Tunis
Zelfs de Maginot-linie
ontbreekt niet
Litteraire
Kantteekeningen.
Lupine als sierplant
Bevolking is zeer
Fransch gezind
(Van een bijzonderen, medewerker)
TUNISIA! Tunisia!riepen de door
het bezielend woord van hun Duce in
vervoering gebrachte Calabriërs in
Reggio en andere plaatsen in Zuid-
Italië, toen Mussolini daar kort geleden een
bezoek bracht en er in zijn vurige redevoe
ringen sprak van de noodzakelijkheid voor
Italië om uit te zien naar nieuwe mogelijkhe
den teneinde nog beter dan nu in staat te
zijn aan zijn steeds toenemende bevolking een
onbezorgde toekomst te verzekeren. Expansie,
uitbreiding van het overzeesche gebied, emi
gratie en kolonisatie vormden de kernpunten
van zijn betoog. En de menigte begreep hem.
Verbetering van positie, uitbreiding van in
komsten en dus een ruimer voorziene disch,
dat zijn dingen, die zoo gemakkelijk en direct
tot de massa spreken. Dat is de eeuwen door
al zoo geweest. De Romeinsche Caesaren wis
ten deze tactiek ook naar waarde te taxeeren
en zij gaven aan het volk zijn „panem et cir-
censes", brood en spelen, en de dictator van nu
doet in feite hetzelfde. Ook in dit opzicht is er
weer niets nieuws onder de zon en de geschie
denis herhaalt zich heel eenvoudig. Daar ko
men heelemaal geen moderne fascistische
theorieën aan te pas. Trouwens, Mussolini
heeft zich geheel in de glorie van het oude
Imperium ingeleefd en meermalen heeft hij
het ook eerlijk en ronduit te kennen gegeven,
zooals bij de feesten ter gelegenheid van de
Keizer Augustus herdenking, dat het oude we
reldrijk om de Middellandsche Zee het ideaal
en de inspiratie moet zijn voor lederen patriot-
tischen Italiaan.
Niet alleen in Calabrië, maar overal in Ita
lië wordt de bevolking systematisch vertrouwd
gemaakt met de gedachte dat vooral Tunis om
zoo te zeggen nog de onmisbare „missing link"
is in den keten van Italiaansche territoria en
invloedssferen om de Middellandsche Zee, het
Imperium Romanum van de 20e eeuw. Dat wil
nu weer volstrekt niet zeggen dat Tunis ook
inderdaad het laatste desideratum is. Eenige
twijfel is hier niet misplaatst, want op de fas
cistische verlanglijst komt ook nog wel wat
anders voor. hetgeen tot uitdrukking komt op
een prentbriefkaart, die tegenwoordig in alle
boekwinkels en restaurants verkrijgbaar is en
waarop duidelijk staat aangegeven hoe het
Romeinsche Keizerrijk er bij den dood van
Keizer Augustus in 14 n. Chr. uitzag. En dan
ziet de aandachtige toeschouwer al met één
oogopslag dat niet alleen Tunis daartoe be
hoorde men denke aan het oude Carthago
maar evenzeer Libië, Cirenaica, Egypte, Pa
lestina, Syrië, Turkije en tenslotte de geheele
Balkan. Er zijn dus ook nog wel enkele andere,
zoo al niet natuurlijke, dan toch zeker wel
historische aspiraties. Maar op Tunis is in
ieder geval voor het oogenblik de volle aan
dacht gevestigd en het wordt geleidelijk
doelbewust 111 de centrale belangstelling van
het fascistisch publiek getrokken. In het aan
Tunis grenzende Libië hebben onder leiding
van maarschalk Balbo voortdurend manoeu
vres plaats. Maarschalk Goering heeft er met
de Paaschdagen de situatie persoonlijk opge
nomen en nu, terwijl dit artikel wordt ge
schreven, is de Duitsche opperbevelhebber ge
neraal von Brauchitsch, vergezeld van gene
raal Pariani van het Italiaansche ministerie
van oorlog, er op inspectiebezoek. Dreigende
wolken pakken zich samen boven Noord-
Af rika
Tunisia! Tunisia!
