Tunis Zelfs de Maginot-linie ontbreekt niet Litteraire Kantteekeningen. Lupine als sierplant Bevolking is zeer Fransch gezind (Van een bijzonderen, medewerker) TUNISIA! Tunisia!riepen de door het bezielend woord van hun Duce in vervoering gebrachte Calabriërs in Reggio en andere plaatsen in Zuid- Italië, toen Mussolini daar kort geleden een bezoek bracht en er in zijn vurige redevoe ringen sprak van de noodzakelijkheid voor Italië om uit te zien naar nieuwe mogelijkhe den teneinde nog beter dan nu in staat te zijn aan zijn steeds toenemende bevolking een onbezorgde toekomst te verzekeren. Expansie, uitbreiding van het overzeesche gebied, emi gratie en kolonisatie vormden de kernpunten van zijn betoog. En de menigte begreep hem. Verbetering van positie, uitbreiding van in komsten en dus een ruimer voorziene disch, dat zijn dingen, die zoo gemakkelijk en direct tot de massa spreken. Dat is de eeuwen door al zoo geweest. De Romeinsche Caesaren wis ten deze tactiek ook naar waarde te taxeeren en zij gaven aan het volk zijn „panem et cir- censes", brood en spelen, en de dictator van nu doet in feite hetzelfde. Ook in dit opzicht is er weer niets nieuws onder de zon en de geschie denis herhaalt zich heel eenvoudig. Daar ko men heelemaal geen moderne fascistische theorieën aan te pas. Trouwens, Mussolini heeft zich geheel in de glorie van het oude Imperium ingeleefd en meermalen heeft hij het ook eerlijk en ronduit te kennen gegeven, zooals bij de feesten ter gelegenheid van de Keizer Augustus herdenking, dat het oude we reldrijk om de Middellandsche Zee het ideaal en de inspiratie moet zijn voor lederen patriot- tischen Italiaan. Niet alleen in Calabrië, maar overal in Ita lië wordt de bevolking systematisch vertrouwd gemaakt met de gedachte dat vooral Tunis om zoo te zeggen nog de onmisbare „missing link" is in den keten van Italiaansche territoria en invloedssferen om de Middellandsche Zee, het Imperium Romanum van de 20e eeuw. Dat wil nu weer volstrekt niet zeggen dat Tunis ook inderdaad het laatste desideratum is. Eenige twijfel is hier niet misplaatst, want op de fas cistische verlanglijst komt ook nog wel wat anders voor. hetgeen tot uitdrukking komt op een prentbriefkaart, die tegenwoordig in alle boekwinkels en restaurants verkrijgbaar is en waarop duidelijk staat aangegeven hoe het Romeinsche Keizerrijk er bij den dood van Keizer Augustus in 14 n. Chr. uitzag. En dan ziet de aandachtige toeschouwer al met één oogopslag dat niet alleen Tunis daartoe be hoorde men denke aan het oude Carthago maar evenzeer Libië, Cirenaica, Egypte, Pa lestina, Syrië, Turkije en tenslotte de geheele Balkan. Er zijn dus ook nog wel enkele andere, zoo al niet natuurlijke, dan toch zeker wel historische aspiraties. Maar op Tunis is in ieder geval voor het oogenblik de volle aan dacht gevestigd en het wordt geleidelijk doelbewust 111 de centrale belangstelling van het fascistisch publiek getrokken. In het aan Tunis grenzende Libië hebben onder leiding van maarschalk Balbo voortdurend manoeu vres plaats. Maarschalk Goering heeft er met de Paaschdagen de situatie persoonlijk opge nomen en nu, terwijl dit artikel wordt ge schreven, is de Duitsche opperbevelhebber ge neraal von Brauchitsch, vergezeld van gene raal Pariani van het Italiaansche ministerie van oorlog, er op inspectiebezoek. Dreigende wolken pakken zich samen boven Noord- Af rika Tunisia! Tunisia! „La France présent!" zei dezer dagen de Fransche minister van openbare werken De Monzie bij zijn bezoek aan Polen, toen hij sprak van de hulp, die Frankrijk in geval van nood aan zijn bondgenoot zou geven. En dit „La France présent" geldt evenzeer voor Tunis. Het is er inderdaad present, en wel met een groote legermacht