„Slaat van Ocpdag" 3iei puMiek De in ons land En de autoriteiten antwoorden W PENS DAG 13 SEPTEMBER 1939 In aansluiting op de ter zake reeds gegeven antwoorden kan thans worden medegedeeld, dat het vaststaat, dat op Woensdag 13 Sep tember a.s. een speciale trein uit Zwitserland naar Nederland zal loopen. Deze trein, be staande uit 2de en 3de klasse rijtuigen, zal vertrekken van Schaffhausen. VRAAG: Kan een dienstplichtige, die onder de wapenen geroepen is, uitstel van betaling voor zijn belasting krijgen? ANTWOORD: In antwoord op deze vraag, die door een groot aantal belastingplichtigen is gesteld, kan het volgende worden medege deeld: De met de invordering belaste ontvanger kan, onder door hem te stellen voorwaarden, uitstel van betaling verleenen. Men wende zich dus in daartoe leidende gevallen monde ling of schriftelijk tot dien ontvanger onder vermelding van de omstandigheden, die den belanghebbende tot het vragen van uitstel nopen. VRAAG: Tot welke instantie moeten han delsagenten, musici, en in het algemeen de genen, die door de bijzondere omstandigheden zonder werk en zonder inkomen zijn, zich wenden? ANTWOORD: Tot het gemeentebestuur van de plaats van inwoning. VRAAG; Ik ben lid van een plaatselijke transportcolonne van het Nederlandsche Roode Kruis, doch heb geen uniform, alleen een pet en een roode kruisaiunlband. Is deze bescherming voldoende, wanneer ik dienst moet doen bij gewonden-transport? ANTWOORD: De uniformeering van de leden van plaatselijke transportcolonnes wordt bekostigd door de plaatselijke afdee- ling van het Nederlandsche Roode Kruis. Dit verklaart, dat sommige transportcolonnisten nog geen volledig uniform bezitten. De Roode Kruis-anmband, de z.g. oorlogsarmband, ver strekt door den militair geneeskundigen dienst en het daarbij behoorende speciale identiteitsbewijs verschaft den drager ervan de volledige bescherming van'het Roode Kruis embleem, zooals deze geregeld is door conventie van Geiiève. VRAAG: Hoe kan een moeder, die twee kleine kinderen heeft en dus weinig van haar tijd buitenshuis kan geven, zich toch verdien stelijk maken voor het land in deze moeilijken tijd? ANTWOORD: Voorzoover dit liet Neder landsche Roede Kruis aangaat, moge er op gewezen worden, dat een moeder van kleine kinderen zich moeilijk op zou kunnen geven voor een opleidingscursus tot helpster. Im mers een helpster kan geroepen worden voor verplegingsdienst in ziekenhuizen of hulp- ziekenhuizen. Niet iedereen kan persoonlijk actief deel hebben aan het Roode Kruiswerk. Maar wel kan iedereen een financieel offer brengen. Het Roode Kruis helpt in tijd van nood. Het helpt allen, ook uw zonen, wan neer zij in geval van oorlog gewond araken. De Roode Kruis-organisatie voor de verzor ging der zieke en gewonde militairen in oorlogstijd is ten koste van enorm veel werk, inspanning en offers van duizenden toege wijde vrijwilligers voltooid. Het Nederlandsche volk kan dus, als de ramp mocht komen, op het Roode Kruis rekenen. Maar dan rekent het Roode Kruis thans op allen, die een fi nancieel offer kunnen brengen. Men kan het Roode Kruj,s steunen door lid te worden tegen betaling van een minimum jaaroowtri- butie van één gulden. Verder zijn giften zeer welkom. Het gironummer van het hoofdbe stuur, Prinsessegracht 27, Den Haag, luidt: 22120. VRAAG: Kunnen wij, aangezien wij, om benzine te besparen, onze auto niét gebruiken, aanspraak maken op restitutie van reeds be taalde motorrij tuigen belasting? ANTWOORD: Indien de aan u uitgereikte