Dantzig en Gdingen Rodie chDcMettfc M* 9tet Buitsche awdeet aoec het CW- twiopeesche waagstuk Onze ons: Berlijnsche correspondent schrijft rET terzijdestelling van de dagelijk- sche tendentieuze berichten over allerlei kibbelarijen en hatelijkhe den over en weer, vermelden we lie ver ter toelichting op de Dantziger kwestie het zakelijk inzicht van een Berlijnschen eco noom over dit vraagstuk. Versailles, dat Dantzig tot vrije stad ver klaarde, bestemde zijn haven tot in- en ex portplaats van Polen en Polen beloofde Dant zig een groote toekomst. Maar, nadat Polen een paar jaar van de Dantziger haven had gebruik gemaakt, stichtte het zijn havenstad Gdingen, 14 kilometer ten westen van Dant zig. Het vissehersdorp Gdingen, dat 230 in woners telde, werd uitgebreid tot Polen's na tionale haven aan de Oostzee. Alles wat in Dantzig bestond en Polen kon gebruiken en volgens Versailles ook moest gebruiken, werd in Gdingen nieuw opgebouwd. In den moeras grond werd een haven gegraven. Buiten den Weichselmond met zijn natuurlijke haven, waaraan Dantzig ontstond, had het Corridor- gebied geen andere rivieruitmonding. Met groote energie stampten de Polen een haven stad als 't ware uit den grond. In korten tijd verrezen geweldige blokken betongebouwen, lange rijen pakhuizen en magazijnen. Spoor wegen werden aangelegd, die Gdingen direct verbonden met het Poolsche industriegebied in Boven-Silezië. En nu liet Polen daar het meeste van zijn invoer van overzee ontsche pen, ondanks het bevel van den Hoogen Com missaris in naam van Versailles „to make full use of the port of Dantzig". Alleen zijn kolen voerde Polen over Dantzig uit en het impor teerde over deze haven ertsen en allerlei ruwe grondstoffen, waarvan Dantzig weinig voor deel had. De opslag van kolen en ertsen in de Dant ziger haven was verviervoudigd, maar alles ging de kantoren dér Dantziger kooplieden voorbij en het voortreffelijk gemoderniseerd overladings-systeem maakte bijna alle men- schelijke kracht overbodig, waardoor voor de Dantziger havenarbeiders geen loonend werk overbleef. Dantzig kwam in nood door de con currentie van Gdingen. Terwijl achter Gdingen Polen met zijn heele staatsmacht staat, moet Dantzig steunen op het particu lier initiatief van kooplieden en reeders. In 1930 eischte Dantzig weer vergeefs uitvoering van het statuut van Versailles, dat Polen voorschrijft in vollen omvang gebruik te ma ken van de Dantziger haven. De nationaal-socialisten, die in Juni 1933 in Dantzig aan het bewind waren gekomen, knoopten direct met de Polen onderhande lingen aan, waarvan het resultaat was dat Polen zicht verplichtte Dantzig en Gdingen gelijkelijk te doen deelen in het in- en uit- voerverkeer van Polen met inachtneming van kwantiteit en kwaliteit der waren. Dit wordt hier nu daarom zoo'n grootmoe dige tegemoetkoming van deDantziger nationaal socialisten gevonden, omdat Dant zig, volgens Versailles van Polen een volledig gebruikmaken van zijn haven kon verlangen, zonder rekening te houden met Gdingen! Nu klaagt Dantzig. dat Polen weer zijn woord niet houdt. Het liet Dantzig den -opslag van massa-producten en grondstoffen, waaraan niets kon verdiend worden en voerde kost bare waren en stukgoederen in over Gdingen, waar de magazijnen overvol zijn, terwijl ze in Dantzig leeg staan. De waarde van den opslag in Dantzig is gedaald naar verhouding van het cijfer 177 in 1928 tot 60 in 1938, in Gdingen is ze in die jaren