De Senaat berokkent Roosevelt moeilijkheden VenspceidUup heugÜik nieuws van het „Europa ligt op den drempel' H.M. de Koningin op Soestdijk. VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1939 (Van onzen correspondent te New York). Het is een merkwaardig feit dat president Roosevelt, die toch een groot gedeelte van de Amerikaansche openbare meening achter zich heeft, eigenlijk geen enkele krant heeft die hem steunt. Er zijn er, zooals de New Yorq-World Telegram en de Sun, die hem vrijwel altijd onvriendelijk gezind zijn en de andere vertoonen allerlei nuances in hun opvattingen beteffende de presidentieele maatregelen, wenschen en inzichten. De New York Times, met zijn Londensche naamge noot wellicht het uitgebreidste en meest ge zaghebbende dagblad ter wereld, is het ge- matigst anti-Roosevelt. Van 's presidenten belangrijkste economische en financieele be leid moet ook dit blad niets hebben. Maar het beschouwt en weegt de presidentieele hande- indien ieder op zichzelf, wanneer dit gezien het feit dat iedere regeeringspciitiek een complex is waarvan de deelen samenhang hebben mogelijk is. Wanneer nu vrijwel alle bladen, de Times voorop, de zijde van Roose- veld kiezen, nu de Senaat de behandeling van de Neutrality Act tot zijn volgende samen komst heeft verschoven, dan wil dat heel veel zeggen. In New York is het meest-gelezen blad de Daily News, een plaatjeskrant van, journalistiek gesproken, geringe standing. Doch dit kleine blad met zijn geweldige op lage van eenige millioenen exemplaren is, in zijn hoofdartikelen, belangrijk omdat het de meening van de meerderheid des volks pleegt te weerspiegelen. Deze Daily News pleegt, met de regelmatigheid waarmede Gato zijn eisch tot de verwoesting van Chicago stelde, te pas en te onpas te zeggen, dat de Ver eenigde Staten zich buiten de Europeesche kwesties moeten houden en dat zij zich niet weer voor de Europeesche democratieën in een oorlog mogen storten. Wanneer nu deze Daily News behoort tot de felste hekelaars van de houding van den Senaat, dan be- teekent dit bijzonder veel. Ik heb, in vorige brieven over dit belang rijke onderwerp der Amerikaansche buiten landsche politiek, steeds duidelijk voorop ge steld dat allereerst begrepen moet worden dat er geen Amerikaan is -president Roose velt incluis die niet wil dat de Vereenigde Staten uit den oorlog blijven en dat zoowel de Anti-Rooseveltiaansche isolationisten als Roosevelt en zijn aanhangers het er volledig over eens zijn dat de Amerikaansche buiten- landsche politiek erop gericht meet zijn een Europeeschen oorlog te voorkomen. Alleen in de methoden waarmede dit doel bereikt moet worden verschillen zij van meening. Men behoeft er niet aan te twijfelen dat "Roosevelt's en Hull's Neutrality Act beoogt, - door een duidelijke manifestatie van het Amerikaansche standpunt hen, die een oorlog zouden willen ontketenen, van dit voornemen af te doen zien. Wanneer de New York Times, die zijn woor den op een goudschaaltje pleegt te wegen en die zich wel bewust is van het gezag dat zij genieten boven zijn artikel waarin de houding van den Senaat gehekeld wordt, dan ook „Invitation to war" (een uitnoodiging om oorlog te gaan voeren) zet, dan beteekent dat nogal wat! En verder geeft het blad on omwonden als zijn meening te kennen, dat de wijze waarop de Senaat zich ten aanzien van de Neutrality Act heeft gedragen een harde slag is, niet alleen voor de regeering der Ver eenigde Staten „doch voor allen die van