Litteraire Kantteekeningen. Een catastrofe kwam over Europa Dirk Coster: Het tweede boek der Marginalia. Amsterdam, Querido. Het moet juist twintig jaar geleden zijn dat de eerste Marginalia in boekvorm ver- scihenen. Een ongewoon formaat boekje was het, minder hoog dan breed, iets als een keu rig gebonden album amicorum of een bijbel tje op z'n kant. Met een vriendelijk, bescheiden voorwoord, waarin de schrijver zijn spijt be tuigde aan die koopers van zijn boekske, wien de inhoud mocht tegenvallen. Dat behoeft nu alles niet meer. Men weet nu al wel wat men aan Dirk Coster heeft, weet dat in hem in zekeren zin het leider schap gelegd is der groep schrijvers essayis ten en kunstenaars, wier arbeid tegen een ethischen achtergrond wordt opgetrokken en 'die in zijn tijdschrift De Stcsn een gastvrij onthaal kunnen vinden, zoo ook de kwaliteit van den arbeid aan zijn critische eischen be antwoordt. Coster werd in den loop der jaren een soms wel eens besprongen, maar toch nimmer omvergeworpen autoriteit in den grooten, immers wel typisch-Hollandschen kring van intellectueelen, wier denken zich niet dan met tegenzin door een geestesproduct waaraan alle „leering" ontbreekt laat be koren Coster's Marginalia zijn m de Hollandsche letteren een op zich zelf staand verschijnsel gebleven zooals hij, naar het mij voorkomt, zelf evenzeer een unicum is. in die zeldzame combinatie van kunstenaarschap en moralis tische didactiek. Zonder zijn kunstenaarschap waardoor zijn taal beheerscht wordt en zijn stijl doorgloeid is, zou zoo nu en dan het een of ander uit de eerste Marginalia op dien aardigen ouderwetschen scheurkalender „De Vriend van den Huize" hebben kunnen staan, maar het is de vorm, die in die enkele geval len toch altijd weer den inhoud gewicht ver schaft In dit tweede boek der Marginalia zijn de beschouwingen veel doordringender en veel uitvoeriger ook geworden dan in het eerste bundeltje Het zijn veelal haast geen margi nalia (kantteekeningen) meer, maar door wrochte overpeinzingen, waarbij de schrijver nu en dan teruggrijpt op onderwerpen, die hij twintig jaar geleden reeds aanroerde. Daar zijn er bij waarop hij gaarne terugkomt en die hij nu eerst recht het volle pond geeft zooals daar zijn: de verliefdheid, de liefde en het huwelijk Hier valt waarlijk te bewonderen de wijze waarop die zoo ingewikkelde en veel kantige materie doordacht werd en er is geen regel bij die voor mijn „Vriend des Huizes" bruikbaar is. Eer zou daarvoor te putten zijn uit het hoofdstuk over den Laster, waaruit ik een paar capita citeer omdat ze van Cos ter's ideeënbouw een goed staal vertoonen en ons allen misschien een lantaarntje ontsteken: „Laster is de gestadige sluipmoord der men- schen onderling, die in alle levenskringen zonder ophouden wordt bedreven. Bijna allen doen aan dezen sluipmoord gedachteloos mede. De minsste irritatie, de geringste be dreiging van het Ik van den mensch doet dit geestelijk wapen opflitsen". En iets later: „De meesterlijke lasteraar, de mensch dus, die het verdelgingswapen van den laster het best hanteert, is hij die het 't minst opval lend hanteert, die met nauwelijks méér dan een woord of handgebaar het beeld van een mensch weet te ontdoen van zijn sieraden van verdienste of deugd". De lectuur van Dirk Coster's Marginalia II. zal niemand minder maken: integendeel. Wat hij zoo neerschreef leent zich niet voor tegen spraak: men meent het immers reeds lang zoo te weten, en toch is het nieuw. Zijn for muleering van wat voor hem zekerheden zijn is zoo eorrect-dwingend dat de lezer iederen twijfel achterhoudt en in de meening ver keert dat zijn eigen ideeën hier voor het eerst aan hem zelf zijn bloot gelegd. Het is volstrekt niet buitengesloten dat een ander denker hem vergezichten opent, die van de zoo juist verworvene in afmeting, kleur