w 3wee die tewqkevuLztt- CfuitcMU aaec het zinhen aan de Athenia Franco dringt aan ^placaCiseetmg) van het conflict Mussolini's mislukt voorstel. Winston Churchill Anthony Eden T° JL Coning Leopold spreekt tot zijn volk Bommen op Deensch gebied- pjjrg'DAG S SEPTEMBER 1939 Getorpedeerd zonder de minste waar schuwing, zegt de nieuwe mi nister van marine l0 ie Maandag gehouden zitting van i,a«erhuis heelt Churchill, bij zijn ,te optreden als Eerste Lord der Admiraliteit op een vraag betreffende hst incident met het getorpedeerde pas- Vagierssctiip „Athenia" een verklaring „Me dat de kapitein van de „Athenia" h!' 1 r.m j uur meldde, dat het schip ^TTnk Eenigen van de veertienhonderd sn Mets waaronder driehonderd burgers der - «lifidé Staten, bevonden zich toen nog aan A Het schip, zoo voegde Churchill hieraan werd zonder de minste waarschuwing ge- d. Het was in geen enkel opzicht een jiulpkruiser. In antwoord op een aanvullende vraag, eide Churchill nog, dat het zeker was, Hat de „Athenia" zonder de minste waarschuwing getorpedeerd werd onder omstandigheden, welke alle landen der wereld, inclusief Duitschland zelf, aan het einde van het vorige jaar als onmen schelijk hebben gekenmerkt. den loop van zijn verklaringen betreffende a Athenia" heeft Churchill nog verklaard) dat J® Admiraliteit omstreeks 23 uur Zondagavond in sein had ontvangen, waarin werd medege- Sd dat de „Athenia" was getorpedeerd op mstr'eeks 200 mijl ten Noord-Westen van Ier- find om 21 uur Zondagavond. Torpedojagers Jregen onmiddellijk bevel ter assistentie te %ndér gejuich bevestigde Churchill, dat alle „sagiers en leden der bemanning, met uitzon dering van degenen, die door de ontploffing waren gedood, opgepikt zijn, maar zoo voegde hii hieraan toe dit gelukkige einde wijzigt enszins het feit, dat onder geen omstandig heden open booten op 200 mijl van land be schouwd kunnen worden als een veilige plaats. Voorts deelde Churchill nog mede, dat zoo spoe dig mogelijk een convooisysteem uitgewerkt zou Anderson, de minister van binnenlandsche zaken, heeft medegedeeld, dat de burgers van het vroegere Tsjecho-Slowakije, niet behandeld zullen worden als vijandige vreemdelingen en dat er ook speciale consideratie zal gebruikt wor den voor de werkelijke Duitsche en Oostenrijk- sche vluchtelingen. In antwoord op een vraag van Greenwood dienaangaande zeide Anderson, dat de plannen welke gemaakt zijn» voor de behandeling van de vreemdelingen in tijd van oorlog, gebaseerd zijn op het beginsel, dat doeltreffende stappen geno- m'en dienen te worden om alle actie van vreem- Beroep op de in staat van oorlog verkeerende landen Generaal Franco heeft een oproep gericht tot de landen, die m "staat van oorlog ver- keeren. Deze luidt als volgt: „Met de autoriteit,welke ik ontleen aan het lijden van drie jaar Onder den last van een oorlog van drie jaar voor de bevrijding van ons vaderland,richt ik mij tot de landen, die verantwoordelijk zijn voor het ontketenen van de catastrofe, welke zonder precedent is in de geschiedenis, opdat de volken gespaard blijven voor het droeve treurspel, dat de Spanjaarden heeft getroffen die zich niet vrijwillig wilden beperken in het gebruik van de verschrikkelijke middelen van vernieling, welke in een nieuwen oorlog nog verhonderd- Generaal Franco. voudigd zullen worden. Het is een groote verantwoordelijkheid een conflict uit te breiden over zeeën en landen, welke ver wijderd liggen van den huidigen oorlogshaard, zonder dringende redenen. De uitbreiding hiervan zonder nut voor de oorlogvoerenden zal in de wereld een groote, een onmetelijke wanorde brengen in de wereld-economie en een onberekenbaar verlies aan rijkdommen veroorzaken. Bovendien zal de handel worden r^elegd> hetgeen grooten terugslag zal nebben op de lagere klassen der bevolking, hoe meer de oorlog zich uitbreidt, des te meer ontstaan kiemen voor nieuwe oorlogen. Ja doe derhalve een beroep op het gevoel veran^W001'delijkheid van de