ten ton (tec dag) Hartjes Klachten over vergoedingen voor paarden en auto's Kunst in Haarlem en daarbuiten, D' WOENSDAG 12 JU EI 1939 kosten de buitengewone militaire maatregelen IhcgeaHandenkeet uan Desseni beantwoexd Op vragen van het Eerste Kamerlid Van Vessem betreffende de kosten der buitenge wone militaire maatregelen hebben de minis ters Colijn en Van Dijk het volgende geant woord Medegedeeld kan worden, dat bij het instel len van de kust- en grensbeveiliging paarden en auto's, welke volgens de organisatie tot de gevormde onderdeelen behooren, .,in gebruik" zijn gevorderd, waarbij de duur der vordering uiteraard niet kon worden bepaald. Het aantal paarden en auto's, dat volgens de oorlogsorganisatie tot de verschillende troepenafdeelingen behoort, is aangepast aan de taak van die afdeelingen op het gevechts- veld. Toen na een aantal dagen bleek, dat zon der de voorzichtigheid uit het oog te verlie zen voor de algemeen beveiligende taak onder de gegeven omstandigheden met minder kon worden volstaan, is op. 22 April j.l. bevo len, dat bij de verschillende onderdeelen slechts een aantal paarden en auto's in ge bruik mocht worden behouden, dat voor de uitoefening van den dagelijkschen dienst strikt noodzakelijk was. De overige paarden en auto's zijn aan de eigenaren teruggegeven. Ten tijde van het vaststellen van de prijzen, welke bij „vordering in gebruik" ten hoogste mochten worden besteed, werd aangenomen, dat deze vordering slechts van zeer korten duur zou zijn: öf wel de grens- en kustbevei liging zou bij een gunstig verloop der inter nationale gebeurtenissen weder spoedig kunnen worden opgeheven öf wel bij on gunstig verloop zou na het instellen van de grens- en kustbeveiliging de algemeene mobi lisatie volgen, in welk geval zou worden over gegaan tot „vordering in eigendom". Het werd daarom tegenover de eigenaren billijk geacht fom in de prijzen voor „vordering in gebruik" een zekere vergoeding voor bedrijfsschade te verdisconteeren. Toen bleek, dat de grens- en kustbeveiliging geruimen tijd gehandhaafd zou moeten wor den, is bevel gegeven de aanvankelijk vastge stelde. vorderingsprijzen te herzien. In dit verband dient te worden opgemerkt, dat naar de klachten, welke den minister van defensie van derden bereikten over te hooge vergoedingen, een groot aantal klachten zijn binnengekomen van hen, wier paarden "of auto's waren gevorderd, dat de hun toege kende vergoeding te laag werd geacht. De kosten van de buitengewone mili taire maatregelen, zonder de aan schaffing van materiaal en uitvoering van werken, kunnen op heden gemid deld per dag zeer globaal op f 100.000 worden geraamd. Aantal verkeersongevallen vermindert nog geenszins. De voorlooipige gegevens betreffende de ver keersongevallen over Mei, zooals verstrekt door het centraal bureau van de statistiek vertoonen een uitermate slecht beeld, schrijft de K.N.A.C. De cijfers voor de eerste 5 maanden van het jaar zijn als volgt (tusschen haakjes de cijfers van de overeenkomstige maanden van vorig jaar). gedood ernstig gewond Januari 42 (52) 326 (306) Februari 46 (39) 314 (287) Maart 43 (42) 361 (331) April 58 (69) 413 (348) Mei 65 (49) 500 (387) Deze cijfers toonen naar de meening van de K.N.A.C., dat er in Nederland nog een zeer ernstig gebrek aan verkeersdiscipline bestaat onder alle categoriën van weggebruikers. De statistiek voor het jaar 1937 de laatste die volledig beschikbaar is geeft aan, dat 28.7 pCt. der doodelijke ongevallen plaats had* ten gevolge van fouten van motorrijtuigbestuur ders, tegen 28.2 pCt. door fouten van voetgan gers en 25.3 pOt. door bestuurders van niet- motorisohe vervoermiddelen. De oorzaken der ongevallen zijn dus over de verschillende ca tegoriën