en lijn aan merkelijk verschillen. Maar dan nog zal de eerste bergbestijging met een bekwamen gids haar waarde behouden. Zeker slaat wat Pascal eens schreef in een zijner „Gedachten" niet op een zelfverzekerd denker als Coster, noch op verschillende zijner wijsgeerige voorgangers, bouwers van syste men. Pascal, door Voltaire een subliem mi- santhroop genoemd, koesterde blijkbaar wan trouwen tegen den denkenden mensch in zijn veelsoortigheid, want hij uitte zich aldus: „Welk een fabelachtig gedrocht is de mensch, wel een monster, welk een chaos, welk een vat vol tegenstrijdigheden, welk een wonder! Rechter over alle dingen en onnoozele aard- 15 EEN VONIOE N06 ZOO KLEIN IN'T BOSCH KAN'T ZEER GEVAAR LU worm; behoeder der waarheid en poel van onzekerheid en dwaling; glorie èn uitschot van het heelal. Wie zal die verwarring in orde brengen?" Inderdaad zit in die beschouwing van het menschelijk denken wel iets zwartgalligs en heeft Voltaire tegenover Pascal misschien ge lijk als hij in die opgesomde tegenstrijdigheden juist een bewijs van 's menschen rijkdom en veelzijdigheid ziet. Dat niets gehéél waar is, en zelfs dat nietis een moderner sofisme waar we ook al niet verder mee komen. Intusschen willen wij even registreeren dat wij die aanhalingen van Pascal en zijn tegen stander zoo juist uit een ander zeer belang rijk boek haalden, dat pas verscheen en zeer de moeite waard is er kennis van te nemen en wel: Europeesche Geest. Inhouden en vormen van het Cultuurleven der Europeesche wereld, onder redactie van dr. W. Banning dr. J. D. Bierens de Haan. Amsterdam, Van Loghem Sla- terus' M. Door een reeks van zeer competente mannen is in een aantal hoofdstukken een overzicht samengesteld van wat in kunst en geestes leven in Europa gepresteerd is, van de Griek- sche beschaving tot heden. We kunnen daar hier slechts een opsomming van geven die echter voldoende is om te toonen dat men hier met een waardevol verzamelwerk te doen heeft. De Grieksche kunst en cultuur wordt door dr. Bierens de Haan behandeld, die voor zijn rekening nam: twee gebieden waarop deze geleerde als autoriteit mag gelden. De Romeinsche Cultuur wordt door prof. H. Wa genvoort belicht. Daarop volgen uitvoerige referaten over het „Christendom tot Augusti- nus" (prof. Bakhuizen van den Brink) „De geest der Middeleeuwen" (prof. F. Sassen) „Reformatie en Contrareformatie", door prof. Lindeboom besproken, waarna de mo derne philosophische stroomingen door dr. W. Banning (Van Descartes tot Kant) en prof. II. J. Pos, (a. Kant en het wijsgeerig idealis me en b. Van Comte tot Bergson) op voor den belangstellenden leek zeer toegankelijke wijs worden voorgesteld. De namen dei- medewerkers waarborgen een zekere over eenstemming in de beschouwingswijze, waar door het fraai verzorgde boek een éénheid verkreeg en een overzichtelijk begrip van de behandelde stof verschaft. Nu men soms wel eens geneigd zou zijn te vergeten, dat de wereld per slot van rekening door ideeën bestuurd wordt, is een boek als dit een aanwinst omdat het ons ideeën nader- brengt, die eens waren en er misschien mor gen gewijzigd weer zullen zijn. J. H. DE BOIS. De bebloede wapenrok van Franz Ferdinand. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissemenls-rechtbank te Haar lem zijn de volgende faillissementen uitgespro ken op Dinsdag 27 Juni 1939. Mevr. A. Hammink Veltman, wed. van H. Kolk, wonende te Zandvoort, van Speykstraat 3, curator Mr. F. van der Groot te Haarlem: Rech- ter-commissaris Mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de faillissementen v-an: W. Plessius, veehouder, wonende te Haarlem mermeer, Badhoevedorp, Akerdijk 281, curator Mr. H. J. Pot alhier. De Weduwe J. AdrichemMuller, zonder be roep, wonende te Beverwijk, Noorderwijkweg 113, curator Mr. W. N. Felhoen Kraal te