VUfaceUUng)
Jiampw&tk
TUINMEUBELEN
Regeering
wil
aandrang
tot
deelneming
uitoefenen
jeugdige werkloozen
PARASOLS EN PLAIDS
B.J.v.LIEEVIT
k ontdek Amerika
Binnenvaartrecht.
Invoer van paarden.
D 0 WPERDA'G 11 MEI 1939
BEDRAG VAN RUIM 5 MILLIOEN
TER FINANCIERING AANGEVRAAGD
(Men zie ook pag. 1)
«Pt staat-van-dienst-boekje heeft deze be-
tJk-enis dat 't niet slechts een overzicht zal geven
Hpn arbeid, welken die jeugdige persoon in
j f van een werkgever heeft verricht, doch
tevens omtrent zijn activiteit met betrekking tot
neming aan voorzieningen, welke mogelijk
is tijdens een periode van werkloosheid.
Nu het daarbij aan lederen werkgever verbo
ten zal zijn een jeugdigen persoon beneden 21
tear in dienst te hebben zonder in het bezit te
£in van een dergelijk, dien jeugdigen persoon
hPtreffend, boekje, terwijl verwacht mag wor-
jp dat de in dat boekje aangeteekende staat
«n dienst in het algemeen een belangrijke fac
tor zal vormen bij de beoordeeling door den
werkgever van door hem in dienst te nemen
jeugdige personen, mag de functioneele betee-
ienis van het staat-van-dienst-boekje worden
gezien in den daarvan voor betrokkenen uit
banden stimulans om, meer dan tot nu toe
het geval was, deel te nemen aan de verschillen
de activiteiten der zorg voor de werklooze jeugd,
welke deelneming immers onderdeel zal uitma
ken van den in het boekje aangeteekenden staat
van dienst. Die stimulans zal nog kunnen wor
den vergroot door te bevorderen, dat de bureaux
der arbeidsbemiddeling, bij mogelijkheden tot
plaatsing van jeugdige personen van den aange
geven leeftijd in het bedrijf, met den staat van
dienst van betrokkenen rekening houden.
Behalve het hierboven besproken
voordeel, vloeit uit de invoering van een
staat-van-dienstboekje mede voort, dat
op eenvoudige en zekere wijze door
werkgevers kan worden vastgesteld
datgene, wat met betrekking tot den
staat van dienst van een jeugdigen per
soon voor hem van belang kan zijn. In
verband hiermede zullen ook, naar mag
worden aangenomen, jeugdige personen,
die den besten staat van dienst bezitten,
de meeste kans hebben op 't verkrijgen
van werk.
Ten slotte zal de invoering van een staat-van-
dienst-boekje mede dienstbaar zijn te maken
aan het verkrijgen van een nader inzicht in het
verloop der werkloosheid onder de jeugd.
In het wetsontwerp is de invoering van een
staat-van-dienst-boekje voorgesteld voor alle
niet-leerplichtige, binnen het rijk wonende,
mannelijke personen beneden den leeftijd van
21 jaar. Daarnaast echter ware aan de Kroon de
bevoegdheid te geven om hetgeen ten aanzien
van dit boekje is voorgeschreven, mede van
toepassing te verklaren ten aanzien van de bin
nen het rijk wonende, mannelijke personen van
een ouderen leeftijd tot ten hoogste 25 jaar.
Deze mogelijkheid tot uitbreiding is, naar de
meening van minister, noodig, uit hoofde van het
feit, dat de jarenlange werkloosheid meege
bracht heeft, dat de 21- tot en met 24-jarigen
den in het staat-van-dienst-boekje gelegen sti
mulans om bij werkloosheid deel te nemen aan
de vorenbedoelde cultureele voorzieningen,
voorshands niet zullen kunnen ontberen.
Aanteekeningen omtrent verdiende
loonen en gedragingen van den jeugdi
gen persoon zullen in het staat-van-
dienst-boekje niet mogen voorkomen,
zoodat dil niet tot onaangenaamheden
voor betrokkene kan leiden. De betee-
kenis van een getuigschrift blijft dus
naast het staat-van-dienst-boekje vol
ledig gehandhaafd.
