tksten!'-tamp VCiecffaut I lokt critiek uit deed Ijsvogel vergaan. UIT DE PERS. VRIID AG 18 AUGUSTUS 1939 pR0EF EEN NOODZAKELIJK I DEEL VAN HET LESPROCRAM- m genoemd. Weed (iet yaste itcoeg afeezet Wat er van de „Ekster" overbleef. De Raad voor de Luchtvaart heeft Donder- rtaemiddag in het departement van Water staat een openbare zitting gehouden ter on derzoeking van het ongeval, dat op 9 Decem ber i 1 nabij het vliegveld Schiphol is over komen aan het KX.M.-vliegtuig van het tvoe" Lockheed Super Electra, gemerkt FH- APE (Ekster), waarmede een lesvlucht werd ^BiMit ongeval vonden den dood de vier inzittenden: de gezagvoerder A. van der Syde, de piloot C. M. Schrey, de radio-telegrafist A. A, Becking en de boordwerktuigkundige H. L. H. Jaedicke. Dr. ir. H. J. van der Maas, hoofdmgenieur- vlieger bij het Nat. Luchtvaart-laboratorium, wordt als getuige-deskundige gehoord. In hoeverre voldeed dit vliegtuig aan de hier te lande gestelde eischen van luchtwaardigheid en zijn er ook bij enkele punten ontheffingen ver leend?, vraagt de voorzitter. Met zekerheid kan get. hierop niet antwoorden. Hij meent, dat de Lock heed aan de hier te lande geldende eischen voldeed. Was dit vliegtuig voorzien van vol doende nooduitgangen zoowel voor passagiers als voor de bemanning? luidt een andere vraag. Getuige kan daarop geen antwoord geven. Achtte u dit vliegtuig, dat een lijn- toestel was, geschikt als lesvliegtuig?, vraagt de voorzitter. In 't algemeen niet, antwoordde ge tuige. In antwoord c.p een hem gestelde vraag, zegt get. dat oefeningen als het afzetten van een der motoren niet op geringe hoogte, zoo als dikwijls geschied, maar op wat grootere hoogte moet plaats vinden. Get. acht het be slist een fout een dergelijke oefening direct de eerste maal te maken. Get. vindt de Lockheed onder normale om standigheden niet moeilijk bestuurbaar. Een oefening als het afzetten van een motor op geringe hoogte zc.u get. zelf nimmer willen uitvoeren. Hoe groot is de snelheid waarmede men aan den grond komt? Get. meent 160 a 170 Kilometer. De volgende getuige-deskundige, die de raad hoort, is G. J. Geyssendorffer, vliegtuigbe stuurder bij de K.L.M. „Een renpaard je". Deze verklaart, meerdere malen met de Lockheed te hebben gevlogen. De Lockheed is volgens hem moeilijker te vliegen dan een DC 2 of DC 3; althans in het begin. Als je het toestel eenmaal kende ging het heel goed. -Het is een renpaard je". Vooral bij de landing moetje heel goed uitkijken. Met van der Syde heeft get. nimmer veel contact gehad. Af en toe heeft hij zelf wat „gelest" op deze toestel len. Vindt u het noodig, dat reeds bij de eerste vlucht bij voortgezette start een motor zou worden afgezet?, vraagt de voorzitter. Ik vindt dat zeer gevaarlijk. Ik zelf heb bij lesgeven nimmer deze oefening vlak bij den grond gedaan. Zelfs de derde keer zou ik het niet doen. Na hem hoort de raad den heer H. Viruly, vliegtuigbestuurder bij de K. L. M., eveneens als getuige-deskundige. De heer Viruly verklaart nooit met een Lockheed te hebben gevlogen. Meent u, dat het een juiste bepaling is, dat men den eenen motor bij voortzetting van den start moet afzetten of acht u het wter dat zulks hooger In de lucht moet ge beuren? Getuige meent, dat men een leerling wel degelijk moet oefenen dicht bij den grond. Bij de eerste vlucht moet men een dergelijke oefening niet ma ken. Trouwens de K.L.M. heeft haar voorschriften gewijzigd en bepaald, dat dergelijke oefeningen niet tijdens de eerste vlucht mogen worden ge maakt. Op een desbetreffende vraag geeft getuige toe, dat het afzetten van een der motoren op 30 meter hoogte, zoo als in het onderhavige geval geschied !s. in het algemeen riskant is te noe men. Sf A- K- Steup, majoor-vlieger bij de ^ntcaartbrigade deelt als deskundige mede, p l {"J nG°lt met een leerling bij een voort ik 5^art een motor heeft laten