ten ton
(tec dag)
Hartjes
Klachten over
vergoedingen
voor paarden
en auto's
Kunst in Haarlem en
daarbuiten,
D'
WOENSDAG 12 JU EI 1939
kosten de buitengewone
militaire maatregelen
IhcgeaHandenkeet uan Desseni beantwoexd
Op vragen van het Eerste Kamerlid Van
Vessem betreffende de kosten der buitenge
wone militaire maatregelen hebben de minis
ters Colijn en Van Dijk het volgende geant
woord
Medegedeeld kan worden, dat bij het instel
len van de kust- en grensbeveiliging paarden
en auto's, welke volgens de organisatie tot de
gevormde onderdeelen behooren, .,in gebruik"
zijn gevorderd, waarbij de duur der vordering
uiteraard niet kon worden bepaald.
Het aantal paarden en auto's, dat volgens
de oorlogsorganisatie tot de verschillende
troepenafdeelingen behoort, is aangepast aan
de taak van die afdeelingen op het gevechts-
veld.
Toen na een aantal dagen bleek, dat zon
der de voorzichtigheid uit het oog te verlie
zen voor de algemeen beveiligende taak
onder de gegeven omstandigheden met minder
kon worden volstaan, is op. 22 April j.l. bevo
len, dat bij de verschillende onderdeelen
slechts een aantal paarden en auto's in ge
bruik mocht worden behouden, dat voor de
uitoefening van den dagelijkschen dienst
strikt noodzakelijk was. De overige paarden
en auto's zijn aan de eigenaren teruggegeven.
Ten tijde van het vaststellen van de prijzen,
welke bij „vordering in gebruik" ten hoogste
mochten worden besteed, werd aangenomen,
dat deze vordering slechts van zeer korten
duur zou zijn: öf wel de grens- en kustbevei
liging zou bij een gunstig verloop der inter
nationale gebeurtenissen weder spoedig
kunnen worden opgeheven öf wel bij on
gunstig verloop zou na het instellen van de
grens- en kustbeveiliging de algemeene mobi
lisatie volgen, in welk geval zou worden over
gegaan tot „vordering in eigendom". Het werd
daarom tegenover de eigenaren billijk geacht
fom in de prijzen voor „vordering in gebruik"
een zekere vergoeding voor bedrijfsschade te
verdisconteeren.
Toen bleek, dat de grens- en kustbeveiliging
geruimen tijd gehandhaafd zou moeten wor
den, is bevel gegeven de aanvankelijk vastge
stelde. vorderingsprijzen te herzien.
In dit verband dient te worden opgemerkt,
dat naar de klachten, welke den minister van
defensie van derden bereikten over te hooge
vergoedingen, een groot aantal klachten zijn
binnengekomen van hen, wier paarden "of
auto's waren gevorderd, dat de hun toege
kende vergoeding te laag werd geacht.
De kosten van de buitengewone mili
taire maatregelen, zonder de aan
schaffing van materiaal en uitvoering
van werken, kunnen op heden gemid
deld per dag zeer globaal op f 100.000
worden geraamd.
Aantal verkeersongevallen
vermindert nog geenszins.
De voorlooipige gegevens betreffende de ver
keersongevallen over Mei, zooals verstrekt door
het centraal bureau van de statistiek vertoonen
een uitermate slecht beeld, schrijft de K.N.A.C.
De cijfers voor de eerste 5 maanden van
het jaar zijn als volgt (tusschen haakjes de
cijfers van de overeenkomstige maanden van
vorig jaar).
gedood ernstig gewond
Januari 42 (52) 326 (306)
Februari 46 (39) 314 (287)
Maart 43 (42) 361 (331)
April 58 (69) 413 (348)
Mei 65 (49) 500 (387)
Deze cijfers toonen naar de meening van de
K.N.A.C., dat er in Nederland nog een zeer
ernstig gebrek aan verkeersdiscipline bestaat
onder alle categoriën van weggebruikers. De
statistiek voor het jaar 1937 de laatste die
volledig beschikbaar is geeft aan, dat 28.7
pCt. der doodelijke ongevallen plaats had* ten
gevolge van fouten van motorrijtuigbestuur
ders, tegen 28.2 pCt. door fouten van voetgan
gers en 25.3 pOt. door bestuurders van niet-
motorisohe vervoermiddelen. De oorzaken der
ongevallen zijn dus over de verschillende ca
tegoriën vrijwel gelijkelijk verdeeld en dien
overeenkomstig zal een strijd tegen een ge
brek aan verkeersdiscipline over de geheele
linie dienen te worden gevoerd. Helaas moet
de K.N.A.C. constaiteeren, dat aan het ver
keerstoezicht op den weg nog zeer veel ont
breekt en zij vraagt zich af of bijv. de kosten
van een medische herkeuring van alle rijbe
wijshouders wel gerechtvaardigd kunnen wor
den geacht, zoolang geen gelden beschikbaar
kunnen worden gesteld voor een meer doel
treffend verkeerstoezicht op den weg, waar
mede de strijd tegen de verkeersongevallen be
duidend beter ware gediend.