„La France présent!" zei dezer dagen de
Fransche minister van openbare werken De
Monzie bij zijn bezoek aan Polen, toen hij
sprak van de hulp, die Frankrijk in geval van
nood aan zijn bondgenoot zou geven. En dit
„La France présent" geldt evenzeer voor
Tunis. Het is er inderdaad present, en wel met
een groote legermacht en een uitgebreid ver
dedigingsstelsel. Men weet het, Frankrijk is
niet van zins dit Noord Afrikaansch gebied,
waarover het sinds 8 Juni 1883 het protecto
raat voert, aan zijn lot over te laten. En in
het tegenwoordig stadium, nu er een anti-
agressiefront is gevormd met den machtigen
steun van de Vereénigde Staten op den ach
tergrond, zal de regeering Daladier zelfs niet
tot eenigerlei onderhandeling met Italië over
deze aangelegenheid bereid zijn. Dat blijkt al
wel voldoende uit de militaire voorzorgsmaat
regelen, die reeds getroffen zijn en de uitbrei
ding en verbetering van het verdedigingsappa
raat, waaraan hier nog dagelijks wordt ge
werkt. Zoo zag ik gisteren opnieuw een trein,
volgeladen met veldgeschut, tanks en pantser
wagens, benevens het noodige bedieningsper
soneel, naar Zuid Tunis, de richting van de
Libische grens, vertrekken. Het meest zuidelijk
gelegen stadje, Gabes, is nu één groot militair
kampement geworden. Het is het hart van de
Tunesische Maginot-linie. Ik ben er deze week
geweest. Een burger is er nu een zeldzame ver
schijning. De hotels en particuliere wo
ningen zijn vol militairen en door de straten
dreunen onophoudelijk de zware camions, be
geleid door ordonnansen op motorfietsen. Het
is er als aan het front in tijd van oorlog. Want
cok het motorgeronk van de vliegtuigen is niet
van de lucht. Even buiten Gabes, daar waar de
woestijn begint, is een groot militair vliegveld
aangelegd, waar tientallen jagers en verken
ningstoestellen druk oefenen. Het geheele ge
bied langs de Libische grens is in staat van
verdediging gebracht en vormt als het ware
één keten van versterkingen, mitrailleurnes
ten en versperringen. En de aanvaller kan er
op rekenen-dat ook de noodige tanks niet ont
breken, die juist in een terrein als dit woes
tijngebied belangrijke diensten kunnen be
wijzen.
Inderdaad is Tunis nu tot de tanden gewa
pend. Want uiteraard is ook de kustverdedi
ging in gereedheid gebracht. Bizerte, aan de
noordkust, is een krachtig versterkte oorlogs
haven, en als men per trein langs de oostkust
reist van Tunis naar Gabes, over Sousse en
Sfax, een afstand van meer dan 300 K.M., dan
zijn langs de geheele route de khaki-unifor-
men van de soldaten, waarbij veel Senegalee-1
zen, telkens even zichbaar achter bermen en
huizen of onder hier en daar verspreid staande
boomgroepen. Dag en nacht zijn ze daar op
hun post. En de burgerbevolking van Tunis is
al evenzeer op alles voorbereid. Deze week wor
den in alle steden en dorpen alarmoefeningen
gehouden tegen aanvallen uit de lucht.
12 millioen inwoners, waarvan ongeveer 200.000
Europeanen, hoofdzakelijk Fransehen en Ita
lianen. Ik kom hierop straks nog terug.
De Inheemsche bevolking is voor het over-
groote gedeelte Islamiet of, zooals men het
hier noemt, Muzelman. Dat is reeds vele
eeuwen zoo geweest. De Arabische veroveraar
Sidi Okba, die een belangrijk deel van Noord
Afrika onderwierp, vestigde zijn rijk, en daar
mede tegelijkertijd zijn godsdienst, in Tunis.