Om in dienst van een ander arbeid te ver
richten zal een jeugdig persoon een staat-van-
dienst-boekje moeten bezitten, zonder hetwelk
hij niet in dienst zal mogen worden genomen.
De aan de voorgestelde wettelijke regeling,
met betrekking tot den jeugdigen persoon, ten
grondslag gelegde gedachte is echter geheel op
het vrijwillige gebaseerd.
Vandaar dat niet de jeugdige persoon verplicht
wordt om in het bezit te zijn van een staat-van-
dienst-boekje. Het wordt hem uitgereikt op zijn
verzoek. Slechts zal het den werkgever verbo
den zijn een jeugdigen persoon in dienst te heb-
oen, zonder dat hij in het bezit is van een der
gelijk, dien jeugdigen persoon betreffend, boekje.
Om redenen van practischen aard is
tijdens het dienstverband niet de jeug
dige persoon, doch de werkgever
houder van het staat-van-dienst-boekje.
De by het boekje behoorende kaart dient
om bij controle aan te toonen, dat het
ooekje aan den jeugdigen persoon, wien
het betreft, is teruggegeven, b.v. omdat
.?e de daarin gestelde aanteekeningen
wil doen overbrengen op de omtrent
dien jeugdigen persoon door de bevoeg-
kaart"Stantie aangellouden persoons-
minfci staat"van"dienst-boekje zal vanwege den
aoont W01'den uitgereikt door het betrokken
nJ j Van den socia]-en jeugddienst,
van ieugoregistratie, welke tot nu toe, bij wijze
wprM m een beperkt aantal gemeenten
te br dWar6 daar*;oe over bet geheele land uit
Blijkens de wettelijke regeling wordt in het
staat-van-dienst-boekje slechts aanteekening
gehouden van objectieve gegevens omtrent dat
gene, wat van belang is met betrekking tot den
staat van dienst van dengene, wien het betreft.
Bedrag van ruim f 5 millioen noodig.
Met het oog op den omvang en den duur van
het euvel der werkloosheid onder de jeugd, en
de voorgenomen versterkte bestrijding van dit
kwaad, zoomede van de daaruit voortvloeiende
gevolgen, zal de deelneming van jeugdige werk
loozen aan de voor hen bestaande voorzieningen,
als kampwerk, cursussen, centrale werkplaatsen,
werkobjecten en dienstboden-opleiding in
krachtige mate worden gestimuleerd. Derhalve
zullen deze voorzieningen belangrijke uitbrei
ding ondergaan.
Mede voor dit doel, alsook om een zoo
volledig mogelijk inzicht te krijgen in
den stand der werkloosheid onder de
jeugd, zal de tot heden in een beperkt
aantal gemeenten als proef ondernomen
jeugdregistratie over het geheele land
worden uitgebreid. De daarvoor in te
richten pl.m. 150 agentschappen van den
socialen jeugddienst zullen tevens be
last worden met de werkzaamheden
samenhangende met het z.g.n. staat-van-
dienst-boekje.
Bij een afzonderlijk wetsvoorstel wordt voor
Sociale Zaken verruiming van de beschikbaar
stelling van geldmiddelen gevraagd met een be
drag van f 5.275.000,Dit bedrag zal de moge
lijkheid openen om in den loop van het jaar
1939 te bewerken:
Dat, naast de 20 reeds bestaande kampen, 9
nieuwe jongens-kampen en 4 meisjeskampen
worden gebouwd, ingericht, onderhouden en ge
ëxploiteerd, waardoor het aantal in die kampen
beschikbare plaatsen, voor wat betreft de jon
gens, van circa 2000 tot circa 3000 wordt opge
voerd en voor wat betreft de meisjes, 240
plaatsen in die kampen beschikbaar zullen zijn.
Dit beteekent, dat voor 1939 circa 12.000
jongens en 480 meisjes een kampperiode van 2
tot 3 maanden kunnen medemaken.
