De Schat in de Woestijn
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
HECTOR JENNINGS
Nadruk Verboden.
- Zul je lang in Marseille blijven, John?,
«peg mevrouw.
- Misschien een half uur, misschien een
wees. je weet net, wat ik ook weet, Recky.
- Het is vreemd!
Kapitein Stump stemde toe, dat het dat
bizonder vreemd.
Op het oogenblik, dat de trein zich in be-
jespng z^tte, zag Royson een man in de
,Ioeren' &lsof hij iemand zocht. Hij
tcafj-e J* de particuliere detective
tn u5JeiL j 200 Soed van zich had afgeschud
wil w half duister van het station
rij et !0lt' dafc het gezicht van den man in
(J j .was' deden htem twijfelen, maar
en de trein meer vaart kreeg, knikte de
JJf, °P het perron hem toe en glimlachte
Kapitein Stump had scherpe oogen
1J w"ldde zich tot Royson.
-■ Neemt u me niet kwalijk, meneer, maar
aat een vriend van u?
- Neen, zei Dick.
gaf iemand een signaal en het
niet tegen mij.
u, hoe laat we in Dover benne?.
%Pijp in na een Paar trekken aan
- Ja, om 10.50!
hebben daar niet lang oponthoud?
een> de boot vertrekt 10 minuten later.
Maar het zal nog 'n heelen tijd duren, vóór
u in Marseille bent.
Ik veronderstel, dat u mijn ouwetje
en mij over Marseille hoorde praten, gromde
Stump. Maar hoe weet u, dat ik kapitein
ben?
Het staat op uw tasch! Bovendien, ging
Dick voort, vastbesloten het ijs te breken,
ben ik uw tweede stuurman.
Wat? brulde Stump, zich voorover
buigend, met een hand op elke knie, terwijl
zijn woeste blik elk detail van Royson's ver
schijning opnam. U mijn tweede stuur
man?
De woorden vormden een crescendo van
verachtelijk onderzoek. Maar Dick trotseerde
den storm moedig.
Ja, zei hij. Ik zie er geen kwaad in con
u dat mee te deelen, nu ik weet, wie u
bent.
Kwaad! Wie zei iets van kwaad? Maar
wat voor zeeman ben je eigenlijk? Wie heeft
er ooit gehoord van een zeeman met een
sportbroek?
Toen drong het tot Royson door, dat de
toon van den kapitein begrijpelijk was. De
afkeer van het kantoorpak had hem er toe
gebracht zich te steken in een sportcostuum
dat hem herinnerde aan een verrukkelijker)
zomer in de heuvels van Westmoreland.
Tweede stuurman! brulde Stump weer,
niet begrijpend, dat zoo iets nooit vertoond
was. Waar is je diploma? Zien is gelooven
zeggen ze weieens. Met wien heb je gevaren?
Wanneer heb je examen gedaan?
Ik heb geen certificaat, als u dat be
doelt en ik ben nog nooit naar zee gewest,
zei Royson
Stump's blik rustte op zijn kousen, wijde
broek, Norfolk jas en jagerspet.
Verdcemd!. grinnikte hij, 't is nog lolliger
dan een pantomime. Tweede stuurman! Zijn
er nog meer zooals jij in den trein? Misschien
is die vent in de kajuit hiernaast met de
bontjas en hoogen hoed, de hofmeester. En
wat zal Tagg zeggen?
Dat weet ik heusch niet, antwoordde
Dick. Wie is Tagg, om te beginnen?
Stun;p zweeg onmiddellijk. Hij scheen zich
zijn „orders" te herinneren. Hij mompelde
iets over „me voor den gek houen", en zweeg
koppig.
Aan boord van de boot echter overwon de
nieuwsgierigheid de vorzichtigheid. Na Dick's
ongewone afmetingen van verschillende kan
ten bekeken te hebben, kwam hij naar hem
toe en zei, op wat hij als 'n hoonenden toon
bedoelde:
Zeg eens, meneer de tweede stuurman,
ik zie het Pilmsoll Merk niet op den schoca--
steen. Jij?
Neen, kapitein. Ik vermoed, dat het er
afgeregend is.
Als ik jou was, zou ik er den Board of
Trade (het Departement van Handel) over
schrijven.
Beter geen slapende honden wakker te
maken, kapitein!
Waarom?
Omdat ze naar het uwe zouden zoeken
en aangezien het om uw hals behoorde te
hangen, zouden ze zeggen, dat u onzeewaardig
bent
Dus je weet wat het is, jij lange sla
dood?
Ja. Ga mee wat drinken.
Royson had de juiste manier te pakken om
met Stump om te springen. De schipper
rekende op nog meer grappen en ze daalden
naar de salon.
Hoe heet Je?
King! Richard King.
Verduiverd; je begint me te bevallen.
Tegen dat de Aphrodite terugkomt zul je wel
mores hebben geleerd.
Ze gingen naar de kajuit en alleen al door
het zonderlinge contrast dat ze vormden,
trokken ze de aandacht.
Inmiddels vlotte de conversatie tusschen
het tweetal bij eenige glazen whisky-and-aoda
alleruitnemendst en de kapitein viel van de
eene verbazing in de andere, toen hij zijn
reisgenoot een soort informeel examen af
nam en een verbijsterende kennis van alles
wat op de scheepvaart betrekking had, ont
dekte.
