De Senaat berokkent
Roosevelt
moeilijkheden
VenspceidUup
heugÜik nieuws
van
het
„Europa ligt
op den drempel'
H.M. de Koningin
op Soestdijk.
VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1939
(Van onzen correspondent te New York).
Het is een merkwaardig feit dat president
Roosevelt, die toch een groot gedeelte van de
Amerikaansche openbare meening achter zich
heeft, eigenlijk geen enkele krant heeft die
hem steunt. Er zijn er, zooals de New
Yorq-World Telegram en de Sun, die
hem vrijwel altijd onvriendelijk gezind zijn
en de andere vertoonen allerlei nuances in
hun opvattingen beteffende de presidentieele
maatregelen, wenschen en inzichten. De New
York Times, met zijn Londensche naamge
noot wellicht het uitgebreidste en meest ge
zaghebbende dagblad ter wereld, is het ge-
matigst anti-Roosevelt. Van 's presidenten
belangrijkste economische en financieele be
leid moet ook dit blad niets hebben. Maar het
beschouwt en weegt de presidentieele hande-
indien ieder op zichzelf, wanneer dit gezien
het feit dat iedere regeeringspciitiek een
complex is waarvan de deelen samenhang
hebben mogelijk is. Wanneer nu vrijwel alle
bladen, de Times voorop, de zijde van Roose-
veld kiezen, nu de Senaat de behandeling
van de Neutrality Act tot zijn volgende samen
komst heeft verschoven, dan wil dat heel veel
zeggen. In New York is het meest-gelezen
blad de Daily News, een plaatjeskrant van,
journalistiek gesproken, geringe standing.
Doch dit kleine blad met zijn geweldige op
lage van eenige millioenen exemplaren is, in
zijn hoofdartikelen, belangrijk omdat het de
meening van de meerderheid des volks pleegt
te weerspiegelen. Deze Daily News pleegt,
met de regelmatigheid waarmede Gato zijn
eisch tot de verwoesting van Chicago stelde,
te pas en te onpas te zeggen, dat de Ver
eenigde Staten zich buiten de Europeesche
kwesties moeten houden en dat zij zich niet
weer voor de Europeesche democratieën in
een oorlog mogen storten. Wanneer nu deze
Daily News behoort tot de felste hekelaars
van de houding van den Senaat, dan be-
teekent dit bijzonder veel.
Ik heb, in vorige brieven over dit belang
rijke onderwerp der Amerikaansche buiten
landsche politiek, steeds duidelijk voorop ge
steld dat allereerst begrepen moet worden
dat er geen Amerikaan is -president Roose
velt incluis die niet wil dat de Vereenigde
Staten uit den oorlog blijven en dat zoowel
de Anti-Rooseveltiaansche isolationisten als
Roosevelt en zijn aanhangers het er volledig
over eens zijn dat de Amerikaansche buiten-
landsche politiek erop gericht meet zijn een
Europeeschen oorlog te voorkomen. Alleen in
de methoden waarmede dit doel bereikt moet
worden verschillen zij van meening.
Men behoeft er niet aan te twijfelen dat
"Roosevelt's en Hull's Neutrality Act beoogt,
- door een duidelijke manifestatie van het
Amerikaansche standpunt hen, die een oorlog
zouden willen ontketenen, van dit voornemen
af te doen zien.
Wanneer de New York Times, die zijn woor
den op een goudschaaltje pleegt te wegen
en die zich wel bewust is van het gezag dat
zij genieten boven zijn artikel waarin de
houding van den Senaat gehekeld wordt, dan
ook „Invitation to war" (een uitnoodiging om
oorlog te gaan voeren) zet, dan beteekent
dat nogal wat! En verder geeft het blad on
omwonden als zijn meening te kennen, dat de
wijze waarop de Senaat zich ten aanzien van
de Neutrality Act heeft gedragen een harde
slag is, niet alleen voor de regeering der Ver
eenigde Staten „doch voor allen die van oor
deel zijn dat de beste hoop om Amerika uit
een oorlog te houden gelegen is in een politiek
die er op gericht is het uitbreken van een al-
gemeenen oorlog zoo onwaarschijnlijk moge
lijk te maken".