vrijwel gelijkelijk verdeeld en dien overeenkomstig zal een strijd tegen een ge brek aan verkeersdiscipline over de geheele linie dienen te worden gevoerd. Helaas moet de K.N.A.C. constaiteeren, dat aan het ver keerstoezicht op den weg nog zeer veel ont breekt en zij vraagt zich af of bijv. de kosten van een medische herkeuring van alle rijbe wijshouders wel gerechtvaardigd kunnen wor den geacht, zoolang geen gelden beschikbaar kunnen worden gesteld voor een meer doel treffend verkeerstoezicht op den weg, waar mede de strijd tegen de verkeersongevallen be duidend beter ware gediend. Steun goedgekeurde poot- aardappelen oogst 1939. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft de minister van economische zaken besloten, voor goedgekeurde pootaardappelen van den oogst 1939 niet eenzelfde steunregeling te treffen als voor den oogst 1938 gold. De wijzi gingen hebben hoofdzakelijk betrekking op den steun, welke voor niet als zoodanig tè verkoopen goedgekeurde pootaardappelen zal worden gegeven. Zoo zullen de toelagen van 1.50, 1 en 0.50 per 100 KG voor de klassen a, b en c, die worden uitgekeerd voor die aardappelen, waarvoor niet de denaturatievergoeding van 1.50 p. 100 K.G. wordt gegeven, worden ver minderd. Voor de consumptie-, fabrieks- en exportrassen zal voor klasse a 1 toeslag per 100 K.G. worden gegeven; voor in de klassen b en c goedgekeurde pootaardappelen van de consumptie en fabriekrassen zal geen en voor de pootaardappelen van deze klassen van de exportrassen zal resp. 0.70 en 0.40 potersteun per 100 K.G. worden uitgekeerd. De verhooging van de „gewone" denaturatie- veojgoeding per 1 Maart aid 0.10 per 100 K.G. zal in mindering tan den potertoeslag worden gebracht. Indien wel de denaturatievergoeding van 1.50 wordt legeven, dus indien de aard appelen voldoen aan de eisohen voor de rubriek a van de Nederlandsche akkerbouwcentrale zal de poter-toeslag voor de klasse a 0.30 en voor de klassen B en C nihil bedragen. Ook zal in de voorschriften met betrekking tot dc sorteering wijziging worden gebracht. Goedgekeurde pootaardappelen van de sor- ieesring 28/35 m.M. komen niet meer voo- steun in aanmerking. De bovengrens zal voc. alïe rassen gesteld worden op 50 m.M. vier- kantsmaat. Het ligt in de bedoeling, den toeslag' voor goedgekeurde pootaardappelen te doen in gaan op 1 Februari 1940. DE BIJDRAGEN VOOR DE OMROEP- VEREENIGINGEN. Men meldt ons van bevoegde zijde: In verschillende dagbladen zijn berichten gepubliceerd aangaande de plannen van den minister van Binnenlandsche Zaken tot het invoeren van een „radio-belasting". Deze berichten zijn in zooverre juist, dat m aansluiting op hetgeen de minister van Binnenlandsche Zaken bij de mondelinge be handeling van de begrooting van het Staats bedrijf der P.T.T. in de Eerste Kamer der Staten-Generaal op 4 Februari 1938 mede deelde inderdaad de vraag overwogen is of er een weg te vinden zou zijn om, met hand having van de zelfstandigheid van de Neder landsche omroepvereenigingen en van de vrij heid van den luisteraar om zich aan te sluiten bij den omroep zijner keuze, de noodige in komsten te verzekeren door de omroepbelan- gen in den breedsten zin volledig door de Neder landsche luisteraars te doen bekostigen. Ook is juist dat de contact-commissie voor de werelduitzendingen dezer dagen haar met algemeene stemmen aanvaard rapport aan den minister van Binnenlandsche Zaken 'zal uitbrengen, van welk rapport het bovenge noemde punt een .'onderdeel, uitmaakt. Het is echter nog voorbarig aangaande den inhoud van dit rapport publicaties te doen, daar in verband met en ten uitvoering van de in dit rapport belichaamde voorstellen nog ver schillende besprekingen gevoerd moeten'wor den. De