De conclusie waartoe hij kwam was dan ook
geen andere, dan dat mr. King hem met zijn
mededeeling dat hij nooit naar zee zee was
geweest, snoodelijk voor de mal had gehouden
en integendeel een bevaren zeeman moest
zijn.
De opkomende toorn van den ouden zee
rob, noodzaakte Royson wat mededeelzamer
te zijn en hij zei:
Ik heb geen bezwaar, kapitein, om u te
vertellen, hoe ik er toe kwam om heel wat
voor een leek ongewone kennis van de
scheepvaart op te doen, maar ik stel eens
en vooral de voorwaarde, dat er niet verder
naar mijn vroeger leven zal gevraagd wor
den.
Steek van wal, jong!
Wel ik heb van mijn tiende jaar af, tot
ik bijna twintig was, heel wat dagen door
gebracht op een als schoener opgetuigd jacht
op het Windermere-meer. Mijn makker en
leermeester was een gepensionneerde com
mandant van de marine en het was zijn
grootste lust om mij in de finesses van 't vak
in te wijden. Ik leerde er meer van, dan
van één van de gewone vakken op school.
Het was mijn liefhebberij en ik ben er niets
van vergeten, hoewel het eenige water dat
ik de laatste jaren heb gezien, de Theems
is en ik ben overtuigd, dat, als u een week
of zoo mijn gebrek aan ervaring door de
vingers wilt zien, ik best in staat zal zijn
alle werkjes, die u gedaan wilt hebben, op
te knappen.
Tijdens de reis door Frankrijk ontdekte
Dick weldra, tot zijn groote verbazing, dat
Stump de Aphrodite nog nimmer gezien
had.
Neen, zei hij, toen een toevallige opmer
king van Royson dit vreemde feit aan het
licht had gebracht, ze is een vreemde voor
me. Ik en Tagg Tagg is mijn eerste
stuurman, snap je hadden juist de „Chir-
ria" verlaten, toen ze uit de vaart op Oost-
Indië aan de Duitschers verkocht werd en
we keken uit wat zich zou voordoen, teen
de man, die de Aphrodite charterde, ons dit
baantje gaf. Tagg is met het grootste deel
van de bemanning vooruit gegaan, maar ik
moest nog een paar dagen in Londen blij
ven om een beetje op de zaak te let
ten.
In plaats van 's nachts in Marseille aan te
komen, zooals ze hadden verwacht, reden ze
wegens een groote vertraging op klaarlichten
dag door de schilderachtige straten. Zoowel
Royson als de kapitein waren verrukt over de
lijnen van de Aphrodite, toen ze haar in
haar ruime bassin zagen liggen. Haar spitse
boeg en ranke bouw deden haar grooter
schijnen dan zij werkelijk was. Royson was
zeeman genoeg om, toen hij het dek betrad,
op te merken, dat alleen mannen die aan
boord van een oorlogschip gedrild waren,
het touwwerk zóó hadden kunnen oprollen
en het blinkende koper zóó glanzend poet
sen.
Zijn moed ontzonk hem toen wel een
beetje. De gezichten van de enkele matrozen
die hij te zien kreeg toen hij aan boord kwam,
verrieden hun opleiding bij de marine.
Hij was bijna zenuwachtig, toen een klein,
harig personage, met een grijnzend gezicht
uit de opening van een kajuitstrap te voor
schijn kwam en Stuinp vrooüjk aanriep. Toen
deed de kapitein iets, dat bewees, dat ware
beschaving geen kwestie is van gedrag of
uitspraak.
Hc<e je mond tegen deze bende, mompelde
hij tegen Dick. Blijf in mijn buurt en ik zal
je d'r uit redden!
(Wordt vervolgd).
De spoorwegwerken in Amsterdam-Oost vorderen gestadig. De De -Atlantic Clipper" bij zijn aankomst in de haven van Marseille,
nieuwe doorgang op de Weesperzijde bij den Omval is Woensdag L
voor het rij- en voetgangersverkeer opengesteld na den voorspoed,g volbrachten oceaantocht
De heer S. de Mul, die dezer dagen afscheid nam als chef-instructeur der
Nationale Luchtvaartschool op Schiphol, vertrok Woensdag met de „Sibajak" uit
Rotterdam naar Ned. Indië. V.l.n.r. de heeren: Schmidt Crans, De Mul en Heymans
H circuit voor de auto-races, welke de K.N.A.C. Zaterdag te
Zandvoort organiseert, i> geheel gereed. - Een doorkijkje op de
L tribune
Karakteristiek bezoek voor de bijeen
komst der internationale vrouwen
organisaties in Central Hall te
Londen
Een ontzettende heidebrand heeft Woensdag een uitgestrekt gebied in de
nabijheid van Teriet, gelegen aan den Rijksstraatweg /Arnhem - Apeldoorn, ver
woest. Een foto tijdens de blusschingswerkzaamheden
De begrafenis van wijlen generaal C. J. Snijders te 's Gravenhage. De
aankomst van den stoet op Oud Eik en Duinen, Inzet: adj. maj. H. J.
Phaff en vice-admiraal F. Bauduin, die H. M. de Koningin vertegen
woordigden. Een bataljon grenadiers vormde de eerewacht
wÈÊÊÈÈm
I