Zwitserland-
in oorlogstijd
tfuwt&exiain
Ut Jzankxifk
H
over zijn bespreking
Eensgezindheid aan beide
zijden van het Kanaal.
pnMD E R D A G 14
SEPTEMBER 1939
Het Engelsche
expeditieleger
nog niet in actie
ant'jxomdt ap oiitiek ap
hel minisiecie aan aaacüchtinq.
Chamberlain werd met hartelijke toejui
chingen ontvangen, toen hij Woensdag het
teerhuis binnentrad om zijn tweede verkla
ring af te leggen omtrent den huidigen toe
sand.
Sir Samuel Hoarc.
Ik denk, zoo zeidie hij, dat het passend is
mijn rapport over de vorderingen deize week
te beginnen met een verslag van de bijeen
komst van den Oppersten Oorlogsraad op
Franschen bodem, weilke bijeenkomst werd
bijgewoond door Lord Ohatfield en mijaelve
namens 'Groot Brittannië en minister Dala-
dier en Generaal Gamelin namens Frank
rijk, Het doei van de bijeenkomst was om in
een zoo vroeg mogelijk stadium van den oor
log rechtstreeksche en persoonlijke gedach
tewisseling mogelijk te maken. De huidige
toestand wercl volledig bestudeerd en de
maatregelen, die in de naaste toekomst moe
ten genomen worden, werden besproken.
Verdere bijeenkomsten zullen belegd wor
den wanneer en waar zij noodig zijn om zeker
te zijn, dat een zoo na.uw mogelijk contact
gehandhaafd zal worden busschen onze beide
landen ten aanzien van alle groote aspecten
van de oorlogvoering.
Het ligt voor de hand, dat er in het begin
van de conferentie van gedachten werd ge
wisseld over den huidigen staat van de open
bare meening in de beide landen. Het ver
heugt mij het Huis te kunnen verzekeren, dat
het duidelijk is, dat de openbare meening aan
beide kanten van het kanaal in volkomen
harmonie is. De bevolking is in Frankrijk en
Groot Brittannië gelijkelijk vastbesloten niet
alleen om volledig haar verplichtingen jegens
Polen na te komen, maar ook om eens en voor
altijd een einde te maken aan den onduld-
baren druk van een leven onder de eeuwige
bedreiging van nationaal socialistische agres
sie. Ik ben gesterkt teruggekomen van deze
bijeenkomst en aangemoedigd door de vol
ledige eensgezindheid van opvattingen, die
aan don dag is getreden tusschen de Fran
sche regeering en ons op ieder punt van poli
tiek en strategie, dat wij hebben besproken.
Chamberlain behandelde vervolgens den
toestand van dit oogenblik in geheel Europa
en op de verschillende oorlogsfronten, waarbij
hij o.m. zeide:
Voor het oogenblik is het oostelijk oorlogs
front nog het voornaamste centrum der krijs-
verrichtingen. De Duitschers schijnen er naar
te streven op dit oorlogsfront een beslissing te
iorceeren voor zij gedwongen zijn formaties
over te brengen naar het westen om het hoofd
e bieden aan de bedreiging van onze geal
lieerde tusschenkomst. Dat deze hoop tot dus
verre verijdeld is, is te danken aan den on-
tembaren geest der Polen, die weigeren te
worden geïntimideerd door de zwaarte van
het tegen hen in het veld gebrachte materiaal
oi door de overweldigende meerderheid van de
Duitsche luchtmacht.
hi het westen hebben de Franschen een
aanvang gemaakt met een methodischen op-
marsoh" Dit is van essentieel belang en vormt
een belangrijke preliminaire phase, waarom-
went de Franschen natuurlijk terughoudend
fljn. Het is voldoende te zeggen, dat de op-
hiarsch een volledig succes is geworden.