De autochtone bevolking bestaat echter niet
uit Arabieren, maar uit Berbers, ook al zijn
taal, zeden en gewoonten Arabisch gebleven.
De Tunesiër is zeer sterk aan zijn geloof ge
hecht. Juist dit feit, deze liefde voor den Islam,
is onder de huidige omstandigheden in politiek
opzicht voor Frankrijk van de grootste betee-
kenis. Want de antipathie van den Muzelman
jegens het fascistisch regime berust grooten-
deels op het feit dat Italië in zijn oogen den
Islam en diens gezag beknot, nu onlangs nog
weer door de verovering van het Islamitische
Albanië. En de Tunesische pers, in al haar ge
ledingen, wordt niet moede in haar bericht
geving aan te toonen hoezeer de geloovigen
van het fascisme te lijden hebben, met name
in de Islamitische landen waar de Duce reeds
den scepter zwaait, zooals in Libië en Alba
niëHier voor mij liggen twee krantenbe
richten van deze week; het een heeft als op
schrift: „De aanvallen van Italië op den Is
lam"; boven het andere staat: „Fascistisch
vandalisme", en het schildert in felle kleuren
het bombardement van het archaeologiseh mu
seum te Valona in Albanië, de vroegere ver
blijfplaats van Ismail Kemal Bey Vlora. Da
gelijks vindt men berichten van dezen aard in
de bladen. En het is mij gebleken dat de Mu-
zelmansche antipathie jegens Italië inderdaad
ook onder het volk heeft wortel geschoten. In
gesprekken, die ik met Inheemschen hierover
had, kwam dit duidelijk aan den dag.
Italië zal, als het te eeniger tijd tot een aan
val op Tunis zou besluiten, niet alleen een
krachtig Westersch militair verdedigingsappa
raat tegenover zich vinden, maar evenzeer een
sterk vijandig gezinde Inheemsch-Islamitische
bevolking. En men moet zich afvragen, welke
van deze twee het gevaarlijkst zou zijn.
Er is nog een andere bevolkingsgroep, die
zich onvoorwaardelijk achter de Fransche vlag
schaart. Het zijn begrijpelijkerwijs de
Joden, waarvan er hier eenige tienduizenden
gevestigd zijn. Nu de toestand dreigend blijft,
hebben ook zij besloten om mede te werken
aan de verdediging van Tunis. Zoo heeft Zon
dagmorgen een groote Joodsche bijeenkomst
plaats gehad onder leiding van Opperrabijn
David Ktorza, waarbij besloten werd om gelden
bijeen te brengen en de Joodsche valide bur
gers aan te moedigen vrijwillig dienst te nemen
in het Fransche leger.
Tenslotte de Italianen. Zij zijn hier in even
grooten getale vertegenwoordigd als de Fran-
schen. Ook op het economisch leven is hun
invloed niet gering. Maar zij zijn en dit
is voor Frankrijk wederom een belangrijk voor
deel in twee kampen verdeeld: tegenover de
fascisten vindt men hier tallooze democrati
sche Italianen, die zelfs een eigen dagblad
„II Giornale" hebben. Na de groote Rijksdag
rede van Hitier de vorige week gaf dit blad
het gesprokene weer met het volgende op
schrift in vette letters over de geheele front
pagina gedrukt: „Hitier blijft op oorlog aan
sturen". Dit is wel een eenigszins ander ge
luid dan dat, hetwelk de andere Italiaansche
pers laat hooren! En deze week organiseert
de „Unione Populare Italiana" in geheel Tunis
openbare bijeenkomsten, waar krachtig wordt
aangedrongen op versterking van de banden
tusschen Italië en Frankrijk, terwijl het fas
cistisch regime in de meest krasse termen
wordt veroordeeld. Op de meeting in de stad
Tunis, waar niet minder dan 4000 menschen
bijeen waren, Franschen, Italianen en In
heemschen, riep een der sprekers, de Italiaan
Cabrelli, lid van de „Vriendschapsbond Frank-
rijk-Italië" uit dit in antwoord op het ver
wijt dat een democratisch voelend Italiaan
een landsverrader zou zijn dat juist de fas
cistische regeering en haar aanhang zich aan
landverraad schuldig maken, daar zij het
Italiaansche vaderland en zijn leger hebben
onteerd door toe te laten dat Duitsche gene
raals thans voortdurend de Italiaansche weer
macht controleeren en Hitier aldus kennelijk
op het oogenblik de lakens uitdeelt in Italië
en zijn koloniën. De spreker oogstte een storm-
achtigen bijval.