oor deel zijn dat de beste hoop om Amerika uit een oorlog te houden gelegen is in een politiek die er op gericht is het uitbreken van een al- gemeenen oorlog zoo onwaarschijnlijk moge lijk te maken". De door de regeering voorgestelde Neutra lity Act was er kort geformuleerd op ge richt Amerikaansche wapenleveranties aan staten, die een conflict forceerden, onmogelijk te maken. Dat deze Neutrality Act door den Senaat is gesaboteerd wil dus volgens de mee ning van allen, die verontwaardigd zijn over de houding van den Senaat-, zeggen dat hier mede in de kaart wordt gespeeld van die sta ten, die een oorlog zouden willen ontketenen. Toch beteekent dit allerminst dat er, in ge val van het uitbreken van een oorlog, geen embargo op oorlogstuig uit de Vereenigde Staten zal worden gelegd. Men moet goed begrijpen dat de Senaat dat niet heeft willen te kennen geven. De Senaat heeft gezegd: nu nog niet. En men moet eveneens goed begrij pen dat de houding van den Senaat niet zoo zeer is ingegeven door buitenlandsche als wel door binnenlandsche politieke overwegingen: de presidentsverkiezing van 1940 staat voor de deur en Roosevelts vijanden hebben zijn prestige een knak willen geven. Er zijn twee groote vragen: de eerste, of het Amerikaansche volk in vrede wil blijven le ven. En de, geheel verschillende vraag, of -het Amerikaansche volk gelooft dat het in vrede kan blijven leven, wanneer er een totale oorlog zou uitbreken. Het antwoord op de eerste vraag is duidelijk: de overgroote meer derheid van het Amerikaansche volk wil in vrede leven. De New-York Times geeft het vol gende antwoord op de tweede vraag: „Men mag gerust zeggen dat een meerderheid in het Amerikaansche volk gelooft dat het voor de Vereenigde Staten onmogelijk zal zijn bui ten een oorlog te blijven, wanneer de groote Europeesche machten in zulk een oorlog zou den zijn gewikkeld". Voor dit antwoord op deze tweede vraag zijn voldoende argumenten aan te voeren! Oud-president Hoover,, een van de felste te genstanders van Roosevelts buitenlandsche politiek, heeft nog onlangs gezegd dat hij gelooft dat wanneer bijvoorbeeld Londen en Parijs zouden worden gebombardeerd, „de verontwaardiging van het Amerikaansche volk niet in toom zou kunnen worden gehou den". En het bekende American Institute of Public Opinion, dat geregeld de Amerikaan sche openbare meening ten opzichte van ac- tueele vraagstukken peilt, is ten deze voor den dag gekomen met de uitspraak, dat 56 pro cent van de Amerikaansche bevolking meent dat de Vereenigde Staten niet buiten een oorlog zullen kunnen blijven. Men moet ten deze ook het algemeene in zicht van de meerderheid van het Ameri kaansche volk niet uit het oog verliezen. De gemiddelde Amerikaan is heelemaal niet zoo dol op Engeland en Frankrijk en hij neemt het dezen landen vooral erg kwalijk, dat zij hun oorlogsschulden niet hebben afbetaald. Dat is een van de domste dingen geweest, die Engeland en Frankrijk ooit (niet) ge daan hebben. Hij heeft zeker ook geen respect voor de wijze waarop het Duitschland van vóór Hitier door zijn overwinnaars is behandeld. En hij staat gereserveerd tegenover het de mocratische idealisme dezer beide groote Europeesche landen. Maar hij weet als het wa re bij instinct dat de democratie, die hem zelf zoo bij uitstek lief en dierbaar is, in die landen haar steunpunt vindt, dat deze Europeesche democratieën als het ware de grensposten zijn van de Amerikaansche politieke- en levens opvattingen, dat daar de