Litteraire
Kantteekeningen.
Een catastrofe kwam over Europa
Dirk Coster: Het tweede boek
der Marginalia. Amsterdam,
Querido.
Het moet juist twintig jaar geleden zijn
dat de eerste Marginalia in boekvorm ver-
scihenen. Een ongewoon formaat boekje was
het, minder hoog dan breed, iets als een keu
rig gebonden album amicorum of een bijbel
tje op z'n kant. Met een vriendelijk, bescheiden
voorwoord, waarin de schrijver zijn spijt be
tuigde aan die koopers van zijn boekske,
wien de inhoud mocht tegenvallen.
Dat behoeft nu alles niet meer. Men weet
nu al wel wat men aan Dirk Coster heeft,
weet dat in hem in zekeren zin het leider
schap gelegd is der groep schrijvers essayis
ten en kunstenaars, wier arbeid tegen een
ethischen achtergrond wordt opgetrokken en
'die in zijn tijdschrift De Stcsn een gastvrij
onthaal kunnen vinden, zoo ook de kwaliteit
van den arbeid aan zijn critische eischen be
antwoordt. Coster werd in den loop der jaren
een soms wel eens besprongen, maar toch
nimmer omvergeworpen autoriteit in den
grooten, immers wel typisch-Hollandschen
kring van intellectueelen, wier denken zich
niet dan met tegenzin door een geestesproduct
waaraan alle „leering" ontbreekt laat be
koren
Coster's Marginalia zijn m de Hollandsche
letteren een op zich zelf staand verschijnsel
gebleven zooals hij, naar het mij voorkomt,
zelf evenzeer een unicum is. in die zeldzame
combinatie van kunstenaarschap en moralis
tische didactiek. Zonder zijn kunstenaarschap
waardoor zijn taal beheerscht wordt en zijn
stijl doorgloeid is, zou zoo nu en dan het
een of ander uit de eerste Marginalia op dien
aardigen ouderwetschen scheurkalender „De
Vriend van den Huize" hebben kunnen staan,
maar het is de vorm, die in die enkele geval
len toch altijd weer den inhoud gewicht ver
schaft
In dit tweede boek der Marginalia zijn de
beschouwingen veel doordringender en veel
uitvoeriger ook geworden dan in het eerste
bundeltje Het zijn veelal haast geen margi
nalia (kantteekeningen) meer, maar door
wrochte overpeinzingen, waarbij de schrijver
nu en dan teruggrijpt op onderwerpen, die
hij twintig jaar geleden reeds aanroerde. Daar
zijn er bij waarop hij gaarne terugkomt en
die hij nu eerst recht het volle pond geeft
zooals daar zijn: de verliefdheid, de liefde en
het huwelijk Hier valt waarlijk te bewonderen
de wijze waarop die zoo ingewikkelde en veel
kantige materie doordacht werd en er is geen
regel bij die voor mijn „Vriend des Huizes"
bruikbaar is. Eer zou daarvoor te putten zijn
uit het hoofdstuk over den Laster, waaruit
ik een paar capita citeer omdat ze van Cos
ter's ideeënbouw een goed staal vertoonen en
ons allen misschien een lantaarntje ontsteken:
„Laster is de gestadige sluipmoord der men-
schen onderling, die in alle levenskringen
zonder ophouden wordt bedreven. Bijna allen
doen aan dezen sluipmoord gedachteloos
mede. De minsste irritatie, de geringste be
dreiging van het Ik van den mensch doet dit
geestelijk wapen opflitsen". En iets later: „De
meesterlijke lasteraar, de mensch dus, die het
verdelgingswapen van den laster het
best hanteert, is hij die het 't minst opval
lend hanteert, die met nauwelijks méér dan
een woord of handgebaar het beeld van een
mensch weet te ontdoen van zijn sieraden van
verdienste of deugd".
