r Avontuur in Venezuela Met waterpolo-tournooi te Uoetmchem om den Horthy-beker. moment uit een der internationale ontmoetingen Z. K. H. Prins Bernhard heeft Zaterdag te Doetinchem het waterpolo-tournooi om de Horthy-Cup geopend. De hooge be zoeker wordt begroet door den president der Europeesche Zwemliga, den heer E. G. Drigny De finale 100 meter hardloopen tijdens de nationale athle- tiekkampioenschappen, welke Zondag in het Feyenoord- stadion te Rotterdam zijn gehouden De propagandacommissie voor ruiiver- kavering in het gebied van den polder Assendelft hield een excursie naar Overijsel en genoot een koffiemaaltijd in Staphorst Een fraaie sprong tijdens het concours hippique, dat Zondag te Oss werd gehouden ter gelegenheid van het 20 jarig bestaan der vereeniging .Concours Hippique Oss Op den Kralingschen Plas werden Zondag de nationale wedstrijden van de Rotterdamsche Zeilvereeniging gehouden. Eenige deelnemers In actie Burgemeester dr.^W. de Vlugt heeft Zaterdag te Amsterdam aan boord van het m.s. .Oranje" de vlag geheschen welke door de vereeniging .De Prin- cevlag" werd aangeboden FEUILLETON Naar het Amerikaansch R. H. DAVIS. (Nadruk verboden.) 15) Het was een oude man, dien Inez volkomen vertrouwde. Hij was eerst lijfknecht van haar broer en toen van haar vader geweest en had er na de gevangenneming van Generaal Rojas op gestaan de famiie in ballingschap te mogen volgen. Het meisje keek hem een oogenblik ernstig aan. Pedro, vroeg ze wat zou je willen doen om je meester te redden? Toen de man zekerheid had dat hij haar goed begreep, legde hq het zadel op den grond, richtte zich op'"en strekte zijn beide handen naar haar uit. Met dat gebaar scheen hij uit te drukken dat hij voor dat*doel zijn lichaam zijn leven zelfs, tot haar beschik king stelde. Inez toonde hem het briefje. Je moet dit aan een Amerikaan, Mr. Forrester, brengen, zei ze. Hij is in één van de hotels. Niemand mag weten, dat je hem zoekt en niemand mag zien dat je het briefje geeft. Zelfs moeder mag het niet vermoeden dat er uit dit huis een boodschap aan hem is gestuurd. Als hij het briefje gelezen heeft zal hij „ja" of „neen" zeggen. Als hij iets vraagt moet je je hoofd schudden. Zoodra je antwoord hebt moet je bij me komen. Ze gaf hem het briefje en vervolgde na een pauze. Er is een nieuw plan om vader te red den, Als je dit briefje veilig aflevert, zal jij de eerste stap voor zijn bevrijding hebben ge- daan.Maar als ze uitvinden dat mr. Forrester en iemand van de familie Rojas samen wer ken dan zal dat groote wreedheden voor va der, dan zal het zelfs zijn doöd kunnen be- teekenen! Het meisje had gesproken op een wijze, die den diepst mogelijken indruk op den ouden getrouwe zou maken. En ze werd niet teleurge steld. Zijn oogen straalden van opwinding. Het vervulde den Venezolaan met een diepe vreugde en trots, dat hij nu ook een samen zweerder, dat hij een factor in een complot was, waarvan hij het gelukken zoo vurig ver langde. Toen Inez terugging naar het hoofdgebouw was de zon juist bezig in zee te zinken en zij zag haar moeder en haar zuster naar de rots gaan voor hun dagelijksche bedevaart. Inez voegde zich bij hen en terwijl de roode schijf daalde stonden de drie vrouwen doodstil, de ge zichten naar den horizon gewend. Inez leun de naar voren alsof haar oogen de zestig mijl tusschen haar en haar vader konden doorbo ren, de handen samengeklemd en den mond half geopend. Het ontroerde haar nog even diep als de eerste maal, deze dagelijksche plechtigheid, het weten dat hij op dat oogen blik aan haar dacht en dat zijn oogen gericht waren naar de plaats, waar hij wist dat ze op wacht stond. IV. Nu him diner in het hotel slenterden Roddy en Peter de kade af en gingen de smalle op haal brug over, die Willemstad verbindt met Otrabanda. Daar, halverwege tusschen de twee steden, leunden ze een poosje tegen de brug aan, rookten en genoten van den koelen nachtwind, die uit zee* opstak. Na zijn lang middagslaapje was Roddy helder wakker. Men had hem verteld dat Willemstad een cabaret rijk was en dit wilde hij vinden. Maar Peter, die wakker was geweest sinds de steward van een schip hem voor zonsopgang had ge wekt, twijfelde aan het bestaan .van het ca baret en ook aan het feit, of het, als het in derdaad bestond, wel in staat zou zijn om hem wakker te houden en kondigde aan, dat hij vastbesloten was zijn bed op te zoeken. Zoo aan zichzelf overgelaten kuierde Roddy het kleine stadje rond. Een paar winkels en twee café's waren nog open en uit hun ramen schenen groote lichtbundels op de smalle trottoirs, maar de meeste huizen waren al ste-' vig gegrendeld; de straten lagen in het duister te slapen. Eén kwartier lang slenterde