimW
PURMEREND 28 Maart 1939.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 20 par
tijen, wegende 4600 K.G. Handel matig. Hoogste
prijs f 18.
Kleine Boeren aanvoer 4 f 19.50. Volvette 1
f22. Boter 1028 133—144 per K.G.
Runderen, totaal 564 stuks. Vette koeien 200
6068 per stuk matig. Gelde koeien 180 110—
170 per stuk matig. Melk koeien 168 180260
per stuk matig. Stieren 12 4052 per K.G. ma
tig. Paarden 14 80—170 per stuk stug. Vette kal
veren 38 6090 per K.G. matig. Nuchtere kal
veren voor de slacht 1415 410 per stuk matig.
Nuchtere kalveren voor de fok 1218 per stuk
matig. Vette varkens voor de slacht 179 4749
per K.G vlug. Magere varkens 55 1828 per
stuk matig. Biggen 425 1018 per stuk matig.
Schapen 1129 2330 per stuk matig. Bokken 61
310 per stuk. Piepkuikens 8900 8590 per
K.G. Oude kippen en hanen -4200 37,5042,50
per K.G. Konijnen 30 2 per stuk. Eenden 500
2055 per stuk. Duiven 40 per paar.
COÖP. CENTRALE EIERVEILING
Aanvoer 130.000 Eendeiere'n f2,75f2,80
85.000 Kippeneieren 65/66 K.G. f 3,50—f3,60;
63/64" K.G. f3,40—f3,50; 60/62 K.G. f3,25—
f3,35; 58/59 K.G. f3,30—f3,40; 56/57 K.G.
f3,30—f3,35; 53/55 K.G. f 3(25—f330.
ROTTERDAM VEEMARKT.
Totaal aanvoer 4857. Paarden 224. Veulens 8.
Magere runderen 990. Vette runderen 1015.
Vette kalveren 20. Graskalveren 116. Nuchtere
kalveren 2177 Lammeren 22. Schapen 198. Var
kens 13. Bokken en geiten 74.
Prijzen per K.G.: Vette koeien le kw. 72, 2e
kw. 58, 3e kw. 3646. Vette ossen le kw. 66, 2e
kw. 58, 3e kw. 3646. Stieren le kw. 60. 2e kw
54, 3e kw. 50. Vette kalveren le kw. 105, 2e kw.
90, 3e kw. 6070. Schapen le kw. 50, 2e kw. 43,
3e kw. 32. Lammeren le kw. 56, 2e kw. 47, 3e
kw. 42. Graskalveren 2e kw. 52. 3e kw. 40.
Nuchtere kalveren le kw. 31, 2e kw. 26, 3e kw.
21. Slachtpaarden le kw. 54, 2e kw. 46, 3e
kw. 36.
Prijzen per stuk: Schapen le kw. 25, 2e kw.
19, 3e kw. 17. Lammeren le kw. 22, 2e kw. 16.
3e kw. 12. Nuchtere slachtlcalveren le kw.
2e kw. 6, 3e kw. 4. Nuchtere i'okkalvei-en le kw.
20, 2e kw. 16, 3e kw. 13. Slachtpaarden le kw.
240, 2e kw. 200, 3e kw. 125. Werkpaarden le
kw. 250, 2e kw. 225, 3e kw. 135. Hitten le kw.
255, 2e kw. 195, 3e kw. 125. Stieren le kw. 365,
2e kw. 195, 3e kw. 145. Kalfkoeien le kw. 280,
2e.kw. 215, 3e lew. 150. Melkkoeien le kw. 275
2e kw. 205, 3e kw. 150. Varekoeien le kw. 195,
2e kw. 160, 3e kw. 140. Vaarzen le kw. 170, 2e
kw. 150, 3e kw. 110. Pinken le kw. 130, 2e kw.
110, 3e kw. 90. Graskalvere?) le kw. 55, 2e kw.
35, 3e kw. 25. Bokken en geiten le kw. 12, 2e
kw. 9, 3e kw. 5.
Vette koeien en ossen, aanvoer groot, handel
kalm, prijzen onveranderd, alleen 2e kw. koeien
iets lager. Prima's 76 en 70 ct. Stieren, aanvoer
iets ruimer, handel matig, prijzen iets lager.
