VUfaceUUng) Jiampw&tk TUINMEUBELEN Regeering wil aandrang tot deelneming uitoefenen jeugdige werkloozen PARASOLS EN PLAIDS B.J.v.LIEEVIT k ontdek Amerika Binnenvaartrecht. Invoer van paarden. D 0 WPERDA'G 11 MEI 1939 BEDRAG VAN RUIM 5 MILLIOEN TER FINANCIERING AANGEVRAAGD (Men zie ook pag. 1) «Pt staat-van-dienst-boekje heeft deze be- tJk-enis dat 't niet slechts een overzicht zal geven Hpn arbeid, welken die jeugdige persoon in j f van een werkgever heeft verricht, doch tevens omtrent zijn activiteit met betrekking tot neming aan voorzieningen, welke mogelijk is tijdens een periode van werkloosheid. Nu het daarbij aan lederen werkgever verbo ten zal zijn een jeugdigen persoon beneden 21 tear in dienst te hebben zonder in het bezit te £in van een dergelijk, dien jeugdigen persoon hPtreffend, boekje, terwijl verwacht mag wor- jp dat de in dat boekje aangeteekende staat «n dienst in het algemeen een belangrijke fac tor zal vormen bij de beoordeeling door den werkgever van door hem in dienst te nemen jeugdige personen, mag de functioneele betee- ienis van het staat-van-dienst-boekje worden gezien in den daarvan voor betrokkenen uit banden stimulans om, meer dan tot nu toe het geval was, deel te nemen aan de verschillen de activiteiten der zorg voor de werklooze jeugd, welke deelneming immers onderdeel zal uitma ken van den in het boekje aangeteekenden staat van dienst. Die stimulans zal nog kunnen wor den vergroot door te bevorderen, dat de bureaux der arbeidsbemiddeling, bij mogelijkheden tot plaatsing van jeugdige personen van den aange geven leeftijd in het bedrijf, met den staat van dienst van betrokkenen rekening houden. Behalve het hierboven besproken voordeel, vloeit uit de invoering van een staat-van-dienstboekje mede voort, dat op eenvoudige en zekere wijze door werkgevers kan worden vastgesteld datgene, wat met betrekking tot den staat van dienst van een jeugdigen per soon voor hem van belang kan zijn. In verband hiermede zullen ook, naar mag worden aangenomen, jeugdige personen, die den besten staat van dienst bezitten, de meeste kans hebben op 't verkrijgen van werk. Ten slotte zal de invoering van een staat-van- dienst-boekje mede dienstbaar zijn te maken aan het verkrijgen van een nader inzicht in het verloop der werkloosheid onder de jeugd. In het wetsontwerp is de invoering van een staat-van-dienst-boekje voorgesteld voor alle niet-leerplichtige, binnen het rijk wonende, mannelijke personen beneden den leeftijd van 21 jaar. Daarnaast echter ware aan de Kroon de bevoegdheid te geven om hetgeen ten aanzien van dit boekje is voorgeschreven, mede van toepassing te verklaren ten aanzien van de bin nen het rijk wonende, mannelijke personen van een ouderen leeftijd tot ten hoogste 25 jaar. Deze mogelijkheid tot uitbreiding is, naar de meening van minister, noodig, uit hoofde van het feit, dat de jarenlange werkloosheid meege bracht heeft, dat de 21- tot en met 24-jarigen den in het staat-van-dienst-boekje gelegen sti mulans om bij werkloosheid deel te nemen aan de vorenbedoelde cultureele voorzieningen, voorshands niet zullen kunnen ontberen. Aanteekeningen omtrent verdiende loonen en gedragingen van den jeugdi gen persoon zullen in het staat-van- dienst-boekje niet mogen voorkomen, zoodat dil niet tot onaangenaamheden voor betrokkene kan leiden. De betee- kenis van een getuigschrift blijft dus naast het staat-van-dienst-boekje vol ledig