JA vind LOTISICO CEBUTO OMIJN'S GELUKSKANTOOR De Paradox van het overschot Tweede Kamer aanvaardt conclusies van het rapport—Oss. TREKT aanstaanden MAANDAG 3 JULI KOOPT TIJDIG UW KANS BIJ DE BEKENDE LOTISICO-AGENTSCHAPPEN HAARLEM En hoe de New Deal deze bestrijdt. D' V is Uw V acantioref s DONDERDAG 29 JUNI 1939 DEN HAAG Woensdag. De Kamer heeft, met alleen de stemmen der Katholieken tegen, de meerderheidsconclusie, die 'n zakelijke afkeuring van Minister Gose- ling's Ossche beleid inhoudt, aangenomen. Dit is gebeurd nadat duidelijk gebleken was, dat in elk geval de meerderheid niet verlangt, dat de bewindsman nu ook deswege zal af treden. Wat zal hij zelf doen? Aan het slot zijner dupliek gaf hij te verstaan, dat hij uit den aard der zaak nog even met zichzelf te rade zal gaan. Doch waarschijnlijk meent hij wat o.i. volkomen begrijpelijk is! dat hij na dit debat kan aanblijven. Of hij niet om gansch andere redenen toch, maar dan met alle Ministers nog deze week z'n ontslag zal vragen? Hierop zullen we, n.l. op de vraag of het tot een breuk in 't Kabinet komt wegens 't verdere financieele beleid, voor Zondag ver moedelijk wel het antwoord weten! De heer Schouten (a.r.) verdedigde uitvoerig het rapport der door hem voorgezeten com missie om vervolgens nog eens te doen uitko men, dat men niet den Minister verwijt on voldoende voor de rechtszekerheid en de in- dividueele vrijheden gewaakt te hebben. De kritiek bepaalt zich tot het beleid door Mr. Goseling t.o.v. de brigade-Oss aan den dag gelegd. 's Ministers Dinsdag gehouden rede geeft der commissie geen aanleiding meer tot uit voerige beschouwingen, want: haar verslag is er in dat betoog goed afgekomen. Met Zijne Excellentie is de commissie het eens, dat de Kamer zich niet mag opwerpen als een soort incidenteele instantie buiten het Wetboek v. Strafvordering, ze moet ten aanzien van haar bemoeienis met strafzaken zoo voorzichtig mo gelijk te werk gaan. Nu, dat is geschied en ook door Mr. Goseling eigenlijk wel erkend. Wat diens opmerking aangaat, dat de com missie te weinig de handelingen der brigade- Oss als één geheel, als een complex had be schouwd, deze grief was onjuist. Wat nu de brigade-Oss betreft, deze heeft jarenlang goed en rustig gewerkt. Zelfs nog tot kort voor de zaak-Oss losbrak, toen ze een zeer belangrijk diepgaand onderzoek instelde en met succes in een hoogst ernstige zeden-zaak. waarbij een Brabantsch indus trieel was betrokken. Plots daarna kwamen allerlei klachten over vroegere feiten los. Had ze dan op eenmaal haar heele werkmethode ten kwade gewijzigd? „Als alle opsporings ambtenaren zoo beoordeeld werden als ten slotte met de brigade-Oss is geschied, dan zou op die allen het gisteren (in een ander ver band) door den Minister aangehaalde woord van den Psalmist van toepassing zijn: „Wie zou bestaan? Wie zou daartegen bestand wezen?" Aldus de heer Schouten, die met be trekking tot eenige der besproken zaken nog goede gronden meende te hebben voor de stel ling, dat er in meer dan een geval wel degelijk aanleiding scheen te bestaan om te vermoe den dat er een strafbaar feit kon wezen, het welk aanleiding gaf tot 't opsporings-onderzoek van de Maréchaussee, al zij toegegeven, dat ze daarbij wel enkele fouten hebben begaan. Maar 't gaat niet aan dit alles nu op hun schouders te laden. Met een aanhaling uit een door den P.G. voor het Ambtenarengerecht afgelegde verklaring toont de heer