Er zijn zekere berichten geweest,
volgens welke het Britsche expeditie
corps in Frankrijk reeds in den strijd
is verwikkeld. Deze berichten zijn niet
volkomen waar. Niettemin is het juist,
dat de Britsche troepen reeds in
Frankrijk zijn, ofschoon zij niet zijn
opgetreden.
hi de lucht is het normale werk van ver
arming en patrouilleering voortdurend voort
zet en een aantal eskaders van de Royal Air
wee opereert thans van Franschen bodem.
zijn verdere succesvoUe verkenningsvluch-
ren boven Duitschland uitgevoerd en veel
nuttige inlichtingen zijn verworven omtrent
r:lviteiten achter de Duitsche grens. De
ostensieve patrouilles doen voortdurend hun
fn, en hevelvoering over de gevechtstoe-
r'ln- blijft in staat van onmiddellijke ge-
d De bevelvoering aan de kust is voort-
r^an met de uitvoering van uitgebreide
«erkenningen en tegen duikbooten gerichte
patrouilles hebben een aantal aanvallen op
vijandelijke onderzeeërs ondernomen.
Sprekende over de vloot deelde Chamberlain
mede, dat drie torpedojagers van de Poolsche
vloot zich bij de Britsche vloot hadden ge
voegd.
Deze schepen bleken zeer doeltreffend en
nemen thans deel aan het inspannende leven
van ofize lichte strijdkrachten. Het voornaamste
doel van de Britsche vloot moet evenals in den
vorigen oorlog zijn om de vrijheid en veiligheid
der zeeën te verzekeren.
In den huidigen oorlog is de Duitsche aanval
op onze koopvaardij begonnen met een daad van
meedoogenloosheid tegen een passagierschip in
strijd met alle regels van de oorlogvoering ter
zee, hetgeen wordt voortgezet. Een zeker aantal
Britsche koopvaarders is aangevaUen en hun
verliezen zijn ongetwijfeld min of meer ernstig
geweest. Dat was echter niet meer dan verwacht
moest worden, omdat de oorlog kwam op een
oogenblik, toen groote aantallen van onze koop
vaardijschepen verspreid voeren over de zeven
zeeën, varende onder vredesomstandigheden.
Aan den anderen kant hadden de Duitschers
hun duikbooten voor den oorlog op de beste
strategische posities geplaatst en het is niet ver
rassend, dat eenige onzer schepen verrast zijn
door duikbooten voor zij in staat waren een ha
ven te bereiken.
Wij maken echter haast met een convooi-
systeem, dat dagelijks optreedt met steeds toe
nemende doeltreffendheid. Intusschen kan ik het
Huis de verzekering geven, dat de duikbooten
voortdurend worden aangevallen en dat succes
sen zijn behaald. Bij het uitbreken van den oor
log bedroeg de Duitsche tonnage van de schepen
ter zee of in neutrale of geallieerde havens
(met uitzondering van de Baltische havens) om
streeks 1.105.000 ton. Practisch al deze schepen
zijn thans van de volle zee verdreven. Sommige
schepen zijn opgebxacht en vele hebben zichzeif
geïntei'neerd in neutrale havens.
Bovendien, zoo vervolgde Chambex-lain, zijn
de leveranties van vitale oox-logsmaterialen aan
Duitschland onder neutrale vlag beperkt en zul
len in toenemende mate beperkt worden door de
controle op de contrabande, opgelegd door de
macht van onze vloot.
Chamber-lain sprak vervolgens over de kwestie
der organisatie van de civiele defensiediensten,
waarbij hij in de eerste plaats aandacht wijdde
aan de critiek op de beperkingen der verlichting.
Wanneer de bestaande beperkingen, zoo zeide hij,
lastig lijken, moet men aanvaarden dat zij op
het oogenblik onvexrmxjdelijk zijn.
Chamberlain voegde hieraan toe, dat het ge
vaarlijk zou zijn drastische wijzigingen aan te
brengen vóór feitelijke ervaring uit luchtover-
vallen de lijnen heeft aangegeven, waaxiangs de
wijzigingen veilig kunnen worden aangebracht.
Na gesproken te hebben over de kwestie der
evacuatie zeide Chambex-lain voortgaande: gelijk
ik de vorige week mededeelde, zijn ongeveer
200.000 ziekenhuisbedden beschikbaar gemaakt
met verschillende middelen voor burgex'slacht-
offex-s van luchtaanvallen. Deze bedden zijn ook
beschikbaar voor in dienst ziekgeworden en ge
wonde personen. Een zeker percentage der bed
den wordt thans voor dit doel gebruikt..