gehandhaafd. Om in dienst van een ander arbeid te ver richten zal een jeugdig persoon een staat-van- dienst-boekje moeten bezitten, zonder hetwelk hij niet in dienst zal mogen worden genomen. De aan de voorgestelde wettelijke regeling, met betrekking tot den jeugdigen persoon, ten grondslag gelegde gedachte is echter geheel op het vrijwillige gebaseerd. Vandaar dat niet de jeugdige persoon verplicht wordt om in het bezit te zijn van een staat-van- dienst-boekje. Het wordt hem uitgereikt op zijn verzoek. Slechts zal het den werkgever verbo den zijn een jeugdigen persoon in dienst te heb- oen, zonder dat hij in het bezit is van een der gelijk, dien jeugdigen persoon betreffend, boekje. Om redenen van practischen aard is tijdens het dienstverband niet de jeug dige persoon, doch de werkgever houder van het staat-van-dienst-boekje. De by het boekje behoorende kaart dient om bij controle aan te toonen, dat het ooekje aan den jeugdigen persoon, wien het betreft, is teruggegeven, b.v. omdat .?e de daarin gestelde aanteekeningen wil doen overbrengen op de omtrent dien jeugdigen persoon door de bevoeg- kaart"Stantie aangellouden persoons- minfci staat"van"dienst-boekje zal vanwege den aoont W01'den uitgereikt door het betrokken nJ j Van den socia]-en jeugddienst, van ieugoregistratie, welke tot nu toe, bij wijze wprM m een beperkt aantal gemeenten te br dWar6 daar*;oe over bet geheele land uit Blijkens de wettelijke regeling wordt in het staat-van-dienst-boekje slechts aanteekening gehouden van objectieve gegevens omtrent dat gene, wat van belang is met betrekking tot den staat van dienst van dengene, wien het betreft. Bedrag van ruim f 5 millioen noodig. Met het oog op den omvang en den duur van het euvel der werkloosheid onder de jeugd, en de voorgenomen versterkte bestrijding van dit kwaad, zoomede van de daaruit voortvloeiende gevolgen, zal de deelneming van jeugdige werk loozen aan de voor hen bestaande voorzieningen, als kampwerk, cursussen, centrale werkplaatsen, werkobjecten en dienstboden-opleiding in krachtige mate worden gestimuleerd. Derhalve zullen deze voorzieningen belangrijke uitbrei ding ondergaan. Mede voor dit doel, alsook om een zoo volledig mogelijk inzicht te krijgen in den stand der werkloosheid onder de jeugd, zal de tot heden in een beperkt aantal gemeenten als proef ondernomen jeugdregistratie over het geheele land worden uitgebreid. De daarvoor in te richten pl.m. 150 agentschappen van den socialen jeugddienst zullen tevens be last worden met de werkzaamheden samenhangende met het z.g.n. staat-van- dienst-boekje. Bij een afzonderlijk wetsvoorstel wordt voor Sociale Zaken verruiming van de beschikbaar stelling van geldmiddelen gevraagd met een be drag van f 5.275.000,Dit bedrag zal de moge lijkheid openen om in den loop van het jaar 1939 te bewerken: Dat, naast de 20 reeds bestaande kampen, 9 nieuwe jongens-kampen en 4 meisjeskampen worden gebouwd, ingericht, onderhouden en ge ëxploiteerd, waardoor het aantal in die kampen beschikbare plaatsen, voor wat betreft de jon gens, van circa 2000 tot circa 3000 wordt opge voerd en voor wat betreft de meisjes, 240 plaatsen in die kampen beschikbaar zullen zijn. Dit beteekent, dat voor 1939 circa 12.000 jongens en 480 meisjes een kampperiode van 2 tot 3 maanden kunnen medemaken. Dat de voor de oprichting en exploitatie der nieuw te bouwen en het uitbreiden der bestaan de kampen benoodigde