Oud Sxmtpxwd ilodfr ch DfMettfc IJMUIDEN VELSEN Uit de geschiedenis van np USSCHEN de Enschedelaan en de 1 Hoofdstraat loopt de Middendorp straat. Alle drie namen zijn in den loop der tijden gewijzigd. De Burgemeester Enschede laan heette voorheen: het Kerkpad, de Ach terbuurt-, Kerkweg en de Achterweg. Ter ge- legenertijd hopen wij op deze namen terug te komen. De Hoofdstraat is slechts voor kor ten tijd de nieuwe titel geworden van onze oude Dorpsstraat. Deze naamsverandering is nog van zoo recenten datum, dat wij mogen veronderstellen, dat een ieder de geschiede nis daarvan nog wel weet, zoodat wij hier over in deze serie oude plaatsnamen niet be hoeven te schrijven. De voorgeschiedenis van de Middendorpsstraat hebben wij in Februari van 1938 reeds in „Haarlem's Dagblad" be handeld. Wij willen het allereerste begin hier nog even aanstippen. Hoe oud de oude dorpsherberg „De Wei man" inderdaad is valt moeilijk te zeggen. Ze- her is echter, ü&'t het oude huis omstreeks 1600 reeds bestond en tot de finkste bezittingen behoord^ Vermoedelijk besloeg het den grond tusschen Groot Schoonoord en de Santpoorterbeek als Zuid en Noordgrens en de dorpsstraat en het Kerkpad als Oost- en Westgrens. De Santpoorter -beek liep toen iets Zuidelijker dan tegenwoordig, hetgeen ook te zien is aan de richting van de heul, die bij de tuinmanswoning van Vlugthoven onder de Enschedelaan doorgaat. De beek liep van daar schuin in de richting van het Buurwegje en achter de huizen van de familie Schnei ders en de Wed. Dam om recht uit naar den polder. In 160-0 hebben familieleden of zeer goede kennissen, misschien zelfs wel personeel van de Weiman verlof gevraagd hun huisjes te mogen.-bouwen tegen de Beek. Toen was de hoofdingang van de Weiman nog aan de Zuid zijde van het gebouw zooals nog op een tee- kening van begin 1700 te zien is. De Noord zijde werd in beslag genomen door de boer derij, paarden en koestallen doorrijstal en hooi'bergplaats. De pas genoemde huisjes stonden dus op particulieren grond en niet aan een verkeersweg. Om bij de huisjes te komen moest men over het erf van De Wei man, welk erf van de dorpstraat en het Kerke- pad 'met een hek was afgesloten. De ruimte tusschen de voorgevels van deze huizen en de bijgebouwen van de Weiman was slechts enkele meters. Vermoedelijk zijn omstreeks 1650 de huisjes in eigendom van de bewoners overgegaan met recht van „overpad" over den weg. Langzamerhand is de naam van het Buren of Buurwegje ontstaan welke naam in begin van 1700 in de officieele koopcontrac ten als plaatsaanduiding werd gebruikt. Dat het-Buurwegje met de Weiman reeds in 1600 een belangrijke plaats innamen in het dorps beeld moge uit het volgende blijken. f Nieuwjaar 1667. 1 'In January sestien honderd zeven en sestig Doen vroort en het sneeuwde zeer heftig, Stijf zes weken stont de vaart geheel stil, Drie weken voer men geheel na wil Het voornaamste dat hier wordt genoteerd Is datter zooveel ijs quam in de Meert. Zoo lezen wij in ,Aanteekeningen over eenige harde winters en strenge koude van 1568 tot 1709, gedruckt te Amsterdam bij J. ter Beek, terzijden de Beurs". Wij zien- juist Hendrik Maas, de bekende kolver, vroolijk lachend het buurwegje afko men. Zijn ijssporen heeft hij reeds aan en de kolf met den pennebal in zijn hand. Met een breede armzwaai passeert hij de Weiman op weg naar een ijsveld op ondergeloopen land nabij De Delf, waai' een kolfbaan was uitge zet, „want als het hard vriest, kolft men op het ijs" zegt het bekende oude spreekwoord. Het is reeds druk in De Weiman. Van alle zij den stroomen de schaatsenrijders toe, vooral Haarlem voert zeer veel „Schaetsers" aan langs den Delf (welke mooie vaart ook nu nog een prachtige ijsverbinding geeft met ons dorp) van de Zaanstreek, ja zelfs van Alk maar komen de bezoekers. Een twaalfstedentocht. Tochten maken lag in den aard der Hol landers en zoo lezen wij uit officieele be scheiden van eenige burgers van Koog aan de Zaan de volgende aanteekening van eenige ■jaren later: Den 19en December 1676, stilkes