Overigens laat ook het fascistisch Italië zich
niet onbetuigd. I11 de meeste Tunesische steden
zijn clubgebouwen van de partij opgericht, een
roote boekhandel zorgt er voor dat de offi-
cieele dag- en weekbladen en andere actueele
lectuur steeds verkrijgbaar zijn, terwijl men
voorts overal Italiaansche scholen en bank
instellingen ziet. Als regel vindt men deze
bouwen op de groote boulevards en pleinen,
dus op de belangrijkste en drukste gedeelten
en centra der stad en het valt inderdaad zeer
op daar, hoog aan den vlaggemast. de Italiaan
sche vlag boven Tunis te zien wapperen. Wat
dan ook de bedoeling is van de eigenaren dezer
tricolores. Want propaganda, in welken vorm
ook, is een specialiteit der dictaturen, die dit
vak tot in onderdeelen verzorgen!
Zoo wacht Tunis de komende dingen thans
af. En het doet dit in alle kalmte en zeker
van zijn zaak, want leger en bevolking, Muzel
mannen en Joden en een groot deel ook van
de Italiaansche bevolking vormen nu geza
menlijk één front. Het zal Italië niet gemak
kelijk vallen hier vasten voet te krijgen. Tunis,
inderdaad in al zijn geledingen, wenscht
Fransch te blijven.
Een Noor te Schagen gearresteerd.
Verdacht van spionnage.
SCHAGEN. 10 Mei. Gisteren is alhier aan
gehouden de 64-jarige Noor O. B., die verdacht
wordt van spionnage.
De man logeerde sinds eenige dagen in een
hotel hier ter stede. Hij had zich op verdachte
wijze van Schagen uit naar Den Helder er
Wieringen begeven, waar hij door zijn gedra
gingen de aandacht trok van de militaire auto
riteiten. Deze waarschuwden de rijkspolitie in
Schagen, die hem gisteravond opwachtte en
arresteerde.
De man is naar Wieringen overgebracht en
ter beschikking van de militaire autoriteiten
gesteld.
FAILLISSEMENTEN
Door de Arrondissements-Rechtbank te Haar
lem zijn de volgende faillissementen uitgespro
ken op Dinsdag 9 Mei 1939.
E. L. P. M. Brantjes, handelende onder den
naam Technisch Handelsbureau Eduard Brantjes
wonende te Haarlem, Iepenrodestraat 16. Cura
tor Mr. L. S. Römelingh te Haarlem.
F. Tol, vischhandelaar, wonende te Haarlem,
Leidscheplein 33c. Curator Mr. J. D. de Haan',
te Haarlem.
J. L. van Dijk, timmerman, wonende te Bad
hoevedorp, gem. Haarlemmermeer, Havikstr. 9.
Curator Mr. J. H. Ekering te Haarlem.
De N.V. Papierwarenfabriek P. Dekker Jans-
zoon, gevestigd en kantoorhoudende te Wormer-
veer, Zuideinde 15. Curator Mr. F. A. Davidson,
te Haarlem.
