Nederland is paraat
OOSTEN
Instantine
aan zijn grenzen.
Ailpt!
In Engeland.
DlNsPAG 25 APR IE 1939
I
De in den nacht van 9 op 10 April door de regeering ter
versterking van de grensgarnizoenen opgeroepen soldaten
hebben sindsdien zeer veel arbeid verricht. Overal langs
onze grenzen zijn versterkingen gereed gekomen, die weldra
een permanent karakter zullen krijgen.
Onder leiding van den kapitein van den
Qeneralen Staf van het Nederlandsche
leger JD- s- Paters is een dvoot aantal
nederlandsche persvertegeniooordigers
dezer dagen in de gelegenheid gesteld
kennis te nemen van de ivijze, waarop
Nederland zijn grenzen, al zijn gr en-
zen, versterkt, niet alleen om zijn neu
traliteit W tiet uitbreken van een con
flict onverzwakt te handhaven, maar
ook om bij een eventueelen inval in ons
land de mobilisatie van het leger veilig
te stéllen.
Een onzer verslaggevers zal in enkele
artikelen zijn indrukken over de ver
sterking van onze grenzen weergeven,
zich daarbij onthoudende van het noe
men van plaatsnamen of het aanduiden
van bepaalde streken.
Een eerste conclusie? Hier is dieN e-
derland is paraat! Eventueéle in
vallers zullen reeds aan onze grenzen
op zwaren, zeer zworen tegenstand kun
nen rékenen!
(Van onzen specialen verslaggever).
Ergens in het Nederlandsche grensgebied, dat
door een stralende lentezon warm beschenen
wordt. Het zonovergoten land strekt zich uit,
zoover het oog reikt. Er heerscht rust hier, wel
dadige rust. Op de wegen vertoont zich af en
toe een auto, die stofwolken opjaagt, of een een
zame wielrijder. Dat is alles.
De rust is echter slechts schijnbaar: er wordt
hard gewerkt aan de versterking van onze gren
zen door de soldaten, die de Nederlandsche re
geering in den nacht van 9 op 10 April heeft op
geroepen teneinde bij het uitbreken van een
eventueel conflict op alles voorbereid te zijn.
Nederland wil in een oorlog neutraal blijven,
wenscht zijn neutraliteit naar alle zijden onver
zwakt te handhaven, heeft derhalve besloten de
grenzen zoowel in het Oosten, het Noorden, het
Zuiden als in het Westen (de kust) te verster
ken, opdat eventueele aanvallers lang genoeg
opgehouden kunnen worden om de mobilisatie
van het Nederlandsche leger veilig te stellen.
Dat is het waar het per slot van rekening op
aan komt, omdat een verzekering van de mo
bilisatie wil zeggen, dat invallers een flinke
legermacht tegenover zich krijgen, waarmede
men maar niet een twee drie klaar is.
Er is wel eens gezegd, dat bij een inval in
Nederland de aanvallers in 24 uur dwars door
ons land heengetrokken zouden zijn. Misschien
gebruiken sommigen dit argument nog wel om
te kunnen aanvoeren, dat Nederland zijn gren
zen heusch niet behoeft te verdedigen.
De Nederlandsche persvertegenwoordigers, die
drie dagen lang van het eene punt aan onze
grenzen naar het andere zijn getrokken, hebben
daarover aan het slot van den derden dag al
licht een heel andere meening. Zij hebben er
zich met eigen oogen van kunnen overtuigen,
dat de thans in het grensgebied gelegerde troe
pen op defensief gebied hard, zeer hard ge
werkt hebben. Overal zijn de wegen, die naai
de grenzen voeren, versperd, overal steken de
zoogenaamde „asperges", ijzeren of betonnen
palen, die schuin in het wegdek gezet worden,
dreigend omhoog. Overal is er in die versper
ringen een nauwe opening gespaard, teneinde
het verkeer doorgang te kunnen laten vinden.