Zijn uiteenzettingen besluitende sprak Cham
berlain nog over het werk van het ministerie
voor de voorlichting, waarbij hij er op wees, dat
het zijn werk niet kon beginnen voor de oorlog
was uitgebroken. Hij voegde hieraan toe: men
kan nauwelijks verwachten, dat tegexiover zoo.
enorme moeilijkheden geen fouten zullen worden
gemaakt en sommige dier fouten zullen ernstig
genoeg zijn om moeite en ergernis te veroor
zaken aan de geheele pers. Ik betreur dergelijke
incidenten zeer en ik zou thans mijn waardee-
ring willen uitspreken voor de vaderlandslieven
de wijze, waarop de pers over het algemeen in
dit land heeft samengewerkt met de regeering
en er naar gestreefd heeft haar rol te spelen in
de gemeenschappelijke worsteling. Ik heb het
Huis reeds veidriaard, dat de regeering den
wensch en het voornemen heetf om het
publiek de meest volledige inlichtingen te geven.
De critiek op het ministerie
van voorlichting.
Na Chamberlain nam Greenwood het woord.
Hij zeide den premier dank namens alle leden
van het Huis voor zijn verklaring en in het bij
zonder voor de verklaringen ten aanzien van
Engeland's vastberadenheid om dé vex-plichtingen
jegens Polen ten uitvoer te leggen en niet naar
vrede te streven voor het definitieve einde van
de nationaal socialistische heerschappij, (toe
juichingen). De premier zoo zeide Greenwood,
heeft die vastberadenheid uitgesproken in hoogst
nadrukkelijke bewoordingen en zijn verklaring
zal naar mijn meening eenige verdenking en ge
ruchten, die in de wereld de ronde hebben ge
daan, opheffen.
Voortgaande oefende Greenwood strenge
critiek uit op wat hij noemde „die knoeiboel
van de ergste soort", die z.i. klaai'blijkelijk
heerschte in het ministerie voor de voorlichting.
Het recente optreden van het ministerie
vormt z.i. geen verstandige censuur en het op-
tx-eden van Maandagavond ten aanzien van de
onderdrukking van de berichtgeving over de
aanwezigheid van Britsche troepen in Frank
rijk noemde spreker zeer kras.
Spreker legde vervolgens een document over,
dat naar zijn meening bewees, dat de „dwaas
heid van Maandagavond" in werkelijkheid te
wijten was aan één persoon, namelijk den mi
nister van Oorlog.
Het moet de minister voor de voorlichting
zijn, die optreedt in dagelijksehe samenwerking
met een gerenommeerd, verantwoordelijk en
ervaren journalist van den eersten rang. Uit
dat soort gemeenschappelijke bespreking moet
een beslissing voortkomen, die wanneer zij een
maal is genomen onherroepelijk moet zijn en
er moet geen uitstel of aarzeling voorkomen.
Tenzij iets in dezen geest gedaan wordt zouden
de incidenten kunnen blijven voortduren.
Greenwood sprak vervolgens over klachten
van neutrale landen, Dominions en de Vereenig-
de Staten betreffende vertraging en verbod van
het gebruik van een andere taal dan Engelsch
en Fransch. Greenwood was van oordeel dat
het mogelijk moest zijn censoren te krijgen, die
de talen verstonden van de landen. die het
meest direct in den oorlog zijn betrokken. Dat
beteekent, zoo ging spr. voort, dat wij de mo-
reele opinie moeten mobiliseeren aan onzen kant
van alle neutrale landen, aangezien stroomen
van wereldnieuws door de Duitsche propaganda
worden uitgestort. Met andere woorden, door
de afwezigheid van een krachtig optreden hier
is Hitler-propaganda in de vermomming van
nieuws thans bezig de wereldmeening tegen ons
te vergiftigen. Dit nieuws geeft den neutralen
landen een volkomen valsch beeld van wat de
werkelijke toestand is, zoowel hier als in het
buitenland.
Sir Samuel Hoax-e vestigde de aandacht op de
vrijheid, waarmede het Lagerhuis fouten en on
voldoendheden besprak.
