DE INTERNATIONALE KAMER VAN KOOPHANDEL Spannende politieke situatie $e JtleineZeemeermin H.C.ANDERSEN Het congres te Kopenhagen. Nattigheid. DE AUTOMOBIEL DER TOEKOMST UIT DE PERS. Van 26 Juni tot 1 Juli 1939 komt de Internationale Kamer van Koop handel te Kopenhagen bijeen. Aan vankelijk was het de bedoeling geweest, dat dit congres te Tokio zou zijn gehouden. Reeds geruimen tijd geleden werd van Japansche zijde te kennen gegeven, dat men geen gelegenheid had de organisatie dezer bijeenkomst op zich te nemen, waarna de Deensche hoofdstad werd uitverkoren. Zoo zullen de afgevaardigden dan na het Berlijn- sche congres van 1937 thans naar Kopen hagen gaan. Was het in de Duitsche hoofdstad dr. F. H. Fentener van Vlissingen, onze land genoot, die als voorzitter optrad, ditmaal zal de leiding zijn bij den Amerikaan Watson. De organisatie eener dergelijke bijeenkomst eischt buitengewoon veel talent. Dat geldt in 't bij zonder wanneer dit samentreffen plaats heeft in steden, waar men in zeker opzicht over een beperkte hotel-accomodatie de be- beschikking heeft. Het aantal congressisten bedroeg te Berlijn niet minder dan 2400! Maanden te voren dient dan ook de regeling van een en ander ter hand te worden genomen. Zoo is het ook in Kopenhagen het geval, waar men nu reeds met de hotel-ruimte zekere moeilijkheden heeft, in verband met het groote aantal gegadigden. De I.K.K. is n.l. een zeer wijd vertakte organisatie. In 32 landen beschikt deze Kamer over een eigen groep, waarbij vóór alles in aanmerking moet worden genomen, dat het hier zonder uitzondering al die landen betreft, welke een leidende rol op economisch gebied in de wereld spelen. De be teekenis dezer eigen landelijke groepeeringen is hierin gelegen, dat deze het middelpunt vormen voor de wenschen, welke in het be drijfsleven daar tot uiting komen. Het be langrijke centrale punt der I.K.K. zelve is in Parijs te vinden. Daar zetelt de Secretaris- Generaal. Deze geeft leiding aan de werkzaam heden en wordt daarbij behoudens door een zeer deskundigen staf geassisteerd door verschillende organen. Daartoe behooren de Raad van Beheer in welk lichaam alle partici- peerende landen vertegenwoordigd zijn, het uitvoerend Comité en de voorbereidende stu diecommissies. Om de twee jaren wordt een Congres gehouden, bij welke gelegenheid, na uitermatige zorgvuldige voorbereiding, wordt vastgelegd hoe het internationale bedrijfs leven een bepaald doel hoopt te bereiken. Het feit dat men bij dezen arbeid de beschikking heeft over tal van experts is uit den aard der zaak van het grootste belang. Zoo zijn de in behandeling genomen en nog te nemen onderwerpen van den meest uiteen loopenden aard. Met groote energie wordt ge streefd naar het treffen van overeenstemming met betrekking tot de handelspolitieke maat regelen. Tot dit terrein behooren de vraag stukken op het gebied der douanetarieven, in voerrechten, discriminaties op handelsgebied, deviezenrestricties enz. Zeker van niet minder belane zijn de monetaire problemen, de bila terale' en multilaterale handelsverdragen, de regionale pacten, het probleem der meest- begunstigingsclausule, de vraagstukken op het gebied der internationale productieregelingen, zoomede de invloed der verschillende regee- ringsmaatregelen op het bedrijfsleven. Aan de hand van door de I.K.K. ingestelde onder zoekingen verwerft men zich het benoodigde documentatiemateriaal. Al de deelnemende landen wijzen hunne meest vooraanstaande vertegenwoordigers aan om ten slotte te ge raken tot de formuleering der wenschen. Door vrije uitwisseling van gedachten wordt dan op gezette tijden de gelegenheid geboden het aanhangige probleem nog eens van alle zijden te