gestegen van 46 tot 140, en Poolsche firmas verdringen Dantziger cargadoors en expediteuren. Hieruit wordt nu in Duitsch- land de gevolgtrekking gemaakt, dat Polen Dantzig volstrekt niet noodig heeft en het dus aan Duitschland zonder bezwaren moest overlaten. Gdingen kan inderdaad volkomen aan de behoefte van Polen voldoen maar de Corridor! de weg, die op geneutraliseerd Duitsch gebied Polen met de Oostzee verbindt, een voor Polen steeds bedreigd stuk grond gebied. dat een heele Duitsche provincie scheidt van het Rijk, zooals bijv. een 20 kilo meter breede tot corridor verklaarde strook grond in Limburg van België naar Duitsch land, Zuid-Limburg zou scheiden van ons land de Corridor zal Polen nooit vrijwillig opgeven en het kan dit ook bezwaarlijk. Bantzig's PristcPiie N het oude schoone Dantzig, dat zoo Duitsch is als Hamburg, Bremen en Lübeck? Als bloeiende hoofdstad van Boven-Pommeren stelde het zich in 995 in woelige dagen onder bescherming van een Poolschen hertog. Na een reeks veroveringen en heroveringen door Denen, Polen, Pruisen en ridders van Duit sche orden kwam het in 1294 door erfenis aan Polen. Bij een volgenden strijd om Dant zig tusschen Pruisen en Polen, werden de Prui sen met hulp van de Duitsche Ordenridders verdreven. Maar toen Polen de overeengeko men vergoeding voor deze hulp niet kon be talen, namen de ridders de stad in bezit. Na een nieuwe reeks twisten wendde Dantzig zich van de Duitsche Ordenridders af en stel de zich weer onder de hoede van Polen. In 1454 koos Dantzig den Poolschen koning Casi- mir IV tot beschermheer. Door een beschik king van dezen vorst het Privilegium Casi- miranum werd Dantzig tot „vrije stad" verklaard. Toen Pruisen, Rusland en Oosten rijk het verzwakte Polen onder zich verdeel den, kwam Dantzig bij Pruisen en in 1919 ver klaarde de Volkenbond het opnieuw tot vrije stad en tot haven van Polen. Dantzig is door Duitschers gesticht, opgebouwd en tot bloei gebracht, er wonen, zooals de eeuwen door, nog steeds bijna uitsluitend Duitschers, Polen meent echter rechten te kunnen laten gelden op de schoone stad, omdat het zich in den loop der eeuwen zoo dikwijls had gesteld on der Poolsche hoede en er zich altijd wel bij had bevonden. „Strijd om Dantzig" is dus volstrekt niet nieuw. De pers is er in deze dagen vol van. Hij woedt vooral in de buitenlandsehe pers tot misnoegen van Duitschland en Dantzig zoo zeer dat Forster, de leider der Dantziger nationaal-socialisten, een officiëele verklaring heeft gepubliceerd, waarin hij zegt, dat, nu de buitenlandsehe pers blijkbaar geen ander probleem kan vinden, om 't Duitschland moei lijk te maken, de Dantziger kwestie wordt aangewend. Forstër zegt dat, in tegenstelling met berichten over verwarde toestanden en onrust in Dantzig, er orde heerscht en rust, 'maar ook de wil „paraat te zijn". Als er ver zet is tegen de verklaring-van Dantzig tot vrije stad, los van het Rijk, dan treft Versailles de schuld, dat de nieuwe Poolsche Republiek voordeelén wilde verschaffen, door een stuk uit het Duitsche volkslichaam te nemen tot zelfstandigheid te veroordeelen, wat hij politiek onrecht noemt en een daad, wars van elke verstandige gedachte. Had men des tijds zegt Forster ook voor Dantzig het gepropageerde zelfbestemmingsrecht laten gelden, dan zou de „onzinnige Vrijstaat" niet zijn ontstaan en Engeland en Frankrijk zou den nu niet zoo in zorgen zijn over Dantzig en de journalisten der wereldpers