VROUWEN AAN DEN OPBOUW
MENU VAN DE WEEK
SSLc SauSTdaS!
Recept'
en
DE PRACTISCHE MODE-1939
sFamke" blijft op de bres voor goede huwelijken en gelukkige gezinnen.
.en 't jonge geslacht begint te begrijpen
OEN ik, in een paar stille uren, me
heb verdiept in de verschillende op
bouwende stroomingen, die zoo in de
laatste jaren onze vrouwenwereld in
beroering hebben gebracht, rees het beeld
van „Famke", de kranige pionierster van het
meuw-feminisme, onweerstaanbaar duide-
m voor me op.
Kent u Famke? 'k Herinner me nog als den
yan m'n eerste kennismaking
met haar in het oude, gezellige huis op het
tn ifZaandam. Dat is nu precies
Jn u 'aaF geleden. De buitenwereld vond
\*ca iF ^e®n> die „dwars tegen de draad
uigingen en later haar uitdrukkingsvorm
vonaen in de in 1933 Koninklijk goedgekeur
de vereeniging van nieuw-feministen, niets
Einder dan „doodsgevaarlijk".
Een wonderlijke verschijning, die Famke!
wü3? da^ er over haar werd; nee maar!
i w ?ette de klok ^rug", „Famke huldig-
ko landpunt „trouw-maar-raak", „Fam-
rnmHie» vr°uw terug naar de potten en
Pannen', enz. enz. enz.
nog goed, van twaalf jaar geleden.
onmiitoÜivM ondei" al die scherpe, meest nee!
Fn tl J zelfs lasterlijke aanvallen, leed
dat d zagen 't merkwaardige verschijnsel
epii.tvüVrouw en moeder, die zelf zoo innig
jpt. jvas en daarom in haar eenvoud
spyJ™ tat geluk had willen geven aan haar
ephppw' die het blijkbaar niet zagen.
IntiiïHo ^an en drijvend op haar fijne
beeou pen aar Warme hart, een beweging
vonr -in zéér iogrijpende beweging, waar-
schriivp» aarzel Seen oogenblik, dit neer te
eint te borden vrouwenwerelcl Pas nu rijp be-
vielen spaanders, oftewel:, 't ging er
Mevrouw A. C. VeenBrons (Famke).
Spaansch van langs. Want Famke, een gewo
ne huismoeder en geen academisch gevormde
doctor of juriste, doorkneed in de knepen
van het openbaar debat, maakte fouten en
de anderen sloegen haar hiermee ongenadig
om de ooren
Dit was oorzaak dat met medewerking van
alle leden de Vereeniging van Nieuw-Femi-
nisten, deze vereeniging werd omgezet in een
officieele stichting: „Het Nieuw-Feministisch
Secretariaat" met eigen rechtspersoonlijkheid
om Famke meer tijd te laten voor haar pro
pagandistisch werk.
Maar dat was de buitenkant van het Nieuw-
feminisme. De bimienkant het spontane,
wanne verzet van een vrouwenhart tegen de
eenzijdigheid van 't toenmalige feminisme
bleef standhouden enis gebleken een op
bouwende kracht te zijn, die in zijn stille
doorwerking ons streven heeft gecorrigeerd,
gelouterd.
„Bezinning op wat we zijn" om daardoor
te komen tot beter begrip van onze taak in de
toekomst", ziedaar alom de gloednieuwe fe
ministische leuze van onze dagen, die tot
uiting komt in tal van mondelinge en schrif
telijke uitingen.
„Terug of vooruit, zooals men 't noemen
wil tot een volledig, bewust vrouw-zijn",
ziedaar een andere nieuwe leuze. Conferenties
worden georganiseerd over de psychologie
van de vrouw, wetenschappelijke boeken op
dit gebied worden verslonden.
En Famke, die al dertien jaar geleden vele
van deze dingen heeft aangevoeld en de
vinger heeft gelegd op meer dan één wonde
plek van ons feminisme en dus van onze
samenleving, Famke zit daar in Zaandam en
werkt door, zonder haast, maar ookzon
der rust. En misschien weet ze niet eens hoe
zeer de wisselende tijden bezig zijn, haar ge
lijk te geven.
Wel zal het nieuw-femihisme, gedragen
door de sympathie en den steun van nog véél
meer bewust geworden vrouwen in Neder
land, nog wel wat strijdjarert voor den boeg
hebben, eer we zoover zijn, dat oud-
nieuw-feministen één front kunnen vormen
om bouwend op de door verstand èn hart
verworven kermis van de vrouweziel haar
taak in een nieuwe wereld op te nemen.
