Tücuvtmee IÊM VELSEN IJ M UID E N <EN €©10 Jmümci MÉTS JE M DE ZWAVELSTOKKEN WATERPOLO Intrede Ds. L. Lagerweij. Nieuw beroepen predikant der Nederl. Hervormden. Na gistermorgen in het dienstwerk te zijn bevestigd en ingeleid door Ds. L. de Boer, Hervormd predikant te Scheveningen, heeft Ds. L. Lagerweij in den middag dienst zijn intree-predicatie gehouden. Het kerkgebouw was bij deze gelegenheid tot in alle hoeken bezet. Behalve predikanten en kerkeraadsle- den uit de omliggende gemeenten waren ook aanwezig' Ds. Swiep van de Chr. Gereformeer de gemeente, bestuursleden der Ned. Herv. Evangelisatie Santpoort en burgemeester Mr. M. M. Kwint. Nadat Ds. Lagerweij door den Consulent der gemeente, Ds. Callenbach en zijn bevesti-' ger Ds. de Boer, naar den kansel was geleid werd de dienst aangevangen met het zingen van Ps. 69 16 en 17. Na gebed en voorlezing van de geloofsbelij denis werd voorgelezen Rom. 10. Hierop werd nogmaals gezongen Ps. 27 3-5, waarna Ds. Lagerweij zijn predicatie begon naar aanlei ding van Rom. 10 17. Met beschroomdheid des harten is het, zeide Ds. Lagerweij, dat ik in het midden der gemeente mijn predicatie begin. Dit, omdat er zooveel van een prediker verwacht wordt en de verwachtingen van zoo uiteenloopenden aard zijn. Hij voor zich heeft geen vast program. Hij hoopt dat men niet veel van hem zal verwachten. Wat gepredikt moet worden is de waarheid van Gods woord. Het kómt niet aan op een mooie rede of schoone woorden. De prediker, geroepen om de gemeente te leiden, kan dit alleen doen door Gods woord. Dit woord veroordeelt het werk T,an menschen. Het is echter het eenige, dat de vastgeloopen wereld noodig heeft. Dit woord spreekt van God tot een wereld die in het booze ligt. Dit woord spreekt ons van de liefde van God die den goddelooze wil recht vaardigen. Daarom komt in de prediking van het woord altijd weer naar voren: het op recht geloof in Jezus Christus. Het geloof in Christus is een levensvraag. Dit geloof moet worden gepredikt. Dit geloof komt tot ons door het woord, dat al het werk van menschen veroordeelt. Het spreekt ook van genade. Het geloof dat zich stelt boven alle beginselen en leuzen der menschen, is wat den mensch rechtvaardigt voor God. Nadat Ds. Lagerweij zijn predikatie had ge houden sprak hij eenige woorden van ge dachtenis over wijlen Ds. Swaan wiens plaats vervanger hij thans is. Zijn werk, zegt Ds. La gerweij, zal in deze plaats niet vergeten wor den. Een dankbare herinnering aan hem leeft nog voort in veler harten. Toen de predikant den wensch uitsprak dat God Zijn weduwe en kinderen nabij mag blijven stonden de aan wezigen op om in een kort ©ogenblik wijlen Ds. Swaan te herdenken. Vervolgens herdacht Ds. Lagerweij Ds. Erd- man, die wegens ongesteldheid verhinderd was deze dienst bij te wonen. Spreker wensch- te dat Ds. Erdman weer spoedig hersteld mag zijn en hij zijn dienstwerk, dat hem lief is, mag aanvaarden. Tot Ds. de Boer werden dankwoorden ge sproken, dat deze als bevestiger Ds. Lagerweij tot zijn werk heeft willen inleiden. Dit is reeds de tweede maal dat Ds. de Boer aan Ds. Lagerweij dezen dienst heeft willen bewijzen. Vervolgens richtte Ds. Lagerweij woorden van dank tot Ds. Callenbac-h voor den arbeid, ver richt !als consulent der. gemeente en dat hij aan Ds. de Boer de gelegenheid heeft willen afstaan als bevestiger te kunnen optreden. Hierna bracht de nieuwe voorganger dank aan den Ring Haarlem voor de goede hulp, verleend tijdens de vacature. Als jongste col lega in den Ring riep Ds. Lagerweij