Wor- merveer. J. J. Adrichem, bloemistknecht, wonende te Beverwijk, Gladiolenlaan 69, curator Mr. W. N. Felhoen Kraal te Wormerveer. J. van Egmond, winkelier, wonende te Haar lem, Vergierdeweg 255, curator Mr. F. van Bier- kom te Haarlem. D. van Wijngaarden, winkelier, destijds wo nende te Haarlem, Stuyvesantstraat 85 zwart, thans te Amsterdam, Scheldestraat 86 III, cura tor Mr. W. Veniet te Haarlem. J. H. L. P. Bossaard huisvr. D. van Wijngaar den, destijds winkelierster, wonende te Haar lem, Stuy vesantstraat 85 zw., thans wonende te Amsterdam, Scheldestraat 86 Hl, curator Mr. W. Veniet te Haarlem. J. C. J. van Baren, bloemkweeker, destijds wonende te Haarlem, Leidschevaart 248, thans Pijlslaan 51, curator Mr. K. van Giffen te Haarlem; G. de Vries, timmerman, wonende te Haar lem, Rijksstraatweg 96, curator Mr. J. H. van Gelderen te Haarlem. Door het verbindend worden der Uitdeelings- lijst zijn geëindigd de faillissementen van: W. O. E. Donath, postzegelhar.delaar, destijds wonende te Zandvoort. Verlengde Haltestraat 73, curator Mr. G. Seret te Amsterdam. J. F. van Nieuwburg, kruidenier, wonende te Haarlemmermeer, Zwanenburg, curator Mr. F. J. Gerritsen te Haarlem; H. Oostewaal, muziekuitgever -handel „Neer- landia", wonende te Beverwijk, Noordwijk- weg 18, curator Mr. J. H. C. Slotemaker te Haarlem. Th. Pasveer, winkelier, wonende te Zandvoort, Haltestraat 29, curatrice mevr. Mr. L. M. I. L. van TaalingenDols te Haarlem. L. Rings, aannemer, voorheen wonende te Santpoort, thans te Bloemendaal, Schaepman- laan 15, curator Mr. H. O. Drilsma te Haarlem. J. Ph. van 't Hoff, slager, wonende te Haar lem, curator Mr. M. de Rijke te Haarlem. Herinneringen aan den 28sten Juni 1914 De moord te Serajewo. gegeven, als aan haar echtgenoot. Haar leven lang had zij de tweede plaats moeten innemen, dit zou in den dood zoo blijven. De medestanders van den dooden troonop volger wisten te voorkomen, dat het stoffelijk overschot van den troonopvolger zou worden opgebaard in een andere kerk, als dat der her togin. Maar dan moest de rouwstoet ook des avonds in Weenen komen. Aldus geschiedde. Om tien uur in den avond werd Weenen enkele da gen later bereikt. Laat in den middag van den dag der teraar debestelling werd een rouwdienst gehouden. Wederom des nachts werden de twee dooden naar Artstetten vervoerd en daar bijgezet. Er waren bij de begrafenis geen officieele verte genwoordigers van andere staten. Het leger verleende geen eerbewijzen. Het was een sobere, bijna kale plechtigheid. Omdat men de twee dooden na htm leven niet scheiden wilde, moch ten zij niet worden bijgezet in den grafkelder der Habsburgers. En toch had de grijze keizer, toen hij den dood van den troonopvolger vernam, uitgeroe pen: Mij is niets bespaard gebleven. Het was zoo. Hem was niets bespaard gebleven. Hij moet op dat oogenblik hebben gedacht aan den dood van zijn broer, van zijn zoon, van zijn vrouw en nu van zijn opvolger. Maar het pro tocol was machtiger Het onherstelbare was geschied. De orkaan was losgebroken. De catastrofe kwam over Europa. De oorlogspartijen in Oostenrijk en Servië dreven het conflict, ontstaan nadat be kend werd, dat de perven de hand hadden gehad in dezen aanslag, op de spits. De spanning in Europa steeg zienderoogen, Een maand na den moord te Serajewo brak de wereldoorlog uit. De dood van den Oostenrijksch-Hongaarschen troonopvolger was de aanleiding tot den wereld brand. Het begin van de noodlotsjaren, die Europa nog steeds niet te boven is gekomen. Drama te Batavia. Drie dooden. BATAVIA, 28 Juni (Aneta-A.N.P.) Dins dagavond tusschen half acht en acht uur heeft zich in de wijk van Batavia, waar de z.g. onderwereld bijeen pleegt te komen, een bloedig drama afgespeeld, waarbij drie per sonen zijn vermoord. Het betreft hier twee beruchte Europeanen J. de W. en S. B. en