Vette kalveren, aanvoer gering, handel tamelijk,
prijzen prijshoudend. Prima's tot 1,15. Schapen
en lammeren, aanvoer korter, handel kalm, pi-ij
zen goed prijshoudend. Nuchtere slacht- en fok-
kalveren, aanvoer iets gx-ooter, handel leven
dig, pi-ijzen ruim pi-ijshoudend. Paarden, aan
voer iets ruimer, handel vlot, pi-ijzen slachtpaar
den iets hooger, werkpaai'den en hitten goed
prijshoudend. Kalf- en melkkoeien, aanvoer
ruim, handel stroef, prijzen onveranderd. Vare
koeien, aanvoer gelijk vor. week, handel kalm,
prijzen constant. Vaarzen en pinken, handel
slecht, prijzen vooral niet hooger. Graskalveren,
handel lui, prijzen vast. Bokken en geiten, han
del vlug, prijzen iets duui-der.
Leerlingen tier Hoogere Texti
school slaken.
Wie]
Als protest tegen
ENSCHEDé,
difecUursbetio,^
28 Maart.
der
gen is het overgroote deéi^
leerlingen ran de hoogere texi
te Enschedé in staking a
protest tegen het feit, dat
I»
„Wat heb je dan gedroomd?" vroeg de koning nieuwsgierig
Maar zijn gezicht betrok direct, want zjjn dochter vertelde, dat zij
een soldaat en een gi-ooten hond had gezien, dat zij een rit gemaakt
had op den rug van den hond en dat de soldaat haar gekust had.
(Wordt vervolgd
meenteraad gisteravond'd. 5? .St
uit Utrecht, die no. l op de
stond heeft benoemd tot^r cilt
der hoogere textielschool. ecleUr
De leerlingen wenschten no 2 a
dracht, dr. Mattaar, die vele ia» y°°n
aan ie ETA is geweest en die 2«rte,li;
is, als directeur. 'cer get?-
Zij zijn vanmorgen na de pan,. i„
naar het stadhuis getrokken waa,WW#
geefs trachtten den wethouder van
te spreken te krijgen. Zij joelden éi,
een spreekkoor, waarna zij naar
room trokken, waar zij een reut,™ tafs'
teekenden, dat o.m. naar GedeDuiéÏÏ Bsi!'
ten zal worden gezonden. e Sis-
De leerlingen, die uit alle deelen a
afkomstig zijn, zijn voornemens eerst
weer naar de lessen te gaan. Het
ook tegen het feit, dat dr. Postma noï
textielbedrijf moet worden „togewS»
Chamberlain over de Britsch,
Duitsche verklaring.
Uitleg vragen aan Hitler over het rrt.-.
nutteloos, zegt de premier.
Op een in het Lagerhuis gestolde vraa.
hoeverre de regeering de Britsch-DuiteC"'11
klaring van 27 September na de inliivlnv
Tsjecho-Slowakije en Memel een
instrument acht en of hij aan Hitier uitüuTS
gegeven van zijn verontwaardiging en omTdnT
had verzocht, heeft Chamberlain verklaard h
hij niets toe te voegen had aan zijn op 17 v-fj
gehouden rede, waaruit duidelijk de houding
Britsche regeering bleek. Hij geloofde niet S-"t
het eenig nut zou hebben Hitier om uitlee t
verzoeken. Op de vraag of hij de Britsch-Dn^
sche' verklaring bindend achtte, antmmïu
Chamberlain: "woordde
In mijn rede te Birmingham alsmede in u
Lagerhuis heb ik er op gewezen, dat ik bepaal'
de verzekering van Hitler had ontvangen on
dat het recente optreden van Hitier niet met
deze verzekeringen vereenigbaar scheen te aii
He heb gevraagd, of het mogelijk was op nieuw»
verzekeringen te vertrouwen.
Betreffende het Duitsch-Roemeensche han
delsverdrag heeft Chamberlain gezegd dat dé
Foemeensche regeering de Britsche régeerine
had medegedeeld, dat het accoord geen politieke
clausule bevatte en dat Roemenië door het slui
ten van het accoord niet zijn economische onaf
hankelijkheid had prijsgegeven.
VOETBAL.
U. V. V. 2e klasse kampioen,
Goede kans op promotie.
