Aan allen! BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Heden ontvangen jullie geen briefje vooraf. Best CROCUSJE, Het spijt me dat ik de vorige week je briefje niet beantwoord heb. Waarschijnlijk heb ik het, doordat je zusjes ook op hetzelfde blaadje schrijven, over het hoofd gezien, 'k Hoop voortaan beter op te letten. Dag Crocusje. Lief ZONDAGSKIND. Natuurlijk moet men van den nood een deugd maken, als niet anders mogelijk is. Heb je er aan gedacht m'n boodschap aan je moeder over te brengen? Heb je 1.1. Donderdag, Hemelvaartsdag een ge- zelligen dag gehad, 'k Denk het wel. Dag Zon dagskind. Lief ZONNESTRAALTJE. Jammer voor je dat het weer de laatste dagen minder geschikt is, om buiten te spelen. Later de schade maar inhalen. M'n groeten aan je zus. Dag Zonne straaltje. Lief KRULLEKOPJE. Schitterend zeg. Het patroon is keurig uitgekomen. Heb je nu nog zijde genoeg om verder te gaan? U. Woensdag middag was het weer, buiten verwachting, goed om een wandeling te maken of om bui ten te spelen. Hemelvaartsdag bleef zijn tra ditie getrouw. Hij bracht vele menschen en kinderen een groote teleurstelling. Wil je je moeder m'n groeten terug doen? Dag Krulle- kopje. Best TEEKENAARSTERTJE. M'n dank voor de keurige teekening. Wat zal het 1.1. Dinsdag druk geweest zijn in huize V. Een drukke Bep en twee drukke neefjes op een dag dat alle kinderen toch reeds een weinig druk ker dan gewoonlijk waren. Was je moeder niet blij toen de neven vertrokken en jij te bed lag? 'k Denk van wel. Dag Teekenaarstertje. Lief MADELIEFJE. Ook ik vond het jam mer dat je 1.1. Dinsdag niet kon komen, 'k Zal voor een keer het visite-uur op een andere dag houden, zoodat je dan van de partij kunt zijn. De groene zijde mag je a.s. Dinsdag, als je uit de naailes komt, aanhalen. Je behoeft er dan geen extra reis voor te maken. Prettig dat je geslaagd bent voor het „Verkeersexa- men". Vind je je meester flauw, niet „vlauw" zooals je schreef, omdat hij den naam van het gezakte kind niet wil zeggen? Stel je je eens in de plaats van dat kind, zou je het dan pret tig vinden als je naam door je meester ge noemd werd? Hoofdzaak is toch dat je weet, hoe je er zelf voor staat. Neen ,je moet het juist op prijs stellen, dat je meester het kind niet wil noemen. Maar dat doe je thans, nu je even over de zaak doorgedacht hebt, ook. Dag- Madeliefje. Lief RAMENLAPSTERTJE Wat heerlijk dat je een broertje gekregen hebt. Je hebt nu dus drie broertjes en zes zusjes. 1.1. Maandag ben je me totaal vergeten. Je zus heeft de zijde voor je medegenomen, zoodat je, ondanks je vergeetachtigheid, toch verder kunt. Wil je je ouders namens mij met de kleine Charles, wat een mooie naam zeg, feliciteeren? Dag Ramenlapstertje. Best BLONDJE, Ja, meisjeslief je hebt zelf de fout gemaakt. Je schreef „vandaag ben ik jarig en nu weet ik niets meer". Inplaats van té laat, was ik dus té vroeg met m'n felici- tatiekaart. Prettig dat je a.s. Zomervacantie te Amsterdam mag logeeren. Je zult dan ook waarschijnlijk wel een bezoek aan „Arits" brengen. Je bent er dan voor in de gelegen heid. Dag Blondje. Best ZWARTKOPJE. In de eerste plaats een pluim voor je keurig geschreven en goed gesteld briefje. Flink zoo. Madeliefje heeft mij den voorloopigen uitslag van 't „Verkeersexa- men" gemeld. Aan 26 Mei hoop ik te denken, 'k Heb den datum aangeteekend. Wanneer je me, door veel werk, niet kunt schrijven, neem ONS TACKELTJE door W. B.Z. IK KEN ZE NIET door W. B.