VROUWEN AAN DEN OPBOUW MENU VAN DE WEEK SSLc SauSTdaS! Recept' en DE PRACTISCHE MODE-1939 sFamke" blijft op de bres voor goede huwelijken en gelukkige gezinnen. .en 't jonge geslacht begint te begrijpen OEN ik, in een paar stille uren, me heb verdiept in de verschillende op bouwende stroomingen, die zoo in de laatste jaren onze vrouwenwereld in beroering hebben gebracht, rees het beeld van „Famke", de kranige pionierster van het meuw-feminisme, onweerstaanbaar duide- m voor me op. Kent u Famke? 'k Herinner me nog als den yan m'n eerste kennismaking met haar in het oude, gezellige huis op het tn ifZaandam. Dat is nu precies Jn u 'aaF geleden. De buitenwereld vond \*ca iF ^e®n> die „dwars tegen de draad uigingen en later haar uitdrukkingsvorm vonaen in de in 1933 Koninklijk goedgekeur de vereeniging van nieuw-feministen, niets Einder dan „doodsgevaarlijk". Een wonderlijke verschijning, die Famke! wü3? da^ er over haar werd; nee maar! i w ?ette de klok ^rug", „Famke huldig- ko landpunt „trouw-maar-raak", „Fam- rnmHie» vr°uw terug naar de potten en Pannen', enz. enz. enz. nog goed, van twaalf jaar geleden. onmiitoÜivM ondei" al die scherpe, meest nee! Fn tl J zelfs lasterlijke aanvallen, leed dat d zagen 't merkwaardige verschijnsel epii.tvüVrouw en moeder, die zelf zoo innig jpt. jvas en daarom in haar eenvoud spyJ™ tat geluk had willen geven aan haar ephppw' die het blijkbaar niet zagen. IntiiïHo ^an en drijvend op haar fijne beeou pen aar Warme hart, een beweging vonr -in zéér iogrijpende beweging, waar- schriivp» aarzel Seen oogenblik, dit neer te eint te borden vrouwenwerelcl Pas nu rijp be- vielen spaanders, oftewel:, 't ging er Mevrouw A. C. VeenBrons (Famke). Spaansch van langs. Want Famke, een gewo ne huismoeder en geen academisch gevormde doctor of juriste, doorkneed in de knepen van het openbaar debat, maakte fouten en de anderen sloegen haar hiermee ongenadig om de ooren Dit was oorzaak dat met medewerking van alle leden de Vereeniging van Nieuw-Femi- nisten, deze vereeniging werd omgezet in een officieele stichting: „Het Nieuw-Feministisch Secretariaat" met eigen rechtspersoonlijkheid om Famke meer tijd te laten voor haar pro pagandistisch werk. Maar dat was de buitenkant van het Nieuw- feminisme. De bimienkant het spontane, wanne verzet van een vrouwenhart tegen de eenzijdigheid van 't toenmalige feminisme bleef standhouden enis gebleken een op bouwende kracht te zijn, die in zijn stille doorwerking ons streven heeft gecorrigeerd, gelouterd. „Bezinning op wat we zijn" om daardoor te komen tot beter begrip van onze taak in de toekomst", ziedaar alom de gloednieuwe fe ministische leuze van onze dagen, die tot uiting komt in tal van mondelinge en schrif telijke uitingen. „Terug of vooruit, zooals men 't noemen wil tot een volledig, bewust vrouw-zijn", ziedaar een andere nieuwe leuze. Conferenties worden georganiseerd over de psychologie van de vrouw, wetenschappelijke boeken op dit gebied worden verslonden. En Famke, die al dertien jaar geleden vele van deze dingen heeft aangevoeld en de vinger heeft gelegd op meer dan één wonde plek van ons feminisme en dus van onze samenleving, Famke zit daar in Zaandam en werkt door, zonder haast, maar ookzon der rust. En misschien weet ze niet eens hoe zeer de wisselende tijden bezig zijn, haar ge lijk te geven. Wel zal het nieuw-femihisme, gedragen door de sympathie en den steun van nog véél meer bewust geworden vrouwen in Neder land, nog wel wat strijdjarert voor den boeg hebben, eer we zoover zijn, dat oud- nieuw-feministen één front kunnen vormen om bouwend op de door verstand èn hart verworven kermis van de vrouweziel haar taak in een nieuwe