Schouten dat in 'n bepaalde zaak toch gebleken is dat het onderzoek daarin werd gesloten onder invloed van den P.G. Na met veel nadruk te hebben betoogd, dat de commissie alles heeft gedaan om den Mi nister niet zwaarder met haar oordeel te be lasten dan volstrekt noodzakelijk was, zet spr. nog uiteen dat en waarom vóór alles taak der commissie geweest over het beleid van den Minister uitspraak te doen en niet over het ge drag en beleid van b.v. de Maréchaussee enz. De commissie meent, na deze beraadslagingen, dat haar standpunt te dien opzichte nog steeds juist is: de Kamer trede niet in 'n uitspraak over ambtenaren. Daartoe is ze noch bevoegd, noch in staat. Spr. wijst vervolgens nog eens op de ver klaring der commissie, dat ze geen oogenblik de goede trouw van den Minister in twijfel trekt, alsof hij zich toch ten deele door (R.K.) bij-overwegingen mee zou hebben laten leiden. Met beschuldigingen van dien aard moge het nu voor goed uit zijn. Wat heeft de commissie in haar eerste con clusie willen zeggen? Een zakelijke afkeuring van het op 1 April door den minister gevoerde beleid, niet meer, niet minder. De commissie heeft geen politieke gevolgen hier mee be oogd. M.i. aldus de heer Schouten zou de Kamer goed doen bij aanneming der con clusie waarmee de commissie geenszins be oogde een consilium abeundie uit te spreken, hetzelfde standpunt in te nemen. Hiermee gaf dus ook deze afgevaardigde, die tenslotte mede namens z'n fractie sprak, te kennen, dat de minister niet hoefde af te treden. De minister van justitie is een bekwaam, ernstig en stoer werker. Gaarne had ik daar om deels gemeld, dat ik zijn beleid inzake Oss had kunnen goedkeuren, aldus de heer Schou ten, die echter nog eens uitdrukkelijk on derstreepte dat het in dezen louter ging om 't zakelijk oordeel over 'n zakelijke aange legenheid. Mr. Rost van Tonningen's repliek bevatte niets van belang (evenmin die van mr. Van Maarsseveen (R.K.)), behalve een door minister Goseling nog eens bij interruptie krachtig ontkende bewering, dat, hij een deputatie uit Oss zou hebben ontvangen. De minister heeftt gesproken als een eerlijk man. Zijn onkreukbaarheid is buiten kijf, al dus jhr. mr. de Geer (C.H.). Maar in sommige opzichten zoo ging spr. verder heeft hij zich vergist, met name wat de noodzaak dei- getroffen maatregelen aangaat. Dat was een fout van hem, niet van karakter, maar van beleid. Aanneming der conclusie, dit, houdt spr. vol, te beschouwen als een consilium abeundi, is een staatsrechtelijke ketterij. Dit standpunt handhaaft mr. De Geer, ook tegen over wat eenerzijds ds. Kersten, anderzijds mr. v. d. Goes van Naters hieromtrent in eerste instantie hadden betoogd. Met politiek of geloof heeft dit niets te maken. Na deze opmerkingen onthaalde de C.H.-spreker zijn gehoor nog een schets van z.i. ten onrechte in het debat gebrachte antecedenten uit onze parlementaire geschiedenis van de gedrags lijn aangenomen door ministers, na aan neming van hun niet volkomen welgevallige conclusies. Slotsom van deze repliek: aan neming van het meerderheidsoordeel der commissie wensch ik niet beschouwd te zien als een consilium abeundi. Jhr. Mr. v. d. Goes v. Naters (S.D.) vroeg waarom er bij het ingrijpen zulk een haast in acht was genomen? Dat raakt een ernstige beleidsvraag. Had de Minister eens 'n maand gebruikt om rustig een en ander te bekijken en bespreken. Het noodeloos forceeren van maatregelen, daartoe