JERSEY:
MENU VAN DE WEEK
Recepten
Cadeaux voor het verloofde paar
Een verloving is ervoor, om elkaar te
leeren kennen, zegt de een.
Onzin, je leert elkaar toch pas goed ken
nen, als je eenmaal getrouwd bent, beweert
de ander.
Eigenlijk hebben beide gelijk: natuurlijk
leer je elkaar kennen als je verloofd bent. en
even natuurlijk leer je elkaar pas goed ken
nen, wanneer je getrouwd bent.
Maar hier over zal ieder het toch wel eens
zijn; de verloving is nog geen definitief ver
bond en wanneer een van beide partijen in
den loop van den verlovingstijd bemerkt dat
het toch niet het ware is gebleken te zijn, dan
is het altijd mogelijk om er bijtijds een einde
aan te maken. De tijdsduur van zoo'n ver
loving doet er dan niets toe: het is altijd
beter om een einde te maken aan een verhou
ding die alleen maar tot verdriet kan leiden,
zoolang het nog tijd is, dan om het maar te
bestendigen „omdat het nu eenmaal zoo is".
Nu is het „afmaken" van een verloving, hoe
mooi er ook getheoretiseerd kan worden over
den plicht tot het verbreken van een band die
aan beide zijden tot ellende zou leiden, niet
zoo eenvoudig als het lijkt. Er komen allerlei
bijkomstigheden in het geding, die het soms
uiterst moeilijk maken voor de betrokken par
tijen om den beslissenden stap te doen.
Sympathieën voor wederzijdsche familie
leden, vriendschappen die in een verlovinj
ontstaan zijn, angst om de ander te verdrie
ten, al die banden moeten met geweld wor
den losgescheurd, en hoe drukkend de ver
loving misschien ook geweest mag zijn voor
de beide partijen in den laatsten tijd, zoo'n
besluit doet toch altijd pijn en het geeft ver
lies te boeken.
Daarom verbaast het mij de laatste jaren
telkens weer, dat de overigens goedgemeende
omgeving van een verloofd paar deze situatie
willens en wetens verscherpt door de groote
hoeveelheden cadeaux die bij een verloving al
aan de jonge menschen worden geschonken.
Een verlovingsreceptie kenmerkte zich vroe
ger door een eindelooze hoeveelheid bloemen,
bloemen en nog eens bloemen, over welker
aantal in gepasten trots opgeschept werd
tegen vrienden en familie.
Nu staat er heel dikwijls echter een com
plete cadeau-tafel als bij een bruiloftsreceptie
geëtaleerd, met zilveren gebruiksvoorwerpen,
huishoudelijke dingen, ja zelfs een keuken
inrichting erop. En de bloemenhulde is na
tuurlijk in verhouding kleiner geworden.
Laat mij voorop mogen stellen, dat niemand
zoo dom of zoo oppervlakkig is, om bij een
verloving van de gedachte uit te gaan: dat-
raakt toch wel weer af. En wie het dan nog
eens mocht denken, moet maar al te vaak
tot de beschamende conclusie komen dat er
op deze verloving een lang en goed huwelijk
is gevolgd.
Niettegenstaande die hoopvolle vooruitzich
ten leggen die goedmeenende familieleden en
vrienden echter een verplichting op het ver
loofde paar, die het hun nóg moeilijker maakt
dan het al is, om. als de band niet te besten
digen blijkt te zijn, deze te verbreken.
Men moet dit niet onderschatten: het is
heel goed denkbaar dat een mensch dezen
moeilijken stap wel zou willen nemen, maar
dan toch liever alles bij het oude laat, want
het is allemaal zoo erg moeilijk met de fa
milie, en de vrienden, en de betrokkene zelf,
en o ja, wat moet er dan met al die cadeaux!
Teruggeven?
Wie ontvangt graag een eenmaal gegeven
cadeau terug?
Aan een ander geven?
Zal die er blij mee zijn, en wat zal degene
die het eens gaf, daarvan zeggen?
Zelf houden?
Maar er is toch wel een ietwat bitter
smaakje aan zoon bezit.
Met de ex-verloofde deelen?
