Jjwiq- naar Jtifk
Marie Antoinette Lix
H
TlMams&eluup
tusschen Bonnet en
Von Ribbentrop.
Warschau
acht Forster's rede
van weinig belang.
VRITDAG 11 AUGUSTUS 1939
j~péleuze van Dantzig:
onder de enthousiaste instemming der be
volking van Dantzig gouwleider Forster het
volgende telegram aan Hitier gezonden heeft:
„Mijn leider. Tienduizenden Duitsche Dant
zigers, die op de protestfoetooging tegen de
Poolsche bedreiging Dantzig met kanonnen
plat te schieten, op de pleinen dea: eeuwig
Duitsche stad Dantzig vergaderd zijn, zien
met het grootste vertrouwen tot u op en giroe
ten u met eerbied en onschokbare trouw als
hun leider".
,HET UUR DER BEVRIJDING
KOMT" ALDUS FORSTER
De gouwleider voor Dantzig, Forster, heeft
sisteravond in de groote protestbetooging op
L Langen Markt o.a. verklaard:
De bevolking van Dantzig heeft bewezen,
dat zij den vrede lief heeft. Indien de oorlogs
dreigingen van Poolsche zijde geheel op zioh-
S staande feiten zouden zijn geweest, dan
zouden wij in het geheel niet noodig hebben
eeacht, daarop in te gaan. Indien men te
Dantzig den indruk had kunnen krijgen, dat
aan de Poolsche ophitsing geen bijzondere
heteekenis moet worden toegekend, dan zou
het ons evenmin zijn ingevallen daartegenover
stelling te nemen. Doch op grond van de zich
dagelijks opnieuw herhalende oorlogsdreigin
gen en het feit, dat ook officieele kringen in
Polen aan deze ophitsingen deelnemen en
haar inspireeren. zijn wij gedwongen ten slotte
om zeer ondubbelzinnig en duidelijk onze
meening tot uitdrukking te brengen.
Men denkt er naar het schijnt in Polen
heelemaal niet aan tot het verstand terug te
keeren. Integendeel. Men probeert alles te
doen om den haat tegen al wat Duitsch is
nog verder aan te wakkeren. Ik zou daarom
reeds dadelijk met nadruk willen verklaren,
dat wanneer wij nu eens met duidelijke niet
verkeerd te begrijpen woorden onze meening
tot uitdrukking brengen, niet wij,Dantzigers,
onrust en opwinding in de wereld brengen, doch
diegenen, die thans reeds sedert maanden
onophoudelijk op de meest onverantwoorde
lijke wijze ophitsen tot oorlog. Dat wij gelijk
hebben, wanneer wij eindelijk een dergelijke
protestbetooging houden, bewijzen uitlatingen
van Poolsche bladen gedurende de laatste
maanden. In bijzonderheden daarop in te
gaan, is onmogelijk.
Het antwoord, dat wij er op te geven hebben,
kan in weinig woorden worden samengevat.
Polen kan van het volgende kennis nemen:
1. Bedreigingen met oorlog, al zijn
deze nog zoo uitdagend, schrikken
ons geenszins af en zullen in Dantzig
geen teeken van angst te voorschijn
roepen.
2. Wij natlonaal-socialisten, heb
ben er voor gezorgd, dat de bevolking
van Dantzig in dezen tijd van zoo
hevige spanning haar* zenuwen niet
verliest, omdat zij op grond van de tot
nu toe opgedane ondervinding het
vertrouwen (heeft in die nationaal-
socialistische leiding, dat deze op heit
juiste oogentolik het juiste doet.
3. Wij hebben in de laatste weken
in Dantzig alles gedaan om lederen
overval of aanslag, om het even van
welken aard, op Dantzig af te weren
en op overeenkomstige wijze te be
antwoorden.
4. Polen kan er zeker van zijn, dat
Dantzig niet alleen en verlaten op deze
wereld staat, doch dat het Groot-
Duitsche volk en ook den verstan-
onze leider, Adolf Hitler, op ieder
oogenblik vastbesloten zijn in geval
van een aanval van Poolsche zij die bij
de afweer daarvan ons terzijde staan.