be- lastingkaart geldig is tot het einde van het loopenoe belastingjaar, dus tot en met 30 April 1940. kunt u tegen inlevering van de kaart bij den ontvanger te wiens kantore zij ls afgegeven, restitutie verkrijgen van de be lasting over de twee nog niet ingetreden kwartalen. Is de belastingkaart slechts voor drie maan den geldig, dan kunt u volgens de wet geen aanspraak op teruggaaf maken. VRAAG: Kan iemand, die in Augustus een nieuw rijwieibelastingmerk heeft gekocht en daarna als dienstplichtige onder de wapenen is geroepen, dit belastingmerk weder inleveren met geheele of gedeeltelijke teruggaaf van de betaalde belasting? ANTWOORD: Neen, dit kan niet. De rijwiel belasting ad 2 gulden 50 is verschuldigd, on geacht hoe vaak en hoe lang men in een -be lastingjaar een rijwiel gebruikt. Gedeeltelijke teruggaaf bij afschaffing van een rijwiel of bij staking van het gebruik van een rijwiel kent de wet niet. VRAAG: Kunnen onderwijzers iets doen voor kinderen, die tengevolge van het in be slag nemen van scholen, de school niet kun nen bezoeken? Gedacht wordt aan het be zoek van musea, wandelen, opgeven van een taak enz. ANTWOORD: Dit is niet alleen mogelijk, doch zeer wenschelijk. Het Initiatief hiertoe kan van elke school uitgaan. Bij het open baar onderwijs zullen de onderwijzers van te voren overleg moeten plegen met het ge meentebestuur, bij het bijzonder ouderwijs met het toestuur van de vereeniging, waarvan de school uitgaat. VRAAG: Komt de tijd, gedurende welken een onderwijzer zich in werkelijken dienst be vindt, in aanmerking voor het toekennen van periodieke salarisverhoogingen? ANTWOORD: Ja. VRAAG: Telt deze tijd mede als pensioen gerechtigde tijd? ANTWOORD: Ja. VRAAG: Waarborgt de staat in oorlogsge vaar en oorlog de terugbetaling van de bij den postchèque- en girodienst gestorte be dragen? ANTWOORD: Ja, over de saLdi kan ten allen tijd onbeperkt beschikt worden. VRAAG: Mogen mijn afnemers hun reeds ver vallen schulden onbetaald laten, zich beroepen de op een door den oorlog ontstanen onzekeren toestand? ANTWOORD: Van den dag af, dat schulden vervallen, zijn deze opvorderbaar. Daaraan doet de ingetreden oorlogstoestand niets af. In dien ook maar eenigszins mogelijk, betrachte men echter thans tegenover* debiteuren, die ge mobiliseerd «vjn of het wegens andere onvoor ziene omstandigheden zeer moeilijk kunnen hebben, de uiterste clementie. VRAAG: Ik bewoon een huurkamer, die ik per maand gehuurd heb. Thans ben ik gemobi liseerd. Moet ik nu toch de kamer met een maand opzeggen, of behoef ik uit hoofde van de bij zondere omstandigheden niet meer te betalen vanaf het oogenblik van mijn opkomst? VRAAG: Ik verhuur kamers en moet daarvan leven. Eenige mijner huurders zijn reeds bij de voormobilisatie op 29 Augustus opgeroepen en willen nu over de maand September niet meer betalen. Moet ik daar genoegen mee nemen? ANTWOORD: Door de mobilisatie is men niet ontheven van de verplichtingen uit een huur contract, onverschillig of dit schriftelijk dan wel mondeling is aangegaan. Gemeubileerde kamers, waarvan de huur is bepaald op zekere som per maand, kunnen slechts met de maand worden opgezegd, tenzij men anders is overeengekomen. Dit geldt ook al zou men hebben gezorgd, dat zijn kamer onmiddellijk beschikbaar is voor andere huurders. Men moet dus nog voor een maand betalen, ook al zou men de kamer niet kunnen gebruiken. Indien tevens pension is be dongen, behoort de pensionhouder echter tege moet te komen in den pensionprys wegens de