De Schat in de Woestijn FEUILLETON Naar het Engelsch van HECTOR JENNINGS Nadruk Verboden. 2) °P Royson's kleeren lichtte hem ®«L dacht' vold°en'de in omtrent de ,van de verleende hulp. En hij had er 3 'dee van, dat zijn mooie gezellin in oon groot gevaar had verkeerd. Hij verkeer- hiJjk meening. dat het breken van den J. teSen den lantarenpaal de paar- tegengehouden en dat de lange pen enkel maar de beugels had gegre- %s°n nam zijn hoed af voor de dame, die nu was uitgestapt en zei: kumien b-en bl.V' dat ik u van dienst heb 2Ü,, v a 21Jn- zou zonder meer te zeggen even fS^aan' al5 VOn Kei'her zijn arm niet °Ten licht bad aangeraakt. 2«niijebeveIeSjn niet meegenomen' kreeo Pontane- snaar ondeugende opwelling v;f,'ae.°:e''hand over Royson's andere ge nii bftviJn de bai'on lang was, stak ae onhoLw? •uit< En besefte nauwelijks de toornige minachting in ^gemompeld antwoord: vil werk! UW liefdadigheid niet ik Zefernrfu665onmi<ldellijk zijn vergissing. lUar dp L oeg öen toorn uit zijn oogen. bikomen beg^ep^ Weer dat d€n man Zelfs in dat geval, zei hij op zachten toon, neem mijn kaartje. Ik kan je het juiste soort werk bezorgen voor iemand, die ver stand en moed heeft. Hij hield het visite-kaartje in zijn modde rige vingers en keek naar miss Fenshawe, die nu een der paarden streelde. Haar aristocra tisch op een afstand blijven was dubbel kwetsend. Ook zij had gehoord wat hij zeïde. Hij was zelf verbaasd over zijn ruwen uitval en besefte nog allerminst, dat het lot zijn zaak ter hand had genomen en dat iedere stap, dien hij deed, ieder woord, dat hij sprak in dat gedenkwaardige uur, veel uitmaakte van de nieuwe wending die zijn leven nemen ging. Eindelijk ging hij zijns weegs. Hij was binnen de hekken van het park, voor het eigenlijk tot hem doordrong. Toen ging- hij naar den rand van den vijver, maak te zijn zakdoek nat en wreef de ergste mod der af. Terwijil hij hiermee bezig was, kal meerde hij voldoende om te glimlachen bij het herdenken van Seymour's lofspraak. King Dick, gromde hij. De tijden zijn veranderd, sedert ik het laatst dien naam hoorde! Hemel, vijf jaren kunnen wonderen verrichten! En werkelijk, dat kunnen vijf seconden ook, als de wonderen er maar zijn! Royson ontdekte dat het bijna elf uur was en om tien minuten over elf had hij ergens op een kantoor moeten komen. Hij had gesol liciteerd als secretaris, een positie, waarvoor grondige kennis van Fransch vereisoht was en hij werd ontvangen door een bluffig, paf ferig mannetje met bakkebaarden, voor wien hij op het eerste gezicht af een hevige, anti pathie kreeg. Blijkbaar was het gevoel weder- keerig. bent laat, meneer Royson, begon het parlementslid. Ja, zei Dick Stiptheid.... Juist, maar ik werd opgehouden door een ongeluk met een rijtuig. Zooals ik juist wilde opmerken, zeide de man op de meest indrukwekkende wijze,, is stiptheid in zaken een conditio sine qua non. Ik heb al een andere secretaris aangesteld. Arme drommel!" zei Dick. Hoe durft u het wagen, meneer, op die manier tegen mij te spreken? Ik ken uw nieuwen secretaris niet, maar nadat ik u gezien heb, heb ik medelijden met hem. Onbeschaamde schavuit Maar Royson was al gevlucht. Als ik in Londen blijft, mompelde hij in zichzelf zaly ik een stevigen agent uit zoeken en met hem vechten. Dan zal ik in de gevangenis komen en mijn naam in de courant en mijn oom zal het lezen en een beroerte krijgen en van woede dood gaan. Ik wil echter niet, dat mijn oom een beroerte krijgt en sterft en dat ik mij aansprakelijk zal voelen voor zijn dood. Dus moet ik emi gre eren! Plotseling dacht hij aan de woorden van Baron von Kerber. Hij zocht in zijn zak naar het kaartje. „Baron Franz von Kerber, 113 Queens Gate W." stond er op. Het lijikt een Oostenrijiksche naam, peinsde hij- Maar het meisje was een Engel- sche en een volbloed Engelsohe ook! Wat zei hij ook weer? Juist het soort werk voor een man met verstand en moed. Wel, ik zal dien grapjas maar eens gaan opzoeken. Als hij iets voor me te doen heeft, dat geen misdaad is, ben ik zijn man. En als hij niet helpt, zal ik morgen Jack Seymour opzoeken, en hem vragen of hij mij naar Zuid-Afrika hel pen kan. Royson zwierf de rest van den dag door de straten, at langzaam zijn middagmaal, telde zijn geld na: zeventien shilling bij elkaar, ging het Britsch museum binnen en drentel de door de galerijen tot hij eruit moest. Toen kocht hij een courant, ging thee drinken en bestudeerde de vertreklijsten van de schepen. Zijn volle attentie