De Duitscher begrijpt niets
van de Britsche houding.
De propaganda mist haar uitwerking niet.
Bankconcentratie
die den stoot tot deze concentratie hebben ge,
geven.
In een tijd waarin het bankbedrijf, als ge.
volg van diverse rijk vloeiende bronnen, Zjjr.
kapitaal gemakkelijk exploiteerbaar kon ma!
ken, was deze overkapitalisatie geen al t,;
groot bezwaar. Thans echter, nu reeds sin^
jaren verschillende der belangrijkste en tot
het regelmatige bankbedrijf te rekenen
bronnen (rente, arbitrage, effectenhandel
enz.) aan het opdrogen zijn en er alsnog mej
de geringste kans is dat hierin een belangrijke
wijziging komt, vormt die overkapitaljatiê
een steeds drukkender wordenden last.*om
nog eens enkele cijfers te noemen: Op 30 Juni
stond tegenover crediteuren plus deposito'!
der Robaver ad 200 millioen niet minder dar'
een totaal van 172 millioen uit in den vorm
van liquide vorderingen (dus buiten 't eigen,
lijk bankbedrijf), terwijl bij de Amsterdam,
sche Bank tegenover crediteuren en deposito';
ad 146 millioen een totaal van 93 millioen
aan prima liquiditeiten stond. Het is begrijpe'.
lijk, dat van aandeelhouderszijds reeds jaren,
lang op een kapitaal-terugbetaling werd aan.
gedrongen. Men meende, zeer zeker niet ter,
onrechte, dat het voor de banken volkomes
overbodig was een dergelijke overkapitalisatie,
die een constanten druk op het rendement'
moest uitoefenen, met zich mee te sleepen,
Men zal zich herinneren dat jaar in jaar uit
ter jaarvergadering der Amsterdamsche Ban),
op zulk een terugbetaling js aangedrongen,
doch dat deze steeds, in een vloek en een zucht
en min of meer hooghartig zelfs, door Direc
tie en Commissarissen van de hand is gewe
zen. De nood der tijden heeft thans blijkbaar
bewerkstelligd, wat de klachten van indivi-
dueele aandeelhouders niet hebben kunnen
bereiken, en wel met een veel verder reikend
resultaat dan men ooit had kunnen verwach
ten: herkapitalisatie gaat nu samen met con
centratie. Zonder twijfel heeft hierbij de zaak-
Wreszynski, die de Amsterdamsche Bank zog
duur te staan is gekomen en de daaruit ge-
bleken verkeerde wijze, waarop deze bank
heeft getracht, het gebrek aan zaken elders te
compenseeren, een woordje meegesproken. Dit
blijkt wel uit de min of meer vreemde positie
van Mr. H. A. van Nierop en uit de berichten,
als zou bij deze belangengemeenschap de Ro-'
baver een leidende rol gaan spelen.
Dat deze concentratie een aanzienlijke ver
betering in den rentabiliteit van beide instel-
lingen zal teweegbrengen, is (zoo blijkt reeds
uit het bovenstaande) onmisbaar. In de plaats
van een kapitaal van f 100.000.000 komt mi
een kapitaal van f 70.000.000 te staan, terwijl j
de open reserves ad f 65.000.000 tot f 40.000.0(10
zullen inkrimpen. De rendementswaarde der
aandeelen zal derhalve belangrijk worden ver-
hogd, daargelaten nog de waarschijnlijkheid
van aanzienlijke kostenbesparing. In dit op-
zicht kan men deze concentratie derhalve
toejuichen. De bezwaren, die tegen deze be
langengemeenschap aprijken, mogen echter
geenszins worden onderschat. In de eerste
plaats is het te verwachten, zooals ik in den
aanvang reeds aanduidde, dat uit deze be
langengemeenschap een volslagen fusie zal
voortvloeien. Reeds meermalen werd bii zulk
een concentratie verkondigd, dat personeels
belangen niet zouden worden geschaad, ter
wijl zulks naderhand bleek wel degelijk het ge
val te zijn geweest. Ik kan mij niet voorstel
len, dat op den duur deze belangengemeen
schap niet zou moeten leiden tot de samen
smelting van een groote reeks van provinciale
bijkantoren en agentschappen (het totaal aan
tal kantoren der Robaver is circa 110, dat der
Amsterdamsche Bank circa 70), wier bestaan
naast elkaar eigenlijk volkomen overbodig zal
zijn. In den huidigen tijd zou het op straat
zetten van personeel als gevolg van dit samen
gaan, zacht uitgedrukt, als een hoogst ernstige
fout moeten worden aangerekend.