regeeringen vlS a^e Pogingen worden gedaan om het nuidige ponflict te localiseeren". Blijkens een Havas-bericht uit Bur gos heeft Franco een decreet onder- Wekend, waarbij de „strikte neutra liteit" yan Spanje wordt afgekon digd, delingen onmogelijk te maken, die dit land vijandig gezind kunnen zijn. Duitschland beticht van schending van het vlootvcrdrag. In het Lagerhuis zeide Lord Stanhope, die niet langer eerste Lord der Admiraliteit is maar Lord President van den Raad, dat hij geen officieele inlichtingen ontvangen had over het tot zinken brengen van de „Athenia". Lord Strabolgi veroordeelde de torpedeering, welke hij een grove schending van oud gevestigd zeerecht noemde. Hij sprak de hoop uit, dat de regeering niet zou dralen om te juister plaatse stappen te doen tegen deze bijzonder felle mis daad tegen de zeewetten en de menschelijkheid. Nadat Lord Maugham nog het woord gevoerd had over de „Athenia", zeide Lord Stanhope namens de regeering er volstrekt zeker van te zijn, dat het gelieele kabinet de aangelegenheid met den uitersten spoed zou behandelen en een verklaring zou afleggen welke zonder twijfel voor het parlement en het land bevredigend zou zijn. Hij voegde hier nog aan toe: „Het verheugt mij ook, dat Lord Strabolgi verwezen heeft naar het vlootverdrag met Duitschland, dat nog zeer onlangs door Duitschland eenzijdig is opgezegd, waarbij echter zeer bepaaldelijk dat gedeelte van het verdrag bleef bestaan, dat betrekking had op de duikbooten. Voor dit gedeelte van het verdrag onttrok Duitschland zich' niet aan zijn verplichtingen. Wanneer het juist is, dat dit feit gepleegd is door een duikboot met een torpedo, beteekent dit, dat eens te meer Duitschland iedere belofte gebroken heeft die het heeft afge legd en een belofte "heeft geschonden, die onder geen enkelen dwang door den vertegenwoordiger der Duitsche natie is afgelegd, zoodat er geen enkele mogelijke aanleiding voor hem bestaat om te zeggen, dat hij gerechtigd was deze belofte te breken.' „Geen Engelsche mijn in het bewuste gebied." In verband met het Duitsche bericht, dat de „Athenia" waarschijnlijk op een mijn is geloopen, deelt de Britsche Ad miraliteit mede, dat in het gebied, waai de „Athenia" op het moment van de ramp zich bevond, géén mijnen gelegd zijn. Volgens een officieus bericht uit Berlijn wordt van goed ingelichte zijde medegedeeld, dat de staatssecretaris van buitenlandsche zaken von Weizsacker gisteren den Amerikaanschen zaak gelastigde heeft ontvangen, wien hij mededeelde, dat Duitsche zeestrijdkrachten bij den aanslag op het stoomschip „Athenia" niet betrokken kun nen zijn. Verder wees de staatssecretaris er op, dat de Duitsche zeestrijdkrachten strenge in structie hebben zich aan de regelen van het prijs- recht te houden. Het Britsche ministerie van voorlichting deelt nog mede, dat 430 overlevenden zich aan boord van het Noorsche stoomschip „Knut Nelson1" weg naar Galway bevinden, waar de regeering van den Ierschen vrijstaat voorbereidselen treft voor hun ontvangst. - Uit Glasgow werd des middags vernomen dat zich 34 personen van Duitsche nationaliteit aan boord van de „Athenia" bevonden. Tevens werd gemeld dat 75 pet. van de 1400 passagiers vrouwen en kinderen waren. Formeel Amerikaansch protest niet verwacht. In officieele Amerikaansche kringen verwacht men niet dat de Vereenigde Staten een formeel protest zullen indienen, bij de Duitsche regeering betreffende het torpedeeren van de „Athenia", aldus wordt uit Washington gemeld. Ambtena ren verklaarden dat het twijfelachtig was of de Vereenigde Staten een motief hadden om te pro testeeren, gezien het feit dat de „Athenia" onder Britsche vlag voer. In Canada heeft, aldus Havas, het torpedeeren van de „Athenia" een storm van verontwaardi ging gewekt. - Plan stuitte af op den eisch tot terugtrekking der Duitsche troepen Vijf-mogendhedenconferentie zou vandaag hebben moeten plaats vinden. Het Italiaansche persbureau Stefani meldt: Officieel