Dat de voor de oprichting en exploitatie der
nieuw te bouwen en het uitbreiden der bestaan
de kampen benoodigde gronden door het rijk
worden aangekocht;
Dat het subsidie-percentage in de kosten dei-
kampen, daaronder begrepen de dienstboden
opleiding, wordt gebracht op 85 pet.;
Dat 6 kampwerkplaatsen, functionneerend als
centrale werplaatsen, in de kampen worden ge
bouwd en geoutilleerd:
Dat enkele nieuwe (kleinere) kampwerk
plaatsen worden gebouwd en geëxploiteerd en
bestaande kampwerkplaatsen worden verbeterd
en uitgebreid;
Dat de deelnemers en deelneemsters aan de
kampen bij den aanvang van het kamp medisch
worden gekeurd (waaronder röntgenologisch
onderzocht) en gedurende de kampperiode ge
neeskundig worden verzorgd;
Dat de 42 reeds bestaande centrale werk
plaatsen, waar noodig, worden uitgebreid, ver
beterd of van een meer doelmatige outillage
worden voorzien en daarnaast 4 nieuwe centrale
werkplaatsen worden opgericht, geoutilleerd en
geëxploiteerd, waaronder het aantal in die werk
plaatsen beschikbare plaatsen wordt opgevoerd
tot circa 4400;
Dat het doen uitvoeren van daartoe geschikte
plaatselijke werkobjecten voor jeugdigen wordt
gestimuleerd, zoodat het aantal daarbij tewerk
gestelde jeugdigen van circa 2000 tot circa 4000
kan worden opgevoerd;
Dat het aantal deelnemers aan het (Dalton)
cursuswerk en de lessen van het instituut voor
individueel onderwijs van circa 3000 tot circa
9000 wordt opgevoerd;
Dat naast de 7 reeds bestaande internaten
voor dienstbodenopleiding 3 nieuwe dergelijke
internaten worden opgericht, geoutilleerd en ge
ëxploiteerd, waardoor het aantal beschikbare
plaatsen wordt opgevoerd van circa 430 tot circa
650. Dit beteekent, dat circa 2000 meisjes in die
internaten tot dienstboden zullen kunnen wor
den opgeleid;
Dat circa 1000 meisjes door middel van de
plaatselijke cursussen tot dienstboden zullen
kunnen worden opgeleid;
dat de jeugdregistratie over het geheele land
wordt uitgebreid;
Dat de noodige propaganda wordt gevoerd
voor deelneming aan de hierboven genoemde
cultureele voorzieningen.
EEN RESTAURANT BEGREEP DE WAARDE
VAN DAGBLADRECLAME.
Een Amerikaansch restaurant is onlangs
campagne begonnen in dagbladen
'plaatste lederen dag een annonce
roet een pakkende tekst.
HaüLi j met deze advertenties in de
agbladen begon, bediende het 30 tot
gasten per dag, nu steeg het aantal
5 ?-S 101 9em|ddeld 1200 per dag
'tan.! '.Jk gaan wij voort onze adver
rBr,"'eS .ln dagbladen te concentree
White*6' direcleur' de heer Burton
Ckineezen overvallen een
Japansche bank.
Met groote buit ontsnapt.
HONGKONG, 10 Mei. Uit zeer betrouw
bare bronnen wordt vernomen dat honderd
Chineezen, die tot de guerillabenden behooren,
een opzienbarenden roofoverval hebben ge
pleegd. Zij hebben een bank te Taiwan, die
het eigendom van de Japanners was, beroofd.
De Chineezen doodden met de bajonetten de
drie Japansche wachten, forceerden de safe en
ontsnapten met den inhoud daarvan, die uit
260.000 Chineesche dollars in bankpapier en
90.000 in zilvergeld bestond.
Het Japansche commando heeft direct daar
op den staat van beleg afgekondigd en in de
geheele stad een streng onderzoek ingesteld,
waarna verdachten gearresteerd zouden zijn.
De Chineesche berichten melden dat geen der
Chineezen, die aan den roofoverval deel had
den genomen, gearresteerd werd.
(United Press)
Groote Houtstraat 62-67
Telefoon 10657 12839
(Adv, Ingez. Med.)