Spreker zeide, dat het wel even zou moeten
duren, voordat de machinerie het ministerie
voor de voorlichting vlot liep op den nieu
wen weg. Er zal rekening worden gehouden met
de uitgeoefende critiek. Het lagerhuis zou naar
sprekers meening waardeering gevoelen voor
het feit, dat dit nieuwe onex-varen departement
zijn werkzaamheden terstond heeft aangevan
gen, waardeering, omdat het gereed is geweest
met de organisatie voor het neerwerpen van
vlugschriften in het vijandelijke land. Het de
partement is in den loop van enkele weinige
dagen in het leven geroepen en het heeft zijn
optreden op nuttige wijze getoond in meer dan
één richting. In antwobrd op de opmerking van
Greenwood betreffende de onderdrukking van
de berichten over de aanwezigheid van Britsche
troepen in Frankrijk, zeide Hoare, dat als re
sultaat van de publicatie op Maandagavond het
departement van oorlog machtiging gaf tot al-
gemeene publicatie van alle berichten, welke uit
Frankrijk kwamen ten aanzien van de aanwe
zigheid van Britsche troepen in Frankrijk. La
ter op den avond achtte het ministerie voor de
voorlichting het zijn plicht de aandacht van het
departement van oorlog te vestigen op het ge
vaar, dat aanwezig bleef in vrijwillige censuur,
die nog bestaat, waardoor bijzonderheden zou
den kunnen worden gepubliceerd, buiten de
algemeene nieuwsgeving om, welke van waarde
zouden kunnen zijn voor den vijand. De gene
rale staf was van meening, dat dit gevaar groot
was, en dat er niets moest worden gepubliceerd.
De verzachting van het embargo op het ge
bruik van telefoon voor overzeesche gesprek
ken door buitenlandsche correspondenten werd
thans door spreker bekend gemaakt waarbij hij
zeide, dat hij geloofde op grond van gesprekken
die hij had gevoerd niet vertegenwoordigers van
de Amerikaansche en de buitenlandsche pers,
dat het feit, dat zij van nu af aan onder be
hoorlijke voorwaarden in staat zullen zijn ge
bruik te maken van de telefoon een groot ver
schil zou uitmaken, voor zoover het hen betrof I Duitschland hebben meester gemaakt, en tegen
en ook voor de transmissie van het nieuws. het systeem, dat zij vertegenwoordigen, en niet
Tevens verklaarde Hoare, dat stappen geno- tegen het Duitsche volk in zijn geheel.
men waren om de aanzienlijke vertraging tegen
te gaan, die ontstaat door de behandeling van
telegrammen door de censuur. Ten aanzien van
het embargo op het verzenden van telegrammen
naar het buitenland in andere talen can Fransch
en Engelsch, zeide Hoare, dat ook dit embargo
vex-zacht is en dat telegrammen doorgegeven
worden in alle talen, waaxwan het waarschijn
lijk is dat zij gebruikt worden bij telegrammen
uit Engeland.
In het Hoogerhuis.
Als leider van het Engelsche Hoogerhuxs heeft
Lord Stanhope gistermiddag een verklaring af
gelegd over den internationalen toestand.
Hij zeide o.a. de minister-preisdent versterkt
en aangemoedigd van de bijeenkomst in Frank
rijk, was teruggekeerd, aangezien de volkomen
overeenstemming van opvatting was gebleken
tusschen de Fransche en de Britsche regeering
op ieder punt van politiek en strategie, dat werd
besproken.
In antwoord op eenige vragen zeide Lord
Halifax:
De bepexiïingen, die de Bx-itsche regeeiing
heeft opgelegd aan de operaties van haar eigen
strijdkrachten, waren gebaseerd op de voor-
waax-de dat een soox-tgelijke bepex-king door haai
tegenstanders in acht zou worden genomen. De
regeex-ing moet zich echter volkomen vrij hou
den voor het geval, dat een dergelijke bepex-king
niet in feite in acht wordt genomen. Zij zal dan
zoo optreden als haar gepast zal voox-komen
(luide toejuichingen). Terwijl het duidelijk is,
dat met den vooruitgang der wetenschap en de
samenstelling van alle bedrijvigheid der natie in
een reusachtige oorlogsinspanning 't oude onder
scheid tusschen strijders en niet-strijders buiten
gewoon veel moeilijker valt af te bakenen ir
deze dagen, „vertegenwoordigt de op 3 Septem
ber gepubliceerde verklaring toch de welover
wogen politiek van de Britsche en Fransche
regeeringen, die haar hebben afgelegd in de
hoop, dat zij door alle partijen in den tegenwoor-
digen ooi-log in acht zou worden genomen".
