De Duitscher begrijpt niets van de Britsche houding. De propaganda mist haar uitwerking niet. Bankconcentratie die den stoot tot deze concentratie hebben ge, geven. In een tijd waarin het bankbedrijf, als ge. volg van diverse rijk vloeiende bronnen, Zjjr. kapitaal gemakkelijk exploiteerbaar kon ma! ken, was deze overkapitalisatie geen al t,; groot bezwaar. Thans echter, nu reeds sin^ jaren verschillende der belangrijkste en tot het regelmatige bankbedrijf te rekenen bronnen (rente, arbitrage, effectenhandel enz.) aan het opdrogen zijn en er alsnog mej de geringste kans is dat hierin een belangrijke wijziging komt, vormt die overkapitaljatiê een steeds drukkender wordenden last.*om nog eens enkele cijfers te noemen: Op 30 Juni stond tegenover crediteuren plus deposito'! der Robaver ad 200 millioen niet minder dar' een totaal van 172 millioen uit in den vorm van liquide vorderingen (dus buiten 't eigen, lijk bankbedrijf), terwijl bij de Amsterdam, sche Bank tegenover crediteuren en deposito'; ad 146 millioen een totaal van 93 millioen aan prima liquiditeiten stond. Het is begrijpe'. lijk, dat van aandeelhouderszijds reeds jaren, lang op een kapitaal-terugbetaling werd aan. gedrongen. Men meende, zeer zeker niet ter, onrechte, dat het voor de banken volkomes overbodig was een dergelijke overkapitalisatie, die een constanten druk op het rendement' moest uitoefenen, met zich mee te sleepen, Men zal zich herinneren dat jaar in jaar uit ter jaarvergadering der Amsterdamsche Ban), op zulk een terugbetaling js aangedrongen, doch dat deze steeds, in een vloek en een zucht en min of meer hooghartig zelfs, door Direc tie en Commissarissen van de hand is gewe zen. De nood der tijden heeft thans blijkbaar bewerkstelligd, wat de klachten van indivi- dueele aandeelhouders niet hebben kunnen bereiken, en wel met een veel verder reikend resultaat dan men ooit had kunnen verwach ten: herkapitalisatie gaat nu samen met con centratie. Zonder twijfel heeft hierbij de zaak- Wreszynski, die de Amsterdamsche Bank zog duur te staan is gekomen en de daaruit ge- bleken verkeerde wijze, waarop deze bank heeft getracht, het gebrek aan zaken elders te compenseeren, een woordje meegesproken. Dit blijkt wel uit de min of meer vreemde positie van Mr. H. A. van Nierop en uit de berichten, als zou bij deze belangengemeenschap de Ro-' baver een leidende rol gaan spelen. Dat deze concentratie een aanzienlijke ver betering in den rentabiliteit van beide instel- lingen zal teweegbrengen, is (zoo blijkt reeds uit het bovenstaande) onmisbaar. In de plaats van een kapitaal van f 100.000.000 komt mi een kapitaal van f 70.000.000 te staan, terwijl j de open reserves ad f 65.000.000 tot f 40.000.0(10 zullen inkrimpen. De rendementswaarde der aandeelen zal derhalve belangrijk worden ver- hogd, daargelaten nog de waarschijnlijkheid van aanzienlijke kostenbesparing. In dit op- zicht kan men deze concentratie derhalve toejuichen. De bezwaren, die tegen deze be langengemeenschap aprijken, mogen echter geenszins worden onderschat. In de eerste plaats is het te verwachten, zooals ik in den aanvang reeds aanduidde, dat uit deze be langengemeenschap een volslagen fusie zal voortvloeien. Reeds meermalen werd bii zulk een concentratie verkondigd, dat personeels belangen niet zouden worden geschaad, ter wijl zulks naderhand bleek wel degelijk het ge val te zijn geweest. Ik kan mij niet voorstel len, dat op den duur deze belangengemeen schap niet zou moeten leiden tot de samen smelting van een groote reeks van provinciale bijkantoren en agentschappen (het totaal aan tal kantoren der Robaver is circa 110, dat der Amsterdamsche Bank