r $aêcüiL Vastgestelde prijs en kvaliteit. Uw winkelier heeft jfyke. fiCaca en fauna Ouden Hïatecweg) nf NS D A G 3 OCTOBER 1939 aan een EEN vaartje kronkelt tusschen steile duinwanden door. Aan den eenen kant schieten sparren de hoogte in, aan de andere zijde is de heuvel over een kleine breedte weggegraven en wor den de smalle strooken langs het wa ter gebruikt als akkers. Kool, aard appelen, hier en daar wat bloemen eeven blijk van het werk der nijvere wroeters in den ouden grond. Het water in het kanaal is tamelijk helder, zoodat wij de fantastisch kronkelen de waterplanten kunnen volgen in hun loop- Aan beide zijden is onge veer een meterbreede strook begroeid, waartusschen de waterlelies afste- ken. De zon staat erop, zeer tot ge- noegen van de tallooze visschen, die erfourageeren. Het blijkt een uitgebreid gezelschap te zijn. Nimmer nog zag ik zoovele kieuwen bijeen, over de geheele lengte van .de zanderij- vaart misschien een goede kilometer - krioelt het van klein goed, waartusschen hiel en daar grootere zich voortbewegen. Voor den hengelaar een waar paradijs! In het hel dere water zie ik witvischjes en voorntjes zwemmen, waarvan sommige met prachtig rood gekleurde vinnen en staart. Het is eigen aardig. maar de vischgemeensehap gaat stromopwaarts vandaag. En staat nl. een lich te trek in het water. Tusschen de verschillen de scholen merk ik zoo hier en daar baarzen od Duidelijk zijn de verticale, dwarse strepen te herkennen. Het zijn maar kleintjes en de voorns trekken zich niets van deze roovers a!jk loop een eind langs het water en zie of ik hier en daar niet een glimp kan opvangen van een van die legendarische snoeken, die het heet te bevatten. Maar waar ik kijk, geen zooveel" ponders. Wel zie ik op een gegeven moment een kleintje, op de bekende snoe- kenmanier schuin omhoog onbewegelijk in het water staan. Prachtig is de slanke, sigaar achtige vorm, machtig de staart en wreed de In verhouding veel te groote bek. Hij wacht en loert op zijn prooi, die hij vertrouwende op zijn schutkleur dichtbij laat komen, om haar dan in een plotselingen sprong te verslaan. Ik kijk naar hem en hij, geloof ik, naar mij. Tenminste als ik een steentje opneem en hem dit toeslinger, is hij met een hevigen slag van zijn staart in een kolossale wieling verdwenen lang voordat het projectiel het water heeft bereikt. Ergens in de „Grand Canyon" Ik fiets door en neem de omgeving eens op. Met een beetje verbeelding, maar dan, dat moet ik toegeven, een meer dan normaie do sis, kan men zich voorstellen ergens in de Grand Canyon verdwaald te zijn. Hoog rijzen aan weerszijden de duinreeksen op. Het lijkt of het water den bodem uitgeslepen heeft en nu diep in de laagte als een onnoozel beekje stroomt. De natuur mist het grootsche van de Colorado rivier, maar zij is liefelijker. En rijk, zooals ik merk. Want nauwelijks had ik met verbazing naar de vischwereld staan kij ken of een wezeltje sprong in gestrekten ga lop den weg over, zijn lange, dunne lichaam gerekt in lenige elasticiteit. Twee moorde naars, de. snoek en de hermelijn, die voor el kaar, zij het dan ieder op zijn eigen terrein, weinig onderdoen. Een eindje verder vliegen een vijftal fazanten, waaronder een haan, over het water naar de veilige' overzijde en paradeeren daar. Ze pikken hier en daar wat op en verwijderen zich in de richting van de sparren om daar op een zonnig plekje verder te braden. „Faisant roti", maar niet zooals wij ze gaarne lusten! Een waterhoentje scharrelt aan den kant en aan de overzijde glijden twee meerkoeten kopknikkend door het water. Een jong water hoen probeert op een balk koorddanserskun sten uit te halen. Zijn lange teenen