De gebroken Bokaal
Na zijn overwinning bij de autorennen om den „Grooten Prijs van
Tripolis* werd de coureur Herman Lang hartelijk gelukgewenscht
De Sultan van Marokko woonde persoonlijk de paardenrennen te
Casablanca bij, welke gehouden werden om den „Grooten Prijs van
Marokko". De Sultan op de eere-tribune
De conferentie der vier Scandinavische ministers van Buitenlandsche Zaken te
Stockholm, inzake het Duitsche aanbod tot het sluiten van een non-agressiepact
Zittend v.l.n.r.: Munch (Denemarken) en Sandler (Zweden), staande: Erkko
(Finland) en Koht (Noorwegen)
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
EDNA MURRAY.
20)
Sir Mark was net zoo bleek als Lord Paignton
en haast onherkenbaar door zijn verwrongen ge
zicht. Hij zag er uit alsof hij een vreeselijken
schok had gehad. Hij bleef bij de deur staan,
totdat de knecht verdwenen was. Toen liep hij
de kamer in en balde zijn vuisten voor het ge
zicht van zijn ouden vriend.
Weet jij wat jij gedaan hebt, Paignton?
riep hij uit. Ik ben geruïneerd en dat heb jij
op je geweten jij!
HOOFDSTUK XVHI.
Schade en schande!
Het was wel eigenaardig maar het typeerde
den man dat Lord Paignton geen flauw idee
had wat er met de Deep Hanger Mijn, waarvan
de débacle zoo plotseling gekomen was, ge
beurd was, hoewel het in de City al bekend was.
Wie had hem ook moeten inlichten? Hij las
nooit een financieel overzicht in een krant en
persoonlijk had hij geen belang bij de onder
neming. Mortimer praatte nooit over zaken met
hem als het niet absoluut noodzakelijk was en
Thorndale was op Ceylon en werd eerst kort
voor Kerstmis terug verwacht
Lord Paignton was dan ook stom-verbaasd dat
hij Sir Mark ineens in levenden lijve voor zich
zag.
Paignton keek hem aan, alsof hij een geest
was.
Maar beste Thorndale, wat bedoel je in
3/redesnaam.
Was Thorndale plotseling gek geworden? Was
iedereen gek, behalve hij zelf? Lord Paignton
drukte zijn handen tegen het voorhoofd; hij had
het gevoel dat hij het slachtoffer moest zijn van
een of andere afschuwelijke vergissing. Fenton
had hem ook al zoo raar aangekeken, toen hij
hem dat telegram gaf. Waar was dat ook al weer
over geweest en aan wien had hij 't ook al weer
gestuurd? Met den besten wil kon hij het zich
niet meer herinneren. Zijn hersens draaiden in
het rond en de muren van de kamer schenen
mee rond te draaien.
Maar, beste Thorndale.
Hou op met je „beste Thorndale!" Wij zijn
niet langer vrienden, Paignton. Dat wilde ik je
alleen maar komen vertellen. Heb je het goed
gehoord?
Sir Mark stond nu vlak voor den bevei\den
Lord Paignton. Zijn vuisten waren nog steeds
gebald; zijn gezicht was rood en zijn haar zat
verward. Hij was eenvoudig buiten zichzelf.
Hij was een groote, forsche man en Lord
Paignton, die wist hoe vreeselijk driftig Sir
Mark kon worden, hief zijn handen op alsof hij
een slag wilde afweren. Hij had al eens eerder
Sir Mark in een van zijn driftbuien gezien en
hij was dan steeds zeef ontdaan geweest, want
alles wat naar een scène zweemde was hem een
verschrikking; maar nu de woede van zijn
vriend tegen hem zelf gekeerd was, leunde Lord
Paignton vol angst in zijn stoel terug. Zooals hij
zelf gezegd zou hebben zooiets was nog nooit
in zijn leven voorgekomen.
Mijn bestebegon hij, maar hij hield
plotseling op. Wat is er toch gebeurd? vervolgde
hij wanhopig.