wereld op te nemen. En tochdaar moet het heen! En dit is dan ook de reden, waarom ik u vandaag wil meenemen naar Zaandam, waar mevrouw A. C. Veen-Brons (Famke) me op nieuw, in 't zelfde genoeglijke huis op het Stationsplein, welkom heet. Dit huis met zijn welverzorgd interieur met zijn planten en bloemen en gezellige hoekjes, met zijn vele portretten van een groot, gelukkig gezin, dit is nu het „Zaansche binnenhuisje", waaraan we in vroeger jaren zoo genoten, als Famke er in haar „Brieven" voor „Morks magazijn" van vertelde. En als we gezeten zijn ter weerszijden van het theeblad, dat in den loop van den middag ettelijke kopjes, door Famke's gulle hand in geschonken, zal prodüceeren, beginnen we als vanzelf hierover te praten. „Wilt u me eens vertellen, hoe uw beweging begonnen is?" „Met plezier. Jt Begon eigenlijk met mijn maandelijksche briefjes in „Morks magazijn", die later werden gebundeld onder de titels „Zaansch binnenhuisje" en „Nieuw Zaansch binnenhuisje". U kent ze?" „Natuurlijk". „Nu, dat waren briefjes zonder eenige t>re- tentie. Ik vertelde daarin al de gebeurtenis sen uit m'n gelukkig gezinsleven en door dit werk ben ik me eigenlijk hoe langer hoe die per bewust geworden van wat een goed hu welijk en een gezond moederschap voor een vrouw beteekent. Maar juist in den tijd, dat m'n oudste meis jes eindexamen deden, verscheen het derde deel van van Ammers Küljer's „De opstandi- gen". De verwording van het jonge geslacht, die daarin werd geschetst, maakte me veront rust en bedroefd; ik schreef er een „Ant woord" op in een brochure en sprak eenigen tijd later op een ouderavond van het Zaan- aamsche lyceum. Natuurlijk kwamen hier weer reacties op, speciaal van ultra-feminis tische zijde. „U gaf de feministen er ook flink van langs!" „Eerst niet; als u de drie eerste brochures leest, zult u zien, hoe hoffelijk ik mijn tegen standsters steeds beantwoordde, maar toen men niet ophield mijn woorden te verdraaien, moest ik wel van tactiek veranderen en eens van me afbijten. Maar die strijd noodzaakte tot steeds dieper studie van het vrouwen vraagstuk, van de groote weldaden, maar ook de groote tekorten van het feminisme. En ik gevoelde mijn roeping, hier remmend en waarschuwend op te treden. En uit die actie en reactie is het nieuw-feminisme ontstaan". „Kunt u in een paar woorden zeggen, wat het nieuw-feminisme is en wil?" „Zeker, u kunt dit trouwens in onze begin selverklaring lezen: „Het nieuw-feminisme is de reactie op het dogmatisch geworden femi nisme, dat zich niet beperkt tot het nastre ven van een volwaardige positie van de vrouw, maar dat het natuurlijk verschil tus- schen man en vrouw in élle maatschappelijke functies wil opheffen, hetgeen nóch voor de vrouw, nóch voor de menschheid geluk of heil brengt. Voor het nieuw-feminisme ligt het geluk en het heil der vrouw niet hoofd zakelijk of meerendeels in het beroep of op de arbeidsmarkt, maar in het gelouterde huwelijk, waarin zij maatschappelijk, geeste lijk en lichamelijk haar meest natuurlijke nuttige en gezonde bestemming vindt, en richt dus op deze levensbestemming haar eer- stp aandacht. (Slot vólgt). Viets om aan te trekken 7 1en vail ons vrouwen hebben deze ver- geslaakt: ik heb niets om aan te Hdf* Hoeveel mannen zijn daar al niet on- tr«kken. worden en je hebt een heele tfn -n de kast hangen en hoeveel mop- rij over dat onderwerp al niet gemaakt, l°^e, datelgenlijk voor een dwaze verzuch- •k heb niets om aan te trekken terwijl er hngLJliik eenige japonnen in de kast hangen, ülotseling voor een speciale gelegenheid "maal uit de gratie schijnen te zijn, terwijl ^zuurverdiende salaris van z'n echtvriend 0rffsroririt voort uit een acuut gebrek aan r «trouwen, dat ons plotseling overvalt voor npriale gelegenheid, waar wij om de een of eelre reden hoog tegenop kijken, of het nu verheugenis, van verlegenheid of van zorg vaLp recjen doet er niet zooveel toe, we hebben Mpr een stimulans noodig, iets dat ons een •1 oeeit in een bepaalde richting en zoo is opeens niets meer goed genoeg om aan te Wtedan in het gelukkige bezit is van een vol- nde "espekte beurs trekt er op uit om een ïuwe mantel of een leuk jurkje, of een vlot !»