Avontuur in Venezuela
De hevige bandjir in het Tasikmalajasche Op het Departement van Justitie te s-Gravenhage werd Maandag de laatste zitting van het
eischte twintig menschenlevens, terwijl 80 demissionaire kabinet gehouden. Er was veel publieke belangstelling voor het komen en
bouw padivelden verloren gingen gaan der ministers
Onder de velen, die Maandag naar Nijmegen vertrokken voor de Vierdaagsche
afstandsmarschen, behoorde ook weer een afdeeling van het Amsterdamsch politie
korps. Het afscheid bij het vertrek uit de hoofdstad
De jaarlijksche ceremonie aan den vooravond van de Vierdaagsche Afstands
marschen. De vlaggenparade op het terrein der Prins Hendrik-kazerne te Nijmegen
Hettweede informatiebureau der Neder-
landsche Spoorwegen werd Maandag
in het station te Haarlem geopend
Een gezonde eetlust krijgt men tijdens de Vierdaagsche Afstandsmarschen. De
kok heeft erop gerekend en de noodige hoeveelheid aardappelen is aanwezig,
om de hongerige magen te stillen
Voorafgegaan door de marinekapel trokken de adelborsten en matrozen, die
deelnemen aan de Vierdaagsche te Nijmegen na aankomst door de stad
De dirigent Meulemans in
actie tijdens het Zangers
feest te Brussel, dat door
duizenden werd bijge
woond
De nieuwe ministers hebben Maandag
op het Departement van Algemeene
Zaken een gezamelijke bespreking ge
voerd. V.l.n.r,dr. ir. M. H. Damme;
prof. dr. B. J. O. Schrieke; G. W.
Bodenhausen: G. van den Bussche;
jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude
en dr. J. J. C. van Dijk
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
R. H. DAVIS.
(Nadruk verboden.)
10)
Roddy proestte en klapte in zijn handen
voor den kellner. Hij was buitengewoon in
zijn nopjes. De lunch smaakte hem best, hij
zat heerlijk in de schaduw van de sinaasap
pelboom en de zeewind speelde door de
bloeiende heesters en dreef een kruidigen,
prikkelende geur door de lucht.
Misschien begrijpt de consul ze beter
dan jij, hield Peter vol. Die revolution-
nairen
Zijn allemaal kerels uit een operette
Terwijl hij dit zei kwam de agent van de
stoomvaartlijn. Mr. van Amberg, bij wien hij
dien ochtend geweest was, het kiezelpad op
wandelen met één van de beide andere koop
lieden uit Willemstad en bleef stilstaan bij
hun tafeltje.
Van Amberg, zoowel als zijn metgezel, waren
eerst kort geleden uit Holland gekomen. Het
waren groote zwarp mannen die straalden
van gezondheid en opgeruimdheid.
Van Amberg vertelde het tweetal dat hij in
hun hotel kaarten voor de club had afgegeven
en hij hoopte dat ze er gebruik van zouden
maken. Zijn motorboot, zijn rijtuig en hij zelf
stonden tot hun beschikking. Toen Roddy de
twee heeren inviteerde zich bij hen te voegen,
deelde van Amberg mee, dat er al een tafeltje
itor hen gedekt was.
Zulle soort bedoel ik nou! riep Roddy
goedkeurend uit, toen het tweetal verder
was gegaan. Dat zijn geschikte lui voor ons.
Ze hebben misschien betere manieren dan
wij; maar het zijn verstandige, behoorlijke
zakenmenschen, die je vertrouwen kunt. Die
bespionneeren niemand en sturen niemand
achterbaksche brieven en begraven geen oud
man levend in de gevangenis. Als zij merk
ten dat er een revolutie in aantocht was, zou
den ze niet weten, wat
Opeens kwamen de heeren, waarover hij
sprak terug. Ze liepen haastig en ze keken
verschrikt. Terwijl zijn metgezel haastig voor
bij ging. bleef Mr. van Amberg weifelend
staan en keek met een verbluft en eenigszins
achterdochtig gezicht van den een naar den
ander. De kellner had koffie en flesschen
cognac en curagao op hun tafeltje gezet en
Roddy schoof uitnoodigend een stoel naar
hem toe.
Wilt u niet van plan veranderen, zei hij,
en wat van dat goedje proeven, dat uw eiland
beroemd heeft gemaakt?
Niettegenstaande hij klaarblijkelijk vurig
verlangde te ontsnappen, lieten Mr. van Am-
berg's goede manieren hem niet in den
steek.
Ik ik zou het heel graag willen aanne
men, op een anderen keer, stamelde hij, maar
ik moet nu heusch naar de stad terug. Ik
zie dat we hier vandaag onmogelijk kunnen
lunchen. Er is daar een groot gezelschap
brak hij abrupt af.
Ja, antwoordde Roddy onverschillig. Die
waren er al toen wij kwamen. Ze hebben alle
sellners in beslag genomen, zoodat wij met
de grootste moeite er een aan zijn jas konden
trekken. Wie zijn het? Wie is die man op
wiens gezondheid ze aldoor drinken?
Van Amberg scheen eerst heelemaal ver
bluft. Toen verscheen een breede glimlach
op zijn gezicht. Hij scheen de situatie nu
even amusant te vinden als eerst verontrus-
tend. Hij-probeerde een slim gezicht te zetten
en glimlachte vertrouwelijk.
O, jullie Amerikanen! zei hij zacht. Jullie
zijn goede diplomaten, u hoeft niet bang te
zijn voegde hij er haastig aan toe. Ik heb niets
gezien en ik zal niets vertellen. Ik bemoei me
niet met de politiek.
Hij ging wég, bleef toen opeens stilstaan en
fluisterde nog eens: Ik zal niets verklap
pen, hoor!