De door de regeering voorgestelde Neutra
lity Act was er kort geformuleerd op ge
richt Amerikaansche wapenleveranties aan
staten, die een conflict forceerden, onmogelijk
te maken. Dat deze Neutrality Act door den
Senaat is gesaboteerd wil dus volgens de mee
ning van allen, die verontwaardigd zijn over de
houding van den Senaat-, zeggen dat hier
mede in de kaart wordt gespeeld van die sta
ten, die een oorlog zouden willen ontketenen.
Toch beteekent dit allerminst dat er, in ge
val van het uitbreken van een oorlog, geen
embargo op oorlogstuig uit de Vereenigde
Staten zal worden gelegd. Men moet goed
begrijpen dat de Senaat dat niet heeft willen
te kennen geven. De Senaat heeft gezegd: nu
nog niet. En men moet eveneens goed begrij
pen dat de houding van den Senaat niet zoo
zeer is ingegeven door buitenlandsche als wel
door binnenlandsche politieke overwegingen:
de presidentsverkiezing van 1940 staat voor
de deur en Roosevelts vijanden hebben zijn
prestige een knak willen geven.
Er zijn twee groote vragen: de eerste, of het
Amerikaansche volk in vrede wil blijven le
ven. En de, geheel verschillende vraag, of -het
Amerikaansche volk gelooft dat het in vrede
kan blijven leven, wanneer er een totale
oorlog zou uitbreken. Het antwoord op de
eerste vraag is duidelijk: de overgroote meer
derheid van het Amerikaansche volk wil in
vrede leven. De New-York Times geeft het vol
gende antwoord op de tweede vraag: „Men
mag gerust zeggen dat een meerderheid in het
Amerikaansche volk gelooft dat het voor de
Vereenigde Staten onmogelijk zal zijn bui
ten een oorlog te blijven, wanneer de groote
Europeesche machten in zulk een oorlog zou
den zijn gewikkeld".
Voor dit antwoord op deze tweede vraag
zijn voldoende argumenten aan te voeren!
Oud-president Hoover,, een van de felste te
genstanders van Roosevelts buitenlandsche
politiek, heeft nog onlangs gezegd dat hij
gelooft dat wanneer bijvoorbeeld Londen en
Parijs zouden worden gebombardeerd, „de
verontwaardiging van het Amerikaansche
volk niet in toom zou kunnen worden gehou
den". En het bekende American Institute of
Public Opinion, dat geregeld de Amerikaan
sche openbare meening ten opzichte van ac-
tueele vraagstukken peilt, is ten deze voor den
dag gekomen met de uitspraak, dat 56 pro
cent van de Amerikaansche bevolking meent
dat de Vereenigde Staten niet buiten een
oorlog zullen kunnen blijven.
Men moet ten deze ook het algemeene in
zicht van de meerderheid van het Ameri
kaansche volk niet uit het oog verliezen. De
gemiddelde Amerikaan is heelemaal niet zoo
dol op Engeland en Frankrijk en hij neemt
het dezen landen vooral erg kwalijk, dat zij
hun oorlogsschulden niet hebben afbetaald.
Dat is een van de domste dingen geweest,
die Engeland en Frankrijk ooit (niet) ge
daan hebben. Hij heeft zeker ook geen respect
voor de wijze waarop het Duitschland van vóór
Hitier door zijn overwinnaars is behandeld.
En hij staat gereserveerd tegenover het de
mocratische idealisme dezer beide groote
Europeesche landen. Maar hij weet als het wa
re bij instinct dat de democratie, die hem zelf
zoo bij uitstek lief en dierbaar is, in die landen
haar steunpunt vindt, dat deze Europeesche
democratieën als het ware de grensposten zijn
van de Amerikaansche politieke- en levens
opvattingen, dat daar de levensweg is gekozen,
dien hij voor zich zelf als den beste heeft uit
verkoren. Hij gevoelt dat hij, ondanks zijn
grooten tegenzin om in andermans zaken te
worden gemoeid, onvermijdelijk de natuurlij -
ke vriend en medestander van het Brifcsche,
het Fransche en de andere kleinere, demo
cratische volken is.