Dat is te dwaas om over te praten.
Laat het een zuiver materieel probleem zijn,
maar het grijpt dan toch ver genoeg in deze
onstoffelijke kwestie van een verbroken ver
loving in!
Eigenaardig is het, dat waar een verloving
een halve eeuw geleden nauwelijks eenige
vrijheid liet aan het betrokken paar. en het
denkbeeld van het „af" te maken bijna een
schande was, dat in onzen tijd met de groote
vrijheden en met de zuivere theorieën over
het recht van het verbreken, de menschen zelf
de zaak weer ingewikkelder en meer vertroe
beld zijn gaan maken door hun cadeaux voor
de toekomstige huishouding, wier oprichting
toch nog op zulke losse schroeven staat.
Overlaad de jongelui desnoods met bloemen,
maar leg ze niet met cadeaux een verant
woordelijkheid op, waarover zij hoogstwaar
schijnlijk met zichzelf en met elkaar nog niet
eens heelemaal in het reine zijn. Om in het
reine te komen, daarvoor is immers de ver
lovingstijd.
E. E. J.—P.
Kinderen, die woelen
helpt u gemakkelijk, door om 't ledikant een
ijzerdraad of een koord te bevestigen, juist
aan den rand van de matras, 't Wordt cim
de p'ooten heengeslagen en stevig vastge
knoopt en dan worden bovendeken en laken
■met waschknijpers hieraan bevestigd. Vooral
stevig vastmaken, opdat 't niet losschiet als
het kind zich beweegt.
Mot en houtworm
Ze zorgen ervoor, dat alle aardsche
schatten tenslotte tot stof vergaan!
Een gek idee, dat er twee diertjes op de
wereld zijn, een vlinder en een kevertje, die
hout en muffige wollen stoffen beschouwen
als het beste denkbare menu!
Voor houtwormen en motten zijn noch onze
oude, prachtig gebeeldhouwde kerkbanken,
noch onze Zondagsche costuums in de kasten
veilig! Ja de houtworm schijnt zelfs bizonder
gesteld te zijn op Gotische Kunst, want hij
boort bij voorkeur zijn gangen in het oude
lindenhout, waaruit deze zijn vervaardigd. In
de musea kunnen we zien, hoe tallooze kleine
ronde gaatjes, als teeken van zijn eetlust
houten beelden doorboren. Maar toch ver
smaadt hij evenmin Tante's ouderwetsche
commode uit notenhout! Ofschoon de
mot reeds in de oudheid bekend was
Aristoteles heeft over deze plaag het zijne te
boek gesteld is ze thans een veel grootere
last dan vroeger.
Motten houden n.l. veel van een gelijk
matige, warme temperatuur en vinden dus
in onze moderne woningen met centrale ver
warming' een ideale woonplaats. Aan de klee-
dingstukken, die in onverwarmde slaapkamers
hangen, beginnen ze slechts met tegenzin te
knabbelen; kou kunnen ze niet goed verdra
gen en waar alle kleedingstukken geregeld
worden gedragen, duiken ze zelfs in 't geheel
niet op.
Daarentegen lokt de droge atmosfeer van
de moderne woningen de motjes bizonder
aan, en als er in de kasten dan nog een
paar costuums hangen, die zelden of bijna
nooit worden gedragen, kunnen de diertjes
zujfc- prachtig en snel vermenigvuldigen.
\S;ïseger kwam de mot uitsluitend in voor-
Jaar en zomer voor en wie zijn kleeren uit-
een prettige soepele zomerdracht'
Deze vier modellen geven een uitstekend
beeld van den nieuwen sportieven stijl, die veel
fantasie toelaat zonder evenwel overladen
aan te doen.
De rokken blijven zeer wijd. Parijs brengt
vooral tricotstoffen als Jersey e.d. Veel be
drukte Jersey's e,plisseerde en kant-Jersey's
die zeer elegant zijn.
De modetendens, die geïnspireerd is op na
tionale kinderdrachten is ook nog niet geheel
verdwenen, zooals fig. 2 laat zien.
