JERSEY: MENU VAN DE WEEK Recepten Cadeaux voor het verloofde paar Een verloving is ervoor, om elkaar te leeren kennen, zegt de een. Onzin, je leert elkaar toch pas goed ken nen, als je eenmaal getrouwd bent, beweert de ander. Eigenlijk hebben beide gelijk: natuurlijk leer je elkaar kennen als je verloofd bent. en even natuurlijk leer je elkaar pas goed ken nen, wanneer je getrouwd bent. Maar hier over zal ieder het toch wel eens zijn; de verloving is nog geen definitief ver bond en wanneer een van beide partijen in den loop van den verlovingstijd bemerkt dat het toch niet het ware is gebleken te zijn, dan is het altijd mogelijk om er bijtijds een einde aan te maken. De tijdsduur van zoo'n ver loving doet er dan niets toe: het is altijd beter om een einde te maken aan een verhou ding die alleen maar tot verdriet kan leiden, zoolang het nog tijd is, dan om het maar te bestendigen „omdat het nu eenmaal zoo is". Nu is het „afmaken" van een verloving, hoe mooi er ook getheoretiseerd kan worden over den plicht tot het verbreken van een band die aan beide zijden tot ellende zou leiden, niet zoo eenvoudig als het lijkt. Er komen allerlei bijkomstigheden in het geding, die het soms uiterst moeilijk maken voor de betrokken par tijen om den beslissenden stap te doen. Sympathieën voor wederzijdsche familie leden, vriendschappen die in een verlovinj ontstaan zijn, angst om de ander te verdrie ten, al die banden moeten met geweld wor den losgescheurd, en hoe drukkend de ver loving misschien ook geweest mag zijn voor de beide partijen in den laatsten tijd, zoo'n besluit doet toch altijd pijn en het geeft ver lies te boeken. Daarom verbaast het mij de laatste jaren telkens weer, dat de overigens goedgemeende omgeving van een verloofd paar deze situatie willens en wetens verscherpt door de groote hoeveelheden cadeaux die bij een verloving al aan de jonge menschen worden geschonken. Een verlovingsreceptie kenmerkte zich vroe ger door een eindelooze hoeveelheid bloemen, bloemen en nog eens bloemen, over welker aantal in gepasten trots opgeschept werd tegen vrienden en familie. Nu staat er heel dikwijls echter een com plete cadeau-tafel als bij een bruiloftsreceptie geëtaleerd, met zilveren gebruiksvoorwerpen, huishoudelijke dingen, ja zelfs een keuken inrichting erop. En de bloemenhulde is na tuurlijk in verhouding kleiner geworden. Laat mij voorop mogen stellen, dat niemand zoo dom of zoo oppervlakkig is, om bij een verloving van de gedachte uit te gaan: dat- raakt toch wel weer af. En wie het dan nog eens mocht denken, moet maar al te vaak tot de beschamende conclusie komen dat er op deze verloving een lang en goed huwelijk is gevolgd. Niettegenstaande die hoopvolle vooruitzich ten leggen die goedmeenende familieleden en vrienden echter een verplichting op het ver loofde paar, die het hun nóg moeilijker maakt dan het al is, om. als de band niet te besten digen blijkt te zijn, deze te verbreken. Men moet dit niet onderschatten: het is heel goed denkbaar dat een mensch dezen moeilijken stap wel zou willen nemen, maar dan toch liever alles bij het oude laat, want het is allemaal zoo erg moeilijk met de fa milie, en de vrienden, en de betrokkene zelf, en o ja, wat moet er dan met al die cadeaux! Teruggeven? Wie ontvangt graag een eenmaal gegeven cadeau terug? Aan een ander geven? Zal die er blij mee zijn, en