afzet- Noomen, vliegtuigbestuurder bij o;Pp„fi',1leeft een keer met Van der sÜde den ckheed gelest en wel on 8 December, aen dae voor het ongeval. Get. verklaart, dat het afzetten van den motor op 8 December, welke oefening hij moest maken, geschiedde door middel van de hoogte- gasstopinrichting. Op de vraag op welke hoogte een van de motoren uiteindelijk dus na de voorberei dende oefeningen werd stopgezet antwoordt getuige; Op 20 a 25 meter hoogte. Bij de voor bereidende oefeningen was die hoogte 1500 meter. De heer C. Spaans, boordwerktuigkundige bij de K.L.M., die als getuige gehoord wordt, heeft verschillende lesvluchten met den Lock heed meegemaakt. Hij deelt mede, dat het zetten van de schroefbladen van kleine op groote spoed hoogstens 15 seconden duurt. Oefening was noodig. Getuige I. A. Aler, chef van den vliegdienst der K.L.M., zegt dat de oefening van het af zetten van een der motoren gehouden moet worden. Uiteindelijk behoort deze oefening ook op geringe hoogte te geschieden, omdat de vlieger haar geheel dient te kennen. Op den noodlottigen dag 9 December j.l.) maakten de heeren Van der Sijde en Schrey hun tweede serie lesvluchten. Het lesschema is na dit ongeval gewijzigd in dezen zin, dat de leerling nu nimmer zijn les mag beginnen met de oefening van het afzetten van een motor op geringe hoogte. Tegen het afzetten van de hoogte- gasstopinrichting bestond bezwaar. De heer van der Sijde heeft get. bij een bespreking op 28 Maart 1938 beloofd nimmer meer van dit middel gebruik te maken. „U weet, dat dit op 8 December toch is geschied?" vraagt de voorzitter. „Ja, dat weet ik", antwoordt getuige. Getuige voegdie hieraan toe, dat de lieer Van der Syde iemand van groote plichtsbe trachting was. Hij moge in dit geval ondiscipli nair hebben gehandeld, toch meent get. dat Van der Syde alleen zoo gehandeld heeft, omdat hij vast overtuigd was dit risico te kunnen en te mogen nemen, dat het zelfs ge- wenscht was dit risico te nemen bij het on derricht. Nimmer heeft get. gehoord, dat de vliegers deze toestellen ongeschikt zouden hebben gevonden. Klachten wa ren er natuurlijk wel zooals: de stuur hut is wat nauw, het uitzicht bij regen is niet goed, de ventilatie is niet voldoende. Primcipieele klachten waren er niet en de andere klachten zijn door allerlei verbeteringen weg genomen. De K.L.M. gebruikt deze toestellen thans riiet groot succes in de West. Get. handhaaft op een hem gestelde vraag zijn meening, dat de oefening van het af zetten van een motor bij voortgezette start noodzakelijk is. De heer H. Fuchs, vliegtuigbestuurder bij K.L.M.is de laatste getuige, dien de raad hoort. Hij is de plaatsvervanger van den heer Aler. De methode van het afzetten van een motor door den heer Van Syde toegepast achtte get. gevaarlijk. Het is hem toen door den heer Aler verboden de hoogtegasstop- inrichting te gebruiken en het is get. bekend, dat Van der Syde beloofd heeft zich hieraan te houden, maar op 8 December in strijd met deze belofte heeft gehandeld. Evenals de heer Aler is deze get. door drongen van de noodzakelijkheid, dat de oefe ning van het afzetten van een motor gehou den moet worden, al beseft get. dat het risico bij een Lockheed grooter is dan bij een Douglas. De raad zal later uitspraak doen. EXAMENS Akte NI (natuurkunde en mechanica). Geëxamineerd drie candidaten. Geslaagd A. Mak, Haarlem en H. Nicolaij te Driehuis. Fransch L.O. Voor het examen Fransch L.O. slaagden de heeren B. H. Pöttken, Heemstede en P. Roest, Santpoort. Luchtvaart. Aan het dezer dagen gehouden examen „luchtvaartkennis", dat op Schiphol werd af genomen, namen 24 candidaten deel. Geslaagd zijn o.m. W. H. Belgraver, IJmuiden en G. D. Schepel, Haarlem. Modevak. Bij de te 's-Gravenhage gehouden examens slaagden de dames T. Damsma voor Onder wijzeres Costuum- en Mantelvak en T. de Vries: A. v. Benthem en