Nederland is paraat OOSTEN Instantine aan zijn grenzen. Ailpt! In Engeland. DlNsPAG 25 APR IE 1939 I De in den nacht van 9 op 10 April door de regeering ter versterking van de grensgarnizoenen opgeroepen soldaten hebben sindsdien zeer veel arbeid verricht. Overal langs onze grenzen zijn versterkingen gereed gekomen, die weldra een permanent karakter zullen krijgen. Onder leiding van den kapitein van den Qeneralen Staf van het Nederlandsche leger JD- s- Paters is een dvoot aantal nederlandsche persvertegeniooordigers dezer dagen in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de ivijze, waarop Nederland zijn grenzen, al zijn gr en- zen, versterkt, niet alleen om zijn neu traliteit W tiet uitbreken van een con flict onverzwakt te handhaven, maar ook om bij een eventueelen inval in ons land de mobilisatie van het leger veilig te stéllen. Een onzer verslaggevers zal in enkele artikelen zijn indrukken over de ver sterking van onze grenzen weergeven, zich daarbij onthoudende van het noe men van plaatsnamen of het aanduiden van bepaalde streken. Een eerste conclusie? Hier is dieN e- derland is paraat! Eventueéle in vallers zullen reeds aan onze grenzen op zwaren, zeer zworen tegenstand kun nen rékenen! (Van onzen specialen verslaggever). Ergens in het Nederlandsche grensgebied, dat door een stralende lentezon warm beschenen wordt. Het zonovergoten land strekt zich uit, zoover het oog reikt. Er heerscht rust hier, wel dadige rust. Op de wegen vertoont zich af en toe een auto, die stofwolken opjaagt, of een een zame wielrijder. Dat is alles. De rust is echter slechts schijnbaar: er wordt hard gewerkt aan de versterking van onze gren zen door de soldaten, die de Nederlandsche re geering in den nacht van 9 op 10 April heeft op geroepen teneinde bij het uitbreken van een eventueel conflict op alles voorbereid te zijn. Nederland wil in een oorlog neutraal blijven, wenscht zijn neutraliteit naar alle zijden onver zwakt te handhaven, heeft derhalve besloten de grenzen zoowel in het Oosten, het Noorden, het Zuiden als in het Westen (de kust) te verster ken, opdat eventueele aanvallers lang genoeg opgehouden kunnen worden om de mobilisatie van het Nederlandsche leger veilig te stellen. Dat is het waar het per slot van rekening op aan komt, omdat een verzekering van de mo bilisatie wil zeggen, dat invallers een flinke legermacht tegenover zich krijgen, waarmede men maar niet een twee drie klaar is. Er is wel eens gezegd, dat bij een inval in Nederland de aanvallers in 24 uur dwars door ons land heengetrokken zouden zijn. Misschien gebruiken sommigen dit argument nog wel om te kunnen aanvoeren, dat Nederland zijn gren zen heusch niet behoeft te verdedigen. De Nederlandsche persvertegenwoordigers, die drie dagen lang van het eene punt aan onze grenzen naar het andere zijn getrokken, hebben daarover aan het slot van den derden dag al licht een heel andere meening. Zij hebben er zich met eigen oogen van kunnen overtuigen, dat de thans in het grensgebied gelegerde troe pen op defensief gebied hard, zeer hard ge werkt hebben. Overal zijn de wegen, die naai de grenzen voeren, versperd, overal steken de zoogenaamde „asperges", ijzeren of betonnen palen, die schuin in het wegdek gezet worden, dreigend omhoog. Overal is er in die versper ringen een nauwe opening gespaard, teneinde het verkeer doorgang te kunnen laten vinden. Maar geen vreemdeling passeert zulle een ver sperring zonder zich gelegitimeerd te hebben, terwijl Nederlandsche automobilisten de vraag te beantwoorden krijgen of zij inderdaad Ne derlander zijn. En bij twijfel wordt dit onmid dellijk aan de hand van de papieren gecontro leerd. Kapitein Paters, onze eminente gids, heeft de Nederlandsche persmenschen in snel tempo langs de grenzen geleid. Hij heeft hun, voor zoover dit niet in strijd was met Defensiebelangen, dui delijk gemaakt dat ons land reeds in veel ge vallen een natuurlijke, defensieve kracht heeft, omdat de bodemgesteldheid vaak niet toelaat anders