Thorndale lachte een korten, schrillen lach.
Wat er gebeurd is? Jij vraagt me wat er
gebeurd is? Nadat je mij en mijn gezin ge
ruïneerd hebt, ons in de modder hebt gesleurd,
schande over onzen naam hebt gebracht; jij
vraagt me wat er gebeurd is?
Jou geruïneerd? stamelde Lord Paignton.
Het suisde in zijn ooren. Was hij niet even te
voren zelf gewaarschuwd dat schande hèm
dreigde? Hij beheerschte zich zoo goed hij kon.
Ik gqef je de heilige verzekering dat ik niet
weet waar je het over hebt.
Zoo goed het in zijn opwinding mogelijk was,
vertelde Thorndale wat er gebeurd was; hij kon
zijn toorn ternauwernood inhouden.
Het is de Deep Hanger Mijn hemel, man!
heb jij al niet weken lang geweten dat die ver
keerd ging? Ik ben commissaris geworden op
jouw aanbeveling; ik heb er geld in gestoken
eerst weinig, langzamerhand meer omdat zij mij
een hooge rente beloofden en omdat jij zei dat
de zaak in orde was. Ik heb je vertrouwd. Ik
was gek genoeg om je te gelooven mijn oud
sten vriend, den aanstaanden schoonvader van
mijn kind waarom zou ik je niet geloofd heb
ben? Maar de heele zaak was zwendel zwen
del van het eerste begin, af, een mijn zonder
goud; het publiek is belogen en bedrogen!
Hij hield even op. om op adem te komen. Hij
had zich in een stoel laten vallen en greep de
leuning krampachtig vast.
Zwendel? stamelde Lord Paignton.
Zwendel? Dat heb ik niet geweten. Ik geef je
mijn woord van eer, Thorndale, dat dit het eer
ste is, wat ik van die heele geschiedenis hoor.
Je moet er eerder van gehoord hebben,
antwoordde de ander. Waarom stond anders
je naam op het prospectus? Ze hebben je ge
vraagd om in het bestuur zitting te nemen; dat
weet ik. Je hebt geen cent, in de heele onder
neming gestoken en mij liet je een reusachtig
risico loopen. Ja, ik heb op mijn thuisreis zoo
het een en ander over jou gehoord en ook over
je speculaties. Het heeft mij de oogen geopend,
dat kan ik je wel vertellen. Jij en je nobele
vrienden, Mortimer en Musgrave schimken en
dieven zijn het.
Je bent diep gezonken, Paignton, sedert je je
met hen ingelaten hebt en onderwijl ben je maar
steeds rijker geworden. Maar je hadt je vriend
moeten sparen je hadt mij moeten sparen.
Hij stortte zijn beschuldigingen ongenadig uit
over het hoofd van den ontstelden Lord. Wat
heb ik tegenover jou misdreven, ging hij voort,
dat jij mij zoo moest behandelen? Ik, een
publiek persoon, ben nu opgeknapt met een
schunnige liquidatie van een schunnige onder
neming mijn naam staat in de kranten en
ze dreigen met een vervolging tegen de com
missarissen. Weet je dat? Dat heb ik allemaal
gehoord toen ik in Engeland terug kwam. We
ken geleden ben ik al gewaarschuwd dat het
mis zou gaan, maar ik heb geen woord gezegd,
omdat ik me schaamde en hoopte dat het niet
zoo erg zou zijn als er werd verteld en dat het
nog wel in orde gemaakt kon worden. Maar mijn
geld is weg!
Hij hief zijn handen in wanhoop omhoog en
kreunde. De twee schooiers uit den raad van
commissarissen zijn er van door en wij drieën
wij stommeriken kunnen voor alles op
draaien. Wij komen in het beklaagdenbankje.
Hij stond met groote moeite op; het was dui
delijk dat hij vreeselijk leed onder het gebeur
de. Maar dat zal niet gebeuren, riep hij
woest, want ik maak liever een einde aan mijn
leven dan dat er een smet op mijn naam komt.
