De Schat in de Woestijn
Dr. J. van Dijk plaatste Zaterdagmiddag een gedenksteen in
het in aanbouw zijnde gebouw op het vliegveld Ypenburg,
bestemd voor de opleiding van M-vliegers door de Natio
nale Luchtvaartschool, bij welke gelegenheid dr. Van Dijk
ook de vliegers inspecteerde
K. H. Prins Bernhard had Zaterdagmiddag bij de opening van het nieuwe stadion „De Golfert"
te Nijmegen, op de raadsrots de hulde der welpen in ontvangst te nemen
De start der profs en onafhankelijken voor het wielercriterium, dat Zaterdagmiddag te Zandvoort
verreden werd
De finish der 1000
meter seniores
vierpersoons kano
tijdens de kano-
kampioenschap
pen op de Bosch-
baan te Amster
dam Voor: de
winnende ploeg
.De Geuzen"
tennis exhibitions, welke te Noordwijk gespeeld zijn
Onder de toeschouwers bij de Zondag te Noordwijk ge
houden tennis exhibitions, bevond zich ook Z. K. H. Prins
Bernhard. Rechts: Karei Lotsy
Osendarp, die tijdens de internationale athletiekwedstrijden te Londen zijn
dijspier scheurde, wordt behoedzaam weggeleid
Tusschen de Halvemaansteeg en het
Muntplein te Amsterdam is de Amstel
eenige meters teruggedrongen om
plaats te maken voor een breederen
verkeersweg
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
HECTOR JENNINGS
Nadruk Verboden.
39)
Dat kan wel. Dat weet ik niet zeker. We
waren zoo verdiept in Alfieri's mededeeling,
dat we niet op den Arabier gelet hebben. Maar
grootpapa vond het juist heel goed, dat hij
onze sterkte zag en dat hij nu weet, dat we
een dozijn gewapende matrozen hier hebben.
Je maakt je zeker ongerust over mij? Ver
oorloof me dan je mee te deelen, dat ik als
stafofficier de opperbevelhebber heb geholpen
om onze strijdmacht voor den nacht in twee
sterke wachten te verdeelen. Grootvader
heeft het bevel over de eene, kapitein Stump
over de andere, terwijl gij, Koning Richard,
rustig moet slapen tot den dageraad.
Maar ik hèb pas acht uur geslapen.
Goed, dan zullen wij samen tot elf uur
wacht houden.
Royson werd door twijfel aangegrepen, zoo
dra hij hoorde van het vertrek van den Ha-
dendowa. Naar alle waarschijnlijkheid had
de man ontdekt dat von Kerber en mevrouw
Haxton niet meer in het kamp waren. De
zwarte paardenknechten en andere dienaren
waren geboren babbelaars en het zou wel heel
vreemd zijn, als ze hem niet verteld hadden
dat een paar van hen naar de zee trokken
met den Hakim Effendi en een der blanke
vrouwen. Wat zou er gebeuren, als dit bericht
Alfierle ter oore kwam? De man, die niet
geaarzeld had de vervolging en gevangenne
ming den dood, zoo noodig van Royson
zelf en Abdur Kader te bevelen, deinsde voor
geen kleinigheid terug. Het was waarschijn
lijk, dat hij vrede aanbood alleen omdat zijn
verspieders den omvang van de expeditie had
den ontdekt. Hoe zou hij handelen onder
deze veranderde omstandigheden? Te cor-
deelen naar het verleden, was hierop maar
één antwoord mogelijk!
Laten we Abdullah opzoeken, zeide Roy
son. Dan zullen we meer hooren.
De Speerwerper, hoewel uiterst beleefd, was
niet bijzonder geneigd tot mededeelzaamheid.
De afwezigheid der beide blanken, die zijn
bondgenooten waren, had hem verbaasd.
Dick besloot te probeeren Abdullah's
trouw te winnen. Dus vertelde hij hem van
mr. Fenshawe's besluit om den zeeweg te vel
gen.
Je belangen, welke ze ook zijn, zijn vol
komen veilig, als je ons vertrouwt, zei Dick;
de baron is maar twee dagmarschen voor. Hij
weet niet, dat we denzelfden weg zullen vol
gen. Hen denkt dat we naar Pajura gaan, dus
zullen we hem stellig aan de kust inhalen
als we het al niet eerder doen. Zoo kun je
Jezelf van zijn eerlijkheid overtuigen en zien
dat de laatste beslissing over de zaak bij
ons berust.
De Arabier boog, maar bleef zwijgen. Toch
bekende hij later, dat Royson's woorden hem
hadden afgebracht van zijn plan om weg te
sluipen als de nacht viel en Alfieri aan te
sporen de vluchtelingen te achtervolgen.
De Italiaan had deze aansporing echter
niet noodig! Dick ried mr. Fenshawe aan
twee mannen te paard uit te zenden om het
kamp der Hadendowa's te zoeken. Hussein
die met de streek bekend was, bood zich, vrjj-
willig aan en hij en zijn makker kwamen tegen
middernacht terug met het onrustbarend be
richt, dat Alfieri en zijn vrijbuiters niet te
vinden waren op den hoofdweg naar de Bron
van Suleiman.