dan langs gebaande wegen op te trek ken. De Generale Staf heeft daarvan natuurlijk een uiterst dankbaar gebruik gemaakt, heeft slechts op die punten, waar een opmarsch mo gelijk zou zijn, de natuur gecorrigeerd en ver der de wegen hermetisch afgesloten, daarbij al les, dat nuttig kan zijn, inschakelend. Wij heb ben een wegversperring gezien, ingeleid door de „asperges". Enkele honderden meters daarvoor :s de mogelijkheid geschapen om een verhak- tóng aan te brengen. Wat een verhakking is? Niets anders dan een versperring van den weg door boomen, die men met „zeep" ten val brengt en wel zoodanig, dat de kruinen van twee, te genover elkaar staande boomen in elkaar grij pen. Men begrijpt, dat een rij boomen, links en rechts van den weg geplaatst en op die manier ten val gebracht, een versperring in militaire termen verhakking geheeten vormt, welke niet licht te nemen valt. Wanneer daaraan toe gevoegd wordt, dat het naderen van een derge lijke verhakking belemmerd wordt door het vuur uit verdekt opgestelde stukken geschut en zware of lichte mitrailleurs dan is het duidelijk genoeg, dat bij een eventueelen inval in ons land een vlotte opmarsch welhaast onmogelijk is. Zoo is het niet op één weg, zoo is het op alle jvegen, die van het buitenland naar ons land j®.e,n,en 200 ïs het ook op de bruggen. Overal heeft de Generale Staf gezorgd voor afzettingen, •he bijna niet te benaderen zijn. Overal is daar enboven gezorgd voor luchtafweergeschut om aanvallen van vliegtuigen op dergelijke hindei'- r.issen te kunnen afweren. In de afgeloopen weken is het zoowel voor de onicieren als manschappen van de grenstroepen een tyd geweest, waarin met man en macht aan beveiliging der grenzen is gewerkt. En laat ons meteen daaraan toevoegen dat het resultaat, Va" militair standpunt bezien, verbluffend is. Och, het lijkt, nu alles eenmaal gereed is, zoo envoudig. Maar menig garnizoenscommandant i op 10 April wel eens met de handen in het 'jjeze'en hebben, omdat behalve voor het middellijk aanleggen der versterkingen ook mrua »Cen on(^er'cornen der manschappen gezorgd nia!i gorden. Er is dan ook op meer dan één is ui de grensgebieden de eerste nachten maar zeer weinig van slapen gekomen. Het was eenvoudig onmogelijk om te slapen, en dus werd de nachtrust opgeofferd. De soldaten hebben zich zonder gemopper hierin geschikt. Zij hebben aanvankelijk door gewerkt omdat zij ook voelden, dat het niet anders kon. Wil men sprekender bewijs voor den goeden geest onder te troepen? En dan te beden ken, dat het hier soldaten betrof, die vaak in een klein gehuchtje zaten, haast afgesneden van de wereld, soldaten die niets wisten van het laat ste nieuws, en die alleen door de radio met de ontwikkeling van den toestand op de hoogte ble ven. Tenminste, als er een radio was Zoo ging het niet op één maar op tientallen plaatsen. En desondanks werkte men, naar het uiterlyk, rustig door. De soldaten gaven den in woners het goede voorbeeld dat spoedig nage volgd werd. Trouwens over de gevoelens van de grensbewoners behoeft de legerleiding zich niet te beklagen. Slechts bij hooge uitzondering zijn er moeilijkheden geweest over een inkwartie ring of over den aanleg van versterkingen in een bouw- of weiland, op een dijk of ergens an ders. In 9 van de 10 gevallen konden de garni zoenscommandanten zelf een oplossing vinden, die beide partijen bevredigde. Zoo was er ergens in het grensgebied een dijk, waarop een reeks van mitrailleursnesten en schuttersposten aangelegd moest worden. Er mocht echter niet op den dijk gegraven wor- Wel, natuurlijk zijn de nesten en de den. posten er gekomen. Goed gecamoufleerd door groene graszoden vormen zij op den langen dijk een rij van heuveltjes, welke voor een waarne mer op den grond of in de lucht welhaast niet le zien is. Natuurlijk is men daarin niet geslaagd, zonder in den dijk te graven. Maar den solda ten was opgedragen er voor te zorgen, dat het graven geen overdreven afmetingen aannam. Op dezelfde plaats moest de