't Eerste japonnetje is van gele katoenen
stof, effen en fantasie met blauw en emaille
knocpen.
No. 3: een pittig straattoiletje van tricot
met een garnituur van wat piqué. Aardig is
vooral het „corseletje".
No. 4: witte jurk in Jersey met wijd uit
waaierende banen van een andere kleur.
klopte, had er nooit last van. Maar in warme
woningen gedijen ze 't heele jaar door. De
witte eitjes kleven zoo losjes aan de stof, dat
ze er gemakkelijk kunnen worden uitgeschud.
Gebeurt dit echter niet, dan kruipen er reeds
na acht of tien dagen de kleine doorzichtige
rupsjes uit, en elk knaagt vlug een wol
lig huisje om zich heen. Deze huisjes worden
steeds uitgebreid, terwijl de rupsjes eten, eten
en zich telkens weer inspinnen. Zoo ontstaat
een gat, dat, als het later ontdekt wordt, de
stopinrichting handen vol werk geeft.
Hebben ze deze plek afgegraasd,, dat trek
ken ze een eind verder en bouwen een nieuw
huisje en dat gaat zoo door tot ze volwassen
zijn en zich verpoppen. Als de pop klaar is,
kruipt er na veertien dagen een vlindertje uit.
Dat kan dan vroolijk en wel weer eitjes gaan
leggen en de kringloop zet zich voort.
't Beste middel tegen motten is, zijn klee
ding te dragen en ze niet in de kast te
laten hangen. Smoking, rok en avondtoilet,
die uit den aard der zaak weinig gedragen
worden, boa-stelt men degelijk uit en sluit ze
weg in een hermetisch gesloten papieren mot-
zak.
Sommige beweren, dat motten eerder op
droge dan op vettige wol afkomen en dus
heeft men wel eens geprobeerd, truien e.a.
met vettige schapenwol af te wrijven. Doch
men constateerde toen, dat de rupsjes juist
op de vetste gedeelten hun vernietigingswerk
waren begonnen! De culinaire voorkeur van
de motjes schijnt onberekenbaar te zijn, want
kamfer helpt zeer zeker ook niet afdoende.
Met de houtworm is het zoo, dat de kever
tjes minder in onze huizen dan in onze mu-
's voorkomen. Alleen van groote hitte
hebben ze niet terug, maar dan kunnen nu
weer de kunstwerken meestal niet tegen!
Damesjapon met korte mouwen
Een gebreid wollen japonnetje met korte
mouwen kunnen we, ook in den zomer voor ver
schillende doeleinden gebruiken. Nemen we b.v.
2-draads bouclé wol en pennen no. 3 dan wordt
het breiwerk niet te stijf en is het jurkje luch
tig in het dragen.
We hebben noodig ongeveer 650 Gr. grijze
wol en 25 Gr. wijnroode, voorts pennen no. 3.
We beginnen te breien bij de rok, die in 4
banen wordt gemaakt. Voor een japon in maat
42, zetten we voor het voorpand op 80 st.,
breien eerst 12 pennen recht en vervolgens 1
pen recht 1 pen averecht tot 25 toeren boven de
ribbels; dan minderen we voor en achter aan
de pen om de 15 toeren tot we nog 52 st. over
hebben. We breien door tot de taille (met een
centimeter meten we even de roklengte), en
zetten de steken op een draad.
Het achterpand is gelijk aan het voorpand.
Voor het eerste zijpand zetten we op 90 st.,
we breien weer eerst 12 pennen recht en dan
afwisselend 1 pen recht 1 pen averecht; na 40
toeren boven de ribbels minderen we om de 15
pennen voor en achter aan de pen tot we nog
70 st. over hebben. Is het zijpand 50 toeren kor
ter dan het voorpand dan minderen we om de 5
pennen voor en achter aan de pen tot we nog 50
st. op de pen hebben, deze zetten we op een
draad.
Het andere zijpand is net zoo.
Om aan het bovengedeelte van het voorpand
te kunnen beginnen zetten we op 1 pen 25 st.
van een zijpand, alle steken van het voorpand
en 25 st. van het andere zijpand. We breien 4
c.M. boven de taille en splitsen het werk in
tweeën voor het split, iedere helft wordt 51 st.