WAAR BORG-KLEEDTOG
G&e&si, £c/
KREYMBORG
Waarborg Kleeding
is 't merk voor echt en
fijn kleermakerswerk
(Adv. Ingez. Med.)
Rijwieldief spaarde en kocht
aandeelen.
Tevens Maatschappelijk Hulpbetoon
opgelicht.
Voor de tweede maal binnen acht dagen
is het de recherche van de Rc-tterdamsche
politie gelukt de hand te leggen op eenige
rijwieldieven, die indertijd achttien rijwielen
gestolen hebben. Een hunner heeft bovendien
tijdens een periode van werkloosheid den
dienst van maatschappelijk hulpbetoon voor
een aanzienlijk bedrag benadeeld. Voor het
geld „dat de man er bij verdiende, heeft hij
eenige aandeelen Anaconda Copper en
Bethlehem Steel gekocht.
De zaak kwam aan het rollen doordat de
24-jarige rijwielhersteller F. M. van rijwiel
diefstal werd verdacht. De man werd danig
aan den tand gevoeld en het resultaat was,
dat hij toegaf in het najaar van 1937 en in
het begin van 1938 enkele rijwielen te hebben
gestolen. Dit deed hij, omdat hij werkloos
was. In 1938 echter, zoo vertelde hij, kreeg
hij werk en toen heeft hij een streep gezet
onder deze periode. Na deze bekentenis kon
de politie nog aanhouden den 42-jarigen
chauffeur-monteur P. J. D., die terzake van
heling eveneens gearresteerd kon worden. M.
werd op vrije voeten gesteld, omdat hij werk
heeft.
Het onderzoek werd echter voortgezet en
dat leidde in een richting, wel'ke minder
gunstig was voor M. Er bleek n.l. dat hij nog
gestolen heeft, nadat hij werk gekregen had.
Weer werd hij aangehouden en nu werd hij
definitief in het hoofdbureau opgesloten. Ook
was er aanleiding om 's mans broer, den 30-
jarigen havenarbeider C. F. M., aan te houden
en in te sluiten. Bij het plegen van de dief
stallen heeft deze op den uitkijk gestaan,
terwijl hij eveneens afzetgebied voor de ge
stolen fietsen trachtte te vinden.
Het resultaat van het onderzoek wa-s, dat
in achttien rijwieldiefstallen klaarheid ge
bracht kon worden.
Het onderzoek leverde nog nieuwe, onge
dachte. gezichtspunten op, want het bleek,
dat de chauffeur P. J. D. Maatschappelijk
Hulpbetoon voor een niet onaanzienlijk be
drag heeft opgelicht. Toen hij steun trok
had hij tegelijkertijd werk en het geld, dat
hij hiermede verdiende, spaarde hij naarstig
op. Toen hij een aardie bedrag bijeen had
heeft hij hiervoor eenige aandeelen Anaconda
Copper en Bethlehem Steel gekocht. Aan dit
alles is thans door het optreden van de Rot-
terdamsche politie een einde gekomen.
Den Haag heeft de modernste
brandspuit van ons land.
Tal van nieuwe vindingen verwerkt.
Dat de Haagsche politiebrandweer zioh een
nieuwe automobiel-brandspuit heeft aange
schaft, is op zichzelf niet het vermelden
waard. Wanneer men echter weet, dat
brandspuit de modernste in Nederland is en
dat tal van nieuwe vindingen hierin zijn ver
werkt, dan wordt de zaak anders.
Het nieuwe van deze brandspuit is, dat hij
voorzien is van een waterpomp zoowel als
van een schuimpomp en wel een schuimpomp
voor luchtschuim, wat aanmerkelijk goedkoo-
per en practischer is dan chemisch schuim
De waterpomp kan aangesloten worden
zoowel op brandkranen als in slooten, plassen
e.d.
De pomp kan 2500 liter water per minuut
afleveren en een straal geven van 90 meter
hoogte.
Wat de schuimpomp betreft, deze is een
luchtschuimpomp. Het luchtschuim heeft de
volgende voordeelen boven chemisch schuim.