Een tweede bezwaar is, dat de vorming van
dit machtige financieel© lichaam er waar
schijnlijk toe zal leiden, dat het concentratie
proces nog verderen voortgang zal maken en
dat wellicht andere grootbanken toenadering
tot elkaar zullen zoeken. Dit voert van zelf tot
de vraag, of het gewenscht is, dat een mach
tige combinatie als de „Rotterdamsch-Amster-
damsche Bankgroep" het financieel leven zal
gaan beheerschen en tot op zekere hoogte de
provisie- en rentetarieven etc. zal kunnen be
ïnvloeden. Een monopolie op dit gebied zou
waarlijk hoogst ongewenscht zijn. Tenslotte
dient erop te worden gewezen, dat deze con
centratie zeer waarschijnlijk een nog verdere
inkrimping van den beurshandel met zich zal
meebrengen, aangezien in de toekomst een
groot deel der effectenorders van beide ban
ken „in zich zelf", dus buiten de beurs om,
zal kunnen worden afgesloten.
In het kort komt mijn conclusie dus hierop
neer: de belangengemeenschap is een uitge
sproken voordeel voor aandeelhouders, zij zal
voor het personeel als geheel een periode van
angstige afwachting inluiden met waarschijn
lijk een gedeeltelijk ontslag als resultaat. Voor
het financieel leven van Nederland als zoo
danig moeten wij de voordeelen afwachten,
terwijl de nadeelen in den vorm van mono-
polistischen invloed en inkrimping van den
beurshandel reeds thans niet mogen worden
onderschat. Schrijver dezes heeft het bericht
dezer concentratei dan ook met zeer gemeng
de gevoelens gelezen.
P. C.
(Nadruk verboden).
ORGELBESPELING.
Dinsdagavond van kwart over acht tot
kwart over negen wordt in de Groote- of St.
Bavo kerk te Haarlem een orgelbespeling ge
geven door den heer George Robert.
Het programma luidt:
1. Toccata en Fuga d ld. t., J. S. Bach.
2. Wenn wir in höchsten Nöthen sein (koraal
en 2 bewerkingen) J. S. Bach.
3. Passacaglia, H. Andriessen.
4. Prière, Jos Jongen.
5. Lamentation, A. Guilimant.
6. 1ste ged. Ve symph., Ch. M. Widor.
OUD-MINISTERS WEER IN DE KAMER.
Onze Haagsche correspondent telefoneert
ons:
In parlementaire kringen in den Haag ver
wacht men, dat de straks aftredende ministers
Goseling, Steenberghe en Welter, die in 1937
tot Kamerlid waren gekozen, wederom op hei
Binnenhof zullen terugkeeren, maar dan als
Kamerlid.
Opvolger van minister v. Lidth de Jeude is
het oud-Tweede Kamerlid J. C. van Kempen.
Bob Scholte verlaat de A.V.R.O.
De bekende refreinzanger Bob Scholte zal
per 1 September a.s. de A.V.R.O. verlaten,
zoo meldt het „Utr. Nwsbld." Van de zijde
van de A.V.R.O. verneemt het blad, dat dit
vertrek geen bijzondere reden heeft. Of de
heer Scholte nu voor andere omroepvereeni-
gingen zal optreden is nog niet bekend. Waar
schijnlijk gaat hij eerst een tournée door
België maken.
Vergiftigd na massa-huwelijk.
MONTREAL. 24 Juli. Een merkwaardig
vergiftigingsgeval heeft zich te Montreal voor
gedaan. Eenige honderden personen waaron
der verscheidene pasgehuwden, zijn na de
massa-huwelijksvoltrekking die Zondag heeft
plaats gehad, naar het hospitaal vervoerd. Zij
lijden aan een onbekende ziekte, vermoedelijk
zijn zij vergiftigd door drank bij de huwö'
lijksreceptie, (United Press.)
Eerst Dantzig en dan een
vredesaanbod.
Onze Berlijnsche correspondent schrijft
ons d.d. 20 dezer:
De biertafel-strateeg, de luidruchtige, met
zichzelf ingenomen chauvinist, die tijdens
den wereldoorlog aan zijn stamtafel alle veld
slagen won en de wereld onder den Duit-
schen adelaar bracht, is nog steeds niet uit
gestorven. Hij leeft ook nu nog. Maar er heeft
tenminste deze groote verandering plaats
gevonden, dat zijn daverende betoogen in
het gunstigste geval in het luchtledige ver
klinken terwijl ze meestal begeleid worden door
het homerisch gelach van zijn auditorium.
