w
£ee*wdeid:
Zwerfkat
Dames in de tram....
Recepten
Goedkoop en toch
smakelijk
Nieuwe Uitgaven
V RIJD'AG 14 JUCI 1939
E treffen elkaar in de cafeteria, toe
vluchtsoord voor alle tijdelijk dak-
loozen. Ditmaal is ze bepaald chic
gekleed, blijkbaar een reactie op
haar langdurige onverschilligheid ten opzich
te van haar vrouwelijk schoon. „Wat ziet ze
er goed uit", denk ik, terwijl ze zich naast me
op de hooge kruk zet Wanneer ik scherper
kijk, zie ik, dat ze haar vermoeidheid onder
het bedrieglijk, laagje van rouge en poeder
tracht te verbergen. „Heb je in lang niet ge
zien", open ik het gesprek. „Ach nee", is het
antwoord, „dat was ook juist mijn bedoeling!
Ik had genoeg van al die kennissen. ïk kan
nu ongeveer nergens meer komen of ik loop
ze tegen het lijf. Die eeuwige vragen, hoe het
met je gaat en wat je op 't oogenblik doet
hingen me de keel uit. Ach, het is natuurlijk
heel plezierig, zooveel belangstelling, maar
soms wordt het me te benauwd. Ik voel dat ik
weer eens weg moet, naar Parijs 'o.v., of naar
Londen. Ik kan daar werk krijgen, een plaats
in één van die kindertehuizen van Charlotte
Bühler. 't Lijkt me enorm interessant, die
kinderpsychologie! Een nichtje van me heeft
er al meer geanalyseerd!" „Het zal je niet
meevallen", werp ik er tusschen in. „Kinde
ren zijn heel aardig voor een oogenblik, maar
om je dag in dag uit met ze bezig te houden,
is dat wel iets voor jou?" „Ja, je kunt wel
gelijk hebben", geeft ze toe. ,,'t Is ook niet
mijn bedoeling ze te gaan verzorgen! 't Lijkt
me alleen zoo interessant. Maar 't is ook best
mogelijk dat ik het niet doe. Een vriend van
me schreef, dat hij een prachtig atelier voor
me heeft gevonden, ergens op Montmartre.
Dat zou juist iets voor mij zijn! Ik ben den
laatsten tijd weer zoo'n beetje aan 't boetsee-
ren, zooals je weet. O, ik heb echt behoefte,
weer eens heelemaal uit die duffe Holland-
sche atmosfeer weg te komen; ik moet me
weer eens in het volle leven gooien, andere,
nieuwe menschen zien! Ja, ik voel, dat ik daar
behoefte aan heb; 'k heb zin, om me mooi
aan te kleeden en iets geks te doen! In
vredesnaam niet dat gewone saaie bestaan!
Ja, en werken, werken en geld verdienen! Het
moet nu maar eens uit zijn met die toelage
van mijn vader. Ik heb het te gemakkelijk en
dan kom je tot niets!"
„Het zal je toch niet zoo gemakkelijk vallen,
jezelf heelemaal te bedruipen".
„Nee, dat niet, maar 'k voel, dat ik dat nu
toch eindelijk moet doorzetten. Op je dertig
ste jaar nog.afhankelijk van je ouders! Dan
zal ik me pas heelemaal vrij voelen. Ik heb
er over gedacht, ergens in betrekking te gaan.
't Is natuurlijk wel een inbreuk op m'n vrij
heid, maar ik voel er toch ook wel voor, om
eens geregeld bezig te zijn. Daar kan ik jou
om benijden! Een vaste werkkring is zoo on
eindig veel gemakkelijker dan altijd je eigen
baas te zijn!" „Misschien stel je je dat toch
wat al te gemakkelijk voor", geef ik tot ant
woord. „Niets gaat vanzelf, ook de gebonden
heid niet".