Rechter-Commissaris in al deze faillissemen
ten Mr. E. J. W. Top te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven
de faillissementen van:
M. Strijder, vrachtrijder, wonende te Santpoort
Kerkweg 48, Curator Mr. E. van Tuinen te Drie
huis, gem. Velsen.
C. Bron, eertijds veehouder, wonende te Zaan
dam, Kalf 282, Curator Mr. H. M. C. Dekhuyzen
te Zaandam.
Door het verbindend worden der Uitdeelings-
lijst zijn geëindigd de faillissementen van:
H. J. J. van Grins ven Jr., exploitant van een
publiciteitsbureau, wonende te Heemstede. Cu
rator Mr. F. A. Davidson te Haarlem.
H. J. van Grinsven Sr. houder van een publi
citeitsbureau, wonende te Heemstede. Curator
Mr. F. A. Davidson, te Haarlem.
J. Huyer, behanger, wonende te Haarlem, Pijn
boomstraat 93, Curatrice Mevr. Mr. R. de Vries-
Spier te Haarlem.
t X
u - V V'-C -V' V
De werkzaamheden aan de toegangswegen tot het in aanbouw ziinde 1
Station te Amsterdam zijn in vollen gang. Het leggen van rails en wissels i l
verlengde van de Amstellaan
Complot in Ecuador.
Vijftig, arrestaties.
QUITO, 19 Mei (Havas). De
regeering heeft een revolutionair
complot onder leiding van ex gepen-
sionneerd kolonel, Luis Larrea Alba,
leider van een uiterst linksche groep,
ontdekt. Alba en een vijftigtal ande
ren zijn gearresteerd.
Officieel wordt ontkend dat de bewering
van Alba, dat de president der republiek,
Mosquera Narvaez de Galapagos-eilanden
zou hebben verkocht waar zou zijn. Narvaez
heeft verder verklaard dat hij iedere poging
van de lmkschen om zich van de macht mees
ter te maken, met kracht zal onderdrukken.
Het kabinet heeft besloten de buitengewone
volmachten voor den president te handhaven,
Te Quito is alles kalm.
Franco naar Berlijn?
Op uitnoodiging van Goering.
PARIJS, 10 Mei (Havas). De cor
respondent van de „Excelsior" te Ber
lijn bericht, dat Goering generaal
Franco zal verzoeken begin Juni
naar Berlijn te komen, teneinde tegen
woordig te zijn bij de parade van de
Duitsche troepen, die in Spanje heb
ben gestreden. De correspondent voegt
hieraan toe, dat men van deze gele
genheid gebruik zou willen maken om
de politiek-militaire overeenkomst van
Milaan te parafeeren.
Engelsch legerdepót door brand
vernield.
Groote hoeveelheid materiaal verloren
gegaan.
NOTTINGHAM, 10 Mei. Een ernstige brand
heeft een groot legerdepót vernield, alsmede
een groot aantal motorrijtuigen, banden en
ander materiaal.
De brandweerlieden van Derby, Beeston er
Longeaton hebben hun collega's van Notting
ham geassisteerd bij het blussehingswerk. De
vlammen verspreidden zich vlug over het ge
heele gebouw en bereikten weldra de slangen
van de petroleumtanks, die ontploften.
Gedurende den wereldoorlog diende dit ge
bouw als munitiefabriek. (United Press)
ZOO zijn thans veler oogen op dit deel van
Noord Afrika gericht. Tunis, belangrijk om
zijn gerst, olijfolie, dadels en fosfaten heeft ruim
A. den Doolaard. De bruiloft
der zeven zigeuners. Am
sterdam - Querido's Uitg.