Maar geen vreemdeling passeert zulle een ver
sperring zonder zich gelegitimeerd te hebben,
terwijl Nederlandsche automobilisten de vraag
te beantwoorden krijgen of zij inderdaad Ne
derlander zijn. En bij twijfel wordt dit onmid
dellijk aan de hand van de papieren gecontro
leerd.
Kapitein Paters, onze eminente gids, heeft de
Nederlandsche persmenschen in snel tempo langs
de grenzen geleid. Hij heeft hun, voor zoover
dit niet in strijd was met Defensiebelangen, dui
delijk gemaakt dat ons land reeds in veel ge
vallen een natuurlijke, defensieve kracht heeft,
omdat de bodemgesteldheid vaak niet toelaat
anders dan langs gebaande wegen op te trek
ken.
De Generale Staf heeft daarvan natuurlijk
een uiterst dankbaar gebruik gemaakt, heeft
slechts op die punten, waar een opmarsch mo
gelijk zou zijn, de natuur gecorrigeerd en ver
der de wegen hermetisch afgesloten, daarbij al
les, dat nuttig kan zijn, inschakelend. Wij heb
ben een wegversperring gezien, ingeleid door de
„asperges". Enkele honderden meters daarvoor
:s de mogelijkheid geschapen om een verhak-
tóng aan te brengen. Wat een verhakking is?
Niets anders dan een versperring van den weg
door boomen, die men met „zeep" ten val brengt
en wel zoodanig, dat de kruinen van twee, te
genover elkaar staande boomen in elkaar grij
pen. Men begrijpt, dat een rij boomen, links en
rechts van den weg geplaatst en op die manier
ten val gebracht, een versperring in militaire
termen verhakking geheeten vormt, welke
niet licht te nemen valt. Wanneer daaraan toe
gevoegd wordt, dat het naderen van een derge
lijke verhakking belemmerd wordt door het
vuur uit verdekt opgestelde stukken geschut en
zware of lichte mitrailleurs dan is het duidelijk
genoeg, dat bij een eventueelen inval in ons
land een vlotte opmarsch welhaast onmogelijk is.
Zoo is het niet op één weg, zoo is het op alle
jvegen, die van het buitenland naar ons land
j®.e,n,en 200 ïs het ook op de bruggen. Overal
heeft de Generale Staf gezorgd voor afzettingen,
•he bijna niet te benaderen zijn. Overal is daar
enboven gezorgd voor luchtafweergeschut om
aanvallen van vliegtuigen op dergelijke hindei'-
r.issen te kunnen afweren.
In de afgeloopen weken is het zoowel voor de
onicieren als manschappen van de grenstroepen
een tyd geweest, waarin met man en macht aan
beveiliging der grenzen is gewerkt. En laat
ons meteen daaraan toevoegen dat het resultaat,
Va" militair standpunt bezien, verbluffend is.
Och, het lijkt, nu alles eenmaal gereed is, zoo
envoudig. Maar menig garnizoenscommandant
i op 10 April wel eens met de handen in het
'jjeze'en hebben, omdat behalve voor het
middellijk aanleggen der versterkingen ook
mrua »Cen on(^er'cornen der manschappen gezorgd
nia!i gorden. Er is dan ook op meer dan één
is ui de grensgebieden de eerste nachten
maar zeer weinig van slapen gekomen. Het was
eenvoudig onmogelijk om te slapen, en dus werd
de nachtrust opgeofferd.
De soldaten hebben zich zonder gemopper
hierin geschikt. Zij hebben aanvankelijk door
gewerkt omdat zij ook voelden, dat het niet
anders kon. Wil men sprekender bewijs voor den
goeden geest onder te troepen? En dan te beden
ken, dat het hier soldaten betrof, die vaak in een
klein gehuchtje zaten, haast afgesneden van de
wereld, soldaten die niets wisten van het laat
ste nieuws, en die alleen door de radio met de
ontwikkeling van den toestand op de hoogte ble
ven. Tenminste, als er een radio was
Zoo ging het niet op één maar op tientallen
plaatsen. En desondanks werkte men, naar het
uiterlyk, rustig door. De soldaten gaven den in
woners het goede voorbeeld dat spoedig nage
volgd werd. Trouwens over de gevoelens van de
grensbewoners behoeft de legerleiding zich niet
te beklagen. Slechts bij hooge uitzondering zijn
er moeilijkheden geweest over een inkwartie
ring of over den aanleg van versterkingen in
een bouw- of weiland, op een dijk of ergens an
ders. In 9 van de 10 gevallen konden de garni
zoenscommandanten zelf een oplossing vinden,
die beide partijen bevredigde.