worden de volgende bijzon derheden gegeven over de laatste poging die in het werk gesteld is om den vrede te redden, toen deze zeer ernstig be dreigd was. Op 31 Augustus stelde Mussolini de Engelsche en Fransche regeeringen er van in kennis, dat hij op 5 September een internationale conferentie zou kun nen bijeenroepen met het doel de clau sules te herzien van het verdrag van Versailles, welke de oorzaak vormen van de huidige verwarring in het Europee- sche leven, zulks echter op voorwaarde, dat hij-, Mussolini, van te voren de ze kerheid zou hebben van de adhesie van Frankrijk en Engeland en dat deelne ming van Polen door het optre den van Londen en Parijs verzekerd zou zijn. Ondanks de verzoeken van de Italiaansche regeering waren Londen en Parijs niet in staat voor den eersten September hun antwoord aan Rome te doen toekomen. Intusschen deden zich in den nacht van 31 Augustus op 1 September de incidenten voor aan de Poolsch-Duitsche grens, welke Hitier ertoe dreven de militaire operaties tegen Polen te beginnen. Aangezien de door de Italiaansche regeering ontvangen ant woorden in beginsel gunstig waren zoowel van Fransche als van Engelsche zijde en een bijzon dere belangstelling voor de mogelijke ontwikke ling van het initiatief van den Duce aan den dag getreden was aan den kant van Frankrijk, ondanks het eerste militaire conflict tusschen Duitschland en Polen, stelde de Italiaansche re geering Rijkskanselier Hitier op 2 September om 10 uur ervan in kermis, dat er nog een mogelijk heid bestond een conferentie bijeen te roepen, voorafgegaan door een wapenstilstand, welke conferentie op vreedzame wijze het Duitsch- Poolsche conflict zou hebben moeten oplossen. Door tusschenkomst van den Italiaanschen am bassadeur te Berlijn antwoordde Hitier, dat hij niet a priori de eventualiteit van een conferentie van de hand wees, maar van te voren wilde we ten, of de door Frankrijk en Engeland aan Ber lijn aangeboden nota het karakter droeg van een ultimatum, aangezien in dat geval iedere on derhandeling nutteloos zou zijn. Voorts vroeg hij of hij op een uitstel van 24 uur kon rekenen om zijn besluiten in dit verband te doen rijpen en vast te leggen. De Italiaansche regeering stelde zich opnieuw in contact met de regeering te Londen en Parijs op 2 September om 14 uur en stelde haar in kennis van hetgeen Hitler had gevraagd. Achtereenvolgens werden, laat in den avond, bevestigende antwoorden ont vangen van Londen en Parijs betreffen de de beide gestelde vragen, maar men voegde hieraan toe, dat Frankrijk en Engeland tengevolge van het nieuwe feit der bezetting van Poolsch gebied, uitge voerd door Duitsche strijdkrachten tusschen 31 Augustus en 2 September een fundamenteele voorwaarde stelden voor de deelneming aan een internatio nale conferentie, te weten, ontruiming der bezette gebieden. In dezen staat van zaken bepaalde de Italiaan sche regeering zich er toe Hitler in kennis te stellen van de genoemde voorwaarden, hieraan toevoegende, dat zij zonder tegenbericht van de Duitsche regeering van meening was, geen actie tot latere evacuatie te kunnen ontplooien. „Door den oorlog naar den vrede", PARIJS, 4 Sept. De „Petit Parisien" schrijft: Reeds spreken millioenen mensche- lijke wezens den naam van Hitier slechts uit met een heiligen afkeer. Indien hij dien roem wenschte, dan heeft hij dien thans. Onder het opschrift: „Veertig millioen Franschen tot rijkskanselier Hitier" schrijft het „Journal": Wij zullen naar den vrede gaan door den oorlog heen, want dat is de eenige weg dien gij ons hebt overgelaten. En opnieuw zullen wij gevolgd worden door alle volkeren ter we reld. Weet het wel, mijnheer de rijkskanselier, ditmaal gaat het niet meer om Dantzig, het gaat erom voor altijd uw wapenen te breken. Gij zijn het niet meer die eischt, de vrede eischt. En omdat wij den vrede willen verove ren en onze wapenen daartoe het eenige mid del zijn, is onze macht onoverwinnelijk. INSTON SPENCER