„Nee, heelemaal binden zou ik me ook niet
kunnen, wel voor een tijdje; daar ben ik te
veelzijdig voor. Ik zou al mijn andere belang
stellingen moeten opgeven, en er is zooveel,
zooveel interessants. Het kan me soms moe
maken, als ik denk aan alle boeken, die ik
zou willen lezen, aan alle tentoonstellingen,
die ik zou willen zien, en aan alle concerten
die ik zou willen hooren. Tusschen twee haak
jes, je vroeg me laatst, of je dat boek terug
kon krijgen dat je me geleend hebt. 't Leek
me erg de moeite waard, maar mag ik het
nog een tijdje houden? Ik heb het nog niet
uit; ik kom er haast niet toe, er -is altijd weer
wat anders! O ja, dat heb ik je nog niet ver
teld: ik heb met een merkwaardig mensch
kennis gemaakt Hij schrijft en hij heeft heel
bijzondere ideeën, 'k Weet zeker, dat hij nog
eens beroemd zal worden. Hij vindt de maat
schappij en de menschen rot; wil ook nie
mand zien. Dagen en weken kan hij in z'n
eentje zitten en maar schrijven".
„Wat schrijft hij?" vraag ik nieuwsgierig.
„O, dat weet ik niet; hij heeft nog nooit iets
uitgegeven, en laat niemand ooit wat lezen,
maar 't zal zeker goed zijn. Hij is zoo bijzon
der fijn". „Hoe oud is hij?" „O, pas een
en-twintig, maar wat doet dat er toe? Hij
zou evengoed vijftig kunnen zijn wat zijn ge-
dachtenwereld betreft. Ja, ik voel dat hij een
grooten invloed op me heeft. Daarom denk ik
er over, toch maar hier te blijven. Ik ga da
delijk op zoek naar kamers. Ik kan een eeni-
ge étage in een grachtenhuis krijgen, bij heel
artistieke menschen. Schitterende oude dingen
hebben die: we aten daar laatst met kaarsen
verlichting en van antieke tinnen borden. Ja,
er zit toch wat in, in die echt Hollandsche
zeventiende-eeuwsche atmosfeer: degelijkheid,
rust, achtergrond! Bij zulke menschen zou ik
me thuis voelen en tot werk komen". „En
Charlotte Bühler dan, en 't atelier in Parijs?"
vraag ik schertsend. „O, dat is ook niet
heelemaal van de baan! 'k Wil het hier eerst
eens een maandje probeeren, zien of die men
schen me liggen. Als 't me niet bevalt kan ik
immers altijd nog naar 't buitenland!" Plot
seling abrupt: „En jij nog altijd op datzelfde
kantoor? En woon je nog altijd op diezelfde
kamers? Hoe hou je het uit!" „Ja, nog al
tijd op hetzelfde kantoor en op dezelfde ka
mers. Kom je Zondag eens eten!" „Graag,
ja, echt prettig weer eens in die gewone hui
selijke atmosfeer van jou te zijn. Zie je, dat
mis ik wel eens erg. Maarjij bent ook zoo
gewoon!" „Nu, ik moet naar mijn werk, 't
is al weer bijna tijd voor me. Tot Zondag
dus?" „Ja, tot Zondag, tenminste't Is
mogelijk dat ik er nog voor den tijd uitknijp,
dan bel ik nog wel even!"
M. B.
Ditmaal gaan we onzen sportieven echtge-
noot of grooten zoon eens verblijden met een.
waarlijk onverslijtbare sportceintuur, waar
aan een beurs en een zakje voor horloge of
kompas bevestigd zijn.
Een stevige leersoort en een dito voering zijn
hiervoor vereischt. Het model is gemaakt van
naturel varkensleer en gevoerd met gladde
skiver in dezelfde tint. Varkensleder is oer
sterk, doch tamelijk prijzig, men kan echter
ook rundleder nemen, dat in een brume tint
het mooist zal voldoen. Men kieze een afste
kende kleur touw voor het stiksel, voor een
lichte riem bruin of zwart, voor een donkere
kan men het best de gewone touwkleur ne
men. In laatste instantie zal de wensch van
den toekomstigen bezitter wel den doorslag
geven.