Het is goedkooper en wel zeer belankrijk
want chemisch schuim kost ongeveer 12 per
kubieke meter, met lyaterschuim momen
teel. 45 cent per zelfde hoeveelheid, terwijl
die prijs zelfs nog gedrukt kan worden.
Voorts nemen de grondstoffen, benoodigd
voor chemisch schuim, veel meer plaats in
dan die voor luchtschuim en laat het che
misch schuim vlekken achter, wat bij lucht
schuim niet het geval is.
De beide pompen kunnen zoowel afzonder
lijk als tegelijk werken.
Alle benoodigde onderdeelen zijn overzich
telijk en op gemakkelijk en snel bereikbare
plaatsen aangebracht, waarbij de vinding
rijkheid van ir. Eggink schied geen grenzen
kende. We vinden daarbij zuurstofapparaten
met automatische doseering, gasmaskers van
de nieuwe uitvoering, een arpaxbijl voor
20.000 volt spanning enz. enz.
Als bijzonderheid kan nog gemeld worden,
dat de complete wagen een maximum snel
heid haalt van 100 K.M. per uur en dat de
spuitslangen voorzien zijn van een door ir.
Eggink uitgevonden systeem, waarbij tege
lijkertijd met een sproeier en met een straal
kan worden gespoten. Het voordeel daarvan
is, dat de brandweerlieden het vuur zeer dicht
kunnen naderen, omdat zij door een sproei
gordijn tegen de groote hitte beschermd zijn.
POGING TOT KARAKTERISTIEK.
De New-Yorker, dat is: de gemiddelde New-
Yorker; dat is: de New-Yorker zooals hij reilt
en zeilt, De New-Yorker zooals hij reilt en zeilt,
dat is niet meneer Rockefeller, die met zijn vijf
zoons het spaarduitje van den ouden John D.
beheert: 800.000.000 dollar, rentende 40.000.000
dollar 's jaars. Nu u en dan ik weer
En dat is ook niet meneer Vanderbilt, noch
de heer J. P. Morgan, van de bank die geen de
posito onder de 50.000 dollar neemt en die wan
neer dat dan al goedgunstig geschiedt overleg
ging van goede getuigschriften vereischt, anders
mag het niet eens.
De gemiddelde New-Yorker dat is één van de
zeven-en-een-half millioen New-Yorkers die
hard werken voor him brood: de één alleen met
boter, de ander met boter plus pindakaas, de
derde met misschien nog wel een stukje knof-
look-worst bovendien. Dat is één van de zeven-
en-een-half-millioen die 's morgens naar hun
werk gaan en 's avonds aan het knopje van de
radio draaien, Zaterdagsavonds naar de bios
coop gaan en Zondagmiddag langs de Hudson of
door het Centralpark gaan wandelen.
Eén van de zeven-en-een-half millioen die al
maar kranten koopen, headlines lezen en kran
ten weggooien.
Die méér belangstelling hebben voor het hu
welijk van den prachtigen Tyrone Power met de
schoone Anabella dan voor de koersen van Wall-
street.
Want de schoone Anabella is uit het sprookje
van weelde en rijkdom dat hij tot op zijn sterf
bed droomt en wie interesseert zich voor Wall-
street, die de laatste afbetalingstermijn van zijn
radio, zijn stofzuiger en de bontmantel van zijn
vrouw nog moet betalen?
De New-Yorker zooals hij reilt en zeilt is de
man dien ik in de bus en den underground ont
moet, die met z'n actetasch naast mij staat in
een van de twee-en-vijf tig liften van Empire
State building; die met nog zevenduizend an
dere zeilers en reilers zit te kreunen van ver
wondering en bewondering bij de kleurige bal
letkunst van Radio-Cityhall; die zijn baseball-
kampioen toejuicht en die staat te genieten bij
een perkje met violen in een karig plantsoen.