krommen zich in de lucht en hij balanceert vermake lijk op één poot. Zwaluwen vliegen over het wa ter, zitten op een lange rij op een leuning van een ijzeren spoorbrug, die hoog boven ons, de verbinding vormt tusschen beide oevers. In hun deftige rok gestoken zien ze eruit als kellners, die tezamen gekomen zijn voor een van hun befaamde wedstrijden, waarin de vlugheid hunner beenen, vastheid hunner handen en uithoudingsvermogen van hart en longen op de proef worden gesteld. Als het startsignaal geklonken, heeft vliegen alle luid snaterend weg. Het zullen wel de laatste zijn dit seizoen, want de winter staat voor de deur. Eindelooze zanderijen Aan het einde gekomen, zie ik mijn vaartje en een zijsloot zich verliezen in eindelooze zanderijen. Vlak voor me staat een hutje, op gelapt uit allerlei stukken hout, zoodat het geheel een eigenaardige legpuzzle is geworden. Een paar struiken groeien er omheen en er uit. De vreemdsoortige Schotsche ruit, die de architectonische schoonheid van dit wankele bouwsel verhoogt, schijnt een groote aantrek kingskracht uit te oefenen op dat gedeelte van de vogelwereld, dat zich lijster mag noe men. Tallooze vliegen heen en weer, trippe len over den grond en scharrelen op de vuil nisbelt, die den tuin van de villa uitmaakt. Het zijn al trekkers uit Noordelijke streken. Een paar geiten komen dreigend op me toe, öe^ koppen in gevechtshouding. Aangezien ik inijn heele leven een geit 'een hoogst onbe trouwbaar wezen heb gevonden, ben ik blij, a's ik uit een aangrenzende boerderij een vrouwspersoon zie komen, die de beesten temt en den weg voor me vrij maakt. Ik klim hoo- ger en zoek een zonnige plaats uit den wind, volg het illustere voorbeeld van de fazanten en knap een uil, wordt na een uur of zoo stijf, eoch vol levensmoed weer wakker en aan vaard den terugweg. Het blijkt dan, dat in uen tusschentijd eenige visschers hun vouw- sioeltjes hebben neergezet aan den waterkant en nu trachten van het vette der aarde, of oeter hier van het water voor zich te re serveeren. Als groot bewonderaar van de edele wschsport blijf ik om den loop der gebeurte- ufn Y?n nabÜ mee maken, net zijn hoogeschool-visschers. Ze azen niet Jj Het jonge goed, slechts op de grooten. Hun «ak met toebehooren zweeft zorgvuldig vlak ooven den bodem van de vaart. Het is me al- riip feen raacisel geweest, waarom de visschen, naoiK 1 zooveel te vretenhebben in een ka- aaitje als hier, uitgerekend juist in het aas ns visschers moeten bijten. Maar ja, ze doen j]? nu eenmaal, en wij, op onze beurt, doen H, fr,weer ons voordeel mee. Dus, het haakje Er in aas zwiert lustig boven den grond. Komen zoo nu en dan kanjers in de buurt, i v" eens naar kijken en dan doorzwemmen, de een het aas in den bek, dan steekt San u op' zooa-ts het heet. De vïsscher kan Juichen, mits hij de kunst visschen en niet juichen machtig is. Daar schijnt het volgens twee omstanders, vrienden overigens van den hengelaar, nogal aan te haperen. Jaap, zoo heet onze man, heeft al twee keer tuk gehad en tweemaal opgeslagen zonder re sultaat. Hij beweert dat het klein goed is, de anderen betwijfelen het. „Ik snap het niet", merkt een van de beiden op, „hij is toch zoo dikwijls met ons uit ge weest en moest er nu toch wel iets van ken nen 1" „Ja, vreemd is het", beaamt de ander. Waarom Jaap zich gedrongen voelt te con- stateeren, dat er inderdaad menschen zijn die het nooit leeren. Het uiten van deze zelfspot verhindert hem echter niet nogmaals den hengel te zwaaien, als zijn dobber plat gaat liggen. Ook ditmaal weer niets. Het zit niet mee, hoongelach klinkt achter hem.'Om die twee den mond te snoeren legt hij iets ondie per in en slaat inderdaad