Zwitserland- in oorlogstijd tfuwt&exiain Ut Jzankxifk H over zijn bespreking Eensgezindheid aan beide zijden van het Kanaal. pnMD E R D A G 14 SEPTEMBER 1939 Het Engelsche expeditieleger nog niet in actie ant'jxomdt ap oiitiek ap hel minisiecie aan aaacüchtinq. Chamberlain werd met hartelijke toejui chingen ontvangen, toen hij Woensdag het teerhuis binnentrad om zijn tweede verkla ring af te leggen omtrent den huidigen toe sand. Sir Samuel Hoarc. Ik denk, zoo zeidie hij, dat het passend is mijn rapport over de vorderingen deize week te beginnen met een verslag van de bijeen komst van den Oppersten Oorlogsraad op Franschen bodem, weilke bijeenkomst werd bijgewoond door Lord Ohatfield en mijaelve namens 'Groot Brittannië en minister Dala- dier en Generaal Gamelin namens Frank rijk, Het doei van de bijeenkomst was om in een zoo vroeg mogelijk stadium van den oor log rechtstreeksche en persoonlijke gedach tewisseling mogelijk te maken. De huidige toestand wercl volledig bestudeerd en de maatregelen, die in de naaste toekomst moe ten genomen worden, werden besproken. Verdere bijeenkomsten zullen belegd wor den wanneer en waar zij noodig zijn om zeker te zijn, dat een zoo na.uw mogelijk contact gehandhaafd zal worden busschen onze beide landen ten aanzien van alle groote aspecten van de oorlogvoering. Het ligt voor de hand, dat er in het begin van de conferentie van gedachten werd ge wisseld over den huidigen staat van de open bare meening in de beide landen. Het ver heugt mij het Huis te kunnen verzekeren, dat het duidelijk is, dat de openbare meening aan beide kanten van het kanaal in volkomen harmonie is. De bevolking is in Frankrijk en Groot Brittannië gelijkelijk vastbesloten niet alleen om volledig haar verplichtingen jegens Polen na te komen, maar ook om eens en voor altijd een einde te maken aan den onduld- baren druk van een leven onder de eeuwige bedreiging van nationaal socialistische agres sie. Ik ben gesterkt teruggekomen van deze bijeenkomst en aangemoedigd door de vol ledige eensgezindheid van opvattingen, die aan don dag is getreden tusschen de Fran sche regeering en ons op ieder punt van poli tiek en strategie, dat wij hebben besproken. Chamberlain behandelde vervolgens den toestand van dit oogenblik in geheel Europa en op de verschillende oorlogsfronten, waarbij hij o.m. zeide: Voor het oogenblik is het oostelijk oorlogs front nog het voornaamste centrum der krijs- verrichtingen. De Duitschers schijnen er naar te streven op dit oorlogsfront een beslissing te iorceeren voor zij gedwongen zijn formaties over te brengen naar het westen om het hoofd e bieden aan de bedreiging van onze geal lieerde tusschenkomst. Dat deze hoop tot dus verre verijdeld is, is te danken aan den on- tembaren geest der Polen, die weigeren te worden geïntimideerd door de zwaarte van het tegen hen in het veld gebrachte materiaal oi door de overweldigende meerderheid van de Duitsche luchtmacht. hi het westen hebben de Franschen een aanvang gemaakt met een methodischen op- marsoh" Dit is van essentieel belang en vormt een belangrijke preliminaire phase, waarom- went de Franschen natuurlijk terughoudend fljn. Het is voldoende te zeggen, dat de op- hiarsch een volledig succes is geworden. Er zijn zekere berichten geweest, volgens welke het Britsche expeditie corps in Frankrijk reeds in den strijd is verwikkeld. Deze berichten zijn niet volkomen waar. Niettemin is het juist, dat de Britsche troepen reeds in Frankrijk zijn, ofschoon zij niet zijn opgetreden. hi de lucht is het normale