We meerderen om de 4 pennen 1 st. bij, aan
den kant van het armsgat, tot we 58 st. op de
pen hebben; hebben we een lengte van 18 c.M.
boven de taille, dan kanten we voor het armsgat
14 st. (6422) af. Hebben we 10 c.M. boven
het armsgat dan kanten we voor den hals 10 st.
af en vervolgens nog 6x1 st., zoodat we een
schouder overhouden van 28 st. Is het armsgat
16 c.M. hoog, dan zetten we de steken op een
draad. De andere kant van het split' is spiegel
beeldig net zoo. De rug is gelijk aan het voor
pand, alleen meerderen we daar eerst na 10 c.M.
boven de taille, en maar 3 x, dus tot 108 st. Zijn
we bij het armsgat, dan kanten we hiervoor 10
st. (622) af. Is het armsgat even groot als bij
het voorpand dan breien we 28 st. van de schou
ders samen met die van het voorpand, de 32 st.
van den hals kanten we af.
Voor de mouw zetten we op 40 st., meerderen
om de 4 pennen tot 64 st. dan om de 2 pennen
tot 68 st., vervolgens zetten we er aan weers
kanten nog 10 st. bij op en hebben dan 88 st.
Na 6 toeren minderen we voor en achter aan
de pen tot 84 st. (om de 4 pennen). Na 10 toe
ren breien we een pen als volgt: 11 recht, mind.
4 recht, mind. 4 recht, mind. enz. tot er 11 st.
over zijn, deze recht.
Na 5 pennen weer een pen met minderingen:
10 recht, mind. 10 recht, mind. enz.
Na 5 pennen weer een pen met minderingen:
15 recht, mind. 3 recht, mind. 3 recht, mind. 3
recht enz. tot slot 15 recht.
Na 10 pennen voor en achter minderen.
Na 10 pennen weer voor en achter minderen.
Nu nog 35 pennen en dan om de 10 st. 1 st.
meerderen voor de boord. Deze wordt 10 ribbels
hoog.
Voor de kraag zetten we 100 st. los op, breien
32 pennen recht, kanten 10 st. straf af en breien
de pen uit. Van de nieuwe pen weer de eerste
10 st. straf afkanten en de pen uitbreien. Dit
herhalen tot er aan eiken kant van de kx-aag 30
st. zijn afgekant, dan de ovei-ige steken afkanten.
Voor de zakken zetten we 30 st. op, breien 30
pennen recht, dan 35 toeren 1 pen recht 1 pen
averecht, dan minderen aan het eind van elke
pen tot er nog 14 st. over zijn, deze afkanten.
Voor de kleine zakjes zetten we op 20 st., we
breinen 20 pennen recht en kanten af.
Opmaak. Ki-aag, manchetten en zakjes wor-
den versierd door er een dubbele draad door te
i-ijgen van de roode wol.
Nu woi-dt de heele japon in elkaar geregen en
gestreken en gepast. Zit alles goed, dan stikken
we de naden op de machine in elkaar.
Nu naaien we onder de mouwen een stijf kapje
en tegen het split een patentsluiting.
Om de taille dragen we een. leeren ceintuur.
Alexandrine Tinne
Een Neierlandsche vrouin et.
op het gebied der o
zeer verdienstelijk heeft
Op 20 en 21 Mei a.s. wordt voor de iwh
bers van wandelsport de z.g. Alexami
Tinne"-herdenkingsmarsch georganis^r,ne
Haarlem naar Zandvoort en teru» ir, n
een afstand van 30 K.M. a' *°kal
Naar aanleiding hiervan is het
wel aardig eens wat meer te weten van an
zeldzame vrouw, van deze onversrhr,^
Afrika-reizigster. "verschrokken
Zondag:
Groentesoep
Gestoofde slakropjes
met gehakt
Aardappelen
Creamcrackers met
kaas
Vruchten
Maandag
Spinazie
Spekomelet
Aardappelen
Abrikozen met
vanillevla
Dinsdag:
Pouletsoep
Bieten
Varkenskarbonaden
Aardappelen
Woensdag
Saucijsjes
Bloemkool
Aardappelen
Karnemelkpudding
Vanillesaus
Donderdag:
Bloemkoolsoep
Kalfslappen
Postelein
Aardappelen
Griesmeelvla
Vrijdag:
Spaghetti met kaas
Aardappelen
Gebakken eieren
Kropsla
Botersaus
Chocoladevla
Zaterdag:
Rijst met poulet
en kerrysaus
Maizenapudding met
rabarbersaus
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Spinaziesoep
Stamppot van
rauwe sla
Gesmolten boter
Griesmeelpudding
met bessensapsaus
2. Kaassoufflé
Stoofsla
Aardappelen
Riz glacé met
vanillesaus.