binnen enkele mi nuten er een aardigen voorn uit. „Zie je wel dat het klein goed is", komt Jaap voor den dag. Het snoer wordt weer verscho ven en de vangst op karper gaat verder. Een kanjer van een snoek! Inmiddels is een figuur naderbij gekomen die meestentijds met zijn hengel en dobber boven het water zwaait. Er blinkt iets zilver achtigs aan den haak. Ha, deze man loert op snoeken! Het is een vreemd persoon en zoo te zien een kruising tusschen een dorpsschool meester en een kunstschilder. Waarachtig, het zit hem mee! Plotseling verdwijnt zijn rij drij verij es en gaat zijn hengel angstwekkend krom staan. Alle aandacht is op hem gevestigd. Ook Jaap vergeet in te leggen, nadat hij voor de zooveelste maal voor niets had opgehaald. Eén rent met een schepnet langs den kant- waarheen langzamerhand de hengel wordt gedraaid. Eindelijk hebben we hem, een kan jer van een snoek met een bek, waarin een vuist gaat. De gelukkige eigenaar houdt hem trotsch in de hoogte. Het schijnt plotseling, dat de snoek Jaap geïnspireerd heeft, want plotseling slaakt hij een gil en staat ook zijn hengel krom. Hier tevens wordt het noodige beleid toegepast en men krijgt ten slotte een schitterenden kar per op het drooge. Nauwelijks ingelegd, her haalt zich het spelletje en weldra ligt num mer twee naast nummer één. Hiermede schijnt het voorloopig uit te zijn voor vanmid dag. Geen dobber beweegt meer. Ik stap dus maar eens op en groet Jaap en zijn vrienden, fiets terug langs het kanaal. Achter me don dert een trein over de ijzeren brug, boven me dreunt een vliegtuig. Auto's razen over den snelverkeersweg vlak in de nabijheid. Het deert me niet, noch dezen stillen waterweg, waar door de een of andere gril de natuur is gebleven zooals zij vroeger was, terwijl rondom het moderne zijn intrede deed. Een oase van kalmte temidden van een geïrriteerde opge wondenheid, met een rijke flora en fauna. Mo ge dat nog vele jaren zoo blijven. N. Cocaïnesmokkelaar voor de rechtbank. Zes maanden gevangenisstraf geëischt. Voor de Rotterdamsche rechtbank stond Maandag terecht de 48-jarige Franschman C. H. L. A. du Breton, zich noemende baron Du Breton, gerant van beroep en zonder vaste woonplaats, thans gedetineerd, wegens over treding van de wet op verdoovende middelen. De man stond in Parijs bekend als cocaïne smokkelaar en werd midden Augustus van dit jaar te Rotterdam gearresteerd. Hij vervoegde zich in hotel „Royal" om een pakje in ont vangst te nemen, dat daar voor hem was af gegeven, het pakje dat op 15 Juli j.l. aan het hotel was bezorgd, door een onbekend geble ven man, was voorzien van een aantal zegels en toen van 's Hertogeiubosch, Maastricht en Rotterdam uit telefonisch werd geïnformeerd of de baron het al had afgehaald, kreeg de hotelhouder het vermoeden, dat de zaak niet in orde was. De politie werd gewaarschuwd en op 11 Augustus werd het pakje geopend, dat het aantal cocaine-poeders bleek te be vatten. Het werd weer in de brandkast van het hotel opgeborgen en toen de baron zich 15 Aug. aan 't hotel vervoegde, om het in ontvangst te nemen, werd de afgifte enkele uren verscho ven door een uitvlucht, en de politie gewaar schuwd. De baron werd bij den hotelhouder toege laten, doch de val was gezet nadat hij op de vraag of dat bet pakje was, waarop hij wachtte, toestemmend had geantwoord, werd tot arrestatie overgegaan. Op hem werd een pas gevonden, op naam van baron Du Breton. Hij bleek in het bezit te zijn van een reisbiljet der K.L.M., waaruit werd opgemaakt, dat hij dienzelfden dag naar Marseille had willen vertrekken. Ofschoon een nauwkeurig onderzoek werd ingesteld, werden geen medeplichtigen ontdekt. De officier achtte