(ddeksel te knopen. waar zij zich zoo is n vrouw nu eenmaal als herboren m voelt. eeM het contingent dat dit niet kan doen t het geld haar daartoe ontbreekt, is nog °pp1 grooter dan het hierboven genoemde, en v die zoo'n duwtje tegen haar zelf- toch hebben - vertrouwen op zijn tijd ook wel eens noodig. Toch zijn er dan nog honderd andere manie ren om die verzuchting: ik heb niets om aan te trekken, teniet te doen. Waarom zouden wij ons haar niet eens een extra beurt laten geven. Een paar nieuwe kousen m de laatste mode kleur kunnen ook al wonderen doen. Een paar bijpassende handschoenen kunnen onzen rug rechten, alsof daarop het zelfvertrou wen krom en verslagen terneer lag. Een nieuwe ceintuur op ons oude jurkje, of een andere speld, een nieuw kraagje, al die din gen kunnen onze neiging naar iets anders be vredigen. Een nieuw lint op onzen hoed, of andere ve- tertjes in onze schoenen, ja zelfs een manicure, terwijl wij vooruit weten, dat wij den heelen dag met hoed, mantel en handschoenen zullen blijven rondloopen, zullen opwekkend werken. En v/ie geen enkel nieuw dingetje zal kunnen of "willen koopen, voor haar is er ook wel dege lijk een remedie: zorg dat het heele toilet, hoe eenvoudig ook, onberispelijk in orde is. Borstel het donkere goed, wasch het lichte goed of strijk het tenminste op, zorg voor schoone kousen, nette schoenen, behoorlijke handen, naai losse knoopjes vast, repareer alles wat er voor in aanmerking komt, maak dat je er onberispelijk uitziet. Dat geeft evenzeer een gevoel van zelf vertrouwen als het nieuwe waar wij het in het begin over hadden. En het meest merkwaardige is nog, dat iemand met oude, maar goed onder houden en onberispelijke kleeren een beteren indruk kan maken, dan een ander die noncha- lant-weg in 't nieuw gestoken is mits men maar met rustig zelfvertrouwen optreedt. Het kan bij een bescheiden beurs voor komen, dat men het eene jaar toevallig veel nieuws noodig heeft, en daardoor het volgend jaar niets of althars heel weinig behoeft bij te koopen. Is zoo iemand nu ook per sé onmodern aan gedaan en moet zij haar zelfvertrouwen maar op non-actief zetten? Allerminst; wanneer zij zorgt dat die kleeding van het vorige seizoen er keurig uitziet, geen bekkende mantelvoering, geen ontbrekende jknoopjes, geen versleten" kraagjes, geen verre gende voiletjes en al dergelijke dingen meer, en als zij zich overigens goed verzorgt en met een zekere mate van zelfvertrouwen optreedt, dan zal niemand zelfs bemerken dat haar kleeding niet heelemaal naar de laatste mode is. En laten wij dit bedenken: als er geen geld is om nieuw te koopen, dan maakt een norsche on verschilligheid dat niet beter; maken wat er van te maken is, kan in die gevallen groote voldoe ning schenken. Zondag: Gevulde eieren Kerrysoep Pommes frites Gehakt Caramel vla Stoof sla Citroenpudding Bloemkool Brusselsch lof met Aardappelen ham en kaassaus Hensl« met gemb0r Aardappelen Vrijdag: Griesmeelpudding Bloemkoolsoep Gestoofde pruimen Gestoofde visch Dinsdag: Wortelen (bus) Biefstuk Aardappelen Postelein Rabarbervla, Aardappelen Zaterdag: vanillerijst Rijst met eieren en Woensdag: kerrysaus Vermicellisoep Veldsla Spinazie Wentelteefjes Mouw. teen. Neem een derde naald en brei de andere 8 st. van den teen, 15 lussen van den zijkant en de overgebleven 17 st.. Alles samen heeft nu 80 st. en hiermee breien we 12 pennen heen en terug en minderen dan aan het eind van beide pennen 1 st. gedurende 6 toeren. Afkanten. De voet wordt van onder dichtgenaaid. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Groentesoep Spinazie met eieren Gebakken aardappelen Gort met rozijnen 2. Gekookte rijst Champignonragoüt Dunsel Broodpannekoek 3. Eiercroquetjes Bloemkool met kaassaus Aardappelen Vanillevla met rabarber 4. Gekookte eieren met mayonnaise en radijs Stamppot van rauw» spinazie Vruchtengruel Broodpannekoek. Benoodigdheden (4 personen)200 gr. oud brood zonder korst, 40 gr. suiker, 2 dL. melk, 2 a 3 eieren, schil van Vb citroen, 40 gr. boter, abrikozenj am. Bereiding: Het brood in de lauwe melk fijn- wrijven. De geraspte citroenschil, de eidooiers en de suiker er door roeren en het laatst het stijfgeklopte eiwit er mee vermengen. De helft van de boter lichtbruin laten worden in de koekepan, de helft van het beslag er in doen en de koek voorzichtig aan beide kanten bruin bakken. Met behulp van een deksel keeren. De koek op een verwarmd bord leggen en be smeren met wat abrikozenjam. Van de rest van het deeg een tweede koek bakken en deze op de andere leggen. Het gebak met poeder suiker bestrooien. Broodschotel met sinaasappelen: Benoodigdheden (6 personen)300 gr. oud brood zondre korst, pl.m. Va L. melk, sap van 4 a 5 sinaasappelen, schil van 1 sinaasappel, 1 a 2 eieren, pl.m. 150 gr. suiker, 75 gr. boter. Bereiding: Het brood volkomen fijnröèren in de kokende melk. De boter in een kom tot room roeren, dé eidooiers, de suiker en de ge raspte schil er bij doen, het brood toevoegen, het sinaasappelsap door de zeef er bij gieten en het stijfgeklopte eiwit er luchtig doorroe ren. Overdoen in een vuurvast schoteltje en in een matig warmen oven lichtbruin laten worden en laten rijzen. Turfjes met bessensap. .Benoodigdheden (6 personen): 6 sneetjes oud brood pl.m. 2 c.M. dik, botez*, 3 d.L. bes sensap, 2 d.L. water, pl.m. 75 gr. suiker, IVs lepel sago, suiker en kaneel. Bereiding: De bessensap met het water aan de kook brengen, binden met de aangemengde sago en op smaak met suiker afmaken. De sneetjes brood in reepjes snijden en aan alle kanten in boter bruin bakken. Ze in een schaaltje leggen en bestrooien met suiker en kaneel. Als de bessensap wat afgekoeld is er overheen schenken. Dit gerecht niet te lang van te voren klaar maken, daar de broodjes dan slap worden. Citroenbroodjes Benoodigdheden 4 personen), 8 dunne sneetjes brood, 2 citroenen, Vb L. water, 100 gr. suiker, boter. Bereiding: De citroenen schoonborstelen, in dunne schijfjes snijden en de pitten ver wijderen. Ze opzetten met Vb L. water en zachtjes tot moes laten koken (1 uur). De vruchten fijn wrijven met een houten lepel of zilveren vork, de suiker erdoor roeren en het moes uitspreiden over de sneetjes brood, die men in boter bruingebakken heeft. Op deze manier kunnen allerlei vruchten- broodjes gemaakt worden. In plaats van dit citroenmengsel kan men appel, abrikozen, pruimen of rabarbermoes nemen. Een overall voor de baby Deze aardige overall, om een baby van 9 tot 15 maanden heelemaal in te stoppen, is gebreid van blauwe Bairns Wear Lambs wool, 4 dr. en pennen no. 3Yz. We hebben 7 kluwens noodig. Rugpand. Dit wordt bij den hals begonnen. 78 st. opzetten. Ie pen: 3a. 1 r., herh. tot het eind van de pen. 2e pen: aver, breien. 