door hem bespaarde kosten der maaltijden, die de pensiongast niet heeft kunnen genieten. VRAAG: Wat moeten gemobiliseerden, die ver plicht verzekerd zijn krachtens de invaliditeits wet en derhalve in het bezit zijn van een rente- kaart, doen ten aanzien van hun verzekering? ANTWOORD: De gemobiliseerden, die gedu rende de laatste drie maanden voor hun opkomst in militairen dienst verzekerd waren ingevolge de invaliditeitswet, moeten hun rentekaart in leveren bij hun militairen commandant. Voor deze verzekerden wordt namelijk gedu rende hun verblijf onder de wapenen voor hun verzekering ingevolge de invaliditeitswet premie betaald door het departement van defensie. Bij het ontslag uit den dienst of bij het vertrek met verlof van niet korter dan een maand ontvangt de gemobilseerde op zijn verzoek een militair premie-certificaat. Dat certificaat moet hij toe zenden aan den Raad van Arbeid, bij welken hij voor de verplichte invaliditeits- en ouderdoms- verzekering is ingeschreven. De werkgever van een gemobiliseerde moet voor dezen premie betalen tot en met de week, waarin de betrokkene in militairen dienst i gegaan. VRAAG: Bestaat de mogelijkheid, dat de regee ring maatregelen treft, waarbij het onderwijs zoodanig wordt geregeld, dat ook de kinderen van scholen, welke in beslag zijn genomen, onderwijs ontvangen? Gedacht wordt b.v. aan een regeling, waarbij een niet in beslag genomen school voor kinderen van een inbeslag genomen school gedurende een gedeelte van den dag beschikbaar wordt gesteld ANTWOORD: De mogelijkheid, dat de regee ring maatregelen treft, bestaat op dit oogenblik niet. Door vrijwillige medewerking van ge meente- en schoolbesturen zijn en worden in tal van gemeenten maatregelen getroffen als boven bedoeld. Tot dusver is niet gebleken dat op deze wijze geen goede resultaten kunnen worden ver kregen. VRAAG: Hoe is de betaling geregeld, indien krachtens de inkwartieringswet goederen ge vorderd zijn, meer in het bijzonder paarden en motorrijtuigen? Soms is geen bon verstrekt of is geen getaxeerde waarde ingevuld? ANTWOORD: Een bon moet steeds worden uitgereikt en kan derhalve geeischt worden. Op den bon moet vermeld staan of de vordering ge schiedt op grond van art. 32 of van art. 33 der inkwartieringswet. Geschiedt de vordering krachtens art. 32 der inkwartieringswet, dan is de bon onderteekend door den vorderingscommissaris en moet men zich daarmede wenden tot den burgemeester, die voor de uitbetaling van de toegekende schade loostelling zorg draagt. Geschiedt de vordering op grond van art. 33 der inkwartieringswet, dan moet de bon geteekend worden en de uitbeta ling geschieden door den commandant, die de ordering doet. Is de commandant tot de vast stelling der schadeloosstelling niet in staat, b.v. omdat hij de geldswaarde van het gevorderde niet kan beoordeelen, of omdat hem de tijd ont breekt zich daaromtrent een denkbeeld te vor men, dan vermeldt hij op de bon „schadeloos stelling nog niet vastgesteld" en geschiedt de vaststelling zoo spoedig mogelijk daarna. VRAAG: Kan men onderweg met een parti culiere auto worden aangehouden tot het ver leenen van bepaalde diensten, waarna de auto weer wordt vrijgegeven? LICHTSEIN ONBEWAAKTEN OVERWEG ANTWOORD: Bij de beantwoording van deze vraag moet onderscheid worden gemaakt of al leen het gebruik van de auto wordt gevorderd, of wel ook het verrichten van bepaalde diensten, met name het besturen van de auto gedurende een bepaalden tijd of voor een bepaalde rit. Op grond van