Zou het al tot een oorlog komen, dan rekent
het Duitsche volk ditmaal niet op een
„frischen fröhliehen Krieg".
Heel de wereld staat met het geweer aan
den voet en ziet vol spanning naar Berlijn, of
daar de oorlogsvlag geheschen wordt. Deson
danks is het op 't oogenblik in geen Euro-
peesche hoofdstad zoo volslagen rustig als
juist te Berlijn. Men begint den laatsten tijd
wel meer over den oorlog te spreken en dege
nen, die aan de mogelijkheid van een con
flict zelfs weigerden te gelooven, worden
steeds zeldzamer. Maar dit verhindert niet,
dat men in het algemeen den oorlog nog be
schouwt als iets, dat ver weg is, dat misschien
zou kunnen komen, zooals er ten slotte ook
een aardbeving kan komen, maar dat nog
geenszins dreigend in de lucht hangt.
Het vervult den nationaal-socialist-Lschen
machthebbers met trots, dat het Diiitsche
volk in dezen ernstigen tijd zoo rustig zijn
gang gaat en geen oogenblik geplaagd wordt
door de zenuwen, welke andere volken parten
spelen. Eerlijk gezegd lijkt het ons echter een
open vraag, of het Duitsche volk in den hui
digen „oorlog der zenuwen", zooveel meer
weerstandsvermogen toont, als zijn leiders
ons willen verzekeren.
Eenzijdige en onvolledige
voorlichting.
Men moet nooit vergeten, dat het Duitsche
volk slechts zeer eenzijdig en vooral zeer on
volledig op de hoogte wordt gesteld van het
geen er ook in Duitschland zelf aan de hand
is. De gemiddelde Duitscher weet zoo goed als
niets van de kolossale militaire maatregelen
welke zijn land genomen heeft en die be
denkelijk dicht grenzen aan een soort mobili
satie.
Hij wordt dag en nacht bewerkt door een
propaganda, die niet ophoudt te verzekeren,
dat de Duitsche militaire macht onoverwin
nelijk is, dat het Engelsche wereldrijk zijn
doodstrijd strijdt, dat het Fransche ooiiogs-
apparaat een fictie is, wanneer het tegelijker
tijd door Spanje hetwelk sinds jaar en
dag als een militaire bondgenoot der mogend
heden van de spil wordt afgeschilderd
Italië en Duitschland wordt aangevallen, dat
Amerika er wel heilig voor op zal passen,
zich aan een duel met de autoritaire staten
te wagen, dat Polen reeds nu financieel
materiaal en moreel zoo goed als uitgeput is.
dat ten slotte Rusland een spelletje speelt
van kat en muis met Engeland, dat volgens
de Duitsche pers door zijn poovere figuur In
China den lachlust der geheele wereld op
wekt.
Wanneer de menschen eens rustig bij el
kaar zitten, dan hoort men nogal eens de stel
ling verkondigen, dat Frankrijk een geduchte
tegenstander is en dat men met Engeland
nooit moet spotten, omdat het in laatste in
stantie toch altijd nog over de verwante vol
ken in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en
Australië beschikt, die het moederland in tijd
van nocd niet ten onder zullen laten gaan.
Maar in het algemeen is de propaganda
zeer doeltreffend gebleken en kon ze er in
slagen, den man van de straat ervan te over
tuigen, dat al zijn vijanden in een eventueel
conflict geen knip voor den neus waard zijr.
en dat de wereld open ligt om door Duitsch
land en Italië veroverd te worden, in het ge
val de spilmcgendheden imperialistische nel
gingen hadden.
Men kan dan ook gerust beweren dat de
brievenschrijverij van den heer King-Hall c.s.
volslagen overbodig is, omdat dergelijke be
toogen alleen maar succes hebben bij een be
paalden kring van menschen, die Engeland
niet meer hoeft te winnen, daar zij Albion's
partij uit afkeer tegen het nationaal-socia-
lisme reeds lang gekozen hebben.
Vrouwen nemen de plaats van
den man in.