belichten. Maar in het bovenstaande is het omvang rijke werk der I.K.K. geenszins volledig op gesomd. Ook het vraagstuk der internationale handelsrelaties staat op het programma. Meer dan eens heeft de Kamer zich uitgesproken om de invoerbeperking door middel van con- tingenteeringen op te heffen. Al is zij zich volkomen bewust, dat aan dezen wensch voor- loopig niet zal worden voldaan, toch is zij ook op dit terrein diligent en rekent zij het zich tot haar taak aan te geven op welke wijze het stelsel der contlngenteeringen moet worden toegepast om den internationalen handel zoo min mogelijk schade te berokkenen. Daarnaast heeft de Kamer bij herhaling ge waarschuwd tegen het hoe langer hoe meer voortschrijdende systeem der autarkie. Ook het probleem der internationale eco nomische betrekkingen werd allerminst dooi de I.K.K. verwaarloosd. Zij besteedde haar aandacht aan het vraagstuk van de unifor miteit der gebruikelijke handelstermen, van afwijkende techniek der douanetarieven, ver schillen in het wisselrecht, dubbele belasting, enz. Ter bevordering der internationale han delsbetrekkingen adviseerde de Kamer bij her haling over goede en op de eischen van het bedrijfsleven ingestelde tarieven voor Post, Telefoon en Telegraaf. Van niet minder belang zijn de onderzoekin gen der Kamer op het gebied der internatio nale goederendistributie en de daaraan ver bonden markttechniek. Ter beslechting van internationale han delsgeschillen heeft de Kamer een Hof van Arbitrage ingesteld, hetwelk reeds een reeks van jaren belangrijke diensten heeft bewezen. Welk resultaat heeft de I.K.K. door haar stre ven weten te bereiken? Wie zou u daarop beter een antwoord kunnen geven dan de oud-voor zitter der Kamer, dr. Fentener van Vlissingen? In diens rede op 15 December 1933 voor de radio uitgesproken komen in dat verband de volgende zinsneden voor: „Een bereikt resul taat is dus en men kan het waarlijk een mooi resultaat noemen dat vooraanstaande bedrijfsleiders van 32 landen, bijgestaan door economisten van erkende bekwaamheid, in staat zijn gebleken den weg aan te geven, die, volgens de overtuiging van de kringen, die zij vertegenwoordigen, naar een verbetering der economische betrekkingen tusschen de volkeren voert, en waarlangs een verhooging van de volkswelvaart en beter waarborg voor het behoud van den vrede te verkrijgen zou den zijn". Dat de raadgevingen der I.K.K. grooten- deels niet werden opgevolgd mag men haar zeker niet verwijten! De economische oorlog woedt onverminderd voort en zooals dr. Fen tener van Vlissingen in de reeds geciteerde rede opmerkte: er zijn alleen nog maar ver liezers overgebleven. Zoo komt binnenkort het economische wereldparlement- te Kopenhagen bijeen. De omstandigheden zijn wel uitermate moeilijk. In de sectie bijeenkomsten, welke eiken och tend om tien uur worden gehouden, zullen on derwerpen van uiteenloopenden aard aan de orde gesteld worden. Daartoe behooren o.m. de monetaire politiek, de bescherming van in dustrieel recht, luchtpostaangelegenheden, sa menwerking tusschen spoorwegen en andere «srvoermiddelen enz. Gedurende de middagen worden plenaire zittingen gehouden. In die bijeenkomsten zullen o.m. besproken worden: de invloed van het economische nationalisme op den internationalen handel, de beteekenis van een internationalen geldstandaard, de toenemende ipvloed van den staat op het be- bedrijfsleven, de heropening van de interna tionale geld- en credietmarkt. In de slot zitting van 1 Juli zullen verschillende resolu ties worden voorgesteld en eventueel worden aangenomen. Dit alles betreft het zakelijke gedeelte van deze internationale bijeenkomst. Daarnaast is een rijk voorzien programma