De gebroken Bokaal Hoewel het seizoen nog niet officieel geopend is, trekt Scheveningen toch reeds vele bezoekers, die van het heerlijke weer der laatste dagen komen genieten De brand, welke in den motortrein Parijs—Rijssel nabij Amiens woedde, eischte drie dooden en talrijke gewonden. Het vernielde trein-gedeelte na het tragisch gebeuren De bevolking der Poolsche hoofdstad helpt mede bij het graven der schuilplaatsen voor de luchtbescherming. Een snapshot in het Paderewski-park te Warschau Ook het Poolsche leger telt thans zijn „parachute-afdeelingen", waarmede uitgebreide oefeningen gehouden worden. Het uitvoeren van een landings manoeuvre brengt zeer speciale situaties met zich mede Voor het eeuwfeest der onafhankelijkheid van het Groot hertogdom Luxemburg zijn de voorbereidingen in vollen aang. Het aanbrengen van een der versieringen Binnenkort zullen wederom nieuwe zomerpostzegels worden uitgegeven, waarvan hierboven een der afbeeldingen De ezeltjes en de strandfotograaf te Scheveningen ma ken reeds goede zaken, nuhetfraaie weer der laatste dagen vele be zoekers trekt ub ivubiiibbii^iic 111111 is lei van uuiiciiiomu5v.mc «_ai\cu, •.uimwiii» ie Drussel, Waar d gezanten van Roemenië, Turkije en Polen ter begroeting aanwezig waren FEUILLETON Naar het Engelsch van EDNA MURRAY. 4) Met een vroolijk gezicht en luchtigen tred stapte hij het bankgebouw binnen en werd spoe dig in het privékantoor van den directeur ge laten. Hier bleef hij een half uurtje en toen hij ging keek het personeel hem met stomme verba zing na. Want hoewel hij geen geregeld bezoe ker was, was zijn figuur aan alle employés be kend. Wat kon Lord Paington hebben? Hij danste anders altijd door het leven alsof hij geen greintje zorg had? En nu? Hij liep gebukt en zijn gezicht was vertrokken, hij praatte in zich zelf toen hij passeerde zonder zijn gewoon vrien delijk knikje tegen den kassier, die aan de kas naast de deur zat Dat was wel iets buitengewoons, want ze waren beste vrienden Lord Paignton en de oude kassier, die grijs was geworden in dienst van de bank. De kassier had de ouderwetsche gewoonte een snuifdoos naast zich op de schrijf tafel te hebben, zoodat alle cliënten, die iets voor deze luxe voelden, zich konden bedienen en dit was de eerste keer dat Lord Paignton weggegaan was zonder zijn gebruikelijk snuifje. Er was helaas een goede reden dat „His Lordship" zoo van streek was. Dat onderhoud in de directiekamer had zijn oogen geopend voor een staat van zaken, dien hij niet voor mo gelijk had gehouden. Hij kon het nog nauwelijks gelooven. Hij ver keerde in een soort verdooving en de eerste ge dachte die zich in zijn schemerig brein begon te formeeren was dat de advocaat en de bank een soort complot tegen hem op touw hadden gezet. Men had hem gezegd, dat zijn bezit geheel verhypothekeerd was.Voor zoover er nog couran te effecten tot zijn kapitaal behoorden, zou de opbrengst daarvan toch alleen maar strekken in mindering van zijn debet-saldo. Wat het hoofd bestanddeel van zijn inkomen betrof de jaar- lïjksche opbrengst van het landgoed dat scheen ook al achteruitgaande te zijn, maar het was toch nog steeds aanzienlijk en alles zou nog best terechtkomen als Lord Paignton zich den toestand maar duidelijk voor oogen zou willen stellen en er de consequenties van aanvaarden. Maar van een nieuw belangrijk voorschot, een vijftien of twintig duizend pond, zooals „His Lordship" zich had voorgesteld, kon geen sprake zijn. De eene brief na den anderen was hem al ge schreven en de bankdirecteur had in beleefde verbazing de wenkbrauwen opgetrokken, toen hij vernam dat Lord Paignton geen notie had van hetgeen er in deze missives had gestaan! Hij had er mee gedaan wat hij met alle zaken brieven deed: ze doorzenden naar Mr. Mozeley; deze had hem gewaarschuwd, had zijn uiterste best gedaan hem een zuiver beeld van den toe stand te geven, maar hij had nauwelijks ge luisterd en er niets van geloofd. Daarop kwam de heele zaak in het kort neer. Maar Lord Paignton kon zich nog absoluut niet voorstellen dat het zoover met hem geko men was. Te bezuinigen, zich terug te trekken, ook zijn levenswijze op wat bescheidener voet in te richten, pogingen te doen om van den koop van het nieuwe huis af te komen, Charlton Park te verlaten en een eenvoudiger woning te be trekkendat alles vat de bankier hem had aangeraden: hij beschouwde het als niets min der dan een beleediging! Wat zou zijn lange reeks van voorouders, wat zou zijn eigen vader van zoo iets hebben ge zegd!.... Ze zouden het beschouwd hebben als een vlek op de eer van de familie! De waardig heid van de Paigntons moest hooggehouden wor den ten koste van alles; dat was iets, meende „His Lordship", waarvoor eenvoudig geen dis cussie mogelijk of toelaatbaar was! Ik zal een anderen advocaat nemen en een anderen bankier zoeken, mompelde Lord Paign ton in zichzelf. Het is het eenige wat er op zit; ja, ja.een anderen advocaat en een anderen bankier. Hij herhaalde de woorden terwijl hij de breede sloep van het bankgebouw afdaalde; toen werd hij door den verkeersstroom opgenomen, terwijl hij de taxi, die op hem wachtte, volkomen ver gat. De chauffeur volgde hem en vroeg