juistheid van de te dezer zake gedane publicaties moet derhalve geheel voor reke ning van de betreffende berichtgevers gelaten worden. Thans zü echter reeds gewezen op het feit, dat de uitdrukking „radio-belasting", tot het invoeren waarvan plannen zouden bestaan, op zijn minst genomen verwarring kan wek ken. Bij een dergelijke regeling zou het slechts gaan om de invoering van het beginsel, dat elke luisteraar verplicht is om financieel bij te dragen aan de instandhouding en den ver deren uithouw van den Nederlandschen radio- omroep. VAN MUNHARDT zijn ideale pijnverdrijver». Gemakkelijker In te nemen dan ronde ouweltjes. Onfeilbaar bij griep, hoofd pijn, kiespijn en alle andere pijnen! Bij apothekers en drogisten, koker 12 st. 50 ct. doosje 6 st. 30 ct Verlenging van den dienstplicht. Regeering heeft goedkoopste methode gekozen." (Adv. Ingez. Mei.) Christelijke Middenstandsbond. Dinsdag hield de Christelijke Midden standsbond te Uitrecht zijn huishoudelijke jaarvergadering onder voorzitterschap van den heer W G. Scheeres, Den Haag. Het jaarverslag van den secretaris, den heer J. Hardebol in De Bilt, werd besproken en goedgekeurd. Evenzoo het financieel ver slag van den penningmeester, den heer A. Wierenga te Assen, waarbij van vele zijden dank gebracht werd voor het feit, dat het ideaal: een schuldvrije bond, thans kon wor den bereikt. In het bestuur werd de heer A. Bos te Rot terdam gekozen. In de vacature Hardenbol, die moest aftreden omdat hij benoemd werd tot adjunct-directeur, werd gekozen de heer F. Geerling in Den Haag, in de vacature dr. Joh. H. Scheurer te Amersfoort werd ge kozen de heer B. Meilink te Zwolle, in de va cature F. J. G. Furda te Groningen en heer D. Ekens te Groningen. Na bespreking werd met bijna algemeene stemmen aangenomen het voorstel van het district Drente om een Christelijken Midden stands jongea-enbond op te richten. Na rond vraag werd de vergadering met dankzegging besloten. Heden ving het congres van den Bond aain. De heer W. G. Scheeres hield een openings rede, waarin hij genoodigden en leden verwel komde en speciaal een woord van welkom richtte tot den spreker prof. mr. P. Lieftinok. Na dit openingswoord sprak prof. mr. P. Lieftinck. hoogleeraar aan de handelshooge- school te Rotterdam over „Actueele Midden- standsvragen". Verslag der Eerste Kamer. „Vele leden verklaarden zich, met dit wets ontwerp te kunnen vereenigen. De tegen woordige internationale toestand is. zoo be toogden zij, van dien aard, dat er perioden zijn, niet zelden langdurige, waarin bijzon dere maatregelen ter beveiliging van grenzen en kust onmogelijk kunnen worden gemist, opdat een mobilisatie kan slagen". Deze zinsneden vormen den hoofdinhoud van het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het ontwerp tot wijziging van de dienst plichtwet. De bedoelde leden waren te meer bereid, hun stem aan dit wetsontwerp te ge ven, omdat de regeering in de gewisselde stuk ken en bij de openbare beraadslaging met nadruk heeft verklaard, dat van de te verlee- ien machtiging verlenging van den oefe- ningstijd tot maximaal twee jaar slechts gebruik zal worden gemaakt, indien zich om standigheden voordoen, die anders aanleiding zouden hebben moeten geven tot buitenge wone oproeping van dienstplichtigen voor de grens en kustbeveiliging. Wat betreft de financieele consequenties van de voorgenomen maatregelen, zoo waren deze leden van meening, dat, al heeft de re geering huns inziens de goedkoopste methode gekozen, uitvoering van die maatregelen noch tans zeer zware lasten, ten bedrage van mil- lioenen guldens op ons volk zal leggen. Op dit stuk konden deze leden niet instem men met degenen die meenden er op te moe ten wijzen dat in