samengesteld van diverse feestelijkheden en excursies. Denemarken maakt en volkomen terecht van deze unieke gelegenheid dankbaar ge bruik om de buitenlanders in kennis te stel len van de beteekenis van het land. Op 26 Juni zal de openingsbijeenkomst van het Congres plaats hebben in het Raadhuis van Kopenhagen, terwijl 's avonds een feest gegeven zal worden in de geweldige sporthal van Kjobenhavns Boldklub. Den volgenden dag gaan alle gasten per auto naar Marien- lijst bij Elseneur, waar minister-president Stauning zal recipieeren. Den dag daarop zul len de congressisten dineeren ten huize van verschillende Deensche zakenmenschen, op dezelfde wijze als men dat ook een tijde van 't Berlijnsche Congres heeft gedaan, terwijl op 29 Juni een gala-diner wordt gegeven in de bekende restaurants Nimb en Wivex. Zoo wordt het nuttige met het aangename gecombineerd. Het feit, dat vooraanstaande zakenleiders en economen uit de geheele wereld bijeenkomen schept de mogelijkheid tot een niet te versmaden contact.. Een con tact, hetwelk vooral in dezen tijd van groote beteekenis kan zijn. MOLLERUS. Graaf Van Limburg Stirum gaat heen als gezant te Londen. Jhr. mr. E. M. F. J. Michiels van Verduynen als zijn opvolger genoemd. Naar wij vernemen ligt het in het voornemen van mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum, onze Nederlandsche gezant te Londen in den loop van dit jaar om particuliere redenen ontslag aan te vragen. Als zijn opvolger wordt genoemd jhr. mr. E. F. M. J. Michiels van Vérduynen, oud-gezant te Praag en oud-chef van de afdeeling diplomatieke zaken aan het departement van Buitenlandsche Zaken. Zie, nu is het toch gekomen, Zij het nog wel niet in stroomen, Zondag kwam het toch in gang; 't Was een zeer bescheiden badje, Maar wij kregen toch ons natje Na ons droogje, wekenlang. 'k Hoef me nu niet te vermoeien, Met mijn tuintje te gaan sproeien, 'k Heb vandaag als tuinman vrij; Want de regen kwam van boven, En 't is niet meer zoo bestoven, Alles staat er frisscher bij. 't Is natuurlijk, dat wij menschen, Het ons licht en zonnig wenschen, Maar dit is een vaststaand feit, Wij gevoelen ons plezierig, Wij zijn extra frisch en tierig. Bij een beetje nattigheid. Uitvinding van Matoesjka tegen spoorwegongelukken. BOEDAPEST, 12 Juni (Havas). Volgens de „Montag" heeft Matoesjka, die wegens het veroorzaken van spoorwegongelukken tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld is, vergunning gekregen om bij het octrooibureau inschrijving van een uitvinding tot het voor komen van spoorwegongevallen te .vragen. EXAMENS. Rijkskweekschool voor Onderwijzers (essen) Haarl. Eindexamen. Geëxamineerd 6 candi dates Geslaagd de dames: G. v. d. Broek, C. Buisma, B. J. Bruijn, E. Jongeneel, R. de Levie. NEW YORK 12 Juni. Ingenieur Edwin L. Allen heeft voor het World Automotive Engineering Congress, dezer dagen te New York gehouden, een voor dracht gehouden over „de automobiel van de toekomst". Hij voorspelde dat de auto's in niet ver verwijderde toekomst, voor zien zouden zijn van beweegbare, gemak kelijke stoelen, een zonnetent-dak, ba den, waschtafels en een inrichting voor „air-conditioning". Deze voorspelling heeft zoowel op het 'Congres zelf als in de Amerikaansche pers sterk de aandacht getrokken. (A. N. P.). Na het rapport der Kamer commissie inzake Oss. Wat zullen minister Goseling en zijn ambtgenooten doen? En de Kamer?