Steun goedgekeurde poot-
aardappelen oogst 1939.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft
de minister van economische zaken besloten,
voor goedgekeurde pootaardappelen van den
oogst 1939 niet eenzelfde steunregeling te
treffen als voor den oogst 1938 gold. De wijzi
gingen hebben hoofdzakelijk betrekking op
den steun, welke voor niet als zoodanig tè
verkoopen goedgekeurde pootaardappelen zal
worden gegeven.
Zoo zullen de toelagen van 1.50, 1 en
0.50 per 100 KG voor de klassen a, b en c,
die worden uitgekeerd voor die aardappelen,
waarvoor niet de denaturatievergoeding van
1.50 p. 100 K.G. wordt gegeven, worden ver
minderd. Voor de consumptie-, fabrieks- en
exportrassen zal voor klasse a 1 toeslag per
100 K.G. worden gegeven; voor in de klassen
b en c goedgekeurde pootaardappelen van
de consumptie en fabriekrassen zal geen en
voor de pootaardappelen van deze klassen
van de exportrassen zal resp. 0.70 en 0.40
potersteun per 100 K.G. worden uitgekeerd.
De verhooging van de „gewone" denaturatie-
veojgoeding per 1 Maart aid 0.10 per 100 K.G.
zal in mindering tan den potertoeslag worden
gebracht. Indien wel de denaturatievergoeding
van 1.50 wordt legeven, dus indien de aard
appelen voldoen aan de eisohen voor de rubriek
a van de Nederlandsche akkerbouwcentrale
zal de poter-toeslag voor de klasse a 0.30 en
voor de klassen B en C nihil bedragen. Ook
zal in de voorschriften met betrekking tot dc
sorteering wijziging worden gebracht.
Goedgekeurde pootaardappelen van de sor-
ieesring 28/35 m.M. komen niet meer voo-
steun in aanmerking. De bovengrens zal voc.
alïe rassen gesteld worden op 50 m.M. vier-
kantsmaat.
Het ligt in de bedoeling, den toeslag' voor
goedgekeurde pootaardappelen te doen in
gaan op 1 Februari 1940.
DE BIJDRAGEN VOOR DE OMROEP-
VEREENIGINGEN.
Men meldt ons van bevoegde zijde:
In verschillende dagbladen zijn berichten
gepubliceerd aangaande de plannen van den
minister van Binnenlandsche Zaken tot het
invoeren van een „radio-belasting".
Deze berichten zijn in zooverre juist, dat
m aansluiting op hetgeen de minister van
Binnenlandsche Zaken bij de mondelinge be
handeling van de begrooting van het Staats
bedrijf der P.T.T. in de Eerste Kamer der
Staten-Generaal op 4 Februari 1938 mede
deelde inderdaad de vraag overwogen is of
er een weg te vinden zou zijn om, met hand
having van de zelfstandigheid van de Neder
landsche omroepvereenigingen en van de vrij
heid van den luisteraar om zich aan te sluiten
bij den omroep zijner keuze, de noodige in
komsten te verzekeren door de omroepbelan-
gen in den breedsten zin volledig door de Neder
landsche luisteraars te doen bekostigen.
Ook is juist dat de contact-commissie voor
de werelduitzendingen dezer dagen haar met
algemeene stemmen aanvaard rapport aan
den minister van Binnenlandsche Zaken 'zal
uitbrengen, van welk rapport het bovenge
noemde punt een .'onderdeel, uitmaakt.
Het is echter nog voorbarig aangaande den
inhoud van dit rapport publicaties te doen,
daar in verband met en ten uitvoering van de
in dit rapport belichaamde voorstellen nog ver
schillende besprekingen gevoerd moeten'wor
den.