3e pen:: recht, 4e pen: aver. Deze 4 pennen herhalen tot we in het patroon 17 streepjes tellen, waarna we aan den boord beginnen; we breien hiervoor 12 pennen 2r. 2a. In de vol gende pen meerderen we 5 st. zoadat er 43 st. op de pen staan, onder den boord. Nu gaan we in patroon verder tot we 13 streepjes onder den boord hebben, waarna we het werk in tweeën verdeelen. De zijkant blijft gewoon recht, maar aan den binnenkant minderen we bij elke vierde pen, d.w.z. aan het eind van de pen, waarin we het patroon breien breien we de laatste twee steken te zamen. Na 13 streepjes houden we dan nog' 30 st. over, die we op een stekenhouder zetten. We breien nu den anderen kant evenzoo,, maar minderen aan het begin van iedere pen. Dez' overblijvende 30 st. zetten we ook op eer stekenhouder. Voorpand. 24 st. opzetten voor den schouder. In patroon breien als het rugpand. Zet aan het begin van iedere pen 2 st. op voor den hals tot er 38 st. opstaan. We zorgen nu bij het patroon breien, dat midden voor bij de sluiting telkens de laatste 5 st. recht worden gebreid voor de sluiting. Een der beide kan ten, dit hangt er natuurlijk van af of de baby een jongen of een meisje is, krijgt knoopsgaatjes van een st. om de 5 ribbels. Als we van het begin af 10 streepjes hebben meerderen we aan den kant van het armsgat iedere 2e pen 1 st. tot er 43 st. zijn. Met deze 43 st. berien we door tot den boord en breien deze als boven. We gaan nu op dezelfde ma nier door tot we 11 streepjes onder den bcord hebben en rijgen het werk op een draadje. We beginnen nu aan de andere helft, die we spiegelbeeldig breien aan de eerste, en als de deelen even lang zijn zetten we ze op een pen, maar zorgen er voor dat de 5 rechte steken die aan weerskanten voor het split zitten, op elkaar komen te vallen en samen afgebreid worden. We breien nu nog 3 streep jes in patroon, waarna we het werk weer splitsen als boven en de pijpjes breien. Als hier ook 30 st. op de pen zijn, breien we de pijp even lang als de achterkant. We naaien nu voor en achterkant aan den armsgatkant aan elkaar en voegen de 2 x 30 st. op een pen. We breien nu nog 8 pennen 2r. 2a. en breien den voet als volgt: le pen elke 5e en 6e st. te zamen, zoodat er 50 st. op de pen blijven. Nu nog 4 pennen recht. 5e pen: 17r.. brei op de volgende 16 st. 30 pennen recht. Breek den draad af en begin weer op de volgende 17 st., die op de pen bleven staan; neem 15 lussen op van der zijkant van de 30 pennen en 8 st. van den Voor ed mouw zetten we 20 st. op en meer deren om de pen voor en achter een st. tot er 4 st. cp staan. Dan zetten we er in een keer voor en achter 10 st. bij op, tot er 60 st. op de pen zijn. Hiermee breien we 4 pen nen steeds in patroon en minderen dan elke 4e pen voor en achter een st. tot er 40 st. overblijven. Nu breien we door tot de mouw van den kop af 21 streepjes heeft en dan nog 20 pennen gewoon recht af kanten. Kraag. 80 st. opzetten en 15 ribbels breien. Strak afkanten. Opmaak. We strijken het werk onder een vochtigen doek en naaien de deelen aan eikaar op de machine. Door den middenboord en door de boordjes bij de voetjes rijgen we een koord van dezelfde kleur en we sluiten de overall met leuke witte cJ blauwe knoopjes. Sp.—Th. PLANT OF ROOFDIER? Het interessante leven van het blaasjeskruid. Op moerasachtigen bodem, in het bruine water van hoogveenpiassen, vooral in het bui tenland, maar ook een enkelen keer wel bij ons, kun je een heel merkwaardig plantje aantreffen. Lichtgroene blaadjes drijven aan de oppervlakte van het water; in den zomer komen er prachtige, gespoorde bloemen te voorschijn. In de sporen dezer bloemen wordt zoete honing afgescheiden, die tal van vlin ders en libellen aanlokt. Als deze zich neerzetten op den onderlip van het sierlijke „bekje" en