—Z. Wat heeft ons aardig tackelt je, Ons tackeltje gedaan, Dat hij met hangend staartje Daar in den hoek gaat staan? En waarom is zus Marietje Toch zoo verschrikkelijk boos? Ze zucht maar en ze jammert, O al een heele poos. Zie je, die mooie schoentjes? Daar voor haar op den grond Ze zijn geheel vernield zeg, Door Tackel, onzen hond. De stukjes en de vellen Liggen alom verspreid, Ik kan 't me wel begrijpen, Dat ons Marietje schreit- Maar moes zegt: „Kom Marietje, Je krijgt straks nieuwe hoor!" En onze kleine Tackel Die gaat er stil van door. ,,'t Is een verdriet. Maar help me, Jan Ik ken ze niet. Al die figuren 't Maakt je dol. Ik teekende mijn blad al voL En hoe ik krabbel op papier 't Geeft me geen zier." „Ik zal je helpen," zei broer Jan, Maar begin eerst van voren af an. 't Teekenen nu maar gestaakt. Je hebt een cijferfout gemaakt. Want 3 x 3 is toch geen 10 Dat had je dadelijk moeten zien. Tel alles nu eens rustig uit, Dan krijg je 100 tot besluit." Piet had nu 't huiswerk vlug gedaan, De som kwam in zijn schrift te staan. Hij nam toen gauw zijn fijne boek En smeet zijn schooltasch in een hoek. ik je je verzuim niet kwalijk. Lessen en studie gaan voor. Dag Zwartkopje. Lief ZANGERESJE. De foto, die gemaakt is tijdens het sluitingsfeestmiddagje, is mis lukt. Ze kan dus niet in de courant worden opgenomen. Jammer, maar niet te verhelpen. Het bezoek aan de Beverwijksehe Huishoud school was mij bekend. Zondagskind had mij in haar vorig briefje van het bezoek verslag gedaan. Nu kom je gauw op visite. Tot ziens dus. Dag Zangeresje. Best BRUINOOGJE. Prettig dat het op visite komen je zoo goed bevallen is. Je ver langt dus nu reeds naar een herhaling? Ik kan je gerust stellen. Voor October ontvang je beslist nog minstens één invitatie wanneer je me trouw blijft schrijven. Wat gezellig zoo'n uitstapje naar Amsterdam, vooral nu je vrien dinnetje mede mag. Het beste met je zus. Dag Bruinoogje. Lief GOUDMUILTJE. Hoe heb je het 1.1. Hemelvaartsdag te Amsterdam gemaakt? Is de wedstrijd goed geslaagd? Welke vereenigingen uit de gem. Velsen zijn met een prijs thuis gekomen? Je mag a.s. Dinsdag om 4.30 uur zijde bij me komen halen. Breng de zijde die je over hebt dan meteen terug. Er zijn meisjes die de kleuren bruin en groen te kort komen. Tot Dinsdag dus. Dag Goudmuiltje. „VISITE" A.s. Dinsdag mogen Repelsteeltje, Goud haartje, Zangeresje en Bergkoninginnetje op visite komen. Ik verwacht ze om 4.15. Om 5.15 gaan ze weer naar huis. Er wordt aan de hand werkjes van de club gewerkt. Tot Dinsdag dus. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. VAN EEN ZIELIG MEISJE, DAT ERG KNAP WERD De wonderlijke levensgeschiedenis van Helen Keiler. 't Is zoo de gewoonte van heel veel menschen en kinderen om steeds te kijken naar anderen, die knapper, rijker, mooier zijn dan zijzelf en dan te zuchten en zichzelf misdeeld te vinden. Dit is heel erg dom, want met zuchten schiet je nu letterlijk niets op! Als ieder maar alleen op zijn eigen talenten lette en daarmede woekerde, nu, dan hadden we subiet een betere wereld. Ik ga jullie nu eens iets vertellen van 'n werkelijk misdeeld meisje uit Amerika, dat tóch den moed niet opgaf. Ja, ze leeft nog en is thans 59 jaar oud. Zij was heel erg misdeeld, want hoewel ze volkomen gezond geboren werd, verloor ze reeds op den leeftijd van negentien maanden, na een ernstige ziekte, haar gezicht en gehoor. Wat zul len die arme vader en moeder van Helen be droefd geweest zijn, toen dit ontzettende feit langzamerhand tot hen doordrong. Misschien hebben ze weieens gedacht: „Och, 't was maar beter geweest, als ons kind gestorven was! Helen was een druk, bewegelijk kind. Zij hunkerde ernaar om te leeren en toen ze grooter werd, had ze meerdere malen hevig driftbuien, om ze niets uit haar omgeving in zich op kon nemen, 