levensweg is gekozen, dien hij voor zich zelf als den beste heeft uit verkoren. Hij gevoelt dat hij, ondanks zijn grooten tegenzin om in andermans zaken te worden gemoeid, onvermijdelijk de natuurlij - ke vriend en medestander van het Brifcsche, het Fransche en de andere kleinere, demo cratische volken is. En er is nog een overweging die de New- York Times op deze wijze onder woorden brengt: „Wij weten dat de moderne weten schap tijd en afstand vrijwel heeft uitge schakeld, dat onder den invloed van het vlieg tuig, de radio en het gansche raderwerk van het twintigste-eeuwsche kapitalisme onze aar de sterk is ingekrompen, dat Europa in 1939 vrijwel op onzen drempel ligt. Wij weten ook welke partij in Europa de oorlogspartij is en wij weten dat wanneer er een oorlog komt er meer op het spel staat dan prestige, rijk dom en macht". Men moet dit alles goed voor oogen houden om tot -het besef te komen dat de houding van den Senaat der Vereenigde Staten jegens de Neutrality Act geenszins representatief is voor de uiteindelijke houding der Vereenigde Staten in een eventueel conflict. En het zou geen verwondering behoeven te wekken als ten slotte de opvattingen van Roosevelt en Huil de overwinning zouden behalen. De vraag die hier gesteld wordt is of dit „tenslotte" niet beteekenen zal „te laat". Velen hopen dat dit niet het geval zal blijken te zijn. Mr. E. ELIAS. Begrafenis Mr. de Jong Schouwenburg. Onder buitengewoon groote belangstelling uit vele kringen is gistermiddag op „Zorgvlied" be graven mr. L. M. de Jong Schouwenburg, oud lid der Prov. Staten van Noord-Holland, zoo meldt de Telegraaf. Aanwezig waren den Commissaris der Konin gin mr. A. baron Röell, burgemeester dr. W. de Vlugt, F. M. L. baron Van G.een, de heer en J. ter Haar, A. J. da Costa en jhr. F. J. E. van Lennep. De Kamer van Koophandel was vertegenwoor digd door mr. Ch. P. van Eeghen en den adjunct secretaris mr. H. Fortuin; voorts waren er leden van de Kamer van Koophandel en van de Pro vinciale Staten, o.a. de heer A. Asscher, als voor zitter der liberale Statenfractie; nog merkten wij op mr. A. Bruch, lid van Ged. Staten, burgem. mr. G. P. Haspels, den heer A. Boendermaker, directeur van de inrichting voor blinden in de Plantage, mr. K. Jansma, den heer C. Gordijn, commandant van de brandweer en vele assura deuren. In de aula heeft eerst het woord gevoerd de compagnon van den overleden^ de heer J. J. Pennink, die mr. De Jong Schouwenburg noem de een leider par excellence. Hierna schetste, namens het personeel van de „Onderlinge Brandwaarborg Mij." de heer Van Waay den overledene als directeur en patroon. Als vice-voorzitter van de „Vereeniging van ter beurze vertegenwoordigde brandassuradeu ren" sprak de heer Jan ter Meulen, die er aan herinnerde, dat mr. Schouwenburg oprichter van de vereeniging was. De heer K. Lotsy sprak namens de Vereeni ging van Ned. brandverzekeraars, waarna mr. Chr. P. van Eeghen als vice-voorzitter van de K. v. K. getuigde van de vele adviezen, die mr. De Jong Schouwenburg gegeven heeft en welke van groote waarde waren. Mr. J. G. de Hoop Scheffer sprak namens den raad van toezicht op de Spaarbank van de stad Amsterdam, waarvan de overledene president commissaris was. Zorg voor de blinden. De heer H. W. van Marle getuigde van de diepe verslagenheid,1 welke in het instituut voor hulpbehoevende blinden heerscht. De blinden namen een groote plaats in het hart van mr. De Jong Schouwenburg in. Veertig jaren lang was hij