De New-Yoi'ker is onverwend. Ik geloof dat
een Nederlander verwender is. De New-Yorker
staart zich de oogen uit naar één van de vier
magere boomen die zoo juist, van Rockefeller-
wege, in het asfalt van Fifth Avenue geplant
zijn. Hij vindt die zelfde Fifth Avenue de mooi
ste winkelstraat van de wereld, maar hij kent
noch de Rue de la Paix, noch de Rue Rivoli en
die zijn mooier. Hij denkt dat het strand van
Coney Island het heerlijkste strand op aarde is,
maar dat is het eenige strand op aarde dat hij
kent. Hij is nooit in Florida geweest en nimmer
op Schiermonnikoog. De New-Yorker vindt de
meubels in de étalages van de meubelwinkels
zoo mooi, zoo smaakvol en zoo rijk en hij weet
niet dat uw grootmama dien stijl al een beetje
ouderwetsch ging vinden. Hij vindt de landhuis
jes van Great Beck en Jackson Heights het lie
felijkste en schoonste dat de architectuur kan
voortbrengen, maar als Nederlander staat ge
verbaasd te kijken naar al die gelijkvormige
poppenhuizen, zooals je die als kind teekende,
en denk je aan Wassenaar, Bloemendaal, Laren
en Haren en hoe ver de Nederlandsche bouw
kunst die van de nieuwe wereld vooruit is.
De New-Yorker is kinderlijk. Hij kijkt zich
de oogen uit het hoofd naar een filmjuffrouw
die in het hotel afstapt, waar zij tien jaar ge
leden de borden mocht wasschen. Hij gelooft dat
er in iedere chocoladereep en in elk glas sinaas
appelsap een week meer leven zit, om dat een
reclame zegt dat dat zoo is. Hij denkt dat de
wereldtentoonstelling inderdaad „the World of
tomorrow" in beeld brengt, want dit is hem drie
jaar lang van alle schuttingen en uit alle micro
foons er» advertentiepagina's toegeschreeuwd,
-gefluisterd en -gezongen. Hij gelooft dat het
duurste ook het mooiste, het lekkerste of het
wijste is. Dat het modernste modern zal blijven.
Dat Europa een soort gekkenhuis voor oude
dames en heeren is. Dat Nederland zoo klein is
als Elliseiland. Dat je in Amsterdam struikelt
over de molens en dat Rotterdam geurt van de
hyacinten.
De New-Yorker is democratisch. Hij is vrien
delijk en beleefd. De bakker zegt „helloh!"
wanneer gij een broodje bij hem koopen komt
en de kapper klopt u op den schouder wanneer
uw baard er af is. Hij maakt geen ruzie en is
niet hatelijk of venijnig. Hij is uws gelijke en
gij zijt zijns gelijke. Hij heeft resepet voor groote,
rijke, wijze of kunstzinnige mannen. Maar dat
respect doet aan die gelijkheid niets af. De man
met het draaiorgel vereert Toscanini, maar hij
is een mensch en Toscanini is een mensch en als
mensch en mensch zijn zij gelijk. Daarom neemt
een New-Yorker alléén zijn hoed af voor een
vrouw en nooit voor een man. Zelfs niet voor
La Guardia.
De New-Yorker is vaderlandslievend. Amerika
is voor hem het machtigste, het mooiste, het
heerlijkste en het vrijste land. Alles wat Ameri
kaansch is, is onverbeterlijk. Van de Grondwet
af tot Bing Crosby toe. Van de Rocky Moun
tains tot het eendenvijvertje in het park.
Het is verheffend te ervaren hoe mannen als
Lincoln, Grant en Washington hier vereerd wor
den, hoe de Amerikaan zich voortdurend ervan
bewust is wat die mannen voor hem persoonlijk
bereikt en bevochten hebben. En hoe hij zijn
grondwettelijke rechten van vrij staatsburger en
mensch welbewust waardeert.
De New-Yorker is godsdienstig. Hij gaat
iederen Zondag naar de kerk en hij vereert de
predikers, die welsprekend zijn als alle Ameri
kanen. Doch geen preek of zij kiest de actuali
teit tot onderwerp. Hitler, Mussolini en Roose
velt, het nationaal-socialisme, het fascisme en
de democratie staan, ook in de kerk, in het mid
delpunt. Ik hoorde Fosdick, den dominé; Do
nahue, den bisschop; Wise, den rabbijn.... him
preeken handelden over de actualiteiten van de
wereld.