garnizoenscommandant een versterking mitrailleursnest maken op het kerkhof. Zonder meer heeft hij toen besloten, om bij het aanleggen van deze versterking zoo min mogelijk van het kerkhof gebruik te maken. Zelfs schoof hij den post zoo ver naar voren als hem mogelijk was, hetgeen in dit geval kon, omdat er op het kerkhof nog een vrij breede strook grond was waarin nog geen overledenen ter aarde besteld waren. Het is ongetwijfeld van het hoogste belang, dat de garnizoenscommandanten, op wie in deze tijden een zware verantwoordelijkheid rust, met de gevoelens van de burgerebevolking zooveel mogelijk rekening houden. Daardoor ook kun nen zij in de grensgebieden staat maken op de grootst mogelijke tegemoetkomendheid, hetgeen èn door de burgers èn door de manschappen stellig op hoogen prijs gesteld wordt. Nederland is paraat aan a 1 zijn grenzen! Het is deze conclusie, waarmede wij dit artikel, ge wijd aan den stuggen arbeid van onze grens troepen aan semi-permanente of permanente versterkingen, willen besluiten! (Nadruk verboden.) Woekeraar veroordeeld. De Amsterdamsche politierechter veroordeelde Maandagmiddag een Amsterdamsche kolenhan delaar wegens woeker tot één maand gevange nisstraf. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de man gedurende eenigen tijd aan verschillende men- schen, onder wie een 70-jarige schilder en een 73-jarige weduwe, geldbedragen van tien en vijftien gulden had geleend tegen een rente van tien cent per week per gulden. Verdachte beweerde, dat deze rente hem was aangeboden en dat hij haar niet had gevraagd. Hij zou uit medelijden hebben gehandeld. De Officier van Justitie had drie maanden ge vangenisstraf geëischt. maaltijd manschappen der grensbewaking Hel moderne pijnstillende middel 't is van »1ïayCi« (Adv. Ingez. Med.) Het zoutgehalte tier boezem- en polderwaleren van Noord-Holland. De minister van Waterstaat heeft ingesteld een commissie, aan welke is opgedragen een onderzoek in te stellen inzake het zoutgehalte der boezem- en polderwateren van Noord- Holland. In deze commissie hebben o.m. zitting: lid en voorzitter: Jhr. C. J. A. Reigersman, oud hoofd ingenieur-directeur van den provincialen water staat van Noord-Holland te Amsterdam; leden: Ir. J. G. Bijl, ingenieur van den Haarlemmer meerpolder te Hoofddorp, ir. P. A. den Engelse, directeur van de Christelijke Landbouwwinter- school te Haarlemmermeer, C. Wolterbeek, hoofdingenieur van den rijkswaterstaat te Haar lem, dr. ir. C. A. H^ von Wolzogen Kühr hoofd der scheikundige-bacteriologische afdeeling van het provinciaal waterleidingbedrijf van Noord- Holland te Bloemendaal. Secretaris: Ir. A. G. Wiersma, ingenieur bij den provincialen waterstaat van Noord-Holland te Haarlem, TWEEMAAL „GOEIE MORGEN". „Goeie morgen!" zei een trein reiziger op het Centraal-station te Utrecht toen hij in den trein naar Amsterdam stapte en zijn medepassagiers aldus hoffelijk begroette zon der echter te vermoeden, dat hem inderdaad een goede morgen beschoren zou zijn, want nauwelijks uitgesproken en aanstalten makend ocm zich rustig in een hoekje van een tredn- couipé neer te vlijen, trok het zijn aandacht, dat er op de plaats, waar hij wilde gaan zitten, een portemonnaie lag. De reiziger ont fermde zich over de vondst en maakte in de gauwigheid studie van den inhoud. En weer zei de reiziger: Goeie morgen! maar nu klonk het niet als een hoffelijken wensch, doch was de uitroep meer bedoeld als een- onder woorden gebrachte verbazing. De portemon naie hield namelijk een bedrag in van 1400 aan bankbiljetten en hoewel eerlijkheid in de maatschappij eigenlijk geen bijzonderheid mag heeten, maar symptoom van gangbaar moreel begrip, kan het toch zijn nut hebben hierbij te vermelden, dat de reiziger de porte monnaie met 1400 zich niet heeft toege- eigend, doch deze in handen van de Utrecht- sche politie heeft gesteld. Dank zij een ont vangbewijs der posterijen, dat in de porte monnaie zat, is de Utrechtsche politie er spoedig in geslaagd de