En er is nog een overweging die de New-
York Times op deze wijze onder woorden
brengt: „Wij weten dat de moderne weten
schap tijd en afstand vrijwel heeft uitge
schakeld, dat onder den invloed van het vlieg
tuig, de radio en het gansche raderwerk van
het twintigste-eeuwsche kapitalisme onze aar
de sterk is ingekrompen, dat Europa in 1939
vrijwel op onzen drempel ligt. Wij weten
ook welke partij in Europa de oorlogspartij is
en wij weten dat wanneer er een oorlog komt
er meer op het spel staat dan prestige, rijk
dom en macht".
Men moet dit alles goed voor oogen houden
om tot -het besef te komen dat de houding
van den Senaat der Vereenigde Staten jegens
de Neutrality Act geenszins representatief is
voor de uiteindelijke houding der Vereenigde
Staten in een eventueel conflict. En het zou
geen verwondering behoeven te wekken als ten
slotte de opvattingen van Roosevelt en Huil
de overwinning zouden behalen. De vraag die
hier gesteld wordt is of dit „tenslotte" niet
beteekenen zal „te laat". Velen hopen dat dit
niet het geval zal blijken te zijn.
Mr. E. ELIAS.
Begrafenis Mr. de Jong
Schouwenburg.
Onder buitengewoon groote belangstelling uit
vele kringen is gistermiddag op „Zorgvlied" be
graven mr. L. M. de Jong Schouwenburg, oud
lid der Prov. Staten van Noord-Holland, zoo
meldt de Telegraaf.
Aanwezig waren den Commissaris der Konin
gin mr. A. baron Röell, burgemeester dr. W. de
Vlugt, F. M. L. baron Van G.een, de heer en J.
ter Haar, A. J. da Costa en jhr. F. J. E. van
Lennep.
De Kamer van Koophandel was vertegenwoor
digd door mr. Ch. P. van Eeghen en den adjunct
secretaris mr. H. Fortuin; voorts waren er leden
van de Kamer van Koophandel en van de Pro
vinciale Staten, o.a. de heer A. Asscher, als voor
zitter der liberale Statenfractie; nog merkten wij
op mr. A. Bruch, lid van Ged. Staten, burgem.
mr. G. P. Haspels, den heer A. Boendermaker,
directeur van de inrichting voor blinden in de
Plantage, mr. K. Jansma, den heer C. Gordijn,
commandant van de brandweer en vele assura
deuren.
In de aula heeft eerst het woord gevoerd de
compagnon van den overleden^ de heer J. J.
Pennink, die mr. De Jong Schouwenburg noem
de een leider par excellence.
Hierna schetste, namens het personeel van de
„Onderlinge Brandwaarborg Mij." de heer Van
Waay den overledene als directeur en patroon.
Als vice-voorzitter van de „Vereeniging van
ter beurze vertegenwoordigde brandassuradeu
ren" sprak de heer Jan ter Meulen, die er aan
herinnerde, dat mr. Schouwenburg oprichter van
de vereeniging was.
De heer K. Lotsy sprak namens de Vereeni
ging van Ned. brandverzekeraars, waarna mr.
Chr. P. van Eeghen als vice-voorzitter van de
K. v. K. getuigde van de vele adviezen, die mr.
De Jong Schouwenburg gegeven heeft en welke
van groote waarde waren.
Mr. J. G. de Hoop Scheffer sprak namens den
raad van toezicht op de Spaarbank van de stad
Amsterdam, waarvan de overledene president
commissaris was.
Zorg voor de blinden.
De heer H. W. van Marle getuigde van de
diepe verslagenheid,1 welke in het instituut voor
hulpbehoevende blinden heerscht. De blinden
namen een groote plaats in het hart van mr.
De Jong Schouwenburg in. Veertig jaren lang
was hij secretaris en voorzitter van het bestuur.
Namens vele filanthropische instellingen als
den Centralen Bond „Mirjam" e.a. sprak de heer
A. J. da Costa zijn diepe erkentelijkheid uit voor
den financieelen en moreelen steun, welken de
thans overledene aan deze vereenigingen heeft
gegeven.