konden zich bezig houden met groote wereldvraagstukken in plaats van met de Dantziger kwestie. Forster moet toch weten dat Engeland Frankrijk meer bezorgd zijn over Polen dan over Dantzig. (corr.). De twintig jaar oude leuze in Dantzig „te rug naar het Rijk" is altijd levendig geweest. Onder den economischen druk der laatste dagen is ze actueeler dan ooit. Forster zegt dat de Duitschers in alle gevallen zoo recht vaardig zouden zijn, Engeland toe te stemmen als het hier een Engelsche stad met Engel- sche bevolking betrof, die onrechtmatig van Engeland was afgescheiden zulk een stad weer binnen zijn grenzen op te nemen.- Hij vraagt of Engeland eerder bereid is honderd duizenden menschen op het slagveld te brengen dan 400.000 Duitschers hun recht te geven. Volgens Hitler's woorden zou Polen in een Dantzig, dat in het Rijk is opgenomen, alle economische rechten hebben, die het noodig heeft. Hij ontkent dat een Duitsche leger macht naar Dantzig is gekomen. Wel heeft Dantzig „naar zijn bescheiden krachten" maatregelen genomen om een Poolschen over val af te kunnen weren. Forster waarschuwt Polen voor een gewelddaad. Polen en de heele wereld moeten weten dat er genoeg moedige mannen in Dantzig zijn die vastbesloten zijn hun „Heimat" tot den laatsten bloeddruppel te verdedigen. Tenslotte zegt hij dat de natio naal socialistische partij als leidster der Dant ziger bevolking en als hoedster van hare be langen met haar samen den weg gaat, dien zij als juist heeft erkend en dat in deze 400.000 van het Rijk gescheiden volksgenooten het geloof onwrikbaar is, dat Hitier ze in het moe derland zal terugbrengen. van het Duitsch-Poolsche verdrag. Beiden spraken van „de historische daad van Adolf Hitler en Josef Pilsoedski, die zoo vérstrek kende gevolgen had voor het welzijn der groo te buurstaten!" Beek noemde de overeenkomst de kortste en eenvoudigste van alle interna tionale verdragen, die ooit gesloten zijn en zei woordelijk tot von Ribbentrop „Herr Reichsminister, om het feit, dat wij vandaag na 5 jaren met u op denzelfden grondslag on derhandelen, kunnen ons vele regeeringen der wereld benijden". Von Ribbentrop antwoordde dat de overeenkomst van niet te onderschat ten beteekenis was voor de hartelijke betrek kingen tusschen de buurstaten Polen Duitschland op de basis van wederkeerige achting en juist begrip voor de rechtmatige belangen der beide landen. En hij zeide zich te verheugen, bij dit lustrum te kunnen spre ken van groeiende standvastigheid en verdie ping der goede verhouding. Dat was in de laatste dagen van Januari 1939. H. L. Mililaire samenwerking van Spanje met de as-mogendheden. ROME 2 Augustus (Havas) Het schijnt, dat de samenwerking van Spanje met de as- mogendheden op militair gebied een uitgemaak te zaak is, te oordeelen althans naar een zoo juist uitgegeven communiqué, waarin gezegd wordt, dat na afloop der vlootmanoeuvres aan boord van den kruiser „Pola" een gemeenschap pelijke bijeenkomst zal worden gehouden van de generale staven van Italië, Duitschland en Spanje. Deze meerling wordt nog versterkt door het feit, dat een Spaansche militaire missie onder leiding van generaal Sanchez Gonzalez aan de zijde van den Italiaanschen generalen staf en een Duitsche missie de groote manoeu vres volgt, welke vannacht zijn aangevangen. Troepenversterkingen naar Singapore. SINGAPORE, 2 Augustus. Naar wij ver nemen zullen de troepenversterkingen, die uit Indië naar Malakka