en een uitgebreid ver dedigingsstelsel. Men weet het, Frankrijk is niet van zins dit Noord Afrikaansch gebied, waarover het sinds 8 Juni 1883 het protecto raat voert, aan zijn lot over te laten. En in het tegenwoordig stadium, nu er een anti- agressiefront is gevormd met den machtigen steun van de Vereénigde Staten op den ach tergrond, zal de regeering Daladier zelfs niet tot eenigerlei onderhandeling met Italië over deze aangelegenheid bereid zijn. Dat blijkt al wel voldoende uit de militaire voorzorgsmaat regelen, die reeds getroffen zijn en de uitbrei ding en verbetering van het verdedigingsappa raat, waaraan hier nog dagelijks wordt ge werkt. Zoo zag ik gisteren opnieuw een trein, volgeladen met veldgeschut, tanks en pantser wagens, benevens het noodige bedieningsper soneel, naar Zuid Tunis, de richting van de Libische grens, vertrekken. Het meest zuidelijk gelegen stadje, Gabes, is nu één groot militair kampement geworden. Het is het hart van de Tunesische Maginot-linie. Ik ben er deze week geweest. Een burger is er nu een zeldzame ver schijning. De hotels en particuliere wo ningen zijn vol militairen en door de straten dreunen onophoudelijk de zware camions, be geleid door ordonnansen op motorfietsen. Het is er als aan het front in tijd van oorlog. Want cok het motorgeronk van de vliegtuigen is niet van de lucht. Even buiten Gabes, daar waar de woestijn begint, is een groot militair vliegveld aangelegd, waar tientallen jagers en verken ningstoestellen druk oefenen. Het geheele ge bied langs de Libische grens is in staat van verdediging gebracht en vormt als het ware één keten van versterkingen, mitrailleurnes ten en versperringen. En de aanvaller kan er op rekenen-dat ook de noodige tanks niet ont breken, die juist in een terrein als dit woes tijngebied belangrijke diensten kunnen be wijzen. Inderdaad is Tunis nu tot de tanden gewa pend. Want uiteraard is ook de kustverdedi ging in gereedheid gebracht. Bizerte, aan de noordkust, is een krachtig versterkte oorlogs haven, en als men per trein langs de oostkust reist van Tunis naar Gabes, over Sousse en Sfax, een afstand van meer dan 300 K.M., dan zijn langs de geheele route de khaki-unifor- men van de soldaten, waarbij veel Senegalee-1 zen, telkens even zichbaar achter bermen en huizen of onder hier en daar verspreid staande boomgroepen. Dag en nacht zijn ze daar op hun post. En de burgerbevolking van Tunis is al evenzeer op alles voorbereid. Deze week wor den in alle steden en dorpen alarmoefeningen gehouden tegen aanvallen uit de lucht. 12 millioen inwoners, waarvan ongeveer 200.000 Europeanen, hoofdzakelijk Fransehen en Ita lianen. Ik kom hierop straks nog terug. De Inheemsche bevolking is voor het over- groote gedeelte Islamiet of, zooals men het hier noemt, Muzelman. Dat is reeds vele eeuwen zoo geweest. De Arabische veroveraar Sidi Okba, die een belangrijk deel van Noord Afrika onderwierp, vestigde zijn rijk, en daar mede tegelijkertijd zijn godsdienst, in Tunis. De autochtone bevolking bestaat echter niet uit Arabieren, maar uit Berbers, ook al zijn taal, zeden en gewoonten Arabisch gebleven. De Tunesiër is zeer sterk aan zijn geloof ge hecht. Juist dit feit, deze liefde voor den Islam, is onder de huidige omstandigheden in politiek opzicht voor Frankrijk van de grootste betee- kenis. Want de antipathie van den Muzelman jegens het fascistisch regime berust grooten- deels op het feit dat Italië in zijn oogen den Islam en diens gezag beknot, nu onlangs nog weer door de verovering van het Islamitische Albanië. En de Tunesische pers, in al haar ge ledingen, wordt niet moede in haar bericht geving aan te toonen hoezeer de geloovigen van het fascisme te lijden hebben, met name in de Islamitische