art. 33 der inkwartieringswet bestaat ongetwijfeld de bevoegdheid een particuliere auto aan te houden en deze voor een korten tijd in gebruik te nemen. Ook bepaalde diensten kunnen van den bestuurder worden gevorderd en de wettelijke basis daarvoor is te vinden ir art. 5 lid 1 ad c van den wet medewerking ver dedigingsvoorbereiding, s. 1939 nr. 630. Tot dus ver is hiervan evenwel in de practijk nog geen gebruik gemaakt. VRAAG: Heeft een militair zonder legitimatie bewijs en zonder bijstand van een plaatselijke burgerautoriteit bevoegdheid tot vorderen schatten? ANTWOORD: Ja. VRAAG: Is gevorderd goed rijkseigendom? Kan of moet men het gevorderde goed terug- koopen? Bestaan voor dezen terugkoop speciale regels? ANTWOORD: Tenzij het gevorderde goed slechts in gebruik wordt genomen in welk geval een naar tijdsduur berekende schadeloos stelling wordt toegekend gaat het goed ir eigendom aan het rijk over. Wat terugkoop betreft, bestaan alleen regels met betrekking tot paarden en motorrijtuigen. De vroegere eigenaars hebben daarbij een recht van voorkeur. Uit den aard der zaak kan van terugkoop eerst sprake zijn, zoodra het militair gebruik is geëindigd. Van eenige verplichting tot terugkoop is geen sprake. Hij, wiens paard of motorrijtuig in eigendom is gevorderd en overgaat tot aanschaffing van een nieuw paard of motorrijtuig behoeft dus niet bevreesd te zijn, dat hij te zijner tijd tegen zijn wil bovendien nog zijn vroeger eigendom terug moet koopen. VRAAG: Kan vergoeding van bedrijfsschade, die ten gevolge van vordering wordt geleden, worden verkregen? ANTWOORD: Deze vraag kan niet in het al gemeen worden beantwoord. VRAAG: Kan men na vordering van motor rijtuigen of paarden tot aanschaffing van nieuwe overgaan zonder gevaar, dat ook die weer ge vorderd zullen worden? ANTWOORD: De algemeene vordering is af- geloopen, nieuwe vorderingen zullen slechts in cidenteel worden gedaan. Daarbij kunnen ook nieuw aangeschafte motorrijtuigen of paarden worden gevorderd. Het ligt evenwel niet in de bedoeling daartoe over te gaan, al kan in dit opzicht niets worden gegarandeerd in verband met eventueele urgentie. Wat deze bijzondere rechtstoestand inhoudt Talrijke autoriteiten van leger en vloot volgden in den rouwstoet bij de begrafenis van lui* ant ter zee 1ste klasse J. E. ten Klooster en van den luitenant ter zee 3de klasse der Kon. Marine Reserve G. Anema, die bij de ramp van de „Willem van Ewijck" bij de uitvoering van hun plicht in dienst van ons vaderland om het leven kwamen. Nu er in ons land een bijzondere, ik mag wel zeggen, uitzonderlijke rechtstoestand heerscht, te weten die van „staat van oorlog", kan het zijn nut hebben zeer in het kort aan den grondslag voor die situatie en verder vooral aan de daardoor ontstane rechtsver houdingen nadere andacht te wijden. Wat den grondslag betreft, dien treft men allereerst in de Grondwet aan. Immers art. 195 van onze hoogste staatswet houdt in dat, ter handhaving van de uit- of inwendige vei ligheid, door of vanwege den Koning elk ge deelte van het grondgebied des Rijks in staat van oorlog of in staat van beleg verklaard kan worden. Het is dan in de wet van 23 Mei 1899, dat men de bepalingen aantreft ter uitvoering van het zooeven bedoelde Grondwetsartikel. En nu stelt de wet betreffende staat van oorlog en staat van beleg voorop, dat elk gedeelte van het grondgebied des Rijks hij Koninklijk Besluit in staat van oorlog of in staat van be leg kan worden verklaard: le. Wanneer oorlog of oorlogsgevaar