3. Gevulde eieren
Pommes frites
Spinazie
Warme gemberpudding
met vanillesaus
4. Tomaten, gevuld
roereieren
Aardappelgehakt
Postelein
Eierpannekoeken met
rabarbermoes
Gestoofde slakropjes met gehakt.
BenoodigdhedenlVz K.G. stoofsla, 10 gr.
zout per L. water, 400 gr. runder- en varkens
gehakt, 30 gr. boter, zout, peper, noot, 2 sne
den brood, paneermeel melk of ei.
Bereiding: De sla schoonmaken door de
buitenste bladeren te verwijderen en een
stukje van den stronk te snijden. De krop
jes heel goed wasschen en bijna gaar koken in
ruim water met zout. Het gehakt aanmaken
met geweekt brood, melk of ei, peper, zout en
noot en er kleine balletjes van maken. Deze'
in wat boter in de koekepan bruin bakken. De
slakropjes met de schuimspaan uit de pan
scheppen, laten uitlekken op een vergiet en
overdoen in een vuurvasten schotel. De balle
tjes gehakt tusschen de slakropjes leggen, de
schotel afmaken met paneermeel en de jus
van het gehakt en onder af en toe bedruipen
1/2 uur in een niet te warmen oven laten sto
ven.
Spekomelet.
Benoodigdheden: 4 eieren, 3 lepels melk, 50
gr. mager rookspek, peterselie, peper, zout.
Bereiding: De eieren kloppen met wat
melk, peper en zout. De gehakte peterselie er
doorroeren. Het spek in dobbelsteentjes snij
den en uithakken in de koekepan. De ge
klopte eieren er over heen gieten en de ome
let aan één kant lichtbruin bakken. Met be
hulp van een deksel omkeeren en den ande
ren kant bakken. Zoo warm mogelijk opdie
nen.
Kaassoufflés (in frituurvet).
Benoodigdheden 24 stuks). 3 d.L. water, 75
gr. boter, 150 gr. oude Holl. kaas, 5 eieren, pe
per zout, frituurvet.
Bereiding: Het water met de boter aan de
kook brengen, -alle bloem ineens toevoegen en
de -massa roeren tot ze geheel glad is en van
de pan als een bal loslaat. Het deeg pl.m. 5
minuten doorroeren. Daarna de geraspte kaas
ermee vermengen, en de eieren één voor één
erbij doen. Het deeg moet zoo dik zijn, dat
het nog als een balletje van de lepel valt. In
niet te heet frituurvet kleine balletjes deeg
laten vallen, deze langzaam gaar en bruin
bakken. Onder het bakken moeten ze uit
zetten, wat niet gebeurt als het vet te heet is.
(6 a 8 minuten). De soufflé's uit het vet ne
men, uit laten lekken op papier en opdienen
op een schotel, belegd met een vingerdoekje
en garneeren met gebakken peterselie. Hier
voor de peterselie wasschen, goed afdrogen
en als het frituurvet niet meer dampt, de tak
jes er in doen. Een deksel op de pan doen, om
spatten te voorkomen.
Kaassoufflé in den oven.
Benoodigdheden: d.L. melk of water, 30 gr.
boter, 30 gr. bloem, 8 eieren, 125 gr. oude
Holl. kaas, peper, zout.