landen waar de Duce reeds den scepter zwaait, zooals in Libië en Alba niëHier voor mij liggen twee krantenbe richten van deze week; het een heeft als op schrift: „De aanvallen van Italië op den Is lam"; boven het andere staat: „Fascistisch vandalisme", en het schildert in felle kleuren het bombardement van het archaeologiseh mu seum te Valona in Albanië, de vroegere ver blijfplaats van Ismail Kemal Bey Vlora. Da gelijks vindt men berichten van dezen aard in de bladen. En het is mij gebleken dat de Mu- zelmansche antipathie jegens Italië inderdaad ook onder het volk heeft wortel geschoten. In gesprekken, die ik met Inheemschen hierover had, kwam dit duidelijk aan den dag. Italië zal, als het te eeniger tijd tot een aan val op Tunis zou besluiten, niet alleen een krachtig Westersch militair verdedigingsappa raat tegenover zich vinden, maar evenzeer een sterk vijandig gezinde Inheemsch-Islamitische bevolking. En men moet zich afvragen, welke van deze twee het gevaarlijkst zou zijn. Er is nog een andere bevolkingsgroep, die zich onvoorwaardelijk achter de Fransche vlag schaart. Het zijn begrijpelijkerwijs de Joden, waarvan er hier eenige tienduizenden gevestigd zijn. Nu de toestand dreigend blijft, hebben ook zij besloten om mede te werken aan de verdediging van Tunis. Zoo heeft Zon dagmorgen een groote Joodsche bijeenkomst plaats gehad onder leiding van Opperrabijn David Ktorza, waarbij besloten werd om gelden bijeen te brengen en de Joodsche valide bur gers aan te moedigen vrijwillig dienst te nemen in het Fransche leger. Tenslotte de Italianen. Zij zijn hier in even grooten getale vertegenwoordigd als de Fran- schen. Ook op het economisch leven is hun invloed niet gering. Maar zij zijn en dit is voor Frankrijk wederom een belangrijk voor deel in twee kampen verdeeld: tegenover de fascisten vindt men hier tallooze democrati sche Italianen, die zelfs een eigen dagblad „II Giornale" hebben. Na de groote Rijksdag rede van Hitier de vorige week gaf dit blad het gesprokene weer met het volgende op schrift in vette letters over de geheele front pagina gedrukt: „Hitier blijft op oorlog aan sturen". Dit is wel een eenigszins ander ge luid dan dat, hetwelk de andere Italiaansche pers laat hooren! En deze week organiseert de „Unione Populare Italiana" in geheel Tunis openbare bijeenkomsten, waar krachtig wordt aangedrongen op versterking van de banden tusschen Italië en Frankrijk, terwijl het fas cistisch regime in de meest krasse termen wordt veroordeeld. Op de meeting in de stad Tunis, waar niet minder dan 4000 menschen bijeen waren, Franschen, Italianen en In heemschen, riep een der sprekers, de Italiaan Cabrelli, lid van de „Vriendschapsbond Frank- rijk-Italië" uit dit in antwoord op het ver wijt dat een democratisch voelend Italiaan een landsverrader zou zijn dat juist de fas cistische regeering en haar aanhang zich aan landverraad schuldig maken, daar zij het Italiaansche vaderland en zijn leger hebben onteerd door toe te laten dat Duitsche gene raals thans voortdurend de Italiaansche weer macht controleeren en Hitier aldus kennelijk op het oogenblik de lakens uitdeelt in Italië en zijn koloniën. De spreker oogstte een storm- achtigen bijval. Overigens laat ook het fascistisch Italië zich niet onbetuigd. I11 de meeste Tunesische steden zijn clubgebouwen van de partij opgericht, een roote boekhandel zorgt er voor dat de offi- cieele dag- en weekbladen en andere actueele lectuur steeds verkrijgbaar zijn, terwijl men voorts overal Italiaansche scholen en bank instellingen ziet. Als regel vindt men deze bouwen op de groote boulevards en pleinen, dus op de belangrijkste en drukste gedeelten en centra der stad en het valt inderdaad zeer op daar, hoog aan den