De Balkan blijft den schrijver trekken en
als een Balkan-Casanova verschijnt ons de
mannelijke hoofdfiguur van dit zeer gelukte
nieuwe boek van Den Doolaard. Den held er
van zou men hem misschien ongaarne noe
men, dezen Branco Markowitsj voor wien de
vrouw slechts jachtwild schijnt te zijn, dat
hij, bij toevallig niet voorhanden zijn, ver
vangt door zware drinkpartijen en redeloos
gefuif. Maar naast hem heeft Den Doolaard
een ware heldin geschapen in Doesjka, in
wie de schrijver alle goede mogelijkheden van
het moderne meisje en de moderne jonge
vrouw verzameld heeft en welke lief-ernstige
figuur hij met kennelijke genegenheid heeft
in beeld gebracht. Branco exploiteert zijn
onoverwinnelijk Don Juanschap op nogal
cynische wijze en als hij een enkele maal een
nederlaag te boeken krijgt maakt hem dat
woest en gaat hij zich op vervaarlijke wijs te
buiten aan pruimenjenever en dansmuziek.
Op gewone dagen en in nuchteren staat is
Branco wetenschappelijk fotograaf voor groote
uitgevers; hij heeft in die hoedanigheid den
ganschen Balkan bereisd, is zelf Serviër, doch
kent den Albanees en den Montenegrijn om
zoo te zeggen van binnen en van buiten. Wat
zijn werkzaamheden betreft is hij dus eenigs
zins een collega van Den Doolaard, die in zijn
ambtsbroeder een complex van ongebreidel-
den hartstocht en egoïsme heeft gelegd, waar
door zijn verhaal mogelijk en aanvaardbaar
wordt.
Vooral de eerste ontmoeting van Branco en
Doesjka zijn door den schrijver met zorg en
voortreffelijk behandeld. Branco is juist uit
een dronkemansroes ontwaakt, waarin hij
zich gestort heeft omdat zijn laatste liefde
hem verliet. Zijn gewoonte is het, de andere
partij te bedriegen en in liefdeszaken steeds
de machtige te zijn. Nu had hij in Jelka er
een gevonden, die hem aandurfde en van
hem wegliep voor het hem convenieerde.
Vandaar zijn woede en zijn roes. Maar
daarna dwaalt hij weer het land in en komt
in Ochrid terecht, waar hij Doesjka zal ont
moeten.
Doesjka is twintig jaar, in vrijheid door
haar ouders opgevoed, kind met een helder
verstand zij studeert filosofie in Belgrado
en zij wordt door iedereen in Ochirid op
de handen gedragen. Tusschen Branco, die
vijftien jaar ouder is, en haar ontstaat iets
dat voor Branco nieuw is: die liefde, waarin
naast den hartstocht ook aan het leven van
ziel en geest een plaats van belang is inge
ruimd. In die harmonieuse genegenheid is
Doesjka verreweg' zijn meerdere en beiden
hebben zij heel wat door te maken eer Bran-
co's heerschzuchtig, instinctief liefdesbegeeren
hem gerijpt heeft tot een vereeniging, die hij
toch vurig wenscht. Maar hij is bang voor
zichzelf, bang voor zijn verleden èn voor de
toekomst. Zal er voor Doesjka, die hij werke
lijk lief heeft, duurzaam geluk uit een ver
bintenis met hem mogelijk zijn? Maar
Doesjka weifelt niet en tot een huwelijk
wordt besloten.
Dan komen de zeven Zigeuners, een aardige
vondst van den romanschrijver. Branco staat
er op, dat er Zigeunermuziek op de bruiloft
zal zijn. Hij is verliefd op die muziek en zij
heeft bij al zijn avonturen een rol gespeeld.
Hij kent alle primas der Zigeunerkapellen van
het land en zij kennen ook hem, want hij
was immer royaal in zijn belooningen, als hij
met vrouwen uitging en naar hun spel kwam
luisteren. De zeven beste meester-violisten
van het land zullen het feest opluisteren.