tevens de hulp in van zijn collega's. Ook mede namens zijn vrouw, zeide Ds. Lagermeij, dank aan de kerkelijke gemeente voor de vriendelijkheid waarmee deze hun tegemoet is gekomen en de ontvangst hun bereid. Ds. Lagerweij hoop te, dat de band van eenheid des Geestes steeds tusschen hem en de gemeente gevon den mag worden. Zich richtende tot den burgemeester dankte Ds. Lagerweij dezen voor zijn tegenwoordig heid. Hierin zag hij tot zijn blijdschap dat er een band is tusschen de kerk en de gemeente lijke overheid. Zich tot de gemeente wendende, zeide hij, dat men het niet van elkander moet verwach ten. Gaarne wil spreker bijstand verleenen waar zich moeilijkheden of vragen voordoen. Hij hoopte dat men zal leeren elkander te dragen en verdragen. Het is voor hem een blijdschap om in dit schoone kerkgebouw het Evangelie te mogen prediken. Wederzijds hoopte Ds. Lagerweij, dat het de gemeente eveneens een blijdschap mag wezen den dienst in het mooie kerkgebouw bij te wonen. Aan het einde richtte Ds. Lagerweij zich tot eenige vrienden uit zijn vorige gemeente te Tuil en 't Waal die zich de moeite hadden ge troost, dezen dienst bij te wonen. Hierna richtte de heer L. P. Tismeer zich namens den kerkeraad met een woord van welkom tot den nieuwen leeraar. Hij sprak zijn blijdschap uit over het feit. dat er weer een nieuwe leeraar in de gemeente is. Een vacature van een paar jaar is geen voordeel voor een gemeente. Vervolgens bracht de heer Tismeer onder de aandacht, dat de gemeente betrekkelijk jong is. Deze is nog maar 30 jaar. Hierbij memoreerde hij het werk van de eer ste predikanten, dat hij een zwaar werk noemde, een ploegen op rotsen. God heeft wasdom gegeven. Er is nog veel te doen, maar steeds zal men in dat werk weer de sporen van den arbeid der eerste predikanten vinden. Het werk der voorgaanden is niet tevergeefsch geweest. De heer Tismeer zeide, hiervan de bewijzen te kunnen aantoonen. Vervolgens wees spreker op de verscheidenheid der be volking. Ofschoon een moeilijke, 't is in IJmui den toch een eerlijke bevolking. De heer Tis meer eindigde met den wensch, dat Ds. Lager weij zijn nieuwe gemeente tot een zegen mag zyn. Ds. Hovy uit Wijk aan Zee sprak Ds. Lager weij toe namens het classicaal bestuur en zei de dat het bestuur altijd met belangstelling den arbeid in IJmuiden heeft gade geslagen. Hij hoopte dat God Ds. Lagerweij mdg ge bruiken tot bloei en zegen der gemeente. Met het voorlezen van een gedeelte uit Efeze I besloot ds. Hovy zijn toespraak. Ds. Callenbach, de consulent der gemeente, die hierop het woord woerde, stelde de vraag, of het een blijdschap voor de gemeente is, nu de nieuwe leeraar is gekomen. Veeleer vreesde hij dat velen, na de prediking te heb ben gehoord, over den prediker de vraag zul len stellen hoe men degen vindt. Zoo te spre ken is geen uiting van blijdschap Een feest dag is het dan, als men zich verblijdt dat het woord Gods weer door een eigen prediker ge bracht wordt. Vervolgens sprak hij over de moeillijkheden die zich in de gemeente kunnen voordoen, maar ook over de vele vrienden die er zijn. Verder wees Ds. Callenbach er op, dat toch uiteindelijk voor alles kracht bij God is te vinden. Aan het slot van zijn toespraak ver zocht hij den nieuwen leeraar staande Ps. J15 6 toe te zingen. fis. Lagerweij dankte hierop de sprekers, waarna hij nog het college van collectanten en den organist toesprak. Hierop werd de dienst geëindigd met het zingen van Ps. 123 1. Crematie H. H. Fenenga. Onder veel belangstelling heeft Zaterdag middag