d'Wint O. S. (Saturdag volle Maen den 20) ben ic-k Claes Aris Caeskoper, in Camp met Mayndert, Arent, Jacob Blau en Jacob Buur, op scaetz uitgereden van ditto M. Arentses, de •clock, 's morgens 4 uur in heldere maenescnijn tot Harlem (waarschijnlijk over de Westzaner plassen en de Assendelver ban naar de Willem Okers Sluys, waar de voormalige Wijker Meer dwars werd overgestoken naar de Lander Sluis, 't eindpunt van de Delf en vandaar langs Santpoort naar Haarlem. Tegenwoordig is deze, tocht met kleine wijzigingen nog zeer goed te maken zonder hinder te hebben van door het gerij volgestoven banen Wij lezen verder: van Harlem tot Amster dam, vandaer tot Wesop, vandaer tot Naerde, van daer tot Muiden, van daer over Pampoes tot Munkedam, van daer tot Eedam, van daer tot Purmerend, van daer op de Ouwendijc, daer wij d'eerste mael plaisterde sijnde omtrent de cloc een uur, van daer tot Hoorn, van daer tot Enckhuyz, van daer tot Medenblick, van daer tot Alcmaer, daer nogh eens playsterde en van daer naer huys, doen wij even van Alcmaer af ware begoste snouwen, en quame soo t-huys omtrent de cloc half nege, hebbende bovengemelde 12 stede besoght op één dagh" (Deze tocht bedraagt ongeveer 320 K.M.) Talrijk waren de sjeezen, de karossen en de „narren" met bezoekers uit den omtrek, die een bezoek kwamen brengen aan De Weiman om zich aan de drukte te verlustigen. De hek ken van het Buurwegje waren open gezet om dat de doorrijstal reeds geheel en al volstond en het gerij een plaatsje moest vinden tus schen de paarden en koestallen en de boerde rij. Zoo groot was het aantal paarden, dat zelfs van de koestallen gebruik gemaakt moest worden. De groote koffiekamer was berstens vol. Onder de prachtige op ouderwet- sche wijze met keurige wandtegels versier de schouw brandde een turf en blokkenvuur alsof een os gebraden moest worden. De waard en waardin stonden in de tapkast en hadden handen te kort om de bezoekers te bedienen. Hier wilde een groepje een „zoopie warme Flip" en toen ze te lang moesten wachten werd al spoedig hun lijfdeun aangeheven: Een minglen brandewijn, die dat eerst in de kan Gestoote nagelen, met zuyker. kookt dat. dan Zoo hebt gij Flip, zo goed als gij die kunt verlangen. Weer anderen roepen om warme wijn ver mengd met nootmuskaat en suyker. Brande- moris en Jenever werd in groote hoeveelheden verbruikt, terwijl de kinderen zich te goed deden aan anijs of „tuutjesmelk". Ondertus- schen: De speelman gezeten te bank of te stoel, Bestuurt van een tafel het dansend gewoel En stampt er de maat met een stentorsgenie Bij 't spelen der Schotsche drie. Hooren en zien vergaat de aanwezigen,, vooral ook omdat een trommelslager en een trompettist tegelijkertijd de maat blijven aangeven voor een „horlepijp of voor een „ze vensprong". Dansen mocht het feitelijk niet meer heeten, omdat het meer en meer op een hotspartij begon te gelijken. Keurig zijn de costumes van enkele dames. Wij lezen name lijk de volgende omschrijving: Zij droeg een hagelwit jakje, de zijden halsdoek met het ermelijnen bont, de borststrik bevallig ge strikt, de nette voet in paerlkleurde hoozen en witte schoentjes geschoeid een zwierig witvilt ijshoedje, op de fijne hoofdscheelen en het zwart koraale halskeetentje met den gouden dop netjes op den levendigen hals afstekende. Minder mooi maar in vele gevallen toch uiterst flatteerend waren de „huyken" die het grootste deel der aanwezigen droegen en die ze gelukkig in de overvolle gelagkamer van de Weiman niet telkens „naar de wint be hoefden te draaien". Plotseling ontstond er een extra drukte. Men drong naar een zijde van het vertrek en aller wege werd er hoera geroepen en de halzen gerekt. Onze Hendrik Maas kwam zich laten feliciteeren. Bij het kolfspel had hij de vette gans gewonnen en nu pronkte hij daarmee in de volle drukte van de Weiman. Zijn scheuvelingen en ijssporen had hij op zijn hals gehangen, de gans droeg hij onder zijn arm en de kolf met bal droeg hij als een ridder zijn slagzwaard om toch voor al een ieder te laten zien met welk