De lectuur van Dirk Coster's Marginalia II.
zal niemand minder maken: integendeel. Wat
hij zoo neerschreef leent zich niet voor tegen
spraak: men meent het immers reeds lang
zoo te weten, en toch is het nieuw. Zijn for
muleering van wat voor hem zekerheden zijn
is zoo eorrect-dwingend dat de lezer iederen
twijfel achterhoudt en in de meening ver
keert dat zijn eigen ideeën hier voor het eerst
aan hem zelf zijn bloot gelegd. Het is volstrekt
niet buitengesloten dat een ander denker
hem vergezichten opent, die van de zoo juist
verworvene in afmeting, kleur en lijn aan
merkelijk verschillen. Maar dan nog zal de
eerste bergbestijging met een bekwamen gids
haar waarde behouden.
Zeker slaat wat Pascal eens schreef in een
zijner „Gedachten" niet op een zelfverzekerd
denker als Coster, noch op verschillende zijner
wijsgeerige voorgangers, bouwers van syste
men. Pascal, door Voltaire een subliem mi-
santhroop genoemd, koesterde blijkbaar wan
trouwen tegen den denkenden mensch in zijn
veelsoortigheid, want hij uitte zich aldus:
„Welk een fabelachtig gedrocht is de mensch,
wel een monster, welk een chaos, welk een
vat vol tegenstrijdigheden, welk een wonder!
Rechter over alle dingen en onnoozele aard-
15 EEN VONIOE N06 ZOO KLEIN
IN'T BOSCH KAN'T ZEER GEVAAR LU
worm; behoeder der waarheid en poel van
onzekerheid en dwaling; glorie èn uitschot
van het heelal. Wie zal die verwarring in orde
brengen?"
Inderdaad zit in die beschouwing van het
menschelijk denken wel iets zwartgalligs en
heeft Voltaire tegenover Pascal misschien ge
lijk als hij in die opgesomde tegenstrijdigheden
juist een bewijs van 's menschen rijkdom en
veelzijdigheid ziet. Dat niets gehéél waar is,
en zelfs dat nietis een moderner sofisme
waar we ook al niet verder mee komen.
Intusschen willen wij even registreeren dat
wij die aanhalingen van Pascal en zijn tegen
stander zoo juist uit een ander zeer belang
rijk boek haalden, dat pas verscheen en zeer
de moeite waard is er kennis van te nemen
en wel:
Europeesche Geest. Inhouden
en vormen van het Cultuurleven
der Europeesche wereld, onder
redactie van dr. W. Banning
dr. J. D. Bierens de Haan.
Amsterdam, Van Loghem Sla-
terus' M.
Door een reeks van zeer competente mannen
is in een aantal hoofdstukken een overzicht
samengesteld van wat in kunst en geestes
leven in Europa gepresteerd is, van de Griek-
sche beschaving tot heden. We kunnen daar
hier slechts een opsomming van geven die
echter voldoende is om te toonen dat men hier
met een waardevol verzamelwerk te doen
heeft. De Grieksche kunst en cultuur wordt
door dr. Bierens de Haan behandeld, die
voor zijn rekening nam: twee gebieden waarop
deze geleerde als autoriteit mag gelden. De
Romeinsche Cultuur wordt door prof. H. Wa
genvoort belicht. Daarop volgen uitvoerige
referaten over het „Christendom tot Augusti-
nus" (prof. Bakhuizen van den Brink) „De
geest der Middeleeuwen" (prof. F. Sassen)
„Reformatie en Contrareformatie", door
prof. Lindeboom besproken, waarna de mo
derne philosophische stroomingen door dr. W.
Banning (Van Descartes tot Kant) en prof.
II. J. Pos, (a. Kant en het wijsgeerig idealis
me en b. Van Comte tot Bergson) op voor
den belangstellenden leek zeer toegankelijke
wijs worden voorgesteld. De namen dei-
medewerkers waarborgen een zekere over
eenstemming in de beschouwingswijze, waar
door het fraai verzorgde boek een éénheid
verkreeg en een overzichtelijk begrip van de
behandelde stof verschaft.