het in voorraad hebben van verdoovende middelen bewezen. Het pakje heeft een waarde van 3000, dat ver dachte, z-ooals hij voorgeeft van meening was, dat hij in opdracht van een Duitsche, zekeren Mayer, zou betrokken zijn bij een deviezen- smokikel, noemde de officier fantasie. De eiseh luidde zes maanden gevangenisstraf. Herleeft „Sara Burgerhart" op het witte doek Dr. Ludwig Berger werkt aan een scenario. AMSTERDAM. Naar wij vernemen is dr. Ludwig Berger, de scenarioschrijver en re gisseur van de Nederlandsche film „Pygma lion" (naar Shaw's werk), begonnen een film scenario samen te stellen van den roman „Sara Burgerhart" van Betje Wolff en Aagje Déken. Duitsche vluchtelingen in Nederlandsch-Indië. BATAVIA, 2 October. (Aneta-A.N.P.) De im migratiedienst heeft drukke weken achter den rug in verband met het feit dat op de 19 Duit sche schepen, die op het oogenblik in de Neder- landsch-Indische havens aanwezig zijn, zich niet minder dan 1100 koppen aan bemanning be vinden. Hieronder zijn 702 Duitschers, die in onderhoud van de betrokken reederijen op de schepen blijven. De overige leden dr bemannin gen, dus bijna 400, worden zooveel mogelijk ge holpen bij overmonstering, dan wel terugzen ding naar hun* vaderland. Voorts bevonden zich aan boord van deze schepen in totaal 61 passagiers. De meesten hiei-van zijn dooi-gezonden naar Australië en enkele andere bestemmingen, zoodat nog 17 Duitsche passagiers zijn ovei-gebleven. Intusschen zijn met andere scheepsgelegen heden nog 101 Duitsche vluchtelingen in Ne- derlandsch-Indië aangekomen waaronder amb tenaren van de consulaten te Colombo en Sin gapore. Deze vluchtelingen worden voorloopig toegelaten op basis van asyl-verleening. Geen weerberichten over de radio. De Staatscourant bericht, dat in verband met de buitengewone om standigheden de radiotelegrafische en radio-telefonische uitzendingen van weerberichten door het zendsta tion van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut tijdelijk zijn gestaakt. De nachtvorstweer berichten worden dus tot nader aan kondiging niet radiotelefonisch gege ven. Om dezelfde redenen zijn ook de uitzendingen van het xveerbericht voor de scheepvaart in het Neder landsch kustgebied tijdelijk gestaakt. De opcenten op de Cemeentefondsbelasting. Wetsontwerp tot verhooging thans bij de Kamer ingediend De minister van financiën heeft aan de Tweede Kamer een wetsontwerp voorgelegd, dat den titel draagt „tijdelijke voorzieningen tot ver sterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des rijks". Zooals reeds in de millioe- nennota was aangekondigd, ligt het in het voor nemen der regeering het thans aanhangige ont werp van wet tot heffing van een nationale in komsten- en winstbelasting in te trekken. Tevens is daarbij medegedeeld, langs welken weg de minister zich voorstelt de noodige versterking der middelen te vinden. „Als eerste en voorloopige maatregel" al dus de Memorie van Toelichting tot het thans ingediende wetsontwerp komt daarbij in aan merking de heffing van opcenten op de gemeen tefondsbelasting. Artikel 1 van het ontwerp luidt: „Ten bate van het rijk worden geheven: a. 15 opcenten op de aanslagen in de gemeen tefondsbelasting over het belastingjaar, loopende van 1 Mei 1939 tot en met 30 April 1940. b. 45 opcenten op de aanslagen in de gemeen- tefondsbelastïng over het belastingjaar, loopen de van 1 Mei 1940 tot en met 30 April 1941". De Memorie van Toelichting teekent hier bij aan: „Bij een raming van f 65.000.000 voor de op brengst van de hoofdsom dier belasting zullen de vooi'gestelde 45 opcenten ongeveer f 30.000.000 opbrengen. Van dit bedrag komt evenwel slechts twee derden ten bate van het