Voor de Chr. Jongemannenvereeniging „Ex
celsior" en de A. M. V. J. sprak hierna de heer
G. C. Harrenstein, voor het Zuiderzeefonds van
de Ned. Herv. Kerk ds. J. H. Klein Wassink en
voor het comité tot herstel van de Oude Kerk ir.
krachten heeft gegeven aan de Vereeniging tot
instandhouding van het brandweerfonds, dat ten
doel heeft, in moeilijke omstandigheden het
brandweerpersoneel bij te staan.
Voor de commissarissen van de Onderlinge
Brandwaarborgmij. sprak jhr. dr. S. van Citters,
den eenvoud en de degelijkheid van den ontsla
pene schetsende.
Ds. A. G. H. van Hoogenhuijze, namens den
kerkeraad van de Ned. Herv. gemeente spreken
de, gewaagde van de groote dankbaarheid van
de gemeente voor alles, wat mr. De Jong Schou
wenburg daarvoor gedaan heeft; 26 jaar heeft
hij haar als ouderling gediend.
Ds. J. C. Koningsberger, dank brengend na
mens den Chr. Werkmansbond en de Hervormde
Kweekschool, las vervolgens Psalm 103 voor,
waarna het stoffelijk overschot met Vele bloem
stukken bedekt uit het aulagebouw grafwaarts
werd gedragen. Het orgel deed Psalm 103 hooren.
Aan de groeve is voor de vele belangstelling
namens de familie bedankt.
„Arti et Amicitiae" bestaat
100 jaar.
De oudste organisatie van beeldende
kunstenaars.
Op 3 December 1839 werd te Amsterdam de
maatschappij „Arti et Amicitiae" opgericht en
de herdenking van het eeuwfeest deze oudste
organisatie van Nederlandsche beeldende
kunstenaars zal reeds de volgende week met
de opening van een tentoonstelling van wer
ken der voornaamste leden in de afgeloopen
honderd jaar worden ingezet, terwijl het
zwaartepunt van de feestviering in December
zal vallen.
In de afgeloopen eeuw heeft „Arti" alle
schilders van beteekenis onder haar leden
geteld De jubileumviering zal dan ook worden
ingezet met een tentoonstelling, die Zaterdag
12 Augustus geopend wordt, van werken dezer
voornaamste schilders, die derhalve een
overzicht geven van een eeuw Nederlandsche
schilderkunst. Men zal er grootendeels min
der bekende, want vooral uit particulier bezit
afkomstige werken zien van Josef Israëls,
Bosboom, Mauve, Jacob Maris, Mesdag, Weis
senbach, Matthijs en Willem Maris, Neuhuys,
Allebé, Gabriël, Breitner, Witsen, Der Kin
deren, Floris Verster, Toorop, Bauer, Isaac
Israëls, Jan Veth en vele anderen.
Op 11 November zal een najaarstentoonstel
ling- van werken in olieverf van leden worden
gehouden.
De eigenlijke feesbweek begint op Zaterdag
2 Dec. met een receptie in het gebouw dei-
maatschappij te Amsterdam, 's Avonds wordt
voor het gebouw een taptoe gehouden, waar
na de leden in fakkeloptocht naar het Rem-
brandtplein trekken, om een krans te leggen
bij het standbeeld van den vorst der Neder
landsche schilders. Op 7 December wordt in
Ook dr. de Groot en zuster Boonstra
hebben hun intrek in het paleis
genomen.
Donderdagmiddag is H.M. de Koningin per
auto uit Den Haag op Soestdijk aangekomen.
Even tevoren was prins Bernhard in zijn
gelen Ford in de richting Amersfoort uitgereden.
Ofschoon het druilerig was, was er toch een
kleine menigte voor het hek van het paleis sa
mengestroomd, die de beide vorstelijke perso
nen bij het langskomen toejuichte.
Zuster Trijntje Boonstra, die als kraamver
pleegster zal dienst doen op het paleis Soestdijk,
heeft Donderdagavond haar intrek in het paleis
genomen-
Ook dr. De Groot verblijft thans in het paleis.