De juistheid van de te dezer zake gedane
publicaties moet derhalve geheel voor reke
ning van de betreffende berichtgevers gelaten
worden.
Thans zü echter reeds gewezen op het feit,
dat de uitdrukking „radio-belasting", tot het
invoeren waarvan plannen zouden bestaan,
op zijn minst genomen verwarring kan wek
ken. Bij een dergelijke regeling zou het slechts
gaan om de invoering van het beginsel, dat
elke luisteraar verplicht is om financieel bij
te dragen aan de instandhouding en den ver
deren uithouw van den Nederlandschen radio-
omroep.
VAN MUNHARDT
zijn ideale pijnverdrijver».
Gemakkelijker In te nemen dan ronde
ouweltjes. Onfeilbaar bij griep, hoofd
pijn, kiespijn en alle andere pijnen!
Bij apothekers en drogisten,
koker 12 st. 50 ct. doosje 6 st. 30 ct
Verlenging van den dienstplicht.
Regeering heeft goedkoopste
methode gekozen."
(Adv. Ingez. Mei.)
Christelijke Middenstandsbond.
Dinsdag hield de Christelijke Midden
standsbond te Uitrecht zijn huishoudelijke
jaarvergadering onder voorzitterschap van
den heer W G. Scheeres, Den Haag.
Het jaarverslag van den secretaris, den
heer J. Hardebol in De Bilt, werd besproken
en goedgekeurd. Evenzoo het financieel ver
slag van den penningmeester, den heer A.
Wierenga te Assen, waarbij van vele zijden
dank gebracht werd voor het feit, dat het
ideaal: een schuldvrije bond, thans kon wor
den bereikt.
In het bestuur werd de heer A. Bos te Rot
terdam gekozen. In de vacature Hardenbol,
die moest aftreden omdat hij benoemd werd
tot adjunct-directeur, werd gekozen de heer
F. Geerling in Den Haag, in de vacature dr.
Joh. H. Scheurer te Amersfoort werd ge
kozen de heer B. Meilink te Zwolle, in de va
cature F. J. G. Furda te Groningen en heer
D. Ekens te Groningen.
Na bespreking werd met bijna algemeene
stemmen aangenomen het voorstel van het
district Drente om een Christelijken Midden
stands jongea-enbond op te richten. Na rond
vraag werd de vergadering met dankzegging
besloten.
Heden ving het congres van den Bond aain.
De heer W. G. Scheeres hield een openings
rede, waarin hij genoodigden en leden verwel
komde en speciaal een woord van welkom
richtte tot den spreker prof. mr. P. Lieftinok.
Na dit openingswoord sprak prof. mr. P.
Lieftinck. hoogleeraar aan de handelshooge-
school te Rotterdam over „Actueele Midden-
standsvragen".
Verslag der Eerste Kamer.
„Vele leden verklaarden zich, met dit wets
ontwerp te kunnen vereenigen. De tegen
woordige internationale toestand is. zoo be
toogden zij, van dien aard, dat er perioden
zijn, niet zelden langdurige, waarin bijzon
dere maatregelen ter beveiliging van grenzen
en kust onmogelijk kunnen worden gemist,
opdat een mobilisatie kan slagen".
Deze zinsneden vormen den hoofdinhoud
van het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer
over het ontwerp tot wijziging van de dienst
plichtwet. De bedoelde leden waren te meer
bereid, hun stem aan dit wetsontwerp te ge
ven, omdat de regeering in de gewisselde stuk
ken en bij de openbare beraadslaging met
nadruk heeft verklaard, dat van de te verlee-
ien machtiging verlenging van den oefe-
ningstijd tot maximaal twee jaar slechts
gebruik zal worden gemaakt, indien zich om
standigheden voordoen, die anders aanleiding
zouden hebben moeten geven tot buitenge
wone oproeping van dienstplichtigen voor de
grens en kustbeveiliging.
Wat betreft de financieele consequenties
van de voorgenomen maatregelen, zoo waren
deze leden van meening, dat, al heeft de re
geering huns inziens de goedkoopste methode
gekozen, uitvoering van die maatregelen noch
tans zeer zware lasten, ten bedrage van mil-
lioenen guldens op ons volk zal leggen.
