MENU VAN DE WEEK
Vrouwen aan den opbouw
r huismoeder test: laten me vandaag
\og ieder 6y ons zelf beginnen.
teder, He niet meewerkt, is een rem.
r aak aanleiding van mijn serie vrou-
,(J aan den opbouw" had ik ook
"-spreuken met verschillende vrou-
l v «en die niet „aan den weg tim-
Fn naast veel belangstelling voor wat
®,rcD hniten uit door vrouwen gebouwd
S vernam ik toch ook een geluid van te-
SstèlUn*' Of liever gezegd: van een lichte
»n®toeSid'klonk zoo ongeveer als volgt:
J Lwone huismoeders, wij, die lederen dag
W' g,;;„ voor al onze eigen groote en kleine
tiej staa vQor onze taalc dle ons zóó in
m„.pmfc dat er heusch voor niets anders
wat moeten, wat kunnen wij
"w'mfaan alle vrouwen, die misschien zoo
.vm een schrijven voorleggen, dat ik ont-
ran Mevrouw C. A. Dorhout Mees-
utrecht. Een krachtig, opwekkend
i'oord waaruit wij allen meer moed kunnen
putten-
£cC>iWt&CuL CEZELUG EN PRACTISCH^
Mevr. C. A. Dorhout MeesHeinsius.
Zij schrijft:
Toen in September J.l. de oproepen van de
vooraanstaande Nederlanders, op 10 October
fevolgd door die van de Koningin, in de krant
hadden gestaan, heb ik dadelijk gevoeld dat
dit het eenige was dat de wereld nog kon
redden. Ik had mij vroeger vaak bezorgd en
an°stig gemaakt over alle ellende in de we
reld, zoowel sociale nood en onrechtvaardig
heid als oorlogsdreiging, maar daarbij had
ik steeds het gevoel gehad, dat i k daar toch
niets aan kon veranderen. Wantrouwen, angst
en haat heerschten alom, zoowel tusschen de
volkeren als tusschen de mensehen onderling.
Dit was een troosteloos gevoel. Maar toen werd
het me op een goeden dag duidelijk, wat hier
van de oorzaak was, namelijk dat de men-
schen hun hooge idealen wilden brengen in
een slechte wereld, een wereld die daar niet
rijp voor was; dat zij een prachtig, nieuw
huis wilden bouwen op verrotte fundamenten.
Ik kan dus w 1 meewerken aan den opbouw
van de wereld, door. zelf anders te worden.
Dat is nu precies waar de moreele herbe
wapening ons toe roept. Dat is het. wat de
Koningin waagt van Haar heele volk,
van ieder onzer persoonlijk.
Wat is dan de kern van die moreele herbe
wapening, van de verandering?
In Haar oproep noemt de Koningin' het:
„Die innerlijke drang, welke ook uitwendigen
„ommekeer teweeg brengt en tot gevolg heeft,
„dat eerlijkheid vertrouwen en liefde richt
snoer worden tusschen personen en volken".
Eerlijkheid
Vroeger meende ik, eerlijk te zijn. Zoo'n
enkel klein leugentje vaak alleen om eraf te
zijn, is dat nu zoo erg? Ja, want ik ben eerlijk
of ik ben het niet: een tusschen weg is er niet!
Is onze houding ook niet vaak oneerlijk,
doordat wij ons anders voordoen dan wij zijn:
degelijker of oppervlakkiger, intelligenter, be-
lezener, armer of rijker, al naar gelang de
persoon, met wie we spreken en den indruk,
die wij op hem of haar willen maken? En het
meest oneerlijk zijn we misschien tegenover
onszelf, omdat we onszelf vooral graag beter
willen zien dan we zijn en dus altijd de schuld
op een ander weten te schuiven.
Vertrouwen.
Het gaat meestal zoo, dat men ontmoet, wat
men verwacht. Wanneer ik een ander met
wantrouwen tegemoet treed, zal ik in de eerste
piaats naar dingen zoeken, die mijn wan
trouwen rechtvaardigen, en dan vind ik na
tuurlijk wel iets, dat ik als bevestiging van
mijn wantrouwen kan opvatten.