dienstjaar 1940, het overige éénderde ten bate van het jaar 1941. Teneinde voor het dienstjaar 1940 de volle bate van f 30.000.000 te verkrijgen, is het noodig, dat op de aanslagen in de gemeentefondsbelasting voor het belastingjaar 1939-1940 alsnog 15 op centen worden geheven, welker opbrengst dan geheel ten bate van het dienstjaar 1940 moet worden gebracht (artikel 3 van het ontwerp). Voorzooveel noodig wijst de minister er op, dat de onderwerpelijke opcenten bestemd zijn tot dekking van een tekort op den gewonen dienst der rijksbegrooting, waarbij met de bijzondere uitgaven in verband met den internationalen toestand nog geen rekening is gehouden." Geiten op het pad. Toestanden kunnen zich wijzigen, Falcon blijft wat hij was. Van F. 19.75 af worden Falcon-jassen en mantels verkocht in Egyptische katoen. Van F. 22.50 af in gabardine, in tweed, in kameelhaar, in effen, in alle modellen, kleuren en dessins. Van F. 19.75 af koopt U een jas of mantel met alle eigenschappen, die Falcon beroemd hebben gemaakt. De prijzen zijn in overeenstemming met de richtlijnen, die de Regeering in het algemeen belang getrokken heeft, voor het geheele land vastgesteld. Het Falcon etiket en het Falcon certificaat geven U de zekerheid, dat U on mogelijk teveel kunt betalen. UffAtHenpftooF (Adv. Ingez. Med.) „Nieuw Amsterdam" blijft voorloopig in Amerika „Zaandam" heeft passagiers voor Europa overgenomen. De HollandAmerika Lijn deelt mede dat de Nieuw-Amsterdam voorloopig niet naar Europa zal vertrekken, zooals in het voornemAi lag, doch in de haven zal blijven. Er werden 130 passagiers van de Nieuw-Amsterdam door de Zaandam overgenomen, welk schip naar Europa is vertrokken. Er zijn aanwijzingen welke er op duiden dat de Nieuw-Amsterdam aan de Ameri kaansche zijde van den Atlantischen Oceaan zal blijven, teneinde daar kruistochten te maken. De Cunard White Star heeft aangekondigd dat zij de passages met een derde verhoogen voor de lijn AmerikaEuropa. Deze maatregel wordt onmiddellijk effectief. (United Press). Ernstige dorpsruzie. Eén doode, één ernstig gewonde. Tusschen den thans 76-jarigen H. van E. en den 50-jarigen P. Th. te Opheusden (bij Kes- teren) heeft al jarenlang een veete bestaan over een raam in het huis van één hunner. De een be weerde, dat het glas niet dermate ondoorzichtig zou zijn, dat het den ander verhinderde op het erf van zijn tegenstander te kijken. Reeds vele malen hebben zij hierover met elkander on- eenigheid gehad. Toen de beide mannen elkaar in de kweekerij op eenigen afstand van hun woning ontmoetten, zijn zij volgens de Tel., handgemeen geraakt met het gevolg, dat Van E. met een groot aantal diepe, ernstig bloedende hoofdwonden naar huis gestrompeld is en daar, na nog even verteld te hebben, dat hij met Th. gevochten had, bewus teloos ineenzeeg. Daar niemand iets van de vechtpartij gezien had, weet men niet precies wat er tusschen beide mannen voorgevallen is. De ernstige hoofd wonden van Van E. wijzen er evenwel op, dat deze met een scherp voorwerp, vermoedelijk een schop, geslagen is. Een militair arts heeft het slachtoffer de eerste hulp verleend. Aangezien Th., die volgens mededeeling van Van E. de aanvaller zou zijn geweest, niet thuis kwam, is men in de kweekerij naar hem gaan zoeken. Niet ver van de plaats, waar de vecht partij gehouden was (bloedsporen wezen daar op) vond men Th. in de sloot met het hoofd in de modder. De levensgeesten waren toen reeds geruimen tijd geweken. Th. bleek een steekwon de in de hartstreek te hebben, die naar men beweert met een mes toegebracht zou zijn. Of hij de hand aan zichzelf heeft geslagen of dat hij door zijn tegenstander is geraakt, is on