spel hij nummer 1 was geworden. Werkelijk mocht hij wel een weinig pronken. Alle meisjes zagen graag den krachtigen slanken prijswinner in zijn keurig wambuis, dat over een blauw sa tijnen borstrok sloot, met zilveren knoopjes dichtgesloten, terwijl een zwierige roode gordel om zijn middel prijkte en breedge- strikte kniebanden met groote strikken wa ren vastgeknoopt en ziju hoed aan de eene zijde overdeftig met een zwaren pluim was opgezet. Zoo vierde men in 1667 het ijsfeest in de Weiman gelegen aan de Dorpsstraat en het Buurwegje in den Zandpoort. De oude Dorpsstraat is deftiger geworden en heet nu Hoofdstraat. Het Buurwegje is om gebouwd in Middendorpstraat. Stallen en schuren zijn verdwenen, maar de Weiman zelf is er nog na bijna 300 jaren en de lust om van het ijs te- profiteeren is nog altijd geble ven ongeacht de moeilijkheden van bevroren kranenen wat dies meer zij. Santpoort. J. S. VISSER. Builenlandsche trawlers in de liaven. Er liggen sedex't eenige dagen drie buiten- landsche trawlers in de Visschershaven, n.l. een Belgische en twee Pöolsche. Verder wordt er nog een Franschetrawler verwacht. Zooals meer gebeurt heeft zich op een dei- laatstgenoemde. n.l. op de Deltra I GDY 135 een arbeidsconflict voorgedaan, ontstaan in verband met de vervanging van een bedank ten Nederlandschen 2en machinist, welk con flict dient te worden opgelost alvorens de trawler naar zee kan vertrekken. Een mooi karwei in de Visschershaven. Het is geen alledaagsch karwei, dat in de Visschershaven op de Alkmaar wordt uitge voerd. Deze trawler ondergaat een grondige reparatie, waarmee men nu al geruimen tijd bezig is. Ook moesten eenige huidplaten on der de waterlijn vernieuwd worden. Dan zal de trawler in het dok moeten, zou men denken. Maar men heeft daar iets anders op ge vonden. De Alkmaar werd aan de eene zijde zwaar beballast, zoodat hij slagzij kreeg en de te vernieuwen platen droog kwamen. En soo heeft men de zaak opgeknapt. De besomming van de Jacqueline Clasina. Naar wij vernemen heeft die Jacqueline Clasina IJm. 10, die zooals wij meldden deze week haar vangst in Grimsby aan de markt heeft gebracht, aldaar f 2800 netto besomd. HET TIENDUIZENDSTE SCHIP DEN NIEUWEN WATERWEG BINNENGELOOPEN. Het Zondagmiddag binnengekomen Duit- sche motorschip „Coburg" van den Noord- Duitscheri Lloyd, bestemming Rotterdam, is het tienduizendste schip, dat dit jaar den Nieuwen Waterweg is binnengeloopen. Het vorige jaar kwam het tienduizendste schip op 9 Augustus binnen. IJiiiuidenaren in de Vierdaagsclie. Het vijftal leden der IJmuider Wandelsport- vereeniging „De Kennemer Jagers", dat aan de Vierdaagsche heeft deelgenomen, n.l. de heeren A. A. Baak (3e maal), W. v. d. Braber en P. v. d. Steen (beiden 2e maal), C. Wijker en C. Visser (beiden le maal), alsmede het oud-lid mevrouw W. DijkstraBaak (le maal) heeft de eer van de club hoog gehouden. Allen hebben den tocht volbracht. Allen warén het er over eens, dat het dit maal een zware taak geweest is. Vooral de eerste twee dagen hadden velen met moei lijkheden te kampen. De laatste dag was ech ter schitterend. Het was prachtig weer en dit, gepaard met'het enthousiasme, waarmee het leger der kleine 4000 door de hartelijke inwo ners van Nijmegen en omsteken werd begroet, deed alle narigheid der eerste dagen ver geten. Het Deensche contingent. Naar wij vernemen is door den grooten aanvoer van Deensche visch het contingent voor Juli en Augustus reeds uitgeput. Doordat er echter van de maanden Mei en Juni een kwantum was overgeschoten zal er nog wat aanvoer toegestaan kunnen worden, Fraaie illuminatie door de avondzon. De zomersche onwersbui van gisteravond heeft ongetwijfeld velen, die uit zijn geweest, onaangenaam verrast-. Het zoele weer er woei den geheelen dag een stijve lauwe bries was de voorbode van een electrische ont lading in de atmosfeer, die dan ook niet uitbleef. Maar even voordat de bui loskwam dat geschiedde ongever 9 uur, hebben vele IJmui- denaren getuige kunnen zijn van een prachtig natuurverschijnsel, een illuminatie, niet