Op dit stuk konden deze leden niet instem
men met degenen die meenden er op te moe
ten wijzen dat in sommige andere landen nóg
zwaardere lasten op de bevolking worden ge
legd. Een dergelijk beroep achtten zij mis-
plaats te meer, omdat in niet weinige van
die landen de overtuiging veld wint, dat men
in den algemeenen bewapeningswedloop een
financieel bankroet te gemoet ijlt.
Ettelijke leden waren van meening, dat ook
zij, die de voorkeur geven aan uitbreiding
van het contingent, de voorgestelde regeling
zouden kunnen aanvaarden op grond van de
argumenten, door de regeering ten gunste dier
regeing aangevoerd. Mocht, zoo spraken zij,
met de ontworpen regeling onverhoopt het
beoogde doel niet worden bereikt, dan zou
men huns inziens alsnog uitbreiding van het
contingent in overweging kunnen nemen.
Ware die uitbreiding thans te verant
woorden geweest, dan zou zij mogelijkerwijze
de voorkeur hebben verdiend, Noodzakelijk
achtten deze leden haar niet en financieel oor
deelden zij haar niet wel mogelijk. Onder die
omstandigheden moet naar hun gevoelen ge
noegen worden genomen met een contingent
van 32.000 goed geoefende en weluitgeruste
manschappen in stede van uitbreiding van
het contingent tot 50.000 man, voor wie het
noodige niet in voldoende mate beschikbaar
zou kunnen worden gesteld en die daardoor
geen volwaardige soldaten zouden zijn.
R.K. WERKLIEDENVERBOND.
UTRECHT, 12 Juli. In die Zomer-bonds-
vergadering van het R.K. Werkliedenverbond
werd medegedeeld, dat het verbondsbestuur
een ververbondsvergadering zal beleggen om
het yraagstuk derdemocratie te doen be
spreken. -
Het beleid van het verbondsbestuur vond bij
de besprekingen van het jaarboek veel waar
deering.
De aandacht van het verbondsbestuur werd
door de vergadering zeer bijzonder gevraagd
om een actie te beginnen tegen het
ploegenstelsel in niet-continu-bedrijven.
De verslagen van secretaris en penning
meester werden goedgekeurd; evenzoo de ver
slagen der instellingen.
De aftredenden werden herkozen. In de
vacaturen van Ryen en Norbart werden be
noemd tot bestuursleden de heeren F. Hoo-
gers en A. P. Romson.
Na zeer uitvoerige discussie werd besloten
nog niet over te gaan tot verhoogmg der we-
kelijkscbe bijdrage voor Herwonnen Levens
kracht; in de volgende Zomer-bondsvergade-
ring zal een beslissing genomen worden.
E groote zomertentoonstelling van
moderne beeldhouwkunst in het Ge
meentemuseum van Amsterdam heeft
als algemeen etiket de twee woorden
die hierboven staan, gekozen.
Terecht, want al hebben wij op dezelfde
plaats een jaar of zes geleden al eens een
Rodin-expositie gehad, rondom den naam en
de figuur van dezen gemalen artist vallen
voorloopig voor het internationaal verkeer
der kunstminnende leeken, andere namen
van vroegere en latere Fransche kunstenaars
der plastiek, nog eenigszins binnen de sferen
der welwillende onbekendheid. Dat kan nu
veranderen, maar dan nog zal Rodin het at
tractievormend middelpunt onzer belang
stelling blijven.