werk van ver arming en patrouilleering voortdurend voort zet en een aantal eskaders van de Royal Air wee opereert thans van Franschen bodem. zijn verdere succesvoUe verkenningsvluch- ren boven Duitschland uitgevoerd en veel nuttige inlichtingen zijn verworven omtrent r:lviteiten achter de Duitsche grens. De ostensieve patrouilles doen voortdurend hun fn, en hevelvoering over de gevechtstoe- r'ln- blijft in staat van onmiddellijke ge- d De bevelvoering aan de kust is voort- r^an met de uitvoering van uitgebreide «erkenningen en tegen duikbooten gerichte patrouilles hebben een aantal aanvallen op vijandelijke onderzeeërs ondernomen. Sprekende over de vloot deelde Chamberlain mede, dat drie torpedojagers van de Poolsche vloot zich bij de Britsche vloot hadden ge voegd. Deze schepen bleken zeer doeltreffend en nemen thans deel aan het inspannende leven van ofize lichte strijdkrachten. Het voornaamste doel van de Britsche vloot moet evenals in den vorigen oorlog zijn om de vrijheid en veiligheid der zeeën te verzekeren. In den huidigen oorlog is de Duitsche aanval op onze koopvaardij begonnen met een daad van meedoogenloosheid tegen een passagierschip in strijd met alle regels van de oorlogvoering ter zee, hetgeen wordt voortgezet. Een zeker aantal Britsche koopvaarders is aangevaUen en hun verliezen zijn ongetwijfeld min of meer ernstig geweest. Dat was echter niet meer dan verwacht moest worden, omdat de oorlog kwam op een oogenblik, toen groote aantallen van onze koop vaardijschepen verspreid voeren over de zeven zeeën, varende onder vredesomstandigheden. Aan den anderen kant hadden de Duitschers hun duikbooten voor den oorlog op de beste strategische posities geplaatst en het is niet ver rassend, dat eenige onzer schepen verrast zijn door duikbooten voor zij in staat waren een ha ven te bereiken. Wij maken echter haast met een convooi- systeem, dat dagelijks optreedt met steeds toe nemende doeltreffendheid. Intusschen kan ik het Huis de verzekering geven, dat de duikbooten voortdurend worden aangevallen en dat succes sen zijn behaald. Bij het uitbreken van den oor log bedroeg de Duitsche tonnage van de schepen ter zee of in neutrale of geallieerde havens (met uitzondering van de Baltische havens) om streeks 1.105.000 ton. Practisch al deze schepen zijn thans van de volle zee verdreven. Sommige schepen zijn opgebxacht en vele hebben zichzeif geïntei'neerd in neutrale havens. Bovendien, zoo vervolgde Chambex-lain, zijn de leveranties van vitale oox-logsmaterialen aan Duitschland onder neutrale vlag beperkt en zul len in toenemende mate beperkt worden door de controle op de contrabande, opgelegd door de macht van onze vloot. Chamber-lain sprak vervolgens over de kwestie der organisatie van de civiele defensiediensten, waarbij hij in de eerste plaats aandacht wijdde aan de critiek op de beperkingen der verlichting. Wanneer de bestaande beperkingen, zoo zeide hij, lastig lijken, moet men aanvaarden dat zij op het oogenblik onvexrmxjdelijk zijn. Chamberlain voegde hieraan toe, dat het ge vaarlijk zou zijn drastische wijzigingen aan te brengen vóór feitelijke ervaring uit luchtover- vallen de lijnen heeft aangegeven, waaxiangs de wijzigingen veilig kunnen worden aangebracht. Na gesproken te hebben over de kwestie der evacuatie zeide Chambex-lain voortgaande: gelijk ik de vorige week mededeelde, zijn ongeveer 200.000 ziekenhuisbedden beschikbaar gemaakt met verschillende middelen voor burgex'slacht- offex-s van luchtaanvallen. Deze bedden zijn ook beschikbaar voor