Evenals dit in Januari van het vorige jaar het
geval is geweest, zullen er straks voor de ver
spreiding van het heugelijke bericht, dat op het
paleis Soestdijk een prinsje of prinsesje gebo
ren is, slechts enkele seconden noodig zijn. De
telexnetten die daarvoor dienst doen, zijn thans
door de zorgen van de P. T. T. gereedgemaakt,
het A. N. P. heeft zijn post te Baarn betrokken
en alles is nu klaar om de blijde mare uit te
dragen.
H. Voorham, die den overledene schetste als een een plechtige zitting het fraaie gedenkboek
waar vriend en raadsman van het comité. Nog 1 uitgereikt en op 9 December biedt het ge-
bij de plechtigheid in de Oude Kerk heeft de meentebestuur van Amsterdam de maatschap-
thans overledene een rede gehouden.
De heer C. Gordijn zeide vervolgens, dat mr. I
pij een gala-voorstelling in den Stadsschouw
burg aan, waarschijnlijk gevolgd door een
De Jong Schouwenburg bijna 45 jaren zijn beste kunstenaarsfeest in het eigen gebouw.
Generaal-appèl van de N. C. R. V.
Ter gelegenheid van haar derde lustrum
heeft de Ned. Chr. Radio Vereeniging Donder
dag in het reusachtige stadion te Feij en-
oord-Rotterdam een gr-oqtsche bijeenkomst
gehouden die weken tevoren was aangekon
digd als het generaal-appèl en die duizenden
bezoekers uit alle deelen des lands getrokken
heeft, voor het vervoer waarvan een groot
aantal extra-treinen liepen.
Men had van dit generaal-appèl door
velerlei medewerking iets geheel bijzonders
gemaakt dat niet naliet diepen indruk op
de massa te maken.
Zoo werkten niet minder dan 48 muziek
corpsen mede w.o. er waren zoowel uit Sid-
deburen als uit Bergen op Zoom, totaal vor
mend een gezelschap van 1500 muzikanten.
Voorts werkten mede een 800-tal gymnasten
van de Chr. Gymnastiekverenigingen Kracht
en Vlugheid en Rotterdam-Zuid, hefr versterkt
N.C.R.V.-orkest onder leiding van Piet v. d.
Hurk, het korps tamboers en pijpers „Jubal"
uit Dordrecht; het Staf muziekcorps der Kon.
Ned. Marine te Den Helder, onder leiding
van kapelmeester L. H. F. Leistikow, de
Beiaardier van den Cuneratoren te Rhenen,
de kapelmeester Willem Weyland en ruim 600
personen aan een historische optocht. Eeni
ge klikken van 't carillon van den beroemden
Cunera-toren waren naar het stadion ver
voerd en deden over het enorme terrein hun
machtige klanken hoeren.
Om 11 uur ving het generaal-appèl aan
door saluutschoten gevolgd door het N.C.R.V.-
tijdsein gegeven door de luidklokken opgesteld
in het stadion.
De algemeen leider van het Generaal-appèl
de heer D. Pereboom van Ede, deed enkele
landdag-mededeelingen waarna de voorzitter
der N.C.R.V., Mr. A. v. d. Deure van Benne-
kom ter opening zingen deed Ps. 32:6 welke
zang werd begeleid door de groote luidklok
ken, het carillon en 1500 muzikanten, welke
geheel onder leiding stond van den heer
Willem Weyland.
Voor de morgenbijeenkomst stonden korte
toespraken op het programma van de heeren
H. v. Boeyen, minister van Binnenlandsche
Zaken en oud-voorzitter van den Radio-raad
en Dr. J. J. C. v. Dijk, minister van Defensie,
afgewisseld door gemeenschappelijk gezang.
Om kwart vóór 3 uur werd het generaal-
appèl geblazen waarna een vaandel-defilé
plaatsvond onder leiding van den heer G. v.
Raven-zwaay. Nadat het Landdaglied gemeen
schappelijk gezongen was, bracht prof. dr. P.