een inlandsche vrouw. B. en de inlandsche vrouw zijn dood aange troffen in een kamer van een berucht huis. Naast hen lag een bebloed mes. De W. is, naar uit de wonden blijkt, beschoten met een revolver en verder met messteken afge maakt. De officier van justitie, de. heer De la Parra, heeft de verhooren gedurende den geheelen nacht voortgezet. Het staat vrijwel vast, dat De W. vermoord is, omdat hij zich niet heeft gehouden aan de gewoonte, waaraan hier strikt de hand ge houden wordt, n.l. „om zich niet met ander mans vechtpartijen te bemoeien". Hij is n.l. eenige dagen geleden bij een vechtpartij voor iemand anders in de bres gesprongen, werd hierbij door de politie gearresteerd en is nu door B., die c-ver het voorgaande met wraak gevoelens bezield was, vermoord. B. is hierna naar huis gegaan, daar hij zelf gewond was, hier heeft hij. vermoedelijk toen hij zich be wust werd. wat hij had gedaan, zijn bezinning verloren en heeft toen een einde gemaakt aan het leven van de vrouw, met wie hij samen woonde en zichzelf. De werking van den Krakatau. RANGKASBETOENG 28 Juni. Aneta- A.N.P.) Nadat de Krakatau gisteren in den loop van den dag rustig was gebleven, begon de werking weer te 20.20 uur in den avond en duurde voort tot middernacht. De erupties stegen tot 1000 meter hoogte en gingen ge paard met bliksemschichten en knallen. Daarna is de vulkaan verder rustig gebleven. De veiligheidsmaatregelen voor de bevolking blijven echter nog van kracht. Het hoofd van den vulcanologischen dienst dr. Stehn en de waanemer, zijn op Pasaoeran gebleven Sectiel-mozaïekpaneel in den eetsalon 2e klasse van het motorschip „Oranje". Een schildering op glas voorstellend het vertrek van Koning Philips II uit Nederland naar Spanje. Prins Willem van Oranje deed den Koning uitgeleide. Deze verweet den Prins bij die gelegenheid, dat het verzet van de Nederlanden tegen het Spaansche bewind niet uitging van de Staten maar van hèm, den Prins, met de woorden (die op bovenstaande reproductie te lezen zijn): „No los Estados ma vos, vos, vos!" („Niet de Staten, maar gij, gij. gij!"). Op den voorgrond, in het midden, van links naar rechts: de Prins, Koning Philips H en Margaretha van Parma, de landvoogdes. Het geheel is ontworpen door den heer W. Bog'tman, alhier (die ook nog vier andere wandversieringen voor de Oranje ontwierp en uitvoerde) en in diens ateliers vervaardigd. Gebrandschilderd glas-in-lood-raam op wit geëtst opaline glas (ontwerp N. Schriel"). Het is uitgevoerd in het atelier Schrier en De Ru te Haarlem en geplaatst in den rooksalon eerste klas van het mailschip „Oranje". EXAMENS ACADEMISCHE OPLEIDING. Voor het candidaatsexamen voor electro- technisch ingenieur te Delft ise geslaagd de heer H. Hoekstra te Haarlem. Voor het electro-technisch ingenieurs examen slaagde de heer P. A. Wegelin te Bloe mendaal. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amster dam voor het doet. ex. geneeskunde mej. E. J. C. M. van Niekerk en de heeren J. Wijnmalen, J. M, Reeder en J. A. Dallmeyer. R.-K. Industrie- en huis houdschool. Geslaagd voor het theoretisch gedeelte van het leeraresexamen N.a. (lingerie- en costuum- naaien) de dames: M. Bakx, Haarlem, W. Hau- ber, Haarlem, M. E. Mashemke, Wijk aan Zee, L. Spigt, Hoogkarspel. Afgewezen 1. Geslaagd voor het praktisch gedeelte van het leeraresexamen N.a. de dames: M. van Dijk, Haarlem, J. Halkes, Vlaardingen, J. Jore, Haar lem, M. van Schaick, Haarlem, Gr. Vos, Heem stede. Afgewezen 1. Examen Nijverheidsonderwijs. Geslaagd voor de akte N a de dames M. H. van Dijk, A. C. M. Halu, J. M. Jore en M. M. van Schaick, te Haarlem en G. M. Vos te Heemstede. Voor de gisteren te Utrecht gehouden examens van de Nederlandsche Broederschap van Gediplomeerde Makelaars, onder con trole van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Gooiland, en het Dep. van Eco nomische Zaken, slaagde als makelaar voor het vak Onroerende Goederen, de heer Th. Faber, bouwkundige te Haarlem. Het nieuwe ontwerp voor de Britsch-Fransch-Russische Alliantie. LONDEN. Het nieuwe ontwerp voor een Britsch-Fransch-Russische alliantie dat 21 Juni aan Molotoff werd overhandigd bevat, naar United Press thans meldt, de volgende details. 