Overgooier met broekje
(1 tot VA jaar).
Deze week een onverslijtbare heerensportriem
GEZELLIG EN
PRACTISCH
We hebben het volgende noodig:
a. een strook varkensleer, breed 3y2 cM. x
taillelengte, vermeerderd met 15 cM.
b. 2 stukken leer 10 x 7J/2 c.M. voor het hor
logezakje; 1 stuk leer 10 x 10}4 cM. en een \an
10 x 7 1/2 c.M. voor beurs, voorts nikkelen
gesp, eenige drukknoopen, een strook voering-
leer en touw.
Instrumenten:
Revolvertang, waarin een ponspijpje van 1
mM. Deze laatste is los verkrijgbaar en kan
op de plaats van een minder gebruikelijke
maat ingezet worden. Verder een maasnaald
met stompe punt.
Werkwijze
We teekencn de riem direct op het boven
leer, eventueel twee stukken, die met een
puntje in den rug op elkaar gezet worden.
Wie goed met een leermes kan omgaan snij de
het leer langs een liniaal, echter geen ijzeren,
daar deze op ongeverfd leer vlekken kan ver
oorzaken. De tafel, waarop men snijdt, moet
volkomen vlak zijn, anders loopt het leer on
der de liniaal weg. Wil men dit leer knippen,
dan dient men een scherpe, groote schaar te
gebruiken en de bladen van de schaar onder
het knippen nooit geheel te sluiten.
De overige patronen worden, 11a op ware
grootte geteekend te zijn, iets ruimer uitge
knipt en op de lijnen doorgeprikt en via de
prikjes uitgeknipt.
Doordat we zwaar leder gebruiken, dat
meestal een behoorlijke achterzijde heeft, be
hoeven we alleen de riem maar te voeren. We
knippen de strook voeringleer aan beide zij
den ong. 1 cM. breeder en plakken deze niet
ineens, doch stukje voor stukje met rubber-
lijm. (Bovenleer aan de achterzijde insme
ren). Bij het'aandrukken van de voering met
een schoon doekje trekken we het voering-
leer een weinig strak, waardoor de ronding al
min of meer in de riem komt.
Nu maken we met de tang de gaatjes voor
het stiksel, ongeveer 3 op 1 cM. en werken het
stiksel met een heen en teruggaande rijg-
steek, terwijl we door altijd op dezelfde wijze
in te steken zorg dragen dat het werk regel
matig wordt.
Nu de beurs en het horloge-zakje Met een
weinig colofix plakken we de randjes van de
deeüen, die op elkaar komen even vast en ma
ken vervolgens de gaatjes. De plaats van de
beide voorwerpen op de riem wordt vastge
steld en de gaatjes van de zijkanten door en
door gemaakt Met het werken van het stiksel
zetten we dus gelijkertijd beurs en zakje op
de riem vast. Het staat zeer netjes, als beiden
Uiterst moeilijk parket voor
een beleefd man
In vind het een afschuwelijk schouwspel,
jonge, krachtige mannen in de tram te zien
zitten, terwijl dames staan. Mijn vader heeft
me nu eenmaal opgevoed in de rotsvaste
overtuiging, dat het een volstrekte eisch van
beleefdheid voor een man is, om op te staan,
zoodra een vrouwelijk wezen de volle tram
wagen betreed.
Maaronlangs isme t volgende over
komen: ik zat op mijn hoekplaatsje las de
krant. De wagen begon vol te loopen. Een jong
meisje kon geen plaa/ts meer vinden. Ze was
nog buitengewoon jong; zoo'n meisje, waarbij
je niet recht weet, of je nog „je" mag zeggen
of al met „u" moet beginnen.
Nu ja, dacht ik, 't kan geen kwaad als die
eens een poosje staat, 't Is nog half en half
een kind.