Lord Strabolgi zeide vervolgens te meenen,
dat hij niet alleen sprak namens de Labourparty.
maar ook namens de meerderheid van de Engel
sche bevolking. „Wij willen niet afdalen tot het
peil van barbarij, maar wij zouden de handen
van onze militaire bevelhebbers niet willen bin
den in het wettige gebruik van het luchtwapen,
zelfs wanneer daarmede groote verliezen en
leed verooi-zaakt werd aan de burgerbevolking.
Wij hopen, dat hoe lang en hoe hard deze oorlog
ook moge zijn, onze strijd zal gaan tegen de
huidige heerschers, die zich van de macht
communisten zich van stemming onthielden.
De door de regeering getroffen maatrege
len zullen tweemaal per Jaar, in Juni en
in December, onderwerp van bespreking in het
parlement worden, dat dan ook beslissen
moet, of zij zullen blijvexr voortbestaan. Een
commissie, bestaande uit de gewezen voorzit
ters van de Kamer en van den Senaat exi uit
de voorzitters der politieke fracties der volks
vertegenwoordiging. zal deze parlementaire
bespreking voorbereiden. Dezelfde belangrijke
commissie zal ook ter beschikking van de re
geering staan, wanneer zij tevoren haar advief
over een voorgenomen belangrijken nieuwe*
maatregel zal inwinnen.
Een van de eerste regeeringsbesluiten, waar*
aoor de burgerbevolking reeds geleerd heeft,
dat er iets in het algemeene leven der bur
gers, ook in de neutrale landen, veranderd is,
is het verbod tot vei-koop vaxi eenige belang
rijke levensmiddelen, zooals suiker, peul
vruchten, deegwaren, meel, spxjsvet, tafelolie,
haverproducten, enz. De regeering had reeds
begin April gewaarschuwd, dat. bij het uit
breken van een oorlog een dergelijk verbod
zou worden uitgevaardigd, in afwachting van
een rantsoeneering van den verkoop in deze
goederen. Zij had de bevolking dus in April
reeds aangeraden een voor twee maanden vol
doenden voorraad aan te schaffen. Degenen,
die deze raadgeving in den wind hebben ge
slagen, zijn thans in moeilijkheden! Alleen
die burgers, die aantoonen kunnen, dat hun
de geldmiddelen ontbraken om een voorraad
van twee maanden in te slaan, kunnen thans
een blauwe kaart krijgen, die hun het recht
tot kleine dagelijksehe aankoopen geeft. De
bedoeling van dezen maatregel was het ham
steren in deze levensmiddelen tegen te gaan.
Het voorbeeld van 1914, toen de winkels be
stormd en geheel uitverkocht werden, mocht
niet herhaald worden! Ook in andere opzich
ten zijn de onverkwikkelijke tooneelen van 25
jaar geleden (x-un op de banken, enz.) dit
maal vrijwel geheel uitgebleven. Het Zwit-
sersche volk heeft vertrouwen getoond in de
verzekeringen der regeerixig, dat de banken
genoeg geld voorhanden hebben, om in de ge
wone behoeften te voorzien* en dat de regee
ring zoo tijdig gezox-gd heeft voor den aan
koop van in Zwitserland niet voortgebrachte
levensmiddelen, dat Zwitserland minstens
voor IVz jaar geenerlei moeilijkheden op dit
gebied te vreezen heeft.
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
De Zwitsersche neutraliteit
9tenci Quisan,
da aiecde
q.enecaal
sinds 1848
GENèVE, September 1939.
ET Zwitsersche volk heeft ctver het
algemeen niet aan het uitbreken
van de Europeeschen oorlog gelooft.