circa 70), wier bestaan naast elkaar eigenlijk volkomen overbodig zal zijn. In den huidigen tijd zou het op straat zetten van personeel als gevolg van dit samen gaan, zacht uitgedrukt, als een hoogst ernstige fout moeten worden aangerekend. Een tweede bezwaar is, dat de vorming van dit machtige financieel© lichaam er waar schijnlijk toe zal leiden, dat het concentratie proces nog verderen voortgang zal maken en dat wellicht andere grootbanken toenadering tot elkaar zullen zoeken. Dit voert van zelf tot de vraag, of het gewenscht is, dat een mach tige combinatie als de „Rotterdamsch-Amster- damsche Bankgroep" het financieel leven zal gaan beheerschen en tot op zekere hoogte de provisie- en rentetarieven etc. zal kunnen be ïnvloeden. Een monopolie op dit gebied zou waarlijk hoogst ongewenscht zijn. Tenslotte dient erop te worden gewezen, dat deze con centratie zeer waarschijnlijk een nog verdere inkrimping van den beurshandel met zich zal meebrengen, aangezien in de toekomst een groot deel der effectenorders van beide ban ken „in zich zelf", dus buiten de beurs om, zal kunnen worden afgesloten. In het kort komt mijn conclusie dus hierop neer: de belangengemeenschap is een uitge sproken voordeel voor aandeelhouders, zij zal voor het personeel als geheel een periode van angstige afwachting inluiden met waarschijn lijk een gedeeltelijk ontslag als resultaat. Voor het financieel leven van Nederland als zoo danig moeten wij de voordeelen afwachten, terwijl de nadeelen in den vorm van mono- polistischen invloed en inkrimping van den beurshandel reeds thans niet mogen worden onderschat. Schrijver dezes heeft het bericht dezer concentratei dan ook met zeer gemeng de gevoelens gelezen. P. C. (Nadruk verboden). ORGELBESPELING. Dinsdagavond van kwart over acht tot kwart over negen wordt in de Groote- of St. Bavo kerk te Haarlem een orgelbespeling ge geven door den heer George Robert. Het programma luidt: 1. Toccata en Fuga d ld. t., J. S. Bach. 2. Wenn wir in höchsten Nöthen sein (koraal en 2 bewerkingen) J. S. Bach. 3. Passacaglia, H. Andriessen. 4. Prière, Jos Jongen. 5. Lamentation, A. Guilimant. 6. 1ste ged. Ve symph., Ch. M. Widor. OUD-MINISTERS WEER IN DE KAMER. Onze Haagsche correspondent telefoneert ons: In parlementaire kringen in den Haag ver wacht men, dat de straks aftredende ministers Goseling, Steenberghe en Welter, die in 1937 tot Kamerlid waren gekozen, wederom op hei Binnenhof zullen terugkeeren, maar dan als Kamerlid. Opvolger van minister v. Lidth de Jeude is het oud-Tweede Kamerlid J. C. van Kempen. Bob Scholte verlaat de A.V.R.O. De bekende refreinzanger Bob Scholte zal per 1 September a.s. de A.V.R.O. verlaten, zoo meldt het „Utr. Nwsbld." Van de zijde van de A.V.R.O. verneemt het blad, dat dit vertrek geen bijzondere reden heeft. Of de heer Scholte nu voor andere omroepvereeni- gingen zal optreden is nog niet bekend. Waar schijnlijk gaat hij eerst een tournée door België maken. Vergiftigd na massa-huwelijk. MONTREAL. 24 Juli. Een merkwaardig vergiftigingsgeval heeft zich te Montreal voor gedaan. Eenige honderden personen waaron der verscheidene pasgehuwden, zijn na de massa-huwelijksvoltrekking die Zondag heeft plaats gehad, naar het hospitaal vervoerd. Zij lijden aan een onbekende ziekte, vermoedelijk zijn zij vergiftigd door drank bij de huwö' lijksreceptie, (United Press.) Eerst Dantzig en dan een vredesaanbod. Onze Berlijnsche correspondent schrijft ons d.d. 20 dezer: De biertafel-strateeg, de luidruchtige, met zichzelf ingenomen chauvinist, die tijdens den wereldoorlog aan zijn stamtafel alle veld slagen won en de wereld onder den Duit- schen adelaar bracht, is