gedreven door den P. G., hoort in een rechtsstaat niet thuis. Spr. her haalt, dat hij aan de goede trouw van den be windsman niet twijfelt, om vervolgens o.m. nog eens aan te toonen, dat de P. G. zich toch minder onfeilbaar had getoond dan de Minis ter het nu voorstelde. Die magistraat is vlijm scherp naar een zijde, maar al te toegeefelijk naar 'n anderen kant. En nu de consequentie van deze zaak? Een politiek doodvonnis behoort niet te worden geveld. Maar het gaat hier toch om een con flict van inzicht over een belangrijke en teere kwestie van justitieel beleid Dr. Bierema (Lib.) kostte het geen moeite waardeering uit te spreken voor de rede van den Minister, wiens goede trouw nooit twijfel achtig was geweest. Zakelijk echter had de rede den liberalen woordvoerder in geen enkel opzicht bevredigd. Hij zette nader uit een waarom, er aan toevoegende, dat het er thans naar uitziet, dat er tenslotte niets gebeurt. De Minister blijft, de P. G. blijft en de brigade- Oss wordt niet in eere hersteld. Met 't oog op de rechtszekerheid acht spr. 't bedenkelijk, dat zoodoende onwillekeurig alke opsporingsamb tenaar voortaan benauwd zal zijn om te trachten een geestelijke vervolgd te krijgen. Dit is met 't oog op de rechtszekerheid te be treuren. Daarom kan Dr. Bierema (Lib.) dan ook niet accoord gaan met den uitleg door Mr. de Geer gegeven aan het stemmen voor de meerderheidsconclusie Van de overige replieken zij nog vermeld, dat mevrouw Mr. Mackay—Katz (C.-H.) met alle waardeering voor het knappe betoog van den minister, betreurde, dat deze te weinig begane fouten had toegegeven, te veel den P. G. gedekt en dat spreekster zich afvroeg hoe men vertrouwen kan heb ben in de toezegging ter zake van verbetering van het contact met de leiding van de Ma réchaussee, zoolang daar in den Bosch dezelf de P. G. blijft. Na herhaling door de hee- ren van Houten (Chr.-Dem.) en Wijnkoop (comm.), van hetgeen zij al in eerste instantie hadden gezegd, deed ds. Zandt (Chr. Ger.) nog een duit in het zakje als invaller voor zijn verhinderden partijgenoot Ds. Kersten, Minister Goseling wees er allereerst op, aat de groote moeilijkheid in deze zaak is, dat daarin een rol spelen ambtenaren, waarvoor de minister verantwoordelijk is. doch ten aanzien van wie meteen het Wetboek van Strafvordering allerlei voorschriften bevat. Er zijn dus strafzaken in het geding en dat brengt met zich mee, dat te dien opzichte dooi den wetgever een bepaalde rechtsgang is voor geschreven. Of die rechtsgang is geschonden, kan wel in dit college besproken, doch allerlei vragen of dit dan wel dat geval onder dit of dat artikel valt hooren hier eigenlijk niet thuis: dat zijn problemen, welke de rechte lijke macht aangaan. De minister klaagt er over dat een deel van de agitatie voortkwam door gevoelens, waar voor hij ons volk te goed acht, al geeft hij terstond toe dit aan mevr. Mackay, welke hierover had gesproken zeer wel te begrij pen, dat zeer velen ook oprecht bevreesd wa ren voor de rechtszekerheid en rechtsgelijk heid. Spr. toont nog eens aan, dat hij duidelijk blijk had gegeven de eer van 't corps der Ma rechaussee heelemaal niet te hebben willen aantasten, hij had toch direct weer in Oss leden van dat wapen geplaatst en niet, wat hem ten volle vrij zou hebben gestaan, Rijks politie. Wat 't niet overleggen van de stukken be treft, wees de minister er op, dat zelfs bij de enquête niet zonder meer