Ook toen de spanning over Dantzig
steeds dreigender werd, bleef men hier hopen
en gelooven, dat op het laatste oogenblik
toch nog een vreedzame oplossing zou worden
gevonden, waardoor een ramp alsnog ver
meden zou worden. Eerst toen de Zwitsersche
regeering besloot de troepen voor de grens
bescherming onder de wapenen te roepen, be
gon men in Zwitserland den ernst van den
toestand eerst voluit te beseffen. Want hiet
was bekend, dat de regeering besloten was
mobilisatiemaatregelen, waardoor duizenden
jongemannen aan hun gewone werk onttrok
ken zouden worden, zoo lang mogelijk uit_ te
stellen. Deze eerste nog slechts gedeeltelijke
mobilisatie schijnt op de bevolking een neg
dieperen indruk te hebben gemaakt dan het
daarop gevolgde algeheele mobilisatiebevel.
De eerste gedeeltelijke maatregel had de be
volking reeds op het verdere voorbereid. Zij
heeft de afkondiging van de algeheele mobi
lisatie in groote kalmte verdragen. Nooit is
de wil van het Zwitsersche volk zijn onafhan
kelijkheid. neutraliteit en vrijheid met alle
kracht te verdedigen, zoo eendrachtig en
sterk geweest als thans.
De bevolking van de Zwitsersche hoofdstad
Bern toonde dit, toen de juist door de ver-
eenigde vergadering van Kamer en Senaat,
met overgroote meerderheid tot generaal be
noemde Henri Guisan door duizenden Berners
op het groote plein voor het parlementsge
bouw met 'n geestdrift werd toegejuicht, die
wellicht nog nimmer een Zwitser was ten deel
«evallen. De bevolking der hoofdstad wilde
hierdoor niet slechts haar sympathie voor
generaal Guisan zelf uitspreken, doch tevens
uiting geven aan aller vastbeslotenheid het
vaderland desnoods met de alleruiterste
krachten te verdedigen.
Generaal Henri Guisan is de vierde
„generaal" sinds het bestaan van Zwitser
land in den tegenwoordigen vorm. Zijn
voorgangers waren Duf our (Genève) in 1848
en 1856, Herzog (Aargau) in 1870 en Ullrich
Wille (Zürich) in 19141918. De tegenwoor
dige generaal is een Fransch-Zwitser, uit-het
kanton Vaud (met Lausanne als hoofdstad)
geboortig. Hij gevoelt zich echter in Duitsch-
Zwitserland even goed thuis als in „la Suisse
Romande" en spreekt zelfs ook „Schwyzer-
dütsch". wat bij een Fransch-Zwitser een
zeldzaamheid is Hij is aanvankelijk opgeleid
tot den landbouwstand. doch in den oorlog
van 1914—1018 bleken tijdens de mobilisatie
zijn militaire gaven zoo duidelijk, dat hij bij
den generalen staf geplaatst werd en zich
sinds dien vrijwel uitsluitend aan de lands
verdediging wijdde. De Zwitsersche regeering
stelt groot vertrouwen in zijn militaire ta
lenten en weet ook. dat zijn andere persoon
lijke eigeenschappen een goede samenwerking
tusschen het burgerlijk en het militair ge
zag, die onder Generaal Wille wel eexis te
wenschen overliet waarborgen. Generaal
Guisan. die in alle doelen van het land door
voordrachten over het Zwitsersche leger en
de Zwitsersche neutraliteit goed bekend is,
wordt de volgende maand 65 jaar, een leef
tijd dien men den kranigen levendigen mili
tair zeker niet aanziet.
In dezelfde buitengewone zitting van het
Zwitsersche parlement, waarin generaal
Guisan tot opperbevelhebber van het Zwit
sersche leger werd benoemd, hebben Kamel
en Senaat eendrachtig een wet aangenomen,
PROGRAMMA
waarbij de regeering gemachtigd werd ter
kennis van de oorlogvoerende staten te bren
gen, dat „Zwitserland besloten is onder alle
omstandigheden en tegen alle mogendheden
zijn neutraliteit te verdedigen". Al moge dit
maal, in tegenstelling tot 1914 toen de sym
pathieën verdeeld waren, de persoonlijke
sympathie van vrijwel alle Zwiters dezelfde-
richting uitgaan, die ik hier niet nader be
hoef aan te duiden, de geheele bevolking
wil desniettemin, evenals bij ons te lande het
geval is, toch trachten buiten den corlog te
blijven. Zelfs de leiders der Geneefsehe socia
listen Nicole, die nog kort geleden de aan
sluiting van Zwitserland bij het Engelsch-
Fransche „vredesfront" had bepleit, gaf
thans zijn stem aan de wet tot handhaving
der neutraliteit.