secretaris en voorzitter van het bestuur. Namens vele filanthropische instellingen als den Centralen Bond „Mirjam" e.a. sprak de heer A. J. da Costa zijn diepe erkentelijkheid uit voor den financieelen en moreelen steun, welken de thans overledene aan deze vereenigingen heeft gegeven. Voor de Chr. Jongemannenvereeniging „Ex celsior" en de A. M. V. J. sprak hierna de heer G. C. Harrenstein, voor het Zuiderzeefonds van de Ned. Herv. Kerk ds. J. H. Klein Wassink en voor het comité tot herstel van de Oude Kerk ir. krachten heeft gegeven aan de Vereeniging tot instandhouding van het brandweerfonds, dat ten doel heeft, in moeilijke omstandigheden het brandweerpersoneel bij te staan. Voor de commissarissen van de Onderlinge Brandwaarborgmij. sprak jhr. dr. S. van Citters, den eenvoud en de degelijkheid van den ontsla pene schetsende. Ds. A. G. H. van Hoogenhuijze, namens den kerkeraad van de Ned. Herv. gemeente spreken de, gewaagde van de groote dankbaarheid van de gemeente voor alles, wat mr. De Jong Schou wenburg daarvoor gedaan heeft; 26 jaar heeft hij haar als ouderling gediend. Ds. J. C. Koningsberger, dank brengend na mens den Chr. Werkmansbond en de Hervormde Kweekschool, las vervolgens Psalm 103 voor, waarna het stoffelijk overschot met Vele bloem stukken bedekt uit het aulagebouw grafwaarts werd gedragen. Het orgel deed Psalm 103 hooren. Aan de groeve is voor de vele belangstelling namens de familie bedankt. „Arti et Amicitiae" bestaat 100 jaar. De oudste organisatie van beeldende kunstenaars. Op 3 December 1839 werd te Amsterdam de maatschappij „Arti et Amicitiae" opgericht en de herdenking van het eeuwfeest deze oudste organisatie van Nederlandsche beeldende kunstenaars zal reeds de volgende week met de opening van een tentoonstelling van wer ken der voornaamste leden in de afgeloopen honderd jaar worden ingezet, terwijl het zwaartepunt van de feestviering in December zal vallen. In de afgeloopen eeuw heeft „Arti" alle schilders van beteekenis onder haar leden geteld De jubileumviering zal dan ook worden ingezet met een tentoonstelling, die Zaterdag 12 Augustus geopend wordt, van werken dezer voornaamste schilders, die derhalve een overzicht geven van een eeuw Nederlandsche schilderkunst. Men zal er grootendeels min der bekende, want vooral uit particulier bezit afkomstige werken zien van Josef Israëls, Bosboom, Mauve, Jacob Maris, Mesdag, Weis senbach, Matthijs en Willem Maris, Neuhuys, Allebé, Gabriël, Breitner, Witsen, Der Kin deren, Floris Verster, Toorop, Bauer, Isaac Israëls, Jan Veth en vele anderen. Op 11 November zal een najaarstentoonstel ling- van werken in olieverf van leden worden gehouden. De eigenlijke feesbweek begint op Zaterdag 2 Dec. met een receptie in het gebouw dei- maatschappij te Amsterdam, 's Avonds wordt voor het gebouw een taptoe gehouden, waar na de leden in fakkeloptocht naar het Rem- brandtplein trekken, om een krans te leggen bij het standbeeld van den vorst der Neder landsche schilders. Op 7 December wordt in Ook dr. de Groot en zuster Boonstra hebben hun intrek in het paleis genomen. Donderdagmiddag is H.M. de Koningin per auto uit Den Haag op Soestdijk aangekomen. Even tevoren was prins Bernhard in zijn gelen Ford in de richting Amersfoort uitgereden. Ofschoon het druilerig was, was er toch een kleine menigte voor het hek van het paleis sa mengestroomd, die de beide vorstelijke perso nen bij het langskomen toejuichte. Zuster Trijntje Boonstra, die als kraamver