vlaggemast. de Italiaan sche vlag boven Tunis te zien wapperen. Wat dan ook de bedoeling is van de eigenaren dezer tricolores. Want propaganda, in welken vorm ook, is een specialiteit der dictaturen, die dit vak tot in onderdeelen verzorgen! Zoo wacht Tunis de komende dingen thans af. En het doet dit in alle kalmte en zeker van zijn zaak, want leger en bevolking, Muzel mannen en Joden en een groot deel ook van de Italiaansche bevolking vormen nu geza menlijk één front. Het zal Italië niet gemak kelijk vallen hier vasten voet te krijgen. Tunis, inderdaad in al zijn geledingen, wenscht Fransch te blijven. Een Noor te Schagen gearresteerd. Verdacht van spionnage. SCHAGEN. 10 Mei. Gisteren is alhier aan gehouden de 64-jarige Noor O. B., die verdacht wordt van spionnage. De man logeerde sinds eenige dagen in een hotel hier ter stede. Hij had zich op verdachte wijze van Schagen uit naar Den Helder er Wieringen begeven, waar hij door zijn gedra gingen de aandacht trok van de militaire auto riteiten. Deze waarschuwden de rijkspolitie in Schagen, die hem gisteravond opwachtte en arresteerde. De man is naar Wieringen overgebracht en ter beschikking van de militaire autoriteiten gesteld. FAILLISSEMENTEN Door de Arrondissements-Rechtbank te Haar lem zijn de volgende faillissementen uitgespro ken op Dinsdag 9 Mei 1939. E. L. P. M. Brantjes, handelende onder den naam Technisch Handelsbureau Eduard Brantjes wonende te Haarlem, Iepenrodestraat 16. Cura tor Mr. L. S. Römelingh te Haarlem. F. Tol, vischhandelaar, wonende te Haarlem, Leidscheplein 33c. Curator Mr. J. D. de Haan', te Haarlem. J. L. van Dijk, timmerman, wonende te Bad hoevedorp, gem. Haarlemmermeer, Havikstr. 9. Curator Mr. J. H. Ekering te Haarlem. De N.V. Papierwarenfabriek P. Dekker Jans- zoon, gevestigd en kantoorhoudende te Wormer- veer, Zuideinde 15. Curator Mr. F. A. Davidson, te Haarlem. Rechter-Commissaris in al deze faillissemen ten Mr. E. J. W. Top te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de faillissementen van: M. Strijder, vrachtrijder, wonende te Santpoort Kerkweg 48, Curator Mr. E. van Tuinen te Drie huis, gem. Velsen. C. Bron, eertijds veehouder, wonende te Zaan dam, Kalf 282, Curator Mr. H. M. C. Dekhuyzen te Zaandam. Door het verbindend worden der Uitdeelings- lijst zijn geëindigd de faillissementen van: H. J. J. van Grins ven Jr., exploitant van een publiciteitsbureau, wonende te Heemstede. Cu rator Mr. F. A. Davidson te Haarlem. H. J. van Grinsven Sr. houder van een publi citeitsbureau, wonende te Heemstede. Curator Mr. F. A. Davidson, te Haarlem. J. Huyer, behanger, wonende te Haarlem, Pijn boomstraat 93, Curatrice Mevr. Mr. R. de Vries- Spier te Haarlem. t X u - V V'-C -V' V De werkzaamheden aan de toegangswegen tot het in aanbouw ziinde 1 Station te Amsterdam zijn in vollen gang. Het leggen van rails en wissels i l verlengde van de Amstellaan Complot in Ecuador. Vijftig, arrestaties. QUITO, 19 Mei (Havas). De regeering heeft een revolutionair complot onder leiding van ex gepen- sionneerd kolonel, Luis Larrea Alba, leider van een uiterst linksche groep, ontdekt. Alba en een vijftigtal ande ren zijn gearresteerd. Officieel wordt ontkend dat de bewering van Alba, dat de president der republiek, Mosquera Narvaez de Galapagos-eilanden zou hebben verkocht waar zou zijn. Narvaez heeft verder verklaard dat hij iedere poging van de lmkschen om zich van de macht mees ter te maken, met kracht zal onderdrukken. Het kabinet heeft besloten de buitengewone volmachten voor den president te handhaven, Te Quito is alles kalm. Franco naar Berlijn? Op uitnoodiging van Goering. PARIJS, 10 Mei (Havas). De cor respondent van de „Excelsior" te Ber lijn bericht, dat Goering generaal Franco zal verzoeken