Intusschen blijkt den aandachtigen waar
nemer uit dozijnen kleinigheden dat er wel
iets gaande is. Het getal weerbare mannen
in civiel wordt zienderoog kleiner en meer en
meer ziet men vrouwen verschijnen in be
roepen die zij sinds den wereldoorlog niet
meer uitgeoefend hebben. En als men dan of
ficieus verneemt, dat er op het oogenblik
vrouwlijke tramconducteurs, taxi-chauffeurs,
brievenbestellers en ambtenaren op allerlei
bureaux worden opgeleid, als men reeds vrou
wen kleine vrachtautos besturen en als glazen-
wasschers optreden ziet, als men leest, dat er
in de industrie in den uitgebreidsten zin van
het woord tegenover minder dan 15 millioen
mannen reeds ruim 7 millioen vrouwen wer
ken, dan hoeft men heele maal geen spion te
zijn om te constateeren dat het Duitsche eco
nomische leven op oorlogsvoet gebracht wordt
en misschien zelfs reeds gebracht is.
In het algemeen kan men zeggen dat de ge
middelde Duitscher niets begijpt van Enge-
land's houding. Het spreekt van zelf dat de
kranten en de radio geheel in het kader van
de Duitsche propaganda die er zich altijd
weer op toelegt om ook de meest gecompli
ceerde vraagstukken tot een nietigheid te redu
ceeren er niet aan denken om het Duitsche
publiek te onthullen, dat het op het oogenblik
gaat om een nic-uwe orde in Europa. De
Führer heeft uitdrukkelijk verklaard zoo
heet het dat hij niets anders wilde dan een
formeelen terugkeer van Dantzig binnen de
grenzen van het Derde Rijk en een autoweg
door den Corridor naar Oost-Pruisen. En om
dit nu te verhinderen zou Engeland
dan begonnen zijn met een omsingelingsactie
te organiseeren, waarbij het er zelfs niet voor
terugschrikt om eventueel den bolsjewisti-
schen wereldvijand los te laten op een ont
redderd Europa. Chauvinistische Poolsche
kranten drukken „historische kaarten af,
welke zooals van zelf spreekt in Duitschland
gretig gereproduceerd worden en waaruit
dan zou moeten blijken dat de Poolsche West
grens eigenlijk over Neurenberg, Hannover en
Lubeck zou moeten loopen.
Het ligt voor de hand, dat iedere Duitscher
den eisch „Dantzig heim ins Reich!" en een
verbinding tusschen het rijk en Oost-Pruisen
door den Corridor volkomen gerechtvaardigd
acht.
Dat het eigenijk een beetje onlogisch is. dat
de heele beschaafde wereld zich practisch op
een oorlog voorbereidt alleen en uitsluitend
om 400.000 Dantzigers te beletten, zich bij
Duitschland aan te sluiten, dringt in den regel
niet tot hem door.
Hij voelt zich bedreigd door de westersche
democratieën en de propaganda heeft mak
kelijk spel, wanneer zij zegt dat in 1914 En
geland eveneens bewust een wereldoorlog
ontketende om de Duitschers, die het zijn
vrienden noemt, maar voor wier ontembare
energie het bevreesd is, neer te slaan.
Als gezegd, zijn er, die hoog van den toren
blazen. Ze eischen niet alleen Dantzig en den
Corridor, maar ook een Poolsch protectoraat
om dezen brandhaard evenals den Tsjechi-
schen, voorgoed te blusschen en daardoor den
vrede in Europa te verzekeren. Het is wel
overbodig hieraan toe te voegen dat degenen,
die zoo spreken, een oogenblikkelijke terug
gave der koloniën als vanzelfsprekend be
schouwen.
Er zijn er echter ook en we zouden ons
sterk moeten vergissen, wanneer ze niet de
meerderheid vormden die volkomen tevre
den zouden zijn wanneer 't probleem Dantzig
jeregeld werd in den zin der minimum-eischen
die Hitier aan Polen heeft gesteld. Doch ook
dezen laten zich niet van him standpunt af
brengen, dat Duitschland zijn ontroofde kolo
niën moet terug hebben.
In het buitenland is er sprake van bemid
delingspogingen, die nu eens van Koning Leo
pold van België dan weer van Mussolini zou
den moeten uitgaan. Wij hebben den indruk
dat hier de wensch de vader der gedachte is.
En ook in Duitschland worden de mogelijk
heden van 'n vriendschappelijke oplossing ge
gewikt en gewogen.