Nu men soms wel eens geneigd zou zijn te
vergeten, dat de wereld per slot van rekening
door ideeën bestuurd wordt, is een boek als
dit een aanwinst omdat het ons ideeën nader-
brengt, die eens waren en er misschien mor
gen gewijzigd weer zullen zijn.
J. H. DE BOIS.
De bebloede wapenrok van Franz Ferdinand.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissemenls-rechtbank te Haar
lem zijn de volgende faillissementen uitgespro
ken op Dinsdag 27 Juni 1939.
Mevr. A. Hammink Veltman, wed. van H.
Kolk, wonende te Zandvoort, van Speykstraat 3,
curator Mr. F. van der Groot te Haarlem: Rech-
ter-commissaris Mr. E. H. F. W. van Schaeck
Mathon te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven
de faillissementen v-an:
W. Plessius, veehouder, wonende te Haarlem
mermeer, Badhoevedorp, Akerdijk 281, curator
Mr. H. J. Pot alhier.
De Weduwe J. AdrichemMuller, zonder be
roep, wonende te Beverwijk, Noorderwijkweg
113, curator Mr. W. N. Felhoen Kraal te Wor-
merveer.
J. J. Adrichem, bloemistknecht, wonende te
Beverwijk, Gladiolenlaan 69, curator Mr. W. N.
Felhoen Kraal te Wormerveer.
J. van Egmond, winkelier, wonende te Haar
lem, Vergierdeweg 255, curator Mr. F. van Bier-
kom te Haarlem.
D. van Wijngaarden, winkelier, destijds wo
nende te Haarlem, Stuyvesantstraat 85 zwart,
thans te Amsterdam, Scheldestraat 86 III, cura
tor Mr. W. Veniet te Haarlem.
J. H. L. P. Bossaard huisvr. D. van Wijngaar
den, destijds winkelierster, wonende te Haar
lem, Stuy vesantstraat 85 zw., thans wonende te
Amsterdam, Scheldestraat 86 Hl, curator Mr. W.
Veniet te Haarlem.
J. C. J. van Baren, bloemkweeker, destijds
wonende te Haarlem, Leidschevaart 248, thans
Pijlslaan 51, curator Mr. K. van Giffen te
Haarlem;
G. de Vries, timmerman, wonende te Haar
lem, Rijksstraatweg 96, curator Mr. J. H. van
Gelderen te Haarlem.
Door het verbindend worden der Uitdeelings-
lijst zijn geëindigd de faillissementen van:
W. O. E. Donath, postzegelhar.delaar, destijds
wonende te Zandvoort. Verlengde Haltestraat
73, curator Mr. G. Seret te Amsterdam.
J. F. van Nieuwburg, kruidenier, wonende te
Haarlemmermeer, Zwanenburg, curator Mr. F. J.
Gerritsen te Haarlem;
H. Oostewaal, muziekuitgever -handel „Neer-
landia", wonende te Beverwijk, Noordwijk-
weg 18, curator Mr. J. H. C. Slotemaker te
Haarlem.
Th. Pasveer, winkelier, wonende te Zandvoort,
Haltestraat 29, curatrice mevr. Mr. L. M. I. L.
van TaalingenDols te Haarlem.
L. Rings, aannemer, voorheen wonende te
Santpoort, thans te Bloemendaal, Schaepman-
laan 15, curator Mr. H. O. Drilsma te Haarlem.
J. Ph. van 't Hoff, slager, wonende te Haar
lem, curator Mr. M. de Rijke te Haarlem.
Herinneringen aan den 28sten Juni 1914
De moord te Serajewo.
gegeven, als aan haar echtgenoot. Haar leven
lang had zij de tweede plaats moeten innemen,
dit zou in den dood zoo blijven.
De medestanders van den dooden troonop
volger wisten te voorkomen, dat het stoffelijk
overschot van den troonopvolger zou worden
opgebaard in een andere kerk, als dat der her
togin. Maar dan moest de rouwstoet ook des
avonds in Weenen komen. Aldus geschiedde. Om
tien uur in den avond werd Weenen enkele da
gen later bereikt.