1). Engeland, Frankrijk en de Sovjet Unie zullen elkander allen steun verleenen indien een van hen het voorwerp van een directen aanval in Europa wordt. 2. De drie mogendheden zullen elkander di rect steun verleenen indien een van nen, ten gevolge van de garanties die zij aan andere naties hebben gegeven, in een oorlog wordt gewikkeld. Dit is bedoeld om den Sovjetsteun te verzekeren voor Polen en Roemenië, welker onafhankelijkheid Engeland en Frankrijk hebben gegarandeerd. 3). De drie mogendheden zullen elkander bijstaan indien één van hen in een oorlog gewikkeld zou worden doordat het een staat tegen agressie beschermt welks onafhanke lijkheid beschouwd wordt als een vitale con ditie voor de eigen zekerheid. Dit is bedoeld om aan den Sovjet-eisch te voldoen dat Frankrijk en Engeland de Baltische staten zullen garandeeren. Engeland zou er in toestemmen dat de generale staven van de drie mogendheden elkander raadplegen zoodra het verdrag ge- teekend zal zijn teneinde tegemoet te kome^ aan den dringenden wensch van Rusland on» het verdrag niet van kracht te doen words* totdat de militaire conventie opgesteld ia. De beide slachtoffers. Franz Ferdinand wensclit den gewon den overste Merizzi op te zoeken, die naar het hospitaal gebracht is. Men be sluit de binnenstad te vermijden en re gelrecht naar het hospitaal te gaan. Bij de Lateinerbrug rijdt de auto van den burgemeester van Serajewo tocli naar de binnenstad. Even stopt de auto van den troonopvolger. En juist op dit moment springt Princip te voorschijn, snelt op de auto toe en lost twee scho ten. Het onherstelbare is geschied. Waarom reed de auto, die voor ging, den ver keerden weg op? Waarom stopte de auto van den Aartshertog? Er ontstaat een geweldig tumult. De auto van den Aartshertog rijdt naar de woning van Po- tïorek. Nog weet men niet beter, of de twee inzittenden zijn slechts gewond. De Aartsher togin is van haar plaats gegleden. Haar hoofd ligt in den schoot van Franz Ferdinand. Franz Ferdinand zelf zit rechtop. Dan buigt hij zich over haar heen en fluistert: Sophie, sterf niet, blijf leven voor onze kinderen. Hij is alleen in zijn huwelijksleven gelukkig Princip, de moordenaar, wordt gegrepen. geweest. Zij hebben beiden zielsveel van hun twee kinderen gehouden. Dan zakt ook de troonopvolger ineen. De doktoren kunnen geen hulp meer bieden. Franz Ferdinand en zijn gemalin overlijden korten tijd later. Princip wordt gegrepen. Hij heeft het vergif ingenomen. Hij wordt door de massa mishan deld. Dientengevolge braakt hij het gif weer uit en blijft leven. De samenzwering wordt ont huld, de jongens, die naar Serajewo gekomen zijn, worden gestraft. Zij hebben hun gevangenis niet verlaten. Zijn er vroeg gestorven. Maar zij hebben nog gewe ten, wat er volgde. De thuisreis van de dooden. De twee slachtoffers werden naar Weenen vervoerd. Er deden zich daarbij moeilijkheden voor. De gemaLmg van den Artshertog was slechts een tot hertogin verheven gravin. Het huwelijk was morganatisch geweest. Het hof protocol, de etiquette verzette zich er tegen, dat aan haar dezelfde eerbewijzen zouden worden DE 28ste Juni is aangebroken Het is een schitterende zomerdag. De zon stijgt omhoog aan een wolkeloozen hemel. Er is geen wind. In den vroegen 'mor gen- ontvangen de samenzweerders hun wape nen. Zij hebben een korte bespreking met elkaar. Zij weten waar zij op post moeten staan, zij hebben niets anders te doen, dan