rechtmatige eigena resse op te sporen. Het ontvangbewijs stond namelijk op naam van een dame in Dieren, die door de politie onmiddellijk in kennis werd gesteld van de vondst. De dame had er gaarne een reisje naar Utrecht voor over, om het kapitaaltje op te halen. Dat zij dank baar was, behoeft zeker wel geen betoog. (Tel.) BOUW VAN EEN SCHUILKELDER TE GRONINGEN. De directeur van het Provinciaal Electri- citeitsbedriif te Groningen hreft Maande middag aanbesteed het bouten schuilkelder, garage en bergruimte op het terrein van het Provinciaal Electriciteitsbe- drijf. Het laagst werd ingeschreven door de Gebr. J. H. en S. Benes te Musselkanaal voor 63.875 gulden. Er komt een volkshoogeschool voor Noord-Holland. Zooals bekend is, bestaan in ons land twee volkshoogescholen, n.l. te Bakkeveen en te Markelo. Deze volkshoogescholen willen aan het volk een dieper inzicht geven in alle pro blemen, waarmede een volk worstelt, gezamen lijk trachten een oplossing te vinden, of al thans waardeering of begrip voor een ander standpunt bij te brengen, om zoo tot een hoo- ger eenheid van tegenstellingen te komen, waarin alle deelen van het volk harmonisch samenwerken. In de eigenlijke volkshooge- schoolcursussen komen jonge menschen van allerlei schakeeringen, zoowel politiek als re ligieus, en uit allerlei klassen en groepeerin gen van de maatschappij samen: studenten en onderwijzers, pattelands- en fabrieksarbeiders, boeren en middenstanders. In Gelderland is de stichting van een volks hoogeschool in voorbereiding, terwijl ook voor Noord-Holland een commissie is gevormd. Een eerste week-einde is georganiseerd op 6 en 7 Mei in de jeugdherberg Assumburg te Heems kerk, waarvoor tal van uitnoodigingen zijn verzonden. In de commissie van bijstand en advies heb ben o.m. zitting genomen de heeren: dr. J. Winsemius, Heemstede; dr. ir. J. T. P. Bij houwer, IJmuiden en rar. P. Tideman, Haarlem. Tusschen Stad en Land. OXFORDSHIRE. April. Van Maandag tot Vrijdag loopen wij in Londen in het gareel: rennen om een juist vertrekkende bus nog te halen, brommen, omdat het verkeer zoo langzaam opschiet; vertwijfelen soms over een flat in een oud huis in de binnenstad, die niet schoon te houden is en een kantoor met donkergroen geverfde muren en omwoelde verwarmings buizen, waar zwartkleverige stofdraden aan hangen. Van Vrijdagavond tot Maandagmorgen leven wij op een heuvel in Oxfordshire, mid den in den wind en omstoven door altijd wis selende wolken. Wij keeren er de lichte bruin- roode aarde, zaaien erwten en boonen, plan ten sla en snoeien vruchtboomen. Langza merhand zijn wij die Zaterdag en Zondag als het belangrijkste gaan beschouwen en die vijf dagen in de stad als een nu eenmaal noodzakelijke, financieel-noodzakelijke, tijd verspelling. Die ontdekking heeft ons nogal overrompeld en een prettig uitrusten in sereene natuur is daardoor in een hardnek kige tuindersambitie veranderd. Het begon met een soort landhonger: een verlangen om ergens op een stuk groen gras te staan, op grond, waarin groeikracht leeft. Dus niet alleen tijdens week-ends op een ga zon bij vrienden buiten thee drinken en zeg gen, dat de bloembedden verrukkelijk zijn: niet alleen langs landweggetjes wandelen en genieten van een vergezicht over een lande lijk hekje van een jong glanzend paard in de wei. Het zat 'm dieper en was simpeler ook. Het had iets met de aarde zelf te maken en met de drijfkracht die in haar rulheid leeft. Die met eigen handen voelen, er een boom in planten die tastende wortels steeds verder zendt, er een spruitende aardappel aan toevertrouwen, die stevig donkergroen loof opzendt, dat afsterft naarmate een heele bos jonge aardappelen beneden den grond ligt te te rijpen! Met dat eindelooze proces zoo vertrouwd te raken dat ge weet, dat het aan uw goede verstandhouding met de pro- duceerende aarde te danken is, dat de an dijvie ook werkelijk een vol geel hart heeft, dat de zwarte bessen ook werkelijk uitzwellen tot groote. - sappige, ganzende zwarte