Zoo was er ergens in het grensgebied een dijk,
waarop een reeks van mitrailleursnesten en
schuttersposten aangelegd moest worden. Er
mocht echter niet op den dijk gegraven wor-
Wel, natuurlijk zijn de nesten en de
den.
posten er gekomen. Goed gecamoufleerd door
groene graszoden vormen zij op den langen dijk
een rij van heuveltjes, welke voor een waarne
mer op den grond of in de lucht welhaast niet le
zien is. Natuurlijk is men daarin niet geslaagd,
zonder in den dijk te graven. Maar den solda
ten was opgedragen er voor te zorgen, dat het
graven geen overdreven afmetingen aannam. Op
dezelfde plaats moest de garnizoenscommandant
een versterking mitrailleursnest maken op
het kerkhof. Zonder meer heeft hij toen besloten,
om bij het aanleggen van deze versterking zoo
min mogelijk van het kerkhof gebruik te maken.
Zelfs schoof hij den post zoo ver naar voren als
hem mogelijk was, hetgeen in dit geval kon,
omdat er op het kerkhof nog een vrij breede
strook grond was waarin nog geen overledenen
ter aarde besteld waren.
Het is ongetwijfeld van het hoogste belang,
dat de garnizoenscommandanten, op wie in deze
tijden een zware verantwoordelijkheid rust, met
de gevoelens van de burgerebevolking zooveel
mogelijk rekening houden. Daardoor ook kun
nen zij in de grensgebieden staat maken op de
grootst mogelijke tegemoetkomendheid, hetgeen
èn door de burgers èn door de manschappen
stellig op hoogen prijs gesteld wordt.
Nederland is paraat aan a 1 zijn grenzen! Het
is deze conclusie, waarmede wij dit artikel, ge
wijd aan den stuggen arbeid van onze grens
troepen aan semi-permanente of permanente
versterkingen, willen besluiten!
(Nadruk verboden.)
Woekeraar veroordeeld.
De Amsterdamsche politierechter veroordeelde
Maandagmiddag een Amsterdamsche kolenhan
delaar wegens woeker tot één maand gevange
nisstraf.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat de man
gedurende eenigen tijd aan verschillende men-
schen, onder wie een 70-jarige schilder en een
73-jarige weduwe, geldbedragen van tien en
vijftien gulden had geleend tegen een rente van
tien cent per week per gulden.
Verdachte beweerde, dat deze rente hem was
aangeboden en dat hij haar niet had gevraagd.
Hij zou uit medelijden hebben gehandeld.
De Officier van Justitie had drie maanden ge
vangenisstraf geëischt.
maaltijd
manschappen der grensbewaking
Hel moderne pijnstillende middel
't is van »1ïayCi«
(Adv. Ingez. Med.)
Het zoutgehalte tier boezem- en
polderwaleren van Noord-Holland.
De minister van Waterstaat heeft ingesteld
een commissie, aan welke is opgedragen een
onderzoek in te stellen inzake het zoutgehalte
der boezem- en polderwateren van Noord-
Holland.
In deze commissie hebben o.m. zitting: lid en
voorzitter: Jhr. C. J. A. Reigersman, oud hoofd
ingenieur-directeur van den provincialen water
staat van Noord-Holland te Amsterdam; leden:
Ir. J. G. Bijl, ingenieur van den Haarlemmer
meerpolder te Hoofddorp, ir. P. A. den Engelse,
directeur van de Christelijke Landbouwwinter-
school te Haarlemmermeer, C. Wolterbeek,
hoofdingenieur van den rijkswaterstaat te Haar
lem, dr. ir. C. A. H^ von Wolzogen Kühr hoofd
der scheikundige-bacteriologische afdeeling van
het provinciaal waterleidingbedrijf van Noord-
Holland te Bloemendaal.