Allen en in het bijzonder het geheele
Duitsche volk xen ook den verstan-
digen buitenlander moge het duidelijk
geworden zijn, dat he, gezien derge
lijke zich steeds opnieuw herhalende
uitlatingen door Polen, zoo niet verder
kan gaan.
Het moet allen den vrede liefhebbenden
menschen langzamerhand duidelijk warden,
welk een misdaad door het dictaat van Ver
sailles met betrekking tot Dantzig en de
grensafiDakening in het oosten is begaan.
Ik zou er evenwel in ihiet bijzonder den na
druk op willen leggen, dat niet alleen wij
Dudtschers, met inbegrip van de Dantzigers
van deze meening zijn, doch dat er in het
buitenland, in het bijzonder in Engeland en
Frankrijk, zeer vele den toon aangevende en
bekende mannen zijn, die de onhoudbaarheid
van de tegenwoordige situatie in het oosten
van Europa, in het bijzonder die van Dant
zig, sedert twintig jaren steeds weer tot uit
drukking hebben gebracht.
Gouwleider Forster las vervolgens eenige
uitlatingen voor van vooraanstaande buiten
landers en vervolgde:
Het is op het oogenblik, wanneer men de
wereldpers leest, zoo, dat alle volken, in het
bijzonder Engelschen en Franschen, en vooral
niet te vergeten de Polen, zich 'bezig houden
met de toekomst van Dantzig.
Wanneer iemand het recht heeft zich ge
dachten te vormen over de toekomst van
Dantzig, dan zijn wij, Dantzigers, dat zrilf. Het
is ta de eerste plaats onze oereigen aangelegen
heid de vorming van ons leven en van onze
toekomst te bepalen.
Wij stellen dienaangaande het volgende
vast:
1. Dantzig is sedert haar stichting, dat is
ongeveer acht eeuwen, steeds een oerduiibsche
stad geweest.
2. In Dantzig heeft sinds haar geheele ge
schiedenis tot 1919 slechts Duitsohland te be
slissen gehad.
De Dantzigers hebben zelfs in 1576 den
Poolschen koning Stefan Batory met geweld
van wapenen teruggeslagen en tot capitulatie
gedwongen, toen hij probeerde de rechten, in
het bijzonder de zeerechten der oude Duitsche
hanzestad te beknotten.
De hedendaagsche Dantzigers vreezen de
kanonnen van Smigly-Rydz evenmin als hun
voorouders de kanonnen van den Poolschen
koning hebben gevreesd.
3. Dantzig werd in 1919 ondanks veelvul
dige eensgezinden protesten van haar bevol
king van het moederland afgescheiden.
Het door den Amerikaanschen president
Wilson in zijn veertien punten aangekondigde
zelfbeschikkingsrecht der volken werd door deze
willekeurige handeling op de meest onverbid
delijke wijze met voeten getreden.
4. de sedert de afscheiding verloopen ja
ren hebben het onweerlegbare bewijs geleverd,
nat Dantzig en haar bevolking economische
en cultureele schade van iedere soort hebben
geleden.
Alleen het feit, dat de haven va^pantzig
welke de eenige toegang naar zee v?m Polen
zou zijn en weshalve Dantzig, van het
Rij'k afgescheiden steeds sterker de
levensrechten zijn ontnomen, zoodat de haven
van Dantzig reeds thans tegenover Gdynia op
de tweede plaats komt, bewijst, dat Dantzig
van Polen slechts economische nadeelen en
geen voordeelen heeft.
De beleedigingen, welke in de laatste twin
tig jaren den Duitschers in Dantzig door
bijzondere Poolsche maatregelen zijn toege
bracht, staan op een bijzonder blad.
5. Deze voortdurende chicanes
tegenover de Dantzigers door Polen op
ieder gebied van het openbare leven
en de omstandigheid, dat Dantzig
zonder dat de bevolking werd geraad
pleegd van het rijk werd afgescheiden,
is sedert twintig jaren voor alle Dant
zigers aanleiding tot de leuze: Wij
willen tot het rijk terug.
6. De bevolking van Dantzig is het
thans volkomen duidelijk, en zij ge
looft rotsvast, dat het uur der bevrij
ding komt, d.w.z. Dantzig weer tot het
Duitsche rijk terugkeert.