Hoor je me, Paignton? De schane zadl op jou
neerkomen!
Lord Paignton was in zijn stoel neergezakt en
verborg het gezicht in zijn handen. Hij zou 't
liefst de vingers in de ooren hebben gestopt om
maar niets te hooren en zijn oogen gesloten om
het gefolterde gezicht van zijn ouden vriend
niet te zien. Als Sir Mark leed, hij leed misschien
duizendmaal erger, omdat zijn vreedzame, zon
nige ziel nooit smart gekend had. Hij was zich
niet van schuld bewust en toch scheen het hem
of de heele wereld tegen hem op zou staan en
hem een schurk zou noemen. Hij had geld dat
hem toevertouwd was, misbruikt, hij had zijn
oudsten vriend geruïneerd en hij begreep niet
hoe hij het gedaan had! Hij was duizelig en had
een gevoel van misselijkheid en een vreemde
pijn in zijn hoofd en zelfs toen Thorndale op
hield met spreken, hoorde hij nog allerlei ge
luiden, alsof iemand van uit de verte tegen hem
aan het praten was.
Toen werden zij gestoord. De deur ging open
en Doreen rende de kamer binnen, gevolgd door
Bruce.
Dag, vader! riep ze, terwijl ze op zijn stoel
toeliep. Ik hoorde juist dat u hier was; ik
was verbaasd, want ik had geen flauw idee dat
u zoo gauw thuis kwam. Wij dachten dat u nu
pas uw thuisreis begon en waren er al verwon
derd over dat u niet getelegrafeerd had. Maar!...
zij 'deed een stap achteruit, want nu eerst merk
te zij hoe geagiteerd Sir Mark er uit zag. Wat
scheelt u.O, u bent toch niet ziek?
Sir Hark Thorndale legde zijn arm op den
schouder van het meisje, trok haar naar zich
toe en kuste haar met groote teederheid. Zijn
woede was een beetje gezakt en hij zag nu zoc
bleek als een doek. Bruce stond beurtelings zije
vader en Sir Mark Thorndale in de grootstj
ontsteltenis aan te kijken. Wat kon er gebeurd
zijn? Een uur geleden had zijn vader in de zit
kamer met de meisje» zoo gezellig over hun ja
ponnen zitten praten en scheen bijzonder op
gewekt. Maar nu zag hij er uit als een doode.
Toen Doreen haar vader vroeg of hem wal
scheelde, leunde Bruce over de schrijftafel er
pakte zijn vader bij den schouder. Zeg, va
der, wat is er gebeurd? vroeg hij. Er man
keert u toch niets?
Er was angst in zijn stem, want hij hield nee;
veel van zijn vader.
Lord Paignton was ten eenenmale buiten staaf
om uitleg te geven. Hij keek zijn zoon een ooger
blik aan en zijn vriendelijke blauwe oogen ston
den vol tranen.
Ik weet het niet, Bruce, stotterde hij hul
peloos, ik weet het werkelijk niet, maar ne
duizelt me!
Sir Mark Thorndale was dus genoodzaakt den
gevraagden uitleg te geven; en dat deed nj
zonder de gevoelens van Bruce ook maar in na
minst te ontzien.
fWordt vervolgd).
Het garnizoen te Apeldoorn deed Woensdag zijn feestelijken intocht
in de stad en betrok de nieuwe Koning Willem lll-kazerne, waarbij
het muziekcorps van het 1ste regiment wielrijders uit Den Bosch ter
opluistering tegenwoordig was
Een veertigtal taarten werd Woensdag aan de Boddaert-tehuizen te Amster.
dam aangeboden nrmens de Ned. Banketbakkersvereeniging, in verband met de
a.s. viering van „Moederdag". Het transport werd op orgineele wijze verzorgd
De Hertog en de Hertogin van
Windsor te Verdun, waar de Hertog
zijn radio-rede tot Amerika hield
De eerste ploeg voor de haringvisscherij is Woensdag uitgevaren.
Zes schepen verlieten de haven van Scheveningen op weg naar zee
voor de vangst