gronden door het rijk worden aangekocht; Dat het subsidie-percentage in de kosten dei- kampen, daaronder begrepen de dienstboden opleiding, wordt gebracht op 85 pet.; Dat 6 kampwerkplaatsen, functionneerend als centrale werplaatsen, in de kampen worden ge bouwd en geoutilleerd: Dat enkele nieuwe (kleinere) kampwerk plaatsen worden gebouwd en geëxploiteerd en bestaande kampwerkplaatsen worden verbeterd en uitgebreid; Dat de deelnemers en deelneemsters aan de kampen bij den aanvang van het kamp medisch worden gekeurd (waaronder röntgenologisch onderzocht) en gedurende de kampperiode ge neeskundig worden verzorgd; Dat de 42 reeds bestaande centrale werk plaatsen, waar noodig, worden uitgebreid, ver beterd of van een meer doelmatige outillage worden voorzien en daarnaast 4 nieuwe centrale werkplaatsen worden opgericht, geoutilleerd en geëxploiteerd, waaronder het aantal in die werk plaatsen beschikbare plaatsen wordt opgevoerd tot circa 4400; Dat het doen uitvoeren van daartoe geschikte plaatselijke werkobjecten voor jeugdigen wordt gestimuleerd, zoodat het aantal daarbij tewerk gestelde jeugdigen van circa 2000 tot circa 4000 kan worden opgevoerd; Dat het aantal deelnemers aan het (Dalton) cursuswerk en de lessen van het instituut voor individueel onderwijs van circa 3000 tot circa 9000 wordt opgevoerd; Dat naast de 7 reeds bestaande internaten voor dienstbodenopleiding 3 nieuwe dergelijke internaten worden opgericht, geoutilleerd en ge ëxploiteerd, waardoor het aantal beschikbare plaatsen wordt opgevoerd van circa 430 tot circa 650. Dit beteekent, dat circa 2000 meisjes in die internaten tot dienstboden zullen kunnen wor den opgeleid; Dat circa 1000 meisjes door middel van de plaatselijke cursussen tot dienstboden zullen kunnen worden opgeleid; dat de jeugdregistratie over het geheele land wordt uitgebreid; Dat de noodige propaganda wordt gevoerd voor deelneming aan de hierboven genoemde cultureele voorzieningen. EEN RESTAURANT BEGREEP DE WAARDE VAN DAGBLADRECLAME. Een Amerikaansch restaurant is onlangs campagne begonnen in dagbladen 'plaatste lederen dag een annonce roet een pakkende tekst. HaüLi j met deze advertenties in de agbladen begon, bediende het 30 tot gasten per dag, nu steeg het aantal 5 ?-S 101 9em|ddeld 1200 per dag 'tan.! '.Jk gaan wij voort onze adver rBr,"'eS .ln dagbladen te concentree White*6' direcleur' de heer Burton Ckineezen overvallen een Japansche bank. Met groote buit ontsnapt. HONGKONG, 10 Mei. Uit zeer betrouw bare bronnen wordt vernomen dat honderd Chineezen, die tot de guerillabenden behooren, een opzienbarenden roofoverval hebben ge pleegd. Zij hebben een bank te Taiwan, die het eigendom van de Japanners was, beroofd. De Chineezen doodden met de bajonetten de drie Japansche wachten, forceerden de safe en ontsnapten met den inhoud daarvan, die uit 260.000 Chineesche dollars in bankpapier en 90.000 in zilvergeld bestond. Het Japansche commando heeft direct daar op den staat van beleg afgekondigd en in de geheele stad een streng onderzoek ingesteld, waarna verdachten gearresteerd zouden zijn. De Chineesche berichten melden dat geen der Chineezen, die aan den roofoverval deel had den genomen, gearresteerd werd. (United Press) Groote Houtstraat 62-67 Telefoon 10657 12839 (Adv, Ingez. Med.) WAAR BORG-KLEEDTOG G&e&si, £c/ KREYMBORG Waarborg Kleeding is 't merk voor echt en fijn kleermakerswerk (Adv. Ingez. Med.) Rijwieldief