in dienst ziekgeworden en ge wonde personen. Een zeker percentage der bed den wordt thans voor dit doel gebruikt.. Zijn uiteenzettingen besluitende sprak Cham berlain nog over het werk van het ministerie voor de voorlichting, waarbij hij er op wees, dat het zijn werk niet kon beginnen voor de oorlog was uitgebroken. Hij voegde hieraan toe: men kan nauwelijks verwachten, dat tegexiover zoo. enorme moeilijkheden geen fouten zullen worden gemaakt en sommige dier fouten zullen ernstig genoeg zijn om moeite en ergernis te veroor zaken aan de geheele pers. Ik betreur dergelijke incidenten zeer en ik zou thans mijn waardee- ring willen uitspreken voor de vaderlandslieven de wijze, waarop de pers over het algemeen in dit land heeft samengewerkt met de regeering en er naar gestreefd heeft haar rol te spelen in de gemeenschappelijke worsteling. Ik heb het Huis reeds veidriaard, dat de regeering den wensch en het voornemen heetf om het publiek de meest volledige inlichtingen te geven. De critiek op het ministerie van voorlichting. Na Chamberlain nam Greenwood het woord. Hij zeide den premier dank namens alle leden van het Huis voor zijn verklaring en in het bij zonder voor de verklaringen ten aanzien van Engeland's vastberadenheid om dé vex-plichtingen jegens Polen ten uitvoer te leggen en niet naar vrede te streven voor het definitieve einde van de nationaal socialistische heerschappij, (toe juichingen). De premier zoo zeide Greenwood, heeft die vastberadenheid uitgesproken in hoogst nadrukkelijke bewoordingen en zijn verklaring zal naar mijn meening eenige verdenking en ge ruchten, die in de wereld de ronde hebben ge daan, opheffen. Voortgaande oefende Greenwood strenge critiek uit op wat hij noemde „die knoeiboel van de ergste soort", die z.i. klaai'blijkelijk heerschte in het ministerie voor de voorlichting. Het recente optreden van het ministerie vormt z.i. geen verstandige censuur en het op- tx-eden van Maandagavond ten aanzien van de onderdrukking van de berichtgeving over de aanwezigheid van Britsche troepen in Frank rijk noemde spreker zeer kras. Spreker legde vervolgens een document over, dat naar zijn meening bewees, dat de „dwaas heid van Maandagavond" in werkelijkheid te wijten was aan één persoon, namelijk den mi nister van Oorlog. Het moet de minister voor de voorlichting zijn, die optreedt in dagelijksehe samenwerking met een gerenommeerd, verantwoordelijk en ervaren journalist van den eersten rang. Uit dat soort gemeenschappelijke bespreking moet een beslissing voortkomen, die wanneer zij een maal is genomen onherroepelijk moet zijn en er moet geen uitstel of aarzeling voorkomen. Tenzij iets in dezen geest gedaan wordt zouden de incidenten kunnen blijven voortduren. Greenwood sprak vervolgens over klachten van neutrale landen, Dominions en de Vereenig- de Staten betreffende vertraging en verbod van het gebruik van een andere taal dan Engelsch en Fransch. Greenwood was van oordeel dat het mogelijk moest zijn censoren te krijgen, die de talen verstonden van de landen. die het meest direct in den oorlog zijn betrokken. Dat beteekent, zoo ging spr. voort, dat wij de mo- reele opinie moeten mobiliseeren aan onzen kant van alle neutrale landen, aangezien stroomen van wereldnieuws door de Duitsche propaganda worden uitgestort. Met andere woorden, door de afwezigheid van een krachtig optreden hier is Hitler-propaganda in de vermomming van nieuws thans bezig de wereldmeening tegen ons te vergiftigen. Dit nieuws geeft den neutralen landen een volkomen valsch beeld