't Was immers heelemaal donker en stil om haar? Ze had een kameraadje, een negermeisje, dat precies deed wat ze wilde en samen haalden ze heel wat ondeugende streken uit. Toen Helen eens haar moeder in den kelder opsloot, waar deze drie uur moest blijven, voordat de dienst boden merkten wat er gebeurd was, begrepen de ouders, dat het zoo niet langer kon. Er moest iets voor Helen gedaan worden, maar wat? Gelukkig waren haar ouders rijk en toen Helen 7 jaar werd, kwam een uitstekende onder wijzeres. miss Sullivan geheeten, bij de Keilers in huis. Deze dame, die vroeger zelf blind ge weest was, probeerde met onuitputtelijk geduld, het meisje allerlei dingen te doen begrijpen. Door woorden in haar hand te schrijven bracht ze haar de beteekenis van de dingen bij. Het eerst gelukte dit met het woord „water". Terwijl de onderwijzeres de eene hand van het kind on der een waterstraal hield, spelde ze in de andere langzaam het woord „water". En ineens drong het tot Helen door, wat dit schrijven beteekende. Toen ze eenmaal begreep, waar het om ging, werd het gemakkelijker. Ze leerde dien dag nog veel nieuwe woorSen en ging naar bed zoo ge lukkig, als ze in lang niet geweest was. Met een ijzeren volharding, die je allemaal gerust tot voorbeeld kunt nemen, als je vindt dat je een berg huiswerk hebt, werkte Helen door. En ze leerde niet alleen lezen en schrijven, maar bracht het zelfs zoover, dat ze het toe latingsexamen voor de Academie deed en net als de andere meisjes studente werd. Bovendien leerde ze een aantal melodiën zuiver zingen en op de piano spelen. En wat het mooist was: nooit toonde Helen eenig spoor van zelf-medelij den. Ze vond zich zelf in het geheel geen „zielig" kind, maar was steeds erg dankbaar voor alles dat ze kon leeren, Haar spraakvermogen, dat niet door haar ziek te geleden had doch dat enkel door haar doof heid ongebruikt was gebleven, heeft ze ook goed ontwikkeld. Zelfs vreemden kunnen haar ver staan, al spreekt ze wat eentoniger dan hooren- de menschen. Toen ze haar studie voltooid had, wijdde He len zich aan onderwijs en sociaal werk ten be hoeve van de blinden. Ontzaglijk veel heeft ze met haar scherp verstand en haar groote liefde voor haar lotgenooten gedaan, terwijl ze ook haar geld aan hen besteedde. In later jaren kreeg ze nog de gelegenheid de trouwe toewijding van miss Sullivan eenigszins te vergoeden. Miss Sullivan werd n.l. weer blind en leerde toen van Helen het braille-schrift. Heb ik geen gelijk als ik zeg, dat Helen Kei ler geen „zielig" meisje is, maar een voorbeeld voor allen? DE AUTOPED door W. B.Z. ENttl YAÏTLAER, 'k Heb een autoped gekregen, Jongens, 'k ben zoo blij 'k Heb geen broertjes en geen zusjes, Dus hij is alleen van mij. Zie je wel, hoe ik kan rennen Jongens, 'k ga zoo vlug. 'k Rijd heusch in geen twee minuten Heel 't plein af en weer terug. 'k Kijk niet meer naar ander speelgoed Jongens, 't is zoo fijn Om in alle vrije uurtjes Op je autoped te zijn. 'k Heb een autoped gekregen. Wie rijdt met me mee. Jan, haal jij nu ook je wagen, 't Rijdt veel fijner met zijn twee. Al staan ze niet met dikke letters op den ka lender aangegeven zooals Paasch- of Pinkster dagen toch zijn er twee dagen in Mei, die als twee bijzondere dagen mogen aangemerkt wor den. Ik bedoel Moederdag, die dit jaar op 14 Mei valt en Volkenbondsdag. Deze laatste is altijd op 18 Mei. Eigenlijk is deze naam niet heelemaal juist; hij wordt dan ook in den regel aangeduid met den naam van Goedewilsdag. Niet altijd is 18 Mei zoo'n bijzondere dag geweest, 't Is van 't jaar juist 40 jaar geleden, dat deze dag dien naam gekregen heeft. 