nog steeds niet uit gestorven. Hij leeft ook nu nog. Maar er heeft tenminste deze groote verandering plaats gevonden, dat zijn daverende betoogen in het gunstigste geval in het luchtledige ver klinken terwijl ze meestal begeleid worden door het homerisch gelach van zijn auditorium. Zou het al tot een oorlog komen, dan rekent het Duitsche volk ditmaal niet op een „frischen fröhliehen Krieg". Heel de wereld staat met het geweer aan den voet en ziet vol spanning naar Berlijn, of daar de oorlogsvlag geheschen wordt. Deson danks is het op 't oogenblik in geen Euro- peesche hoofdstad zoo volslagen rustig als juist te Berlijn. Men begint den laatsten tijd wel meer over den oorlog te spreken en dege nen, die aan de mogelijkheid van een con flict zelfs weigerden te gelooven, worden steeds zeldzamer. Maar dit verhindert niet, dat men in het algemeen den oorlog nog be schouwt als iets, dat ver weg is, dat misschien zou kunnen komen, zooals er ten slotte ook een aardbeving kan komen, maar dat nog geenszins dreigend in de lucht hangt. Het vervult den nationaal-socialist-Lschen machthebbers met trots, dat het Diiitsche volk in dezen ernstigen tijd zoo rustig zijn gang gaat en geen oogenblik geplaagd wordt door de zenuwen, welke andere volken parten spelen. Eerlijk gezegd lijkt het ons echter een open vraag, of het Duitsche volk in den hui digen „oorlog der zenuwen", zooveel meer weerstandsvermogen toont, als zijn leiders ons willen verzekeren. Eenzijdige en onvolledige voorlichting. Men moet nooit vergeten, dat het Duitsche volk slechts zeer eenzijdig en vooral zeer on volledig op de hoogte wordt gesteld van het geen er ook in Duitschland zelf aan de hand is. De gemiddelde Duitscher weet zoo goed als niets van de kolossale militaire maatregelen welke zijn land genomen heeft en die be denkelijk dicht grenzen aan een soort mobili satie. Hij wordt dag en nacht bewerkt door een propaganda, die niet ophoudt te verzekeren, dat de Duitsche militaire macht onoverwin nelijk is, dat het Engelsche wereldrijk zijn doodstrijd strijdt, dat het Fransche ooiiogs- apparaat een fictie is, wanneer het tegelijker tijd door Spanje hetwelk sinds jaar en dag als een militaire bondgenoot der mogend heden van de spil wordt afgeschilderd Italië en Duitschland wordt aangevallen, dat Amerika er wel heilig voor op zal passen, zich aan een duel met de autoritaire staten te wagen, dat Polen reeds nu financieel materiaal en moreel zoo goed als uitgeput is. dat ten slotte Rusland een spelletje speelt van kat en muis met Engeland, dat volgens de Duitsche pers door zijn poovere figuur In China den lachlust der geheele wereld op wekt. Wanneer de menschen eens rustig bij el kaar zitten, dan hoort men nogal eens de stel ling verkondigen, dat Frankrijk een geduchte tegenstander is en dat men met Engeland nooit moet spotten, omdat het in laatste in stantie toch altijd nog over de verwante vol ken in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en Australië beschikt, die het moederland in tijd van nocd niet ten onder zullen laten gaan. Maar in het algemeen is de propaganda zeer doeltreffend gebleken en kon ze er in slagen, den man van de straat ervan te over tuigen, dat al zijn vijanden in een eventueel conflict geen knip voor den neus waard zijr. en dat de wereld open ligt om door Duitsch land en Italië veroverd te worden, in het ge val de spilmcgendheden imperialistische nel gingen hadden. Men kan dan ook gerust beweren dat de brievenschrijverij van den heer King-Hall c.s. volslagen overbodig is, omdat dergelijke be toogen alleen maar succes hebben bij een be paalden kring van menschen, die Engeland niet meer hoeft te