pleegster zal dienst doen op het paleis Soestdijk, heeft Donderdagavond haar intrek in het paleis genomen- Ook dr. De Groot verblijft thans in het paleis. Evenals dit in Januari van het vorige jaar het geval is geweest, zullen er straks voor de ver spreiding van het heugelijke bericht, dat op het paleis Soestdijk een prinsje of prinsesje gebo ren is, slechts enkele seconden noodig zijn. De telexnetten die daarvoor dienst doen, zijn thans door de zorgen van de P. T. T. gereedgemaakt, het A. N. P. heeft zijn post te Baarn betrokken en alles is nu klaar om de blijde mare uit te dragen. H. Voorham, die den overledene schetste als een een plechtige zitting het fraaie gedenkboek waar vriend en raadsman van het comité. Nog 1 uitgereikt en op 9 December biedt het ge- bij de plechtigheid in de Oude Kerk heeft de meentebestuur van Amsterdam de maatschap- thans overledene een rede gehouden. De heer C. Gordijn zeide vervolgens, dat mr. I pij een gala-voorstelling in den Stadsschouw burg aan, waarschijnlijk gevolgd door een De Jong Schouwenburg bijna 45 jaren zijn beste kunstenaarsfeest in het eigen gebouw. Generaal-appèl van de N. C. R. V. Ter gelegenheid van haar derde lustrum heeft de Ned. Chr. Radio Vereeniging Donder dag in het reusachtige stadion te Feij en- oord-Rotterdam een gr-oqtsche bijeenkomst gehouden die weken tevoren was aangekon digd als het generaal-appèl en die duizenden bezoekers uit alle deelen des lands getrokken heeft, voor het vervoer waarvan een groot aantal extra-treinen liepen. Men had van dit generaal-appèl door velerlei medewerking iets geheel bijzonders gemaakt dat niet naliet diepen indruk op de massa te maken. Zoo werkten niet minder dan 48 muziek corpsen mede w.o. er waren zoowel uit Sid- deburen als uit Bergen op Zoom, totaal vor mend een gezelschap van 1500 muzikanten. Voorts werkten mede een 800-tal gymnasten van de Chr. Gymnastiekverenigingen Kracht en Vlugheid en Rotterdam-Zuid, hefr versterkt N.C.R.V.-orkest onder leiding van Piet v. d. Hurk, het korps tamboers en pijpers „Jubal" uit Dordrecht; het Staf muziekcorps der Kon. Ned. Marine te Den Helder, onder leiding van kapelmeester L. H. F. Leistikow, de Beiaardier van den Cuneratoren te Rhenen, de kapelmeester Willem Weyland en ruim 600 personen aan een historische optocht. Eeni ge klikken van 't carillon van den beroemden Cunera-toren waren naar het stadion ver voerd en deden over het enorme terrein hun machtige klanken hoeren. Om 11 uur ving het generaal-appèl aan door saluutschoten gevolgd door het N.C.R.V.- tijdsein gegeven door de luidklokken opgesteld in het stadion. De algemeen leider van het Generaal-appèl de heer D. Pereboom van Ede, deed enkele landdag-mededeelingen waarna de voorzitter der N.C.R.V., Mr. A. v. d. Deure van Benne- kom ter opening zingen deed Ps. 32:6 welke zang werd begeleid door de groote luidklok ken, het carillon en 1500 muzikanten, welke geheel onder leiding stond van den heer Willem Weyland. Voor de morgenbijeenkomst stonden korte toespraken op het programma van de heeren H. v. Boeyen, minister van Binnenlandsche Zaken en oud-voorzitter van den Radio-raad en Dr. J. J. C. v. Dijk, minister van Defensie, afgewisseld door gemeenschappelijk gezang. Om kwart vóór 3 uur werd het generaal- appèl geblazen waarna een vaandel-defilé plaatsvond onder leiding van den heer G. v. Raven-zwaay. Nadat het Landdaglied gemeen schappelijk gezongen was, bracht prof. dr. P. Stegena Azn., van Amsterdam, een groet aan de