De Zwitsersche regeering heeft door haar
gezanten te Berlijn, Parijs en Rome deze neu-
traliteitsverklaring ter kennis van de regee
ringen van Duitschland, Frankrijk en Italië
gebracht. De Duitsche gezant te Bern had
reeds een week te voren, op den dag toen Ko
ningin Wilhelmina een soortgelijke verzeke
ring van den Duitschen gezant bij ons Hof
ontving, aan minister Motta de verzekering
;egeven, dat Duitschland in geval van oorlog
de Zwitsersche neutraliteit zou eerbiedigen,
zoolang ook de andere regeeringen dit zouden
doen. De Italiaansche gezant te Bern had
eenzelfde toezegging gegeven. De Fransche
regeering had aanvankelijk nog gezwegen,
het blijkbaar niet noodig achtend opnieuw te
verzekeren, dat de Fransche regeering haar
verplichtingen van eerbiediging der Zwitser
sche neutraliteit zou nakomen. Toen de Zwit
sersche gezant te Parijs minister Bonnet de
Zwitsersche neutraliteitsverklaxdng overhan
digde, liet minister Bonnet echter niet na ook
zijnerzijds te verzekeren, dat Frankrijk de
Zwitsersche xxeutraliteit eerbiedigen zal, zoo
lang ook andere staten dit doen. De Zwit
sersche regeering heeft dus weder uitdrukke
lijke beloften van alle drie naburen ontvan
gen. Dat zij zelf met de grootste zorg ervoor
waken zal, dat geen oorlogvoerend land Zwit
serland van een niet volstrekte nakoming van
zijn neutraliteitsverplichtingen zou kunnen
beschuldigen, staat boven iederen twijfel.
Buitengewone volmachten
voor de regeering
DEZELFDE eenstemmig aangenomen wet.
waarbij het Zwitsersche parlement den
vasten neutraliteitswil van Zwitserland be
vestigde, bevat ook eenige artikelen, die aan
de regeering buitengewone volmachten ver-
leenen. De regeering wordt hierbij gemach
tigd alle maatregelen te treffen, die zij noo
dig acht voor ..het behoud van de veiligheid,
onafhankelijkheid en neutraliteit van Zwit
serland. de beschermirxg van het crediet en
van de ecoxiomische belangen van het land en
de verzekering van het levensonderhoud der
burgers". Bovendien heeft het parlement voor
dit doel een onbeperkt crediet aan de regee
ring verleend en de regeering tevens gemach
tigd leeningen te sluiten.
De regeering heeft dus zeer uitgebreide be
voegdheden verkregen. Dat ook de socialisti
sche partij, die niet in de regeering vertegen
woordigd is, haar toestemming tot deze bui
tengewone volmachten gegeven heeft, heeft
een uitstekenden indruk in het land gemaakt.
Ook de vertegenwooi'diger van het met veel
natlonaal-socialistische denkbeelden =;vmna-
thiseerende „xiationale front" gaf zijn stem
aan deze wet, terwijl daarentegen de twee
VRIJDAG 15 SEPTEMBER
HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M.
8.00 VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00
VARA
Gramofoonmuziek (Ca. 8.16 Berichten)
19.— Morgenwijding 10.20 Zang, piano en gra
mofoonmuziek 10.50 Declamatie. 11.10 Gramo
foonmuziek 11.20 Orgelspel 11.50 Gramofoon
muziek 12.— Orgelspel (Ca. 12.15 Berichten)
12.20 Gramofoonmuziek 12.50. AVRO-Amuse-
mentsorkest 1.30 Het Lyra-trio 2.15 Omroepor
kest en gramofoonmuziek 3.30 Het Puszta-or-
kest. 4.00—5.09 Gramofoonmuziek 5.05 Voor de
kinderen. 5.30 Esmeralda 6.— Orgelspel 6.28
Berichten 6.30 Letterkundig overzicht 6,50 Gra
mofoonmuziek 7.VARA-Kalender 7.05 Cau
serie „De Troelstra-school" 7.23 Berichten ANP.