CHURCHILL, zoon van wijlen den vermaarden En- gelschen staatsman Randolph Chur chill, begon zijn carrière, gelijk zoo vele diplomaten, als journalist, nl. als correspon dent van de Morning Post, voor welk blad hij o.a. tijdens den Boerenoorlog in Zuid-Afrika vertoefde. Hij maakte spoedig naam door de talentvolle geschriften, die van zijn hand ver schenen. Eenige jaren-na den 'dood van zijn va der, in 1909, deed hij zijn.intrede in het Parle ment als lid van de Conservatieve Partij. Hoe wel hij aanvankelijk weinig op den voorgrond trad, vestigde hij allengs de aandacht op zich door de pakkende redevoeringen, waarin hij zoowel in het Lagerhuis als voor volksmenigten zijn ideeën uiteenzette. Churchill wierp zich op als de kampioen voor het vrijhandelsprincipe en kwam daardoor in botsing met Joseph Chamberlain, die het pro tectionisme voorstond. Churchill verliet de rijen der Conservatieven en ging voor eenigen tijd over tot de Liberale Partij. Dit bezorgde hem een zetel als onder-secretaris in het kabinet Campbell-Banmermari gedurende de periode 19051908. In deze functie streefde hij er naar Zuid-Afrika tot een bloeiend onderdeel van het Imperium te maken, zoodat het als Dominion een eigen bestaan zou kunnen leiden. Tevens trad Churchill in zijin kwaliteit van president van de Board of Trade op den voorgrond als strijder voor een goede sociale wetgeving. In 1911 werd Churchill Eerste Lord van de Admiraliteit dezelfde post, welke hij thans in het oorlogskabinet van Neville Chamberlain bekleedt. Het hem door Asquith gegeven wacht woord „de vloot in voortdurende gereedheid te houden" volgde hij getrouw op. Churchill die een oorlog met Duitschland in het verschiet zag, voerde de vloot tot maximum-sterkte op. Zijin optreden gedurende de eerste oorlogs jaren als minister van marine was echter wei nig succesvol. Men achtte hem verantwoordelijk voor den mislukten aanval op Antwerpen ei voor het falen der Britsche actie in de Darda- nellen. Hoewel de ideeën voor beide plannen zeer goed bestudeerd waren, bleken zij in de practijk niet het gewenschte resultaat op te le veren. Churchill werd in 1915 door Lord Balfour vervangen en nam daarop dienst bij het En gelsche leger, dat in Frankrijk streed. In 1917 keerde hij in de politiek terug, eerst als minister van munitie en van 1918 tot 1921 als minister van luchtvaart. Nadat hij nog kor ten tij'd met het Colonial Office belast was ge weest, verdween hij opnieuw gedurende eenige jaren van het politieke tooneel. In deze periode wijdde hij zich aan het schrijven van een groot werk over den oorlog. In Maart 1924 trad Churchill als onafhanke lijk candidaat tegen de socialisten op. Hij werd echter bij de verkiezing met een geringe meer derheid verslagen. Nog in hetzelfde jaar echter volgde zijn herkiezing als lid van het Lagerhuis en nam hij als. kanselier van de Schatkist zit ting in het kabinet Baldwin, dat na het aftre den van MacDonald aan het bewind kwam. Deze post, ook eenmaal door zijn vader bekleed, behield hij tot 192-8. Door ingrijpende maatre gelen slaagde hij er tijdens zijn ministerschap in den financieelen toestand van Engeland te verbeteren. Nadien is Churchill een zeer actief lid van de Conservatieve Partij in het Lagerhuis gebleven. Zijn strijdbare geest kwam in het afgeloopen jaar zeer sterk tot uiting tijdens de September- crisis. Hij was een tegenstander van den aan vankelijk door zijn partijgenoot Chamberlain gevolgden koers en de overeenkomst van Mün- chen had dan ook geenszins zijn goedkeuring. In den laatsten tijd werd zijn naam herhaalde lijk genoemd als candidaat voor een zetel in een versterkt kabinet Chamberlain. Dit is thans geschied, daar Churchill, die nu 64 jaar oud Zondag jl. opgenomen is in het z.g. oorlogska binet, waarin hij den post van minister van marine bekleedt, kOEN de bekende geschilpunten inzake de buitenlandsche politiek tusschen Neville Chamberlain en den toenmali- gen minister van buitenlandsche za ken, Anthony