worden gezonden, tus schen de 8.000 en 10.000 man bedragen. Het schijnt dat deze versterking als permanent bedoeld is. (United Press). ORGET.RF«PEÏ TNG. HAARLEM. Donderdag. \n de Groote- of St. Bavo Kerk te Haar lem wordt Donderdag a.s. des namiddags van 3—4 uur door den heer Herman Nieland een orgelbespeling gegeven. Het programma luidt: 1. Chcralvorspiele: a. Allein Gott in der Höh sei Ehr, Joh. Gottfr. Walther b. Es ist das Heil uns kommen her, Componist onbekend 2. Pastorale F dur. J. S. Bach. 3. Sonate VI, F. Mendelssohn Bartholdy. aChoral b. Andante Sostenuto c. Allegro molto. d. Fuga e. Finale 4. Andante con moro, A. Gullmant. 5. Suite in F monor, Gordon Philips. 6. Improvisatie over „Groote Gcd wij loven U". Herman Nieland. JxfolscA** Buits che ovec* eenstemmiag nog ntogeÜfk MEN heeft hier volstrekt nog niet de hoop opgegeven toch nog weer met Polen tot een overeenkomst te geraken en herinnert graag aan de ministerieéle redevoeringen op het banket in Warschau, waarheen nog geen half jaar geleden von RibbentroD metnaar Engeland" is gekomen, in zijn woning te groot gevolg was gekomen om er als gast van Hampstead ernstig ziek ligt. minister Beek het eerste lustrum te vieren Freud is thans 83 jaar. Sigmund Freud ernstig ziek. LONDEN, 2 Augustus (A.N.P.) De „Daily Herald" meldt dat professor Sigmund Freud, die het vorig jaar als politieke vluchteling Voltooiing van den Indischen oorlogsreservevoorraad BATAVIA 2 Augustus (Aneta/A. N. P.) Bij den Volksraad is ingediend een tweede aan vullende begrooting voor het departement van oorlog voor het dienstjaar 1939. Hierbij wordt onder het hoofd „Uitgaven in Nederland" een bedrag van f70.800 aange vraagd voor de opleiding van officieren, als aandeel van Nederlandsch-Indië in de voor 1939 nog noodzakelijk gebleken voorzieningen inzake huisvesting en rijkunstig onderricht. Verder wordt voor uitgaven in Indië aange vraagd f 7.654.800 ten behoeve van een verdere completeering der oorlogsreservevoorraden, ma chines voor de aanmaak van munitie, aanschaf fing van vlieginstructiematerieel ter versnelling van dé vliegeropleiding, aanvulling envervan ging van het materieel voor verlichting, en den vex-snelden bouw van kampementen en wo ningen. In de memorie van toelichting wordt opge merkt, dat tot deze maatregelen eerst in 1940 zou worden overgegaan, doch inmiddels is ge bleken, dat de ten uitvoerlegging nog in dit be- grootingjaar mogelijk is. Voorts wordt nog een bedrag van f 32.300 aangevraagd voor excursiën, expedities, ma noeuvres, meerdaagsche oefeningen, enz., waar omtrent in de memorie van toelichting wordt medegedeeld, dat tijdens de exploratie van het bovenstroomgebied van de Digoelrivier van wege de Mijnbouw Mij. Nederlandsch Nieuw Guinea, veelvuldig aanraking met de bevolking is verkregen en dat het noodig wordt geacht dit contact, ook na de binnenkort te verwachten beëindiging van de exploratiewerkzaamheden, onderhouden. Dit is mogelijk door uit breiding van het patrouilleeren van het garni zoen te Tanah Merah, waarvan de kosten f 10.000 worden geraamd. De overblijvende f 22.300 zijn bestemd voor de verbetering van de spoorwegemplacementen te Tjimahi en Setjang, ten behoeve van verzekering van con centratie in het vervoer in oorlogstijd. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haar lem is in staat van faillissement verklaard: H. G. Dubbeling, chauffeur-monteur te IJmuiden-Oost, Platanenstraat 5, curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys. Rechter-commissaris Mr. C. G. Bijleveld. Opgeheven werden de faillissementen wegens gebrek aan actief van: M. C. Meijer, kruidenier, wonende te Haar lem, Potgieterstraat 70, curator Mr. J. A. P. C. ten Boklcel. H. Janse, advertentie-colporteur, wonende te Haarlem, Leidschevaart 24 boven, curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel. Geëindigd door homologatie van het accoord zijn de faillissementen van: N.V. Rubberol Exploitatie Maatschappij, te Bloemendaal, Denneweg 5, curator Mr. L. M. I L. v. Taalingen Dols. C. F. Lucas, schilder, wonende te Haarlem, curator Mr. C. L. VisSanders. M. Segaar, rijwielhandelaar, wonende te Zaandam, curator Mr. K. v. Giffen. Mej. M. C. Koning, kantoorbediende, wonen de te Haarlem, curator Mr. A. Beets. C. H. Koning, vertegenwoordiger, wonende te Haarlem, curator Mr. A. Beets. Mevr. de Wed. C. KoningHessels, zonder beroep, wonende te Haarlem, curator Mr. A. Beets. Geëindigd door homologatie van het accoord is de verleende surséance van betaling van: P. M. ter Wee, vertegenwoordiger, wonende te Zaandam, bewindvoerder Mr. H. M. C. Dek- huyzen. Geëindigd, wegens het verbindend worden der uitdeelingslijst zijn de faillissementen van: W. Th. Hoedeman, te IJmuiden, curtator Mr. W. N. Felhoen Kraal. Veertig dagen hulpeloos rondgedobberd. Opvarenden van prauw tenslotte d stoomschip opgepikt. (Aneta/ANj), pikte 160 r TJILATJAP 2 Augustus Het stoomschip „Stentor" piK.ie ïou mijl Tjilatjap een ondergeloopen prauw op, w..; zich drie Bimaneezen bevonden. Deze n- was 16 Juni uitgevaren van Tambora (op gl' naar het eiland Mojo en was op zee doop storm overvallen. Ruim 40 dagen hadden zee rondgedobberd met slechts weinig voei Eenige zeilprauwen, vermoedelijk Madoeree weigerden aan de ongelukkigen hulp te leenen. Bij aankomst te Tjilatjap werden de schipbreukelingen naar het ziekenhuis over bracht. Allen verkeerden in ernstigen toesb- Niettegenstaande direct werd ingegrepen js der slachtoffers overleden. Plotselinge drang tot stelen, „Ik moest de tasch wegnemen." AMSTERDAM, 2 Augustus. Het sp^ zich af in een restaurant in de binnenstad? het begon als de inzet'tot een spannê- detectivefilm. In het restaurant, waar het geroes wa$? vele dineerende menschen en kellners af? aanliepen, zat aan een tafeltje alleen 'f keurig gekleede jongeman. Voor hem was- echtpaar, dat een dag in Amsterdam af bracht, gezeten. Zij hadden hun garde:- op een stoel naast zich gelegd. Bovenop de tasch van de dame. Het was deze ta" waarvan de jongeman zijn oogen niet"? afwenden Wie zal zeggen wat er precieT hem omging? De gedachte, dat hij de moest wegnemen, obsedeerde hem. rekende vlug af, stond haastig op en zijn langs den bewusten stoel nemend, greep de taschAnderen hadden den diet gezien. Men waarschuwde het echtpaar en minder dan geen tijd had een kellner, dege die in het vak waar ook de jongeman gezeten, had geserveerd en hem dus zou kt nen herkennen, de achtervolging per fiets t gezet. Eenige straten verder had hij den reeds te pakken, waarna hij aan de poli1 werd overgeleverd. Bij zijn verhoor op het bureau Leidscheplj zeide de 28-jarige man, die naar uit het po; tioneel onderzoek is gebleken, een zeer hoorlijke betrekking heeft en nimmer e strafbaar feit heeft gepleegd, dat hij niet fc verklaren hoe hij tot zijn daad was gekoir.