In de tweede plaats zal de ander mij ook niet
vertrouwen. Immers, mijn wantrouwen zal van
mij uitstralen, of ik het wil of niet, en zal be
letten, dat de ander mij vertrouwen schenkt.
En tenslotte zal mijn houding den ander, als
f nmil lnderdaa-d wil misleiden, het gerust
stellende gevoel geven, dat ik gekregen heb
wat ik verwachtte en verdiende. Vertrouwen
daarentegen lokt vertrouwen uit, schept een
atmosfeer van openheid en elkaar begrijpen,
en zal iemand, die moreel niet sterk staat,
juist den stoot geven, dien hij noodig heeft om
zien net vertrouwen, dat in hem wordt ge-
waardig te toonen. Dit geldt voor alle
verhoudingen tusschen menschen en kinde
ren.
°Pziclite van kinderen wel in bij-
woi ma-te. Hoe kunnen wij ooit mo-
eei sterke menschen van onze kinderen ma-
als we ze geen vertrouwen schenken?
Liefde.
Wat zijn wij, vrouwen, niet vaak liefdeloos
®ao°r«S oordeel over anderen, in de manier,
vwPjWe over anderen spreken en denken.
t u en? 0 neen' dat doen we niefc-
wend? onze altijd opbou-
fpp?r.Z'e„n we niek maar al te vaak den splin-
eiBPBQande,1's °°g en niet de balk in ons
veróftMo f ge€i ons het recht, anderen te
Diet in orde'is? 'n °nS eigen lCT6n ZOOVeel
tentet'6? h€b lk vaak «emèrkt, dat de fou-
dj-'-ii® meest in anderen hinderen, juist
zijn, die ik zelf heb.
Sier slechts enkele voorbeelden
nenLmfni1iUstl?Tnadenkt' zal deze lijst kun-
denken wafn' ,p00*dzaak is, dat wij goed be-
verandéren f *n ons leven hebben
iedertll!il% <.Zal dat offers vergen: Maar
zipp «J j aorwloos alleen aan eigen ple-
heeftvnnr0^ 1 der>ht, doch een open oog
tot em if V100d van dezen tijd, moet wel
T at €r bereid Zijn.
Konin?mW!«2ns als.,één geheel achter onze
Sf-nnen rnit ren door vandaag nog te be
ting. onZe eigen moreele herbewape-
>emder,die niet meewerkt, is een
hefdofwio3Lik bier n°g aan toevoegen? Bii
orlezen van dezen brief beviel hij mij
Vandaag gaan we onszelf eens tracteeren
op een allergezelligste ceintuur met kleurige
kralen versierd en we maken er een passende
halsversiering bij. Van de goede kleurcombi
natie hangt het welslagen van dit werkstuk
grootendeels af. Ons model is gemaakt van
roode schapensiuède met crèmekleurige en
hardgroene kralen. Met gele en zwarte splijt-
zijde werd de kralen in het leer gewerkt. Tegen
den achterkant werd voeringleer in een bij
passende tint geplakt.
Meestal zal de suède-vellen niet lang genoeg
om de ceintuur er ineens uit te snijden, afge
zien van het feit, dat uw leerhandelaar er
misschien bezwaar tegen zal maken, u zoo'n
voor hem onvoordeelig stuk te verkoopen. U
zult dan midden in den rug een naad moeten
maken.
U hebt dus noodig:
Ruim voldoende leer voor ceintuur en strik
Bijpassend voeringleer. stevige soort.
Een bosje crème en een bosje hardgroene
jumperkralen (ongev. 2 m.m. doorsnee).
Een strengetje gele en een strengetje
zwarte splijtzijde.
Voorts: revolvertang of holpijp 2 m.m..
rubber lijm, seccotine of collof ix.
Werkwijze:
We knippen de ceintuur 4 c.m. breed en gaan
nu eerst de twee strooken aan elkaar zetten.
U kunt dit zeer eenvoudig doen, door het eene
stuk met een puntje op het andere te stikken
met de naaimachine.
Mooier is het echter om het leer onzichtbaar
aan elkaar te lasschen. We dunnen het leer
daartoe met een gilette-mesje over ongeveer
1 c.M., de eene strook aan den onderkant en
de andere aan den bovenkant.