T. Bruinzeel voor Coupeuse, allen leerlingen van de school van mej. J. v. Doorn te Heemstede en Haarlem. Mr. J. A. van Sonsbeeck overleden. Oud-secretaris van de Vereeniging van den Effectenhandel. In den ouderdom van 68 jaar is overleden mr. J. A. van Sonsbeeck. De overledene was van 1 Januari 1902 tot 31 Juli 1930 secretaris van de Vereeniging voor den Effectenhandel en genoot als zoodanig in financieele- en han delskringen groote bekendheid en waavdee- ring. Tijdens zijn ambtsperiode werd het beursgebouw van de vereeniging voor den ef fectenhandel gebouwd, waarvan de opening geschiedde in 1914. De heer van Sonsbeeck was oprichter van de Holland Texas Hypotheekbank en van de N.V. Lips Brandkastenfabriek. Voorts was hij commissaris van de Rotterdamsche Verzeke- ringssocieteit R. V. S- en nog van andere ven nootschappen. Hij bewoog zich tevens veel op maatschappelijk gebied en was o.a. penning meester van de vereeniging „Hulp voor Onbe- huisden" en sedert 1929 voorzitter van den bond Heemschut. Oosten van Frankrijk ten deele verboden gebied. Ook voor hen die een officiersfunctie bekleed hebben. Naar wij vernemen is het in het jaar 1912 door de Fransche regeering uitgevaardigde verbod voor buitenlandsche militairen om zich anders dan voor doorreis per trein op te houden in bepaalde gebieden in het Oosten van Frankrijk, ook van toepassing op gepensionneerde officieren en officieren op non-activiteit. Belanghebbenden op wien dit verbod van toepassing is, die zich in het oosten van Frankrijk zouden moeten ophouden, zullen goed doen zich te voren om inlichtingen dien aangaande te wenden tot het departement van Defensie te 's-Gravenhage. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. De 33-jarige ongehuwde sergeant van het 36e Regt. Infanterie J. D. M. wonende te Gro ningen, in garnizoen te Stadskanaal, die Maandag aldaar in het zwembad een duik- sprong maakte en daarbij met het hoofd op den bodem stiet, waarbij hij een halswervel brak, is aan de gevolgen daarvan in het aca demisch ziekenhuis te Groningen overleden,. Vierling krijgt belangrijk bedrag uit Prinses Beatrix-fonds. Het Prinses Beatrix-fonds heeft een belang rijk bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve van de vierling der familie Pijlman. Hond mocht niet zwemmen, Vechtpartij gevolg van studentengrap. In de nabijheid van de studentensociëteit aan de Phoenixstraat te Delft is het tot een vechtpartij gekomen tusschen drie studenten en een burger. Het begon met een grap. Zekere D. wandel de met zijn hond en gaf het dier gelegenheid om in het koele water van den Westsingel te zwemmen. De studenten, die juist hun borrel uur beëindigd hadden, konden zich daarmede niet vereenigen, omdat zwemmen in het openbare water en dan nog wel zonder bad- costuum volgens hen niet te pas kwam. Tot zoover was de mop geslaagd, aldus de Tel. De eigenaar van den hond lachte, maar trok zich overigens niets aan van de zgn. protesten dei- studenten. Dezen echter gelastten den heer D. ten slotte op gebiedenden toon, dat hij zijn hond uit het water zou terugroepen. Van het een kwam het ander en voordat de omstan ders wisten wat er gehemde, was er een hand gemeen ontstaan. De eigenaar van de hond, die niet voor de poes was, verweerde zich heftig en zoo ontstond een formeele vecht partij van drie tegen een, waarbij rake klappen vielen. Van verschillende kanten werd de politie gewaarschuwd. Deze verscheen spoe dig en had de handen vol om de vechtenden tot bedaren te brengen. De studenten werden in optocht naar het politiebureau overgebracht, waar proces-verbaal tegen hen werd opge maakt wegens mishandeling. Haat het ootdeel van dut Raad uooc de £uchUiaa\t Hoogtemeters slecht geplaatst bij Douglas-toesfellen. Raad aan K.L.M.-leiding. De Raad voor de Luchtvaart heeft uitspraak gedaan omtrent het ongeval met het vlieg tuig P.H.