7. De Dantzigers zien in zeldzame
aaneengeslotenhieid en met bijzondere
liefde en vereering op naar hun leider
Adolf Hitler, van wien zij overtuigd
^ijn, dat hij hun wensch in het rijk
terug keeren, vervult en daarmede
weer aan het zelfbeschikkingsrecht
dier Dantzigers de geldigheid verschaft,
welke men hun in 1919 heeft ge
weigerd.
In dit plechtige oogenblik geloof ik aldus
besloot gouwleider Forster zijn rede dat wij
niets beters kunnen doen dan de gelofte af
leggen, dat wij elkander trouw zullen blijven,
wat ook moge gebeuren, dat wij iedieren aan
val op dezen heiligen Duitsche bodem met de
ons ter beschikking staande krachten vast
besloten zullen afwerpen en ieder bevel van
onzen leider Adolf Hitler, dat hij ons geeft,
tot uitvoering brengen.
Moge de dag niet meer veraf zijn, waarop
wij hier weer samenkomen, niet voor een
protestbetooging, doch voor de viering van
de hereeniging van Dantzig met het Groot-
Duitsche rijk.
Wij willen terug naar het Rijk
Een uur vóór de betooging, waar Forster het
woord zou voeren, zette een menigte, in hoofd
zaak bestaande uit leden der nationaal-socia-
litischie partij in Dantzig, soldaten of officie
ren van die Heimweihr, het geheele marktplein
af. Om acht uur kwam Forster aan, begroet
door spreekkoren van de Hitlerjeugd en de
S.A., die bij de tribune hun plaatsen hadden
ingenomen. Zij riepen: „Wij willen terug naar
het Rijk".
Toen Forster zijn redevoering geëindigd had,
klonk overal de roep: „Eén volk, één rijk, één
leider".
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt nog dat
Standpunt der beide regeerin
gen ten opzichte van Dantzig.
Joachim von Ribbentrop.
PARIJS, 10 Augustus. Een bericht uit
buitenlandsche bron heeft er melding van ge
maakt, dat Von Ribbentrop Bonnet een schrij
ven zou hebben gezonden, waarin hij het
Duitsche standpunt uiteenzet ten aanzien van
het vraagstuk Dantzig en de Fransche regee
ring vroeg zich niet te mengen in een Oost-
Europeesche aangelegenheid, welke uitsluitend
Duitschland aangaat.
Gezaghebbende Fransche kringen verklaren,
dat het bericht in een verkeerd daglicht wordt
gesteld. Op 1 Juli heeft Bonnet den Duitschen
ambassadeur Von Welczeck een verbale mede-
deeling overhandigd, waarin het standpunt
van Frankrijk wordt uiteengezet ten aanzien
van de kwestie-Dantzig.
Kort daarop heeft Von Welczeck Bonnet na
mens den rijksminister een verbale nota over
handigd, waarin het standpunt van het Rijk
tegenover de zaak der Vrije Stad wordt uit
eengezet.
In tegenstelling met hetgeen het vanmiddag
gepubliceerde bericht te verstaan zou kunnen
geven, is er dus geen sprake van een persoon
lijk recent initiatief van Von Ribbentrop,
doch van een notawisseling van meer dan een
maand geleden. (Havas).
Bureaux van United Press te
Rome gesloten.
Correspondent moet het land verlaten.
H. R. Ekins, de correspondent van het Ame-
rikaansche persagentschap „United Press" te
Rome, heeft op persoonlijken order van Musso
lini bevel gekregen Italië te verlaten. Hij kreeg
een respijt van slechts enkele uren. De reden
voor dit besluit zou zijn, dat Ekins in zekere
berichten heeft gemeld, dat Mussolini ernstig
ziek was. De bureaux van „United Press" zijn
gesloten!
De man met de „ijzeren long'
in hef huwelijk getreden.
Fred B. Snlte, die nu al meer dan
drie jaar in het leven gehouden wordt
met behulp van een „ijzeren long", is
in het huwelijk getreden met Theresa
Larkin. De bruid is 25 jaar oud. Zij is
een vroegere schoolvriendin van Freds
zuster en kende hem reeds voor hij
door de verlamming werd getroffen.
Bij de voltrekking van het huwelijk
bleef de bruidegom in de ijzeren long,
het bruidje had zich naast hem opge
steld. Zij zullen de witte broodsweken
aan de Niagara doorbrengen.