begin Juni naar Berlijn te komen, teneinde tegen woordig te zijn bij de parade van de Duitsche troepen, die in Spanje heb ben gestreden. De correspondent voegt hieraan toe, dat men van deze gele genheid gebruik zou willen maken om de politiek-militaire overeenkomst van Milaan te parafeeren. Engelsch legerdepót door brand vernield. Groote hoeveelheid materiaal verloren gegaan. NOTTINGHAM, 10 Mei. Een ernstige brand heeft een groot legerdepót vernield, alsmede een groot aantal motorrijtuigen, banden en ander materiaal. De brandweerlieden van Derby, Beeston er Longeaton hebben hun collega's van Notting ham geassisteerd bij het blussehingswerk. De vlammen verspreidden zich vlug over het ge heele gebouw en bereikten weldra de slangen van de petroleumtanks, die ontploften. Gedurende den wereldoorlog diende dit ge bouw als munitiefabriek. (United Press) ZOO zijn thans veler oogen op dit deel van Noord Afrika gericht. Tunis, belangrijk om zijn gerst, olijfolie, dadels en fosfaten heeft ruim A. den Doolaard. De bruiloft der zeven zigeuners. Am sterdam - Querido's Uitg. De Balkan blijft den schrijver trekken en als een Balkan-Casanova verschijnt ons de mannelijke hoofdfiguur van dit zeer gelukte nieuwe boek van Den Doolaard. Den held er van zou men hem misschien ongaarne noe men, dezen Branco Markowitsj voor wien de vrouw slechts jachtwild schijnt te zijn, dat hij, bij toevallig niet voorhanden zijn, ver vangt door zware drinkpartijen en redeloos gefuif. Maar naast hem heeft Den Doolaard een ware heldin geschapen in Doesjka, in wie de schrijver alle goede mogelijkheden van het moderne meisje en de moderne jonge vrouw verzameld heeft en welke lief-ernstige figuur hij met kennelijke genegenheid heeft in beeld gebracht. Branco exploiteert zijn onoverwinnelijk Don Juanschap op nogal cynische wijze en als hij een enkele maal een nederlaag te boeken krijgt maakt hem dat woest en gaat hij zich op vervaarlijke wijs te buiten aan pruimenjenever en dansmuziek. Op gewone dagen en in nuchteren staat is Branco wetenschappelijk fotograaf voor groote uitgevers; hij heeft in die hoedanigheid den ganschen Balkan bereisd, is zelf Serviër, doch kent den Albanees en den Montenegrijn om zoo te zeggen van binnen en van buiten. Wat zijn werkzaamheden betreft is hij dus eenigs zins een collega van Den Doolaard, die in zijn ambtsbroeder een complex van ongebreidel- den hartstocht en egoïsme heeft gelegd, waar door zijn verhaal mogelijk en aanvaardbaar wordt. Vooral de eerste ontmoeting van Branco en Doesjka zijn door den schrijver met zorg en voortreffelijk behandeld. Branco is juist uit een dronkemansroes ontwaakt, waarin hij zich gestort heeft omdat zijn laatste liefde hem verliet. Zijn gewoonte is het, de andere partij te bedriegen en in liefdeszaken steeds de machtige te zijn. Nu had hij in Jelka er een gevonden, die hem aandurfde en van hem wegliep voor het hem convenieerde. Vandaar zijn woede en zijn roes. Maar daarna dwaalt hij weer het land in en komt in Ochrid terecht, waar hij Doesjka zal ont moeten. Doesjka is twintig jaar, in vrijheid door haar ouders opgevoed, kind met een helder verstand zij studeert filosofie in Belgrado en zij wordt door iedereen in Ochirid op de handen gedragen. Tusschen Branco, die vijftien jaar ouder is, en haar ontstaat iets dat voor Branco nieuw is: die liefde, waarin naast den hartstocht ook aan het leven van ziel en geest een plaats van belang is inge ruimd. In die harmonieuse genegenheid is Doesjka verreweg' zijn meerdere en beiden hebben zij heel wat door te maken eer Bran- co's heerschzuchtig, instinctief liefdesbegeeren hem gerijpt heeft tot een vereeniging, die hij toch vurig wenscht. Maar hij is bang voor zichzelf, bang voor zijn verleden