spaarde en kocht aandeelen. Tevens Maatschappelijk Hulpbetoon opgelicht. Voor de tweede maal binnen acht dagen is het de recherche van de Rc-tterdamsche politie gelukt de hand te leggen op eenige rijwieldieven, die indertijd achttien rijwielen gestolen hebben. Een hunner heeft bovendien tijdens een periode van werkloosheid den dienst van maatschappelijk hulpbetoon voor een aanzienlijk bedrag benadeeld. Voor het geld „dat de man er bij verdiende, heeft hij eenige aandeelen Anaconda Copper en Bethlehem Steel gekocht. De zaak kwam aan het rollen doordat de 24-jarige rijwielhersteller F. M. van rijwiel diefstal werd verdacht. De man werd danig aan den tand gevoeld en het resultaat was, dat hij toegaf in het najaar van 1937 en in het begin van 1938 enkele rijwielen te hebben gestolen. Dit deed hij, omdat hij werkloos was. In 1938 echter, zoo vertelde hij, kreeg hij werk en toen heeft hij een streep gezet onder deze periode. Na deze bekentenis kon de politie nog aanhouden den 42-jarigen chauffeur-monteur P. J. D., die terzake van heling eveneens gearresteerd kon worden. M. werd op vrije voeten gesteld, omdat hij werk heeft. Het onderzoek werd echter voortgezet en dat leidde in een richting, wel'ke minder gunstig was voor M. Er bleek n.l. dat hij nog gestolen heeft, nadat hij werk gekregen had. Weer werd hij aangehouden en nu werd hij definitief in het hoofdbureau opgesloten. Ook was er aanleiding om 's mans broer, den 30- jarigen havenarbeider C. F. M., aan te houden en in te sluiten. Bij het plegen van de dief stallen heeft deze op den uitkijk gestaan, terwijl hij eveneens afzetgebied voor de ge stolen fietsen trachtte te vinden. Het resultaat van het onderzoek wa-s, dat in achttien rijwieldiefstallen klaarheid ge bracht kon worden. Het onderzoek leverde nog nieuwe, onge dachte. gezichtspunten op, want het bleek, dat de chauffeur P. J. D. Maatschappelijk Hulpbetoon voor een niet onaanzienlijk be drag heeft opgelicht. Toen hij steun trok had hij tegelijkertijd werk en het geld, dat hij hiermede verdiende, spaarde hij naarstig op. Toen hij een aardie bedrag bijeen had heeft hij hiervoor eenige aandeelen Anaconda Copper en Bethlehem Steel gekocht. Aan dit alles is thans door het optreden van de Rot- terdamsche politie een einde gekomen. Den Haag heeft de modernste brandspuit van ons land. Tal van nieuwe vindingen verwerkt. Dat de Haagsche politiebrandweer zioh een nieuwe automobiel-brandspuit heeft aange schaft, is op zichzelf niet het vermelden waard. Wanneer men echter weet, dat brandspuit de modernste in Nederland is en dat tal van nieuwe vindingen hierin zijn ver werkt, dan wordt de zaak anders. Het nieuwe van deze brandspuit is, dat hij voorzien is van een waterpomp zoowel als van een schuimpomp en wel een schuimpomp voor luchtschuim, wat aanmerkelijk goedkoo- per en practischer is dan chemisch schuim De waterpomp kan aangesloten worden zoowel op brandkranen als in slooten, plassen e.d. De pomp kan 2500 liter water per minuut afleveren en een straal geven van 90 meter hoogte. Wat de schuimpomp betreft, deze is een luchtschuimpomp. Het luchtschuim heeft de volgende voordeelen boven chemisch schuim. Het is goedkooper en wel zeer belankrijk want chemisch schuim kost ongeveer 12 per kubieke meter, met lyaterschuim momen teel. 45 cent per zelfde hoeveelheid, terwijl die prijs zelfs nog gedrukt kan worden. Voorts nemen de grondstoffen, benoodigd