Avontuur in Venezuela
Dr. H. Colijrt terug in zijn woning aan de Stadhouderslaan te den Haag na het onderhoud met
H. M. de Koningin, dat hij Vrijdag op den Ruigenhoek had
Tot besluit van zijn tweedaagsch bezoek aan Zuid Limburg bezichtigde Z. K. H. Prins Bernhard Vrijdag de Staatsmijn Maurits
te Lutterade. De Prins inspecteert de reddingbrigade. Inzet: na een ondergrondsch bezoek van twee uur
- ■■■- sssmm.
Doodvermoeid arriveert Vietto in het
stadion te Toulouse, na het bezit van
de gele leiderstrui in den Tour de France
met succes verdedigd te hebben
Tegenover het paleis op den Dam te Amsterdam wordt
weder een monumentale versiering opgericht in verband
met de aanstaande blijde gebeurtenis in het Prinselijk
Gezin, waarbij de Dam weer het middelpunt van feestelijke
manifestaties zal zijn
Journalisten tracht
ten tervergeefs iets
te weten te komen,
toen dr. H. Colijn
Vrijdag een lang
durig bezoek aan
H. M. de Koningin
opden Ruigenhoek
bracht. De wagen
reed door
lilted
Zwaar werk in den Tour de France. De Belg Vissers
in actie bij het beklimmen der steile hellingen in de
étappe Pau-Toulouse
De Spoorwegtentoonstelling te Amsterdam in aanbouw. 168 jonge werkeloozen zijn
hierbij te werk gesteld. Het emplacement in wording
De Kaagweek is Vrijdag begonnen met de eerste wed
strijden. Er was weinig wind. Een der regenbogen in actie
t-
FEUILLETON
Naai het Amerikaansch
R. H. DAVIS.
(Nadruk verboden.)
8)
In het hotel vond hij Peter verlangend op
ciem wachten en na zich in hun kamer te heb
ben opgesloten, hielden de twee samenzweer
ders krijgsraad. Uit wat de consul zich had la
ten ontvallen, waren Roddy een paar dingen
die hij niet wist, duidelijk geworden. Alvarez
had de Forrester Construction Company, of
liever, zijn vader, niet betaald voor het werk
dat zij in die twee jaar hadden gedaan. Zijn
vader had zich, om zijn geld te krijgen, inge
laten met een of ander plan om Alvarez ten
val te brengen en iemand die zich zou houden
aan de vroegere overeenkomst, in zijn plaats
president te maken. Die „iemand" zou Rojas
kunnen zijn, maar het zou ook een ander
kunnen wezen. Want zooals Peter opperde:
de Construction Company zou misschien lie
ver een candidaat naar den presidentstitel
steunen, die, al was hij dan niet zoo gezien bij
de bevolking van Venezuela, vermoedelijk
meer geneigd was het oor te leenen aan de
wenschen van de F. C. C. Ze zou misschien ook
de voorkeur geven aan iemand, die jonger
was dan Rojas. iemand die gemakkelijker on
der controle gehouden kon worden, waar
schijnlijk ook iemand, die een beetje minder
geweten had! Bovendien zou de F. C. C. waar
schijnlijk een candidaat steunen, waarmee
ze dn9olijks voeling kon houden en niet een
man die, ai mocht hij eens de afgod van het
volk zijn geweest, in de laatste twee jaar be
graven was geweest in een muffen kerker,
van ieder contact met de buitenwereld afge
sloten. Hoe langer zij over de kwestie spra
ken, hoe meer zij ervan overtuigd waren, dat
Rojas niet de man was voor wie de F. C. C. dit
complot op touw had gezet.
Als Rojas niet door de F. C. C. is uitgeko
zen, redeneerde Roddy, zal 't hun niets kunnen
schelen of hij vrij is of in de gevangenis zit.