Het uiteinde moet papierdun zijn, eenigs-
zins onregelmatig is geen bezwaar, des te min
der ziet men van het aanplakken. Dit uit
dunnen is niet zoo eenvoudig en vereischt
eenige oefening. Probeert u het .eerst op een
stukje afval. Met collof ix plakken we de stuk
ken aan elkaar, waarbij we de lijm uiterst
spaarzaam gebruiken...
We nemen de maat van de taille en knippen
het leer op deze lengte af. Nu maken we voor
het gemak een malletje van het gaatjespa
troon, d.w.z. we nemen een stukje stevig pa
pier en knippen of slaan de gaatjes volgens
de schets in het papier; over het midden
trekken we een potloodlijn. Middenop de
strook leer trekt u eveneens een dunne pot
loodlijn en bepaalt de plaats der motieven.
Het malletje wordt nu op het leer gelegd en
met pootlood stippen we door de graatjes; op
de aldus aangegeven plaatsen worden nu de
gaatjes in het leer gemaakt.
Nu moeten de kralen in de gemaakte gaatjes
gewerkt worden. De zijde wordt in tweeën
gesplitst en we beginnen met een gele draad,
GAATJES VOOR.
CEINTUUR,
waaraan we zes crème kralen rijgen. Nu
drukken we de kralen van de achterzijde dooi
de gaatjes, terwijl we er een eind draad bij
laten hangen. We steken door het leer naar
den voorkant en pikken de kralen op, steken
weer naar achter en knoopen de draden vast.
Het volgend rijtje wordt groenzwart, de
derde weer crème-geel, 't vierde groen-zwart
en het vijfde crème-geel. Als deze motieven
gewerkt zijn, maken we de kleine ertusschen,
n.l. crème-groen aan een zwarte draad.
Van voeringleer, dat eenigszins stevig moet
zijn, kippen we de ceintuur op de juiste
maat, d.w.z. taille-lengte en 2VZ cM. breedte.
Met rubberlijm plakken we deze strook op
den achterkant van ons kralenwerk, zorgende,
dat de motieven precies in het midden komen.
Deze lijm niet te dun smeren (vooral de kan
ten niet vergeten) en bij gedeelten plakken,
want 'n lange volgesmeerde strook is niet te
hanteeren.
Met een schoon doekje wordt het leer aan
den bovenkant goed aangedrukt, vooral om
de motieven. Het overtollige suède wordt
afgeknipt. Mocht u eens het ongeluk hebben
lijm op het suède te morsen, gaat u dan hier
vooral niet met water of benzine aan vegen,
maar laat u het rustig drogen. Met het gilette-
mesje schraapt u het lijmvlekje voorzichtig
weg.
De ceintuur wordt van voren afgerond en
de vetergaten worden aangebracht. Twee
biesjes van 1 c.M. breedte dienen om de cein
tuur vast te strikken. Ze worden van onderen
rond genaaid tot een rolletje, waaraan zes
sliertjes van 15 crème kraaltjes een kwastje
vormen. Het tusschenmot-ief je wordt tweemaal
op de biesjes herhaald. We steken de biesjes
door de gaatjes en maken aan de achterzijde
een knoop, die we plat slaan.
Gaatjes voofc
strik
RIJ INGEWEEKTE
KR.ALEN
VOOf<Z.yDE.
KNOOP
HTE-RayoE.
steeds meer om zijn kernachtige duidelijkheid,
De hoofdzaken geef ik eruit.
Dit woord van een vrouw aan vrouwen staat
buiten en boven alle wisseling der tijden. Het
werd geschreven in een korte adempauze na
bijna ondragelijke internationale spanningen.
Sinds September is de atmosfeer in de we
reld er niet beter op geworden.
Als wij, Nederlandsche vrouwen, met ons
heele hart aan dezen dagelijkschen strijd
deelnemen, dan werken wij voor de eeuwig
heid en dan dragen al onze kleine daden de
-ijkste vruchten.
R. DE RUYTERV. d. FEER.
cle klokkende namiddag] aponnetj es, clie
breede sjerpen vertoonen. Door die kinderlijk-
zwierige sjerpen, die even boven de taille be
ginnen, lijkt de korte rok minder angstwek
kend kort. Vooral de wijde rok moet kort zijn
hij reikt slechts tot even over de knie, het
geen meer modieus dan werkelijk sierlijk is.