Roddy langzaam verder en kwam toen plotseling tot de conclusie dat hij niet alleen was. Achter hem in de schaduw volgde iemand hem be hoedzaam, een man met zijn gelaat in een shawl verbolgen en wiens sandalen van touw de klank van zijn voetstappen dempten. Onder de huidige omstandigheden en na de verwikkelingen van den dag was Roddy niet verrast, maar ook niet bijster geïnteresseerd. Zelfs in Porto Cabello werd iedereen ten slotte bespionneerd. En dat Alvarez hier, in dit broeinest van revolutionnairen, goed be diend werd, was heel natuurlijk. Tweemaal was de man, die hem volgde, hem vlug met zachte schreden genaderd en beide keeren was Roddy midden op straat gaan loopen voor het geval dat de man iets minder onschuldigs dan gewoon spionneeren, in den zin had. Maar toen de man voor de derde maal naderbij kwam gebeurde dat zoo schielijk, dat Roddy geen tijd had uit den weg te gaan. De man schoof lang hem heen en toen hij voorbij was ontdekte Roddy dat hem een briefje in zijn hand gedrukt was. Het was al laat; Roddy zag er uit als een toerist en het briefje was hem in het geheim gegeven. Roddy dacht dat het een invitatie tot het een of ander minder behoorlijk avontuur bevatte en gooide het op straat. Met een kreet van schrik vloog de man er op af, maar Roddy was hem voor. Toen hij het briefje weggooide hadden zijn vingers zware lakzegels aangeraakt. In een seconde had hij het briefje weer opgeraapt en nam het mee naar een straatlantaarn, terwijl de man hem volgde. De enveloppe was zonder eenig bijzonder kenteeken, het lak zonder initialen of wapen, het schrfit was blijkbaar verdraaid. Na te hebben gezien dat de man van uit de schaduw nog naar hem stond te kijken, terwijl hij tegelijkertijd onrustig de straat af tuurde, opende Roddy het briefje. Het luidde: „U bent naar Guragao gekomen met een doel. Iemand, dien dat doel zter terharte gaat wil u helpen. Ga morgen, bij zonsopgang de zelfden weg af, die u vandaag hebt gereden. Achter het café Ducrot zal de brenger van den brief op uw wachten met een paard. Volg hem. Als u bang bent dat hij u in gevaar zal brengen, laat hem dan voor u uitrijden en richt u revolver op hem. Als u komen wilt, zeg dan tegen den brenger „Vengo". Als u niet komt zeg dan „No Vengo". Hij heeft bevel geen enkele vraag van u te beantwoorden. Als u hierover tegen anderen spreekt of als de brenger denkt dat u anderen gezegd hebt u te volgen, zal hij u terugbrengen naar uw hotel en uw kans om een groot onrecht goed te maken zal voorbij zijn." De brief was niet onderteekend. Maar de schrijver had onder aan de bladzijde, alsof hem dat pas later in de gedachte was geko men, geschreven: „Avonturen zijn voor de stoutmoedigen. Roddy las den brief driemaal, terwijl hij in het licht van de straatlantaarn stond met zijn rug naar de huizen en zijn gezicht naar den wachtenden man gekeerd. Maar na den eersten keer las hij over het voornaamste deel van den brief heen e.n vlogen zijn oogen naar dat postscriptum. Dat was de regel, die hem wenkte en aantrok; het leek hem of de gene, die den brief had geschreven, er aan twijfelde of hij wel naar de aangeduide plaats zou willen komen, en of hij hem met dat zin netje prikkelde, bespotte en uitdaagde. Roddy begreep, dat er wat den schrijver, van den brief betrof, drie mogelijkheden wa ren. Hij overwoog ze snel. Peter zou de schrijver kunnen zijn en dan was de brief- een flauwe grap om hem op de proef te stellen. Misschien was het een ernstig bedoeld aan bod van iemand, die het doel van zijn bezoek aan Curagao geraden had en die hem werke lijk van dienst wilde zijn. De brief zou ook kunnen komen van den gemaskerden man en zijn handlangers, die woedend waren over zijn ingrijpen van dien morgen en die nu vol leed vermaak dit plan hadden beraamd om hem op dien aanzamen weg te lokken en hem daar te dooden. Hij kon onmogelijk weten welke van die drie veronderstellingen de juiste was. maar het postcriptum deed hem zijn besluit ne men. Hij wenkte den brenger van den brief en deze kwam verlangend naderbij. Ik zal komen, zeide Roddy. De man glom van vreugde, maakte een diepe buiging en ver dween in de duisternis. Roddy luisterde, tot hij het zachte klepperen van zijn sandalen niet meer hoorde en liep toen langzaam naar het hotel terug.. Hij bleef nog wel een uur lang op zijn balcon staan rooken en trachtte bij zichzelf uit te maken wie zijn onbekende vriend zou zijn. Op de kade beneden hem stond een negec- politie-agent te dutten tegen een boom. (Wordt vëWöïga.)1' Te Zandvoort wer den Zondag op het Gem. Sport terrein groote windhonden-ren nen gehouden, waarvan hierboven een interessant snapshot

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 10