Bij de volgende halte kwam weer een jong
meisje de traim in, maar nu eentje, waarbij
het kinderlijke „je", door een vreemde uit
gesproken, hem een oorvijg zou hebben be
zorgd. Ze was zoo ongeveer 22 jaar oud. Maar
de mode is op 't moment zóó flatteus en zóó
slank, dat bij den eersten, vluchitigen blik
het verschil tusschen het zestien- en het 22-
jarige meisje tot een ietsje of een nietsje in
eenschrompelde
Eigenlijke moest ik voor deze dame op
staan. Maar.
paar kleine strookjes leer, vastgemaakt aan
de riem achter het zakje en de beurs. Aan
het uiteinde daarvan zetten we een drukknoop
en deze kleine riempjes worden door de lus
sen gehaald. Op de voorzijde mag daarvan
niets zichtbaar zijn
Aan het uiteinde, waar de gesp komt. ma
ken we 3 cM. van het eind in het midden een
gat, waardoor de doorn van de gesp gestoken
wordt. Vastmaken met een rijtje stiksteken,
waarvoor eerst weer gaatjes geknipt worden.
Aan het andere eind worden op gelijke af
standen eveneens eenige gaten gemaakt.
De drukknoopen worden op de bekende,
reeds eerder beschreven wijze* aangebracht;
het ringetje voor de horloge-ketting kunt u
zelf wel met een ringtang inzetten, doch het
lijkt mij eenvoudiger, dit even door den
schoenmaker of leerhandelaar te laten doen.
Dit instrument gebruikt u n.l. slechts zelden.
Tenslotte hopen we dat u met dit practische
heerencadeau eer zult inoogsten!
MARGOT VAN CAPELLE-VAN BUUREN
Ditmaal plaatsen wij een weekmenu, dat
weinig bewerkelijk is en dus-dienst kan doen
voor een vacantieweek, thuis doorgebracht.
Zondag.
Schotel van ham, bloemkool en aardappelen.
Karnemelkqudding.
Maandag.
Bloemkoolsoep.
Kaasipannekoek.
Dinsdag.
Spinazie met spiegeleieren.
Aardappeen.
Kruisbessenmoes.
Woensdag.
Pikante roereieren.
Komkommersla.
Kersen.
Donderdag
Groentesoep.
Beschuit met aardbeien.
Vrijdag.
Stoofpaling.
Aardappelsla.
Zaterdag
Macaroni met gestoofde tomaten.
Wentelteefjes.
precies boven de vouw in de pantalon zitten. iyiaai"zouden de menschen dan niet
Een bezwaar is, dat de riem niet door de op 1 denken: /Vreemd, bij de eerste bleef hij
de broek aangebrachte lussen gehaald kan bitten, de tweede dame bevalt hem zeker beter,
worden, doch dit wordt verholpen door een 'en eigenaardig soort van beleefdheid'
Dus bleef ik zitten. Ik verborg m'n neus
in de krant en deed net, of ik niets merkte
van wat er om me heen gebeurde en handelde
dus net zóó als al die jonge, krachtige mannen,
die ik uit den grond van mijn hart veracht!
En toen stapte er wéé>r een dame in. We
boften erg dien dag, want ook deze dame was
jong en knap. Ze zal ongeveer dertig jaar zijn
geweest. Voor haar moest ik natuurlijk op
staan. Maarbedacht ik opeenszou
ik haar daarmee niet beleeddgen? Zou het
geen duidelijke aanwijzing zijn, dat ik onder
scheid maakte tusschen haar en de 22-jarige?
Wie weet. of ze tot op den huidigen dag niet
gedacht had, dat ze er minstens zeven jaar
jonger uitzag! Verstoorde ik geen illusies?
Dus bleef ik nog altijd zitten. Maar ik leed
er vreeselijk onder. Ik hoopte in stilte op een
matrone hoe ouder hoe beter!