wat zal degene die het eens gaf, daarvan zeggen? Zelf houden? Maar er is toch wel een ietwat bitter smaakje aan zoon bezit. Met de ex-verloofde deelen? Dat is te dwaas om over te praten. Laat het een zuiver materieel probleem zijn, maar het grijpt dan toch ver genoeg in deze onstoffelijke kwestie van een verbroken ver loving in! Eigenaardig is het, dat waar een verloving een halve eeuw geleden nauwelijks eenige vrijheid liet aan het betrokken paar. en het denkbeeld van het „af" te maken bijna een schande was, dat in onzen tijd met de groote vrijheden en met de zuivere theorieën over het recht van het verbreken, de menschen zelf de zaak weer ingewikkelder en meer vertroe beld zijn gaan maken door hun cadeaux voor de toekomstige huishouding, wier oprichting toch nog op zulke losse schroeven staat. Overlaad de jongelui desnoods met bloemen, maar leg ze niet met cadeaux een verant woordelijkheid op, waarover zij hoogstwaar schijnlijk met zichzelf en met elkaar nog niet eens heelemaal in het reine zijn. Om in het reine te komen, daarvoor is immers de ver lovingstijd. E. E. J.—P. Kinderen, die woelen helpt u gemakkelijk, door om 't ledikant een ijzerdraad of een koord te bevestigen, juist aan den rand van de matras, 't Wordt cim de p'ooten heengeslagen en stevig vastge knoopt en dan worden bovendeken en laken ■met waschknijpers hieraan bevestigd. Vooral stevig vastmaken, opdat 't niet losschiet als het kind zich beweegt. Mot en houtworm Ze zorgen ervoor, dat alle aardsche schatten tenslotte tot stof vergaan! Een gek idee, dat er twee diertjes op de wereld zijn, een vlinder en een kevertje, die hout en muffige wollen stoffen beschouwen als het beste denkbare menu! Voor houtwormen en motten zijn noch onze oude, prachtig gebeeldhouwde kerkbanken, noch onze Zondagsche costuums in de kasten veilig! Ja de houtworm schijnt zelfs bizonder gesteld te zijn op Gotische Kunst, want hij boort bij voorkeur zijn gangen in het oude lindenhout, waaruit deze zijn vervaardigd. In de musea kunnen we zien, hoe tallooze kleine ronde gaatjes, als teeken van zijn eetlust houten beelden doorboren. Maar toch ver smaadt hij evenmin Tante's ouderwetsche commode uit notenhout! Ofschoon de mot reeds in de oudheid bekend was Aristoteles heeft over deze plaag het zijne te boek gesteld is ze thans een veel grootere last dan vroeger. Motten houden n.l. veel van een gelijk matige, warme temperatuur en vinden dus in onze moderne woningen met centrale ver warming' een ideale woonplaats. Aan de klee- dingstukken, die in onverwarmde slaapkamers hangen, beginnen ze slechts met tegenzin te knabbelen; kou kunnen ze niet goed verdra gen en waar alle kleedingstukken geregeld worden gedragen, duiken ze zelfs in 't geheel niet op. Daarentegen lokt de droge atmosfeer van de moderne woningen de motjes bizonder aan, en als er in de kasten dan nog een paar costuums hangen, die zelden of bijna nooit worden gedragen, kunnen de diertjes zujfc- prachtig en snel vermenigvuldigen. \S;ïseger kwam de mot uitsluitend in voor- Jaar en zomer voor en wie zijn kleeren uit- een prettige soepele zomerdracht' Deze vier modellen geven een uitstekend beeld van den nieuwen sportieven stijl, die veel fantasie toelaat zonder evenwel overladen aan te doen. De rokken blijven zeer wijd. Parijs brengt vooral tricotstoffen als Jersey e.d. Veel be drukte Jersey's e,plisseerde en kant-Jersey's die zeer elegant zijn. De modetendens, die geïnspireerd is op na tionale kinderdrachten is ook nog niet geheel verdwenen, zooals fig. 2 laat zien. 