En tochdaar moet het heen!
En dit is dan ook de reden, waarom ik u
vandaag wil meenemen naar Zaandam, waar
mevrouw A. C. Veen-Brons (Famke) me op
nieuw, in 't zelfde genoeglijke huis op het
Stationsplein, welkom heet. Dit huis met zijn
welverzorgd interieur met zijn planten en
bloemen en gezellige hoekjes, met zijn vele
portretten van een groot, gelukkig gezin, dit
is nu het „Zaansche binnenhuisje", waaraan
we in vroeger jaren zoo genoten, als Famke er
in haar „Brieven" voor „Morks magazijn"
van vertelde.
En als we gezeten zijn ter weerszijden van
het theeblad, dat in den loop van den middag
ettelijke kopjes, door Famke's gulle hand in
geschonken, zal prodüceeren, beginnen we
als vanzelf hierover te praten.
„Wilt u me eens vertellen, hoe uw beweging
begonnen is?"
„Met plezier. Jt Begon eigenlijk met mijn
maandelijksche briefjes in „Morks magazijn",
die later werden gebundeld onder de titels
„Zaansch binnenhuisje" en „Nieuw Zaansch
binnenhuisje". U kent ze?"
„Natuurlijk".
„Nu, dat waren briefjes zonder eenige t>re-
tentie. Ik vertelde daarin al de gebeurtenis
sen uit m'n gelukkig gezinsleven en door dit
werk ben ik me eigenlijk hoe langer hoe die
per bewust geworden van wat een goed hu
welijk en een gezond moederschap voor een
vrouw beteekent.
Maar juist in den tijd, dat m'n oudste meis
jes eindexamen deden, verscheen het derde
deel van van Ammers Küljer's „De opstandi-
gen". De verwording van het jonge geslacht,
die daarin werd geschetst, maakte me veront
rust en bedroefd; ik schreef er een „Ant
woord" op in een brochure en sprak eenigen
tijd later op een ouderavond van het Zaan-
aamsche lyceum. Natuurlijk kwamen hier
weer reacties op, speciaal van ultra-feminis
tische zijde.
„U gaf de feministen er ook flink van
langs!"
„Eerst niet; als u de drie eerste brochures
leest, zult u zien, hoe hoffelijk ik mijn tegen
standsters steeds beantwoordde, maar toen
men niet ophield mijn woorden te verdraaien,
moest ik wel van tactiek veranderen en eens
van me afbijten. Maar die strijd noodzaakte
tot steeds dieper studie van het vrouwen
vraagstuk, van de groote weldaden, maar ook
de groote tekorten van het feminisme. En ik
gevoelde mijn roeping, hier remmend en
waarschuwend op te treden. En uit die actie
en reactie is het nieuw-feminisme ontstaan".
„Kunt u in een paar woorden zeggen, wat
het nieuw-feminisme is en wil?"
„Zeker, u kunt dit trouwens in onze begin
selverklaring lezen: „Het nieuw-feminisme is
de reactie op het dogmatisch geworden femi
nisme, dat zich niet beperkt tot het nastre
ven van een volwaardige positie van de
vrouw, maar dat het natuurlijk verschil tus-
schen man en vrouw in élle maatschappelijke
functies wil opheffen, hetgeen nóch voor de
vrouw, nóch voor de menschheid geluk of
heil brengt. Voor het nieuw-feminisme ligt
het geluk en het heil der vrouw niet hoofd
zakelijk of meerendeels in het beroep of op
de arbeidsmarkt, maar in het gelouterde
huwelijk, waarin zij maatschappelijk, geeste
lijk en lichamelijk haar meest natuurlijke
nuttige en gezonde bestemming vindt, en
richt dus op deze levensbestemming haar eer-
stp aandacht.
(Slot vólgt).