Maarhet noodlot wilde het anders: er
trad een vlotte dame van 36 binnen, die ik nu
de intelligente lezeres heeft dit onmiddellijk
begrepen! natuurlijk met het dbg op ver
gelijking met een 30-jarige mijn plaats ook
niet kon afstaan.
Vier dames stonden nu om me heen, ten
minste als ik het meisje van 16 als „dame"
meetelde. Ik begon hét zéér benauwd te krij
gen. Eindelijk vond ik een uitweg. Ik stond
„zoomaar" op en ging op het achterbalkon.
Van daaruit speurde ik naar mijn verlaten
plaats en haar verder lot. De 36-jarige deed,
alsof ze heelemaal niet merkte, dat er een
plaats was vrij gekomen. De 30-jarige maakte
een uitnoodigend gebaar tot de 22-jarige. Deze
bedankte glimlachend.
En eindelijk ging het piepjonge ding, van
wie ik nieit geweten zou hebben of ik „je" of
„u" moest zeggen, op mijn plaats zitten.
Dit kleedingstuk is gebreid van rose frotté-
wol en versierd met lichtgroene bloemetjes
op pasje en zakken. Pennen no. 3.
We zetten voor den rus 75 st. op en breien
eerst 6 pennen gerstekorrel. Nu breien we
nog 75 pennen in tricotsteek, dit is lpen
recht, lpen averecht. In de volgende pen
minderen we al door deze la. 2r. tezamen
te breien; er blijven dan nog 50 st. over. We
breien nu met gerstekorrel verder, en na 6
pennen minderen we aan weerszijden 4 st.
af voor het armsgat. Nu breien we nog 21
pennen verder met gerstekorrel en kanten
dan in het midden 18 st. af voor den hals.
De overige 12 st. aan weerszijden breien we
5 pennen op en kanten dan af.
Voor het voorpand zetten we 80 st. op en
breien 't begin als boven. Bij den mindering-
toer. dus na 75 pennen tricotsteek, minderen
we in het midden 5 st. meer zoodat er ook
weer 50 st. overblijven. De ruimte van voor is
dan iets meer dan van achteren. We vervolgen
nu net als bij den rug.
Voor de zakjes, die in gerstekorrel gebreid
worden zetten we 20 st. op. We breien nu 23
pennen en dan nog 3 x om de pen voor en
achter 2 st. te zamen. Het zakje loopt dan
eenigszins rond.
Nu borduren we het pasje en de zakjes met
kleine bloemetjes en voordat we het zakje er
op naaien, rimpelen we het eerst aan drie
kanten in. Na het opnaaien komt het hierdoor
eenigszins bol op het jurkje te zitten.
We naaien het jurkje dicht en sluiten de
schoudertjes met kleine knoopjes. Het over-
gooiertje kan gedragen werden over een wit
truitje of bij warm weer zonder iets.
BROEKJE.
Voor de broek zetten we 60 st. op en
breien eerst 4 pennen 2 r. 2 a. Nu maken
we om de 4 st. een gaatje en breien dan weer
4 pennen 2r. 2a. We breien nu 60 pennen in
tricotsteek en minderen nu bij elke pen
voor en achter een steek. Als er nog 30 st.
over zijn beginnen we in omgekeerde volgorde
n.l. door nu bij elke pen voor en achter er
een steek bij te maken tot er weer 60 st. op
staan. Nu breien we den achterkant als den
voorkant en kanten af.
Voor de pijpjes nemen we de steken aan de
schuine kanten op (40 st.) en breien daar 6
pennen 2r. 2a. Hierna naaien we de zijkanten
dicht.
Door de gaatjes rijgen we een een elastiek
en het complét is klaar.
»Sp.Th.
Karnemelkpudding.
Benoodigdheden: L. karnemelk, 2 citroe
nen, 2 ons suiker, 10 a 12 bladjes gelatine,
waarbij 2 roode.