- Verschillende mogelijkheden (Van onzen parlementairen redacteur) Het rapport van de Kamercommissie, die een eventueel debat naar aanleiding van Minister Goseling's nota inzake Oss had voor te berei den, bevat onloochenbare critiek op het dooi den Minister van Justitie in die aangelegen heid gevoerde beleid. De commissie bestond uit 5 leden, waarvan een anti-revolutionair, een christelijk-historisch afgevaardigde, een libe raai, een social-democraat en een Roomsch- Katholiek. De vier eerstgenoemden nu blijken eendrachtig bepaalde handelingen van Excel lentie Goseling onjuist te achten, een opvat ting, die alleen het R.K. lid niet kon onder schrijven. Te verwachten valt dat bij een stemming in de Kamer deze meerderheidsconclusie, nadat natuurlijk de Minister eerst gelegenheid hebben gehad het zijne tot zijn verweer aan te voeren, een flinke meerderheid zal halen. Menigeen schijnt daaruit te concludeeren dat de dagen van Mr. Goseling's ministerieele leven geteld zijn. Dat hij dus, bij aanneming van de conclusie op zijn beleid ter zake van Oss, zijn ontslag zal moeten vragen. Afgezien van de al- of niet-juistheid der critiek op den minister moge ik de aandacht vestigen op verschillende mogelijkheden, waar mee men in verband met deze kwestie rekening zal dienen te houden. In de eerste plaats zal men wel moeten be denken dat deels de maatregelen, die ten op zichte van de Ossche brigade van de maré- chaussée getroffen zijn, niet alleen voor reke ning van den Minister van Justitie, maar ook voor die van zijn ambtgenoot van Defensie ko men; laatstgenoemde heeft aan de hier bedoel de maatregelen meegewerkt, wat trouwens on ontbeerlijk was, aangezien hij mede chef over de maréchaussée. Er is echter meer. Heel het ingrijpen van den Minister van Justitie zou indertijd geschied zijn met het volle medeweten en tevens met de volle instemming van het Kabinet. Zeker, ten aanzien van onderdeelen van het gevoerde beleid heeft men uitsluitend met Minister Go seling en niet met het Kabinet in zijn geheel te maken, maar wat de hoofdzaken betreft had deze bewindsman tot nu toe zijn mede-Minis ters aan zijn zijde. Het is derhalve geenszins uitgesloten, ja, het is zelfs zeer waarschijnlijk, dat hij er alles op zal zetten om zich voor het komende debat in de Kamer nog eens goed te verzekeren van den steun van het Kabinet. Doet hij dat en slaagt hij er in die toezegging te verkrijgen ook met Eens op een nacht zag zy haar zusjes, die treurig zongen. Zij wenkte hen en zij kwamen onmiddellijk, vertelden hoe bedroefd iedereen beneden was. En eiken nacht kwamen zij nu terug; oens zag de kleine zeemeermin in de verte zelfs haar grootmoeder, die tientallen jaren niet opgestegen was en haar vader, den koning. Maar die waagden zich niet zoo dicht aan den oever als de prinses- jeeEiken dag ging de prins meer van de zeemeermin houden. Ze was voor hem net een zusje. Haar tot zijn vrouw maken? Daar over dacht hij echter niet. Soms keek zij hem met haar mooie oogen aan, alsof ze wilde vragen of hij 't meeste van haar hield. En dan zei hij: „Ja, je bent mij 't liefste op aarde, omdat je mp zoo trouw bent en omdat je lijkt op een meisje, dat ik eens, na een schipbreuk, op 't strand ontmoette. Zij heeft me toen 't leven gered en ik houd alleen van haar. Maar ik kan niet met haar trouwen. Daarom heeft m'n goed gesternte mij jou doen ontmoeten. En wij zullen nooit van elkaar scheiden. De prins moest zoo langzamerhand aan een huwelijk gaan denken. Zijn ouders hadden de dochter van een naburigen koning gevraagd en er werd een schip uitgerust voor een bezoek aan het land. De zeemeermin geloofde echter niets van de geruchten, dat hij een aanzoek zou gaan doen De prins had haar gezegd, dat niemand hem zou kunnen dwingen tot een huwelijk en dusSamen betraden zij 't prachtige schip. Samen zouden zij naai* 't vreemde land gaan. 