knik kers Voor mij was dit alles eerlijk gezegd een onverwachte verrassing. Ik heb steden altijd de hand boven het hoofd gehouden, hun levendigheid bemind en de plezieren van theaters, concerten en een gesprek over een café-tafeltje hooggeschat. Maar een aantal jaren in Londen, waar die plezieren niet dan met veel moeite van afspreken en plaatsbe spreken en arrangeeren zijn te veroveren, in een stad die het omringende land steeds meer en moorddadiger heeft bekropen tot we er door tallooze straten en huizen langzamer hand hermetisch van afgesloten zijndat heeft in die stadsliefde wel een gat geslagen. Er -wil tenslotte in de stad niets groeien en dat is op den duur een treurig gevoel. Zelfs geraniums in bloembakken geven 't na enkele maanden op en de eenige boomen die er tieren zijn platanen, omdat hun schors geregeld af pelt en ze het Londensch vuil dus kunnen af schudden. Zoo zijn we aan het zoeken gegaan naar land. Ergens. Het moest land zijn met wat water voor mij omdat ik van water houd. voor Alfred omdat het kweeken en visschen van forellen hem plezier geeft. Stroompje? hebben echter de gewoonte meestal de grens van 'n stuk land aan te geven en om visch- vijvers te kunnen maken heb je land aan beide kanten noodig. Bovendien hebben forellen een zeer aristocratischen smaak: zij wenschen alleen in schoon, stroomend water van vrij lage temperatuur te leven. Land was er genoeg, zelfs met water maar het water was steeds óf te vuil, óf onvoldoende, óf het droogde 's zomers geheel op, óf zooals bij één van de bezichtigde stroompjes het geval was het ontsprong op Mi'. Churchill's landgoed en die hield al het water 's zomers vast als zijn vijvers ernstig laag begonnen te staan. Tenslotte vonden we dit: een forschen ronden heuvel, royaal rollend onder een wijden hemel, zooals land in Oxfordshire doet. Het was een ruig stuk land. deels over gegeven aan felgele gaspeldoorn, dat er in groote struiken groeide. In een valleitje was het gras verrassend groen er. veerend als een tapijt. Elders stonden distels en een geel, on plezierig hardnekkig onkruid. Een landweggetje vol kuilen en gaten was de eenige toegang. Maar beneden, dichtbij een groep sparren, ontsprong een stroompje, dat winter en zomer onveranderd vloeit, dat uit diepere aardlagen naar boven komt en dus ook 's zomers koel is en welks glashelder water de hoogste deugden bleek te bezitten. Den eersten zomer woonden wij daar in een kleine hut dicht aan het water, dat bij de grijs steenen overblijfselen van een. oude schapenboerderij een vrooiljk waterval letje vormt. Wij leerden er de gewoonten van konijnen en vossen kennen en door het zin gen van de nachtegaal, avond aan avond onder het kleine raam, heen te slapen. Wel waren er plannen voor een huis, hooger op, aan den rand van de gaspeldoorn, een klein houten huis met een reusachtig groote kamer en veel raamvlakte. Maar dat moest wachten. Want terwille van de toekomstige vischvijvers hadden wij ook hier weer meer land moeten koopen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Inmiddels werd de strijd aangebonden tegen braambosschen, die meters hoog en reusachtig aan weerszijden van het water, struiken en boomen verdrukten en een on doordringbare wildernis vormden. Vele Zater dagen en Zondagen werden besteed aan het vellen van distels, het uittrekken van St. Janskruid en het overharken van duizenden molshoopen. Dit alles tot groote verbazing en dito vermaak van de zigeuners, die aan het weggetje wonen en het vredige leven ge nieten: een pijp rooken bij het vifur, tegen etenstijd den hond uitzenden voor een paar konijnen en die cp dienen met een koolraap of een knol, ergens versch van het land ge haald. Wij stelden vast welk gedeelte wij als een soort natuurlijken tuin wild zouden laten; waar wij boomen wilden planten; waar wij gras wilden verbeteren en behouden en welk gedeelte het meest beschut en vlak was om er groente te kweeken. Hoewel het al wat laat in het seizoen was, begonnen wij al vast met