sommige andere landen nóg zwaardere lasten op de bevolking worden ge legd. Een dergelijk beroep achtten zij mis- plaats te meer, omdat in niet weinige van die landen de overtuiging veld wint, dat men in den algemeenen bewapeningswedloop een financieel bankroet te gemoet ijlt. Ettelijke leden waren van meening, dat ook zij, die de voorkeur geven aan uitbreiding van het contingent, de voorgestelde regeling zouden kunnen aanvaarden op grond van de argumenten, door de regeering ten gunste dier regeing aangevoerd. Mocht, zoo spraken zij, met de ontworpen regeling onverhoopt het beoogde doel niet worden bereikt, dan zou men huns inziens alsnog uitbreiding van het contingent in overweging kunnen nemen. Ware die uitbreiding thans te verant woorden geweest, dan zou zij mogelijkerwijze de voorkeur hebben verdiend, Noodzakelijk achtten deze leden haar niet en financieel oor deelden zij haar niet wel mogelijk. Onder die omstandigheden moet naar hun gevoelen ge noegen worden genomen met een contingent van 32.000 goed geoefende en weluitgeruste manschappen in stede van uitbreiding van het contingent tot 50.000 man, voor wie het noodige niet in voldoende mate beschikbaar zou kunnen worden gesteld en die daardoor geen volwaardige soldaten zouden zijn. R.K. WERKLIEDENVERBOND. UTRECHT, 12 Juli. In die Zomer-bonds- vergadering van het R.K. Werkliedenverbond werd medegedeeld, dat het verbondsbestuur een ververbondsvergadering zal beleggen om het yraagstuk derdemocratie te doen be spreken. - Het beleid van het verbondsbestuur vond bij de besprekingen van het jaarboek veel waar deering. De aandacht van het verbondsbestuur werd door de vergadering zeer bijzonder gevraagd om een actie te beginnen tegen het ploegenstelsel in niet-continu-bedrijven. De verslagen van secretaris en penning meester werden goedgekeurd; evenzoo de ver slagen der instellingen. De aftredenden werden herkozen. In de vacaturen van Ryen en Norbart werden be noemd tot bestuursleden de heeren F. Hoo- gers en A. P. Romson. Na zeer uitvoerige discussie werd besloten nog niet over te gaan tot verhoogmg der we- kelijkscbe bijdrage voor Herwonnen Levens kracht; in de volgende Zomer-bondsvergade- ring zal een beslissing genomen worden. E groote zomertentoonstelling van moderne beeldhouwkunst in het Ge meentemuseum van Amsterdam heeft als algemeen etiket de twee woorden die hierboven staan, gekozen. Terecht, want al hebben wij op dezelfde plaats een jaar of zes geleden al eens een Rodin-expositie gehad, rondom den naam en de figuur van dezen gemalen artist vallen voorloopig voor het internationaal verkeer der kunstminnende leeken, andere namen van vroegere en latere Fransche kunstenaars der plastiek, nog eenigszins binnen de sferen der welwillende onbekendheid. Dat kan nu veranderen, maar dan nog zal Rodin het at tractievormend middelpunt onzer belang stelling blijven. Daartoe werkt mee dat de Fransche Staat die belangstelling gaarne voelt en aanwak kert. Rodin is voor Frankrijk niet alleen een geestelijk bezit van groote waarde, maar ook een materieel staatsmonopolie. Doordat de kunstenaar al zijn werk: pleisters, bronzen, ontwerpen enz. aan den Staat afstond ver kreeg deze daarbij ook blijkbaar het mono polie der reproductie d.w.z. verkoopt de staat afgietsels der meest bekende werken in ver schillend materiaal en zelfs in verschillend formaat en heeft dat zoo koopmanschappelijk en solide in elkaar gezet dat daarvoor in ver schillende landen zelfs agenten zijn aange steld. Nieuw is dat volstrekt niet; de Fransche staat treedt ook in de artistieke productie gaarne als fabrikant op: de Manufacture de Sèvres en die der Gobelins zijn er voorbeelden van; het-zou niet aardig zijn hier van een Manufacture- de