het fijne, geurige vocht eruit slurpen, behoeven ze niets hiervoor te betalen. Ze bewijzen alleen de bloem een goeden dienst door van bekje tot bekje te vlie gen en zoo het stuifmeel te verspreiden. Een liefelijk bloemenleven, zul je denken. Wacht maar: in werkelijkheid is deze plant, door de botanici „blaasjeskruid" (utricularia) genoemd, een geheimzinnige moordenares. Duizenden en duizenden dieren worden stil letjes door haar verslonden. Van dit feit is men pas in den laatsten tijd volledig op de hoogte gekomen. Men wist echter reeds lang, dat aan de bladeren van deze plant overal tal- looze groene blaasjes zitten, ongeveer 2 tot 4 millimeter groot. En vroeger meende men, dat de taak van deze blaasjes was de plant drij vende te houden. Met een dun steeltje is zoo'n blaasje aan het blad bevestigd en aan één kant staat het bol. Voor de naar boven gerichte „mondopening" van het blaasje zien we een lepelvormig ge spleten takje, dat wel een beetje lijkt op de voelsprieten van een kreeft. Bekijken we nu den bouw van een blaasje onder de microscoop nog wat nauwkeuriger, dan zien we, dat de mondopening met een sierlijk klepje wordt gesloten. Aan den buiten kant van dit klepje zitten fijne haartjes en binnen in het blaasje zitten kleine kliertjes, die spijsverteringssappen afscheiden, net als onze maag. En nu zijn de geleerden er juist in den laatsten tijd achter gekomen, dat. deze blaasjes een soort „muizenvallen" zijn, die tevens als verteringsorgaan, dus als „maag" dienst doen. In alle moerassige wateren ls 't lederen zo mer een bont gewemel van allerhande dier tjes: torretjes, spinnetjes, watervlooien enz. enz. En raakt nu een van deze kleintjes tus- schen de „voelsprieten" van zoo'n blaasje, dan voelt hij deze belemmering van zijn bewegin gen en wordt zenuwachtig. Angstig springt hij heen en weer enkomt in aanraking met de voelharen, die hem langzaam maar zeker in het blaasje binnentrekken. De vinnige klap deuren slaat achter hem dicht en hij is ge vangen. 't Interessante hierbij is, dat de mond van het blaasje een „slikkende" beweging maakt. Toen men de blaasjes in een aquarium hun „buit" voorhield, slikten ze niet minder dan 14 keer in drie dagen een beestje in, dat geheel opgegeten werd. Hoe feilloos deze „muizenval" werkt, wordt door de resultaten bewezen. Onderzocht men een normale blaasjeskruidplant die enkele honderden blaasjes draagt, dan vindt men hierin honderden diertjes. Soms 10 tot 20 in één blaasje, dat zoo dik opgezwollen is. dat het bijna barst. De diertjes worden langzaam door het maagsap verteerd. Er gaan per zomer minstens tweeduizend door het „keelgat" van deze merkwaardige plant, die dus een vleesch- eter bij uitnemendheid is. Een waterplant ófeen roofdier? Hoe zou je 't noemen? Tenminstevoor overdag en op straat Voor haar dagelijksche costuumpjes keert de Parisienne terug tot de modellen, die in de eerste plaats practisch zijn. De historische in vloeden, waarover zooveel te doen is, bepalen zich vrijwel uitsluitend tot de namiddag- en avondtoiletten. De „petites robes" daarentegen zijn niet veel veranderd, behalve dan in en kele details, zooals onze teekening laat zien. Hier ziet u vier modellen en wel v.Ln.r.: 1. Japon van fijn gestreept linnen, blauw en wit. De groote zak, die op de rechterheup is aangebracht, werd geborduurd in blauw en rood. 2. Een soort robe-manteau, eveneens uitge voerd in linnen, wit of grijs, terwijl die cein tuur in bonte kleuren is geborduurd. 3. Japonnetje van bedrukte crêpe de chine in zwart, geel, rood en groen. 4. Zeer elegante ochtendjapon met fijne blauwe, zwarte en groene stipjes.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7