18 Mei 1899 kwamen na melijk voor het eerst in Den Haag afgevaardig den van de regeeringen uit verschillende landen bijeen om de mogelijkheid te bespreken om in 't vervolg oorlogen te voorkomen. Zij, dat wil zeg gen de regeerïngen van die verschillende landen toonden hier dus hun goeden wil om mogelijke geschillen, die tusschen hen mochten ontstaan, niet tot een oplossing te brengen door elkaar den oorlog te verklaren, maar ze de wereld uit te helpen óf door er met elkaar over te gaan praten óf de zaak, waar het om gaat aan een ander of aan anderen voor te leggen en die te laten uit maken, wie gelijk heeft. Vooraf heeft men zich dan al verbonden om zich, hoe de uitspraak van dien tusschenpersoon ook moge uitvallen, bij die beslissing neer te leggen. Ondanks den goeden wil, die toen getoond werd zijn er toch na dien tijd nog wel verschillende oorlogen gevoerd, maar er zijn toch ook verschillende oorlogen voorkomen door de kwesties, die de landen ver deelde, samen te gaan bepraten. Ik denk op 't oogenblik aan de kwestie, die gerezen was tus schen Chili en Argentinië, twee Zuid-Ameri- kaansche staten en die, niet door elkaar te be vechten, maar door met elkaar te gaan praten, is opgelost, 't Resultaat is het 50 voet hooge Christusbeeld, gegoten uit de kanonnen van bei de landen, dat verrezen is op het Andesgebergte en waarop geschreven staat: „Eer zullen deze bergen ineenstorten en tot stof vergaan, dan dat de volkeren van Chili en Argentinië hun plech tig verdrag zullen breken, aan de voeten van den Christus bezworen". De gedachte om den oorlog door onderling overleg te voorkomen was niet nieuw in 1899. Reeds onze beroemde land genoot Hugo de Groot had reeds meer dan 300 jaar geleden een boek geschreven waarin hij be toogde, dat er tusschen de volleen vrede moest heerschen door Recht en niet door oorlogsgeweld. Eerst na den vreeselijken wereldoorlog van 19141918 is deze leuze doorgedrongen tot het grootste deel der menschheid en 't is vooral aan 't werk van den Amerikaan, Woodrow Wilson te danken geweest dat toen de eigenlijke Volleen- bond is opgericht 10 Januari 1920. Meer dan 50 landen verbonden zich toen, om, wat in 1899 reeds als wenschelijk was besproken, zoo moge' lijk in praktijk te brengen. En zooals in ons land op 18 Mei op school over den Volkenbond ver teld wordt, zoo wordt sinds 18 Mei 1922 van uit Wales door de schoolkinderen een vredesbood schap de wereld ingezonden. De Engelsche re geering was dadelijk bereid door middel van de sterkste radio-stations deze boodschap door te geven. Ze werd in Frankrijk opgevangen door het Radio-station op den Eifeltoren en dadelijk weer doorgezonden. De kinderen uit Wales had den gehoopt, dat ze een boodschap terug zouden krijgen, doch dat gebeurde niet. Niet in 1922 en ook niet in 1923, maar in 1924 kwamen de eer ste antwoorden en wel 1 uit Polen en 1 uit Zweden en 't vorige jaar kwamen er duizenden antwoorden uit meer dan 70 landen. Ook uit ons land. Donderdagmiddag om 5 uur is ons Neder- landsch antwoord uitgezonden. Heb je er ook naar geluisterd, want in de Radio-Bode heb je kun nen lezen, dat het gebeuren zou. W. B.—Z. Nederlanders was hier het merkwaardig dit hemd moest gemaakt zijn ïan 't Sf-J? landsche linnen. Voor 't begin Z Sen ES werd het hemd, versierd met tal ,,I r jS strikken ten toon gesteld. n,e In 't Engelsche dorpje Exeter hield H. de heele week voor Hemelvaartsdae ,!