van wat de werkelijke toestand is, zoowel hier als in het buitenland. Sir Samuel Hoax-e vestigde de aandacht op de vrijheid, waarmede het Lagerhuis fouten en on voldoendheden besprak. Spreker zeide, dat het wel even zou moeten duren, voordat de machinerie het ministerie voor de voorlichting vlot liep op den nieu wen weg. Er zal rekening worden gehouden met de uitgeoefende critiek. Het lagerhuis zou naar sprekers meening waardeering gevoelen voor het feit, dat dit nieuwe onex-varen departement zijn werkzaamheden terstond heeft aangevan gen, waardeering, omdat het gereed is geweest met de organisatie voor het neerwerpen van vlugschriften in het vijandelijke land. Het de partement is in den loop van enkele weinige dagen in het leven geroepen en het heeft zijn optreden op nuttige wijze getoond in meer dan één richting. In antwobrd op de opmerking van Greenwood betreffende de onderdrukking van de berichten over de aanwezigheid van Britsche troepen in Frankrijk, zeide Hoare, dat als re sultaat van de publicatie op Maandagavond het departement van oorlog machtiging gaf tot al- gemeene publicatie van alle berichten, welke uit Frankrijk kwamen ten aanzien van de aanwe zigheid van Britsche troepen in Frankrijk. La ter op den avond achtte het ministerie voor de voorlichting het zijn plicht de aandacht van het departement van oorlog te vestigen op het ge vaar, dat aanwezig bleef in vrijwillige censuur, die nog bestaat, waardoor bijzonderheden zou den kunnen worden gepubliceerd, buiten de algemeene nieuwsgeving om, welke van waarde zouden kunnen zijn voor den vijand. De gene rale staf was van meening, dat dit gevaar groot was, en dat er niets moest worden gepubliceerd. De verzachting van het embargo op het ge bruik van telefoon voor overzeesche gesprek ken door buitenlandsche correspondenten werd thans door spreker bekend gemaakt waarbij hij zeide, dat hij geloofde op grond van gesprekken die hij had gevoerd niet vertegenwoordigers van de Amerikaansche en de buitenlandsche pers, dat het feit, dat zij van nu af aan onder be hoorlijke voorwaarden in staat zullen zijn ge bruik te maken van de telefoon een groot ver schil zou uitmaken, voor zoover het hen betrof I Duitschland hebben meester gemaakt, en tegen en ook voor de transmissie van het nieuws. het systeem, dat zij vertegenwoordigen, en niet Tevens verklaarde Hoare, dat stappen geno- tegen het Duitsche volk in zijn geheel. men waren om de aanzienlijke vertraging tegen te gaan, die ontstaat door de behandeling van telegrammen door de censuur. Ten aanzien van het embargo op het verzenden van telegrammen naar het buitenland in andere talen can Fransch en Engelsch, zeide Hoare, dat ook dit embargo vex-zacht is en dat telegrammen doorgegeven worden in alle talen, waaxwan het waarschijn lijk is dat zij gebruikt worden bij telegrammen uit Engeland. In het Hoogerhuis. Als leider van het Engelsche Hoogerhuxs heeft Lord Stanhope gistermiddag een verklaring af gelegd over den internationalen toestand. Hij zeide o.a. de minister-preisdent versterkt en aangemoedigd van de bijeenkomst in Frank rijk, was teruggekeerd, aangezien de volkomen overeenstemming van opvatting was gebleken tusschen de Fransche en de Britsche regeering op ieder punt van politiek en strategie, dat werd besproken. In antwoord op eenige vragen zeide Lord Halifax: De bepexiïingen, die de Bx-itsche regeeiing heeft opgelegd aan de operaties van haar eigen strijdkrachten, waren gebaseerd op de voor- waax-de dat een soox-tgelijke bepex-king door haai tegenstanders in