winnen, daar zij Albion's partij uit afkeer tegen het nationaal-socia- lisme reeds lang gekozen hebben. Vrouwen nemen de plaats van den man in. Intusschen blijkt den aandachtigen waar nemer uit dozijnen kleinigheden dat er wel iets gaande is. Het getal weerbare mannen in civiel wordt zienderoog kleiner en meer en meer ziet men vrouwen verschijnen in be roepen die zij sinds den wereldoorlog niet meer uitgeoefend hebben. En als men dan of ficieus verneemt, dat er op het oogenblik vrouwlijke tramconducteurs, taxi-chauffeurs, brievenbestellers en ambtenaren op allerlei bureaux worden opgeleid, als men reeds vrou wen kleine vrachtautos besturen en als glazen- wasschers optreden ziet, als men leest, dat er in de industrie in den uitgebreidsten zin van het woord tegenover minder dan 15 millioen mannen reeds ruim 7 millioen vrouwen wer ken, dan hoeft men heele maal geen spion te zijn om te constateeren dat het Duitsche eco nomische leven op oorlogsvoet gebracht wordt en misschien zelfs reeds gebracht is. In het algemeen kan men zeggen dat de ge middelde Duitscher niets begijpt van Enge- land's houding. Het spreekt van zelf dat de kranten en de radio geheel in het kader van de Duitsche propaganda die er zich altijd weer op toelegt om ook de meest gecompli ceerde vraagstukken tot een nietigheid te redu ceeren er niet aan denken om het Duitsche publiek te onthullen, dat het op het oogenblik gaat om een nic-uwe orde in Europa. De Führer heeft uitdrukkelijk verklaard zoo heet het dat hij niets anders wilde dan een formeelen terugkeer van Dantzig binnen de grenzen van het Derde Rijk en een autoweg door den Corridor naar Oost-Pruisen. En om dit nu te verhinderen zou Engeland dan begonnen zijn met een omsingelingsactie te organiseeren, waarbij het er zelfs niet voor terugschrikt om eventueel den bolsjewisti- schen wereldvijand los te laten op een ont redderd Europa. Chauvinistische Poolsche kranten drukken „historische kaarten af, welke zooals van zelf spreekt in Duitschland gretig gereproduceerd worden en waaruit dan zou moeten blijken dat de Poolsche West grens eigenlijk over Neurenberg, Hannover en Lubeck zou moeten loopen. Het ligt voor de hand, dat iedere Duitscher den eisch „Dantzig heim ins Reich!" en een verbinding tusschen het rijk en Oost-Pruisen door den Corridor volkomen gerechtvaardigd acht. Dat het eigenijk een beetje onlogisch is. dat de heele beschaafde wereld zich practisch op een oorlog voorbereidt alleen en uitsluitend om 400.000 Dantzigers te beletten, zich bij Duitschland aan te sluiten, dringt in den regel niet tot hem door. Hij voelt zich bedreigd door de westersche democratieën en de propaganda heeft mak kelijk spel, wanneer zij zegt dat in 1914 En geland eveneens bewust een wereldoorlog ontketende om de Duitschers, die het zijn vrienden noemt, maar voor wier ontembare energie het bevreesd is, neer te slaan. Als gezegd, zijn er, die hoog van den toren blazen. Ze eischen niet alleen Dantzig en den Corridor, maar ook een Poolsch protectoraat om dezen brandhaard evenals den Tsjechi- schen, voorgoed te blusschen en daardoor den vrede in Europa te verzekeren. Het is wel overbodig hieraan toe te voegen dat degenen, die zoo spreken, een oogenblikkelijke terug gave der koloniën als vanzelfsprekend be schouwen. Er zijn er echter ook en we zouden ons sterk moeten vergissen, wanneer ze niet de meerderheid vormden die volkomen tevre den zouden zijn wanneer 't probleem Dantzig jeregeld werd in den zin der minimum-eischen die Hitier aan Polen heeft gesteld. Doch ook dezen laten zich niet van him standpunt af brengen, dat Duitschland zijn ontroofde kolo niën moet terug hebben. In