in het crematorium op Westerveld de crematie plaats gehad van het stoffelijk overschot van den heer H. H. Fenenga, hoofd- machinist van het stoomschip Salland, die op de thuisreis van Zuid-Amerika op 55-jarigen leeftijd was overleden. Aanwezig waren vele gezagvoerders en machinisten en vele oud gezagvoerders en machinisten van de Kon. Holl. Lloyd en andere reederijen, o.a. de heer A. Vreugdenhil te Driehuis, G. Doeksen, oud- technisch inspecteur van den Kon. Holl. Lloyd, W. J. Fournier, expert bij het stoom wezen alhier, W. J. Mets, directeur der Scheepsagentuur van Vliet en Co. alhier enz. De heer Vermeer, directeur van den Kon. Holl. Lloyd, wees op de tragiek van dit over lijden. omdat de overledene zijn laatste reis maakte en het vooruitzicht had van te gaan rusten. Lange jaren had hij de reeder ij ge diend en hij was een voorbeeld voor allen. Na mens de vroegere cn tegenwoordige directie bracht spr. hem hulde en dank. De kapitein van de Salland, de heer Ter Kley, dankte den overledene geroerd voor de lange jaren van samenwerking en zeide dat hij hem niet zou vergeten. De heer J. F. van Muylwijk sprak namens de Vereeniging van Scheepswerktuigkundigen, waarna tenslotte Ds. D. G. Hoevens, Evang. Luth. predikant te Amsterdam heeft gespro ken. Bij het dalen van de kist speelde de orga nist Wilt heden nu treden, uit de Valerius Gedcnckklank. De heer B. Fenenga, direc teur der Amst. Droogdok Mij. en broeder van den overledene, dankte voor de belangstelling. HAARLEMSCHE ORKEST VEREENIGING De Haarlemsche Orkestvereeniging geeft hedenavond een concert in de Gemeentelijke Concertzaal te Haarlem. De dirigent is Nico Verhoeff: de soliste is Hëlène Ludolph (so praan). Het programma bevat: Marche Ecossaise van Claude Debussy, 2 liederen van Nico Ver- hoeff, Pastorale van Dina Appeldoorn, Rhap- soldie Flamande van Albert Roussel en César Franck's eerste symphonie. Onbevredigende resultaten der haringvisscherij. In alle landen rondom de Noordzee is de aanvoer of de productie van pekel haring veel minder dan verleden jaar. Er kan natuurlijk eiken dag een verandering in den toestand der haringvisscherij ter zoute komen, maar wanneer deze verandering lang op zich laat wachten kan als vaststaand wor den aangenomen, dat zoowel in ons land als in Engeland en Duitschland de pekelharing productie aanzienlijk bij die van de laatste jaren ten achter zal blijven. Wat ons land betreft typeeren zich de tot nu toe bereikte resultatep het best daardoor, dat alle aan gevoerde haring door jagers is aangebracht. Dit is dan ook de reden, dat er veel licht ge zouten (groene) haring aan de markt komt, waardoor het prijsverschil tusschen deze ha ring en die welke zwaarder gezouten is, een prijsverschil dat aan het begon van de teelt zeer aanzienlijk was, thans zeer gering is. Uit de ons ten dienste staande gegevens om trent den aanvoer in de drie genoemde lan den blijkt, dat de aanvoer in ons land tot 21 Juli j.l. 31.000 kantjes bedroeg, tegen 23.000 kantjes in 1938 (het stakingsjaar) en c.a. 105.000 kantjes in 1937. In de Duitsche haringhavens bedroeg de aanvoer tot 14 Juli j.l. 30059 kantjes tegen 63,717 kantjes in 1938 en 162,650 kantjes in 1937 Er visschen thans 156 Duitsche loggers op «e haring, terwijl reeds bijna 100 trawlers op de versche haringvisscherij uit zijn in de Noor delijke vischgronden van de Fladen. Van deze .visscherij worden spoedig gunstige resultaten verwacht. Wat deSchotsche zomerharingvisscherij betreft ook de opbrengst daarvan staat aanzienlijk bij die van verleden