voor chemisch schuim, veel meer plaats in dan die voor luchtschuim en laat het che misch schuim vlekken achter, wat bij lucht schuim niet het geval is. De beide pompen kunnen zoowel afzonder lijk als tegelijk werken. Alle benoodigde onderdeelen zijn overzich telijk en op gemakkelijk en snel bereikbare plaatsen aangebracht, waarbij de vinding rijkheid van ir. Eggink schied geen grenzen kende. We vinden daarbij zuurstofapparaten met automatische doseering, gasmaskers van de nieuwe uitvoering, een arpaxbijl voor 20.000 volt spanning enz. enz. Als bijzonderheid kan nog gemeld worden, dat de complete wagen een maximum snel heid haalt van 100 K.M. per uur en dat de spuitslangen voorzien zijn van een door ir. Eggink uitgevonden systeem, waarbij tege lijkertijd met een sproeier en met een straal kan worden gespoten. Het voordeel daarvan is, dat de brandweerlieden het vuur zeer dicht kunnen naderen, omdat zij door een sproei gordijn tegen de groote hitte beschermd zijn. POGING TOT KARAKTERISTIEK. De New-Yorker, dat is: de gemiddelde New- Yorker; dat is: de New-Yorker zooals hij reilt en zeilt, De New-Yorker zooals hij reilt en zeilt, dat is niet meneer Rockefeller, die met zijn vijf zoons het spaarduitje van den ouden John D. beheert: 800.000.000 dollar, rentende 40.000.000 dollar 's jaars. Nu u en dan ik weer En dat is ook niet meneer Vanderbilt, noch de heer J. P. Morgan, van de bank die geen de posito onder de 50.000 dollar neemt en die wan neer dat dan al goedgunstig geschiedt overleg ging van goede getuigschriften vereischt, anders mag het niet eens. De gemiddelde New-Yorker dat is één van de zeven-en-een-half millioen New-Yorkers die hard werken voor him brood: de één alleen met boter, de ander met boter plus pindakaas, de derde met misschien nog wel een stukje knof- look-worst bovendien. Dat is één van de zeven- en-een-half-millioen die 's morgens naar hun werk gaan en 's avonds aan het knopje van de radio draaien, Zaterdagsavonds naar de bios coop gaan en Zondagmiddag langs de Hudson of door het Centralpark gaan wandelen. Eén van de zeven-en-een-half millioen die al maar kranten koopen, headlines lezen en kran ten weggooien. Die méér belangstelling hebben voor het hu welijk van den prachtigen Tyrone Power met de schoone Anabella dan voor de koersen van Wall- street. Want de schoone Anabella is uit het sprookje van weelde en rijkdom dat hij tot op zijn sterf bed droomt en wie interesseert zich voor Wall- street, die de laatste afbetalingstermijn van zijn radio, zijn stofzuiger en de bontmantel van zijn vrouw nog moet betalen? De New-Yorker zooals hij reilt en zeilt is de man dien ik in de bus en den underground ont moet, die met z'n actetasch naast mij staat in een van de twee-en-vijf tig liften van Empire State building; die met nog zevenduizend an dere zeilers en reilers zit te kreunen van ver wondering en bewondering bij de kleurige bal letkunst van Radio-Cityhall; die zijn baseball- kampioen toejuicht en die staat te genieten bij een perkje met violen in een karig plantsoen. De New-Yoi'ker is onverwend. Ik geloof dat een Nederlander verwender is. De New-Yorker staart zich de oogen uit naar één van de vier magere boomen die zoo juist, van Rockefeller- wege, in het asfalt van Fifth Avenue geplant zijn. Hij vindt die zelfde Fifth Avenue de mooi ste winkelstraat van de wereld, maar hij kent noch de Rue de la Paix, noch de Rue Rivoli en die zijn