De New-Yorker heeft belangstelling voor al
dat belangrijk is en voor veel dat niet-belang-
rijk is. Hij heeft de beste kranten en tijdschrif
ten die er op de wereld verschijnen. En hij leest
die leergierig en met graagte. Hij heeft de
onschuldigste kranten en tijdschriften ter wereld
en hij leest die met even groote belangstelling.
Hij zit 's morgens om zes uur voor de radio om
Adolf Hitler te hooren en hij staat vier uur te
wachten om het puntje van het hoedje van Joan
Crawford te zien.
De New-Yorker let op de kleintjes; daarom
koopt hij geen krant van drie cent als hij er een
voor twee cent kan krijgen en daarom vindt hij
vijf cent méér voor een ondergrondschen rit van
drie kwartier van de tentoonstelling schandelijke
afzetterij; maar hij spaart niet en hij heeft altijd
schuld omdat hij zijn radio en zijn stofzuiger en
de bontmantel van zijn vrouw óp afbetaling
heeft gekocht.
De New-Yorker, zooals hij reilt en zeilt,
eerlijk, hoffelijk, onverwend en kinderlijk; hij
is vooruitstrevend in techniek en comfort, ei
behoudend is zijn godsdienst en zijn democra
tische gezindheid: hij is goed gekleed, vreed
zaam, vriendelijk en on-revolutionnair; hij i:
dol op een bloemetje, een vuurwerk, een draai
molen en een record.
Hij heeft liefde voor Amerika en zijn staats
instellingen.
Hij heeft belangstelling voor Hollywood en
zyn nonsens.
Hij is met zijn vijf-en-twintig dollar in de
week niet jaloersch op de Rockefellers met
hun vijf-en-twintig dollar in de seconde. Hij eet
al-maar warme knakworstjes op brood, ijs en
rauwe sla. Hij drinkt Coco-Cola en koffie.
Ik houd van den New-Yorker. Omdat hij een
voudig en leergierig en idealistisch en welmee-
nend is. Ik houd van den New-Yorker, zooals
hij reilt en zeilt. Dat is de man dien ik in de bus
en den underground ontmoet, die met z'n acte
tasch naast mij staat in de lift, die zijn base
ball kampioen toejuicht en bij een pei'kje met
violen staat te droomen.
En die den president van de Vereenigde Sta
ten en de volksvertegenwoordiging kiest. En die
met alle andere honderd drie en dertig millioen
Amerikanen de richting bepaalt, waarin dit
reusachtige en bewonderenswaardige land zal
gaan: politiek en economisch, Amerikaansch en
Europeesch.
Een machtige mandie met z'n actetasch
in de lift; met z'n krantje in den underground;
met z'n vrouw en den kinderwagen 's Zondags
langs de Hudson....
Mr. E. ELI AS.
De „Volendam" slootte op eeil
drijvend voorwerp.
Schroef ernstig beschadigd.
Men seint ons uit New-York d.d. 10 dezert
De kapitein van de „Volendam" van de Hol-
land-Amerikalijn heeft per radio bericht, dat
zijn schip vannacht tusschen de Bermuda-
eilanden en Nassau gestooten is op een zich
onder water bevindend voorwerp, waardoor
een der schroeven zoo ernstig beschadigd werd
dat men genoodzaakt was met verminderde
snelheid naar New-York terug te keeren.
De „Volendam" is den 5den Mei uitgevaren
voor een kruistocht. Er zijn 371 passagiers
aan boord, die hun bezoek aan Nassau en Ha
vana nu zullen moeten missen.
Vervanging van opgeroepen
militairen.
Slechts weinig vrijwilligers meldden zich aan.
Nu bekend was, dat er voor zoover mo
gelijk gelegenheid zou worden geopend, dat
werkende dienstplichtigen, die wegens de bui
tengewone omstandigheden onder de wapenen
zijn geroepen, zouden worden vervangen door
vrijwilligers, hebben zeer velen van hen, die
thans onder de wapenen verblijven een re
quest ingediend om voor deze vervanging
;ing in aanmerking te komen. Op het moment
is de toestand zelfs zoo, dat er ongeveer 3000
van deze aanvragen per dag binnenkomen.