het pooten van enkele rijen aardappelen en staken voor het eerst een spade in grond, die in lang niet was gekeerd. In grond die diepbruin was, die los uiteen viel en veelbelovend geurde Vr. S. B dc, ^-''-•rife,«OWGndUSUie WAARBORG-KIEEDINÖ* (Adv Ingez. Med.) Twee miliciens doodelijk getroffen. Door een schot uit hun eigen dienstrevolver. Maandagmiddag is in Susteren (L.) de negen tienjarige milicien Kerkhof uit Oss, die tot de grensbewakingstroepen behoort, door een kogel doodelijk getroffen. Hij had kort tevoren met eenige andere mili tairen op wacht gestaan en begaf zich alleen naar een groep kameraden, die in de nabijheid aan het werk waren. Op een gegeven oogenblik hoorden de wachtdoende soldaten een schot. Bij onderzoek vonden zij K. dood op den weg lig- crp„ Tjü war door opn kogel in het hoofd ge troffen. De toedracht van het ongeluk is uiter aard niet bekend, doch men denkt, dat zijn re volver per ongeluk is afgegaan. Een ander ^ongeluk is gebéurd nabij Witten- brink tusschen Zelhem en Hengelo. Daar is een op wacht slaand soldaat gedood door een scho' uit zijn dienstrevolver. Meisje overreden en op slag gedood. Maandagmiddag om half vijf is het vier jarig dochtertje van de familie W, te Gro ningen nabij de ouderlijke woning bij het oversteken van den weg door een vrachtauto overreden en op slag gedood. Gevaarlijk spel heeft nood- lottigen afloop. Maandagavond te kwart voor acht is op den Rotterdamschen Dijk te Rotterdam, dicht bij het Marconiplein, de zevenjarige T. Kem per. die op de treeplank van een motorwager van Lijn 4 was geklommen, om mede te rijden van de tram geslagen. De knaap liep een hoofdwonde en een schedelfractuur op. Bewusteloos en in zorg- wekkenden toestand is hij naar het zieken huis aan den Coolsingel overgebracht. Let op Uw ramen Aan de gordijnen kent men de be woners. U verlangt dus een smaakvolle gordijnstof, maar vooral onberispelijk aange- oracüt. Vraagt onze collectie. Wij etaleeren thans de oekende wasch- en lichtechte PLOEGSTOFFEN in prijzen vanaf 0.90 p. M. XceSé ifix*. UuJ IrJ&hi&uK d£s GjCMJS&U/L B ARTELJ ORISSTRAAT 13-17 TELEFOON No. J391S (3 LIJNEN) HAARLEM OPGERICHT 1853 (Adv. ingez. Med.) Prins Willem van Oranje te Delft herdacht. Te Delft heeft Maandagavond de herdenking van den geboortedag van Prins Willem van Oranje plaats gehad, welke was georganiseerd door een comité, dat door het hoofdbestuur van het algemeen Nederlansch verbond was gevormd uit vertegenwoordigers van een aantal ver- eenigingen. De herdenking ving aan met een bijeenkomst in de vroegere kapel van het Prinsenhof, tegen woordig Waalsche kerk. Na inleidend orgelspel sprak de voorzitter van het herdenkingscomité, de heer P. J. de Kanter een openingswoord, waarna prof. dr. Jan de Vries uit Leiden een herdenkingsrede uitsprak. Na deze rede zongen de aanwezigen het eer ste couplet van het Wilhelmus. Voorafgegaan door de muziek van de Haag- sche afdeeling van het N.J.V., begaf men zich vervolgens naar de Nieuwe Kerk op de Markt. Nadat gezamenlijk was gezongen het „Wilt heden nu treden voor God den Heere" sprak de hoer K. E. Oudendijk de plechtige belofte uit, die in den gedenksteen in den gevel is gebeiteld. Nadat door den heer De Kanter een krans was neergelegd, getooid met een oranjelint met de woorden „Aan Wilhelmus van Nassouwe van den Nederlandschen stam" werden het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus gezongen. Hiermee was deze plechtigheid, die door vele personen, waaronder de burgemeester en de ge meente-secretaris van Delft, werd bijgewoond, ten einde. Pensionhoudster mist 2000.- Een dame, die te Amsterdam een pension houdt, heeft bij de politie aangifte gedaan, dat zij tweeduizend gulden mist. Zij had het geld in een tasch geborgen en toen zij er naar omzag, was het verdwenen. Zij sprak een vermoeden ten nadeele van een tweetal bij haar inwonende heeren uit, doch bij huiszoeking en fouilleering heeft de politie niets gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3