Ook 't mantelcostuum beleeft een hausse,
't Is veelal gemaakt van zrware tafzij, moirée
en rips, vaak ook in twee kleuren en geeft
gelegenheid tot het dragen van de allersnoe-
zigste kanten blousetjes.
Kant viert overigens hoogtij, vooral in den
vorm van kraagjes en manchetten op don
kere japonnen. Ook in dit opzicht doet onze
mode aan die van 1890 denken! En om de
Victoria-illusie volledig te doen zijn, dragen
we onder onze wijde rokken wer onderrok -
ken met kantjes, die och hoe lief! soms
zelfs even onder den rok komen uitwippen.
En wat de mantels betreft: de wijde, los
vallende modellen zijn eenigszins op den ach
tergrond geraakt. De meeste vorokomende
vorm van vorjaarsmantel is de „redingote"
die van de taille naar heneden de rokwijdte
volgt. Deze past dan ook het best bij de
wijde jurken, die eronder worden gedragen.
De mantels worden veel in de kleur- der
japonnetjes gedragen, of in een neutraal
geel, turkoois of kersrood met dezelfde kleur
hoedjes.
Alpaca of lichte wol, geblokte tafzij, zwart
witte pepita zijn de mantelstoffen. Het losse
rechte jakje komt weer minder vaak voor,
wel soms nog het zeer wijde, korte man
teltje, dat slechts tot de heupen reikt en
bij het namiddagjaponnetje wordt gedragen.
Over de hoedjes hebben we een vorige maal
reeds 't een en ander verteld, doch tot slot
nog een enkel woord over de avondkleedin;
Ook hier merken we twee silhouetten op: nauw
en wijd. Diep uitgesneden japonnen van
atlaszijde in alle pasteltinten met korte
lijfjes en rechte rokken en daarnaast wijde
jurken in velerlei vorm. We zien een groote
voorliefde optreden voor matte zijden stof
fen, voor kant, tulle, organdië en mousseline.
Deze „stijlkleedjes" vallen over ruischende
onderrokken van tafzij, zijn met bloemen en
volants versierd en vaak hartvormig of vier
kant uitgesneden.
Kortom: echt Victoriaanschl
Zondag:
Kop bouillon
Gevulde kalfsborst
Stoofsla
Aardappelen
Citroenpudding
Maandag:
Koud kalfsvleesch
Worteltjes
Aardappelen
Beschuitschotel met
jam
Dinsdag:
Groentesoep
Runderlappen
Bloemkool
Aardappelen
Rabarber
Woensdag:
Bloemkoolsoep
Gehakt
Raapsteeltjes
Hoe we van oud nieuw maken
Een aardige overgooier voor jong
en oud.
Aardappelen
Gestoofde pruimen.
Donderdag:
Ham
Witte boonen
Botersaus
Aardappelen
Koffiepudding
Vrijdag:
Witte boonensoep
Garnalenragoüt
Aardappelpuree
Kropsla
Flensjes
Zaterdag:
Brusselsch lof
Eieren
Aardappelen
Gewelde boter
Ketelkoek met
boter en suiker
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Champignonsoep 3. Bruine boonensoep
Sla van Brusselsch lof Rijst met gestoofde
Gebakken aardappelen tomaten
Rijst wet abrikozen Wentelteefjes
4. Aardappelkoekjes
2. Jachtschotel van uieiSla van tomaten,
en bruine boonen andijvie en
Vanillevla met bloemkool
rabarber. Gort met rozijnen
1,5C.M
V
De strik wordt volgens de schets geknipt en
op dezelfde wijze als de ceintuur gewerkt en
gevoerd, waarna we deze vlot plooien en er
een reepje leer om leggen, dat gehecht wordt.
Een paar biesjes als aan de ceintuur voltooien
het geheel. Heel aardig staat zoo'n strik op
een eenvoudige jurk met een rolkraagje, hal
verwege den schouder gehecht.
Wilt u nog een paar aardige toepassingen?