De doktoren hebben verklaard dat
Fred thans weer voldoende macht over
zijn ademhalingsspieren heeft om 1 uur
en 3 minuten te adement zonder kunst
matige hulp.
(United Press).
Voor binnenlandsch gebruik.
Politieke kringen te Warschau kennen geen
enkel belang toe aan de door gouwleider
Forster afgelegde verklaring, daar deze af
komstig zijn van een particulier persoon, die
geen enkele officieele functie bekleedt in het
gebied van Dantzig, aldus het Poolsche Tele
graaf Agentschap.
Deze zelfde kringen zijn van meening, dat
de toespraak van Forster een verklaring „voor
binnenlandsch gebruik" is, welke beoogt de
Dantzigers, die zich den laatsten tijd zeer on
gerust gevoelden door de vrees, dat zij het
slachtoffer zouden kunnen, worden van een
onderneming met onberekenbare gevolgen,
moed in te spreken.
Voorts merkt men op, dat de redevoering
van Forster geen enkel nieuw element naar
voren brengt en zich bedient van tallooze
malen door de Duitsche propaganda herhaalde
argumenten, en duidelijk doet blijken, dat het
Rijk zich minder interesseert voor het lot van
Dantzig dan voor een herziening van de kaart
in Oost-Europa.
De heer Forster veroorlooft zich onder m
spiratie van de Duitsche pers melding te ma
ken van een zoogenaamd door maarschalk
Smigly Rydz in 1931 uitgesproken redevoe
ring, die, zooals in een officieel Poolsch de
menti werd vastgesteld, nimmer werd uit
gesproken.
Indien alle verklaringen van Forster zoo
betrouwbaar zijn, weet men welke waarde men
er aan moet toekennen, aldus besluit het
P.A.T.
Fransche pers niet ongerust.
Uit Parijs: De bladen toonen zich voor het
oogenblik weinig ongerust over de rede van
Forster en het meerendeel is van meening, dat
zij het begin vormt van een intimidatiecam-
pagne.
De rede van Forster, aldus de „Jour was
heftig, doch zij ging het kader van de ora
torische betoogingen, waaraan de Nazileiders
ons gewend hebben, niet te boven.
De „Figaro" schrijft: „Het gaat erom, op
Europa en de geheele wereld indruk te maken,
het zenuwgestel der volken te schokken en
eiken dag zoo hard op denzelfden spijker te
slaan, tot hij tenslotte wegzinkt. Het ongeluk
is, dat deze kunstgrepen het niet meer doen.
Wij kennen het procédé te goed".
De „Excelsior" meent, dat de rede van
Forster de kenmerken droeg van aarzeling en
van de onbehaaglijkheid van Duitschland, naar
aanleiding van zijn zware verantwoordelijk
heid. Hitier heeft zichtbaar een slag om den
arm gehouden.
De „Populaire" gelooft, dat deze rede van
Forster wellicht het begin is van een groot-
scheepsche campagne en van een periode van
spanning, die zonder twijfel zal culmineeren
in een rede van den Führer, hetzij te Tannen-
berg op 27 Augustus, hetzij te Neurenberg in
de eerste dagen van September.
De indruk te Berlijn.
Te Berlijn wordt de gematigde toon van de
rede van Forster verwelkomd. Men is van
meening, aldus Reuter, dat de rede des te
meer Indruk zal maken aangezien het een
sterk contrast is met de heftige uitlatingen
van de Poolsche pers. Forster heeft zijn stand
punt duidelijk en helder uiteengezet en Polen
en de rest van de wereld weten thans waar zij
aan toe zijn.
In buitenlandsche politieke kringen te Ber
lijn was men aangenaam verrast door de ge
matigde taal van de rede, welke geen sensa-
tioneele aankondiging bevatte.
„Niets nieuws".
In politieke kringen te Washington is men
van oordeel, dat de rede van Forster niets
nieuws heeft gebracht. Europa is verplicht in
alarmtoestand te blijven. Het feit, dat Forster
geen datum voor de annexatie heeft aangekon
digd wordt geen voldoende reden geacht om
te veronderstellen, dat Duitschland den weg
van onderhandelen zal inslaan.
De vrouw, die als onder-luitenant
tegen de Russen en Duitschers vocht
Het kasteeltje de la Caze, waar M. A. Lix geruimen tijd vertoefde.