™8d met het afdammen van do goten di» 7 18 dorp liepen. Wie op Hemelvaart^'El 'Et werd volgespat door 't water uit deze Eu! een dergelijk minder gewenseht vemïï' maakte op den avond voor HemelvaifeL i' jeugd zich uit de Italiaansche hoofdstad eL Ze vingen kakkerlakken, plaatsten die <LJ, lichtje op den rug en lieten het armeE, voortkruipen. Gelukkig maakte de polih, f deze beide laatste minder gewensehte ver'at. zoo gauw ze deze ontdekte, een einde. SS wat prettiger vermaak had de DmtsehfjS eertijds m de omgeving van Hanau. Hier «r,rï tegen Hemelvaartsdag een soort broodjes gl£k ken ^g. „Kugelhoppen". Er werd op Ef vaartsdag om deze broodjes een wedl^p Sr den tusschen de jongens en meisjes van heiT. Wie van jullie ooit in Venetië Lmt m«E; museum aldaar zich eens laten aanwijzen h. daar aanwezige overblijfselen van het z e SJr schip. Vanaf dit schip wierp de Doge van VenT tië, op den morgen van Hemelvaartsdag een en,," den ring in de Adriatische Zeconder uitsnrSn van de volgende woorden: „Desponsamus te\S in signum perpetui dominii" dat beteekent' wh huwen U, Zee ten teeken van altijd durend heerschappij Vanaf 1170 tot 1797 heeft deze plechtigheid jaarlijks plaats gehad. Toen was het met de republiek Venetië gedaan en daar door tevens met het huwelijk met de Zee. W. B.-Z. HEMELVAARTSDAG Wie van jullie is er op Hemelvaartsdag ge trouw aan een oude gewoonte al heel vroeg in den morgen op uitgetrokken om een wandeling te maken, om mee te doen aan het z.g. dauw- trappen? Ik denk van slechts een enkele, mis schien wel niemand. Evenals zoovele oude gebrui ken is ook dit, vooral in deze streken zoo goed als in onbruik geraakt. Het was ook al weer een overblijfsel van een oud heidensch gebruik. Onze heidensche voorouders trokken af en toe ioms op hun godsdienstfeesten, soms op voor hen bijzondere dagen naar hun heilige wouden om daar den beschermgod van hun gouw of marl-l in alle vroolijkheid te eeren. Wie den Hemel vaartsdag in den Gelderschen Achterhoek heeft doorgebracht, is daar getuige geweest van een eigenaardig oud gebruik. De boeren uit de dorpen Hengelo niet het Overijselsche, maar het Geldersche- en Zelhem komen na den mid- dagdienst in de kerk allen te.zamen op het z.g Muldershuus, de Muldersfluit, dat was vroeger een molen aan den weg ongeveer in 't midden gelegen tusschen beide genoemde dorpen in den Zelhemschen Enk. Ieder van hen bracht mee een brood van minstens 22 pond. Sommigen komen met paard en kar, want het brood is zoo zwaar, dat er paard en kar aan te pas moeten komen. Het is voorgekomen, dat er onder deze brooden, Hemelvaartsbrooden genaamd, enkele waren, die meer dan 100 kg. wogen; in 1913 moet er zelfs een geweest zijn van 140 kg. Op het Mul dershuus zijn ook aanwezig, de dominees, pas toors, diakenen, armmeesters en de onderwijzers uit de genoemde dorpen. Brood voor brood wordt gewogen. Wie een brood levert minder dan 22 pond, krijgt voor ieder onderpond 30 cent boete. Wie het zwaarste brood levert krijgt een flesch wijn. Na afloop van de plechtigheid wordt het brood onder de armen der beide dorpen verdeeld en wordt verder de dag in vroolijkheid doorge bracht, want er is sinds jaar een dag tevens ker mis, de Mulderskermis. Dit oude liefdadigheids- gebruik zal in deze streken wel blijven bestaan, want onlangs las ik nog dat aldaar te Hengelo een boerderij verkocht werd onder voorwaarde dat de kooper verplicht was op Hemelvaart vol gens plaatselijk gebruik een brood aan de ar men te schenken. Niet alleen in ons land waren vroeger allerlei gebruiken in zwang, ook in andere landen. In Engeland o.a. Zoo werd nog tot in de le helft der !9de eeuw in het plaatsje Newburn. bij New castle een merkwaardige wedren voor vrouwen gehouden, „smoc-race" genaamd. De prijs was hier een „smoc", een vrouwenhemd en voor ons WEGGELOOPEN door Zwemgraag, oud 12 jaar. Waarheen, brutaal klein kuikentje? Loop