Laat in den middag van den dag der teraar
debestelling werd een rouwdienst gehouden.
Wederom des nachts werden de twee dooden
naar Artstetten vervoerd en daar bijgezet. Er
waren bij de begrafenis geen officieele verte
genwoordigers van andere staten. Het leger
verleende geen eerbewijzen. Het was een sobere,
bijna kale plechtigheid. Omdat men de twee
dooden na htm leven niet scheiden wilde, moch
ten zij niet worden bijgezet in den grafkelder
der Habsburgers.
En toch had de grijze keizer, toen hij den
dood van den troonopvolger vernam, uitgeroe
pen: Mij is niets bespaard gebleven. Het
was zoo. Hem was niets bespaard gebleven. Hij
moet op dat oogenblik hebben gedacht aan den
dood van zijn broer, van zijn zoon, van zijn
vrouw en nu van zijn opvolger. Maar het pro
tocol was machtiger
Het onherstelbare was geschied. De orkaan
was losgebroken. De catastrofe kwam over
Europa. De oorlogspartijen in Oostenrijk en
Servië dreven het conflict, ontstaan nadat be
kend werd, dat de perven de hand hadden gehad
in dezen aanslag, op de spits. De spanning in
Europa steeg zienderoogen, Een maand na den
moord te Serajewo brak de wereldoorlog uit.
De dood van den Oostenrijksch-Hongaarschen
troonopvolger was de aanleiding tot den wereld
brand. Het begin van de noodlotsjaren, die
Europa nog steeds niet te boven is gekomen.
Drama te Batavia.
Drie dooden.
BATAVIA, 28 Juni (Aneta-A.N.P.) Dins
dagavond tusschen half acht en acht uur
heeft zich in de wijk van Batavia, waar de
z.g. onderwereld bijeen pleegt te komen, een
bloedig drama afgespeeld, waarbij drie per
sonen zijn vermoord.
Het betreft hier twee beruchte Europeanen
J. de W. en S. B. en een inlandsche vrouw.
B. en de inlandsche vrouw zijn dood aange
troffen in een kamer van een berucht huis.
Naast hen lag een bebloed mes. De W. is,
naar uit de wonden blijkt, beschoten met een
revolver en verder met messteken afge
maakt.
De officier van justitie, de. heer De la Parra,
heeft de verhooren gedurende den geheelen
nacht voortgezet.
Het staat vrijwel vast, dat De W. vermoord
is, omdat hij zich niet heeft gehouden aan
de gewoonte, waaraan hier strikt de hand ge
houden wordt, n.l. „om zich niet met ander
mans vechtpartijen te bemoeien". Hij is n.l.
eenige dagen geleden bij een vechtpartij voor
iemand anders in de bres gesprongen, werd
hierbij door de politie gearresteerd en is nu
door B., die c-ver het voorgaande met wraak
gevoelens bezield was, vermoord. B. is hierna
naar huis gegaan, daar hij zelf gewond was,
hier heeft hij. vermoedelijk toen hij zich be
wust werd. wat hij had gedaan, zijn bezinning
verloren en heeft toen een einde gemaakt aan
het leven van de vrouw, met wie hij samen
woonde en zichzelf.
De werking van den Krakatau.
RANGKASBETOENG 28 Juni. Aneta-
A.N.P.) Nadat de Krakatau gisteren in den
loop van den dag rustig was gebleven, begon
de werking weer te 20.20 uur in den avond
en duurde voort tot middernacht. De erupties
stegen tot 1000 meter hoogte en gingen ge
paard met bliksemschichten en knallen.
Daarna is de vulkaan verder rustig gebleven.
De veiligheidsmaatregelen voor de bevolking
blijven echter nog van kracht.