Secretaris: Ir. A. G. Wiersma, ingenieur bij den
provincialen waterstaat van Noord-Holland te
Haarlem,
TWEEMAAL „GOEIE MORGEN".
„Goeie morgen!" zei een trein reiziger op
het Centraal-station te Utrecht toen hij in
den trein naar Amsterdam stapte en zijn
medepassagiers aldus hoffelijk begroette zon
der echter te vermoeden, dat hem inderdaad
een goede morgen beschoren zou zijn, want
nauwelijks uitgesproken en aanstalten makend
ocm zich rustig in een hoekje van een tredn-
couipé neer te vlijen, trok het zijn aandacht,
dat er op de plaats, waar hij wilde gaan
zitten, een portemonnaie lag. De reiziger ont
fermde zich over de vondst en maakte in de
gauwigheid studie van den inhoud. En weer
zei de reiziger: Goeie morgen! maar nu klonk
het niet als een hoffelijken wensch, doch
was de uitroep meer bedoeld als een- onder
woorden gebrachte verbazing. De portemon
naie hield namelijk een bedrag in van 1400
aan bankbiljetten en hoewel eerlijkheid in de
maatschappij eigenlijk geen bijzonderheid
mag heeten, maar symptoom van gangbaar
moreel begrip, kan het toch zijn nut hebben
hierbij te vermelden, dat de reiziger de porte
monnaie met 1400 zich niet heeft toege-
eigend, doch deze in handen van de Utrecht-
sche politie heeft gesteld. Dank zij een ont
vangbewijs der posterijen, dat in de porte
monnaie zat, is de Utrechtsche politie er
spoedig in geslaagd de rechtmatige eigena
resse op te sporen. Het ontvangbewijs stond
namelijk op naam van een dame in Dieren,
die door de politie onmiddellijk in kennis
werd gesteld van de vondst. De dame had er
gaarne een reisje naar Utrecht voor over, om
het kapitaaltje op te halen. Dat zij dank
baar was, behoeft zeker wel geen betoog.
(Tel.)
BOUW VAN EEN SCHUILKELDER TE
GRONINGEN.
De directeur van het Provinciaal Electri-
citeitsbedriif te Groningen hreft Maande
middag aanbesteed het bouten
schuilkelder, garage en bergruimte op het
terrein van het Provinciaal Electriciteitsbe-
drijf.
Het laagst werd ingeschreven door de
Gebr. J. H. en S. Benes te Musselkanaal voor
63.875 gulden.
Er komt een volkshoogeschool
voor Noord-Holland.
Zooals bekend is, bestaan in ons land twee
volkshoogescholen, n.l. te Bakkeveen en te
Markelo. Deze volkshoogescholen willen aan
het volk een dieper inzicht geven in alle pro
blemen, waarmede een volk worstelt, gezamen
lijk trachten een oplossing te vinden, of al
thans waardeering of begrip voor een ander
standpunt bij te brengen, om zoo tot een hoo-
ger eenheid van tegenstellingen te komen,
waarin alle deelen van het volk harmonisch
samenwerken. In de eigenlijke volkshooge-
schoolcursussen komen jonge menschen van
allerlei schakeeringen, zoowel politiek als re
ligieus, en uit allerlei klassen en groepeerin
gen van de maatschappij samen: studenten en
onderwijzers, pattelands- en fabrieksarbeiders,
boeren en middenstanders.
In Gelderland is de stichting van een volks
hoogeschool in voorbereiding, terwijl ook voor
Noord-Holland een commissie is gevormd. Een
eerste week-einde is georganiseerd op 6 en 7
Mei in de jeugdherberg Assumburg te Heems
kerk, waarvoor tal van uitnoodigingen zijn
verzonden.