èn voor de toekomst. Zal er voor Doesjka, die hij werke lijk lief heeft, duurzaam geluk uit een ver bintenis met hem mogelijk zijn? Maar Doesjka weifelt niet en tot een huwelijk wordt besloten. Dan komen de zeven Zigeuners, een aardige vondst van den romanschrijver. Branco staat er op, dat er Zigeunermuziek op de bruiloft zal zijn. Hij is verliefd op die muziek en zij heeft bij al zijn avonturen een rol gespeeld. Hij kent alle primas der Zigeunerkapellen van het land en zij kennen ook hem, want hij was immer royaal in zijn belooningen, als hij met vrouwen uitging en naar hun spel kwam luisteren. De zeven beste meester-violisten van het land zullen het feest opluisteren. Gevaarlijk experiment voor een sinjeur als Branco, maar een trouvaille van den schrij ver, die hem zeven avontuurlijke hoofd stukken aan de hand doet waarvan de lezer, die ampureuse romantiek bemint, met be langstelling kennis *neemt. Al komt het in hoofdzaak overal in de wereld op hetzelfde neer, het Balkan-décor geeft er toch een apart tintje aan. Nu spelen de Zigeuners om beurten en ieder van hen speelt een lied, dat Branco terugvoert naar een ander avontuur, waarin dat lied gespeeld werd en beteekenis had voor hem en zijn kortstondige geliefde. Zij allen herleven voor hem, die nu naast zijn bruid zit op den avond voor den huwelijksdag. Allen ELKE BRANDENDE 5IGAAB f5 IN B055CHEN BRANDGEVAAR. T-IfTPESL» waren zij anders en toch niet meer dan een avontuur geweest: Zorka, Nada, Vera, Lju- bitsa, Mila, Manja en Jelka herleven allen door de hartstochtelijke muziek der zeven violisten en Doesjka zit er bij en ziet hoe Branco door die herinneringen overmeesterd wordt, hoe de angst voor later hem weer grijpt, hoe haar eigen geluk weer dreigt stuk te springen, juist nu zij meent Branco voor goed gewonnen te hebben. Ja, als het niet was om die zeven hoofd stukken, zou men zeggen: wat een uil is die Branco door alles heen, om dat spel te ris- keeren. Hij heeft nog steeds niet afgeleerd de eigen kracht te overschatten en het ge vaar achterna te loopen. Nu zit hij en de ka- leidoscopische terugblik in zijn vroeger leven heeft hem kapot gemaakt. Hij kan niet met Doesjka beginnen; zij is te goed voor hem en als het nacht geworden is vlucht hij, de grens over, de bergen van Albanië in. En in eerste het beste Albaneesche stadje. Korea, dat hij bereikt, zet hij de boel op stelten Ook daar wenkt de pruimenjenever en hij fuift den waard en de omstanders en de po litie erbij, totdat hij stomdronken ergens in een vuns verblijf zijn roes kan uitronken. De lezeres behoeft niet ongerust te zijn: Doesjka is geen meisje dat den man dien zij liefheeft in den steek laat. Zij weet hem in Korea te vinden en brengt hem mee naar hun hui-s, dat ze samen gebouwd hebben in Ochrid. En Den Doolaard laat ons achter in de ver wachting dat het voortaan goed zal gaan, waarschijnlijk dank zij Doesjka, want ons vertrouwen in den heer Branco is niet over weldigend. Maar dat behoeft ook niet, want wij zullen hem vandaag of morgen toch niet tegen het lijf loopen en voor ons is alleen van belang, hoe een schrijver zijn fantasie omtoo- vert in een aanneembaren, boeienden vorm. Den Doolaard weet daarin meestelijke din gen te doen. Over land en volk blijkbaar voor treffelijk gedocumenteerd, geeft hij niet al leen, tusschen de intrige van het romanver haal door, geestig typeerende karakteristie ken van menschen en feiten maar ook is en hieraan heeft waarschijnlijk de figuur van Doesjka schuld, de ondertoon van gesprek ken als tusschen Doesjka en Branco, met pope Myron en. met Doesjka's vader, van een klank die alle ijlheïd van het gebruikelijke geleuter mist en den lezer een meer dan op pervlakkig genot verschaft. En veel aardige