Viets om aan te trekken
7 1en vail ons vrouwen hebben deze ver-
geslaakt: ik heb niets om aan te
Hdf* Hoeveel mannen zijn daar al niet on-
tr«kken. worden en je hebt een heele
tfn -n de kast hangen en hoeveel mop-
rij over dat onderwerp al niet gemaakt,
l°^e, datelgenlijk voor een dwaze verzuch-
•k heb niets om aan te trekken terwijl er
hngLJliik eenige japonnen in de kast hangen,
ülotseling voor een speciale gelegenheid
"maal uit de gratie schijnen te zijn, terwijl
^zuurverdiende salaris van z'n echtvriend
0rffsroririt voort uit een acuut gebrek aan
r «trouwen, dat ons plotseling overvalt voor
npriale gelegenheid, waar wij om de een of
eelre reden hoog tegenop kijken, of het nu
verheugenis, van verlegenheid of van zorg
vaLp recjen doet er niet zooveel toe, we hebben
Mpr een stimulans noodig, iets dat ons een
•1 oeeit in een bepaalde richting en zoo is
opeens niets meer goed genoeg om aan te
Wtedan in het gelukkige bezit is van een vol-
nde "espekte beurs trekt er op uit om een
ïuwe mantel of een leuk jurkje, of een vlot
!»(ddeksel te knopen. waar zij zich zoo is
n vrouw nu eenmaal als herboren m voelt.
eeM het contingent dat dit niet kan doen
t het geld haar daartoe ontbreekt, is nog
°pp1 grooter dan het hierboven genoemde, en
v die zoo'n duwtje tegen haar zelf-
toch hebben -
vertrouwen op zijn tijd ook wel eens noodig.
Toch zijn er dan nog honderd andere manie
ren om die verzuchting: ik heb niets om aan te
trekken, teniet te doen.
Waarom zouden wij ons haar niet eens een
extra beurt laten geven.
Een paar nieuwe kousen m de laatste mode
kleur kunnen ook al wonderen doen.
Een paar bijpassende handschoenen kunnen
onzen rug rechten, alsof daarop het zelfvertrou
wen krom en verslagen terneer lag.
Een nieuwe ceintuur op ons oude jurkje, of
een andere speld, een nieuw kraagje, al die din
gen kunnen onze neiging naar iets anders be
vredigen.
Een nieuw lint op onzen hoed, of andere ve-
tertjes in onze schoenen, ja zelfs een manicure,
terwijl wij vooruit weten, dat wij den heelen
dag met hoed, mantel en handschoenen zullen
blijven rondloopen, zullen opwekkend werken.
En v/ie geen enkel nieuw dingetje zal kunnen
of "willen koopen, voor haar is er ook wel dege
lijk een remedie: zorg dat het heele toilet, hoe
eenvoudig ook, onberispelijk in orde is. Borstel
het donkere goed, wasch het lichte goed of strijk
het tenminste op, zorg voor schoone kousen,
nette schoenen, behoorlijke handen, naai losse
knoopjes vast, repareer alles wat er voor in
aanmerking komt, maak dat je er onberispelijk
uitziet. Dat geeft evenzeer een gevoel van zelf
vertrouwen als het nieuwe waar wij het in het
begin over hadden. En het meest merkwaardige
is nog, dat iemand met oude, maar goed onder
houden en onberispelijke kleeren een beteren
indruk kan maken, dan een ander die noncha-
lant-weg in 't nieuw gestoken is mits men
maar met rustig zelfvertrouwen optreedt.
Het kan bij een bescheiden beurs voor komen,
dat men het eene jaar toevallig veel nieuws
noodig heeft, en daardoor het volgend jaar niets
of althars heel weinig behoeft bij te koopen.
Is zoo iemand nu ook per sé onmodern aan
gedaan en moet zij haar zelfvertrouwen maar op
non-actief zetten?
Allerminst; wanneer zij zorgt dat die kleeding
van het vorige seizoen er keurig uitziet, geen
bekkende mantelvoering, geen ontbrekende
jknoopjes, geen versleten" kraagjes, geen verre
gende voiletjes en al dergelijke dingen meer, en
als zij zich overigens goed verzorgt en met een
zekere mate van zelfvertrouwen optreedt, dan
zal niemand zelfs bemerken dat haar kleeding
niet heelemaal naar de laatste mode is.
En laten wij dit bedenken: als er geen geld is
om nieuw te koopen, dan maakt een norsche on
verschilligheid dat niet beter; maken wat er van
te maken is, kan in die gevallen groote voldoe
ning schenken.