Eden, dezen laatste in het be gin van het vorig jaar noopten zijn ontslag in te dienen en af te treden, waren velen reeds terstond van meening dat het non-ac tief van dezen jeugdigen staatsman niet van langen duur zou zijn en, dat zijn carrière met dat aftreden allerminst voorgoed zou worden besloten. Het is .gebleken, dat wie zoo sprak en dacht, gelijk heeft gekregen, want Anthony Eden is in 't gereorganiseerde Engelsche kabi net opgenomen. De ouders van Eden waren in het Britsche rijk bekende persoonlijkheden. Gelijk alle Britsche kinderen van voor namen huize werd ook de 13-jarige Anthony naar de befaamde Eton-school gezonden. Ofschoon de jonge Eden zeer vlijtig was, werd hij geen „boekenwurm" maar veeleer een sportieve knaap, die op het voetbalveld en bij de roeiwedstrijden een groote populariteit genoot.Ware de oorlog er niet tusschengekomen zonder twijfel zou hij de eer genoten hebben lid te mogen worden van de beroemde „Eton- acht". Maar de wereldkrijg was spelbreker; Antho ny verliet Eton op 18-jarigen leeftijd en als vrijwilliger nam hij dienst in het leger. Hij kwam aan het front en nam actief deel aan de gevechten. Nadat hij tot kapitein benoemd was, bezocht hij het Christ-Church-College aan de Oxford-Universiteit en van dien tijd af sloot hij zich aan bij de Conservatieve Par tij. Zoo kwam het dan ook dat hij in 1923 ge kozen werd tot vertegenwoordiger van War wick en Leamington in het Lagerhuis. Eden interesseerde zich dermate voor de buitenlandsche aangelegenheden, dat hij 1926, toen Sir Austin Chamberlain minister van buitenlandsche zaken was, tot parlemen tair, particulier secretaris van dezen benoemd werd, een functie, die hij tot '29 bekleedde. Eerst onder de „nationale regeering" begon zijn snelle opkomst, dat wil zeggen tijdens de crisis van 1931. Hij verkreeg nu den rang van onderstaatssecretaris, wederom aan het de partement-buitenland. In de drie daarop vol gende jaren trad hij steeds meer op den voorgrond. Zoo gebeurde het dat hij in het jaar 1934, zeven en dertig jaar oud, minister werd: mi nister van Volkenbondsaangelegenheden met den titel van „Lord Zegelbewaarder", Kort na zijn benoeming werd in het zuiden van Frankrijk koning Alexander van Joego slavië vermoord, een gebeurtenis die een ge spannen verhouding schiep tusschen Joego slavië en Hongarije. Aan Eden's voortreffelijk bemiddelend optreden was het in niet ge ringe mate te danken dat het conflict werd bijgelegd. Intusschen had hij ook de groote steden van Europa bezocht, Berlijn, Parijs en Rome en velen zullen zich nog zijn bezoek aan Schiphol herinneren, waar hij den toen- maligen minister van buitenlandsche zaken, Sir John Simon ontmoette, die in die dagen de geruchtmakende besprekingen met Berlij voerde. Indirect hadden deze besprekingen tot ge volg dat Simon aftrad en reeds toen werd Eden's naam ais zijn opvolger genoemd. Men achtte hem toen evenwel te jong om die ver antwoordelijke betrekking op zich te nemen, maar nadat Sir Samuel Hoare eenige maan den als minister van buitenlandsche zaken was opgetreden, werd Eden toch tot de ver antwoordelijke functie geroepen. Sindsdien deed hij zich als een doortastend man kennen. De rol, die hij in het Italiaansch- Abessynische conflict gespeeld heeft was een zeer belangrijke. Velen beschouwden Eden1 optreden als het einde van een onzekere poli tiek der Britsche regeering. Zijn latere ver klaring, „dat Engeland's geduld niet onuit puttelijk was", naar aanleiding van de beurtenissen in de Middellandsche Zee, lustreerde duidelijk, zijn opvattingen. Wij weten hoe zijn onverzettelijkheid en de daar uit voortvloeiende verwijdering tusschen hem en den premier Chamberlain hem tenslotte noopten af te treden. il- Het geheele land heeft den plicht de regeering bij te staan in haar vast besluit het land buiten elk conflict te houden Koning Leopold heeft zich Maandag avond door de radio tot zijn volk ge richt met een toespraak, die in den Ne- derlandschen