Het hoofd van den vulcanologischen dienst
dr. Stehn en de waanemer, zijn op Pasaoeran
gebleven
Sectiel-mozaïekpaneel in den eetsalon 2e klasse
van het motorschip „Oranje". Een schildering
op glas voorstellend het vertrek van Koning
Philips II uit Nederland naar Spanje. Prins
Willem van Oranje deed den Koning uitgeleide.
Deze verweet den Prins bij die gelegenheid,
dat het verzet van de Nederlanden tegen het
Spaansche bewind niet uitging van de Staten
maar van hèm, den Prins, met de woorden
(die op bovenstaande reproductie te lezen
zijn): „No los Estados ma vos, vos, vos!"
(„Niet de Staten, maar gij, gij. gij!").
Op den voorgrond, in het midden, van links
naar rechts: de Prins, Koning Philips H en
Margaretha van Parma, de landvoogdes.
Het geheel is ontworpen door den heer W.
Bog'tman, alhier (die ook nog vier andere
wandversieringen voor de Oranje ontwierp en
uitvoerde) en in diens ateliers vervaardigd.
Gebrandschilderd glas-in-lood-raam op wit
geëtst opaline glas (ontwerp N. Schriel"). Het
is uitgevoerd in het atelier Schrier en De Ru
te Haarlem en geplaatst in den rooksalon
eerste klas van het mailschip „Oranje".
EXAMENS
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Voor het candidaatsexamen voor electro-
technisch ingenieur te Delft ise geslaagd de
heer H. Hoekstra te Haarlem.
Voor het electro-technisch ingenieurs
examen slaagde de heer P. A. Wegelin te Bloe
mendaal.
Academische opleiding.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amster
dam voor het doet. ex. geneeskunde mej. E. J. C.
M. van Niekerk en de heeren J. Wijnmalen, J. M,
Reeder en J. A. Dallmeyer.
R.-K. Industrie- en huis
houdschool.
Geslaagd voor het theoretisch gedeelte van
het leeraresexamen N.a. (lingerie- en costuum-
naaien) de dames: M. Bakx, Haarlem, W. Hau-
ber, Haarlem, M. E. Mashemke, Wijk aan Zee,
L. Spigt, Hoogkarspel. Afgewezen 1.
Geslaagd voor het praktisch gedeelte van het
leeraresexamen N.a. de dames: M. van Dijk,
Haarlem, J. Halkes, Vlaardingen, J. Jore, Haar
lem, M. van Schaick, Haarlem, Gr. Vos, Heem
stede. Afgewezen 1.
Examen Nijverheidsonderwijs.
Geslaagd voor de akte N a de dames M.
H. van Dijk, A. C. M. Halu, J. M. Jore en M.
M. van Schaick, te Haarlem en G. M. Vos te
Heemstede.
Voor de gisteren te Utrecht gehouden
examens van de Nederlandsche Broederschap
van Gediplomeerde Makelaars, onder con
trole van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Gooiland, en het Dep. van Eco
nomische Zaken, slaagde als makelaar voor
het vak Onroerende Goederen, de heer Th.
Faber, bouwkundige te Haarlem.
Het nieuwe ontwerp voor de
Britsch-Fransch-Russische
Alliantie.
LONDEN. Het nieuwe ontwerp voor
een Britsch-Fransch-Russische alliantie dat
21 Juni aan Molotoff werd overhandigd bevat,
naar United Press thans meldt, de volgende
details.
1). Engeland, Frankrijk en de Sovjet Unie
zullen elkander allen steun verleenen indien
een van hen het voorwerp van een directen
aanval in Europa wordt.
2. De drie mogendheden zullen elkander di
rect steun verleenen indien een van nen, ten
gevolge van de garanties die zij aan andere
naties hebben gegeven, in een oorlog wordt
gewikkeld. Dit is bedoeld om den Sovjetsteun
te verzekeren voor Polen en Roemenië, welker
onafhankelijkheid Engeland en Frankrijk
hebben gegarandeerd.