Zondag: Gevulde eieren
Kerrysoep Pommes frites
Gehakt Caramel vla
Stoof sla
Citroenpudding Bloemkool
Brusselsch lof met Aardappelen
ham en kaassaus Hensl« met gemb0r
Aardappelen Vrijdag:
Griesmeelpudding Bloemkoolsoep
Gestoofde pruimen Gestoofde visch
Dinsdag: Wortelen (bus)
Biefstuk Aardappelen
Postelein Rabarbervla,
Aardappelen Zaterdag:
vanillerijst Rijst met eieren en
Woensdag: kerrysaus
Vermicellisoep Veldsla
Spinazie Wentelteefjes
Mouw.
teen. Neem een derde naald en brei de andere
8 st. van den teen, 15 lussen van den zijkant
en de overgebleven 17 st.. Alles samen heeft
nu 80 st. en hiermee breien we 12 pennen
heen en terug en minderen dan aan het eind
van beide pennen 1 st. gedurende 6 toeren.
Afkanten.
De voet wordt van onder dichtgenaaid.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Groentesoep
Spinazie met eieren
Gebakken aardappelen
Gort met rozijnen
2. Gekookte rijst
Champignonragoüt
Dunsel
Broodpannekoek
3. Eiercroquetjes
Bloemkool met
kaassaus
Aardappelen
Vanillevla met
rabarber
4. Gekookte eieren
met mayonnaise en
radijs
Stamppot van rauw»
spinazie
Vruchtengruel
Broodpannekoek.
Benoodigdheden (4 personen)200 gr. oud
brood zonder korst, 40 gr. suiker, 2 dL. melk, 2
a 3 eieren, schil van Vb citroen, 40 gr. boter,
abrikozenj am.
Bereiding: Het brood in de lauwe melk fijn-
wrijven. De geraspte citroenschil, de eidooiers
en de suiker er door roeren en het laatst het
stijfgeklopte eiwit er mee vermengen. De helft
van de boter lichtbruin laten worden in de
koekepan, de helft van het beslag er in doen
en de koek voorzichtig aan beide kanten bruin
bakken. Met behulp van een deksel keeren.
De koek op een verwarmd bord leggen en be
smeren met wat abrikozenjam. Van de rest
van het deeg een tweede koek bakken en deze
op de andere leggen. Het gebak met poeder
suiker bestrooien.
Broodschotel met sinaasappelen:
Benoodigdheden (6 personen)300 gr. oud
brood zondre korst, pl.m. Va L. melk, sap van
4 a 5 sinaasappelen, schil van 1 sinaasappel, 1
a 2 eieren, pl.m. 150 gr. suiker, 75 gr. boter.
Bereiding: Het brood volkomen fijnröèren
in de kokende melk. De boter in een kom tot
room roeren, dé eidooiers, de suiker en de ge
raspte schil er bij doen, het brood toevoegen,
het sinaasappelsap door de zeef er bij gieten
en het stijfgeklopte eiwit er luchtig doorroe
ren. Overdoen in een vuurvast schoteltje en
in een matig warmen oven lichtbruin laten
worden en laten rijzen.
Turfjes met bessensap.
.Benoodigdheden (6 personen): 6 sneetjes
oud brood pl.m. 2 c.M. dik, botez*, 3 d.L. bes
sensap, 2 d.L. water, pl.m. 75 gr. suiker, IVs
lepel sago, suiker en kaneel.
Bereiding: De bessensap met het water aan
de kook brengen, binden met de aangemengde
sago en op smaak met suiker afmaken.
De sneetjes brood in reepjes snijden en aan
alle kanten in boter bruin bakken. Ze in een
schaaltje leggen en bestrooien met suiker en
kaneel. Als de bessensap wat afgekoeld is er
overheen schenken. Dit gerecht niet te lang
van te voren klaar maken, daar de broodjes
dan slap worden.
Citroenbroodjes
Benoodigdheden 4 personen), 8 dunne
sneetjes brood, 2 citroenen, Vb L. water, 100
gr. suiker, boter.
Bereiding: De citroenen schoonborstelen, in
dunne schijfjes snijden en de pitten ver
wijderen. Ze opzetten met Vb L. water en
zachtjes tot moes laten koken (1 uur). De
vruchten fijn wrijven met een houten lepel of
zilveren vork, de suiker erdoor roeren en het
moes uitspreiden over de sneetjes brood, die
men in boter bruingebakken heeft.
Op deze manier kunnen allerlei vruchten-
broodjes gemaakt worden. In plaats van dit
citroenmengsel kan men appel, abrikozen,
pruimen of rabarbermoes nemen.
Een overall voor de baby
Deze aardige overall, om een baby van
9 tot 15 maanden heelemaal in te stoppen,
is gebreid van blauwe Bairns Wear Lambs
wool, 4 dr. en pennen no. 3Yz. We hebben 7
kluwens noodig.
Rugpand.