Stegena Azn., van Amsterdam, een groet aan
de thuisgeblevenen (zieken, ouden van dagen,
zeevarenden, enz.) waarna 1500 muzikanten
Klokke Roeland uitvoerden.
Hierna vond een historische optocht plaats
Margarine in plaats van
roomboter.
Men hoede zich voor „handelaren".
De rijkszuivelinspetceur te Den Haag, hoofd van
den dienst der rijks-zuivelinspectie, vestigt de
aandacht van het publiek op de handelingen
van een zekere categorie „boterhandelaren", die
er hun werk van maken gewone margarine of
melange (welke laatste krachtens de bepalingen
der boter wet niet meer dan 1520 procent
roomboter mag bevatten) langs de huizen te
slijten, onder voorwendsel dat de waar geheel
of voor het grootste deel uit roomboter bestaat.
Gewoonlijk gaat de aanbieding -der waar ge
paard met verhalen over zuivelfabrieken, die
door omstandigheden niet kunnen uitvoeren en
wordt een meer of minder waarschijnlijk klin
kende reden opgegeven, waarom die „roombo
ter" toch van de opschriften margarine moet
worden voorzien.
Die verhalen zijn zonder uitzondering ver
dichtsels. Zuivere roomboter wordt nergens en
door niemand van de opschriften „margarine"
voorzien of in behoorlijke kwaliteit belangrijk
beneden den geldenden roomboterprijs verkocht.
Wat men aldus koopt, is dus meestal gewone
margerine, welke men zich allicht beter en goed-
kooper bij zijn gewonen winkelier kan ver
schaffen.
Moet in het algemeen reeds worden ontraden
boter of margarine van onbekenden aan de deur
te koopen, zeer zeker is dat het geval, indien
men die waren door middel van allerlei fan
tastische verhalen aan den man tracht te
brengen.
Meisjes onder vallende balken
bedolven.
Ernstig ongeluk te Krabbendijke.
Donderdag is een ernstig ongeluk gebeurd op
het terrein van de conservenfabriek Zuid-Beve
land te Krabbendijke. Op dit terrein wordt een
nieuw magazijn gebouwd, ten behoeve waarvan
er een stapel planken met daarachter een nog
hoogere stapel balken, beide afgedekt met een
zeil lagen. Óp dezen stapel planken waren twee
fabrieksmeisjes, de 17-jarige S. en de 20-jarige
K„ gaan zitten, omdat zij te vroeg waren. Zij
leunden tegen het zeil van den grootsten stapel,
toen de balken plotseling gingen glijden en de
meisjes onder de vallende balken v/erden be
dolven. Zij werden daarbij ernstig gewond en
zijn met zware inwendige kneuzingen naar het
ziekenhuis te Bergen op Zoom vervoerd. De
toestand van mej. K. is zorgwekkend.
Schematische voorstelling
hoe de distributie werkt
Voor de verspreiding van het heuglijk nieuws
uit het paleis te Soestdijk vervullen het A.N.P.
en de Radio Omroep de hoofdrollendeze
diensten hebben slechts eenige seconden noo
dig om de blijde mare over ons land via de
dagbladen en de 4 radio-omroepen te distri-
bueeren.
Hoe de distributie werkt wordt duidelijk ge
maakt in een schema op de kaart, met num
meringen aangegeven. Men onderscheidt:
a. de directe telefonische verbinding van
het Koninkl. Paleis (genummerd 1) naar het
badhotel te Baarn genummerd 2) in het
laatstgenoemde is opgesteld een zend- en ont-
vang-aparaat, waarop drie rechtstreeksche
verbindingen zijn aangebracht
b. naar het hotel „Trier" te Soestdijk (ge
nummerd 3).
c. naar het A.N.P. te Amsterdam (genum
merd 4);
d. naar den Radio-omroep te Hilversum
(genummerd 5).
Op den A.N.P. post zijn de secundaire lijnen
verbonden.
Het A.N.P. telext naar de 82 dagbladen
welke op het telexnet zijn aangesloten en licht
op deze wijze de kazernes in, welke tijdelijk
met het net zijn verbonden.