is ontstaan; 2e. Wanneer binnenlandsche onlusten de in- of uitwendige veiligheid van het Rijk of van een gedeelte daarvan ln dringend gevaar brengen. Het is met de omstandigheid vallende onder le. dat we dus thans te doen hebben, want er is oorlogsgevaar ontstaan. Om die reden is dan ook overgegaan tot vaststelling van het Koninklijk Besluit tot afkondiging van den staat van oorlog, waarop inmiddels reeds de wet tot stand is gekomen, die het voortduren van den staat van oorlqg bepaalt. Een Koninklijk Besluit plus de wet van be leg is tot nu toe nog niet in het leven geroe pen. Daarom bepaal ik mij er op het oogen blik toe verder alleen enkele hoofdpunten om trent den staat van oorlog aan te geven, er slechts aan toevoegende, dat ingeval van den staat van beleg het militair gezag om zoo te zeggen heelemaal de baas is over het burger lijk gezag, terwijl onder den minder vergaan- den staat, waarin ons land thans verkeert, in verschillende opzichten de burgerlijke autori teiten nog wel een woordje hebben mee te praten. Zeker, de besturen van en de ambtenaren m dienst bij provinciën, gemeenten, waterschap pen en veenpolders moeten in zooverre met den hoed in de hand voor de heeren militairen verschijnen, dat op hen de verplichting rust aan het militair gezag de inlichtingen te ver schaffen, welke van hen verlangd worden en tot het verstrekken waarvan zij in staat zijn. Maar overigens schrijft de wet van 1899 voor eenige gevallen overleg tusschen het militair en het burgerlijk gezag voor. Dit geldt bijv. zoowel ten opzichte van het, zoo noodig, vaststellen van nieuwe politieverordeningen alsmede verordeningen en keuren van waterschappen, veenschappen v,.. veenpolders alsook met betrekking tot wijziging of schorsing van bestaande regelin gen van dien aard. Dat alles geschiedt door heb militair .gezag, maar na overleg met liet betrokken burgerlijk gezag. Hetzelfde kan ge zegd worden ten aanzien van maatregelen, welke genomen moeten worden om te voor zien in het onderhoud der inwoners en de be hoeften der bezetting, t.a.v. het eventueel vaststellen van de regelen nopens de hulp, die de bevolking in de militaire werkzaamheden zal hebben te verleenen, t.a.v. regeling of wijziging van den dienst der politie en der brandweer. Uitschakeling van het burgerlijk element komt intusschen ook voor in geval van den staat van oorlog. De schutterijen kwamen (deze zijn immers sinds de Landweerwet van 1901 ter ziele) en de vrijwilligerskorpsen komen onder de en middellijke bevelen van het militair gezag. Dit laatste is voorts be voegd om, wanneer dat met het oog op de voorziening in het onderhoud der inwoners en de behoeften der bezetting noodzakelijk is, elke plaats, zelfs tegen den wil van den recht hebbende te betreden of te doen betreden, al zij hieraan terstond toegevoegd dat indien nasporing of huiszoeking plaats vindt, de last daartoe alleen aan een officier verstrekt kan worden en dat de officier die hiermee belast is, van zijn bevindingen proces-verbaal moet opmaken, dat hij dient in te leveren bij het militair gezag. Dit laatste is bevoegd zulks zonder overleg met het burgerlijk ge zag) te bepalen, dat de voorschriften der Ar beidswet, der Veiligheidswet en der Hinder wet buiten werking worden gesteld. Instelling van een geheime politie ander punt dat van beteekenis kan wezen ten einde de behan delingen van verdachte personen na te gaan en de pogingen tot verstandhouding me tden vijand of het vormen van samenspanningen tijdig op te sporen