details die hier niet alle te vermelden zijn, en die in de constructie van het geheel het ver band niet ontwrichten, helpen bovendien, in mijn waardeering, de Zeven Zigeuners tot een der geslaagdste werken van Den Doolaard te maken. J. H. DE BOIS. Luidsprekers-duel aan de Poolsch-Duitsche grens. WARSCHAU, 10 Mei (Havas) n. „Kurjer Polski" bericht, dat de DuiU schers aan de grens van Polen, nabil Bigumin, luidsprekers hebben one, steld, welke worden gebruikt voor na- tionaal-socialistische propaganda Da Westpoolsche Liga heeft hierop geant woord door eveneens luidsprekers od te stellen met hetzelfde vermogen als de Duitsche. De tijd is voorbij, waarin lupine alleen werd aangeplant om onvruchtbaren grond wat stik- stofhoudender te maken. Door haar symbiose met Bacillus radicicola, die, evenals bij vele andere vlinderbloemigen, in de door hem zelf veroorzaakte wortelknolletjes leeft, is de de plant namelijk üi staat om stikstof uit de lucht te gebruiken, wanneer de grond te arm is aan stikstofverbindingen. Dat was vroeger de eenige reden, waarom lupine werd verbouwd en dat was de eenige gelegenheid waarbij we de mooie, rijkbloeiende planten te zien kregen. Lupine. Op armen zandgrond, temidden van kale dennenboschjes of heidegrond, woei ons dan plotseling de zoete geur der lupine tegemoet. En wanneer we met de oogen zochten zagen we het groote veld met de prachtige hooggele bloemtrossen, die er zoo wonderlijk frisch en fleurig uit zagen naast die armelijke dennen boompjes en de nog niet bloeiende heide. Gelukkig wordt nu al jaren deze mooie plant niet alleen om haar nut maar ook om haar schoonheid gekweekt en ze is een graag gezien gast in onze tuinen. Mochten we ons al ongerust maken, dat ze in goede tuinaarde misschien weer te veel aan stikstof zou krijgen, daarvoor is geen nood, want stikstofverbindingen in den bodem wer ken schadelijk op Bacillus radicicola. En zijn onder de gekweekte lupinevarieteiten met buitengewoon mooie kleuren: naast geel ook paars, rose, blauw, terracotta en wii. Bo vendien is het een voordeel, dat sommige dezer variëteiten in Mei al bloeien en dus vroeg aan uw tuin een stralende vroolijkheid brengen. Opdat de plant zoolang mogelijk rnscn blijft en lang bloeit, doet u verstandig de Qloem af te snijden, zoodra onderaan den tros zien een zaadpeul begint te vormen. Ook al zijn er boven nog wat bloemen aan, toch snijdt u dan den geheelen tros dadelijk af. Des te meer kans heeft u, dat uit de diverse zijtakken weer nieuwe bloemen ontspruiten. Wanneer u er ruimte voor hebt, geeft nei ook groote voldoening om zelf de lupine U" zaad te kweeken. U koopt wat zaad van pinus polyphyllus en zaait dat uit in Maan in een kistje, dat u in huis voor eer. zonnig raam op het Zuiden zet. Heeft u een kas, dat kunt u ze natuurlijk ook daarin plaatsen, maar ook in huis, op een zonnig plaatsje, za- het zaad snel opkomen. Half Mei zet u de zaailingen buiten op ee kleinen halven meter afstand van elkaar. In den nazomer zullen ze dan voor ..e eerst bloeien. U zoekt de mooiste er uit het volgend jaar op de bestemde plaats uw tuin te planten. ne& Denkt u eraan om bij het selecteeren op de houdbaarheid van de bloemen te ie. Sommige witte variëteiten hebben de onaans name gewoonte om spoedig de blo&mpjeaai werpen. Bij weer andere begint de peulvorm 5 onderaan den tros te vroeg, wanneer ae, venste bloemen nog lang niet aan aei zijn geweest. Dergelijke variëteiten De u dan liever niet. tleur Maar de zaailingen, die u zoowel wat. als wat houdbaarheid betreft goed D 1 kunt u verder ongeslachtelijk, door voortkweeken. iwwppkte Ik twijfel er niet aan of deze zehgekweme lupine zal een extra plaatsje Ia uw nemen. A q,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8