Daartoe werkt mee dat de Fransche Staat
die belangstelling gaarne voelt en aanwak
kert. Rodin is voor Frankrijk niet alleen een
geestelijk bezit van groote waarde, maar ook
een materieel staatsmonopolie. Doordat de
kunstenaar al zijn werk: pleisters, bronzen,
ontwerpen enz. aan den Staat afstond ver
kreeg deze daarbij ook blijkbaar het mono
polie der reproductie d.w.z. verkoopt de staat
afgietsels der meest bekende werken in ver
schillend materiaal en zelfs in verschillend
formaat en heeft dat zoo koopmanschappelijk
en solide in elkaar gezet dat daarvoor in ver
schillende landen zelfs agenten zijn aange
steld. Nieuw is dat volstrekt niet; de Fransche
staat treedt ook in de artistieke productie
gaarne als fabrikant op: de Manufacture de
Sèvres en die der Gobelins zijn er voorbeelden
van; het-zou niet aardig zijn hier van een
Manufacture- de Rodins te spreken, maar In de
onderdeelen is er toch wel eenige overeen
komst. Alleen is nog lang niet alles uit Rodin's
nalatenschap gereproduceerd of in reproduc
tie verkrijgbaar en bezit de Amsterdamsche
tentoonstelling juist de attractie vele dier
origineele pleisters die zelfs nog nimmer bui
ten Frankrijk vertoond waren, te mogen her
bergen. Veel meer dan elders is in Frankrijk
steeds de export ook van geestelijke goederen
een zaak van permanente regeeringszorg ge
weest. Dat verklaart gedeeltelijk ook, voor
wie daar niet mee bekend was, een zeker ele
ment in de redevoering waarmee de directeur-
generaal van Schoone Kunsten der Fransche
regeering de Amsterdamsche tentoonstelling
geopend heeft. Een rede die bewonderens-
waard was van vórm en voordracht, doch die
blijkbaar uit gewoonte soms even te veel
aan een welriekend Hollandsch spreekwoord
over den eigen roem herinnerde en dan den
nobelen vorm van den smaakvollen geleerde
tegen dien minder nobelen van den hoogge-
plaatsen commis-voyageur verwisselde. Hoe
wel de heer Huisman toch weer te veel
Franschman was om bij die passages niet zelf
even te glimlachen
Maar dat alles gaat buiten de kunst, ook
buiten de kunst van Rodin om. Al zit er een
grappig kantje aan wanneer men zich nu gaat
herinneren hoeveel bergen-verzettende ener
gie juist deze kunstenaar heeft moeten ver
bruiken qpr zijn kunst officieel gewaardeerd
is geworden. Veertig jaar geleden, toen Leon
Maillard het eerste boek over Rodin's kunst
geschreven had, moest hij in zijn prospectus
(1898) getuigen: „Deze groote kunstenaar
heeft alle tegen hem verbonden machten van
dwaasheid en afgunst moeten overwinnen".
En dat die finale overwinning in 1898 nog
lang nietbehaald was, heeft Rodin nadien
nog op smartelijke wijze moeten ondervinden,
feitelijk is hij tot zijn dood op 77-jarigen leef
tijd (in 1917 te Meudon) een vaak omstreden
figuur gebleven, met een trouwe lijfwacht van
oprechte bewonderaars en een nooit verza
kend zelfvertrouwen.
Gemakkelijk heeft ook deze baanbrekende
artist het niet steeds gehad in het leven.
Wanneer wij zijn loopbaan in het kort over
zien dan komen v&nzelf de kunstenaars van
wier werk thans in de hoofdstad het een en
ander te zien is, voor het voetlicht. Zijn eerste
onderricht van belang kreeg hij van den fa-
meuzen dierenplastieker Barye, wiens kleine
bronzen indertijd ook in Holland nog al eens
aangetroffen werden. Maar van meer nut was
hem de omgang met den aestheet-docent
Lecoq de Boisbaudran, een bekend figuur uit
de zestiger jaren, dien wij als vriend van Fan
tin Labour en anderen al eens meer ln deze
kroniekjes genoemd hebben. Bij Lecoq leert
hij ook Dalou, den beeldhouwer en Legros den
graveur kennen. Met den laatste blijft hij zijn
leven lang bevriend en boetseert zijn portret.
Dan krijgt Rodin werk op het atelier van Car
rier Belleuse, beeldhouwer van het hof van
het tweede Keizerrijk en officieel de man die
de opdrachten krijgt voor de charmante
beeldgroepen met nymphen, enz., die men
toen gaarne zag, doch waarvan de maker
thans niet vaak meer genoemd wordt. Toe1
een kunstenaar van beteekenis deze Carrier-
Belleuse die ook schilder en aquarellist was.
Het werk op zijn atelier gaat Rodin verdrie
ten en hij trekt naar Brussel, waar hij te
werk gesteld wordt bij den bouw van de nieu
we Beurs, en daar als ondergeschikt mede-
NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING NAAR
DE HOOGE YELUWE.
De laatste jaren heeft de Ned; Reisvereeni-
ging de gewoonte om in September een réunie
voor haar leden te organiseeren. Deze bijeen
komsten zijn reeds gehouden in Utrecht,
Scheveningen, Zandvoort en op het kasteel
Nijenrode.
De a.s. najaarsréunie, welke bepaald, is op
3 September, zal gehouden worden op het
landgoed de Hooge Veluwe.