Maar als Rojas wèl de candidaat is die door
vader gesteund wordt, hoe eerder hij dan uit
de gevangenis is, hoe beter. In elk geval voeg
de hij er bij met het luchtige fatalisme van
iemand, wiens besluit is genomen, als het
mijn vader twee millioen dollar moet kosten
omdat jij en ik een ouden man gaan bevrij
den, dan moet hij in hemelsnaam die twee
millioen dollar er maar voor over hebben. Hij
heeft genoeg te eten!
En na tot deze conclusie te zijn gekomen,
stelde Roddy voor dat zij als onschuldige toe
risten de stad zouden gaan verkennen en van
de verte uit probeeren zouden een indruk te
krijgen van het huis van Senora Rojas. Dus
huurden zij een rijtuig en zeiden den koetsier,
dat ze de belangrijkste dingen van de stad
wilden zien.
Maar er zijn in Willemstad heelemaal geen
belangrijke dingen, monumentale gebouwen
of zoo iets. Het is de stad zelf, die beziens
waardig is. Er is geen tweede haven in de heele
wereld, die op Willemstad lijkt. De stad is klein
en dicht op elkaar gebouwd. Er is 'n popperig
gouvernementspaleisje. De stad is geverfd in
alle primaire kleuren en al valt er in Curasao
zelden of nooit regen, zij is altijd zoo schoon
alsof er een minuut geléden een voorjaarsre
gentje op was gevallen en zij daarna in de
zon te drogen was gelegd. De Sint Annabaai,
de haven van Willemstad, heeft meer van een
kanaal dan van een baai. Als er een schip bin
nenvaart, kan de kapitein van de brug af on
geveer zien wat de menschen in de huizen
aan alle twee de kanten voor ontbijt op tafel
hebben. De huizen konden precies zoo aan de
grachtjes van een kleine Hollandsche stad
staan. Ze hebben hetzelfde puntige dak, de
zelfde trapgevels en net zooveel verdiepingen.
Maar ze zijn geverfd in de kleuren van het
tropische Spaansch-Amerïka, rose, geel en
helblauw.
Er zijn eigenlijk twee steden: Willemstad
en, door bruggen ermee verbonden, Otra-
banda. Aan den kant van Willemstad liggen
de schepen en daar kan men, van het dak van
de stoomboot op zijn gemak converseeren met
de politieke bannelingen op de balkons van
het hotel Commercial. De straten zijn smal en
precies als vroeger in een Hollandsch stadje
geplaveid met ronde, on wezenlijk-zindelijke
keisteenen. Willemstad is inderdaad de
schoonste haven van West-Indië, het is de
Vlekkelooze Stad van de tropen.
Achter de stad liggen de sinaasappel-plan-
ges en het gewone ritje is van Willemstad
uit tusschen die sinaasappeltuinen door en
om de binnenhaven het Schottegat naar
Otrabanda en dan weer terug over de ophaal
brug naar Willemstad. Het is een tochtje van
goed twee uur en Roddy en Peter vonden het
verrukkelijk. Ongeveer drie mijl buiten Wil
lemstad kwamen ze langs het vroegere huis
van een rijken Spaanschen planter, dat nu
een restaurant geworden was en Café Du-
crot heette. Er is maar weinig schaduw op Cu
rasao en ae twee jonge mannen doken de
schaduw van den hoteltuin in of het een koel
bad was. Onder sinaasappelboomen en wijd
uitgespreide palmen, bloeiende heesters en
wild-dooreengegroeide wingerd liepen zij over
met kiezel bestrooide paden en zij raakten ten
slotte den weg kwijt in dien doolhof van we
gen.
Het is de betooverde tuin van de slapende
prinses, zei Peter, en daar heb je haar sla
pende dienaren, voegde hij er bij, wijzend op
de twee kellners, die vredig lagen te sluime
ren, hun armen steunend op de marmeren
bladen der tafeltjes.
Het leek harteloos om ze wakker te maken
en de twee vrienden zetten hun onderzoekings
tocht voort, tot zij een statig, onregelmatig ge
bouwd buitenhuis vonden, waar een pracht-
type van een hotelier, die wel zóó uit een too-
neelstuk leek weggeloopen, zich voortdurend
vergenoegd in de handen wreef en hun echte
Hollandsche jenever voorzette.