jij het hok nu uit? Hoe durf je zoo alleen te gaan, Jij kleine ondeugende guit. Jij sprong het eerst uit het eitje, Nu loop je weer uit huis. Wat tippel je in mijn tuintje Je hoort bij je moedertje thuis. Het kuikentje blijft parmantig In 't bloementuintje staan. Kijkt met zijn donkere oogjes Ons allen om beurten eens aan. Maar eindelijk heeft 't besloten 't Gaat naar zijn huisje toe. Om 'met de broertjes te spelen En vergeving te vragen aan moe. WAT IK IN DE PAASCHDAGEN DEED. Het is Zaterdag voor Paschen. Overal hoor je: „Wat een weertje, hè?" Zou de natuur ons met Paschen ook zoo bedenken? Eindelijk is het eersten Paaschdag. De lente zon haalt ons uit bed en we besluiten, 's middags een fietstochtje te gaan maken. Hoe zouden we ooit met zulk heerlijk weer in huis kunnen blijven Vlug na het eten de fiets gepakt en er op uit. Waarheen? Och dat hindert niet, als we maar buiten zijn! Spoedig rijden we in den Hout, die op een dag als vandaag, vele menschen trekt. In één van de mooie lanen wekt een eekhoorntje onze belangstelling. We kijken een poosje naar de gymnastische oefeningen van dit beestje, die zich in het geheel niet aan ons geroep stoort en rustig verder springt en klautert. Op vele plaatsen laat zich het gele speenkruid al zien en we vragen ons af of de bosch anemoon al bloeit. Zoo gaan we naar deze blauwe en witte bloemetjes op zoek. Ja hoor, op sommige plaatsen staan er een paar maar nog niet veel, De meeste zitten nog in knop en zullen zich bin nen een paar dagen wel vertoonen. Nadat we ons een paar uurtjes met allerlei spelletjes ver maakt hebben, wordt het weer tijd om naar huis te gaan. Na een gezelligen avond is er weer een einde aan dezen mooien eersten Paaschdag ge komen. Ook de tweeden Paaschdag brengt ons het mooiste weer, dat we maar wenschen kunnen. Vlug hebben we het plan klaar om naar zee te gaan. Het schijnt, dat vele menschen lust hadden de zee weer eens te zien. want op de Zand- voortsche laan is het één ïange rij van fietsers. We hebben ons op het strand reusachtig ver maakt en ons geen oogenblik verveeld. Ook aan dit dagje aan zee kwam een einde en dus moesten we weer naar huis. Dat wij prettige Paaschdagen hadden behoe.t niet gezegd of liever niet geschreven te worden en we zullen er dus altijd met een prettige her innering aan kunnen terug denken. „AUTOHANDEL" In de hoofdstraat van een klein stadje in Ame rika staat een oude, onaanzienlijke auto, op wellis spatbord met groote krijtletters „te koop staat. Op de treeplank van de auto zit een m in een werkpak een sigaret te rooken. Opeens komt een keurig gekleed heer op - auto toegeloopen, leunt elegant tegen de carr serie en vraagt: „Hoeveel?" „Honderd dollar!" „Vijftig is nog te veel!" „De motor is prima in orde. U kunt er bes wereldreis mee maken." „De bekleeding is heelemaal stuk. De steken uit de kussens omhoog. Maar dan z dollar is dat wagentje niet waard." „De lichtaanleg is nieuw. Negentig dollar te,?Veei te veel. Ik zou hem opnieuw moeten lak- ken en bekleeden. Meer dan zeventig dol ar J ik voor die rammelkast niet uitgeven. „Kijkt u toch eens naar dien prachtigen m Tachtig dollar. Een koopje!" „Zullen we 't verschil deelen?" „Nu, vooruit dan maar!" Dan begint de heer te lachen, ,,'t Spijt m maar er komt niets van. 't Was heelemaa J bedoeling niet om den wagen te koopen. i( alleen maar eens zien, of ik nog handelen De andere lacht ook. „Hindert niet. zeg f „ik had u den wagen toch niet kunnen i v pen. Hij is n.l. heelemaal niet van mlJ- hier maar eventjes op m'n vrouw te wacn in dien winkel daar een hoedje koqptl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8