bekend, daar de toestand van den ouden Van E. nog niet heeft toegelaten, dat hem een verhoor afgenomen werd. Het lijk van Th. is in beslag genomen en naar het lijkenhuisje op de algemeene begraafplaats ovex-gebracht. ADELBORSTEN GEÏNSTALLEERD. Maandag zijn te Willemsoord 98 nieuw be noemde adelbox-sten voor de Koninklijke Ma rine geïnstalleerd. De plechtigheid geschiedde in tegenwoordigheid van den marine-comman dant, schout-bij-nacht H. Jolles, den gep. schout- bij-nacht C. Baron de Vos van Steenwijk, oud commandant van het Koninklijk Instituut voor de Marine en van talrijke familieleden van de adelborsten. Kol. Van Asbeck hield een toespraak tot de aangetreden adelborsten, die hij onder het korpsvaandel Installeer. Menagegeld voor verlofdagen. Kostwinnersvergoeding wordt verhoogd. Ook thee voor militairen. Op 21' September heeft de heer Van Sleen den minister van Defensie enkele vragen ge steld: Het antwoord van den heer Dijxhoorn, mi nister van Defensie, luidt: In het algemeen wordt bij het bepalen van het vergoedingsbedrag rekening gehouden met het feit, dat het onderhoud van den dienstplichtige gedurende zijn afwezigheid uit het gezin niet ten laste van het gezin komt. Wanneer daartoe aanleiding is, wordt echter van dezen algemeen geldenden regel af geweken. Zijn bijv. de inkomsten van een gezin lager dan de geraamde kosten van le- levensonderhoud van den dienstplichtige naar evenredigheid verminderd. Ten aanzien van personen, die bij de op komst steun genoten of in de werkverschaf fing waren in welke gevallen de vergoeding zich in hoofdzaak regelt naar het bedrag van den steun of van het loon wordt in het ge heel geen aftrek wegens de afwezigheid van den kostwinner toegepast. Wat de vergoeding voor menage betreft, is de ondergeteekende bereid, de kostwinners vergoeding te verhoogen, opdat daaruit de voeding van den dienstplichtige gedurende de gewone verlofdagen kan worden bekostigd. Hoewel aanvankelijk door den etappen- dienst uitsluitend koffie werd aangevoerd, vindt sinds eenigen tijd aanvoer van koffie èn thee in gelijke hoeveelheden plaats. Bij een der maaltijden kan derhalve thee, bij den an deren koffie worden verstrekt. Of bij een maal tijd zoowel thee als koffie kan worden uitge deeld, moet ter beoordeeling van den betrok ken commandant worden overgelaten, aange zien zulks afhankelijk is van de beschikbare kookgelegenheid Loopjongen slachtoffer van autodieven. Met gestolen auto aangereden en levensgevaarlijk gewond. Maandagmiddag omstreeks half vijf zijn op de Mathenesserlaan hoek Heemraadsingel te Rot terdam, een personenauto en een transportfiets, welke laatste bestuurd werd door den 15-jari- gen loopjongen M de R., met elkaar in botsing gekomen. De aanrijding ontstond, doordat de auto den wielrijder geen voorrang verleende. Uit het politie-ondex-zoek bleek, dat de auto eenige oogenblikken te voren ontvreemd was voor een woning aan de Rochussenstraat. De drie inzittenden, de 18-jarige Ios-werkman L. H.. zijn 18-jarige collega J. M. H. van der A. en de 21-jax-ige los-werkman A. H. wei-den' in het politiebureau aan de Oostervantstraat ingeslo ten. De wielrijder werd door het rechtervoorwiel van de auto gegrepen waarop hij zich trachtte vast te klemmen aar, de treeplank. Toen de be stuurder van de auto, vermoedelijk A. H.. dit bemerkte, gaf hij vol gas, waardoor de toen reeds zwaar gewonde knaap de treeplank moest loslaten en een der wielen over zich heen kreeg. Het slachtoffer kreeg een schedelbasisfractuur en moest naar het ziekenhuis aan den Coolsingel worden vervoerd alwaar hij is opgenomen. Zija toestand is levensgevaarlijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7