3). De drie mogendheden zullen elkander
bijstaan indien één van hen in een oorlog
gewikkeld zou worden doordat het een staat
tegen agressie beschermt welks onafhanke
lijkheid beschouwd wordt als een vitale con
ditie voor de eigen zekerheid. Dit is bedoeld
om aan den Sovjet-eisch te voldoen dat
Frankrijk en Engeland de Baltische staten
zullen garandeeren.
Engeland zou er in toestemmen dat de
generale staven van de drie mogendheden
elkander raadplegen zoodra het verdrag ge-
teekend zal zijn teneinde tegemoet te kome^
aan den dringenden wensch van Rusland on»
het verdrag niet van kracht te doen words*
totdat de militaire conventie opgesteld ia.
De beide slachtoffers.
Franz Ferdinand wensclit den gewon
den overste Merizzi op te zoeken, die
naar het hospitaal gebracht is. Men be
sluit de binnenstad te vermijden en re
gelrecht naar het hospitaal te gaan.
Bij de Lateinerbrug rijdt de auto van
den burgemeester van Serajewo tocli
naar de binnenstad. Even stopt de auto
van den troonopvolger. En juist op dit
moment springt Princip te voorschijn,
snelt op de auto toe en lost twee scho
ten.
Het onherstelbare is geschied.
Waarom reed de auto, die voor ging, den ver
keerden weg op? Waarom stopte de auto van
den Aartshertog?
Er ontstaat een geweldig tumult. De auto van
den Aartshertog rijdt naar de woning van Po-
tïorek. Nog weet men niet beter, of de twee
inzittenden zijn slechts gewond. De Aartsher
togin is van haar plaats gegleden. Haar hoofd
ligt in den schoot van Franz Ferdinand. Franz
Ferdinand zelf zit rechtop. Dan buigt hij zich
over haar heen en fluistert:
Sophie, sterf niet, blijf leven voor onze
kinderen.
Hij is alleen in zijn huwelijksleven gelukkig
Princip, de moordenaar, wordt gegrepen.
geweest. Zij hebben beiden zielsveel van hun
twee kinderen gehouden.
Dan zakt ook de troonopvolger ineen.
De doktoren kunnen geen hulp meer bieden.
Franz Ferdinand en zijn gemalin overlijden
korten tijd later.
Princip wordt gegrepen. Hij heeft het vergif
ingenomen. Hij wordt door de massa mishan
deld. Dientengevolge braakt hij het gif weer uit
en blijft leven. De samenzwering wordt ont
huld, de jongens, die naar Serajewo gekomen
zijn, worden gestraft.
Zij hebben hun gevangenis niet verlaten. Zijn
er vroeg gestorven. Maar zij hebben nog gewe
ten, wat er volgde.
De thuisreis van de dooden.
De twee slachtoffers werden naar Weenen
vervoerd. Er deden zich daarbij moeilijkheden
voor. De gemaLmg van den Artshertog was
slechts een tot hertogin verheven gravin. Het
huwelijk was morganatisch geweest. Het hof
protocol, de etiquette verzette zich er tegen, dat
aan haar dezelfde eerbewijzen zouden worden
DE 28ste Juni is aangebroken Het is een
schitterende zomerdag. De zon stijgt
omhoog aan een wolkeloozen hemel.
Er is geen wind. In den vroegen 'mor
gen- ontvangen de samenzweerders hun wape
nen. Zij hebben een korte bespreking met
elkaar. Zij weten waar zij op post moeten staan,
zij hebben niets anders te doen, dan hun plaats
op te zoeken en te wachten op het greote oogen
blik. Zij voelen geen angsr, zij zijn vastbesloten.
Zij weten well? lot hen wacht, maar daar zij
overtuigd zijn, dat. zij Servië en de Serviërs een
dienst bewijzen, zijn zij bereid tot het offer.
In Ilidza, waar zij den nacht hebben doorge
bracht, maken Aartshertog Franz Ferdinand en
zijn echtgcnoote en de officieren, die hun gevolg
vormen, zich gereed voor het vertrek. In hun
hotel is een kamer tot kapel ingericht. Zij wo
nen er een korten kerkdienst bij.