van een kunstvuurwerk, maar met de laag boven de kim staande zon als lichtbron. Loodblauw was de hemel in het Oosten. Maar daar kwam plotseling, met een laatsten avondgroet het felste zonlicht boven de daken uitsteken. In de straten lag reeds de scheme ring van den avond, waardoor de boomen donkere schaduwpartijen vormden. Maar de toppen, die boven de daken uitstaken, werden door het heldere zonlicht fel verlicht, alsof machtige schijnwerpers hun stralen er op lieten spelen. En de naar het Westen gekeerde gevels van het Kennemerplein, eveneens badende in een zee van licht, staken scherp af tegen den loodJblauwen hemel op den achtergrond. Zware schaduwen van uitsteken de gevels en daken wierpen donkere plekken oip de heldere lichtplekken. Deze prachtige illuminatie duurde slechts enkele minuten. Spoedig loste het licht zich op in den ingetreden schemer. Felle bliksem stralen schoten uit het donkere zerk. Reeders vergaderden te Den Haag. Onder voorzitterschap van mr. J. H. Kie- wiet de Jonge is Zaterdag in Den Haag de 24ste algemeene jaarlijksche vergadering van de Reedersvereeniging voor de de Ne- derlandsche Haringvisscherij gehouden. Het jaarverslag van den secretaris, den heer Joh. A. Mulder werd goedgekeurd, evenals de lijst van arbiters voor beslechtin; van vereenigingsgeschillen. Op voorstel van het hoofdbestuur werd f 100 subsidie aan het Nederlandsch Visscherij-proefstation ver leend en aan de beide reddingmaatschap pijen elk f 60. De punten financieel verslag, vaststelling van contributie, statutenwijziging en de be spreking over de wenschelijkheid de regee ring te verzoeken de visscherij op te nemen in het wetsontwerp, houdende regelen betref fende thet algemeen verhinderd en onverbin- dendverklaren van bedrijfsregelingen in den landbouw zullen in de volgende vergadering worden behandeld. Ontheffing Winkelsluitingswet voor Santpoort. Burgemeester en Wethouders van Velsen maken bekend, dat door hen ten aanzien van de winkels in de Afdeeling Santpoort onthef fing is verleend van de bepalingen van de winkelsluitingswet en wel op 2, 3 en 4 Augus tus a.s. tot des nachts 12 en op 5 Augustus a.s. tot des nachts 2 uur. Geestelijke en Moreele Herbewapening. Men schrijft ons: In deze maand heeft in California plaats gevonden een internationaal congres voor G. en M. H. Als bewijs van instemming met de grondslagen van bovengenoemde actie werd uit alle landen der wereld het volgende mani fest naar deze bijeenkomst verzonden. Manifest. Dit manifest werd in den loop van één week in Nederland geteekend door 11.(100 landge- nooten (d.w.z. 1 op 800) onder wie 4 minis ters, 4 commissarissen der Koningin, 75 bur gemeesters. vele ziekenhuizen, kloosters, di rectie der Staatsmijnen, leden van den Hoo- gen Raad, leden van de rechterlijke macht, 500 Protestantsche- en Katholieke geestelij ken, onderwijzers enz. enz. Het telegram naar Amerika werd in den nacht van 24 op 25 Juli verzonden, inhou dende het getal en de namen van belangrijke personen en groepen. De dagen daarop kwa men de berichten uit Engeland en Amerika binnen met de boodschappen en telegrammen verzonden door Roosevelt, Samuel Hoare, Hen ry Ford, Bird enz. enz. Dat ook in film-kringen de gedachte der G. en M. H. gaat doordringen blijkt wel zeer dui delijk uit de volgende woorden, gesproken door Louis B. Mayer, voorzitter van de Me- tro-Goldwyn-Mayer „Vanavond beleef ik de grootste ervaring van mijn leven. M. G. H. is God's oorspronke lijk plan. Dikwijls hebben wij critiek op de onverdraagzaamheid van anderen, terwijl we zelf ook onverdraagzaam zijn. G. en M. H. is een verstandige levensleer van liefde, die alle problemen zal oplossen: persoonlijke, nationale en internationale. Christus heeft, het ons gepredikt en we zijn doof gebleven. En nu staan hier deze mannen en vrouwen die deze geestelijke nuchtere wijsheid der liefde vertegenwoordigen ge behoeft niet te praten over verdraagzaamheid of onver draagzaamheid, ge behoeft niet te praten over eerlijk of oneerlijk, ge behoeft niet te spreken over