Rodins te spreken, maar In de onderdeelen is er toch wel eenige overeen komst. Alleen is nog lang niet alles uit Rodin's nalatenschap gereproduceerd of in reproduc tie verkrijgbaar en bezit de Amsterdamsche tentoonstelling juist de attractie vele dier origineele pleisters die zelfs nog nimmer bui ten Frankrijk vertoond waren, te mogen her bergen. Veel meer dan elders is in Frankrijk steeds de export ook van geestelijke goederen een zaak van permanente regeeringszorg ge weest. Dat verklaart gedeeltelijk ook, voor wie daar niet mee bekend was, een zeker ele ment in de redevoering waarmee de directeur- generaal van Schoone Kunsten der Fransche regeering de Amsterdamsche tentoonstelling geopend heeft. Een rede die bewonderens- waard was van vórm en voordracht, doch die blijkbaar uit gewoonte soms even te veel aan een welriekend Hollandsch spreekwoord over den eigen roem herinnerde en dan den nobelen vorm van den smaakvollen geleerde tegen dien minder nobelen van den hoogge- plaatsen commis-voyageur verwisselde. Hoe wel de heer Huisman toch weer te veel Franschman was om bij die passages niet zelf even te glimlachen Maar dat alles gaat buiten de kunst, ook buiten de kunst van Rodin om. Al zit er een grappig kantje aan wanneer men zich nu gaat herinneren hoeveel bergen-verzettende ener gie juist deze kunstenaar heeft moeten ver bruiken qpr zijn kunst officieel gewaardeerd is geworden. Veertig jaar geleden, toen Leon Maillard het eerste boek over Rodin's kunst geschreven had, moest hij in zijn prospectus (1898) getuigen: „Deze groote kunstenaar heeft alle tegen hem verbonden machten van dwaasheid en afgunst moeten overwinnen". En dat die finale overwinning in 1898 nog lang nietbehaald was, heeft Rodin nadien nog op smartelijke wijze moeten ondervinden, feitelijk is hij tot zijn dood op 77-jarigen leef tijd (in 1917 te Meudon) een vaak omstreden figuur gebleven, met een trouwe lijfwacht van oprechte bewonderaars en een nooit verza kend zelfvertrouwen. Gemakkelijk heeft ook deze baanbrekende artist het niet steeds gehad in het leven. Wanneer wij zijn loopbaan in het kort over zien dan komen v&nzelf de kunstenaars van wier werk thans in de hoofdstad het een en ander te zien is, voor het voetlicht. Zijn eerste onderricht van belang kreeg hij van den fa- meuzen dierenplastieker Barye, wiens kleine bronzen indertijd ook in Holland nog al eens aangetroffen werden. Maar van meer nut was hem de omgang met den aestheet-docent Lecoq de Boisbaudran, een bekend figuur uit de zestiger jaren, dien wij als vriend van Fan tin Labour en anderen al eens meer ln deze kroniekjes genoemd hebben. Bij Lecoq leert hij ook Dalou, den beeldhouwer en Legros den graveur kennen. Met den laatste blijft hij zijn leven lang bevriend en boetseert zijn portret. Dan krijgt Rodin werk op het atelier van Car rier Belleuse, beeldhouwer van het hof van het tweede Keizerrijk en officieel de man die de opdrachten krijgt voor de charmante beeldgroepen met nymphen, enz., die men toen gaarne zag, doch waarvan de maker thans niet vaak meer genoemd wordt. Toe1 een kunstenaar van beteekenis deze Carrier- Belleuse die ook schilder en aquarellist was. Het werk op zijn atelier gaat Rodin verdrie ten en hij trekt naar Brussel, waar hij te werk gesteld wordt bij den bouw van de nieu we Beurs, en daar als ondergeschikt mede- NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING NAAR DE HOOGE YELUWE. De laatste jaren heeft de Ned; Reisvereeni- ging de gewoonte om in September een réunie voor haar leden te organiseeren. Deze bijeen komsten zijn reeds gehouden in Utrecht, Scheveningen, Zandvoort en op het kasteel Nijenrode. De a.s. najaarsréunie, welke bepaald, is op 3 September, zal gehouden