thuisgeblevenen (zieken, ouden van dagen, zeevarenden, enz.) waarna 1500 muzikanten Klokke Roeland uitvoerden. Hierna vond een historische optocht plaats Margarine in plaats van roomboter. Men hoede zich voor „handelaren". De rijkszuivelinspetceur te Den Haag, hoofd van den dienst der rijks-zuivelinspectie, vestigt de aandacht van het publiek op de handelingen van een zekere categorie „boterhandelaren", die er hun werk van maken gewone margarine of melange (welke laatste krachtens de bepalingen der boter wet niet meer dan 1520 procent roomboter mag bevatten) langs de huizen te slijten, onder voorwendsel dat de waar geheel of voor het grootste deel uit roomboter bestaat. Gewoonlijk gaat de aanbieding -der waar ge paard met verhalen over zuivelfabrieken, die door omstandigheden niet kunnen uitvoeren en wordt een meer of minder waarschijnlijk klin kende reden opgegeven, waarom die „roombo ter" toch van de opschriften margarine moet worden voorzien. Die verhalen zijn zonder uitzondering ver dichtsels. Zuivere roomboter wordt nergens en door niemand van de opschriften „margarine" voorzien of in behoorlijke kwaliteit belangrijk beneden den geldenden roomboterprijs verkocht. Wat men aldus koopt, is dus meestal gewone margerine, welke men zich allicht beter en goed- kooper bij zijn gewonen winkelier kan ver schaffen. Moet in het algemeen reeds worden ontraden boter of margarine van onbekenden aan de deur te koopen, zeer zeker is dat het geval, indien men die waren door middel van allerlei fan tastische verhalen aan den man tracht te brengen. Meisjes onder vallende balken bedolven. Ernstig ongeluk te Krabbendijke. Donderdag is een ernstig ongeluk gebeurd op het terrein van de conservenfabriek Zuid-Beve land te Krabbendijke. Op dit terrein wordt een nieuw magazijn gebouwd, ten behoeve waarvan er een stapel planken met daarachter een nog hoogere stapel balken, beide afgedekt met een zeil lagen. Óp dezen stapel planken waren twee fabrieksmeisjes, de 17-jarige S. en de 20-jarige K„ gaan zitten, omdat zij te vroeg waren. Zij leunden tegen het zeil van den grootsten stapel, toen de balken plotseling gingen glijden en de meisjes onder de vallende balken v/erden be dolven. Zij werden daarbij ernstig gewond en zijn met zware inwendige kneuzingen naar het ziekenhuis te Bergen op Zoom vervoerd. De toestand van mej. K. is zorgwekkend. Schematische voorstelling hoe de distributie werkt Voor de verspreiding van het heuglijk nieuws uit het paleis te Soestdijk vervullen het A.N.P. en de Radio Omroep de hoofdrollendeze diensten hebben slechts eenige seconden noo dig om de blijde mare over ons land via de dagbladen en de 4 radio-omroepen te distri- bueeren. Hoe de distributie werkt wordt duidelijk ge maakt in een schema op de kaart, met num meringen aangegeven. Men onderscheidt: a. de directe telefonische verbinding van het Koninkl. Paleis (genummerd 1) naar het badhotel te Baarn genummerd 2) in het laatstgenoemde is opgesteld een zend- en ont- vang-aparaat, waarop drie rechtstreeksche verbindingen zijn aangebracht b. naar het hotel „Trier" te Soestdijk (ge nummerd 3). c. naar het A.N.P. te Amsterdam (genum merd 4); d. naar den Radio-omroep te Hilversum (genummerd 5). Op den A.N.P. post zijn de secundaire lijnen verbonden. Het A.N.P. telext naar de 82 dagbladen welke op het telexnet zijn aangesloten en licht op deze wijze de kazernes in, welke tijdelijk met het net zijn verbonden. Het departement van Defensie (genummerd 6), eveneens