jaar ten achter. In de Schot- sehe havens Aberdeen, Peterhead, Fraser burgh enz. en op de Shetlands bedroeg de aanvoer van 1 April tot 8 Juli 186.000 crans tegen 300.915 in 1938. De productie van pe kelharing blijkt ongeveer de helft te bedra gen van 1938 ui. 102.000 vaten in 1939 tegen 204.000 in 1938. De uitvoer bedroeg ruim 60.000 vaten tegen 99.000 vaten in 1938. Tegenover dezen veel geringeren aanvoer staat dat de prijzen beter zijn dan verleden jaar. Zoo bedroeg de aanvoer in Fraserburgh 37.000 crans met een opbrengst van 67.000 tegen 54.000 crans met een opbrengst van 74.000 in 1938. Voor Peterhead waren de cijfers: in 1939: 24.750 crans en 39.000, in 1938 40.000 crans en 49.000. Als de kinderen van scliool gaan.. Een hartelijk afscheid op School 3. Na sluiting van het leerjaar werden de leerlingen van de 7e en 6e klasse van school J, die de school gingen verlaten in het gym nastieklokaal vereenigd, teneinde aan hun af scheid van deze onderwijsinrichting een eenigszins plechtig karakter te geven. Voor deze bijeenkomst waren de ouders der leer lingen als mede de oudercommissie uitge- noodigd. waarvan zeer velen blijken van be langstelling hadden gegeven. Nadat het hoofd der school, de heer K. Faber, oudersc en kinderen welkom had ge- heeten. sprak de heer F. de Vries, onderwijzer in de 6e klasse, zijn leerlingen toe. Spreker wees er op, dat velen naar dezen dag mis schien verlangd hadden, maar die later nog dikwijls in hun herinnering zal komen, als het tijdstip waarop zij een prettigen tijd af sloten. Er zijn te samen wel eens minder aan gename oogenblikken doorgebracht, doch daarnaast vele mooie en schc-one momenten. De heer de Vries sprak den wensch uit, dat zij deze laatste niet zouden vergeten; dat allen in hun verder leven steeds het goede zouden betrachten en dat allen nuttige en waardige menschen in de samenleving zouden worden. Nadat de leerlingen Mina v. d. Starre een aardig gedicht had voorgedragen, Johanna Hilver een mooi nummertje op de piano ten beste had gegeven en de leerlingen der 6e klasse een zangnummer hadden doen hooren, nam de heer K. Faber het woord om zich tot zijn leerlingen te wenden. Ook deze spreker drukte zijn leerlingen op het hart, op het ingeslagen voetspoor voort te gaan. Hij herinnerde er aan, dat er hard gewerkt was geworden Dat er nu velen naar de H.B.S. en andere scholen gingen en dat er nu nog meer aangepakt moest worden; daar bij wees spreker op een onderschrift van een prentbriefkaart die de school van iemand had ontvangen, welk onderschrift luidde: „Werken kan men nooit te vroeg". Maar bovendien wekte hij hen op, daarnaast eerlijkheid, waar heidsliefde en trouw tot richtsnoer in het leven te nemen. Een lid der oudercommissie richtte ook nog even het woord tot de leerlingen om hen er op te wijzen, wat de onderwijzeressen en onderwijzers voor hen gedurende deze 6 of 7 jaren geweest waren en deed op hen een ernstig beroep, hun leermeesters niet te zoudt U Mijnheer een groter pleizier doen? is als CADEAU niet te versmaden. Door onze ruimte zijn wij in staat een zeer grote collectie te exposeren. Haarlem's speciaalzaak in LAMPEN en KRONEN Kruisstr 42-Tel. <0311 Copyright P. I. B. Box, 6 Copenhagen. Weer stak zij een zwavelstok aan. O, nu zat zij onder den mooisten Kerstboom, welke zij ooit gezien had. Hij was nog grooter en mooier dan de boom, die zij een jaar geleden had zien staan bij een rijken koopman, toen zij door de ramen van diens huis had gekeken. Duizenden lichtjes brandden tusschen de groene takken en