Het kampioenschap van de 2e klasse A, afdee-
ling II, is Zondag behaald door de Utrechtsche
Voetbal Vereeniging na spannenden kamp met
twee andere ex-eersteklassers, het oude H. V. V,
en O. D. S. De stand der drie clubs is thans:
gesp. gew. gel. verl. v.-t. pnt,
U. V. V. 17 14 0 3 80- 9 28
H. V. V. 17 10 4 3 41-11 24
O. D. S. 17 9 4 4 49-33 22
In dezelfde afdeeling bezet de Haagsche oud-
eersteklasser Quick de laatste plaats, maar heelt
nog een klein kansje daaraan te ontsnappen.
Met nr. laatst van de le klasse afd. II, ver
moedelijk D. F. C. en den kampioen van de 2e
klasse B afd.' II zal U. V. V. dus de promotie
competitie moeten spelen. De behaalde cijfers
bewijzen wel dat het daarin een ernstige candi
daat zal zijn en een goede kans maakt na tien
jaar in de eerste klasse terug te keeren.
U. V. V. werd opgericht in 1903. De vereeni
ging promoveerde in 1913 naar de eerste klasse
en bleef daarin tot 1929, toen zij degradeerde,
onmiddellijk na de viering van haar 25-jarig
bestaan. In 1930 zakte zij zelfs naar de derde
klasse af en bleef daarin verscheidene jaren al
vorens het tweede-klasser-schap herwonnen
werd.
In haar vroegere eerste klasse-periode, die
zestien jaar duurde, heeft U. V. V. in 1918 het
afdeelingskampioenschap gewonnen en werd
toen tweede in het kampioenschap van Neder
land met slechts twee punten achterstand op
Go ahead. Dat was de tijd van den vermaarden
voorhoedespeler Jan Vos. die jarenlang in het
Nederlandsch Elftal uitkwam. Ook Wout Bui
tenweg, die later naar Hercules overging en zijn
broer D. Buitenweg behoorden tot de beste spe
lers van U. V. V.
Kampioenschap van Nederland.
Afdeeling ffl.
Eerste klasse:
Go ahead—Quick
ZAC—Heracles
Tubanti a—Hengelo
Wagen.—Enschedé
NEC—AGOW
Tweede klasse A:
Ensch. Boys-Sallandia
Rigtersbleek—PEC
Zw. Boys—Almelo
R. Vooruit—Borne
Tweede klasse B:
Robur et V.—Rheden
Zutphania—TEC
Vitesse—Theole
Afdeeling IV.
Eerste klasse.
Roermond—MW
NAC—BW
LongaJuliana
Tweede klasse A:
Vlissingen—Baronie
Middelburg—RBC
Goes—Zeelandia
Tweede klasse B:
ESVWSC
Tegelen—Valk
Tweede klasse C:
SportcL Emma-Maurits
Gr. Ster—Waubach
Afdeeling V,
Eerste klasse:
HSCVeendam
Be Quick-Leeuwarden
Prom. tweede klasse:
FVCGRC
Tweede klasse A:
Rood GeelAlcides
Friesland—Frisia
Black Boys—MSC
Tweede klasse oi
Woltersum-^,
AjaxAchilles
EindhovenDWS
Afdeeling I.
Eerste klasse:
HermesXerxes
:w—HBS
Tweede klasse A:
EDO—HFC
KennemersWFC
W. Frisia—RCH
Derde klasse A:
HelderHollandia
Derde klasse B:
TIWZandvoort
AalsmeerAPGS
Vierde klasse B:
IWUitgeest
EVCMonnikend.
Vierde klasse C:
Zilverm.VVB
VerkadeAED
WestzaanZaanlandia
Spaarnev.EHS
Res. eerste klasse:
ZFC 2Haarlem 2
Res. tweede klasse B:
Ajax 4—TOG 2
Res. derde klasse C:
Hanzenk. 2ZRC 2
Volew. 3Watergr. 2
Rcs. derde klasse D:
HEDW 2—SDW 2
Afdeeling II.
Eerste klasse:
DHCDFC
Tweede klasse A:
UVS—HW
ODS—Velox
QuickGouda
Tweede klasse B:
DCL—Fluks
Hollandiaan—Sliedr.