Gevaarlijk experiment voor een sinjeur als
Branco, maar een trouvaille van den schrij
ver, die hem zeven avontuurlijke hoofd
stukken aan de hand doet waarvan de lezer,
die ampureuse romantiek bemint, met be
langstelling kennis *neemt. Al komt het in
hoofdzaak overal in de wereld op hetzelfde
neer, het Balkan-décor geeft er toch een apart
tintje aan. Nu spelen de Zigeuners om beurten
en ieder van hen speelt een lied, dat Branco
terugvoert naar een ander avontuur, waarin
dat lied gespeeld werd en beteekenis had voor
hem en zijn kortstondige geliefde. Zij allen
herleven voor hem, die nu naast zijn bruid
zit op den avond voor den huwelijksdag. Allen
ELKE BRANDENDE 5IGAAB
f5 IN B055CHEN BRANDGEVAAR.
T-IfTPESL»
waren zij anders en toch niet meer dan een
avontuur geweest: Zorka, Nada, Vera, Lju-
bitsa, Mila, Manja en Jelka herleven allen
door de hartstochtelijke muziek der zeven
violisten en Doesjka zit er bij en ziet hoe
Branco door die herinneringen overmeesterd
wordt, hoe de angst voor later hem weer
grijpt, hoe haar eigen geluk weer dreigt stuk
te springen, juist nu zij meent Branco voor
goed gewonnen te hebben.
Ja, als het niet was om die zeven hoofd
stukken, zou men zeggen: wat een uil is die
Branco door alles heen, om dat spel te ris-
keeren. Hij heeft nog steeds niet afgeleerd
de eigen kracht te overschatten en het ge
vaar achterna te loopen. Nu zit hij en de ka-
leidoscopische terugblik in zijn vroeger leven
heeft hem kapot gemaakt. Hij kan niet met
Doesjka beginnen; zij is te goed voor hem en
als het nacht geworden is vlucht hij, de
grens over, de bergen van Albanië in. En in
eerste het beste Albaneesche stadje. Korea,
dat hij bereikt, zet hij de boel op stelten
Ook daar wenkt de pruimenjenever en hij
fuift den waard en de omstanders en de po
litie erbij, totdat hij stomdronken ergens in
een vuns verblijf zijn roes kan uitronken.
De lezeres behoeft niet ongerust te zijn:
Doesjka is geen meisje dat den man dien zij
liefheeft in den steek laat. Zij weet hem in
Korea te vinden en brengt hem mee naar hun
hui-s, dat ze samen gebouwd hebben in Ochrid.
En Den Doolaard laat ons achter in de ver
wachting dat het voortaan goed zal gaan,
waarschijnlijk dank zij Doesjka, want ons
vertrouwen in den heer Branco is niet over
weldigend. Maar dat behoeft ook niet, want
wij zullen hem vandaag of morgen toch niet
tegen het lijf loopen en voor ons is alleen van
belang, hoe een schrijver zijn fantasie omtoo-
vert in een aanneembaren, boeienden vorm.
Den Doolaard weet daarin meestelijke din
gen te doen. Over land en volk blijkbaar voor
treffelijk gedocumenteerd, geeft hij niet al
leen, tusschen de intrige van het romanver
haal door, geestig typeerende karakteristie
ken van menschen en feiten maar ook is
en hieraan heeft waarschijnlijk de figuur van
Doesjka schuld, de ondertoon van gesprek
ken als tusschen Doesjka en Branco, met
pope Myron en. met Doesjka's vader, van een
klank die alle ijlheïd van het gebruikelijke
geleuter mist en den lezer een meer dan op
pervlakkig genot verschaft. En veel aardige
details die hier niet alle te vermelden zijn, en
die in de constructie van het geheel het ver
band niet ontwrichten, helpen bovendien, in
mijn waardeering, de Zeven Zigeuners tot een
der geslaagdste werken van Den Doolaard te
maken.
J. H. DE BOIS.
Luidsprekers-duel aan de
Poolsch-Duitsche grens.
WARSCHAU, 10 Mei (Havas) n.