vaststaat, dat men ze dan zou moeten overleggen; te minder hoefde dit dus thans, nu er heelemaal geen enquête plaats vond. Met betrekking tot de ambtenaren had 's ministers groote bezwaar er in gelegen, dat de commissie de ambtena ren zelfstandig, heelemaal buiten hem om, had willen hooren: dat was onaanvaardbaar, ook in de oogen van alle overige ministers. Als de heer Schouten meende dat tot kort voor het ingrijpen tegen de brigade Oss alles daar goed was geloopen, vergist hij zich, want al sedert eind 1937 bleek juist het tegendeel, o.m. wat de verhouding met de gemeentelijke autoriteiten betreft. Sprekende over de kwestie van de pastoors wijst de Minister er op, hoe Mr. Rost van Tonningen 't den vorigen dag nog had doen voorkomen alsof hem een nieuw strafbaar feit bekend was, dat niet vervolgd werd, ter wijl die afgevaardigde thans heeft moeten toegeven, dat het geen strafbaar feit was, Los van de vraag of er zelfs iets verkeerds geschied zou zijn, door dien pastoor, bleek nu toch wel duidelijk op welke roekelooze wijze die afgevaardigde hier met zijn be weringen te werk ging. De Minister geeft als zijn indruk weer, dat juist in het Zuiden openbaar ministerie en rechtbanken nog scherper optreden als geestelijke dienaren verdacht zijn van mis drijven. dan in het Noorden, ook na wat er in en in verband met Oss is voorgevallen. Waarom men zoo'n haast had bij het nemen van die maatregelen? Omdat de Minister meende te moeten voorkomen, dat er steeds verder feilen zouden worden be gaan. Alles tezamen genomen, blijft de Minister van meening dat het om een zakelijk verschil van inzicht gaat over den graad van den ernst der tekortkomingen van de brigade der Marechaussee. Hoe het nu verder zal gaan, nadat ik er vanavond en morgen over denk. doet er minder toe. Doch ik meen gemerkt te hebben dat de overgroote meerderheid gelooft in mijn onkreukbaarheid. Er rest dan alleen 'n zakelijk verschil van waar deering aangaande den ernst van de tekort komingen der Marechaussee en de vervolgens genomen maatregelen. Het is kwart voor zeven 's avonds als de Minister heeft uitgesproken en de Kamer tot stemming over de meerderheidsconclusie overgaat,die met 6228 (alleen de Katho lieken tegen) wordt aangenomen. Vermeld zij nog dat de Kamer bij het begin harer bijeenkomst debat- en stemming loos het noodwetje goedkeurde, waardoor het K.B. dat op 1 Maart j.l. voorloopig het nieuwe tarief van invoerrechten had vastgesteld, ook na 1 September nog een half jaar van kracht blijft. Dit met 't oog op de mogelijk heid, (waarschijnlijkheid) dat de nieuwe Ta- riefwet zelf niet meer voor dien datum in 't Staatsblad kan komen. E. v. R. Over boord geslagen en verdronken. Gistermiddag is de 48-jarige schipper M, Lagarde aan boord van kraan no. 10 van de N.V. Stuwadoorsmaatschappij Neptunus te Rotterdam tijdens werkzaamheden in de Waalhaven over boord geslagen en verdron ken. Het lijk is later door personeeel van de „Politie 3" opgehaald en naar het bureau Parkkade overgebracht. PARADE TE BATAVIA. Op het Waterlooplein te Batavia werd van morgen ter eere van den verjaardag van Z K.H. Prins Bernhard een parade gehouden, welke bijzonder is geslaagd. Alle huizen rondom het Waterlooplein waren met vlag gen versierd. De parade werd besloten met de aanbie ding van het geschenk der burgerij van Ba tavia aan de bataljons die kort geleden hun eeuwfeest vierden, bestaande uit parade- trommen, tamboermajoorstaven