In de commissie van bijstand en advies heb
ben o.m. zitting genomen de heeren: dr. J.
Winsemius, Heemstede; dr. ir. J. T. P. Bij
houwer, IJmuiden en rar. P. Tideman,
Haarlem.
Tusschen Stad en Land.
OXFORDSHIRE. April.
Van Maandag tot Vrijdag loopen wij in
Londen in het gareel: rennen om een juist
vertrekkende bus nog te halen, brommen,
omdat het verkeer zoo langzaam opschiet;
vertwijfelen soms over een flat in een oud
huis in de binnenstad, die niet schoon te
houden is en een kantoor met donkergroen
geverfde muren en omwoelde verwarmings
buizen, waar zwartkleverige stofdraden aan
hangen.
Van Vrijdagavond tot Maandagmorgen
leven wij op een heuvel in Oxfordshire, mid
den in den wind en omstoven door altijd wis
selende wolken. Wij keeren er de lichte bruin-
roode aarde, zaaien erwten en boonen, plan
ten sla en snoeien vruchtboomen. Langza
merhand zijn wij die Zaterdag en Zondag als
het belangrijkste gaan beschouwen en die
vijf dagen in de stad als een nu eenmaal
noodzakelijke, financieel-noodzakelijke, tijd
verspelling. Die ontdekking heeft ons nogal
overrompeld en een prettig uitrusten in
sereene natuur is daardoor in een hardnek
kige tuindersambitie veranderd.
Het begon met een soort landhonger: een
verlangen om ergens op een stuk groen gras
te staan, op grond, waarin groeikracht leeft.
Dus niet alleen tijdens week-ends op een ga
zon bij vrienden buiten thee drinken en zeg
gen, dat de bloembedden verrukkelijk zijn:
niet alleen langs landweggetjes wandelen en
genieten van een vergezicht over een lande
lijk hekje van een jong glanzend paard in
de wei. Het zat 'm dieper en was simpeler
ook. Het had iets met de aarde zelf te maken
en met de drijfkracht die in haar rulheid
leeft. Die met eigen handen voelen, er een
boom in planten die tastende wortels steeds
verder zendt, er een spruitende aardappel
aan toevertrouwen, die stevig donkergroen
loof opzendt, dat afsterft naarmate een heele
bos jonge aardappelen beneden den grond
ligt te te rijpen! Met dat eindelooze proces
zoo vertrouwd te raken dat ge weet, dat het
aan uw goede verstandhouding met de pro-
duceerende aarde te danken is, dat de an
dijvie ook werkelijk een vol geel hart heeft,
dat de zwarte bessen ook werkelijk uitzwellen
tot groote. - sappige, ganzende zwarte knik
kers
Voor mij was dit alles eerlijk gezegd een
onverwachte verrassing. Ik heb steden altijd
de hand boven het hoofd gehouden, hun
levendigheid bemind en de plezieren van
theaters, concerten en een gesprek over een
café-tafeltje hooggeschat. Maar een aantal
jaren in Londen, waar die plezieren niet dan
met veel moeite van afspreken en plaatsbe
spreken en arrangeeren zijn te veroveren, in
een stad die het omringende land steeds meer
en moorddadiger heeft bekropen tot we er
door tallooze straten en huizen langzamer
hand hermetisch van afgesloten zijndat
heeft in die stadsliefde wel een gat geslagen.
Er -wil tenslotte in de stad niets groeien en
dat is op den duur een treurig gevoel. Zelfs
geraniums in bloembakken geven 't na enkele
maanden op en de eenige boomen die er tieren
zijn platanen, omdat hun schors geregeld af
pelt en ze het Londensch vuil dus kunnen af
schudden.