ET is juist een eeuw geleden dat in
Colmar een meisje werd geboren, dat
de voornamen van de ongelukkige
Fransche koningin, Marie Antoinette
kreeg. Haar vader, een gewezen soldaat, die na
den dood van zijn vrouw het militaire ambt
vaarwel zei om een kroeg „La Pomme d' Or" te
beginnen, besloot zich heel alleen te belasten
met de verdere opvoeding van zijn dochter. Het
moet wel een heel zonderlinge opvoeding voor
een meisje zijn'geweest, want op 10-jarigen leef
tijd is Marie Antoinette noch de schrijf-, noch de
leeskunst machtig, maar heel Colmar staat er
versteld van hoe kranig zij zich in den zadel
houdt wanneer ze te paard zit en hoe behendig
ze met degen en sabel weet om te gaan. Beroeps
militairen en schermmeesters kruisen den degen
met haar en moeten zich dikwijls overwonnen
verklaren. Vader Lix, die tenslotte toch geen
bruut was, begreep wel dat Marie Antoinette
toch ook iets anders behoorde te leeren en dus
besloot hij zijn dochter toe te vertrouwen aan de
nonnetjes van Ribeauvillé in het klooster 'van
de Divine Providence. En ziet, in de zeven jaren
dat Marie Antoinette onder de leiding van de
zusters bleef, ontwikkelden zich allerlei goede
vrouwelijke eigenschappen in haar. Tevens toon
de zij een helder verstand te hebben en al spoe
dig werd zij beschouwd als de beste leerlinge.
Marie Antoinette, die op twee-jarigen leeftijd
haar moeder had verloren, stond moederziel
alleen op de wereld toen de herbergier het hier
ondermaansche verliet, slechts een heel klein
erfenisje nalatend voor z'n dochter. De nonnetjes
waren echter zóó over het 17-jarige meisje te
vreden, dat ze voor haar gedaan kregen te wor
den aangesteld als lectrice en gouvernante in
de familie van prins Lubienski in Polen.
In het voorjaar 1857 vinden we haar terug in
haar nieuwe functie in een somber kasteel
Polen. Marie Antoinette heeft zich in korten tijd
niet alleen de sympathie veroverd van het prin
selijk gezin, maar ook het volste vertrouwen.
Men beschouwt haar meer als een familielid dan
als een ondergeschikte. En waarschijnlijk zou
niemand ooit meer hebben hooren spreken van
Marie Antoinette Lix, ware het niet dat in 1863
de Poolsche opstand uitbrak. Wanhopige onder
neming, welke op de wreedste manier bestreden
werd door de Russische horden. Prins Lubienski,
een van de leiders van den opstand, moet naar
het buitenland vluchten. Maar waar hij de
energie van de Fransche lectriae kent draagt hij
haar op om zijn gezin en zijn bezittingen te be
schermen. Zij begint alle kostbaarheden it
veiligheid te brengen. In een vermomming helpt
ze ook de prinses en de kinderen over de gren
zen, opdat ze in Frankrijk zich bij den prins
zullen kunnen vervoegen.
En zijze keert dadelijk naar het Poolsche
land terug om zich aan te melden als vrijwil
liger bij de lanciers die tegen de Russen te velde
trekken. In een uniform ziet ze er zoo manlijk
en tevens heldhaftig uit dat niemand ook maar
het flauwste vermoeden «r van heeft dat ze een
vrouw is. In een cavalerie-charge onderscheidt
zij zich zóó, dat „Michael Sombre" (de schuil
naam welke ze heeft aangenomen) op het slag
veld tot onder-luitenant wordt benoemd. En
kele dagen na nieuwe schermutselingen, ziet men
een dollen ruiter, die, links en rechts pareerend
dwars door de vijandelijke linie heen breekt en
die er in slaagt zoo generaal de Boncza te waar
schuwen dat hij dreigt omsingeld te worden dooi
de Russen. Twee dagen daarna wordt zij vrij
ernstig gewond door een sabelhouw. Zij wordt
vrijwel voor dood achtergelaten op het slagveld,
maar een paar Poolsche vrijwilligers dragen des
nachts den bewusteloozen onder-luitenant naar
een klooster. De moeder-overste, mevrouw Wo-
lowska, die den naam van zuster Félicienne heeft
aangenomen, herkent in den gewonden oorlogs
held de Fransche lectrice bij de Lubrienski's. Ze
tracht Marie Antoinette te overreden zich met
meer vrouwelijken arbeid bezig te houden, maar
nauwelijks is zij hersteld of ze zit weer te paard
om de Russen te bestrijden. Zij vuurt de Poolsche
vrijwilligers aan, zij is op alle plaatsen waar ge
vaar dreigt in de eerste linie. Totdat zij gevan
gen wordt genomen en voor den krijgsraad ver
schijnt, die haar ter dood veroordeelt.