om de vracht. Lord Paignton bleef staan en keek den man een oogenblik met een blik van niet be grijpen aan. De chauffeur was een kort aangeboden heer schap en hij gesticuleerde wild in zijn poging om de zaak uit te leggen. Eenige werkloozen verzamelden zich er om heen en maakten de noo dige sarcastische opmerkingen. Wou je zeker oplichten? Ziet er uit als een oude schurk, vind je niet? Zie dat je je dui ten krijgt, klonk het uit verschillende monden. Lord Paignton voelde in zijn vestzak en be merkte, dat hij geen kleiner geld bij zich had dan een sovereign. Hij had wat klein geld aan de bank willen vragen, maar het was hem door het hoofd gegaan. Toen hij dit wilde uitleggen werd de opvliegende chauffeur nog nijdiger en de groep menschen, die steeds aangroeide, amu seerde zich niet weinig. Een forsche goed gekleede man, drong zich door de menigte heen. Wat is hier aan de hand? Toen keerde hij zich tot Paignton: Ik dacht al, vervolgde hij. dat ik uw Lordship herkende en daarom kwam ik eens kijken of ik u van dienst kan zijn. Uw Lordship! De menschen hadden dit too- verwoord nauwelijks gehoord of met open mond van verbazing traden ze terug. De chauffeur hield op met zijn getier. Hij ging weg zonder te betalen, zei hij norsch. Ik liep hem na en vroeg om mijn geld. Lord Paignton legde uit wat er gebeurd was. Hij had er nog geen woord tusschen kunnen krijgen. Ik had niet kleiner dan een sovereign, zei hij aarzelend, want het heele incident had hem van streek gemaakt, maar de man werd di rect brutaal en nijdig. De nieuw-aangekomene bracht de zaak in orde. Hij had een makkelijke manier van optre den, die direct respect inboezemde. De vracht werd betaald het bedrag, waarop de chauf feur recht had, maar geen penny meer. Lord Paignton wilde den man een extra shilling ge ven, maar het gebeurde niet! De menigte ver spreidde zich langzamerhand, teleurgesteld dat er niet meer te beleven was. De vreemdeling liet zijn hand familiair op Lord Paignton's arm rusten. Blij u van dienst te zijn! Die heeren moe ten wel eens op hun nummer gezet worden en ik veronderstel, dat u vaker met uw eigen wa gen rijdt dan met een huurauto. Ik zag u van den anderen kant van de straat en dacht, dat ik misschien helpen kon. Ik ben blij u weer te zien, hoewel ik geloof dat u mij niet herkent. Ik ben Mortimer Owen Mortimer en het laatst hebben we elkaar ontmoet aan boord van de „Doric", toen we uit New-York kwamen. Lord Paignton had ternauwernood tijd gehad hem op te nemen. Maar nu herinnerde hij zich den breedgeschouderden, ietwat grove man weer, het type van den man met succes in za ken. Over het algemeen mocht Lord Paignton het type mannen niet, dat steeds „succes in zaken" heeft. Met dat soort was hij tot nog toe weinig in mraking gekomen en hij was er een beetje bang voor. Maar Mortimer had zich van een prettigen kant laten kennen en Lord Paignton voelde dat het verkeerd was zoo oppervlakkig te oordeelen. Mortimer was heel forsch gebouwd; hij had luidruchtige manieren en tegelijk een zeker iets dat vertrouwen afdwong. Als hij iets zei, moesten zijn hoorders het met hem eens zijn en als een van hen den moed had met hem van meening te verschillen, kon hij hem met een onbes.-haamden blik aankijken, alsof hij zich af vroeg hoe er zoo'n dwaas op de wereld kon be staan. Die manier van doen ha* hij zie1- ir loop der jaren aangewend en hij vond die ge woonte heel nuttig, daar hij vaker met dwazen dan met verstandigen te doen had. Als hij wilde kon hij heel geestig zijn, maar het was een ruw soort geestigheid, zooals die door sommige mannen geapprecieerd wordt. Hij had een breed gezicht, met een vierkante sterke kin, heldere, grijze oogen en een eenigszins platte neus, een glad geschoren eezicht, gebruin de gelaatskleur en donker krullend haar, dat laag over zijn voorhoofd hing. Het was meer een sterk dan een aangenaam gezicht. Iemand, die nauwkeuriger opmerkte dan Lord Paignton placht te doen, zou gezien hebben dat de man met de wereld en met zichzelf niet op al te besten voet stond. Lord Paignton had niet veel van Mortimer gemerkt op de reis van Amerika naar Engeland, daar de financier het grootste deel van den tijd doorgebracht had in de rookkamer en zich aan het kaartspel gewijd had, een bezigheid waar „His Lordship" niets voor voelde. Hij vermoedde eigenlijk alleen maar dat Mortimer financier was, want behalve dat deze als „promotor za ken deed. wist hij eigenlijk niets van hern af. O, ja, nu herinner ik mij u, zei Lord Paign ton, opvroolijkend en ik ben u erg dankbaar, heel dankbaar. Ik was op het moment miJn hoofd, kwijt. Dat kan ik mij begrijpen, tegen zoon bru- talen kerel kunt u niet op, antwoordde de an der hartelijk. De twee mannen wandelden langzaam verder, Mortimer's hand lag nog steeds op den aim van zijn metgezel. En hoe maakt u het? Goed- Zij praatten over koetjes en kalfjes en wen stelde Mortimer voor een poosje in de City l te gaan zitten; Lord Paignton had na de doo - gestane emoties wel zin in een kop sterkeko i en toen deze lafenis hem verstrekt was duuIT het niet lang of de kleur kwam weer op ZU wangen terug. (Wordt vervolgd)-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 12