Klepjes, zakjes, haarband, hoedversiering
kunnen allemaal op gelijke wijze vervaardigd
worden. Vele variaties zijn mogelijk. Men be
denke echter, dat door de bonte kleurtjes
gauw een „teveel" ontstaat. De schetsjes geven
u nog een paar voorbeelden. Ik twijfel er niet
aan, of u zult deze manier van versieren nog
meermalen toepassen.
Meermalen wordt mij gevraagd, hoe men
suède kan schoonmaken. U wrijft het leer
met een lapje met tetra af en bedekt het
daarna met een dikke laag magnesiumpoeder.
U laat dit er 24 uur opliggen en borstelt het
leer daarna af. Het magnesiumpoeder kunt
u meermalen gebruiken.
MARGOT VAN CAPELLEvan Buuren.
WAT MODE IS
Twee verschillende silhouetten bepalen het
beeld van de voorjaars- en zomerbode. De
eene Is opgebouwd op den nauwen rechten
rok, de andere neemt den wijden, zwierig
zwaaiend- en dito als uitgangspunt.
Bij den rechten rok 'behoort het nauwe
jasje, dat tot over de heupen reikt.
Gestreept of geruit zijn de aardige mantel-
costuums voor morgendracht, met één of
twee rijen knoopen.
Bij effen rokjes worden veel geruiten of
geblokte 'manteltjes gedragen of wel effen
jasjes, waarvan de revers en zakklepjes uit
de stof van het geruite rokje zijn gemaakt.
Bij den wijden, zwierigen rok, die herinne
ringen aan de mede 18801890 .oproept, be
hoort echter het zéér korte jasje, buitenge
woon sierlijk en precies getailleerd. Bij beide
silhouetten speelt de bolero een rol. Men
draagt haar vooral bij nauwe rokken en bij
Van haast ieder jurkje kan deze gemakke
lijke overgooier, een ideale huisdracht, worden
gemaakt.
De hals en de armsgaten worden eenvoudig
dieper uitgeknipt en netjes omgeboord met
een schuin lintje.
Leuk, vindt u niet?
KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW.
Wie graag bezuinigen wil, moet eens
goed doorlezen!
Wist IJ, dat U zelf heel goed was kunt maken?
Een jampotje of leeg blikje voor 3/4 gevuld
met geschrapte, gebleekte bijenwas of kunstwas;
daarna wordt er zooveel terpentijn op gegoten,
dat de was net onderstaat. Een nacht laten staan,
den volgenden dag goed omroeren en de was is
voor het gebruik gereed.
Het is in den schoonmaaktijd prettig om eens
een gemakkelijke maaltijd klaar te maken. Kent
U bruine boonensoep met gebakken uien? l'/a p.
bruine boonen, 4 L. water, 3 groote uien, 1 pond
aardappels, wat vet en zout. Vergeet U vooral
niet den avond van te voren de boonen te was-
schen en in ruim water in de week te zetten.
Dat bespaart U den volgenden dag een heel stuk
in den kooktijd. Met het weelcwater en de in
stukken gesneden aardappelen worden de boonen
gaargekookt, de uien fijngesneden, in wat vet
bruingebakken en op het laatste oogenblik door
de soep geroerd. Probeert U het maar eens, het
is gemakkelijk, voedzaam en goedkoop en zeer
smakelijk.
Afwasschen is altijd weer veel werk. Nauwe
lijks is alles schoon, of er staat al weer een heele
vaat. Hebt U er wel eens aan gedacht, dat af
wasschen met een doek lang zoo vlug niet gaat
als met een goede afwaschkwast? Bij het afwas
schen met een kwast kan het water kokend zijn
en vooral als U dan iets soda en groene zeep ge
bruikt gaat het veel vlugger dan op de oude
manier. En bovendien is het veel zindelijker,
droogt alles vlugger en blijven de theedoeken
veel langer schoon. Gemakkelijk in het gebruik
zijn de kwasten van plantaardige vezel (fiber) of
van haar, omdat dit meer een borsteltje is wordt
alles nog gemakkelijker schoon gemaakt. Vraagt
U maar eens naar deze afwaschkwasten bij Uw
winkelier!