Met groote hardnekkigheid doet een gerucht
de ronde, dat Duitschland zich zal voorberei
den om eventueel tegen eiken aanval opge
wassen te zijn, dit tijdstip zou binnenkort
kunnen aanbreken, omdat er vrijwel niets
meer te doen is dan de voltooiing van de
versterkingen aan de Oostgrens en het bin
nenhalen van den oogst, waarna het Dant
zig zal bezetten om vervolgens een vredes aan
bod te doen aan de Westersche mogendheden.
De in dit vredesaanbod vervatte minimum
voorwaarden zouden dan in hoofdzaak zijn:
aansluiting van Dantzig bij het rijk, een vrije
verbinding tusschen het rijk en Óost-Prui-
sen, teruggave van de koloniën en misschien
ook nog een overeenkomst der groote mogend
heden nopens beperking hunner bewape
ning.
(Nadruk verboden).
Haarlem telde op 1 Juli 138687
inwoners.
Het aantal inwoners van Haarlem bedroeg
op 1 Juli j.l. 138687 tegen 138018 op 1 April van
fit jaar. Een vermeerdering derhalve met 669.
Deze vermeerdering is zoowel een gevolg van
een vestigingsoverschot als van een geboorte
overschot. In April, Mei en Juni hebben zich
n.l. 368 personen meer in Haarlem gevestigd
dan er in hetzelfde tijdvak uit de gemeente
zijn vertrokken. Over de drie genoemde maan
den bedroeg het overschot resp. 65, 89 en 114.
Het aantal geboorten overtrof dat der sterf
gevallen in April, Mei en juni met resp. 100,
83 en 118.
EXAMENS.
Hoofdakte.
Haarlem, 22 Juli.
Geëxamineerd 8 candidaten, 2 (vrl.) en 6
mnl.). Geslaagd: Mej. M. Hendriks (Den
Helder) en de heeren M. T. Jansen, Haarlem
en P. Klijnsma, Purmerend.'
Diploma van het Nederlandsch
Genootschap voor Heilgymnas
tiek en Massage. Eerste gedeelte
Geslaagd de heeren P. J. J. Kremers, Bloe-
mendaal en H. Nathan, Haarlem.
DE M.U.L.O.-EXAMENS.
Zaterdag slaagden te Haarlem voor het
B-diploma: W. J. H. Traksel en J. C, Lucas
te Haarlem.
Voor het A-diploma: A. Klaassen, J. H.
Koster, J. A. Lamme, M. Ch. Hekkert, A. J.
Pals, J. van Luipen, E. C. ten Veen, H. Swart,
N. Ophuysen, A. Quak, E. L. Rumpff, J. Elich,
M. Reuvekamp, G. van Waard, N. Ei'chhorn,
H. J. Hoenderdos, Th. Faber en H. M. Veldt,
allen te Haarlem; J. Stam, te Halfweg; A. de
Vries en T. Sehulz, beiden te Heemstede A. J.
Paré, te Beverwijk; A. C. van der Leeuw, te
Velsen (Santpoort); J. D. Schachtschabel, te
IJmuiden; A. J. Plat, te Santpoort; M. van
der Mey en H. van der Mey, beiden te Hoofd
dorp.
EXAMENS HANDELSINSTITUUT
„BALTUSSEN".
Bij de op 12 en 15 Juli resp. te Amsterdam
en Den Haag gehouden examens der Fede
ratie voor Stenografie „Groote" slaagden de
volgende candidaten:
Kantoor-stenograaf Nederlandsch 130: Aan
gemeld en geslaagd: de dames A Wagemaker,
M. H. A. van den Bogaardt, W. A. Verkalk, L.
M. de Jong, P. S. A. Duvergé, E. Brauckmann,
H. C. C. Hendrikse en W. Greebe.
Kantoor-Stenograaf Duitsch 100: Aange
meld en geslaagd: de dames M. M. Vliegen, J.
C. Colenbrander en E. van Berkum.
Kantoor-Stenograaf Fransch 100: aange
meld en geslaagd mej. M. M. Vliegen.
Kantoor-Stenograaf Engelseh 100: Aange
meld en geslaagd: mej. L. Matzinger.
Typist: aangemeld en geslaagd: de dames
W. A. Verkaik, A. L. Timmer en de heer J. V.
Veugen.
Allen leerlingen van Handelsinstituut „Bal-
tussen"., alhier.