mooie, gekleurde prentjes, zooals zij ze wel eens in boekwinkels had gezien, keken op haar neer. vergeten. Op ouderen leeftijd gekomen zou den zij beseffen wat zij aan hen te danken hadden. Namens de ouders bedankte hij hoofd en personeel der school voor alles wat zij in al die jaren voor de kinderen hadden gedaan. Hij bracht in herinnering, hoe moeilijk vaak de taak der onderwijzers is en hoe weinig waar deering zij dikwijls mochten ontvangen, zoo wel van ouders als anderen. Dat deze bij eenkomst gehouden werd en door zooveel ouders bijgewoond, was een teeken dat op de school een goede geest heerscht. Hierna werden de kinderen onthaald op gebak en limonade, waarna de heer Faber zich tot de ouders richtte. Hij herinnerde er aan, dat nu nog een tijdstip volgt, dat dikwijls zoowel voor kinderen als ouders zeer moei lijk is. Dat is n.l. de puberteïts leeftijd der kinderen, 'n leeftijd waarin de jongens oogen- schijnlijk ruw en onverschillig, de meisjes afgetrokken en nukkig worden. Hij wekte de ouders op dan veel geduld met de kinderen te hebben, opdat deze tijd, die voor den een vroeg, den ander wat later aanbreekt, zonder te groote schokken voorbij mag gaan. Hij Sprak den wensch uit, dat de ouders nog veel genoegen van hun kinderen mogen beleven. En hiermede sloot spreker deze bijeenkomst waarop de leerlingen van het geheele perso neel hartelijk afscheid namen. Het lijdt geen twijfel of door dit alles is de band tusschen ouders en school weer ver sterkt, terwijl tevens weer bewaarheid werd, dat de openbare school, naast het aanleeren van de noodige kundigheden, ook opleidt tot christelijke en maatschappelijke deugden. V.Z.V. n KAMPIOEN. V.Z.V. I VERLIEST VAN NEREUS I. Zondag middag speelden het eerste en twee de zevental van V.Z.V,, onder groote belang stelling een wedstrijd respectievelijk tegen Nereus I en II. V.Z.V. II had in dezen wedstrijd reeds aan een gelijk spel genoeg om zich kam pioen te kunnen noemen, hetgeen zeer zeker een keurige prestatie is van dit jeugdige zevental, waarin slechts twee ouderen spelen. Het bleek al dadelijk dat vooral J. Wevers niet van plan was zijn doel te laten doorboren. Handig wist hij menigen bal, die nagenoeg zeker een doelpunt veroorzaakt zou hebben, te stoppen en weg te werken. Toen later C. Wijker het water uit moest had Nereus II de kans van den dag. Door vlot overspelen van rechts naar binnen maakte de midden-voor zich vrij. hij kreeg den bal en maakte onhoud baar 1—0 voor Nereus Na de rust gelukte het J. de Mayer vrij te zwemmen voor het vijandelijke doel en den gelijkmaker te scoren. De strijd leverde verder geen doelpunten op, maar desondanks kan V.Z.V. II zich kampioen noemen, al is het dan met dezen wedstrijd niet glorieus bereikt. Het eerste zevental moest winnen om zich definitief eerste klasser te kunnen noemen. Dit zou de eerste keer zijn. dat V.Z.V. I in de eerste klasse kwam te spelen. Won echter Nereus I dan ging dit zevental naar de eerste klas. Het was dus een wedstrijd waarbij zeer veel op het spel stond. In den uitwedstrijd wisten onze plaatsgenooten een 42 overwin ning te behalen. En het is in deze competitie een traditie om eenmaal van elkaar te win nen en te verliezen, met welke traditie ook thans niet gebroken is. Aanvankelijk blies de wind ten /gunste van V.Z.V. I. Paul Gottmer, die reeds- vele malen in het eerste gespeeld heeft, slaagde er in met een schitterenden worp 1—0 voor V.Z.V. te maken. Een hard schot, geplaatst in den rech terbovenhoek van het V.Z.V.