't Eerste japonnetje is van gele katoenen stof, effen en fantasie met blauw en emaille knocpen. No. 3: een pittig straattoiletje van tricot met een garnituur van wat piqué. Aardig is vooral het „corseletje". No. 4: witte jurk in Jersey met wijd uit waaierende banen van een andere kleur. klopte, had er nooit last van. Maar in warme woningen gedijen ze 't heele jaar door. De witte eitjes kleven zoo losjes aan de stof, dat ze er gemakkelijk kunnen worden uitgeschud. Gebeurt dit echter niet, dan kruipen er reeds na acht of tien dagen de kleine doorzichtige rupsjes uit, en elk knaagt vlug een wol lig huisje om zich heen. Deze huisjes worden steeds uitgebreid, terwijl de rupsjes eten, eten en zich telkens weer inspinnen. Zoo ontstaat een gat, dat, als het later ontdekt wordt, de stopinrichting handen vol werk geeft. Hebben ze deze plek afgegraasd,, dat trek ken ze een eind verder en bouwen een nieuw huisje en dat gaat zoo door tot ze volwassen zijn en zich verpoppen. Als de pop klaar is, kruipt er na veertien dagen een vlindertje uit. Dat kan dan vroolijk en wel weer eitjes gaan leggen en de kringloop zet zich voort. 't Beste middel tegen motten is, zijn klee ding te dragen en ze niet in de kast te laten hangen. Smoking, rok en avondtoilet, die uit den aard der zaak weinig gedragen worden, boa-stelt men degelijk uit en sluit ze weg in een hermetisch gesloten papieren mot- zak. Sommige beweren, dat motten eerder op droge dan op vettige wol afkomen en dus heeft men wel eens geprobeerd, truien e.a. met vettige schapenwol af te wrijven. Doch men constateerde toen, dat de rupsjes juist op de vetste gedeelten hun vernietigingswerk waren begonnen! De culinaire voorkeur van de motjes schijnt onberekenbaar te zijn, want kamfer helpt zeer zeker ook niet afdoende. Met de houtworm is het zoo, dat de kever tjes minder in onze huizen dan in onze mu- 's voorkomen. Alleen van groote hitte hebben ze niet terug, maar dan kunnen nu weer de kunstwerken meestal niet tegen! Damesjapon met korte mouwen Een gebreid wollen japonnetje met korte mouwen kunnen we, ook in den zomer voor ver schillende doeleinden gebruiken. Nemen we b.v. 2-draads bouclé wol en pennen no. 3 dan wordt het breiwerk niet te stijf en is het jurkje luch tig in het dragen. We hebben noodig ongeveer 650 Gr. grijze wol en 25 Gr. wijnroode, voorts pennen no. 3. We beginnen te breien bij de rok, die in 4 banen wordt gemaakt. Voor een japon in maat 42, zetten we voor het voorpand op 80 st., breien eerst 12 pennen recht en vervolgens 1 pen recht 1 pen averecht tot 25 toeren boven de ribbels; dan minderen we voor en achter aan de pen om de 15 toeren tot we nog 52 st. over hebben. We breien door tot de taille (met een centimeter meten we even de roklengte), en zetten de steken op een draad. Het achterpand is gelijk aan het voorpand. Voor het eerste zijpand zetten we op 90 st., we breien weer eerst 12 pennen recht en dan afwisselend 1 pen recht 1 pen averecht; na 40 toeren boven de ribbels minderen we om de 15 pennen voor en achter aan de pen tot we nog 70 st. over hebben. Is het zijpand 50 toeren kor ter dan het voorpand dan minderen we om de 5 pennen voor en achter aan de pen tot