Het departement van Defensie (genummerd
6), eveneens per telex ingelicht, telegrafeert
naar Oost- en West-Indië.
Telefonisch en telegrafisch wordt het bui-
tenland in kennis gesteld door hun corres
pondenten, welke te Soestdijk in hotel „Trier'
verblijven en alwaar de technische dienst van
de P.T.T. eenige spreekcellen heeft doen
plaatsen.
De kaart geeft eveneens de garnizoenen aan
waar de saluutschoten gelost zullen worden;
men lette wel op degene die per telex tijdelijk
zijn verbonden, het is best mogelijk dat andere
garnizoennpas later schoten zullen lossen.
Kapitein Koppen gaat den
militairen dienst verlaten.
Kapt. G. A. Koppen, die de laatste paar jaar
commandant-Vliegschool was op Soesterberg
is als vlieger afgekeurd en zal, naar het
Utrechtsch Dagblad meldt, den militairen
dienst om gezondheidsredenen verlaten.
Kaptein Koppen verwierf vooral groote be
kendheid door zijn vlucht naar Indië met da
Postduif in 1927.
„Menscliensmokkel" over de
Nederlandsche grens.
Vijf personen uit Limburg uitgewezen.
Ongeveer veertien dagen geleden
werden in het veld tusschen Sittard
en de Duitsche grens door de Neder
landsche kommiezen en marechaussees
enkele personen uit deze streek aan
gehouden, in wier gezelschap zich een
Duitsche Joodsc'he doctor in de rech
ten bevond. Terstond rees het ver
moeden dat deze over de grens ge
smokkeld was. Het ingestelde onder
zoek bracht dit niet alleen aan het
licht, maar men bleek te doen te heb
ben met een uitgebreid complot voor
het overbrengen van Duitsche uitge
wekenen via ons land naar België.
Het onderzoek heeft ertoe geleid, dat
Woensdag het bevel van den procureur-gene
raal te Den Bosch afkwam tot uitwijzing uit
het bewakingsgebied van vijf personen, t.w.
mej. S. en mej. G. uit Broeksittard, mej. Van
H. uit Sittard, den heer K. en den taxihouder
P. eveneens uit Sittard. Behalve mej. G„ die
in Duitschland is aangehouden, zijn deze per
sonen heden uit Limburg geleid. Daar het
onderzoek nog gaande is, is het mogelijk dat
nog meer uitwijzingen zullen volgen.
Den laatsten tijd zijn een vijftiental Duit
sche uitgewekenen door dit complot over de
Limburgsohe grens gesmokkeld in de buurt
van Sittard en zij werden dan door P. naar
de maasdorpen gereden vanwaar zij met een
bootje over de Maas naar België werden ge
bracht.
Bij het onderzoek is komen, vast te staan,
dat de groep vertakkingen heeft van Keulen
tot Brussel en Antwerpen. Wanneer de over
gebrachte Duitschers in Belgisch Limburg
waren aangekomen werden zij door P. verder
België ingebracht.
Bij de aanhouding van den Duitschen rechts
geleerde, die na verhoor over de Duitsche
grens is teruggeleid, waar hij in handen van
de Duitsche politie is gevallen, bleek dat hij
een koffertje met bankpapier ter waarde van
40.000 a 50.000 mark in zijn bezit moet hebben
gehad. Dit koffertje zou door handlangers
worden overgebracht, doch is vermoedelijk bij
de aanhouding door de Nederlandsche politie
zoek geraakt. In verband hiermede heeft de
Duitsche politie enkele personen aangehouden,
verdacht van poging tot deviezensmokkelarij.
Het koffertje is echter nog niet achterhaald.
Meisje door militaire vraclitautcJ
aangereden en gedood.
Donderdagmiddag te ruim half een is onder de
gemeente Mierlo, nabij de'brug over het Eind-
hovensche kanaal een 15-jarig meisje dat aan
den kant van den Provincialen weg Helmond-
Eindhoven met nog enkele andere meisjes liep,
door een militaire vrachtauto uit Eindhoven aan*
gereden. Het meisje was op slag dood.