Het is dan voor 't eerst, dat Marie Antoinette
zich bekend maakt als vrouw en.als Fran-
gaise. Drie dagen om te delibereerenjuist de
gelegenheid om te ontvluchten. Haar Poolsche
vrienden willen niet dat ze nog langer haar le
ven in gevaar brengt en zoo keert de gewezen
Poolsche onder-luitenant, maar ditmaal in vrou-
wenkleeren terug naar haar geboorteland. De
familie Lubienski, die dank zij haar, haar rijk
dommen heeft kunnen redden toont zich niet on
dankbaar en zoo stelt zij Marie Antoinette in de
gelegenheid om een hartewensch te vervullen:
te worden opgeleid totverpleegster! Nauwe
lijks heeft zij haar diploma of zij reist naar Kijs-
sel waar (1866) een vreeselijke cholera-epidemie
is uitgebroken. Dag en nacht, zonder in 't minst
te vreezen voor haar eigen gezondheid verzorgt
ze moederlijk honderden besmetten.
Ter belooning voor haar moedig gedrag geeft
de regeering haar een post als directrice op het
postkantoor van Lamarche. Het avontuurlijke
leven is voorbij
Toch niet! Den 13den Juli 1870, drie dagen
vóór den Fransch-Duitschen oorlog, vraagt
Marie Antoinette aan het ministerie om een
langdurig verlof. Men geeft haarvijf da
gen, hetgeen ze lang niet voldoende acht. Want
de ex-onder-luitenant heeft begrepen, dat
Frankrijk in de komende dagen groote behoefte
zou hebben aan soldaten! Zij wendt zich tot ge
neraal De Fa illy, tot alle militaire autoritei
ten met smeekbeden om als soldaat te mogen
dienst nemen maar overal krijgt ze een weige
rend antwoord: geen vrouwen! Daar verneemt
zij dat de burgemeester van Lamarche een vrij
willigerscorps heeft opgericht om de Pruisen te
bestrijden. Zij meldt zich aan onder den naam:
luitenant Toug. En zoo, in den oorlog van de
francs-tireurs, wordt Marie Antoinette door
haar bravour en doodsverachting een legenda
rische heldin.
Wanneer de vrijwilligers-afdeeling van La
marche wordt ingelijfd bij de geregelde troepen
van generaal Dupréis Marie Antoinette
commandant! Geheel alleen houdt ze bij Boui--
gonce een heele compagnie Beieren tegen: het
kost den vijand vier honderd man. Gewond op
haar beurt wordt Marie Antoinette weggedra
gen; een kogel heeft haar knieschijf gekwetst,
maar lachend roept ze uit: 't is jammer van
m'n broek!
Ontroostbaar over het verlies van den Elzas
neemt Marie Antoinette ontslag als post-direc-
trice wanneer er eindelijk weer vrede is. Zij
trekt zich terug in het klooster Notre Dame de
Sion in Parijs. En daar is in 1909 een stil oud
dametje overleden. Marie Antoinette Lix, ex-
luitenant.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
PROGRAMMA
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1939.
HILVERSUM I. 1875 en 414.4 M.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Ca, 8.16 Berichten).
10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de
continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Ca.
12.15 Berichten). 2.00 Causerie „Een plan voor
onvolwaardige arbeidskrachten". 2.20 Liedjes
met pianobegeleiding. 3.00 Reportage. 3.40
VARA-orkest. 4.30 Causerie „Handschriftkun
de". 4.50 Gramofoonmuziek. 5.30 Causerie
„Filmpubliciteit". 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00
Orgelspel. 6.28 Berichten. 6.306.55 Gramofoon
muziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties.