Dit wordt bij den hals begonnen. 78 st.
opzetten. Ie pen: 3a. 1 r., herh. tot het eind
van de pen. 2e pen: aver, breien. 3e pen::
recht, 4e pen: aver. Deze 4 pennen herhalen
tot we in het patroon 17 streepjes tellen,
waarna we aan den boord beginnen; we
breien hiervoor 12 pennen 2r. 2a. In de vol
gende pen meerderen we 5 st. zoadat er 43
st. op de pen staan, onder den boord. Nu gaan
we in patroon verder tot we 13 streepjes
onder den boord hebben, waarna we het werk
in tweeën verdeelen. De zijkant blijft gewoon
recht, maar aan den binnenkant minderen
we bij elke vierde pen, d.w.z. aan het eind
van de pen, waarin we het patroon breien
breien we de laatste twee steken te zamen.
Na 13 streepjes houden we dan nog' 30 st.
over, die we op een stekenhouder zetten. We
breien nu den anderen kant evenzoo,, maar
minderen aan het begin van iedere pen. Dez'
overblijvende 30 st. zetten we ook op eer
stekenhouder.
Voorpand.
24 st. opzetten voor den schouder. In
patroon breien als het rugpand. Zet aan het
begin van iedere pen 2 st. op voor den hals
tot er 38 st. opstaan. We zorgen nu bij het
patroon breien, dat midden voor bij de
sluiting telkens de laatste 5 st. recht worden
gebreid voor de sluiting. Een der beide kan
ten, dit hangt er natuurlijk van af of de
baby een jongen of een meisje is, krijgt
knoopsgaatjes van een st. om de 5 ribbels.
Als we van het begin af 10 streepjes hebben
meerderen we aan den kant van het armsgat
iedere 2e pen 1 st. tot er 43 st. zijn. Met deze
43 st. berien we door tot den boord en breien
deze als boven. We gaan nu op dezelfde ma
nier door tot we 11 streepjes onder den bcord
hebben en rijgen het werk op een draadje.
We beginnen nu aan de andere helft, die we
spiegelbeeldig breien aan de eerste, en als
de deelen even lang zijn zetten we ze op een
pen, maar zorgen er voor dat de 5 rechte
steken die aan weerskanten voor het split
zitten, op elkaar komen te vallen en samen
afgebreid worden. We breien nu nog 3 streep
jes in patroon, waarna we het werk weer
splitsen als boven en de pijpjes breien. Als
hier ook 30 st. op de pen zijn, breien we de
pijp even lang als de achterkant. We naaien
nu voor en achterkant aan den armsgatkant
aan elkaar en voegen de 2 x 30 st. op een pen.
We breien nu nog 8 pennen 2r. 2a. en breien
den voet als volgt: le pen elke 5e en 6e st.
te zamen, zoodat er 50 st. op de pen blijven.
Nu nog 4 pennen recht.
5e pen: 17r.. brei op de volgende 16 st.
30 pennen recht. Breek den draad af en begin
weer op de volgende 17 st., die op de pen
bleven staan; neem 15 lussen op van der
zijkant van de 30 pennen en 8 st. van den
Voor ed mouw zetten we 20 st. op en meer
deren om de pen voor en achter een st. tot
er 4 st. cp staan. Dan zetten we er in een
keer voor en achter 10 st. bij op, tot er 60
st. op de pen zijn. Hiermee breien we 4 pen
nen steeds in patroon en minderen dan elke
4e pen voor en achter een st. tot er 40 st.
overblijven. Nu breien we door tot de mouw
van den kop af 21 streepjes heeft en dan nog
20 pennen gewoon recht af kanten.
Kraag.
80 st. opzetten en 15 ribbels breien. Strak
afkanten.
Opmaak.
We strijken het werk onder een vochtigen
doek en naaien de deelen aan eikaar op de
machine. Door den middenboord en door de
boordjes bij de voetjes rijgen we een koord
van dezelfde kleur en we sluiten de overall
met leuke witte cJ blauwe knoopjes.
Sp.—Th.
PLANT OF ROOFDIER?
Het interessante leven van het
blaasjeskruid.
Op moerasachtigen bodem, in het bruine
water van hoogveenpiassen, vooral in het bui
tenland, maar ook een enkelen keer wel bij
ons, kun je een heel merkwaardig plantje
aantreffen. Lichtgroene blaadjes drijven aan
de oppervlakte van het water; in den zomer
komen er prachtige, gespoorde bloemen te
voorschijn. In de sporen dezer bloemen wordt
zoete honing afgescheiden, die tal van vlin
ders en libellen aanlokt.