-doel maakte echter een eind aan de illusie van de over winning. Niettemin werd de strijd onvermoeid voortgezet. Maar waar V.Z.V. I zeer snel was, daar was Nereus I technisch sterker. Cor Vis- man plaatste geregeld op Stam (Nereuskeeper) inplaats van op J. Swier. Timmer kreeg ein delijk de kans om vrij te zwemmen en plaatste hard in. V.Z.V. I stond nu met 2—1 achter. Totdat J. Swier met een doorslagbal den stand op 22 bracht. Hoopvol ging men de tweede helft in. Eex doorstoot van C. Visman gaf V.Z.V. I een 32 voorsprong. G. Janus gaf herhaaldelijk blijk van zijn misnoegen over de besluiten van den scheidsrechter. Dat dit V.Z.V. niet ten goede kwam, spreekt vanzelf, De stand werd 33, 3—4 en tenslotte kwam uit een corner het vijfde en laatste doelpunt. De eindstand werd 3—5, zoodat Nereus zich thans eerste-klasser kan noemen. Verkoop van eigendomsrechten. Naar aanleiding van een plaats gehad heb bende grondoverdracht aan de gemeente, ten behoeve van verbreeding van den Midden- duinerweg te Santpoort, is in Augustus 1936 het aan D. J. Smit aldaar toebehoorend per ceel, kadastraal bekend gemeente Velsen, sectie F, no. 4000, door den Landmeter van het kadaster opnieuw gemeten. Volgens die meting zouden binnen de nieuw geplaatste afschei dingen gedeelten gemeentegrond zijn komen te liggen en wel 3 c.A. van oud no. 4001 en 25 c.A. van ongenummerd. Dientengevolge werd het perceel bij het kadaster, als sectie F, no. 4569, ten name gesteld van D. J. Smit voor noemd, als eigenaar, met als mede-eigenares de gemeente voor de bovenbedoelde gedeelten. Of deze tenaamstelling juist is geweest kan dezerzijds niet worden beoordeeld. Echter is het bezit van* de bedoelde grondstrooken voor de gemeente van geen belang. B. en W. stellen derhalve voor, aan den tegenwoordigen eige naar, Mr. A. van der Hoeven te Rotterdam, tegen den prijs van f 1 te verkoopen alle rech ten van eigendom als anderszins, welke de gemeente eventueel kan doen gelden op het perceel, kadastraal bekend gemeente Velsen. sectie F, no. 4569, zoodat dit geheel te zijnen name komt. Saneering van de Kalverstraat. F. J. Koks te Beverwijk heeft zich bereid verklaard, de woning Kalverstraat no. 23 te IJmuiden te sloopen en den daardoor vrij komenden grond alsmede dien, waarop het door brand vernielde perceel Kalverstraat no. 25 heeft gestaan, voor zoover deze grond tus schen de rooilijn en de straat ligt en bij het uitbreidingsplan is aangewezen voor wegver- breeding, voor dit doèl aan de gemeente af te staan tegen betaling door de gemeente van een vergoeding van f 1000. De bedoelde grond heeft een oppervlakte van ongeveer 81 M2. Met het oog op de belangen, welke bij een verbreeding van de Kalverstraat zijn betrok ken, achten B. en W. het gewenscht, dit aan bod te aanvaarden, waarom B. en W. den Raad voorstellen, daartoe te besluiten. Ze strekte de beide handjes omhoog daar ging het zwavelstokje II uit. Hooger, steeds hooger gingen de lichtjes uit den Kerstboom, totdat zij zag dat het de heldere sterren aan den hemel waren. altijd: „Als er een ster valt, Eén der sterren viel en trok een lichtende streep in de lucht „Nu gaat er iemand dood", zei het meisje. Dat wist zij van haa» grootmoeder, de eenige, die van haar gehouden had, want die zei gaat een ziel omhoog". Opnieuw streek ze een zwavelstok af. Weer brandde deze, ver- herkenbaar in 't schijnsel? „Grootmoeder", riep het meisje uit en lichtte de heele omgeving. Wat was dat? Wie stond daar duidelijk nog eens en nog eens: „Grootmoeder, grootmoeder." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3