7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cyclus „Langs
steden en dorpen". 8.00 Herhaling SOS-berich-
ten. 8.03 Berichten A. N. P., VARA-Vania. 8.20
Gramofoonmuziek. 8.30 VARA-orkest. 9.00
Puzzle-uitzending. 9.15 „The Ramblers" en solis
ten en interview (opn.). 10.15 Gramofoonmu
ziek. 10.30 Berichten A. N. P. 10.40 VARA-orkest.
11.15 Zang en piano. 11.30—12.00 Gramofoon
muziek.
HILVERSUM II, 301,5 M.
KRO-Uitzending.
8.009.15 Gramofoonmu*!ek. (Ca. 8.15 Be
richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Gods
dienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 De
KRO-Melodisten (opn.). 1.00 Gramofoonmuziek.
(Ca. 1.15 Berichten). 1.30 Vervolg KRO-Melo
disten (opn.). 2.00 Handenarbeid voor de rijpere
jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje.
4.00 John Kristel en zijn Troubadours. 4.30
Filmduetten (gr.pl.) 4.45 John Kristel en zijn
Troubadours. 5.15 Sportoverzicht. 5.30 Gramo
foonmuziek. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15
Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekover
zicht. Ca. 6.45 Berichten. Hierna: Gramofoon
muziek. 7.00 Berichten. 7.15 Religieuze causerie.
7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten A. N.
P. en KRO -mededeelingen8.15 Religieuze over
peinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramo
foonmuziek. 8.45 Vroolijk Zaterdagavond-pro
gramma. 10.30 Berichten A. N. P. 10.4012.00
Gramofoonmuziek.
DROITWICH, 1500 M.
11.20 Piano voordracht. 11.50 Gramofoonmu
ziek. 12.20 De „Karl Caylus Players". 12.50
Gramofoonmuziek. 1.20 Reportage. 1.50 Zang.
2.20 Causerie „The Country Housewife". 2.35
John Reynders en zijn orkest. 3.20 Pianovoor
dracht. 3.50 Dansmuziek (gr.pl.). 4.20 Charles
Ernesco en zijn kwintet en solist. 4.50 Orgel
concert. 5.20 Phil Watts en zijn orkest m.m.v.
solist. 5.50 Reportage. 6.20 Berichten. 6.50 Cau
serie „Wild Britain: Game Birds". 7.05 Orgel
concert. 7.40 Zang en pianoduetten. 8.20 Geva
rieerd programma. 9.20 Berichten. 9.50 Causerie
„Dominion Commentary" (opn.). 10.05 Radio-
tooneel. 10.35 Orgelconcert. 10.50 Herman Da-
rewski en zijn orkest m. m. v. solisten. 11.50
Dansmuziek (gr.pL). 12.1512.20 Berichten.
•RADIO PARIJS, 1648 M.
9.00; 9.30 en 10.25 Gramofoonmuziek. 12.30
Zang. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.10 en 1.45 Het
Van de Walle-orkest. 2.10 Gramofoonmuziek.
2.50 Chansons. 3.05; 3.35; 4.40 en 6.05 Gramofoon
muziek. 6.35 Het pianoduo Wiener en Doucet.
7.20 Gramofoonmuziek. 7.35 Zang met piano
begeleiding. 8.25 Gramofoonmuziek. 8.50 Viool
voordracht. 9.20 Reportage. 10.20 Pianovoor
dracht. 10.50 Gramofoonmuziek. 11.2012.50
Eddie Foy's dansorkest.
KEULEN, 456 M.
6.50 Gramofoonmuziek. 7.35 Egon Kaiser's
orkest. 8.509.35 Schupo-orkest. 10.3510.50
Gramofoonmuziek. 12.20 Kur-orkest Bad Ro-
thenfelde. 1.35 Het Omroeporkest. 2.30 Populair
concert. 4.20 Het Omroepklein-orkest en solist
6.05 Pianovoordracht. 7.10 Zang. 8.35 Militair
concert. 9.20 Gramofoonmuziek. 11.00 Leo
Eysoldt's orkest, het vroolijk instrumentaal
kwintet en solist. 12.20 Gramofoonmuziek. 2.20-*
3.20 Soldatenkoor en militair orkest.