Als deze zich neerzetten op den onderlip van
het sierlijke „bekje" en het fijne, geurige
vocht eruit slurpen, behoeven ze niets hiervoor
te betalen. Ze bewijzen alleen de bloem een
goeden dienst door van bekje tot bekje te vlie
gen en zoo het stuifmeel te verspreiden.
Een liefelijk bloemenleven, zul je denken.
Wacht maar: in werkelijkheid is deze plant,
door de botanici „blaasjeskruid" (utricularia)
genoemd, een geheimzinnige moordenares.
Duizenden en duizenden dieren worden stil
letjes door haar verslonden. Van dit feit is
men pas in den laatsten tijd volledig op de
hoogte gekomen. Men wist echter reeds lang,
dat aan de bladeren van deze plant overal tal-
looze groene blaasjes zitten, ongeveer 2 tot 4
millimeter groot. En vroeger meende men, dat
de taak van deze blaasjes was de plant drij
vende te houden.
Met een dun steeltje is zoo'n blaasje aan het
blad bevestigd en aan één kant staat het bol.
Voor de naar boven gerichte „mondopening"
van het blaasje zien we een lepelvormig ge
spleten takje, dat wel een beetje lijkt op de
voelsprieten van een kreeft.
Bekijken we nu den bouw van een blaasje
onder de microscoop nog wat nauwkeuriger,
dan zien we, dat de mondopening met een
sierlijk klepje wordt gesloten. Aan den buiten
kant van dit klepje zitten fijne haartjes en
binnen in het blaasje zitten kleine kliertjes,
die spijsverteringssappen afscheiden, net als
onze maag. En nu zijn de geleerden er juist
in den laatsten tijd achter gekomen, dat.
deze blaasjes een soort „muizenvallen" zijn,
die tevens als verteringsorgaan, dus als
„maag" dienst doen.
In alle moerassige wateren ls 't lederen zo
mer een bont gewemel van allerhande dier
tjes: torretjes, spinnetjes, watervlooien enz.
enz. En raakt nu een van deze kleintjes tus-
schen de „voelsprieten" van zoo'n blaasje, dan
voelt hij deze belemmering van zijn bewegin
gen en wordt zenuwachtig. Angstig springt hij
heen en weer enkomt in aanraking met
de voelharen, die hem langzaam maar zeker in
het blaasje binnentrekken. De vinnige klap
deuren slaat achter hem dicht en hij is ge
vangen. 't Interessante hierbij is, dat de mond
van het blaasje een „slikkende" beweging
maakt.
Toen men de blaasjes in een aquarium hun
„buit" voorhield, slikten ze niet minder dan 14
keer in drie dagen een beestje in, dat geheel
opgegeten werd.
Hoe feilloos deze „muizenval" werkt, wordt
door de resultaten bewezen. Onderzocht men
een normale blaasjeskruidplant die enkele
honderden blaasjes draagt, dan vindt men
hierin honderden diertjes. Soms 10 tot 20 in
één blaasje, dat zoo dik opgezwollen is. dat het
bijna barst. De diertjes worden langzaam door
het maagsap verteerd. Er gaan per zomer
minstens tweeduizend door het „keelgat" van
deze merkwaardige plant, die dus een vleesch-
eter bij uitnemendheid is.
Een waterplant ófeen roofdier? Hoe zou
je 't noemen?
Tenminstevoor overdag en op straat
Voor haar dagelijksche costuumpjes keert de
Parisienne terug tot de modellen, die in de
eerste plaats practisch zijn. De historische in
vloeden, waarover zooveel te doen is, bepalen
zich vrijwel uitsluitend tot de namiddag- en
avondtoiletten. De „petites robes" daarentegen
zijn niet veel veranderd, behalve dan in en
kele details, zooals onze teekening laat zien.
Hier ziet u vier modellen en wel v.Ln.r.:
1. Japon van fijn gestreept linnen, blauw
en wit. De groote zak, die op de rechterheup is
aangebracht, werd geborduurd in blauw en
rood.
2. Een soort robe-manteau, eveneens uitge
voerd in linnen, wit of grijs, terwijl die cein
tuur in bonte kleuren is geborduurd.
3. Japonnetje van bedrukte crêpe de chine
in zwart, geel, rood en groen.
4. Zeer elegante ochtendjapon met fijne
blauwe, zwarte en groene stipjes.