acht zou worden genomen. De regeex-ing moet zich echter volkomen vrij hou den voor het geval, dat een dergelijke bepex-king niet in feite in acht wordt genomen. Zij zal dan zoo optreden als haar gepast zal voox-komen (luide toejuichingen). Terwijl het duidelijk is, dat met den vooruitgang der wetenschap en de samenstelling van alle bedrijvigheid der natie in een reusachtige oorlogsinspanning 't oude onder scheid tusschen strijders en niet-strijders buiten gewoon veel moeilijker valt af te bakenen ir deze dagen, „vertegenwoordigt de op 3 Septem ber gepubliceerde verklaring toch de welover wogen politiek van de Britsche en Fransche regeeringen, die haar hebben afgelegd in de hoop, dat zij door alle partijen in den tegenwoor- digen ooi-log in acht zou worden genomen". Lord Strabolgi zeide vervolgens te meenen, dat hij niet alleen sprak namens de Labourparty. maar ook namens de meerderheid van de Engel sche bevolking. „Wij willen niet afdalen tot het peil van barbarij, maar wij zouden de handen van onze militaire bevelhebbers niet willen bin den in het wettige gebruik van het luchtwapen, zelfs wanneer daarmede groote verliezen en leed verooi-zaakt werd aan de burgerbevolking. Wij hopen, dat hoe lang en hoe hard deze oorlog ook moge zijn, onze strijd zal gaan tegen de huidige heerschers, die zich van de macht communisten zich van stemming onthielden. De door de regeering getroffen maatrege len zullen tweemaal per Jaar, in Juni en in December, onderwerp van bespreking in het parlement worden, dat dan ook beslissen moet, of zij zullen blijvexr voortbestaan. Een commissie, bestaande uit de gewezen voorzit ters van de Kamer en van den Senaat exi uit de voorzitters der politieke fracties der volks vertegenwoordiging. zal deze parlementaire bespreking voorbereiden. Dezelfde belangrijke commissie zal ook ter beschikking van de re geering staan, wanneer zij tevoren haar advief over een voorgenomen belangrijken nieuwe* maatregel zal inwinnen. Een van de eerste regeeringsbesluiten, waar* aoor de burgerbevolking reeds geleerd heeft, dat er iets in het algemeene leven der bur gers, ook in de neutrale landen, veranderd is, is het verbod tot vei-koop vaxi eenige belang rijke levensmiddelen, zooals suiker, peul vruchten, deegwaren, meel, spxjsvet, tafelolie, haverproducten, enz. De regeering had reeds begin April gewaarschuwd, dat. bij het uit breken van een oorlog een dergelijk verbod zou worden uitgevaardigd, in afwachting van een rantsoeneering van den verkoop in deze goederen. Zij had de bevolking dus in April reeds aangeraden een voor twee maanden vol doenden voorraad aan te schaffen. Degenen, die deze raadgeving in den wind hebben ge slagen, zijn thans in moeilijkheden! Alleen die burgers, die aantoonen kunnen, dat hun de geldmiddelen ontbraken om een voorraad van twee maanden in te slaan, kunnen thans een blauwe kaart krijgen, die hun het recht tot kleine dagelijksehe aankoopen geeft. De bedoeling van dezen maatregel was het ham steren in deze levensmiddelen tegen te gaan. Het voorbeeld van 1914, toen de winkels be stormd en geheel uitverkocht werden, mocht niet herhaald worden! Ook in andere opzich ten zijn de onverkwikkelijke tooneelen van 25 jaar geleden (x-un op de banken, enz.) dit maal vrijwel geheel uitgebleven. Het Zwit- sersche volk heeft vertrouwen getoond in de verzekeringen der regeerixig, dat de banken genoeg geld voorhanden hebben, om in de ge wone behoeften te voorzien* en dat de regee ring zoo tijdig gezox-gd heeft voor den aan koop van in Zwitserland niet voortgebrachte levensmiddelen, dat Zwitserland minstens voor IVz jaar geenerlei moeilijkheden op dit gebied te vreezen heeft. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. De Zwitsersche neutraliteit 9tenci Quisan, da aiecde q.enecaal sinds 1848 GENèVE, September 1939. ET Zwitsersche volk heeft ctver het algemeen niet aan het uitbreken van de Europeeschen oorlog gelooft. Ook toen de spanning over Dantzig steeds dreigender werd, bleef men hier hopen en gelooven, dat op het laatste oogenblik toch nog een vreedzame oplossing zou worden gevonden, waardoor een ramp alsnog ver meden zou worden. Eerst toen de Zwitsersche regeering besloot de troepen voor de grens bescherming onder de wapenen te roepen, be gon men in Zwitserland den ernst van den toestand eerst voluit te beseffen. Want hiet was bekend, dat de regeering besloten was mobilisatiemaatregelen, waardoor duizenden jongemannen aan hun gewone werk onttrok ken zouden worden, zoo lang mogelijk uit_ te stellen. Deze eerste nog slechts gedeeltelijke mobilisatie schijnt op de bevolking een neg dieperen indruk te hebben gemaakt dan het daarop gevolgde algeheele mobilisatiebevel. De eerste gedeeltelijke maatregel had de be volking reeds op het verdere voorbereid. Zij heeft de afkondiging van de algeheele mobi lisatie in groote kalmte verdragen. Nooit is de wil van het Zwitsersche volk zijn onafhan kelijkheid. neutraliteit en vrijheid met alle kracht te verdedigen, zoo eendrachtig en sterk geweest als thans. De bevolking van de Zwitsersche hoofdstad Bern toonde dit, toen de juist door de ver- eenigde vergadering van Kamer en Senaat, met overgroote meerderheid tot generaal be noemde Henri Guisan door duizenden Berners op het groote plein voor het parlementsge bouw met 'n geestdrift werd toegejuicht, die wellicht nog nimmer een Zwitser was ten deel «evallen. De bevolking der hoofdstad wilde hierdoor niet slechts haar sympathie voor generaal Guisan zelf uitspreken, doch tevens uiting geven aan aller vastbeslotenheid het vaderland desnoods met de alleruiterste krachten te verdedigen. Generaal Henri Guisan is de vierde „generaal" sinds het bestaan van Zwitser land in den tegenwoordigen vorm. Zijn voorgangers waren Duf our (Genève) in 1848 en 1856, Herzog (Aargau) in 1870 en Ullrich Wille (Zürich) in 19141918. De tegenwoor dige generaal is een Fransch-Zwitser, uit-het kanton Vaud (met Lausanne als hoofdstad) geboortig. Hij gevoelt zich echter in Duitsch- Zwitserland even goed thuis als in „la Suisse Romande" en spreekt zelfs ook „Schwyzer- dütsch". wat bij een Fransch-Zwitser een zeldzaamheid is Hij is aanvankelijk opgeleid tot den landbouwstand. doch in den oorlog van 1914—1018 bleken tijdens de mobilisatie zijn militaire gaven zoo duidelijk, dat hij bij den generalen staf geplaatst werd en zich sinds dien vrijwel uitsluitend aan de lands verdediging wijdde. De Zwitsersche regeering stelt groot vertrouwen in zijn militaire ta lenten en weet ook. dat zijn andere persoon lijke eigeenschappen een goede samenwerking tusschen het burgerlijk en het militair ge zag, die onder Generaal Wille wel eexis te wenschen overliet waarborgen. Generaal Guisan. die in alle doelen van het land door voordrachten over het Zwitsersche leger en de Zwitsersche neutraliteit goed bekend is, wordt de volgende maand 65 jaar, een leef tijd dien men den kranigen levendigen mili tair zeker niet aanziet. In dezelfde buitengewone zitting van het Zwitsersche parlement, waarin generaal Guisan tot opperbevelhebber van het Zwit sersche leger werd