Hiertegenover is de animo van dienstplich
tigen, die buiten den oproep vielen, om vrij
willig onder de wapenen te gaan zeer gering
gebleken. Slechts ongeveer 1500 hebben er
zich aangemeld.
Daar onder deze omstandigheden de selec
tie van hen die eerst in aanmerking komen om
te worden vervangen, uiteraard zeer veel
moeite met zich bracht, is tot dusver geen de
zer vrijwilligers opgeroepen. Naar wij echter
vernemen, is men thans zoover dat binnen
twee of drie dagen een 200 a 250 aanvragen
per dag zullen kunnen worden afgedaan.
Met de voorbereiding van het oproepen van
werkloozen, die zich niet vrijwillig hebben
aangemeld, is men nog niet gereed.
Deze maatregel eischt zeer veel administra
tief werk, doch ook hier maakt men thans
flinke vorderingen.
Twee boerderijen afgebrand.
WYCHEN 10 Mei. Vanochtend zijn te Niftrïk,
onder Wychen, twee boerderijen tot den grond
toe afgebrand.
De brand is ontstaan in de boerderij van G.
van Thiel, vermoedelijk door een lek in den
schoorsteen. De brandweer uit Wychen bestreed
het vuur met groote kracht. Zij beschikte echter
over te weinig bluschwater en moest toezien, dat
beide perceelen een prooi der vlammen werden.
Het vee kon men tijdig in veiligheid brengen.
De brandweer uit Nijmegen, die ter assisten
tie gewaarschuwd was en met groot materiaal
uitrukte, behoefde geen dienst te doen.
De schade wordt geraamd op vijfentwintig
duizend gulden. Zij wordt door verzekering
gedekt.
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Woensdag.
De wetsontwerpen in zake het binnenvaart
recht gaven Mr. Terpstra (a.r.) aanleiding
hulde te brengen aan de oud-Ministers van
Justitie Donner en van Schaik alsmede aan
hun opvolger Mr. Goseling, voor wat deze op
dit gebied gedaan hadden. Vervolgens zong de
tegenwoordige bewindsman den lof van het
geen wijlen Prof. Molengraaf f en Prof. Mr.
Star Busman hadden gepresteerd om als be
langrijkste resultaat van het mondeling over
leg tusschen Regeering en vaste commissie
van voorbereiding te noemen de bepaling,
waardoor de mogelijkheid geopend wordt op
coördinatie van het vervoer. En toen gingen
de ontwerpen zonder verder debat en zonder
hoofdelijke stemming onder den hamer door.
Vrijdagmiddag hoopt men in de openbare ver
gadering o.m. de kwestie van het centrale
vluchtelingenkamp en het wetsontwerp dat
het stemmen van militairen bij volmacht bij
de e.k. gemeenteraadsverkiezingen mogelijk
wil maken, in behandeling te nemen.
EERSTE KAMER
ln de Eerste Kamer vond een kort debatje
over het wetsontwerp inzake den invoer van
paarden plaats. De heer M a a r s i ng h (nat.
soc.) klaagde er o.a. over, dat de warmbloed
fokkerij door de geldende bepalingen in een
ongunstige positie verkeert, terwijl Mr. v.
R a p pa r d (lib.) ontdekt meende te hebben,
dat al te veel paarden hooger dan 1.45 M.
ingevoerd worden, zulks in strijd met de con-
tingenteeringscondities. Minister Steenberghe,
die uiting gaf aan zijn warm kloppend hart
voor de warmbloedpaarden op de uitvoer-
mogelijkheid dier categorie kan de Regeering
echter geen of nauwelijks invloed uitoefenen
merkte op, dat als er door de controle eens
vergissingen begaan worden, wat de schoft
hoogte betreft, dit toch slechts zelden zal ge
schieden. Met de aanteekening, dat de nat.
soc. fractie het oppositioneele paardje bereed,
ging het paardenontwerp er z.hst. door.
E. v. S.