7.30 Causerie over de collecte voor de Vereeni-
ging voor personeel in dienst van de Nederland-
sche Spoorwegen ter bestrijding der T. B. C.
Hierna: Berichten. 7.35 Causerie „De boeken
van de Bijbel. I. Het ontstaan van de verzame
ling der Oud-Testamentarische boeken". 8.
Cellovoordracht. 8.30 Causerie „De boodschap
van het Vrijzinnig Protestantisme: De bestem
ming van den mensch tot vrijheid". 9.Gra
mofoonmuziek 9.30 Declamatie 9.45 VAR A-or
kest 10.30 Berichten ANP. 19.40 Avondwijding
H._ Viool en piano. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.)
11.55—12.— Gramofoonmuziek.
HILVERSUM n. 301.5 M
Algemeen programma verzorgd door
de KRO.
8.00—9.15 Gramofoonmuziek (Ca. 8.15 Bed.)
10.Gramofoonmuziek 11.30 Godsdienstig
halfuur 12.— Berichten 12.15 Gramofoonmuziek
12.30 Paul Wijnappel's ensemble 1.Gx-amo-
foonmuziek 1.20 Paul Wijnappel's ensemble. 1.50
Gramofoonmuziek 2.— Orgelconcert en gramo
foonmuziek 3.KRO-orkest 3.45 „Tosca",
opera (gr.pl.) 5.30 KRO-Melodisten en solist 6.—
Land- en tuinbouwcauserie 6.20 KRO-Melodis
ten en solist (Ca. 6.30 Berichten) 7.— Berichten
7.15 Causerie 7.35 Gramofoonmuziek 8.— Be
richten ANP 8.15 KRO-Melodisten en solist 8.50
Causerie „Wat wil de vex-eeniging „Nederlandsch
Fabrikaat?" 9— KRO-Orkest 9.30 „Hoe werkt
de vex'eeniging Nederlandsch Fabrikaat?
vraaggesprek 9.45 KRO-Orkest 10.30 Berichten
ANP. 10.40 Lajos Veres en zijn orkest 11.00
12.00 Gramofoonmuziek
DROITWICH, 1500 M.
Geen opgave ontvangen.
RADIO PARIS, 1648 M.
9.00 en 10.05 Gramofoonmuziek 11.20 Het
Cantrelle-orkest 12.30 Zgna. 1.05 Gramofoon
muziek 3.35 Zang 3.50 Pianovoordracht 4.35
Gx*amofoonmuziek 4.50 Zang 5.05 Gramofoon
muziek 5.25 Trio-concert 6.35 Cellovoox-dracht
6.50 Gramofoonmuziek 8.35 Altviool-voordracht
8.50 Radiotooneel 11.05 Gramofoonmuziek 11.20
—12.59 Nachtconcert.
KEULEN, 456 M.
6.50 Gramofoonmuziek 7.35 en 8.509.50 Om
roeporkest 12.20 Italiaansch arbeidex-skoor en
Leo Eysoldt's orkest 1.35 Omroepkleinorkest
2.303.20 Populair concert 4.20 Otto Dobrindt's
orkest .(5.205.30 Gramofoonmuziek) 6.50 Li-
terair-muzikaal programma 7.20 Gramofoon
muziek 8.50 Dansmuziek (gr.pl.) 9.35 Radio
tooneel 11.Omroeporkest en accordeon 12.20
3.20 Gevarieex-d populair concert (opn.)
BRUSSEL 322 M.
12.29 Gramofoonmuziek 12.50 Omroepdans-
orkest 1.50—2.20; 5.20—6.20 en 7.20 Gramo
foonmuziek 8.20 Omroeporkest en Omroepkoor
10.3011,20 Gramofoonmuziek
BRUSSEL. 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek 12.50 Radio-orkest
I.50; 2.20; 5.20; 6.35 en 7.35 Gramofoonmuziek
8.29 Radio-orkest 9.35 Radio-orkest en solisten.
10.3011.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
8.35 Radiotooneel 9.35 Het Weensch Philhar-
■nonisch orkest en solist 10.20 Berichten 10.40
Blaaskwintet 11.05 Berichten 11.2012.20 Ac
cordeonduo, Oxnroepdansorkest en soliste*.