's Nachts zat de kleine zeemeermin bij de railing en staarde door 't heldere water naar beneden. Was dat niet 't slot van haar vader? Ja, daar kwamen haar zusjes ook boven. Zij wuifde hen toe, lachte, wilde vertellen hoe gelukkig zij was, maai de scheepsjongen kwam aanloopen en de zeemeerminnen doken gauw onder water. IWordt vervolgd). het oog op wat komen kan, dan zou eener,^ zijn positie tegenover de Kamer heel wat si ker wezen, terwijl anderzijds de kans dat f- slotte de Regeeringspartijen het hare L?" probeeren om een voor het Kabinet donffi1 votum te voorkomen, verre van gering zon In de eerste plaats kunnen zij altijd al h haar woordvoerders doen opmerken dat gelijk ook de Kamercommissie eenstemmig klaarde van eenigen twijfel aan de trouw van den Minister van Justitie ppen e ke is. 6 0 »*»- Bovendien echter bestaat de moeeiiiM,atJ uitdrukkelijk le verklaren, dat stemmen vn de meerderheidsconclusie alleen wil zero dat men het ten opzichte van de gevoerde beleid verkeerd vond, maar dat zul? volkomen op zichzelf staat en men door P conclusie aan te nemen overigens - e doelt, uiting te geven aan eenig minder Vpr trouwen in het verdere beleid van deze h* windsman. Op die manier zou dan het minkt rieele leven van Mr. Goseling en dat van mede-Ministers gered kunnen worden Want iü dat geval zou aanneming der critiseerenï! conclusie geen deugdelijk middel zijn om rïï Minister van Justitie en wie aan zijn ?hS mochten staan den politieken dood te doen sterven. Daarvoor ware dan noodig da* pp afzonderlijke motie van wantrouwen een meer derheid zou verwerven. En dit zou zeker ni£ bereikbaar zijn, als de christelijk-historische en de anti-revolutionaire fracties de zooeven geschetste houding zouden aannemen. Of ze op deze wijze te werk zullen gaan kan op dit oogenblik nog geenszins gezegd 'wor den. Veel, zoo niet alles, zal afhangen van dê vraag of deze fracties er de voorkeur aan geven om, los van Oss, en zulks dan vooral in ver band met de verwikkelingen, die tot het uit treden van Mr. de Wilde leidden, nu maar een Kabinetscrisis te laten uitbreken, dan wel of zij dit voorshands pogen te vermijden, in het laatste geval bestaat, naar ik hier in het kort aanduidde, wel degelijk de mogelijkheid de meerderheidsconclusie van de Kamercommissie aan te nemen en toch geen stukken te maken Trouwens dit is natuurlijk ook zelfs mogelijk als het om Minister Goseling alleen zou gaan en er voor hem van steun van de zil- de van het Kabinet, tot het uiterste toe, geen sprake zou wezen. Natuurlijk zou het slikken van de bittere pil die instemming van de meerderheid der Kamer met de critiek-inhoudende conclusie beteekent voor den Minister van Justitie niet aangenaam wezen. Ongetwijfeld zou dan zijn positie, en daarmee ook die van het Kabinet, er niet ster ker op worden, doch doodelijk behoeft die pil niet te zijn. Wie dat mocht meenen, vergist zich en verliest uit het oog, dat anti-revolu tionairen en christelijk-historischen, als zij willen, heel wel voor een voldoende dosis te gengif zorg zouden kunnen dragen, gelijk bo ven al is aangegeven. HET RAPPORT OVER OSS. Nog niet vele persstemmen zijn over het rap port der Kamercommissie-Oss verschenen. Zij zijn over het geheel echter niet gunstig voor minister Goseling. „De Tijd" (r.k.) wijkt hiervan evenwel af. „Al is de commissie het niet eens", aldus „De Tijd", „met de door minister Goseling genomen maatregelen tegen de marechaussee-brigade te Oss, zij moet erkennen, dat deze brigade fouten heeft begaan, die maatregelen wettigden. Zij is echter van meening, dat met minder straffe maatregelen had kunnen worden volstaan. Zij is ten volle overtuigd van de goede trouw van den minister, ook al keurt zij het door hem ge voerde beleid af. De nota van den minister en het haar ter beschikking staande materiaal doen