worden op het landgoed de Hooge Veluwe. Aug. Rodin: Portret van den dichter Barbey d' Aurcvilly. werker eenige versierende onderdeelen mag helpen aanbrengen. Dat is in 1870-71. Dat Brusselsch verblijf brengt hem in aan raking met Constantin Meunier, doch van meer invloed op hem is het werk van den veertien jaar ouderen Carpeaux en met het noemen van dezen kunstenaar komen we reeds in de Rodin'sche sfeer. Van Rodin's kunst kan men zeggen, dat ze parallel loopt met de romantisch-impressio- nistische schilderkunst van zijn tijd: de strijd tegen zijn werk was voor een deel dezelfde als die tegen Millet c.s. gevoerd iyerd, en concen treerde zich eveneens op de voor dien tüd verbluffende realiteit in de voorstelling, die bij Rodin bovendien door een even verbluf fende fantasie in de uitvoering vergezeld werd. Verbluffend dan voor dien tijd, voor den onzen is het alweer geclasseerd Ouderen onder ons kunnen zich nog wel de kabaaltjes herinneren die Rodin's beelden veroorzaakt hebben. Het begon al met zijn „Burgers van Calais", met zijn statue van De Balzac, en later met het monument voor Vic tor Hugo. Enkèle vrije beelden vonden spoedi ger een algemeener waardeering, waren ook eenvoudiger van conceptie. De Kus en De Denker zijn zelfs populair geworden. Onder het vele dat wij niet kenden, behoort het thans hier geëxposeerde portret van Barbey d'Aurevilly, den dichter die in '89 stierf en voor wiens monument Rodin dit schitterend portret vol leven, twintig jaar later ontwierp! Reeds van ons plaatje kan men aflezen welk een hoogte van expressie de beeldhouwer hier bereikte. Men kan dien kop tot in alle onder deelen bestudeeren en dan gaan bewonderen op hoe volmaakt natuurlijke wijze, zonder eenig precieus bedenksel, het vergeestelijkte van den dichter hier met de impressie vaii dc reëele uiterlijkheid van den mensch vermengd is Een kop die trilt van leven waarin een haast zichtbaar werkende geest, Een waar kunstwerk. J. H. DE BOIS Ons nieuwe leger Gedachten bij het passeeren eener gemotoriseerde afdeeing. door MELIS STOKE. Wat dreunt daar grijs en machtig aan en loeit ons toe opzij te gaan met gierende sirenen Wat davert langs de huizenrij schrikwekkend, dreigend ons voorbij, als uit een hel verschenen 't Is een visioen van grauw en staal dat onder donderend kabaal een doortocht komt forceer en en grimmig in de ruiten trilt en ons verschrikt en dan verstilt in angstig mediteer en Wat gaat er, Hollands maagdendom, in uwe blonde hoofden om als de soldaten rijden Als hun gedreun u wekken komt, uw woning schokten dan verstomt? Staat gij verschrikt terzijde Uw moeders kwamen allemaal bij 't hoor en van 't trompet-signaal verheugd naar buiten snellen Huzaren.... in een bonten stoet Of vroolijk krijgsvolk, licht te voet met rinkelbom en schellen Uw moeder lachte.en heeft gebloosd... Wat doet thans haar moderne kroost als de soldaten komen. Stelt de techniek het niet te leur....? Wekt een gehelmd en grauw chauffeur ook zoete maagdendroomen Waar bleef de kleur, de fleur, de pret, der paarden trippelende tred in 't militaire leven Er is geen tijd meer voor een groet.... De zware, daverende stoet doet grond en woning beven.... Vergrauwd, verstaald, verstroefd en barsch trekt uit de smidse van God Mars de leger stoet te velde Gij, maagden uit de eeuw van staal kent niet meer moeders ideaal. Ge hebt uw eigen helden De nieuwe held van ivien gij weet, met staal gehelmd, in leer gekleed moog' dan niet paradeeren Maar hij heeft andere kwaliteit. Hij zal, met groote handigheid en in een minimum van tijd..,, uw auto repareeren Vervanging van dienstplichtigen door werkloozen. Voor- en tegenstanders in de Eerste Kamer. Aan hét voorloopig verslag van deEerste Kamer