benoemd, hebben Kamel en Senaat eendrachtig een wet aangenomen, PROGRAMMA waarbij de regeering gemachtigd werd ter kennis van de oorlogvoerende staten te bren gen, dat „Zwitserland besloten is onder alle omstandigheden en tegen alle mogendheden zijn neutraliteit te verdedigen". Al moge dit maal, in tegenstelling tot 1914 toen de sym pathieën verdeeld waren, de persoonlijke sympathie van vrijwel alle Zwiters dezelfde- richting uitgaan, die ik hier niet nader be hoef aan te duiden, de geheele bevolking wil desniettemin, evenals bij ons te lande het geval is, toch trachten buiten den corlog te blijven. Zelfs de leiders der Geneefsehe socia listen Nicole, die nog kort geleden de aan sluiting van Zwitserland bij het Engelsch- Fransche „vredesfront" had bepleit, gaf thans zijn stem aan de wet tot handhaving der neutraliteit. De Zwitsersche regeering heeft door haar gezanten te Berlijn, Parijs en Rome deze neu- traliteitsverklaring ter kennis van de regee ringen van Duitschland, Frankrijk en Italië gebracht. De Duitsche gezant te Bern had reeds een week te voren, op den dag toen Ko ningin Wilhelmina een soortgelijke verzeke ring van den Duitschen gezant bij ons Hof ontving, aan minister Motta de verzekering ;egeven, dat Duitschland in geval van oorlog de Zwitsersche neutraliteit zou eerbiedigen, zoolang ook de andere regeeringen dit zouden doen. De Italiaansche gezant te Bern had eenzelfde toezegging gegeven. De Fransche regeering had aanvankelijk nog gezwegen, het blijkbaar niet noodig achtend opnieuw te verzekeren, dat de Fransche regeering haar verplichtingen van eerbiediging der Zwitser sche neutraliteit zou nakomen. Toen de Zwit sersche gezant te Parijs minister Bonnet de Zwitsersche neutraliteitsverklaxdng overhan digde, liet minister Bonnet echter niet na ook zijnerzijds te verzekeren, dat Frankrijk de Zwitsersche xxeutraliteit eerbiedigen zal, zoo lang ook andere staten dit doen. De Zwit sersche regeering heeft dus weder uitdrukke lijke beloften van alle drie naburen ontvan gen. Dat zij zelf met de grootste zorg ervoor waken zal, dat geen oorlogvoerend land Zwit serland van een niet volstrekte nakoming van zijn neutraliteitsverplichtingen zou kunnen beschuldigen, staat boven iederen twijfel. Buitengewone volmachten voor de regeering DEZELFDE eenstemmig aangenomen wet. waarbij het Zwitsersche parlement den vasten neutraliteitswil van Zwitserland be vestigde, bevat ook eenige artikelen, die aan de regeering buitengewone volmachten ver- leenen. De regeering wordt hierbij gemach tigd alle maatregelen te treffen, die zij noo dig acht voor ..het behoud van de veiligheid, onafhankelijkheid en neutraliteit van Zwit serland. de beschermirxg van het crediet en van de ecoxiomische belangen van het land en de verzekering van het levensonderhoud der burgers". Bovendien heeft het parlement voor dit doel een onbeperkt crediet aan de regee ring verleend en de regeering tevens gemach tigd leeningen te sluiten. De regeering heeft dus zeer uitgebreide be voegdheden verkregen. Dat ook de socialisti sche partij, die niet in de regeering vertegen woordigd is, haar toestemming tot deze bui tengewone volmachten gegeven heeft, heeft een uitstekenden indruk in het land gemaakt. Ook de vertegenwooi'diger van het met veel natlonaal-socialistische denkbeelden =;vmna- thiseerende „xiationale front" gaf zijn stem aan deze wet, terwijl daarentegen de twee VRIJDAG 15 SEPTEMBER HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M. 8.00 VARA 10.