we nog 50 st. op de pen hebben, deze zetten we op een draad. Het andere zijpand is net zoo. Om aan het bovengedeelte van het voorpand te kunnen beginnen zetten we op 1 pen 25 st. van een zijpand, alle steken van het voorpand en 25 st. van het andere zijpand. We breien 4 c.M. boven de taille en splitsen het werk in tweeën voor het split, iedere helft wordt 51 st. We meerderen om de 4 pennen 1 st. bij, aan den kant van het armsgat, tot we 58 st. op de pen hebben; hebben we een lengte van 18 c.M. boven de taille, dan kanten we voor het armsgat 14 st. (6422) af. Hebben we 10 c.M. boven het armsgat dan kanten we voor den hals 10 st. af en vervolgens nog 6x1 st., zoodat we een schouder overhouden van 28 st. Is het armsgat 16 c.M. hoog, dan zetten we de steken op een draad. De andere kant van het split' is spiegel beeldig net zoo. De rug is gelijk aan het voor pand, alleen meerderen we daar eerst na 10 c.M. boven de taille, en maar 3 x, dus tot 108 st. Zijn we bij het armsgat, dan kanten we hiervoor 10 st. (622) af. Is het armsgat even groot als bij het voorpand dan breien we 28 st. van de schou ders samen met die van het voorpand, de 32 st. van den hals kanten we af. Voor de mouw zetten we op 40 st., meerderen om de 4 pennen tot 64 st. dan om de 2 pennen tot 68 st., vervolgens zetten we er aan weers kanten nog 10 st. bij op en hebben dan 88 st. Na 6 toeren minderen we voor en achter aan de pen tot 84 st. (om de 4 pennen). Na 10 toe ren breien we een pen als volgt: 11 recht, mind. 4 recht, mind. 4 recht, mind. enz. tot er 11 st. over zijn, deze recht. Na 5 pennen weer een pen met minderingen: 10 recht, mind. 10 recht, mind. enz. Na 5 pennen weer een pen met minderingen: 15 recht, mind. 3 recht, mind. 3 recht, mind. 3 recht enz. tot slot 15 recht. Na 10 pennen voor en achter minderen. Na 10 pennen weer voor en achter minderen. Nu nog 35 pennen en dan om de 10 st. 1 st. meerderen voor de boord. Deze wordt 10 ribbels hoog. Voor de kraag zetten we 100 st. los op, breien 32 pennen recht, kanten 10 st. straf af en breien de pen uit. Van de nieuwe pen weer de eerste 10 st. straf afkanten en de pen uitbreien. Dit herhalen tot er aan eiken kant van de kx-aag 30 st. zijn afgekant, dan de ovei-ige steken afkanten. Voor de zakken zetten we 30 st. op, breien 30 pennen recht, dan 35 toeren 1 pen recht 1 pen averecht, dan minderen aan het eind van elke pen tot er nog 14 st. over zijn, deze afkanten. Voor de kleine zakjes zetten we op 20 st., we breinen 20 pennen recht en kanten af. Opmaak. Ki-aag, manchetten en zakjes wor- den versierd door er een dubbele draad door te i-ijgen van de roode wol. Nu woi-dt de heele japon in elkaar geregen en gestreken en gepast. Zit alles goed, dan stikken we de naden op de machine in elkaar. Nu naaien we onder de mouwen een stijf kapje en tegen het split een patentsluiting. Om de taille dragen we een. leeren ceintuur. Alexandrine Tinne Een Neierlandsche vrouin et. op het gebied der o zeer verdienstelijk heeft Op 20 en 21 Mei a.s. wordt voor de iwh bers van wandelsport de z.g. Alexami Tinne"-herdenkingsmarsch georganis^r,ne Haarlem naar Zandvoort en teru» ir, n een afstand van 30 K.M. a' *°kal Naar aanleiding hiervan is het wel aardig eens wat meer te weten van an zeldzame vrouw, van deze onversrhr,^ Afrika-reizigster. "verschrokken Zondag: Groentesoep Gestoofde slakropjes met