-A.R.Y. (Ijsvogel), type Douglas DC-3. welk vliegtuig op 14 November van het vorige jaar. komende van Berlijn, in den Riekerpolder te Amsterdam is verongelukt. Het vliegtuig, eigendom van de K.L.M., vloog onder gezag van den gezagvoerder J. J. E. Duimelaar. Bij het ongeluk zijn vier leden van de be manning en 2 vrouwelijke passagiers gedood. 3 passagiers werden zwaar en l licht gewond. Aan de uitspraak wordt het volgende ont leend: De Raad heeft de oorzaak van het ongeval niet met zekerheid kunnen vaststellen. Wel spreekt hij als zijn meelning uit dat niet sto ringen van technischen aard het ongeval heb ben veroorzaakt. De Raad meent ook de weers omstandigheden, althans als primaire oorzaak van het ongeval, te kunnen uitschakelen. Zij kunnen echter wel secundair tot de ramp heb ben bijgedragen. De raad is van meening, dat een vlicgfout het ongeval moet hebben veroorzaakt, doeh tast bepaaldelijk ook. indien hij let .op de bekwaam heid der beide vliegers, in het duister omtrent de vraag welke omstandig heden tot het maken daarvan aanlei ding hebben gegeven. Dat de onderstelde vliegfout zou zijn te wij ten aan onvoldoende observeering van de hoogte meters door den gezagvoerder dan wel aan een plotselinge blokkeering van de hoogte besturing door een kaartentrommel of een ander voorwerp is niet volstrekt uitgesloten, doch anderzijds niet waarschijnlijk. Evenmin is het uitgesloten, dat een misverstand tus schen de beide bestuurders heeft plaats ge had. Tenslotte kan nog worden gedacht aan een plotseling onwel geworden zijn van den gezagvoerder. Zekerheid hieromtrent bestaat echter evenmin; integendeel het moet zelfs Ter herdenking van het 100-jarig be staan der Nederlandsche Spoorwegen worden van 1 September tot en met 31 October a s. bijzondere postzegels uitgegeven Van het in aanbouw zijnde nieuwe stadhuis van Leiden zijn de schuttingen thans verwijderd. Het gebouw, gezien vanaf de Vischmarkt zeer onwaarschijnlijk worden geacht. Hoewel zekerheid ter zake niet is verkregen, acht de Raad het het meest waarschijnlijk, dat kapitein van Ge- meren vlak voor het ongeluk het vlieg tuig bestuurde. In dit verband heef de Raad zich niet kunnen onttrekker aan de vraag, of het onder de be staande omstandigheden verantwoor- te achten zou zijn geweest, dat kapi- trein Van Gemeren het toestel land de. Hoezeer deze ook een bekwaam vlieger was, hij had nog onvoldoende ervaring opgedaan in het besturen van vliegtuigen van het type Douglas DC 3 onder bijzondere weersom standigheden en was ook nog niet in het be zit van het vliegbewijs B. Al moge de Raad ook omtrent de vraag, wie tijdens het ongeluk stuurde, geen absolute zekerheid hebben, hij vindt in ieder geval aanleiding tot het uit spreken van de verwachting, dat door de be voegde instanties maatregelen zullen worden getroffen, welke in de toekomst verzekeren dat op lijnvliegtuigen de besturing bij start en landing, als mede onder moeilijke omstandig heden, uitsluitend zal geschieden door be stuurders, die de bevoegdheid daartoe ten aanzien van het betrokken type bezitten. De Raad meent er voorts nog op te moeten wijzen, dat het naar zijn mee ning ontoelaatbaar is, dat zoo belang rijke instrumenten als de hoogteme ters in tpestellen van 't type Douglas DC-3 zoodanig zijn opgesteld, dat zij uitsluitend van de plaats van den linkszittenden bestuurder behoorlijk kunnen worden gecontroleerd. Als de tweede bestuurder den gezagvoer der bij de besturing behulpzaam is of hem geheel vervangt, moet hij im mers eveneens in staat zijn de hoogte meters nauwlettend gade te slaan. Tenslotte zij opgemerkt, dat, naar aanlei ding van bij de sectie op het lijk van één der leden van de bemanning aan den dag ge komen afwijkingen, de vraag is gerezen of deze afwijkingen bij de van rijkswege voorge schreven periodieke keuring geconstateerd hadden kunnen worden. Uit de hen ter be