mooier. Hij denkt dat het strand van Coney Island het heerlijkste strand op aarde is, maar dat is het eenige strand op aarde dat hij kent. Hij is nooit in Florida geweest en nimmer op Schiermonnikoog. De New-Yorker vindt de meubels in de étalages van de meubelwinkels zoo mooi, zoo smaakvol en zoo rijk en hij weet niet dat uw grootmama dien stijl al een beetje ouderwetsch ging vinden. Hij vindt de landhuis jes van Great Beck en Jackson Heights het lie felijkste en schoonste dat de architectuur kan voortbrengen, maar als Nederlander staat ge verbaasd te kijken naar al die gelijkvormige poppenhuizen, zooals je die als kind teekende, en denk je aan Wassenaar, Bloemendaal, Laren en Haren en hoe ver de Nederlandsche bouw kunst die van de nieuwe wereld vooruit is. De New-Yorker is kinderlijk. Hij kijkt zich de oogen uit het hoofd naar een filmjuffrouw die in het hotel afstapt, waar zij tien jaar ge leden de borden mocht wasschen. Hij gelooft dat er in iedere chocoladereep en in elk glas sinaas appelsap een week meer leven zit, om dat een reclame zegt dat dat zoo is. Hij denkt dat de wereldtentoonstelling inderdaad „the World of tomorrow" in beeld brengt, want dit is hem drie jaar lang van alle schuttingen en uit alle micro foons er» advertentiepagina's toegeschreeuwd, -gefluisterd en -gezongen. Hij gelooft dat het duurste ook het mooiste, het lekkerste of het wijste is. Dat het modernste modern zal blijven. Dat Europa een soort gekkenhuis voor oude dames en heeren is. Dat Nederland zoo klein is als Elliseiland. Dat je in Amsterdam struikelt over de molens en dat Rotterdam geurt van de hyacinten. De New-Yorker is democratisch. Hij is vrien delijk en beleefd. De bakker zegt „helloh!" wanneer gij een broodje bij hem koopen komt en de kapper klopt u op den schouder wanneer uw baard er af is. Hij maakt geen ruzie en is niet hatelijk of venijnig. Hij is uws gelijke en gij zijt zijns gelijke. Hij heeft resepet voor groote, rijke, wijze of kunstzinnige mannen. Maar dat respect doet aan die gelijkheid niets af. De man met het draaiorgel vereert Toscanini, maar hij is een mensch en Toscanini is een mensch en als mensch en mensch zijn zij gelijk. Daarom neemt een New-Yorker alléén zijn hoed af voor een vrouw en nooit voor een man. Zelfs niet voor La Guardia. De New-Yorker is vaderlandslievend. Amerika is voor hem het machtigste, het mooiste, het heerlijkste en het vrijste land. Alles wat Ameri kaansch is, is onverbeterlijk. Van de Grondwet af tot Bing Crosby toe. Van de Rocky Moun tains tot het eendenvijvertje in het park. Het is verheffend te ervaren hoe mannen als Lincoln, Grant en Washington hier vereerd wor den, hoe de Amerikaan zich voortdurend ervan bewust is wat die mannen voor hem persoonlijk bereikt en bevochten hebben. En hoe hij zijn grondwettelijke rechten van vrij staatsburger en mensch welbewust waardeert. De New-Yorker is godsdienstig. Hij gaat iederen Zondag naar de kerk en hij vereert de predikers, die welsprekend zijn als alle Ameri kanen. Doch geen preek of zij kiest de actuali teit tot onderwerp. Hitler, Mussolini en Roose velt, het nationaal-socialisme, het fascisme en de democratie staan, ook in de kerk, in het mid delpunt. Ik hoorde Fosdick, den dominé; Do nahue, den bisschop; Wise, den rabbijn.... him preeken handelden over de actualiteiten van de wereld. De New-Yorker heeft belangstelling voor al dat belangrijk is en voor veel dat