gehakt Aardappelen Creamcrackers met kaas Vruchten Maandag Spinazie Spekomelet Aardappelen Abrikozen met vanillevla Dinsdag: Pouletsoep Bieten Varkenskarbonaden Aardappelen Woensdag Saucijsjes Bloemkool Aardappelen Karnemelkpudding Vanillesaus Donderdag: Bloemkoolsoep Kalfslappen Postelein Aardappelen Griesmeelvla Vrijdag: Spaghetti met kaas Aardappelen Gebakken eieren Kropsla Botersaus Chocoladevla Zaterdag: Rijst met poulet en kerrysaus Maizenapudding met rabarbersaus VEGETARISCHE MENU'S. 1. Spinaziesoep Stamppot van rauwe sla Gesmolten boter Griesmeelpudding met bessensapsaus 2. Kaassoufflé Stoofsla Aardappelen Riz glacé met vanillesaus. 3. Gevulde eieren Pommes frites Spinazie Warme gemberpudding met vanillesaus 4. Tomaten, gevuld roereieren Aardappelgehakt Postelein Eierpannekoeken met rabarbermoes Gestoofde slakropjes met gehakt. BenoodigdhedenlVz K.G. stoofsla, 10 gr. zout per L. water, 400 gr. runder- en varkens gehakt, 30 gr. boter, zout, peper, noot, 2 sne den brood, paneermeel melk of ei. Bereiding: De sla schoonmaken door de buitenste bladeren te verwijderen en een stukje van den stronk te snijden. De krop jes heel goed wasschen en bijna gaar koken in ruim water met zout. Het gehakt aanmaken met geweekt brood, melk of ei, peper, zout en noot en er kleine balletjes van maken. Deze' in wat boter in de koekepan bruin bakken. De slakropjes met de schuimspaan uit de pan scheppen, laten uitlekken op een vergiet en overdoen in een vuurvasten schotel. De balle tjes gehakt tusschen de slakropjes leggen, de schotel afmaken met paneermeel en de jus van het gehakt en onder af en toe bedruipen 1/2 uur in een niet te warmen oven laten sto ven. Spekomelet. Benoodigdheden: 4 eieren, 3 lepels melk, 50 gr. mager rookspek, peterselie, peper, zout. Bereiding: De eieren kloppen met wat melk, peper en zout. De gehakte peterselie er doorroeren. Het spek in dobbelsteentjes snij den en uithakken in de koekepan. De ge klopte eieren er over heen gieten en de ome let aan één kant lichtbruin bakken. Met be hulp van een deksel omkeeren en den ande ren kant bakken. Zoo warm mogelijk opdie nen. Kaassoufflés (in frituurvet). Benoodigdheden 24 stuks). 3 d.L. water, 75 gr. boter, 150 gr. oude Holl. kaas, 5 eieren, pe per zout, frituurvet. Bereiding: Het water met de boter aan de kook brengen, -alle bloem ineens toevoegen en de -massa roeren tot ze geheel glad is en van de pan als een bal loslaat. Het deeg pl.m. 5 minuten doorroeren. Daarna de geraspte kaas ermee vermengen, en de eieren één voor één erbij doen. Het deeg moet zoo dik zijn, dat het nog als een balletje van de lepel valt. In niet te heet frituurvet kleine balletjes deeg laten vallen, deze langzaam gaar en bruin bakken. Onder het bakken moeten ze uit zetten, wat niet gebeurt als het vet te heet is. (6 a 8 minuten). De soufflé's uit het vet ne men, uit laten lekken op papier en opdienen op een schotel, belegd met een vingerdoekje en garneeren met gebakken peterselie. Hier voor de peterselie wasschen, goed afdrogen en als het frituurvet niet meer dampt, de tak jes er in doen. Een deksel op de pan doen, om spatten te voorkomen. Kaassoufflé in den oven. Benoodigdheden: d.L. melk of water, 30 gr. boter, 30 gr. bloem, 8 eieren, 125 gr. oude Holl. kaas, peper, zout. Bereiding: Van boter, bloem en melk een saus maken. Van het vuur de eidooiers, de ge raspte kaas en het stijfgeklopte eiwit er door mengen. De massa overdoen in een beboterden vuurvasten schotel of in klein soufflé potjes; de schotels niet meer dan voor de helft vul len De soufflés in een heeten oven gaar laten worden. 