Zoo zijn we aan het zoeken gegaan naar
land. Ergens. Het moest land zijn met wat
water voor mij omdat ik van water houd.
voor Alfred omdat het kweeken en visschen
van forellen hem plezier geeft. Stroompje?
hebben echter de gewoonte meestal de grens
van 'n stuk land aan te geven en om visch-
vijvers te kunnen maken heb je land aan
beide kanten noodig. Bovendien hebben
forellen een zeer aristocratischen smaak: zij
wenschen alleen in schoon, stroomend water
van vrij lage temperatuur te leven. Land was
er genoeg, zelfs met water maar het water
was steeds óf te vuil, óf onvoldoende, óf het
droogde 's zomers geheel op, óf zooals bij
één van de bezichtigde stroompjes het geval
was het ontsprong op Mi'. Churchill's
landgoed en die hield al het water 's zomers
vast als zijn vijvers ernstig laag begonnen te
staan.
Tenslotte vonden we dit: een forschen
ronden heuvel, royaal rollend onder een
wijden hemel, zooals land in Oxfordshire
doet. Het was een ruig stuk land. deels over
gegeven aan felgele gaspeldoorn, dat er in
groote struiken groeide. In een valleitje was
het gras verrassend groen er. veerend als een
tapijt. Elders stonden distels en een geel, on
plezierig hardnekkig onkruid.
Een landweggetje vol kuilen en gaten was
de eenige toegang. Maar beneden, dichtbij een
groep sparren, ontsprong een stroompje, dat
winter en zomer onveranderd vloeit, dat uit
diepere aardlagen naar boven komt en dus
ook 's zomers koel is en welks glashelder
water de hoogste deugden bleek te bezitten.
Den eersten zomer woonden wij daar in
een kleine hut dicht aan het water, dat
bij de grijs steenen overblijfselen van een.
oude schapenboerderij een vrooiljk waterval
letje vormt. Wij leerden er de gewoonten van
konijnen en vossen kennen en door het zin
gen van de nachtegaal, avond aan avond
onder het kleine raam, heen te slapen. Wel
waren er plannen voor een huis, hooger op,
aan den rand van de gaspeldoorn, een klein
houten huis met een reusachtig groote kamer
en veel raamvlakte. Maar dat moest wachten.
Want terwille van de toekomstige vischvijvers
hadden wij ook hier weer meer land moeten
koopen dan oorspronkelijk de bedoeling was.
Inmiddels werd de strijd aangebonden
tegen braambosschen, die meters hoog en
reusachtig aan weerszijden van het water,
struiken en boomen verdrukten en een on
doordringbare wildernis vormden. Vele Zater
dagen en Zondagen werden besteed aan het
vellen van distels, het uittrekken van St.
Janskruid en het overharken van duizenden
molshoopen. Dit alles tot groote verbazing en
dito vermaak van de zigeuners, die aan het
weggetje wonen en het vredige leven ge
nieten: een pijp rooken bij het vifur, tegen
etenstijd den hond uitzenden voor een paar
konijnen en die cp dienen met een koolraap
of een knol, ergens versch van het land ge
haald.
Wij stelden vast welk gedeelte wij als een
soort natuurlijken tuin wild zouden laten;
waar wij boomen wilden planten; waar wij
gras wilden verbeteren en behouden en
welk gedeelte het meest beschut en vlak
was om er groente te kweeken. Hoewel het
al wat laat in het seizoen was, begonnen wij
al vast met het pooten van enkele rijen
aardappelen en staken voor het eerst een
spade in grond, die in lang niet was gekeerd.
In grond die diepbruin was, die los uiteen
viel en veelbelovend geurde
Vr. S.
B dc, ^-''-•rife,«OWGndUSUie
WAARBORG-KIEEDINÖ*
(Adv Ingez. Med.)
Twee miliciens doodelijk
getroffen.
Door een schot uit hun eigen dienstrevolver.
Maandagmiddag is in Susteren (L.) de negen
tienjarige milicien Kerkhof uit Oss, die tot de
grensbewakingstroepen behoort, door een kogel
doodelijk getroffen.