en tegen te gaan, geschiedt door het militair gezag. Daarop gaan ook de bevoegdheden over, die de Gemeentewet in artikelen 219 en 220 aan den burgemeester heeft gegeven in geval van oproerige bewe ging, vaai samenscholing of andere stoornis der openbare orde of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, terwijl dan de politie en de brandweer onder de bevelen van het militair gezag treden. Uit wat 'ik hier zoo heb opgesomd, blijkt dus wel, dat zelfs onder een situatie als we nu beleven, onder die van den staat van oor log en nog niet eens staat van beleg, de mili tairen toch reeds heel wat in de melk te brok kelen kunnen krijgen. Natuurlijk brengt wijs beleid met zich mee, te beseffen dat ook wan neer de wet hen niet verplicht tot overleg met de burgerlijke autoriteiten zulk een over leg, als het maar even mogelijk is, gemeen lijk aanbeveling zal verdienen. Dit nu geldt mi. eveneens voor de twee volgende hier nog te vermelden bevoegdheden, waarover het militair gezag bij staat van octrlog beschikt Het kan alles doen wegruimen wat aan de behoorlijke verdediging in den weg staat. Tenzij bij de wet andehs is bepaald of het tegendeel is overeengekomen, wordt daarvoor chadeloosste 1 ling verleend. En verder is het militair gezag dus, let wel, alweeir in zijn eenitje, zonder dat het zelfs bij de burgerlijke overheid hoeft aan te kloppen ook bevoegd, om wegen, wateren, 'terrein en gebouwen (zoo noodig met de daarin aanwezige werkjtuigen) aan provin ciën, gemeenten, waterschappen, veenschap pen, veenpolders of aan particulieren behoo rende, in gebruik te nemen, wanneer dit voor de uitoefening van den militairen dienst noodzakelijk is. Zoodxa het gebruik - voor, behoudens andere overeenkomst deloosstelling wordt verleend noodig is, wordt het gebruikte eigendom? of vanwege den Minister van Defensie ter beschikking van de rechthebbenden? steld. Dit alles houdt het hoofdstuk V*! van oorlog" van de wet van 1899 in w? men dan voorts nog bepalingen inzak? schadeloosstelling aantreft. Het zooeven genoemde hoofdstuk gee" militair gezag ook de bevoegdheid, ordening bepalingen vast te stellen U betreffende het verhinderen van verandert11 in terrein, indien naar zijn oordeel door? verandering afbreuk zou worden gedaan a de belangen der landsverdediging. En verd is het militair gezag, wanneer er staat v oorlog ls, bevoegd om door middel van drukpers of op andere wijze bekend makÜ van berichten en opmerkingen betreffend militaire maatregelen te verbieden. Het zal den lezers na het bovenstaande m duidelijk zijn dat dus in geval van staat Ta» oorlog de militaire heeren reeds duchtig *2 te zeggen hebben, al ontbreekt het niet aS gevallen, waarin zij zich het plegen van owT leg met het burgerlijk gezag zien en al overtreffen de heden, die aan het militair gezag toekomen indien er staat van beleg is, de bevo den, die dat gezag nu bezit, nog verre. DR. E. VAN RAALTE Auto van wegberm gestort, Oude heer gedood. Dinsdagavond om zes uur is op den Am- sterdamscheweg te Arnhem een ernstig aufcv ongeluk gebeurd, waarbij een bejaarde heer om het leven kwam en drie dames lichte ver wondingen opliepen. Een auto, bestuurd door een dame uit Drie- bergen, wilde 'n vrachtauto voorbijrijden Juist op het moment, dat een tegenligger naderde' Zij week naar rechts uit doch daarbij sloes de wagen van den berm van den weg en kwam terecht tegen de gaasafzetting van het pomp station van de Arnhemsche waterleiding maat- schappij. De auto ging door het gaas heen, De vier