per telex ingelicht, telegrafeert naar Oost- en West-Indië. Telefonisch en telegrafisch wordt het bui- tenland in kennis gesteld door hun corres pondenten, welke te Soestdijk in hotel „Trier' verblijven en alwaar de technische dienst van de P.T.T. eenige spreekcellen heeft doen plaatsen. De kaart geeft eveneens de garnizoenen aan waar de saluutschoten gelost zullen worden; men lette wel op degene die per telex tijdelijk zijn verbonden, het is best mogelijk dat andere garnizoennpas later schoten zullen lossen. Kapitein Koppen gaat den militairen dienst verlaten. Kapt. G. A. Koppen, die de laatste paar jaar commandant-Vliegschool was op Soesterberg is als vlieger afgekeurd en zal, naar het Utrechtsch Dagblad meldt, den militairen dienst om gezondheidsredenen verlaten. Kaptein Koppen verwierf vooral groote be kendheid door zijn vlucht naar Indië met da Postduif in 1927. „Menscliensmokkel" over de Nederlandsche grens. Vijf personen uit Limburg uitgewezen. Ongeveer veertien dagen geleden werden in het veld tusschen Sittard en de Duitsche grens door de Neder landsche kommiezen en marechaussees enkele personen uit deze streek aan gehouden, in wier gezelschap zich een Duitsche Joodsc'he doctor in de rech ten bevond. Terstond rees het ver moeden dat deze over de grens ge smokkeld was. Het ingestelde onder zoek bracht dit niet alleen aan het licht, maar men bleek te doen te heb ben met een uitgebreid complot voor het overbrengen van Duitsche uitge wekenen via ons land naar België. Het onderzoek heeft ertoe geleid, dat Woensdag het bevel van den procureur-gene raal te Den Bosch afkwam tot uitwijzing uit het bewakingsgebied van vijf personen, t.w. mej. S. en mej. G. uit Broeksittard, mej. Van H. uit Sittard, den heer K. en den taxihouder P. eveneens uit Sittard. Behalve mej. G„ die in Duitschland is aangehouden, zijn deze per sonen heden uit Limburg geleid. Daar het onderzoek nog gaande is, is het mogelijk dat nog meer uitwijzingen zullen volgen. Den laatsten tijd zijn een vijftiental Duit sche uitgewekenen door dit complot over de Limburgsohe grens gesmokkeld in de buurt van Sittard en zij werden dan door P. naar de maasdorpen gereden vanwaar zij met een bootje over de Maas naar België werden ge bracht. Bij het onderzoek is komen, vast te staan, dat de groep vertakkingen heeft van Keulen tot Brussel en Antwerpen. Wanneer de over gebrachte Duitschers in Belgisch Limburg waren aangekomen werden zij door P. verder België ingebracht. Bij de aanhouding van den Duitschen rechts geleerde, die na verhoor over de Duitsche grens is teruggeleid, waar hij in handen van de Duitsche politie is gevallen, bleek dat hij een koffertje met bankpapier ter waarde van 40.000 a 50.000 mark in zijn bezit moet hebben gehad. Dit koffertje zou door handlangers worden overgebracht, doch is vermoedelijk bij de aanhouding door de Nederlandsche politie zoek geraakt. In verband hiermede heeft de Duitsche politie enkele personen aangehouden, verdacht van poging tot deviezensmokkelarij. Het koffertje is echter nog niet achterhaald. Meisje door militaire vraclitautcJ aangereden en gedood. Donderdagmiddag te ruim half een is onder de gemeente Mierlo, nabij de'brug over het Eind- hovensche kanaal een 15-jarig meisje dat aan den kant van den Provincialen weg Helmond- Eindhoven met nog enkele andere meisjes liep, door een militaire vrachtauto uit Eindhoven aan* gereden. Het meisje was op slag dood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 9