Bereiding: Van boter, bloem en melk een
saus maken. Van het vuur de eidooiers, de ge
raspte kaas en het stijfgeklopte eiwit er door
mengen. De massa overdoen in een beboterden
vuurvasten schotel of in klein soufflé potjes;
de schotels niet meer dan voor de helft vul
len De soufflés in een heeten oven gaar laten
worden. 15—30 minuten. Ze onmiddellijk als
ze uit den oven komen opdienen.
Inplaats van met alleen kaas. kunnen deze
soufflé's ook met ham en kaas gemaakt wor
den. Men neemt dan 100 gr. magere ham en
50 gr. oude Holl. kaas.
Zoute bollen of zoute krakelingen.
Benoodigdheden: 200 gr. bloem, Vz d.L.
melk, Va ei, 125 gr. boter, 10 gr. gist, 7 gr.
zout.
Bereiding: Van bloem, ei, met lauwe melk
aangemengde gist, gesmolten boter en zout
een vrij zacht gistdeeg maken en dit 3/4 uur
toegedekt laten rijzen. Van het gerezendeeg
kleine balletjes, of lange, dunne rolletjes ma
ken. die men in den vorm van krakelingen op
een beboterde bakplaat legt. De koekjes toe
gedekt nog eens laten rijzen, tot ze bol staan.
De koekjes in een heeten oven in pl.m. 10 mi
nuten gaar bakken, daarna den oven tempe
ren en ze bros laten worden, pl.m. 20 minu
ten.
Temperatuur van het
badwater.
't Is altijd gemakkelijk, nietwaar, als u
de temperatuur van het water weet, voor u
gaat baden. Hiervoor kunt u een gewone
thermometer gebruiken. Maak deze met een
elastiekje vast aan een stuk ijzerdraad en
steek op ieder uiteinde hieraan een stuk kurk'
't Heele zaakje blijft dan in 't water drijven
en u kunt de temperatuur aflezen
Alexandrine Tinne.
Welnu dan, Alexandrine Tinne, of vollediger
gezegd, Alexandrine, Petronella Prancisca
Tinne aanschouwde in Den Haag het levens
licht op 17 October 1835. Zij was een dochter
van Philip Frederik Tinne en Henriette Maria
Louise van Capellen, Op nog jeugdigen leef
tijd, tusschen de jaren 1842 en 1844 vergezel
de Alexine (zooals ze bij afkorting altijd werd
genoemd) haar vader vaak op zijn reizen en
toen kwam dan ook bij haar al de lust tot
reizen te voorschijn. Daarbij gevoegd een lief
deshistorie met een Duitsch gezantschaps
attaché, die haar teleurstelde, waren er dus
factoren genoeg om haar zwerverszin te ver
klaren. Speciaal tot Afrika voelde ze zich
aangetrokken, veel meer dan tot andere we-
relddeelen.
In de Haagsche kringen, waarin Alexine
vertoefde, heeft men nooit kunnen begrijpen,
dat een meisje van zoo aristocratischen huize
lust gevoelde om in onherbergzame oorden te
gaan reizen, temeer waar in dien tijd het rei
zen nog verre van gemakkelijk was.
Na het overlijden van haar vader in 1844
zette zij het reizen met haar moeder voort,
terwijl zij tusschen tij ds telkens weer eenigen
tijd in den Haag verbleven.