hun plaats op te zoeken en te wachten op het greote oogen blik. Zij voelen geen angsr, zij zijn vastbesloten. Zij weten well? lot hen wacht, maar daar zij overtuigd zijn, dat. zij Servië en de Serviërs een dienst bewijzen, zijn zij bereid tot het offer. In Ilidza, waar zij den nacht hebben doorge bracht, maken Aartshertog Franz Ferdinand en zijn echtgcnoote en de officieren, die hun gevolg vormen, zich gereed voor het vertrek. In hun hotel is een kamer tot kapel ingericht. Zij wo nen er een korten kerkdienst bij. Daarna rijden de auto's voor. Op een dei- kleine bankjes tegenover het hertogelijk paar zit generaal Potiorck, de bestuurder van Bosnië aan wien het voornamelijk te danken is, dat de afreis niet eerder heeft plaats gehad. Naast den chauffeur zit graaf Harrach. Eerst wordt nog een bezoek aan het kamp van Phillippovic ge bracht, daai-na gaat het stadwaarts. Als de auto's in zicht komen, lossen de forten op de bergen rondom Serajewo saluutschoten. Een dichte menigte staat langs de stralen ge schaard, waardoor de hertogelijke stoet zal rij den. Politie-agenten bevinden zich tusschen de menigte, groot in aantal. Politiemannen heb ben de straten afgezet: de troepen, die aan de manoeuvres hebben deel genomen zijn weer naar hun garnizoenen vertrokken. Onder de menigte bevinden zich de samenzweerders en van hen staat Cabrinovic bij de eerste brug die gepasseerd wordt. De aanslag. Het is even over tienen. Boven het geschuit uit hoort men de menigte juichen. In de derde auto zit de troonopvolger. Kalm haalt Cabrinovic zijn bom uit zijn zak. General Potiorek wijst den aartshertog op iets, op de forten, dan werpt Cabrinovic zijn bom. Een zwart voorwerp vliegt door de lucht, in stinctmatig buigen zich de troonopvolger en zijn gemalin. De auto schiet met een ruk naar voren. De bom komt achter de auto terecht, vlak 'voor den volgenden wagen, waarin zich leden van het gevolg bevinden. Daar ontploft zij met een drogen knal. Er zijn gewonden, van wie overste Merizzi het zwaarst is getroffen. Ook van de toeschouwei's zijn enkele door scherven gewond. De auto van den troonopvolger staat stil. Ontsteld wacht men om te hooren, wat er gebeurd is. Dit was voorzien door de samenzweerders. Een hunner had moeten schieten, als de troon opvolger niet gedood zou zijn, had moeten schieten tijdens de verwarring die door den bom aanslag zou zijn veroorzaakt. Maar niemand schoot. Iemand uit het'gevolg geeft bevel door te rijden. De auto's glijden voort. Doodsbleek zijn de hooge bezoekers en generaal Potiorek. Bij de tweede brug staat Princip. Hij hoort de ontploffing. Hij denkt dat Franz Ferdinand gedood is. Verbluft ziet hij de auto's naderen en bemerkt, dat de aartshertog ongedeerd is. Hij grijpt nog naar zijn revolver. Te laat. De auto's zijn voorbij. Intusschen is Cabrinovic gegrepen. Hij heeft vergeten zijn cyaankali in te nemen. Hij heeft er nu de kans niet meer toe. Princip bedenkt, dat de troonopvolger het stadhuis, dat inmid dels door hem bereikt is, weer verlaten moet. Hij kiest zich nu een plaats bij de Lateinerbrug. Trillend van woede verlaat Franz Ferdinand de auto. Naast zijn echtgenoote stapt hij op den burgemeester van Serajewo toe. De toeschou wers juichen niet. Te zeer zijn zij verpletterd door de mare van het gebeurde, die zich als een loopend vuur heeft verbreid. De burgemeester begint om zich een houding te geven aan zijn begroetingsredevoering. De troonopvolger onderbreekt hem. Met een snijdende stem zegt hij: Dit is afschuwelijk. Dit is meer dan erg. Ik k.om in Serajewo en men ontvangt mij met bommen Daarna mag de burgemeester zijn rede hou den. De aartshertog antwoordt. Beiden spreken van den band van liefde tusschen Bosnië en de Habsburgers. Het klinkt als een vreeselijke ironie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8