niet-belang- rijk is. Hij heeft de beste kranten en tijdschrif ten die er op de wereld verschijnen. En hij leest die leergierig en met graagte. Hij heeft de onschuldigste kranten en tijdschriften ter wereld en hij leest die met even groote belangstelling. Hij zit 's morgens om zes uur voor de radio om Adolf Hitler te hooren en hij staat vier uur te wachten om het puntje van het hoedje van Joan Crawford te zien. De New-Yorker let op de kleintjes; daarom koopt hij geen krant van drie cent als hij er een voor twee cent kan krijgen en daarom vindt hij vijf cent méér voor een ondergrondschen rit van drie kwartier van de tentoonstelling schandelijke afzetterij; maar hij spaart niet en hij heeft altijd schuld omdat hij zijn radio en zijn stofzuiger en de bontmantel van zijn vrouw óp afbetaling heeft gekocht. De New-Yorker, zooals hij reilt en zeilt, eerlijk, hoffelijk, onverwend en kinderlijk; hij is vooruitstrevend in techniek en comfort, ei behoudend is zijn godsdienst en zijn democra tische gezindheid: hij is goed gekleed, vreed zaam, vriendelijk en on-revolutionnair; hij i: dol op een bloemetje, een vuurwerk, een draai molen en een record. Hij heeft liefde voor Amerika en zijn staats instellingen. Hij heeft belangstelling voor Hollywood en zyn nonsens. Hij is met zijn vijf-en-twintig dollar in de week niet jaloersch op de Rockefellers met hun vijf-en-twintig dollar in de seconde. Hij eet al-maar warme knakworstjes op brood, ijs en rauwe sla. Hij drinkt Coco-Cola en koffie. Ik houd van den New-Yorker. Omdat hij een voudig en leergierig en idealistisch en welmee- nend is. Ik houd van den New-Yorker, zooals hij reilt en zeilt. Dat is de man dien ik in de bus en den underground ontmoet, die met z'n acte tasch naast mij staat in de lift, die zijn base ball kampioen toejuicht en bij een pei'kje met violen staat te droomen. En die den president van de Vereenigde Sta ten en de volksvertegenwoordiging kiest. En die met alle andere honderd drie en dertig millioen Amerikanen de richting bepaalt, waarin dit reusachtige en bewonderenswaardige land zal gaan: politiek en economisch, Amerikaansch en Europeesch. Een machtige mandie met z'n actetasch in de lift; met z'n krantje in den underground; met z'n vrouw en den kinderwagen 's Zondags langs de Hudson.... Mr. E. ELI AS. De „Volendam" slootte op eeil drijvend voorwerp. Schroef ernstig beschadigd. Men seint ons uit New-York d.d. 10 dezert De kapitein van de „Volendam" van de Hol- land-Amerikalijn heeft per radio bericht, dat zijn schip vannacht tusschen de Bermuda- eilanden en Nassau gestooten is op een zich onder water bevindend voorwerp, waardoor een der schroeven zoo ernstig beschadigd werd dat men genoodzaakt was met verminderde snelheid naar New-York terug te keeren. De „Volendam" is den 5den Mei uitgevaren voor een kruistocht. Er zijn 371 passagiers aan boord, die hun bezoek aan Nassau en Ha vana nu zullen moeten missen. Vervanging van opgeroepen militairen. Slechts weinig vrijwilligers meldden zich aan. Nu bekend was, dat er voor zoover mo gelijk gelegenheid zou worden geopend, dat werkende dienstplichtigen, die wegens de bui tengewone omstandigheden onder de wapenen zijn geroepen, zouden worden vervangen door vrijwilligers, hebben zeer velen van hen, die thans onder de wapenen verblijven een re quest ingediend om voor deze vervanging ;ing in aanmerking te komen. Op het moment is de toestand zelfs zoo, dat er