Bereiding: De gelatine in ruim koud water
weeken, tot ze slap is. Daarna uitknijpen en
in pl.rn. Vz kopje water oplossen. De suiker
toevoegen en laten en-smelten, het citroensap
gezeefd er bij gieten en als alles wat afge
koeld is bij de karnemelk doen. De pudding
massa onder af en toe roeren laten staan
tot ze dik begint te worden. Dan overdoen in
den omgespoelden vorm en opdienen met
eustardsaus.
Macaroni met gestoofde tomaten.
5 ons macaroni, 1 K.G. tomaten, 1 ons
boter of vet, peper, zout, 1 ons geraspte kaas.
Bereiding: De macaroni in stukjes breken,
en gaar kok-en in ruim water met zout (Vz
uur).
De tomaten overgieten met kokend water
en in plakken snijden. Ze bestrooien met
peper en zout. De macaroni en de schijven
tomaat laag om laag in een schotel leggen.
De kaas er tusschen strooien en de Uoter in
kleine stukjes er tusschen verdeelen. Den
schotel dichtgedekt oip 'n zacht vuur of in den
oven zetten, tot de tomaten gaar zijn )pl.m.
15 minuten).
Kaaspannekoek.
4 eetlepels, bloem.
4 eetlepels melk,
2 eieren,
ons kaas in blokjes gesneden.
Boter.
Wat zout.
Roer de bloem met de eidooiers en de melk
met iets zout tot een gladde massa, voeg het
stijfgeklopte eiwit voorzichtig er bij, smelt de
boter in de koekepan en schep het mengsel
erin. Verdeel de blokjes kaas, druk ze in het
deeg en bak de koek aan beide kanten mooi
bruin en gaar.
Een praatje over kaas en haar
voedingswaarde.
De bereiding van kaas uit melk is werkelijk
al heel oud. Werd vroeger door de boeren de
typische Goudsche-, Edammer- en Leidsche
kaas gemaakt tegenwoordig heeft men in ons
land verschillende groote kaasfabrieken, die
deze en nog meer soorten kaas maken.
Kaas moet, evenals melk, gerekend worden
tot de voedingsmiddelen, die in een Hollandsch
gezin eiken dag op tafel moeten komen.
Wat de samenstelling betreft, hoort kaas tot
de eiwitrijke voedingsmiddelen, Veel vet bevat
kaas dan alleen, wanneer ze van volle melk, of
van melk, waaraan room is toegevoegd, ge
maakt is. Oppervlakkig kan men dit niet aan de
kaas zien, maar gelukkig zijn er de verplichte
kaasmerken, die precies de waarde van de
kaas aangeven wat het vet betreft en daar de
hoeveelheid vet voornamelijk den prijs bepaalt,
wordt voorkomen, dat men voor magere kaas te
veel betaalt. Wordt kaas van volle melk ge
maakt dan staat er op W 45 pet vet. Wordt
kaas van melk gemaakt, die ontroomd is, dan
staat er op 40+ 30+ of 20+ naar gelang er
meer of minder vet van de melk waar de kaas
van gemaakt is, verwijderd is. Voor deze soor
ten moet dus minder betaald worden. Verder
bepaalt de ouderdom den prijs van de kaas.
Laat men de kazen liggen, dan drdgen ze in en
komt er door het „rijpen" een pikante, soms
scherpe smaak aan. De risico van het bewaren
en het gewichtsverlies maken de kaas duurder.
Het uiterlijk van jonge kaas bedriegt wat het
vetgehalte betreft.
Bevat kaas minder vet, dan neemt het eiwit
gehalte percentsgewijs toe. Magere kaas rekent
men dus tot de goedkoope eiwitrijke levens
middelen.