inzittenden vielen er uit. Een van hen, de bejaarde heer Homoet uit Driebergen, kwam tegen een boom terecht en was op sla? dood. De overige drie inzittenden, allen dan liepen slechts lichte kwetsuren op. Spoorwegfeest wordt in intiemen kring gevierd. Naar wij vernemen zal de herdenking van het 100-jarig bestaan der Spoorwegen in ons land in verband met de benarde internatio nale omstandigheden slechts op bescheiden wijze en in intiemen kring worden gevierd. Op 20 September zal des ochtends in de hal van het Centraal Station te Utrecht het ge schenk van het personeel door den personeels- raad ^an de directie worden aangeboden. Deze zal zich daarna met haar naaste medewer kers en* een aantal genoodigden aan een lunch vereenigen. Na afloop daarvan zal de première van de Spoorweg-jubileumfilm van Max de Haas en van Kommer Kleyns' revue „Van diligence tot Diesel" plaats vinden, Nu hel personeel, in tegenstelling met de oorspronkelijke bedoeling niet naar Utrecht komt om feest te vieren, zal de revue in een aantal plaatsen vertoond worden, om het zoo veel mogelijk in de gelegenheid te stellen haar te zien. Het zelfde geldt voor de spoorwegfilm. In verband met het feit, dat dus het groote bezoek der 30.000 man Spoorwegpersoneel met hun echtgenooten aan de Domstad de z.g. „20-daagsche" geen doorgang zal vinden, heeft ook het gemeentebestuur van Utrecht haar grootsche plannen opgegeven, Het comité uit het personeel zal eveneens zijn programma niet ten uitvoer brengen. De contact-commissie, bestaande uit vertegen woordigers van directie en personeel der Ne derlandsche spoorwegen en het Utrecbtsche gemeentebestuur, van de V.V.V., Horecaf en Utrechtsche Middenstand, heeft dezer dagen haar laatste vergadering gehouden. In de plannen, door het personeel van ver schillende stations en werkplaatsen gevormd om deze gebouwen te versieren komt geen wijziging. Verschil met 1914. De heer Fentener van Vlissingen wijst er op. Tijdens de lunch ter gelegenheid van de opening der 41ste Jaarbeurs te Utrecht heen de voorzitter der Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs, de heer F. H. Fentener van Vlis singen, tot de aanwezige binnenlandsche en buitenlandsche journalisten een korte tafel rede gehouden, waarin hij er tegen waar schuwde, niet te veel een parallel te trekken tusschen den oorlogstoestand van nu en me» van 1914. Het gevaar bestaat, dat men zien onnoodig gaat instellen op een situatie, zoo als men die in 1914 heeft leeren ,kennen' Er zijn echter groote verschillen. dacht men, ten onrechte, dat de oorlog slecn? kort zou duren. Thans gelooven velen, nop - lijk evenzeer ten onrechte, dat de oonug z lang zal duren. Toen lag ten gevolge van deelneming van bijna alle landen de were - handel geheel stil. Thans zal onder moei lijke omstandigheden en met de noodige perkingen, een zeker internationaal nana verkeer mogelijk blijven. Toen heersenre onbeperkte duikbootoorlog, waardoor ook neutralen getroffen werden, thans dient m afte wachten, hoe de duikbootoorlog zien ontwikkelen. In 1914 hadden de meeav landen zelf hun geheele productie nooats. thans hebben ook vele oorlogvoerende lana er belang bij te blijven exporteeren. Hetis niet noodig, bij de pakken neer te zitten als in 1914 onze zelfgedraaide PaPie*D L te stoken. Daarom doen wij het beste, dagelij ksch werk waar we dat kunnen. ucxgciijrvauii wcin. w«ai wt uau te zetten en te doen, wat gedaan kan w» den en den moed niet te verliezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6