I11 1847 en 1848 bezochten zij de Pyreneeën
en woonden daar te Pau, waar Alexine zeer
goed de Spaansche taal leerde. Later leerde
zij ook Arabisch, want Alexine had een helder
verstand. Na dit verblijf in de Pyreneeën ver
toefden de dames eenige jaren in de Resi
dentie, doch in 1854 gingen zij weer op reis. Ze
bezochten Denemarken, Zweden en Noor
wegen, leerden den bekenden schilder Saai
kennen, met wien zij zelfs tot de Noordkaap
reisden. In 1855 bezochten ze Verona, Milaan,
Venetië en Triëst en op den terugweg Egypte
en het bezoek aan dit land was beslissend voor
Alexine's verder leven. De reis werd uitge
breid tot Palestina en na nog wat heen en
weer trekken verliet Alexine met haar moe
der in 1861 voorgoed de residentie om zich
blijvend in Cairo te vestigen. Zij was zeer
knap van uiterlijk en ging later in Caïro ook
op Egyptische wijze gekleed. Zij bewoonden
daar een groot, zeer luxueus huis en vandaar
uit werden plannen beraamd voor de eerste
reis naar de bronnen van den Nijl. Zij had
een staf van personeel, omdat zij een groot
fortuin bezat en zij deed dan ook zeer veel
aan sociaal werk; o.m. deed ze wat ze kon
om de slavernij tegen te gaan en voor de ver
zorging van zieke dieren. In heel Egypte was
haar naam bekend door haar mildheid en
fabelachtigen rijkdom en over de „Contessa
Hollandese" te Caïro deden onder de Toearegs
en andere Noord-Afrikaansche stammen de
meest fantastische verhalen de ronde.
De eerste reis werd in Januari 1862 onder
nomen naar den Witten Nijl en verliep in alle
opzichten zeer gunstig.
De tweede expeditie ving in Februari 1863
aan met als doel Bhar-al Ghazal. Op dezen
tocht had zij een zeer groot geleide mede.
Haar tochtgenooten waren o.m. Theodor von
Heuglin, Hermann Steudner, beiden beroemde
Afrika-reizigers en de Nederlandsche natuur
kundige, baron d'Ablaing van Giessenburg.
Deze reis verliep echter minder voorspoedig;
zij moesten n.l. door de moerassen van Ooste
lijk Soedan trekken om door te dringen tot
het land der Bongo's en tot Dsjoer. Zij werden
door moeraskoortsen aangetast en Dr. Steud
ner bezweek hieraan helaas als eerste slacht
offer. Daarna verloor Alexine haar moeder op
20 Juli 1863 en ook twee kameniers van Freule
Tinne bezweken aan deze koortsen. Daarna
keerde de expeditie naar Karthoem terug,
waar ze 29 Maart 1864 arriveerde. Alexines
tante, Jonkvr. A. D. C. van Capellen had een
ter te veel geleden door al de ontberingen en
emoties en overleed op 20 Mei van datzelfde
jaar.
Alexine bezat echter zoo'n groot doorzet
tingsvermogen, dat ze zich zelfs door al aeze
tegenslagen niet uit het veld liet slaan en na
eenige korte reizen besloot ze toch weer ee
grooten tocht te ondernemen. En het aoei
van deze reis was, het bronnengebied van oen
Nijl niet over en langs de rivier zelf zien
bereiken, doch ze wilde er dwars door a
woestijn heen trekken. Te Moerzoek wera
ziek en die ziekte duurde twee maanden. ïoea
ze hersteld was werd haar hulp mgeroepe
om een. geschil op te lossen .tusschen t»
hoofdmannen der Toearegs. Zij koos de par-u
van den hoofdman, die haar om raad w
komen vragen. De Toearegs die echter op
hand van den anderen hoofdman wa
warep ontevreden over deze uitspraak
maakte het haar voortdurend laswg^p
verderen tocht, tot zij ten slotte op 1 Augu
1869 door de Toearegs werd vermoord.
Jhr. Mr. E. F. E. Testa (1821—1896) een goed
vriend van Freule Tinne, heeft over w»
laatsten tocht nog een en ander meaegea
De verslagenheid over haar dood wa.
meen, want zij was bij een ieder, die mei
in aanraking kwam, zeer bemind.- Haar gi
is niet precies bekend. baar
Freule Tinne heeft zelf nooit iets ovei
reizen gepubliceerd, maar wel werd
over haar geschreven. Zij was een mo
vrouw, met taaie volharding, die d
heeft aangedurfd, waarvoor menige ma
terugdeinzen. m
Daar ergens in Afrika, rust de stoE n,
van Nederland's moedigste, edelste vr _s
van Alexandrine Tinne. Haar ge^chie° hfie.
er een van dienende liefde en hpbben,
heid, welke op allen, die medegevoel
steeds diepen indruk maakt. Haar
hart gaf toewijding aan alle behoeft
verdrukten in het donkere Afrika.