haar besluiten de Kamer voor te stellen de nota van den minister voor kennisgeving aan te nemen. Met deze uitspraak van de Kamercommissie is heel de geweldig en tendentieus opgeblazen affaire-Oss tot haar nuchtere en zakelijke pro porties herleid, n.l. tot een verschil van mee ning over het gevoerde beleid, een kwestie dus van appreciatie, waarover men eindeloos en ook nutteloos kan discussieeren. Deze uitspraak, die uitdrukkelijk geen motie van wantrouwen in den minister wil zijn, levert dan ook geen rede lijken grond aan hen, die van de affaire-Oss een galg hebben willen maken niet alleen voor Bar bertje Goseling, maar ook voor geheel het kabinet. Voor hun politieke molen draagt de Kamercommissie geen deugdelijk koren aan, maar het is hun meer om het verblindende kaf der sensatie, dan om het koren, waaruit men het goede brood maakt, te doen." Het „Alg. Hbld", laat een medewerker aan het woord en geeft nog geen redactioneel oordeel Hij vangt zijn beschouwing aan: „Het met groote spanning verwachte rapport over Oss valt in zijn formuleeringen op door groote soberheid. Maar juist daardoor verkrij gen de bezonnen opmerkingen van deze commis sie, welke blijkbaar sine ira et sine studio (zon der toorn of overmatige ijver) tot haar oordeel is gekomen, des te meer reliëf. De meerderheid der commissie dat zijn practisch alle leden, behalve natuurlijkerwijs de roomsch-katholieke afgevaardigde, mr. Sweens komt tot een con clusie, welke voor het beleid van den minister eigenlijk verpletterend is. De commissie acht ten eerste de tegen de brigade Oss der Koninklijke Maréchaussée genomen maatregelen niet ge rechtvaardigd. En ten tweede doet zij duidelijk uitkomen, dat ook de feiten en omstandigheden, welke na dien datum zijn bekend geworden, voor de sensationeele stopzetting der opsporings bevoegdheid geen voldoende motief opleve ren. Wie goed tusschen de regels kan doorlezen, heeft bovendien geen moeite vast te stellen, dat de commissie 's ministers vasthouden aan de juistheid van zijn standpunt, zooals dat_ in de nota aan de Kamer is geschied, vooral in het licht der later bekend geworden feiten, als een nieuwe beleidsfout ziet. Met even sobere, maar niet minder overtui gende bewoordingen wordt de onvoldoende me dewerking, door den minister en ook door den ministerraad aan den arbeid der commissie verleend, scherp gelaakt.'* De „N. Rott. Crt." schrijft: „De inhoud en de conclusies van dit rapport, onderschreven door vertegenwoordigers van vier politieke partijen, waaronder twee van de regee- ringscombinatie, hebben voor den minister beteekenis van een consilium abeundi (raad om heen te gaan), indien het door de TweedeKa merwaaraan intusschen geen twijfel te bestaan zal worden aanvaard. Een naa onderzoek op den grondslag van het parlemen taire enquête-recht acht de commissie niet een noodzakelijk, mede omdat het tekort aan gege vens haars inziens niet van zooveel gewichts dat omtrent de hoofdzaak, n.1. het beleid van a minister, thans van een uitspraak der Kamer zou moeten worden afgezien. Reden waarom zij het liluCLAii W Ui UCii CllgCitiCii. lli.Ui.it u in aanhef dezes genoemde voorstel tot af^e^ van dat beleid doet, onder toevoeging, dat ministerieele Nota van 31 Januari voor kennis geving wordt aangenomen." „Het Volk" doet een felle aanval op oen minister: j. „Hij heeft, door zijn verkeerd beleid, m. eerste plaats onrecht gedaan aan de naast t'.-okkenen, maar bovendien is hij o°rz®a*\s worden van een politieke onrust in het jan deels ook van een allengs gerezen anti- lieke stemming, waarvoor zijn eigen gees wanten hem, in hun binnenkameren* zeker g dank zullen weten."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6