met .oranje vaantjes. door MELIS STOKE. Er wordt in de wereld gewerkt en geluierd, geworsteld, gedwongen, bemind en gehaat, gefluisterd, geluisterd, gehongerd, gegeten, gehoopt en verlangd en geloofd en geweten .maar 't meeste van al deze dingen.gepraat.I De toon en de aard van de tijds-conversatie zijn maatstaf voor 't peil waar de mensch zich bevindt hoe hij zich ontwikkeld, verfijnd en beschaafd heeft, zijn geest heeft bevrijd of aan leuzen verslaafd heeft, en zich op het wezen der dingen bezint. Dus luisteren wij naar den trant der gesprekken, en hoe zoo'n gesprek tusschen menschen begint als poging om andermans geest te benaderen, in ledige uren, bij feest of vergaderen. De aanhef van ieder betoog is „ik vind Ik vind dat ze dat model hoed niet kan dragen Ik vind dat hij beter deed dat niet te doen. 't Zijn zee'en van tijd die wij aldus verknoeien door hoofd en gemoed met critiek te vermoeien op andermans smaak en op and'rer fatsoen Een elk heeft zijn levend verstand om te „vinden", zijn maatstaf van smaak en gevoel en verstand, waarnaar hij de daden van derden kan meten, zijn sprekende mond en zijn luist'rend geweten, en iedere zaak heeft een anderen kant.... „Ik vind" is het zaad van geweld en agressie, 't begin van een dwang op eens andermans daad. Het gif dat belemmert onszelf te veranderen door 't stellen van eischen en regels aan anderen ....en zélf te volstaan met wat critisch gepraat.... (Adv. ingez. Med.) 'SCHOTERWEG 90 Naast het Postkantoor TELEFOON 11600 GIRO No. 214871 (Adv. Ingez. Med.) (Van onzen correspondent te New-York) E geheele wereld is in revolutie. Opti misten noemen dit „evolutie", dom ooren „crisis" en alleen optimistische domooren kunnen zich koesteren met de hoop dat „de goede oude tijd" zal terugkee- ren in hun dagen. Deze revolutie voltrekt zich onder verschillende formules. De Duitsche en de Russische hebben twee verschillende na men en op sommige doch geenszins vele pun ten een verschillende methodiek. De Neder- landsche revolutie, die altijd minder pijnlijk en altijd meer gecamoufleerd is geweest dan de andere, komt tot ons in den vorm van wets ontwerpen, die der regeering ongekende be voegdheden geven. De revolutie der Vereenigde Staten heet (voor een groot gedeelte New Deal. Men moge het met de strekking van deze New Deal al of niet eens zijn, men moge haar mislukt achten of nog maar pas in het eerste stadium van haar ontwikkeling: zij is er en zij is objectief en slechts vaststellend bezien uiterst belangwekkend. De New-Deal niet alleen als complex van feitelijkheden, doch ook als ideologie uit zich op vele maatschappelijke terreinen en in allerlei vormen. Zij uit zich oolc op verschillende wijze, op verschillende geo grafische gebieden. Want in zekeren zin zijn de Vereenigde Staten een verzamelwoord voorvereenigde (verschillende) staten. Verschillende Staten met hun eigen behoef ten, mentaliteit, politiek, sociographie. Zoo kon het zelfs geschieden dat in een be paalde stad de New Deal-ideologie zich op een bepaalde wijze ging uiten: in Rochester in den staat New-York doet de New Deal haar stoutmoedigste poging om af te rekenen met wat zij pleegt te noemen: „de duidelijkste tegenspraak van het Amerikaansche kapita lisme". Gegeven is dit onwedersprekelijke feit: de Amerikaansche boerenbedrijven produeeeren voortdurend en zonder onderbreking surplus- sen die, onder de huidige omstandigheden, slechts verkocht