tekst als volgt luidt: „Mijn waarde medeburgers, Nabij ons is de oorlog uitgebroken. Een tijd van economische zedelijke, menschelijke beproevingen breekt voor België aan. Talrijke haarden kennen voortaan de ontroeringen van het schei den. Ouders, vrouwen, kinderen, ik kom u betoogen, dat ik in gedachten aan uw zijde sta. De veiligheid van het land is verzekerd. Ons machtige en tuchtvolle leger houdt aan onze grenzen een waakzame wacht. In al onze pro vinciën, Vlaamsche als Waalsche, staan onze soldaten tegenover eiken hoegenaamden inval paraat. Het land is voor langen tijd van voorraad voor zien, niets onder dit opzicht kan onrust wekken. Het economische leven moet in alle mate van het mogelijke worden voortgezet. Dat iedereen aan het werk blijve en zich kwijte van zijn da- gelijksche taak met nauwgezette zorg. De positie van een onzijdig land is moeilijk. Het kan niet anders of het wordt met allerlei propaganda en drijverijen bestookt. Maar het moet zelfstandig blijven, de oogen steeds ge richt op zijne eigen bestemmingen en op zijn eigen doeleinden geen enkele overweging mag het daarvan afleiden. Indien het recht heeft op eerbiediging.van zijne onzijdigheid dan moet het zich ook de plichten opleggen die door deze onzijdigheid worden geboden. Plicht van goeden trouw: wij hebben onze onzijdigheid bevestigd, wij moeten haar dan ook uitvoeren. België heeft nooit zijn woord ver zaakt. Plicht van moreele houding: de vrijheid onder al hare vormen, was voor de Belgen steeds een kostbaar goed. Maar in deze gevaarlijke oogenblikken kan een woord, een daad, een on bezonnen geschrift de belangen van het land schaden. Ik vraag aan een ieder zichzelf bij de uiting van zijne meeningen de strenge tucht op te leggen, die een stipte on zijdigheid vereischt. De geheele natie heeft tot plicht de regeering door een waardige en overdachte houding bij te staan in haar vast besluit het land bui ten elk conflict te houden. En het uit voeren van zijn vredige werkzaamhe den mogelijk te maken. Solidariteit, bui'germoed, zelfbeheersching, dat zijn de deugden, die zich aan allen onder ons opdringen. Laat ons het voorbeeld van onze soldaten volgen. Zij hebben tegenover hun plicht, geen aarzeling gehad. Niets bij ons mag de kracht van ons leger verminderen, noch de een dracht waarvan het leger het vaderlandsch zin nebeeld is. Koning Leopold III. Meer dan ooit is een eendrachtig en machtig België de onmisbare voorwaarde van onze vei ligheid. Het heeft onze afhankelijkheid gegrond vest. Het heeft in bedreigde uren die onafhan kelijkheid gered. Het zal het behoud van den vrede verzekeren. God zal België beschermen. Twee dooden te Esbjerg. Uit Kopenhagen wordt gemeld dat tengevolge van het vallen van twee bommen te Esbjerg een huis van drie verdiepingen verwoest is. Hier bij zijn twee dooden en een aantal gewonden gevallen. Het Duitsche nieuwsbureau meldt in dit verband, dat Munch, de Deensche minister van buitenlandsche zaken, den Duitschen ge zant ontvangen heeft en hem van het boven staande in kennis heeft gesteld. De nationa liteit van het vliegtuig kon niet worden vast gesteld. De bomscherven zullen onderzocht worden. De Duitsche gezant heeft onmiddellijk dui delijk verklaard, dat hier in geen geval spra ke was van een Duitsch vliegtuig, omdat het Duitsche luchtwapen van den Führer order heeft gekregen tot eiken prijs het gebied der neutrale staten te eerbiedigen. Ondertusschen is geconstateerd, dat ge-en enkel Duitsch vliegtuig over Jutland heeft gevlogen. Dit feit is onmiddellijk ter kennis van de Deensche regeering gebracht. Het D.N.B. be.- sluit: „Het werpen van dezen bom moet on getwijfeld beschouwd worden als een uitda gingspoging van Engeland en door het pu bliek gelaakt worden". Volgens het blad „Aftonbladet" heeft men den dag te voren zeven Duitsche bombarde mentsvliegtuigen waargenomen, die boven de Oeresund in noordelijke richting vlogen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5