„Kurjer Polski" bericht, dat de DuiU
schers aan de grens van Polen, nabil
Bigumin, luidsprekers hebben one,
steld, welke worden gebruikt voor na-
tionaal-socialistische propaganda Da
Westpoolsche Liga heeft hierop geant
woord door eveneens luidsprekers od te
stellen met hetzelfde vermogen als de
Duitsche.
De tijd is voorbij, waarin lupine alleen werd
aangeplant om onvruchtbaren grond wat stik-
stofhoudender te maken. Door haar symbiose
met Bacillus radicicola, die, evenals bij vele
andere vlinderbloemigen, in de door hem
zelf veroorzaakte wortelknolletjes leeft, is de
de plant namelijk üi staat om stikstof uit de
lucht te gebruiken, wanneer de grond te arm
is aan stikstofverbindingen.
Dat was vroeger de eenige reden, waarom
lupine werd verbouwd en dat was de eenige
gelegenheid waarbij we de mooie, rijkbloeiende
planten te zien kregen.
Lupine.
Op armen zandgrond, temidden van kale
dennenboschjes of heidegrond, woei ons dan
plotseling de zoete geur der lupine tegemoet.
En wanneer we met de oogen zochten zagen
we het groote veld met de prachtige hooggele
bloemtrossen, die er zoo wonderlijk frisch en
fleurig uit zagen naast die armelijke dennen
boompjes en de nog niet bloeiende heide.
Gelukkig wordt nu al jaren deze mooie
plant niet alleen om haar nut maar ook om
haar schoonheid gekweekt en ze is een graag
gezien gast in onze tuinen.
Mochten we ons al ongerust maken, dat ze
in goede tuinaarde misschien weer te veel aan
stikstof zou krijgen, daarvoor is geen nood,
want stikstofverbindingen in den bodem wer
ken schadelijk op Bacillus radicicola.
En zijn onder de gekweekte lupinevarieteiten
met buitengewoon mooie kleuren: naast geel
ook paars, rose, blauw, terracotta en wii. Bo
vendien is het een voordeel, dat sommige dezer
variëteiten in Mei al bloeien en dus vroeg aan
uw tuin een stralende vroolijkheid brengen.
Opdat de plant zoolang mogelijk rnscn
blijft en lang bloeit, doet u verstandig de Qloem
af te snijden, zoodra onderaan den tros zien
een zaadpeul begint te vormen. Ook al zijn er
boven nog wat bloemen aan, toch snijdt u dan
den geheelen tros dadelijk af. Des te meer
kans heeft u, dat uit de diverse zijtakken
weer nieuwe bloemen ontspruiten.
Wanneer u er ruimte voor hebt, geeft nei
ook groote voldoening om zelf de lupine U"
zaad te kweeken. U koopt wat zaad van
pinus polyphyllus en zaait dat uit in Maan
in een kistje, dat u in huis voor eer. zonnig
raam op het Zuiden zet. Heeft u een kas,
dat kunt u ze natuurlijk ook daarin plaatsen,
maar ook in huis, op een zonnig plaatsje, za-
het zaad snel opkomen.
Half Mei zet u de zaailingen buiten op ee
kleinen halven meter afstand van elkaar.
In den nazomer zullen ze dan voor ..e
eerst bloeien. U zoekt de mooiste er uit
het volgend jaar op de bestemde plaats
uw tuin te planten. ne&
Denkt u eraan om bij het selecteeren
op de houdbaarheid van de bloemen te ie.
Sommige witte variëteiten hebben de onaans
name gewoonte om spoedig de blo&mpjeaai
werpen. Bij weer andere begint de peulvorm 5
onderaan den tros te vroeg, wanneer ae,
venste bloemen nog lang niet aan aei
zijn geweest. Dergelijke variëteiten De
u dan liever niet. tleur
Maar de zaailingen, die u zoowel wat.
als wat houdbaarheid betreft goed D 1
kunt u verder ongeslachtelijk, door
voortkweeken. iwwppkte
Ik twijfel er niet aan of deze zehgekweme
lupine zal een extra plaatsje Ia uw
nemen. A q,