Als U het houtwerk gaat schoonmaken, neemt
U dan 't geverfde hout liever niet af met groene
zeep, maar gebruik hiervoor een lauw sopje van
een goede huishoudzeep. De verf blijft dan veel
mooier, vooral als U het nog nasponst met water,
waarin een scheutje azijn en als U nog mooie
nieuwe verf opwrijft met een klein beetje witte
was. Zwarte schoenvlekken op deuren en plinten
laten zich gemakkelijk verwijderen met iets ter
pentijn.
Mocht U na de schoonmaak eens een nieuwe
keukenmat noodig hebben, neemt U dan eens een
goede cocosmat. Een cocosmat is wel duurder in
aanschaffing dan de veel gebruikte Chinamatten,
maar ze gaan ook veel langer mee, zijn gemak
kelijker schoon te houden en geven het vertrek
een veel netter aanzien. Vooral in een keuken,
een vertrek waar de kinderen en volwassenen ge
regeld in en uit loopen, ziet een Chinamat er
spoedig vuil en oud uit.
Het is al mooi weer zoo nu en dan, maar het
kan toch ook nog koud en guur zijn en als U op
zoo'n dag buitenwerk te doen hebt, zijn Uw han
den 's avonds ruw. Wist U, dat U dit kunt voor
komen, door dé handen 's avonds nadat ze goed
gewasschen zijn in te wrijven met glycerine, die
bij iederen drogist te krijgen is.
Vooral na waschdag is dit middeltje aan te
raden.
L
euk
karweitje
voor
's Zomers
buiten
We maken eenige
onoexsUjlkaie
uxaschhandfes
Waschhandjes zelf breien of haken is altijd
een erg loonend werkje, omdat ze schier on
verwoestbaar zijn. Bovendien is het een
prachtige gelegenheid om van onze restjes
breikatoen af te komen, die we er in allerlei
toonaarden in kunnen verwerken.
No. 1 is een gehaakt handje; de steek is al
zeer eenvoudig, „1 vaste, 1 losse", enz. De
vasten maken we telkens op de vasten van
die der vorigen toer. Opgezet wc.rden 120 lis
sen; voor de eene losse uit den haaksteek
wordt een losse van het opzetsel geslagen. In
heen- en weergaande toeren haken we bij
den 58en, den laatste, 't buitenrandje meteen
af door de losse te vervangen door een
groote vaste, waarvoor we onder de losse
steken van den vorigen toer. Aan het eind van
dezen toer haken we 20 lossen, vouwen de lap
met de goede zijde naar binnen dubbel en
haken het handje meteen met vasten dicht.
No. 2 is een gebreid handje, dat geheel
effen is gehouden om de ingebreide nopjes
goed uit te laten komen. Het is heerlijk
soepel, dit breisel van :1e naald rechts, 2e
naald 1 averecht breien, 1 averecht afhalen.
"1z.
Opgezet wordt een aantal, dat een breedte
heef t een ongeveer 26 cM„ dit kunnen we het
beste zelf regelen naar de beschikbare brei
naalden. De nopjes worden in tricotsteek in-
gebreid, dus door het bepaalde aantal steken
aan de goede zijde recht en aar. de verkeerde
zijde averecht te breien. Na 20 naalden In de
beschreven averechtschen steek gebreid te
hebben, worden de nopjes als volgt inge
werkt: 19 st. breien als gewoonlijk, 20ste
steek in tricotsteek, herhalen vanaf De
daaropvolgende naald w-cxlt de ééne tricot
steek aan weerszijden uitgebreid met nog een
steek en in de daaropvolgende naald eveneens
De stand is dan: 17 st. breiwerk als gewoon
lijk en 5st. tricotsteek. Na zoo 2 naalden over-
gebreid te hebben, wordt weer afgeteld, tot
dat er één steek overblijft, waarna deze rij
nopjes klaar is. Na 20 naalden breien komen
de volgende, die precies tusschen die van de
eerste rij invallen, aan de beurt. Is ons lapje
18 cM. lang, dan kanten we af, stikken de
naden dicht en haken een lusje aan.
No. 3 is al heel eenvoudig! Hierbij weer ge
legenheid te over voor onze restjes! In de
tunischen steek wordt dit handje gehaakt op
een opzetsel van 90 lossen. We krijgen dan een
stevige handje, dat we vocoreerst niet behoeven
te vervangen!
NORA HAN A,