het buitenland is er sprake van bemid delingspogingen, die nu eens van Koning Leo pold van België dan weer van Mussolini zou den moeten uitgaan. Wij hebben den indruk dat hier de wensch de vader der gedachte is. En ook in Duitschland worden de mogelijk heden van 'n vriendschappelijke oplossing ge gewikt en gewogen. Met groote hardnekkigheid doet een gerucht de ronde, dat Duitschland zich zal voorberei den om eventueel tegen eiken aanval opge wassen te zijn, dit tijdstip zou binnenkort kunnen aanbreken, omdat er vrijwel niets meer te doen is dan de voltooiing van de versterkingen aan de Oostgrens en het bin nenhalen van den oogst, waarna het Dant zig zal bezetten om vervolgens een vredes aan bod te doen aan de Westersche mogendheden. De in dit vredesaanbod vervatte minimum voorwaarden zouden dan in hoofdzaak zijn: aansluiting van Dantzig bij het rijk, een vrije verbinding tusschen het rijk en Óost-Prui- sen, teruggave van de koloniën en misschien ook nog een overeenkomst der groote mogend heden nopens beperking hunner bewape ning. (Nadruk verboden). Haarlem telde op 1 Juli 138687 inwoners. Het aantal inwoners van Haarlem bedroeg op 1 Juli j.l. 138687 tegen 138018 op 1 April van fit jaar. Een vermeerdering derhalve met 669. Deze vermeerdering is zoowel een gevolg van een vestigingsoverschot als van een geboorte overschot. In April, Mei en Juni hebben zich n.l. 368 personen meer in Haarlem gevestigd dan er in hetzelfde tijdvak uit de gemeente zijn vertrokken. Over de drie genoemde maan den bedroeg het overschot resp. 65, 89 en 114. Het aantal geboorten overtrof dat der sterf gevallen in April, Mei en juni met resp. 100, 83 en 118. EXAMENS. Hoofdakte. Haarlem, 22 Juli. Geëxamineerd 8 candidaten, 2 (vrl.) en 6 mnl.). Geslaagd: Mej. M. Hendriks (Den Helder) en de heeren M. T. Jansen, Haarlem en P. Klijnsma, Purmerend.' Diploma van het Nederlandsch Genootschap voor Heilgymnas tiek en Massage. Eerste gedeelte Geslaagd de heeren P. J. J. Kremers, Bloe- mendaal en H. Nathan, Haarlem. DE M.U.L.O.-EXAMENS. Zaterdag slaagden te Haarlem voor het B-diploma: W. J. H. Traksel en J. C, Lucas te Haarlem. Voor het A-diploma: A. Klaassen, J. H. Koster, J. A. Lamme, M. Ch. Hekkert, A. J. Pals, J. van Luipen, E. C. ten Veen, H. Swart, N. Ophuysen, A. Quak, E. L. Rumpff, J. Elich, M. Reuvekamp, G. van Waard, N. Ei'chhorn, H. J. Hoenderdos, Th. Faber en H. M. Veldt, allen te Haarlem; J. Stam, te Halfweg; A. de Vries en T. Sehulz, beiden te Heemstede A. J. Paré, te Beverwijk; A. C. van der Leeuw, te Velsen (Santpoort); J. D. Schachtschabel, te IJmuiden; A. J. Plat, te Santpoort; M. van der Mey en H. van der Mey, beiden te Hoofd dorp. EXAMENS HANDELSINSTITUUT „BALTUSSEN". Bij de op 12 en 15 Juli resp. te Amsterdam en Den Haag gehouden examens der Fede ratie voor Stenografie „Groote" slaagden de volgende candidaten: Kantoor-stenograaf Nederlandsch 130: Aan gemeld en geslaagd: de dames A Wagemaker, M. H. A. van den Bogaardt, W. A. Verkalk, L. M. de Jong, P. S. A. Duvergé, E. Brauckmann, H. C. C. Hendrikse en W. Greebe. Kantoor-Stenograaf Duitsch 100: Aange meld en geslaagd: de dames M. M. Vliegen, J. C. Colenbrander en E. van Berkum. Kantoor-Stenograaf Fransch 100: aange meld en geslaagd mej. M. M. Vliegen. Kantoor-Stenograaf Engelseh 100: Aange meld en geslaagd: mej. L. Matzinger. Typist: aangemeld en geslaagd: de dames W. A. Verkaik, A. L. Timmer en de heer J. V. Veugen. Allen leerlingen van Handelsinstituut „Bal- tussen"., alhier. Robaver en Amsterdamsche Bank Onze financiëele medewerker schrijft: Belangrijke gebeurtenissen, zoowel op inter nationaal als op nationaal gebied, geschieden doorgaans