was geconcentreerd op Zuid-Afrika. Dat de baron in zijn mooie bontjas hem aan een geschikt baantje zou helpen, leek hem niet waarschijnlijk. Niettemin ging hen om 7 uur naar Queens Gate no. 118. De dienaar die hem opendeed, scheen hem te verwachten. Mr. King?, vroeg hij. De vraag trof Dick als onweerstaanbaar komisch. Iets dergelijks, antwoordde hij, maar de dienaar had een gezicht als een wassen beeld, Hierheen, mr. King. En Royson volgde hem een breede traip cip, zich verbazend over de toepasselijkheid van den naaral Hoofdstuk II. DE OVEREENKOMST. Baron Franz von Kerber was in avond- costuum. Hij was verdiept in de bestudeering van een vergeeld document, toen Royson werd binnengelaten In het vertrek; eigenlijk een salon, welke de tegenwoordige bewoner in een ruime studeerkamer had veranderd. Een reusachtige kaart van de Roc<de-Zee kusten, uit de hand geteekend en gekleurd, hing aan een der wanden; er lagen verschei dene kaartrollen op een tafel opgestapeld en een groot aantal boeken, voornamelijk oude werken, was op planken gerangschikt of op den vloer en de stoelen opgestapeld. Dit was de kamer van een studieus man. Von Ker- ber's elegant uiterlijk kreeg een nieuw relief door zijn omgeving. Dit alles merkte Royson op, vóór de baron opkeek van het oude stuk. Dit vereischte zorgvuldige studie, want het was in Perzisch Arabisch geschreven Ah, het doet me genoegen u te zïen: mijnheer King, zei «hij minzaam. Neemt u daar plajits, er hij wees op eervlee&en.st<v »- Dick wachtte tot de deur gesloten was. Waarom noemt u me „King?", zei hij, zoo heet ik niet, maar het is werkelijk buiten gewoon, dat u daarop is gekomen, omdat het een deel is van den bijnaam, dien ik op school had. Hij was nu volkomen op zijn gemak. Ar moede en zorg kunnen zelfs een Napoleon van zijn stuk brengen, maar Richard Royson was in sommige opzichten hard als graniet en enkel het besluit om naar Zuid-Afrika te ga»vn had de sombere gepeinzen van dien dag uit zijn gedachten verbannen. Ik meende te hooren, dat de officier, die tegen u sprak in Buckingham Palace Road, u King noemde, legde von Keifaer uit. Von Kerber legde het Arabisch document onder een papiexweger. Wat is in een naam?, vervolgde hij glim lachend. Hebt u bezwaar dat ik voortga u King te noemen? Het is kort en gemakkelijk te onthouden en jullie Engelsohe namen zijn nog moeilijker dan jullie taal, die al lastig genoeg is, niet? Dan kunnen we het daarop houden, stemde Royson toe. Dat dacht ik wel. Wel, laten we ter zake komen Wat kent u allemaal? Het zou misschien beter zijn als u me vertelde wat u van me verlangt. Kunt u paardrijden? Ja! Bent u wel eens op zee geweest? Royson spitste zijn ooren. „Op zee" wees op mogelijkheden, waarvan hij niet had gedroomd. En von Kerber bezat het mimisch talent om veel meer uit te druk ken, dan zijn woorden alleen inhielden. De landkaart, de kaarten, kregen een nieuwe beteekenis. Had deze vreemdeling het plan om hem met een zending naar den vreemde te belasten? Hij besloot minder kort te zijn in zijn verklaringen. Na het bezoek aan het Nederlandsch paviljoen op de Internationale Water tentoonstelling te Luik verlaten H. M. de Koningin en Z. M. Koning Leopold het gebouw Het Koninklijke bezoek aan de Internationale Wale. Ie..toonstelling te Luik. H. M. de Koningin en Z. M. Koning Leopold tijdens de wandeling op het terrein Minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine opende Donderdag in net Museum van den Arbeid te Amsterdam de nieuw geordende afdeeling .Het Glas". De minister wordt rondgeleid door den directeur, den heer H. Heijenbrock Aan den met vlaggen versierden aanlegsteiger verlaten H. M. de Koningin en Z. M. Koning Leopold het jacht, waarmede de vorstelijke personen naar het terrein van de Internationale Watertentoonstellingl te Luik voeren De deelnemers aan het Intern. Spoorwegcongres maakten Donderdag een excursie naar Middelburg. Ir. W. Hupkes, directeur der Ned. Spoorwegen (rechts) en de heer Petroro, hoofdinspecteur der ltaliaan- sche Spoorwegen in typisch Zeeuwsch gezelschap 7 K H Prins Bernhard nam deel aan den vierden Tweedaagschen M,l4airên Prestatietocht, welke onder auspiciën van de Alg. Vereen. Ned Reserve-officieren werd gehouden. Een snapshot te Zeist Met gasmaskers op moest een deel van het traject worden_ afgelegd gedurende den vierden I weedaag- schen Militairen Prestatietocht, waar aan ook Z. K. H. Prins Bernhard deelnam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 9