Hij had kort tevoren met eenige andere mili
tairen op wacht gestaan en begaf zich alleen
naar een groep kameraden, die in de nabijheid
aan het werk waren. Op een gegeven oogenblik
hoorden de wachtdoende soldaten een schot. Bij
onderzoek vonden zij K. dood op den weg lig-
crp„ Tjü war door opn kogel in het hoofd ge
troffen. De toedracht van het ongeluk is uiter
aard niet bekend, doch men denkt, dat zijn re
volver per ongeluk is afgegaan.
Een ander ^ongeluk is gebéurd nabij Witten-
brink tusschen Zelhem en Hengelo. Daar is een
op wacht slaand soldaat gedood door een scho'
uit zijn dienstrevolver.
Meisje overreden en op slag
gedood.
Maandagmiddag om half vijf is het vier
jarig dochtertje van de familie W, te Gro
ningen nabij de ouderlijke woning bij het
oversteken van den weg door een vrachtauto
overreden en op slag gedood.
Gevaarlijk spel heeft nood-
lottigen afloop.
Maandagavond te kwart voor acht is op
den Rotterdamschen Dijk te Rotterdam, dicht
bij het Marconiplein, de zevenjarige T. Kem
per. die op de treeplank van een motorwager
van Lijn 4 was geklommen, om mede te rijden
van de tram geslagen.
De knaap liep een hoofdwonde en een
schedelfractuur op. Bewusteloos en in zorg-
wekkenden toestand is hij naar het zieken
huis aan den Coolsingel overgebracht.
Let op Uw ramen Aan de
gordijnen kent men de be
woners. U verlangt dus een
smaakvolle gordijnstof, maar
vooral onberispelijk aange-
oracüt. Vraagt onze collectie.
Wij etaleeren thans de
oekende wasch- en lichtechte
PLOEGSTOFFEN
in prijzen vanaf 0.90 p. M.
XceSé ifix*. UuJ IrJ&hi&uK
d£s GjCMJS&U/L
B ARTELJ ORISSTRAAT 13-17
TELEFOON No. J391S (3 LIJNEN)
HAARLEM
OPGERICHT 1853
(Adv. ingez. Med.)
Prins Willem van Oranje te Delft
herdacht.
Te Delft heeft Maandagavond de herdenking
van den geboortedag van Prins Willem van
Oranje plaats gehad, welke was georganiseerd
door een comité, dat door het hoofdbestuur van
het algemeen Nederlansch verbond was gevormd
uit vertegenwoordigers van een aantal ver-
eenigingen.
De herdenking ving aan met een bijeenkomst
in de vroegere kapel van het Prinsenhof, tegen
woordig Waalsche kerk.
Na inleidend orgelspel sprak de voorzitter van
het herdenkingscomité, de heer P. J. de Kanter
een openingswoord, waarna prof. dr. Jan de
Vries uit Leiden een herdenkingsrede uitsprak.
Na deze rede zongen de aanwezigen het eer
ste couplet van het Wilhelmus.
Voorafgegaan door de muziek van de Haag-
sche afdeeling van het N.J.V., begaf men zich
vervolgens naar de Nieuwe Kerk op de Markt.
Nadat gezamenlijk was gezongen het „Wilt
heden nu treden voor God den Heere" sprak de
hoer K. E. Oudendijk de plechtige belofte uit,
die in den gedenksteen in den gevel is gebeiteld.
Nadat door den heer De Kanter een krans was
neergelegd, getooid met een oranjelint met de
woorden „Aan Wilhelmus van Nassouwe van
den Nederlandschen stam" werden het eerste en
zesde couplet van het Wilhelmus gezongen.
Hiermee was deze plechtigheid, die door vele
personen, waaronder de burgemeester en de ge
meente-secretaris van Delft, werd bijgewoond,
ten einde.
Pensionhoudster mist 2000.-
Een dame, die te Amsterdam een pension
houdt, heeft bij de politie aangifte gedaan, dat
zij tweeduizend gulden mist. Zij had het geld in
een tasch geborgen en toen zij er naar omzag,
was het verdwenen.
Zij sprak een vermoeden ten nadeele van een
tweetal bij haar inwonende heeren uit, doch bij
huiszoeking en fouilleering heeft de politie niets
gevonden.