Daarna rijden de auto's voor. Op een dei-
kleine bankjes tegenover het hertogelijk paar
zit generaal Potiorck, de bestuurder van Bosnië
aan wien het voornamelijk te danken is, dat de
afreis niet eerder heeft plaats gehad. Naast den
chauffeur zit graaf Harrach. Eerst wordt nog
een bezoek aan het kamp van Phillippovic ge
bracht, daai-na gaat het stadwaarts.
Als de auto's in zicht komen, lossen de forten
op de bergen rondom Serajewo saluutschoten.
Een dichte menigte staat langs de stralen ge
schaard, waardoor de hertogelijke stoet zal rij
den. Politie-agenten bevinden zich tusschen de
menigte, groot in aantal. Politiemannen heb
ben de straten afgezet: de troepen, die aan de
manoeuvres hebben deel genomen zijn weer
naar hun garnizoenen vertrokken. Onder de
menigte bevinden zich de samenzweerders en
van hen staat Cabrinovic bij de eerste brug die
gepasseerd wordt.
De aanslag.
Het is even over tienen. Boven het geschuit uit
hoort men de menigte juichen. In de derde auto
zit de troonopvolger. Kalm haalt Cabrinovic zijn
bom uit zijn zak. General Potiorek wijst den
aartshertog op iets, op de forten, dan werpt
Cabrinovic zijn bom.
Een zwart voorwerp vliegt door de lucht, in
stinctmatig buigen zich de troonopvolger en
zijn gemalin. De auto schiet met een ruk naar
voren. De bom komt achter de auto terecht, vlak
'voor den volgenden wagen, waarin zich leden
van het gevolg bevinden. Daar ontploft zij met
een drogen knal.
Er zijn gewonden, van wie overste Merizzi het
zwaarst is getroffen. Ook van de toeschouwei's
zijn enkele door scherven gewond. De auto van
den troonopvolger staat stil. Ontsteld wacht
men om te hooren, wat er gebeurd is.
Dit was voorzien door de samenzweerders.
Een hunner had moeten schieten, als de troon
opvolger niet gedood zou zijn, had moeten
schieten tijdens de verwarring die door den bom
aanslag zou zijn veroorzaakt.
Maar niemand schoot. Iemand uit het'gevolg
geeft bevel door te rijden. De auto's glijden
voort. Doodsbleek zijn de hooge bezoekers en
generaal Potiorek.
Bij de tweede brug staat Princip. Hij hoort
de ontploffing. Hij denkt dat Franz Ferdinand
gedood is. Verbluft ziet hij de auto's naderen
en bemerkt, dat de aartshertog ongedeerd is. Hij
grijpt nog naar zijn revolver. Te laat. De auto's
zijn voorbij.
Intusschen is Cabrinovic gegrepen. Hij heeft
vergeten zijn cyaankali in te nemen. Hij heeft
er nu de kans niet meer toe. Princip bedenkt,
dat de troonopvolger het stadhuis, dat inmid
dels door hem bereikt is, weer verlaten moet.
Hij kiest zich nu een plaats bij de Lateinerbrug.
Trillend van woede verlaat Franz Ferdinand
de auto. Naast zijn echtgenoote stapt hij op den
burgemeester van Serajewo toe. De toeschou
wers juichen niet. Te zeer zijn zij verpletterd
door de mare van het gebeurde, die zich als een
loopend vuur heeft verbreid. De burgemeester
begint om zich een houding te geven aan zijn
begroetingsredevoering.
De troonopvolger onderbreekt hem. Met een
snijdende stem zegt hij:
Dit is afschuwelijk. Dit is meer dan erg.
Ik k.om in Serajewo en men ontvangt mij met
bommen
Daarna mag de burgemeester zijn rede hou
den. De aartshertog antwoordt. Beiden spreken
van den band van liefde tusschen Bosnië en de
Habsburgers. Het klinkt als een vreeselijke
ironie.