schikking staande gegevens meent de Raad te moeten besluiten, dat deze afwijkingen niet met zekerheid te constateeren waren ge weest, ook al zou gebruik gemaakt zijn van de hulpmiddelen, welke sedert het ongeval bij de keuring worden toegepast. Voorgeschiedenis van de Kabinetscrisis. De „Standaard" geeft nog eens een overzicht van de belangrijkste punten uit de voorgeschie denis van de jongste kabinetscrisis. Het blad herinnert er aan, dat minister De Wilde reeds in September 1938 wilde aftreden en slechts aan bleef onder voorwaarde, dat het normale accres der uitgaven van volgende jaren zou worden op gevangen door bezuinigingsmaatregelen. Toen de concept-begrooting voor 1940 niettemin een te kort van 50 millioen aanwees, diende mr. De Wilde zijn ontslag in. Het blad schrijft dan verder: Dr. Colijn was het in het algemeen met de in zichten van mr. De Wilde eens. Hij meende ech ter, dat uit zijn positie als formateur van het Ka binet voortvloeide, dat hij aan het aftreden van den minister van Financiën nog geen politieke gevolgen voor het Kabinet mocht verbinden, maar, door middel van het openen van overleg met de verschillende ministers, een nieuwe po ging moest ondernemen, om een kabinetscrisis te vermijden. De uitkomst van dit overleg is, helaas, niet van dien aard geweest, dat in het Kabinet ge noegzame eenstemmigheid ten aanzien van het regeeringsbeleid tot stand kwam. Wel werd het eindcijfer der uitgaven omlaag gebracht, maar het tekort op de gewone be grooting voor 1940 bleef, na eenig toegeven van dr. Colijn, en aangenomen, dat f 50 mil lioen meer uit belasting zouden worden ver kregen, nog altijd rond f 40 millioen. Daarbij kwam, dat moest worden gerekend op een on afwendbare stijging der gewone uitgaven voor 1941 met ongeveer f 45 millioen, zoodat, bij gelijkblijvende omstandigheden, het tekort voor den gewonen dienst van 1941 op om streeks f 85 millioen diende te worden ge raamd, terwijl de stijging der kapitaalsuitgaven d. z. de uitgaven, welke uit leeningsgeld wor den bestreden mede gelet op de hoogte van de vlottende schuld d.i. de schuld welke groo- tendeeLs nog in vaste leeningen moet worden omgezet eveneens ernstige zorgen baarde. Verdere besprekingen, welke nog hebben plaats gehad op den grondslag van een door dr. Colijn opgestelde financieele nota, hebben wel tot eenige wijzigingen in de cijfers geleid, maar deze leverden aan reëele beperking der uitgaven niet genoeg op, om het resultaat daarvan bevredigend te kunnen noemen. Bij de beoordeeling van den financieelen toe stand, en bij de overweging van denkbeelden be treffende beperking van de uitgaven, hebben uiteraard het meeningsverschil over de noodza kelijkheid en de doelmatigheid van de voorge nomen uitbreiding der maatregelen tot bestrij ding van de jeugdwerkloosheid, en over de beste wijze van werkloosheidsbestrijding in het alge meen een rol gespeeld. Dr. Colijn heeft dit op 27 Juli in de Tweede Kamer duidelijk uitgesproken. Scherp is het verschil van gevoelen in het Kabinet tot uitdrukking gebracht in een stuk, dat dr. Colijn op 28 Juli 11. van den minister van Sociale Zaken, mr. Romme, ontving. Daarin stond o.m.: „Wil ik mijn aandeel in de verantwoordelijk heid voor het ontwerp der begrooting-1940 kun nen dragen, dan moet ik er zeker van kunnen zijn dat de besluiten betreffende werkverschaffing, steunverleening en jeugdwerkloosheid gehand haafd blijven en dat loyale medewerking aan de uitvoering zal worden verleend Deze mededeeling deed de deur dicht. Zij stel de helder in het licht, dat verder overleg geen baat meer kon brengen, en niet tot resultaat zou kunnen hebben, dat de moeilijkheden wer den overwonnen, en het verschil in zake het te voeren beleid werd overbrugd. Daarom diende het vierde Kabinet-Colijn op 29 Juni zfjn verzoek om ontslag in."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5