Gebruikt men aan de koffietafel graag de
volvette kaas bij warme gerechten zijn de ma
gere soorten op hun plaats Warme schoteltjes
met macaroni, rijst, roereieren, e.d. zijn het best
te maken met niet te jonge kaas van 30+ en 40
Bovendien kan kaas het vleesch in onze maaltij
den nu en dan vervangen. Gebakken aardappe
len met kaas (de in blokjes gesneden kaas na
het bakken door de aardappelen schudden)
aardappelpuree met geraspte kaas en kaaspan-
nekoeken zijn voedzame gerechten. Geraspte
kaas door aardappelsoep, bloemkoolsoep, e.d.
maken de soep voedzaam en pikant
Behalve de reeds genoemde voedingsstoffen
bevat kaas nog verschillende zouten en vita
minen, die ook in de melk voorkomen.
Het is een levensmiddel, dat niet vervalscht
kan worden en waar niet mee kan worden ge
knoeid, en dat ook niet vlug bederft. Alleen is
het 's zomers niet geraden, veel kaas tegelijk in
huis te nemen. In de meeste winkels of pakhui
zen is ze beter bewaard d^n in de dikwijls niet
,zoo goede kelders van onze huizen.
•Land cn volk van Atjeh.
Bij de N.V. Hollandia-drukkerij te Baarn
is een boek verschenen getiteld: „Land en
volk van Atjeh vroeger en nu", geschreven,
door J. Jongejans, oud-resident van het Ge
west Atjeh en onderhoorlgheden.
In een voorwoord getuigt Dr. H. Colijn met
belangstelling en bovendien met genoegen van
dit boekwerk te hebben kennis genomen. Deze
beschouwing van land en volk, aldus Dr.
Colijn, welke ongetwijfeld ertoe kan bijdragen
om con beter oordeel over het gewest en zijn
bewoners te verkrijgen en veelal heerschende
verkeerde voorstellingen daarvan weg te ne
men, kan ik ter ganscher harte ter lezing
aanbevelen. Hier is overeenstemming tusschen
woord en werkelijkheid.
De heer J. Jongejans behandelt eerst de ge*
schiedenis van Atjeh. Vervolgens worden het
Atjehsche volk in het algemeen en het Atjeh-
sche gezin in het bijzonder onder de loupe
genomen.
Het gewest wordt ook economisch bekeken
Andere hoofdstukken zijn gewijd aan het
onderwijs, het bestuur en de geestelijkheid
en het leger. Het werk is met vele fraaie
foto's en verklarende kaarten geïllustreerd.
JONGENSBOEKEN.
„Karei lost het op" door N. K. Bieger.
Geïllustreeerd door Pol Dom. Alk
maar, Gebr. Kluitman.
In de serie „De 4 Jaargetijden" verscheen dit
boek, dat ons de avonturen verhaalt, die
vader en moeder Vandebosch en hun kinde
ren Karei en Ineke beleven, wanneer ze hun
vacantie op de Veluwe te Heidehoeve door
brengen. Een waardevol» document, toebehoo-
rend aan den heer Van den Sprong verdwijnt
en Karei weet dit raadsel tenslotte op te los
sen. Ook het in aanbouw zijnde Boschbad
speelt daarbij een belangrijke rol. Voor jon
gens van 8—12 jaar
„De zoon van Joost Perlemoer" door
S. Franke. Geïllustreerd door Nancy
Schotel. Uitgave Gebr. Kluitman te
Alkmaar.
Dit boek beschrijft den avontuurlijken tocht
van Harlekijn op weg naar geluk en waaruit
de conclusie wordt getrokken, dat het geluk
in je zelf en in je werk ligt. Het geheel doet
sprookjesachtig aan, waardoor het juist voor
wordt en waartoe ook de knappe illustraties
van Nancy Schotel veel bijdragen. Voor jon
gens en meisjes van 710 jaar.
„Strijd of berusting" door Ebba Pauli. Uit het
Zweedsch, vertaald door N. Basenau-Goemans,
Zeist, Uitgeverij Ploegsma.
Dit boek van de bekende schrijfster van „De
Kluizenaar" is een boek voor gezonden en zie
ken. De schrijfster heeft zich verdiept in het
probleem van het menschelijk lijden en in den
strijd om te komen tot het geloof. 1