En geheimzinnig knikkende haastte hij
zich het pad af.
Peter ging achterover in zijn stoel liggen en
grinnikte verrukt.
Daar gaan jou nuchtere zakenlui, hoonde
hij. Op een hol. En wat wou jij nou vertel
len?
Roddy staarde wezenloos naar het grint en
schudde zijn hoofd.
Hij zuchtte. Waarom zijn ze in vredes
naam bang voor een verjaardagsfuif? En ze
waren voor mij ook bang. Hij gelooft er niets
van dat we die menschen niet kennen. Hij zei
dat hij zich niet met de politiek bemoeide. Dat
beteekent natuurlijk dat die kerels iets met
politiek te maken hebben en dit is zeker hun
manier om een vergadering te houden. Het
is vermoedelijk de methode om een revolutie
op touw te zetten. Maar waarom dacht Van
Amberg dat wij ook in het complot waren?
Omdat ik Forrester heet?
Peter knikte. Natuurlijk. Jou vader is
geweldig dik met die kerels uit Venezuela en
dat weet iedereen en dus denken ze dat jij dat
óók bent. Ik wilde maar, zei hij een beetje ge-
irriteerd, dat je vader je wat meer ver
trouwde. Het is aardig om boven in Forrester
Building complotten te zitten uitbroeien,
maar verduiveld lastig voor de lui die hier
midden in de vuurlinie te land komen. Als
jóu pipa niet een beetje voorzichtiger wordt,
zet Alvarez ons nog met een blinddoek tegen
een muur en dan heeft je vader wat voor zijn
grappenmakerij
Peter zat met zijn rug naar het gezelschap,
maar Roddy, die tegenover hem zat, zag dat
ze klaar waren met hun maaltijd. Pratend,
gesticuleerend en lachend, liepen ze met el
kaar het pad af. Hij stootte Peter even aan,
die zich omdraaide om naar hen te kijken. Op
hetzelfde moment stapte een man uit de strui
ken en bleef naast Roddy stilstaan, terwijl
zijn oogen gevestigd waren op het gezelschap
Hij wachtte blijkbaar tot het genaderd was.
Hij zag er uit als een chauffeur, die zijn
meester om orders kwam vragen. Het ver
baasde Roddy dan ook, dat hij geen auto had
hooren aankomen. Maar overigens schonk hij
geen aandacht aan de wachtende gestalte,
daar al zijn interesse in beslag genomen was
door de mannen, die zoo'n hevige belangstel
ling voor hem hadden getoond.
De leden van het gezelschap waren tot de
conclusie gekomen, dat het pad te nauw
was om met zijn allen naast elkaar te blijven
loopen. Een paar van hen waren langs de zij
paden afgedwaald, anderen hadden zich ver
spreid over het grasveld. Maar de voornaam
ste gast bleef nog wandelen op het grindpad,
dat naar den uitgang leidde. En Roddy kon
hem nu duidelijk zien. Het was onmogelijk te
schatten hoe oud hij was, omdat hij vlotte,
jeugdige manieren had. Hij zou nog geen
dertig, maar hij zou ook veertig kunnen zijn.
Hij was groot en zijn bewegingen waren ele
gant, hoewel hij toch iets militairs had; zijn
zwart haar lag in losse golven over zijn aristo
cratisch gevormden schedel. Zijn oogen
straalden met een vochtige schittering. Hij
liep tusschen twee van zijn vrienden in en
zijn handen rustten op den schouder van elk;
en hoewel de beide mannen ouder waren dan
hijzelf waren zij blijkbaar vereerd door die
onderscheiding. Zij lachten en knikten geest
driftig bij wat hij zei en hij praatte rad en
glimlachte. Roddy vond dat hij nog nooit
zoo'n innemenden en tegelijk zoo persoonlij
ken glimlach had gezien. De jonge man
maakte een uitstekenden indruk op Roddy.
Hij vond hem een „Prince Charming", die
zich weliswaar van zijn charme bewust was,
mc%ar toch een elegante, dappere en ridderlijke
figuur.
Opeens wendde de jonge man zijn gezicht
van zijn linkerbuurman naar den man, die
rechts van hem liep. Roddy zag zijn oogen
plotseling star worden. Zijn lippen sloten zich,
de lachende uitdrukking van zijn gezicht ver
strakte. Zijn oogen waren gevestigd op iets,
dat rechts van Roddy moest zijn.
Roddy draaide zich om en zag de wachten
de gestalte van den chauffeur. Hij was nu
heelemaal uit het struikgewas te voorschijn ge
komen en hij deed juist een kleinen stap naar
voren, terwijl zijn rechterhand onder zijn
linkermanchet tastte.
Roddy had een dergelijke beweging al meer
gezien van Engelschen, die naar hun zakdoek
zochten, maar bij dezen man was het gebaar
bliksemsnel en onheilspellend. In zijn houding
was iets roofdierachtigs en dreigends. De hand
van den man kwam weer te voorschijn en
Roddy zag dat die hand een pistool omklem
de.
Om zijn been en zoo vlug mogelijk onder de
tafel vandaan te krijgen, schoof Roddy dit
meubelstuk met alles wat er op stond, op Pe
ters schoot. Met één sprong was hij naast den
man en terwijl hij hem met zijn eene hand
een stomp tegen de kin gaf, sloeg hij met de
andere naar het wapen. Er klonken twee kor
te knallen en een scherpe kreet. De aanvaller
wankelde onder den slag en zijn pistool
zwaaide voor Roddy's oogen. Roddy greep er
naar een korte worsteling nóg een knal
toen ontglipte de man hem en schoot de
struiken in met de vlugge glijdende bewegin
gen van een panter.
(Wordt vervolgd,)'