15—30 minuten. Ze onmiddellijk als ze uit den oven komen opdienen. Inplaats van met alleen kaas. kunnen deze soufflé's ook met ham en kaas gemaakt wor den. Men neemt dan 100 gr. magere ham en 50 gr. oude Holl. kaas. Zoute bollen of zoute krakelingen. Benoodigdheden: 200 gr. bloem, Vz d.L. melk, Va ei, 125 gr. boter, 10 gr. gist, 7 gr. zout. Bereiding: Van bloem, ei, met lauwe melk aangemengde gist, gesmolten boter en zout een vrij zacht gistdeeg maken en dit 3/4 uur toegedekt laten rijzen. Van het gerezendeeg kleine balletjes, of lange, dunne rolletjes ma ken. die men in den vorm van krakelingen op een beboterde bakplaat legt. De koekjes toe gedekt nog eens laten rijzen, tot ze bol staan. De koekjes in een heeten oven in pl.m. 10 mi nuten gaar bakken, daarna den oven tempe ren en ze bros laten worden, pl.m. 20 minu ten. Temperatuur van het badwater. 't Is altijd gemakkelijk, nietwaar, als u de temperatuur van het water weet, voor u gaat baden. Hiervoor kunt u een gewone thermometer gebruiken. Maak deze met een elastiekje vast aan een stuk ijzerdraad en steek op ieder uiteinde hieraan een stuk kurk' 't Heele zaakje blijft dan in 't water drijven en u kunt de temperatuur aflezen Alexandrine Tinne. Welnu dan, Alexandrine Tinne, of vollediger gezegd, Alexandrine, Petronella Prancisca Tinne aanschouwde in Den Haag het levens licht op 17 October 1835. Zij was een dochter van Philip Frederik Tinne en Henriette Maria Louise van Capellen, Op nog jeugdigen leef tijd, tusschen de jaren 1842 en 1844 vergezel de Alexine (zooals ze bij afkorting altijd werd genoemd) haar vader vaak op zijn reizen en toen kwam dan ook bij haar al de lust tot reizen te voorschijn. Daarbij gevoegd een lief deshistorie met een Duitsch gezantschaps attaché, die haar teleurstelde, waren er dus factoren genoeg om haar zwerverszin te ver klaren. Speciaal tot Afrika voelde ze zich aangetrokken, veel meer dan tot andere we- relddeelen. In de Haagsche kringen, waarin Alexine vertoefde, heeft men nooit kunnen begrijpen, dat een meisje van zoo aristocratischen huize lust gevoelde om in onherbergzame oorden te gaan reizen, temeer waar in dien tijd het rei zen nog verre van gemakkelijk was. Na het overlijden van haar vader in 1844 zette zij het reizen met haar moeder voort, terwijl zij tusschen tij ds telkens weer eenigen tijd in den Haag verbleven. I11 1847 en 1848 bezochten zij de Pyreneeën en woonden daar te Pau, waar Alexine zeer goed de Spaansche taal leerde. Later leerde zij ook Arabisch, want Alexine had een helder verstand. Na dit verblijf in de Pyreneeën ver toefden de dames eenige jaren in de Resi dentie, doch in 1854 gingen zij weer op reis. Ze bezochten Denemarken, Zweden en Noor wegen, leerden den bekenden schilder Saai kennen, met wien zij zelfs tot de Noordkaap reisden. In 1855 bezochten ze Verona, Milaan, Venetië en Triëst en op den terugweg Egypte en het bezoek aan dit land was beslissend voor Alexine's verder leven. De reis werd uitge breid tot Palestina en na nog wat heen en weer trekken verliet Alexine met haar moe der in 1861 voorgoed de residentie om zich blijvend in Cairo te vestigen. Zij