kunnen worden tegen prij zen, die ruïneus voor de boeren zijn; terwijl er voortdurend in de Amerikaansche steden groote massa's menschen leven die niet ge noeg te eten hebben. Dit is geen uitsluitend-Amerikaansch ver schijnsel, het is een wereldprobleem. Men weet dat Braziliëgetracht heeft een voudig zijn surplus aan koffie te verbranden, om de prijzen op peil te houden en de koffie planters in leven te houden. Men kent de Ne- derlandsche tragedie van kool en tomaten, die naar de mestvaalt werden verwezen. Men heeft dezen weg ook in de Vereenigde Staten gevolgd. Vruchten zijn verrot, melk is over den weg en in rivieren gesmeten. Maar is deze wijze van doen niet in wezen wreed en onmenschelijk? En is zij in eerste en laatste instantie zelfs: practisch? OE New-Deal theorie is dat vernietiging van voedsel-overschotten onhumaan en on zinnig is en dat de een of andere weg gevon den moet worden, die dit voedsel brengt in magen die het noodig hebben en die het op natuurlijke wijze kunnen „vernietigen". De „Secretary of Agriculture", de minister van landbouw der Vereenigde Staten, Henry A. Wallace, heeft jaren lang over dit pro bleem gebogen gezeten. Nu worden concrete proefnemingen in de stad Rochester (N.Y.) gedaan, die het resultaat zijn van deze be zorgdheid: een experiment met voedselkaar ten, dat m de naaste toekomst niet tot Rochester beperkt zal blijven. Er komen nog vijf andere steden aan de beurt. Dayton (Ohio) en Birmingham (Alabama) zullen naar alle waarschijnlijkheid op Rochester volgen. Dit is het systeem: Een „W.P.A. worker" (tewerkgestelde werk- looze) zal voedselbonnen kunnen krijgen. Hij moet op z'n minst voor 1. oranje-bonnen nemen per lid van zijn gezin per werkweek (of daarmede gelijkgestelde arbeidsperiode). Deze dollar zal in mindering van zijn loon worden gebracht. Bij deze oranje-bonnen kan hij het halve bedrag aan blauwe bonnen krijgen, en deze blauwe bonnen zullen worden betaald door de belastingplichtigen. De oranjebonnen zijn wettelijk betaalmiddel voor alle voedings middelen in iederen winkel, die aan dit plan meedoet. Voor de blauwe bonnen kan hij vruchten en meelproducten krijgen en op bepaalde dagen bovendien varkensvleesch. De bonnen zijn niet overdraagbaar, zoodat er geen handeltje mee kan worden gedreven. Want de bedoeling is natuurlijk hiermede al leen menschen te helpen, die voor deze hulp verleening in aanmerking komen. KRITIEK is gemakkelijk en de „kunst" wordt steeds moeilijker. Daarom zullen wij ons niet op het pad der kritiek begeven. Het is ons er alleen maar om te doen te laten zien, tot welke systemen de New Dealers ko men. Misschien zal Greshams economische wet dat „goed geld" „kwaad geld" op de vlucht drijft op dit gebied der economie blij ken te falen. Misschien. De praktijk zal het uitwijzen, al zijn wij er geenszins van over tuigd dat een economische revolutie, hoe he vig, hoe algemeen en hoe diep ook, mede de ijzeren wetten der economie kan revolutio- neeren of verzwakken of geheel buiten wer king stellen. Dit voedsel, waarvoor de belas tingbetalers voor een deel betalen, kan zeer wel de voedselprijzen omlaag dwingen tot hernieuwd nadeel voor de boeren. En menschelijke sluwheid, dienstbaar gemaakt aan even menschelijke oneerlijkheid, kan de heele boel spaak doen loopen nog voor de ijzeren wetten zich hebben kunnen doen gel den. De algemeene opinie hier in Amerika, zelfs van verwoede anti-New-Dealers, is dat men