— VPRO 10.20 VARA 12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO 9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00 VARA Gramofoonmuziek (Ca. 8.16 Berichten) 19.— Morgenwijding 10.20 Zang, piano en gra mofoonmuziek 10.50 Declamatie. 11.10 Gramo foonmuziek 11.20 Orgelspel 11.50 Gramofoon muziek 12.— Orgelspel (Ca. 12.15 Berichten) 12.20 Gramofoonmuziek 12.50. AVRO-Amuse- mentsorkest 1.30 Het Lyra-trio 2.15 Omroepor kest en gramofoonmuziek 3.30 Het Puszta-or- kest. 4.00—5.09 Gramofoonmuziek 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Esmeralda 6.— Orgelspel 6.28 Berichten 6.30 Letterkundig overzicht 6,50 Gra mofoonmuziek 7.VARA-Kalender 7.05 Cau serie „De Troelstra-school" 7.23 Berichten ANP. 7.30 Causerie over de collecte voor de Vereeni- ging voor personeel in dienst van de Nederland- sche Spoorwegen ter bestrijding der T. B. C. Hierna: Berichten. 7.35 Causerie „De boeken van de Bijbel. I. Het ontstaan van de verzame ling der Oud-Testamentarische boeken". 8. Cellovoordracht. 8.30 Causerie „De boodschap van het Vrijzinnig Protestantisme: De bestem ming van den mensch tot vrijheid". 9.Gra mofoonmuziek 9.30 Declamatie 9.45 VAR A-or kest 10.30 Berichten ANP. 19.40 Avondwijding H._ Viool en piano. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55—12.— Gramofoonmuziek. HILVERSUM n. 301.5 M Algemeen programma verzorgd door de KRO. 8.00—9.15 Gramofoonmuziek (Ca. 8.15 Bed.) 10.Gramofoonmuziek 11.30 Godsdienstig halfuur 12.— Berichten 12.15 Gramofoonmuziek 12.30 Paul Wijnappel's ensemble 1.Gx-amo- foonmuziek 1.20 Paul Wijnappel's ensemble. 1.50 Gramofoonmuziek 2.— Orgelconcert en gramo foonmuziek 3.KRO-orkest 3.45 „Tosca", opera (gr.pl.) 5.30 KRO-Melodisten en solist 6.— Land- en tuinbouwcauserie 6.20 KRO-Melodis ten en solist (Ca. 6.30 Berichten) 7.— Berichten 7.15 Causerie 7.35 Gramofoonmuziek 8.— Be richten ANP 8.15 KRO-Melodisten en solist 8.50 Causerie „Wat wil de vex-eeniging „Nederlandsch Fabrikaat?" 9— KRO-Orkest 9.30 „Hoe werkt de vex'eeniging Nederlandsch Fabrikaat? vraaggesprek 9.45 KRO-Orkest 10.30 Berichten ANP. 10.40 Lajos Veres en zijn orkest 11.00 12.00 Gramofoonmuziek DROITWICH, 1500 M. Geen opgave ontvangen. RADIO PARIS, 1648 M. 9.00 en 10.05 Gramofoonmuziek 11.20 Het Cantrelle-orkest 12.30 Zgna. 1.05 Gramofoon muziek 3.35 Zang 3.50 Pianovoordracht 4.35 Gx*amofoonmuziek 4.50 Zang 5.05 Gramofoon muziek 5.25 Trio-concert 6.35 Cellovoox-dracht 6.50 Gramofoonmuziek 8.35 Altviool-voordracht 8.50 Radiotooneel 11.05 Gramofoonmuziek 11.20 —12.59 Nachtconcert. KEULEN, 456 M. 6.50 Gramofoonmuziek 7.35 en 8.509.50 Om roeporkest 12.20 Italiaansch arbeidex-skoor en Leo Eysoldt's orkest 1.35 Omroepkleinorkest 2.303.20 Populair concert 4.20 Otto Dobrindt's orkest .(5.205.30 Gramofoonmuziek) 6.50 Li- terair-muzikaal programma 7.20 Gramofoon muziek 8.50 Dansmuziek (gr.pl.) 9.35 Radio tooneel 11.Omroeporkest en accordeon 12.20 3.20 Gevarieex-d populair concert (opn.) BRUSSEL 322 M. 12.29 Gramofoonmuziek 12.50 Omroepdans- orkest 1.50—2.20; 5.20—6.20 en 7.20 Gramo foonmuziek 8.20 Omroeporkest en Omroepkoor 10.3011,20 Gramofoonmuziek BRUSSEL. 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek 12.50 Radio-orkest I.50; 2.20; 5.20; 6.35 en 7.35 Gramofoonmuziek 8.29 Radio-orkest 9.35 Radio-orkest en solisten. 10.3011.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.35 Radiotooneel 9.35 Het Weensch Philhar- ■nonisch orkest en solist 10.20 Berichten 10.40 Blaaskwintet 11.05 Berichten 11.2012.20 Ac cordeonduo, Oxnroepdansorkest en soliste*.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7