Aug. Rodin: Portret van den dichter
Barbey d' Aurcvilly.
werker eenige versierende onderdeelen mag
helpen aanbrengen. Dat is in 1870-71.
Dat Brusselsch verblijf brengt hem in aan
raking met Constantin Meunier, doch van
meer invloed op hem is het werk van den
veertien jaar ouderen Carpeaux en met het
noemen van dezen kunstenaar komen we
reeds in de Rodin'sche sfeer.
Van Rodin's kunst kan men zeggen, dat ze
parallel loopt met de romantisch-impressio-
nistische schilderkunst van zijn tijd: de strijd
tegen zijn werk was voor een deel dezelfde als
die tegen Millet c.s. gevoerd iyerd, en concen
treerde zich eveneens op de voor dien tüd
verbluffende realiteit in de voorstelling, die
bij Rodin bovendien door een even verbluf
fende fantasie in de uitvoering vergezeld
werd. Verbluffend dan voor dien tijd, voor
den onzen is het alweer geclasseerd
Ouderen onder ons kunnen zich nog wel de
kabaaltjes herinneren die Rodin's beelden
veroorzaakt hebben. Het begon al met zijn
„Burgers van Calais", met zijn statue van De
Balzac, en later met het monument voor Vic
tor Hugo. Enkèle vrije beelden vonden spoedi
ger een algemeener waardeering, waren ook
eenvoudiger van conceptie. De Kus en De
Denker zijn zelfs populair geworden. Onder
het vele dat wij niet kenden, behoort het
thans hier geëxposeerde portret van Barbey
d'Aurevilly, den dichter die in '89 stierf en
voor wiens monument Rodin dit schitterend
portret vol leven, twintig jaar later ontwierp!
Reeds van ons plaatje kan men aflezen welk
een hoogte van expressie de beeldhouwer hier
bereikte. Men kan dien kop tot in alle onder
deelen bestudeeren en dan gaan bewonderen
op hoe volmaakt natuurlijke wijze, zonder
eenig precieus bedenksel, het vergeestelijkte
van den dichter hier met de impressie vaii dc
reëele uiterlijkheid van den mensch vermengd
is Een kop die trilt van leven waarin een
haast zichtbaar werkende geest, Een waar
kunstwerk.
J. H. DE BOIS
Ons nieuwe leger
Gedachten bij het passeeren
eener gemotoriseerde afdeeing.
door MELIS STOKE.
Wat dreunt daar grijs en machtig aan
en loeit ons toe opzij te gaan
met gierende sirenen
Wat davert langs de huizenrij
schrikwekkend, dreigend ons voorbij,
als uit een hel verschenen
't Is een visioen van grauw en staal
dat onder donderend kabaal
een doortocht komt forceer en
en grimmig in de ruiten trilt
en ons verschrikt en dan verstilt
in angstig mediteer en
Wat gaat er, Hollands maagdendom,
in uwe blonde hoofden om
als de soldaten rijden
Als hun gedreun u wekken komt,
uw woning schokten dan verstomt?
Staat gij verschrikt terzijde
Uw moeders kwamen allemaal
bij 't hoor en van 't trompet-signaal
verheugd naar buiten snellen
Huzaren.... in een bonten stoet
Of vroolijk krijgsvolk, licht te voet
met rinkelbom en schellen
Uw moeder lachte.en heeft gebloosd...
Wat doet thans haar moderne kroost
als de soldaten komen.
Stelt de techniek het niet te leur....?
Wekt een gehelmd en grauw chauffeur
ook zoete maagdendroomen
Waar bleef de kleur, de fleur, de pret,
der paarden trippelende tred
in 't militaire leven
Er is geen tijd meer voor een groet....
De zware, daverende stoet
doet grond en woning beven....
Vergrauwd, verstaald, verstroefd en
barsch
trekt uit de smidse van God Mars
de leger stoet te velde
Gij, maagden uit de eeuw van staal
kent niet meer moeders ideaal.
Ge hebt uw eigen helden
De nieuwe held van ivien gij weet,
met staal gehelmd, in leer gekleed
moog' dan niet paradeeren
Maar hij heeft andere kwaliteit.
Hij zal, met groote handigheid
en in een minimum van tijd..,,
uw auto repareeren
Vervanging van dienstplichtigen
door werkloozen.
Voor- en tegenstanders in de Eerste Kamer.