Robaver en
Amsterdamsche Bank
Onze financiëele medewerker schrijft:
Belangrijke gebeurtenissen, zoowel op inter
nationaal als op nationaal gebied, geschieden
doorgaans gedurende het weekeinde. Het be
richt, waarmede de Amsterdamsche Bank en
de Rotterdamsche Bankvereeniging de finan
ciëele wereld op dezen stillen Zaterdag hebben
verrast, moet zonder eenigen twijfel worden
beschouwd als een der belangrijkste gebeurte
nissen op nationaal financiëel gebied der laat
ste decennia. Zij die gemeend hadden, dat de
concentratiebeweging in het Nederlandsch
bankwezen feitelijk als afgesloten moest wor
den beschouwd, „faute de combattants", heb
ben zich wel deerlijk vergist. Ja, in die mate
zelfs vergist, dat de concentratie, welke thans
is aangekondigd, eigenlijk alle vorige sinds
den aanvang dezer eeuw in omvang en be
langrijkheid volkomen in de schaduw stelt.
Het is waarlijk geen kleinigheid wat te ge
beuren staat. Nederland's twee grootste han
delsbanken gaan een belangengemeenschap
aan die van zóó verregaanden en ingrijpen
den aard is, dat men haar niet anders kan
beschouwen dan als voorloopster eener volko
men fusie. Wij zien immers, hoe de kapitali
satie en reserves der twee machtige concerns,
die tot dusver zoo sterk van elkaar afweken,
volkomen identiek zullen worden. Het kapi
taal der Amsterdamsche Bank wordt van
55 millioen op 35 millioen, dat der Roba
ver van 45 millioen op 35 millioen terugge
bracht, beide door middel van terugbetaling
op aandeelen; de enorme open reserve der
Amsterdamsche Bank ad 48 millioen wordt
tot 20 millioen verminderd door 10 mil
lioen aan de stille reserve toe te voegen en
circa 18 millioen aan aandeelhouders uit te
keeren, de open reserve der Robaver ad 17
millioen wordt tot 20 millioen verhoogd door
3 millioen aan de stille reserve te ontlee-
nen. Winsten en verliezen zullen eenvoudig
worden „gepoold", wederzijds zullen alle ver
bintenissen worden gegarandeerd. Over en
weer zullen alle directeuren worden „uitge
wisseld", terwijl tevens een uitwisseling van
commissarissen plaats vindt. De directeur der
Amsterdamsche Bank Mr. H. A. van Nierop
bekend door de Wreszynski-affaire, zal als
zoodanig aftreden en wordt tot commissaris
der Amsterdamsche Bank benoemd en niet
van de Robaver. Dit zijn „in a nutshell" de
groote lijnen dezer concentratie, waarvan de
détails natuurlijk nog nader moeten worden
uitgewerkt en waai*van de gevolgen nog nau
welijks te bevroeden zijn.
Laat ons vooropstellen dat zeer zeker niet
een intrinsiek ongunstige positie van een der
beide instellingen oorzaak en aanleiding tot
dit samengaan is geweest. Het tegendeel is
eerder het geval. Beide banken zwelgen in een
overdaad van liquide middelen, in die mate
dat de liquideeringswaarde der aandeelen
stukken hooger moet liggen dan de huidige
marktwaarde, die natuurlijk gewaardeerd is
op het rendement'. Bij de Robaver stonden op
30 Juni j.l. tegenover kapitaal plus open re
serve ad 62 millioen verplichtingen ten be
drage van 204 millioen, bij de Amsterdam
sche Bank tegenover kapitaal plus open re
serve ad 103 millioen verplichtingen van
slechts 151.000.000. Het is dus niet de inter
ne financiëele positie, het zijn veeleer de ex
terne verhoudingen, d.i. de overkapitalisatie,
„Toe grootmoeder, U bent altrjd zoo
voor me geweest. Van U heb ik altijd zoo veel gehouden, toe, neem me alstublieft
met U mee. Ik heb het hier zoo koud.
Re weet, dat U weg gaat, als de zwavelstok uitgebrand is, zooals de warme kachel, de heerlyk gebraden gans en de prachtige Kerst
boom, die ook verdwenen waren, toen het stokje uitdoofde."
Haastig pakte zij het heele bosje zwavelstokken en stak het aan: ze wilde haar grootmoeder, die ze zoo
laten gaan. Ze wilde niet langer alleen op de koude straat zitten...
goed kon zien, niet weg
(Slot volgt.)