dit plan een eerlijke kans moet geven. Wallace's „surplus food distribution plan" is een poging om een practisch antwoord te geven op een zeer dringende vraag: de para dox van het teveel. Deze poging wordt hier beschouwd als het belangrijkste nieuws in de actueele Ameri kaansche economie, sociologie of zoo ge wilt politiek. ELK een gewaagd tafereel dit oplevert, wanneer de uiterste wensch der New Dealers in vervulling zou gaan, behoeft geen nader betoog wanneer men wil bedenken dat de consequentie van het als-geslaagd-beschou wen dezer proefneming zal zijn dat elf pro cent der geheele bevolking van de Vereenig de Staten zou gaan inkoopen met zegels in- plaats van met dollars en centen. Vijftien die dit jaar mooier moet worden dan ooit. Maak nu vast Uw plannen, vraag een Cebuto Reisgids bij één van onze reisbureaux Uit de Cebuto Massakeus: 3 dg Belgische Ardennen 23.50 4 dg Luxemburg 32.50 5 dg. Rijn 33.50 6 dg. Harzgebergte 47.— 10 dg. Zwitserland. Interlaken89.— 13 dg. Praag-Weenen-Budapest 112.— Inlichtingen en Reisgids bij: JAC. HEEMSKERK, Houtplein 34 - Haarlem - Tel. 16448 Agenten: Spaas. RIJksstraatw 21, Haarlem-N. Tel. 16531 fa. Bruvnzeel, bij Velserp.. Velsen-N Tel. 3064 (Adv. Ingez. Med.) millioen van de 130.000.000 Amerikanen die het geld „versmaden" geld dat zij immers niet kunnen verdienen. Op het oogenblik dat ik dit schrijf 14 Juni 1939 eten 7654 Rochester gezinnen, vertegenwoordigende 30.000 zielen, monden en magen „overschot-voedingsmiddelen" die zij krijgen door „zegelgeld". Wanneer men alleen kijkt naar dit feit en naar den verhoogden omzet van zegels, wan neer men den loop dezer proefneming gade slaat van het standpunt van den verbruiker, dan is een onmiddellijk succes onmiskenbaar. En Rochesters kruideniers en groenteboeren verklaren eenstemmig dat de „zegelmensehen" hen afhelpen van groote voorraden voedsel die anders in kelders en op zolders zouden be derven. Maar niet dan na eenige maanden zal kunnen worden uitgemaakt, welken invloed langs de geheele linie, te beginnen bij den boer, dit experiment heeft. Er komen nu an dere steden aan de beurt: Dayton en Bir mingham en daarna nog drie andere, waar van de namen op dit oogenblik nog niet be kend zijn gemaakt. De populariteit van het experiment is in ruimen kring zeer groot: vele steden wenschen zich eraan te onderwerpen en het zij eerlijkheidshalve gezegd: niet zoo zeer terwille van de boeren als wel omdat zij het uiteraard op prijs zouden stellen dat de tafels hunner werklooze burgers ruimer van voedsel zouden zijn voorzien. Het is niet mijn taak diep te treden in deze proefneming als economisch verschijnsel. Maar wel heb ik u er van op de hoogte willen stellen omdat het experiment niet alleen in het alge meen interessant is, doch ook omdat het voor Nederland met zijn „doorgedraaide" vruchten des velds van belang moet zijn. Natuurlijk is het nu nog niet de tijd om een standpunt ten aanzien van dit New Deal- werk ïn te nemen. Een stad is maar een stad en tien steden zijn nog niet representatief voor zulk een reusachtig groot land als de Vereenigde Staten. Wanneer ge wilt beden ken dat alleen de staat Texas reeds een op pervlakte beslaat, die even groot is als die van geheel Europa (zonder Rusland) dan is het te begrijpen dat het resultaat van de Rochester proefneming nog maar heel weinig gevolgtrekking rechtvaardigt. Mr. E. ELIAS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 9