oorlog of vrede maar hebt elkander lief en alles zal terecht komen tusschen de naties en van mensch tot mensch". De zee eischt weer een slachtoffer. Jongen bij Huisduinen verdronken. Zaterdagmiddag is bij -het baden aan het Strand te Huisduinen de 16-jarige Gerard Burgers, afkomstig uit 's-Gravenhage, in de Noordzee verdronken. De jongen was pas voor het Mulo-examen geslaagd en bracht zijn vacantie bij familie te Den Helder door. Hij had zich met eenige vrienden naar het strand begeven om te ba den. Er stond een krachtige stroom en toen de jongen, die niet kon zwemmen, door een golf werd omvergeworpen, werd hij door den stroom meegesleurd. Hij verdronk jammer lijk voor de oogen van zijn vrienden. Ofschoon onmiddellijk pogingen in het werk werden gesteld om hem nog te redden, mocht hulp niet meer baten. Een agent van politie begaf zich met een boot in zee en eenige zwemmers trachtten den jongen te bereiken, echter vergeefs. Het lichaam van het slachtoffer is nog niet gevonden. 19. Aan den ingang bij de gordijnen zat eensklaps een muis zoo groot, dat de jongens hun oogen niet geloofden. Die muis was net zoo groot als een mensch, en hij moest wel eeuwen oud zijn. Met zijn staart in zijn hand maakte hij een buiging voor Roetje en Dribbeltje en vroeg of zij hem eens wilden volgen. Hij gaf Roetje zijn staart in zijn hand en met zijn drieën gingen zij een andere kamer binnen. 20. Daar leefde een heele muizenfamilie, allemaal van die groote, dikke muizen. Het muizenmoedertje zat koffie te malen en de muizenvader groette, toen hij de jongens zag, heel hartelijk en zei hun, dat ze maar veel plezier moesten maken in het kasteel. Het muizenkind, dat van plezier zat te piepen, vond Dribbeltje reusachtig leuk. „Toe," zei het muizenmoedertje, „maak niet zoo'n lawaai als er gasten zijn," doch Roetje vond het piepen zoo mooi, dat hij direct naar het muizenkindje toe ging. 21. Nadat de jongens een tijdje gepraat hadden met de muizenfamilie, gingen zij eens verder kijken. In de gang gekomen, zagen zij weer zoo'n mooi matje liggen. Er stond iets op geschreven, maar jammer genoeg konden Roetje noch Dribbeltje lezen, anders hadden ze wel gezien, dat er „goudmat" op stond. Tjoep, daar gingen zij weer de lucht in, net als den vorigen keer en Dribbeltje, die nog zoo erg dom niet was, gaf Roetje een duw en zei: „Ik wil wedden, dat het toovermatjes zijn." Daar kon hij wel eens gelijk in hebben. Zij kwamen voorbij een bordje, waar ook al iets op stond en gingen toen een verdieping hooger, naar een heele smalle gang. 22. Voor een hok, waar iemand zat te kloppen, bleven de jongens stilstaan. De deur werd opengemaakt en daar zagen Roetje en Dribbeltje dat ze in een goudsmederij waren gekomen. Een heel donkere muis stond daar te werken. Hij "smeedde; een prachtigen gouden ring en begon aanstonds tegen de jongens te praten, alsof hij hen al jaren kende. „Ik zal direct eens iets moois laten zien," zei hij tegen hen en toen de jongens eens rondkeken, zagen ze nog twee andere muizen, die allemaal aan het zakken dichtbinden waren. 23. „Zoek eens een mooien ring en een tooverketting uit," beval de goudsmid-muis aan de twee helpers en toen de baas van .de smederij den ring en den ketting bekeken had, gebood hij, dat Dribbeltje den ring en Roetje den tooverketting krijgen zou. De jongens dankten natuurlijk heel vriendelijk en zeiden, dat ze gauw eens terug zouden komen. 24. „Nou kan ik fijn tooveren," zei Roetje tegen Drib beltje. En Dribbeltje die veel liever den tooverketting had gehad begon Roetje te plagen. Ze slenterden door een oude gang met allemaal gaten er in toen een kat, heel mager en klein, hen bang aankeek. „Hoe kom jij zoo mager," zei Roetje tegen de kat. „Omdat de muizen veel te groot voor me zijn," pruilde de poes. „Ik durf niets tegen hen te beginnen, want als ik niet oppas, eten ze mij nog op." Daar moest Dribbeltje verschrikkelijk om lachen en Roetje, die eerst toch ruzie met Dribbeltje had ge maakt, kon dat niet goed uitstaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3