was zeer knap van uiterlijk en ging later in Caïro ook op Egyptische wijze gekleed. Zij bewoonden daar een groot, zeer luxueus huis en vandaar uit werden plannen beraamd voor de eerste reis naar de bronnen van den Nijl. Zij had een staf van personeel, omdat zij een groot fortuin bezat en zij deed dan ook zeer veel aan sociaal werk; o.m. deed ze wat ze kon om de slavernij tegen te gaan en voor de ver zorging van zieke dieren. In heel Egypte was haar naam bekend door haar mildheid en fabelachtigen rijkdom en over de „Contessa Hollandese" te Caïro deden onder de Toearegs en andere Noord-Afrikaansche stammen de meest fantastische verhalen de ronde. De eerste reis werd in Januari 1862 onder nomen naar den Witten Nijl en verliep in alle opzichten zeer gunstig. De tweede expeditie ving in Februari 1863 aan met als doel Bhar-al Ghazal. Op dezen tocht had zij een zeer groot geleide mede. Haar tochtgenooten waren o.m. Theodor von Heuglin, Hermann Steudner, beiden beroemde Afrika-reizigers en de Nederlandsche natuur kundige, baron d'Ablaing van Giessenburg. Deze reis verliep echter minder voorspoedig; zij moesten n.l. door de moerassen van Ooste lijk Soedan trekken om door te dringen tot het land der Bongo's en tot Dsjoer. Zij werden door moeraskoortsen aangetast en Dr. Steud ner bezweek hieraan helaas als eerste slacht offer. Daarna verloor Alexine haar moeder op 20 Juli 1863 en ook twee kameniers van Freule Tinne bezweken aan deze koortsen. Daarna keerde de expeditie naar Karthoem terug, waar ze 29 Maart 1864 arriveerde. Alexines tante, Jonkvr. A. D. C. van Capellen had een ter te veel geleden door al de ontberingen en emoties en overleed op 20 Mei van datzelfde jaar. Alexine bezat echter zoo'n groot doorzet tingsvermogen, dat ze zich zelfs door al aeze tegenslagen niet uit het veld liet slaan en na eenige korte reizen besloot ze toch weer ee grooten tocht te ondernemen. En het aoei van deze reis was, het bronnengebied van oen Nijl niet over en langs de rivier zelf zien bereiken, doch ze wilde er dwars door a woestijn heen trekken. Te Moerzoek wera ziek en die ziekte duurde twee maanden. ïoea ze hersteld was werd haar hulp mgeroepe om een. geschil op te lossen .tusschen t» hoofdmannen der Toearegs. Zij koos de par-u van den hoofdman, die haar om raad w komen vragen. De Toearegs die echter op hand van den anderen hoofdman wa warep ontevreden over deze uitspraak maakte het haar voortdurend laswg^p verderen tocht, tot zij ten slotte op 1 Augu 1869 door de Toearegs werd vermoord. Jhr. Mr. E. F. E. Testa (1821—1896) een goed vriend van Freule Tinne, heeft over w» laatsten tocht nog een en ander meaegea De verslagenheid over haar dood wa. meen, want zij was bij een ieder, die mei in aanraking kwam, zeer bemind.- Haar gi is niet precies bekend. baar Freule Tinne heeft zelf nooit iets ovei reizen gepubliceerd, maar wel werd over haar geschreven. Zij was een mo vrouw, met taaie volharding, die d heeft aangedurfd, waarvoor menige ma terugdeinzen. m Daar ergens in Afrika, rust de stoE n, van Nederland's moedigste, edelste vr _s van Alexandrine Tinne. Haar ge^chie° hfie. er een van dienende liefde en hpbben, heid, welke op allen, die medegevoel steeds diepen indruk maakt. Haar hart gaf toewijding aan alle behoeft verdrukten in het donkere Afrika.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 12