Nu deelden niet alleen Fenshawe en Irene,
maar ook Stump en Abdur Kader, toen ze
geraadpleegd werden, Dick's vermoeden. Het
was onmogelijk iets te doen voor het aanbre
ken van den dag. Alleen moesten ze beslis
sen of ze op weg zouden gaan, zoodra de eer
ste lichtstralen aan den hemel zichbaar wer
den, of het uur afwachten, dat voor het on
derhoud met Alfieri was vastgesteld. Zij be
sloten Hussein en een paar vertrouwde man
nen in de oase achter te laten met opdracht
daar tot acht uur te blijven. Indien Alfieri
zich aan de afspraak hield, moesten ze hem
een brief overhandigen die Irene geschreven
had en waarin hem werd verzocht te volgen
en zich bij de expeditie te voegen. Anders
moesten ze zoo snel mogelijk de karavaan
achterna rijden en zijn wegblijven rappor-
teeren.
Toen de zon opging zette de Kafila zich in
beweging. De marschorde was eenvoudig,
maar goed bedacht. Abdur Kader, met ver
scheidene Arabieren op Bisharisehe kameelen
vormden een bereden scherm een halve mijl
vooruit. Fenshawe, Royson en Irene met
enkele matrozen vormden de voorhoede. Dan
kwam de eigenlijke kafila, met de rest van de
bemanning der Aphrodite als achterhoede.
Ze hadden juist stil gehouden om te ont
bijten en maakten zich gereed voor een vol
genden langen marsch, voor de zonnehitte tot
rusten dwong, toen Hussein hen inhaalde.
Om acht uur was Alfieri nog niet op de af
gesproken plaats geweest en evenmin was
hij een uur later te zien op den top van den
laatsten heuvel, die uitzicht gaf op de
oase.
Ondanks Irene's protesten dat zij achter
gelaten werd, reden Royson en Abdullah, met
zes mannen van de Aphrodite en Abdur
Kader, aan het hoofd van dertig uitgelezen
Arabieren, in snelle vaart als verkenners en
eventueele hulptroep voor von Kerber voor
uit voor de kafila haar marsch hervatte. Ze
waren nu op den eigenlijken karavaanweg,
dien ze bereikt hadden, na dwars door het
land een hoek te hébben afgesneden. Volgens
de berekeningen van den sheik waren ze om
vier uur tien mijlen van de Bron van Mozes
en om half zeven ging de zon onder. De weg
was slecht en hun kameelen begonnen ver
moeid te raken, maar ze rekenden erop om
streeks half zes de oude kampplaats te be
reiken. Abdullah was de eerste, die aan
versche sporen ontdekte, dat een groote ka
fila dien weg langs was gekomen. Hij was het
ook, die een waarschuwende hand ophief,
toen ze uit een breed dal opstegen en een
plateau overstaken, dat ongeveer drie mijlen
van de bron verwijderd was.
Ze stonden stil en spanden oogen en ooren
in. Door een paar verspreide heuveltjes vóór
hen konden zij niets zien maar hun ooren
vingen duidelijk het onregelmatige knallen
van verre geweerschoten op.
Zonder zich te bekommeren om den ruwen
weg, of den toestand van hun kameelen,
vlogen ze voorwaarts.
HOOFDSTUK XVII.
•Het vinden van den schat.
Royson besefte de dwaasheid ervan, zich
blindelings in een gevecht te storten, waar
van hij den aard niet kende. Ofschoon de
toestand van zijn vroegere metgezellen wan
hopig moest zijn ofschoon het langer
worden der schaduwen hem waarschuwde, dat
de tijd kort werd was het van het hoogste
belang, dat hij de wijze en richting van den
aanval ontdekte en de middelen, di von Ker
ber had aangewend om dezen af te slaan,
voor de aanwezigheid van het „ontzettings-
leger" werd opgemerkt. Hij had veel gehoord
van de krijgmanskunst van de Hadendo-
waês. Ze waren dapper maar ze hielden er niet
van hun leven nutteloos te wagen. Te oor-
deelen naar het aanhoudend schieten waren
ze bezig het kleine gezelschap „op te eten"
met zoo min mogelijk gevaar voor zich zelf.
Zij waren in staat een woesten aanval te
doen, wanneer zij de nadering van de red
ders bemerkten, maar het was ook mogelijk,
dat ze de nieuw aangekomenen zich met von
Kerber zouden laten vereenigen, vertrouwend
op hun geweervuur om met de versterkte
verdedigers af te rekenen. Dick moest snel
beslissen, wanneer hij eenmaal den toestand
kende, en het was daarom noodzakelijk dat
er een soort verkenning zou plaats hebben
van de helling, die het einde van het plateau
vormde. Door te schreeuwen tegen Abdur
Kader en signalen te geven aan zijn eigen
mannen, slaagde Dick erin, de woeste vaart
van den troep te stuiten. Het was niet ge
makkelijk de opgewonden kameelen in te
houden. De koppige beesten waren even on
willig om zulk een vaart te beginnen als om
er mee op te houden. Voor ze den top be
reikten, stonden ze echter stil! Royson, Abdur
Kader en Abdullah stegen af en snelden vlug
naar den rand, zich verschuilend achter rots
blokken en hoogten, totdat ze een goed uit
zicht hadden over het panorama voor hen.
(Wordt vervolgd).