ongeveer 3000 van deze aanvragen per dag binnenkomen. Hiertegenover is de animo van dienstplich tigen, die buiten den oproep vielen, om vrij willig onder de wapenen te gaan zeer gering gebleken. Slechts ongeveer 1500 hebben er zich aangemeld. Daar onder deze omstandigheden de selec tie van hen die eerst in aanmerking komen om te worden vervangen, uiteraard zeer veel moeite met zich bracht, is tot dusver geen de zer vrijwilligers opgeroepen. Naar wij echter vernemen, is men thans zoover dat binnen twee of drie dagen een 200 a 250 aanvragen per dag zullen kunnen worden afgedaan. Met de voorbereiding van het oproepen van werkloozen, die zich niet vrijwillig hebben aangemeld, is men nog niet gereed. Deze maatregel eischt zeer veel administra tief werk, doch ook hier maakt men thans flinke vorderingen. Twee boerderijen afgebrand. WYCHEN 10 Mei. Vanochtend zijn te Niftrïk, onder Wychen, twee boerderijen tot den grond toe afgebrand. De brand is ontstaan in de boerderij van G. van Thiel, vermoedelijk door een lek in den schoorsteen. De brandweer uit Wychen bestreed het vuur met groote kracht. Zij beschikte echter over te weinig bluschwater en moest toezien, dat beide perceelen een prooi der vlammen werden. Het vee kon men tijdig in veiligheid brengen. De brandweer uit Nijmegen, die ter assisten tie gewaarschuwd was en met groot materiaal uitrukte, behoefde geen dienst te doen. De schade wordt geraamd op vijfentwintig duizend gulden. Zij wordt door verzekering gedekt. TWEEDE KAMER DEN HAAG Woensdag. De wetsontwerpen in zake het binnenvaart recht gaven Mr. Terpstra (a.r.) aanleiding hulde te brengen aan de oud-Ministers van Justitie Donner en van Schaik alsmede aan hun opvolger Mr. Goseling, voor wat deze op dit gebied gedaan hadden. Vervolgens zong de tegenwoordige bewindsman den lof van het geen wijlen Prof. Molengraaf f en Prof. Mr. Star Busman hadden gepresteerd om als be langrijkste resultaat van het mondeling over leg tusschen Regeering en vaste commissie van voorbereiding te noemen de bepaling, waardoor de mogelijkheid geopend wordt op coördinatie van het vervoer. En toen gingen de ontwerpen zonder verder debat en zonder hoofdelijke stemming onder den hamer door. Vrijdagmiddag hoopt men in de openbare ver gadering o.m. de kwestie van het centrale vluchtelingenkamp en het wetsontwerp dat het stemmen van militairen bij volmacht bij de e.k. gemeenteraadsverkiezingen mogelijk wil maken, in behandeling te nemen. EERSTE KAMER ln de Eerste Kamer vond een kort debatje over het wetsontwerp inzake den invoer van paarden plaats. De heer M a a r s i ng h (nat. soc.) klaagde er o.a. over, dat de warmbloed fokkerij door de geldende bepalingen in een ongunstige positie verkeert, terwijl Mr. v. R a p pa r d (lib.) ontdekt meende te hebben, dat al te veel paarden hooger dan 1.45 M. ingevoerd worden, zulks in strijd met de con- tingenteeringscondities. Minister Steenberghe, die uiting gaf aan zijn warm kloppend hart voor de warmbloedpaarden op de uitvoer- mogelijkheid dier categorie kan de Regeering echter geen of nauwelijks invloed uitoefenen merkte op, dat als er door de controle eens vergissingen begaan worden, wat de schoft hoogte betreft, dit toch slechts zelden zal ge schieden. Met de aanteekening, dat de nat. soc. fractie het oppositioneele paardje bereed, ging het paardenontwerp er z.hst. door. E. v. S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7