Aan hét voorloopig verslag van deEerste
Kamer over de ontwerpen van wet inzake:
le Het onder de wapenen blijven van
dienstplichtigen en
2e. Het in werkelijken dienst houden van
dienstplichtigen is het volgende ontleend:
Vele leden, die verklaarden zich met deze
wetsontwerpen te kunnen vereenigen, drongen
nochtans met klem er op aan, dat van de om
standigheid, dat een belangrijk aantal oudere
dienstplichtigen zich onder de wapenen_ be
vindt, gébruik worde gemaakt om dezéfTdoor
veelvuldige oefening de noodige kennis en
paraatheid bij te brengen. Naar zij meenden
te weten, liet een en ander zeer te wenschen
over.
Voorts verklaarden deze leden, het onjuist
te achten, dat de regeering er toe was over
gegaan, werklooze dienstplichtigen te nopen
als plaatsvervangers op te treden van hen. die
om redenen van particulieren aard verlof krij
gen, naar hun werkkring terug te keeren.
Huns inziens-wijst de houding van de re
geering te dezer zake in de richting van het
vroegere, aan het einde van de vorige eeuw
terecht verlaten, remplacantenstelsel.
Tè onbillijker achten deze leden die hou
ding, omdat bezwaarlijk kan worden staan
de gehouden, dat de werkloozen meer ver
plichtingen jegens het vaderland hebben dan
de andere burgers.
Verscheidene leden konden met deze opmer
kingen geenszins instemmen. Veeleer juichten
zij toe, dat werkloozen dienstplichtigen langs
dezen weg de kans wordt geboden, zich nuttig
te maken.
Verscheidene léden oefenden critiek op 'den
huns inziens onbevredigenden gang van
zaken met betrekking tot de behandeling van
aanvragen om zakenverlof, door onder de
wapenen zijnde dienstplichtigen ingediend.
Sommigen dezer zien, dus betoogden de hier
aan het woord zijnde leden, hun zaken verloo-
pen en worden met financieelen ondergang
bedreigd, indien zij geen verlof krijgen, zoo
dat te dien opzichte spoed is vereischt.
Enkele leden verklaarden dat sommige, thans
onder de wapenen zijnde dienstplichtigen te
weinig te doen hebben en nochtans genoopt
zijn in actieven dienst te blijven. Zoo zou zulks
naar verluidt, bij de kustwacht het geval zijn.
Deze leden verzochten den minister dienaan
gaande nadere inlichtingen te verstrekken.
Ook door andere leden waren soortgelijke
mededeelingen gedaan. Zoo meenden zij te
weten, dat militairen o.w. bezoldigde onder
officieren den tijd soms vrijwel in ledigheid
doorbrengen of ten hoogste onbeduidende
werkzaamheden verrichten. Zij hadden zich
afgevraagd, of het in dienst houden van
dienstplichtigen onder zulke omstandigheden
mede gelet op de daarmede gepaard gaande
kosten, wel verantwoord is.
BEEN GEBROKEN BIJ HET VOETBALLEN.
Dinsdagavond was de jeugd van Hoofddorp
nog laat bezig met voetballen op het Con
coursterrein. De 12-jarige R. Bouters, kwam
in botsing met een andere speler, waardoor
eerstgenoemde een been brak. De E.H.B.O. van
Hoofddorp was spoedig aanwezig. Zij bracht
den jongen met de gemeentelijke ziekenauto
naar zijn. woning.
Bandjirs woedden.
BATAVIA, 11 Juli. Bandjirs hebben nabij
Banjoewangi zeer veel schade aangericht. Vele
waterwerken en bruggen zijn vernield of
zwaar beschadigd. Drie menschen zijn ver
dronken. Naar schatting bedraagt de schade
200.000. In het Zuid-Malangsche hebben
zich eveneens zware bandjirs voorgedaan. Het
aantal vermisten is nog niet bekend. In Oost-
Lombok zijn tengevolge van de bandjirs zeven
menschenlevens te betreuren. De schade be
draagt naar schatting 60.000. (Aneta.)
Uit Malang bericht Aneta, dat drie lijken
zijn opgevischt, vermoedelijk van drie der 28
vermisten van de onderneming Soemberdjeroe.
Door verzakking heeft een bruggehoofd van
een staatsspoorbrug het begeven tusschen
Kiempit en Soemberwodoeng. De vermoedelijke
duur van de stremming is 13 dagen,