over de ontwerpen van wet inzake: le Het onder de wapenen blijven van dienstplichtigen en 2e. Het in werkelijken dienst houden van dienstplichtigen is het volgende ontleend: Vele leden, die verklaarden zich met deze wetsontwerpen te kunnen vereenigen, drongen nochtans met klem er op aan, dat van de om standigheid, dat een belangrijk aantal oudere dienstplichtigen zich onder de wapenen_ be vindt, gébruik worde gemaakt om dezéfTdoor veelvuldige oefening de noodige kennis en paraatheid bij te brengen. Naar zij meenden te weten, liet een en ander zeer te wenschen over. Voorts verklaarden deze leden, het onjuist te achten, dat de regeering er toe was over gegaan, werklooze dienstplichtigen te nopen als plaatsvervangers op te treden van hen. die om redenen van particulieren aard verlof krij gen, naar hun werkkring terug te keeren. Huns inziens-wijst de houding van de re geering te dezer zake in de richting van het vroegere, aan het einde van de vorige eeuw terecht verlaten, remplacantenstelsel. Tè onbillijker achten deze leden die hou ding, omdat bezwaarlijk kan worden staan de gehouden, dat de werkloozen meer ver plichtingen jegens het vaderland hebben dan de andere burgers. Verscheidene leden konden met deze opmer kingen geenszins instemmen. Veeleer juichten zij toe, dat werkloozen dienstplichtigen langs dezen weg de kans wordt geboden, zich nuttig te maken. Verscheidene léden oefenden critiek op 'den huns inziens onbevredigenden gang van zaken met betrekking tot de behandeling van aanvragen om zakenverlof, door onder de wapenen zijnde dienstplichtigen ingediend. Sommigen dezer zien, dus betoogden de hier aan het woord zijnde leden, hun zaken verloo- pen en worden met financieelen ondergang bedreigd, indien zij geen verlof krijgen, zoo dat te dien opzichte spoed is vereischt. Enkele leden verklaarden dat sommige, thans onder de wapenen zijnde dienstplichtigen te weinig te doen hebben en nochtans genoopt zijn in actieven dienst te blijven. Zoo zou zulks naar verluidt, bij de kustwacht het geval zijn. Deze leden verzochten den minister dienaan gaande nadere inlichtingen te verstrekken. Ook door andere leden waren soortgelijke mededeelingen gedaan. Zoo meenden zij te weten, dat militairen o.w. bezoldigde onder officieren den tijd soms vrijwel in ledigheid doorbrengen of ten hoogste onbeduidende werkzaamheden verrichten. Zij hadden zich afgevraagd, of het in dienst houden van dienstplichtigen onder zulke omstandigheden mede gelet op de daarmede gepaard gaande kosten, wel verantwoord is. BEEN GEBROKEN BIJ HET VOETBALLEN. Dinsdagavond was de jeugd van Hoofddorp nog laat bezig met voetballen op het Con coursterrein. De 12-jarige R. Bouters, kwam in botsing met een andere speler, waardoor eerstgenoemde een been brak. De E.H.B.O. van Hoofddorp was spoedig aanwezig. Zij bracht den jongen met de gemeentelijke ziekenauto naar zijn. woning. Bandjirs woedden. BATAVIA, 11 Juli. Bandjirs hebben nabij Banjoewangi zeer veel schade aangericht. Vele waterwerken en bruggen zijn vernield of zwaar beschadigd. Drie menschen zijn ver dronken. Naar schatting bedraagt de schade 200.000. In het Zuid-Malangsche hebben zich eveneens zware bandjirs voorgedaan. Het aantal vermisten is nog niet bekend. In Oost- Lombok zijn tengevolge van de bandjirs zeven menschenlevens te betreuren. De schade be draagt naar schatting 60.000. (Aneta.) Uit Malang bericht Aneta, dat drie lijken zijn opgevischt, vermoedelijk van drie der 28 vermisten van de onderneming Soemberdjeroe. Door verzakking heeft een bruggehoofd van een staatsspoorbrug het begeven tusschen Kiempit en Soemberwodoeng. De vermoedelijke duur van de stremming is 13 dagen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3