We moeten dat café Ducrot onthouden, zei
Roddy, toen ze verder reden. Het is zoo heer
lijk rustig.
Later herinnerden ze zich die woorden en
moesten er hartelijk om lachen.
De weg liep nu verder tusschen hooge strui
ken en geknotte boomen, die wel aan beide
kanten van den weg schaduw gaven, maar
niet op het middengedeelte. Daarna maakte
de weg een bocht naar Otrabanda en ging ver
der over de rots, die uit zee oprijst.
Aan de oostzijde van den weg stonden villa's op
grooten afstand van elkaar en omringd door
mangroves en andere stevige planten, die ge
hard waren tegen den zeewind.
Als we den koetsier laten vertellen, fluLs-
terde Roddy, wie in elk van die huizen woont,
zal hij niet op het idee komen dat het ons om
iemand in het bijzonder te doen is.
Dus wedijverden zij met elkaar in bewonde
rende uitroepen, telkens als zij langs een
villa kwamen. En de koetsier, wiens plaatse-
lenke trots hoe langer hoe meer opgewekt
werd, vertelde hun den naam van den bewo
ner en de geschiedenis van elk huis.
Toen hij een geheel wit gepleisterd huis
met groote witte pilaren die omhoog rezen tot
aan het platte dak, naderde behoefde hij geen
aanmoediging meer; hij bracht met een air
van gewicht de paarden tot stilstand en wees
met zijn zweep.
Dat huis, zei hij, is van Senora Rojas.
Hoewel het huis zeker honderd meter van
den weg afstond, sprak de neger op fluiste
renden toon, alsof hij bang was gehoord te
worden. Maar er was óók iets eerbiedigs en
plechtigs in zijn stem.
Het, is de mevrouw van Generaal Rojas.
Hij een groot Generaal is, meneer, en nou
hij in de gevangenis gezet is. President Alva-
rez, hij dat Generaal Rojas in de gevangenis
gezet heeft, beneden in de water en hij hem
aan de rots gebonden heeft en de mevrouw
verbannen heeft. President Alvarez hij een
heel slecht man is, Eiken dag om zes uur die
Sievrouw en de jonge dames, zij staan op die
rots en bidden voor dat Generaal Rojas. U
wilt mij u hier laten brengen om zes uur,
polste hij minzaam, om dames te zien bid
den?
Geen sprake van! riep Roddy veront
waardigd uit.
Maar Peter, tactvoller, gaapte en bewoog
zich ongeduldig. Ik sterf van den honger, ver
klaarde hij. Laten we opschieten, koetsier.
Om geen vermoedens te wekken reden ze
bijna tot aan de buitenwijken van Otrabanda
en toen verklaarde Roddy plotseling dat hij
weer terug wilde gaan eten in café Ducrot.
Waarom moeten we in een gloeiende eet
zaal eten?, vroeg hij zoo luid, dat de koetsier
het hooren moest, als we het onder de sinaas
appelboomen kunnen doen?
Peter stemde toe, maar schijnbaar met wei
nig enthousiasme.
- Doe maar, waar jij zin in hebt, zei hij.
Voor mijn part mag je onder welken boom je
wilt eten, desnoods onder een galg.
Voor den tweeden keer reden ze langs Casa
Blanca en hun oogen namen het van onder
tot boven op, al schenen ze geheel vervuld
met de samenstelling van een uitgebreid me
nu. Nu de koetsier hen niet zag, konden zij de
gesteldheid van de ingangen, van de door
ijzeren staven beschermde ramen en van het
terras van zwart en wit marmer opnemen. Ze
merkten den vleugel op, die gebruikt werd als
stal voor de rijtuigen en paarden en wat van
meer belang was, zij zagen dat een leuning
over den rand van den rots naar beneden
liep, waar waarschijnlijk een aanlegsteiger
(Wordt vervolgd.)