-: „Het was alsof ik het moest doen, de dra: er toe was sterker dan ikzelf". De tasch bevatte overigens een klein befc aan geld. De man is na zijn verhoor vanochtend:: middellijk in vrijheid gesteld. Commandant der Madrileensche Guardia Civil vermoord. MADRID, 2 Aug. (Havas/A.N.P.) „!c bende rooden", zoo wordt gemeld, heeft drie k.m. van Talavera het vuur geopend de auto van den commandant der Guarii G. J. C. Hoff, koopman thans wonende te Civil, Isaac Gabordon, inspecteur der milltaii! Amsterdam, curator Mr. L. M. I. L. v. Taalingen politie te Madrid.Deze werd evenals zijn chau!- Dols- feur gedood. De aanvallers zijn gearresteerd 37. En den volgenden morgen zagen al de arme kinder tjes een zakje bij hun bed hangen, dat door Roetje en Dribbeltje was gebracht. Er heerschte groote verwarring over die geheimzinnige schatten en niemand wist te vertellen waar ze vandaan kwamen. „Misschien zijn er kaboutermannetjes in huis geweest," zeiden de menschen tot elkaar en hoe ze ook zochten, ze vonden nergens een spoor, waar die zakjes vandaan kwamen. Al heel gauw echter zou het raadsel opgelost worden, want er was iets heel verschrikkelijks gebeurd. Dien naclft, dat Roetje en Dribbeltje overal een zakje hadden gebracht, en ze naar huis wilden gaan, stond het -heele huis in brand. Dat kwam natuurlijk omdat die petroleum lamp omgevallen was. Ze ijlden het brandende huis binnen en zochten de onderaardsche gang. Boven hun hoofd hoorden ze het knetteren van de brandènde balken en het hulpgeschreeuw van de menschen, die door den rook wakker werden. 39. De brandweer werd gehaald en begon het vuur te blusschen. Heel den nacht hadden de brandweermannen werk en eerst toen het licht werd was het vuur gebluscht. Roetje en Dribbeltje luisterden in de onderaardsche gang alles af en toen ze meenden dat niemand meer op de plaats was, waar het huls had gestaan, staken ze hun hoofd boven den grond en zagen niets dan een paar muren, die nog waren overgebleven. Dat vonden ze eec verschrikkelijke gewaarwording. Groote tranen van be rouw liepen over hun gezicht en toen ze iets in de buur! hoorden, wilden ze gauw weer in het gat kruipen. 40. Maar dat zat hun niet glad, want een veldwachter die op straat op post stond, had de jongens gezien. „Kom jullie er eens uit!" zei de agent, en natuurlijk moesten Roetje en Dribbeltje gehoorzamen. Ze moesten den agent zeggen wat ze daar uitvoerden én toen ze dat niet deden ging de agent zelf eens in het gat kijken. Maar spoedig was hij er weer uit, want de groote kat en de muizen kwamen op den agent af en deze vond het vreemde dieren. 41. Roetje en Dribbeltje waren blij, dat de dieren hen kwamen helpen. En het fijnste was nog, dat de kat den tooverketting aan Roetje gaf. „Die kan nog wel eens te pas komen," bromde de kat en toen de agent den ketting wilde afnemen, kwamen de muizen en de poes direct tusschen hem en Roetje in staan. ..Dat zal ik je wel afleeren," zei de agent kwaad, „komen jullie allemaal maar eens mee naar den commissaris." 42. De heele stoet liep achter den agent aan. Het was een raar gezicht, die groote dieren over straat te zien loopen. De menschen, die nog nooit zulke groote muizen hadden gezien, bleven op een afstand staan kijken.. En de muizen, dip in langen tijd niet meer in de stad hadden geleefd, piepten van plezier toen ze al die mooie winkels zagen. Maar de agent vond dat allesbehalve prettig, r" het leek wel of ze op trompetjes bliezen, zoo'n ge brachten ze voort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6