gedurende het weekeinde. Het be richt, waarmede de Amsterdamsche Bank en de Rotterdamsche Bankvereeniging de finan ciëele wereld op dezen stillen Zaterdag hebben verrast, moet zonder eenigen twijfel worden beschouwd als een der belangrijkste gebeurte nissen op nationaal financiëel gebied der laat ste decennia. Zij die gemeend hadden, dat de concentratiebeweging in het Nederlandsch bankwezen feitelijk als afgesloten moest wor den beschouwd, „faute de combattants", heb ben zich wel deerlijk vergist. Ja, in die mate zelfs vergist, dat de concentratie, welke thans is aangekondigd, eigenlijk alle vorige sinds den aanvang dezer eeuw in omvang en be langrijkheid volkomen in de schaduw stelt. Het is waarlijk geen kleinigheid wat te ge beuren staat. Nederland's twee grootste han delsbanken gaan een belangengemeenschap aan die van zóó verregaanden en ingrijpen den aard is, dat men haar niet anders kan beschouwen dan als voorloopster eener volko men fusie. Wij zien immers, hoe de kapitali satie en reserves der twee machtige concerns, die tot dusver zoo sterk van elkaar afweken, volkomen identiek zullen worden. Het kapi taal der Amsterdamsche Bank wordt van 55 millioen op 35 millioen, dat der Roba ver van 45 millioen op 35 millioen terugge bracht, beide door middel van terugbetaling op aandeelen; de enorme open reserve der Amsterdamsche Bank ad 48 millioen wordt tot 20 millioen verminderd door 10 mil lioen aan de stille reserve toe te voegen en circa 18 millioen aan aandeelhouders uit te keeren, de open reserve der Robaver ad 17 millioen wordt tot 20 millioen verhoogd door 3 millioen aan de stille reserve te ontlee- nen. Winsten en verliezen zullen eenvoudig worden „gepoold", wederzijds zullen alle ver bintenissen worden gegarandeerd. Over en weer zullen alle directeuren worden „uitge wisseld", terwijl tevens een uitwisseling van commissarissen plaats vindt. De directeur der Amsterdamsche Bank Mr. H. A. van Nierop bekend door de Wreszynski-affaire, zal als zoodanig aftreden en wordt tot commissaris der Amsterdamsche Bank benoemd en niet van de Robaver. Dit zijn „in a nutshell" de groote lijnen dezer concentratie, waarvan de détails natuurlijk nog nader moeten worden uitgewerkt en waai*van de gevolgen nog nau welijks te bevroeden zijn. Laat ons vooropstellen dat zeer zeker niet een intrinsiek ongunstige positie van een der beide instellingen oorzaak en aanleiding tot dit samengaan is geweest. Het tegendeel is eerder het geval. Beide banken zwelgen in een overdaad van liquide middelen, in die mate dat de liquideeringswaarde der aandeelen stukken hooger moet liggen dan de huidige marktwaarde, die natuurlijk gewaardeerd is op het rendement'. Bij de Robaver stonden op 30 Juni j.l. tegenover kapitaal plus open re serve ad 62 millioen verplichtingen ten be drage van 204 millioen, bij de Amsterdam sche Bank tegenover kapitaal plus open re serve ad 103 millioen verplichtingen van slechts 151.000.000. Het is dus niet de inter ne financiëele positie, het zijn veeleer de ex terne verhoudingen, d.i. de overkapitalisatie, „Toe grootmoeder, U bent altrjd zoo voor me geweest. Van U heb ik altijd zoo veel gehouden, toe, neem me alstublieft met U mee. Ik heb het hier zoo koud. Re weet, dat U weg gaat, als de zwavelstok uitgebrand is, zooals de warme kachel, de heerlyk gebraden gans en de prachtige Kerst boom, die ook verdwenen waren, toen het stokje uitdoofde." Haastig pakte zij het heele bosje zwavelstokken en stak het aan: ze wilde haar grootmoeder, die ze zoo laten gaan. Ze wilde niet langer alleen op de koude straat zitten... goed kon zien, niet weg (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6