r
$aêcüiL
Vastgestelde prijs en
kvaliteit.
Uw winkelier heeft
jfyke. fiCaca en fauna
Ouden Hïatecweg)
nf NS D A G 3 OCTOBER 1939
aan een
EEN vaartje kronkelt tusschen
steile duinwanden door. Aan
den eenen kant schieten
sparren de hoogte in, aan de
andere zijde is de heuvel over een
kleine breedte weggegraven en wor
den de smalle strooken langs het wa
ter gebruikt als akkers. Kool, aard
appelen, hier en daar wat bloemen
eeven blijk van het werk der nijvere
wroeters in den ouden grond. Het
water in het kanaal is tamelijk helder,
zoodat wij de fantastisch kronkelen
de waterplanten kunnen volgen in
hun loop- Aan beide zijden is onge
veer een meterbreede strook begroeid,
waartusschen de waterlelies afste-
ken. De zon staat erop, zeer tot ge-
noegen van de tallooze visschen, die
erfourageeren.
Het blijkt een uitgebreid gezelschap te zijn.
Nimmer nog zag ik zoovele kieuwen bijeen,
over de geheele lengte van .de zanderij-
vaart misschien een goede kilometer -
krioelt het van klein goed, waartusschen hiel
en daar grootere zich voortbewegen. Voor
den hengelaar een waar paradijs! In het hel
dere water zie ik witvischjes en voorntjes
zwemmen, waarvan sommige met prachtig
rood gekleurde vinnen en staart. Het is eigen
aardig. maar de vischgemeensehap gaat
stromopwaarts vandaag. En staat nl. een lich
te trek in het water. Tusschen de verschillen
de scholen merk ik zoo hier en daar baarzen
od Duidelijk zijn de verticale, dwarse strepen
te herkennen. Het zijn maar kleintjes en de
voorns trekken zich niets van deze roovers
a!jk loop een eind langs het water en zie of
ik hier en daar niet een glimp kan opvangen
van een van die legendarische snoeken, die
het heet te bevatten. Maar waar ik kijk, geen
zooveel" ponders. Wel zie ik op een gegeven
moment een kleintje, op de bekende snoe-
kenmanier schuin omhoog onbewegelijk in het
water staan. Prachtig is de slanke, sigaar
achtige vorm, machtig de staart en wreed de
In verhouding veel te groote bek. Hij wacht
en loert op zijn prooi, die hij vertrouwende op
zijn schutkleur dichtbij laat komen, om haar
dan in een plotselingen sprong te verslaan.
Ik kijk naar hem en hij, geloof ik, naar mij.
Tenminste als ik een steentje opneem en hem
dit toeslinger, is hij met een hevigen slag van
zijn staart in een kolossale wieling verdwenen
lang voordat het projectiel het water heeft
bereikt.
Ergens in de „Grand Canyon"
Ik fiets door en neem de omgeving eens op.
Met een beetje verbeelding, maar dan, dat
moet ik toegeven, een meer dan normaie do
sis, kan men zich voorstellen ergens in de
Grand Canyon verdwaald te zijn. Hoog rijzen
aan weerszijden de duinreeksen op. Het lijkt
of het water den bodem uitgeslepen heeft en
nu diep in de laagte als een onnoozel beekje
stroomt. De natuur mist het grootsche van de
Colorado rivier, maar zij is liefelijker. En
rijk, zooals ik merk. Want nauwelijks had ik
met verbazing naar de vischwereld staan kij
ken of een wezeltje sprong in gestrekten ga
lop den weg over, zijn lange, dunne lichaam
gerekt in lenige elasticiteit. Twee moorde
naars, de. snoek en de hermelijn, die voor el
kaar, zij het dan ieder op zijn eigen terrein,
weinig onderdoen. Een eindje verder vliegen
een vijftal fazanten, waaronder een haan,
over het water naar de veilige' overzijde en
paradeeren daar. Ze pikken hier en daar wat
op en verwijderen zich in de richting van de
sparren om daar op een zonnig plekje verder
te braden. „Faisant roti", maar niet zooals wij
ze gaarne lusten!
Een waterhoentje scharrelt aan den kant
en aan de overzijde glijden twee meerkoeten
kopknikkend door het water. Een jong water
hoen probeert op een balk koorddanserskun
sten uit te halen. Zijn lange teenen krommen
zich in de lucht en hij balanceert vermake
lijk op één poot. Zwaluwen vliegen over het wa
ter, zitten op een lange rij op een leuning van
een ijzeren spoorbrug, die hoog boven ons, de
verbinding vormt tusschen beide oevers. In
hun deftige rok gestoken zien ze eruit als
kellners, die tezamen gekomen zijn voor een
van hun befaamde wedstrijden, waarin de
vlugheid hunner beenen, vastheid hunner
handen en uithoudingsvermogen van hart en
longen op de proef worden gesteld. Als het
startsignaal geklonken, heeft vliegen alle luid
snaterend weg. Het zullen wel de laatste zijn
dit seizoen, want de winter staat voor de deur.
Eindelooze zanderijen
Aan het einde gekomen, zie ik mijn vaartje
en een zijsloot zich verliezen in eindelooze
zanderijen. Vlak voor me staat een hutje, op
gelapt uit allerlei stukken hout, zoodat het
geheel een eigenaardige legpuzzle is geworden.
Een paar struiken groeien er omheen en er
uit. De vreemdsoortige Schotsche ruit, die de
architectonische schoonheid van dit wankele
bouwsel verhoogt, schijnt een groote aantrek
kingskracht uit te oefenen op dat gedeelte
van de vogelwereld, dat zich lijster mag noe
men. Tallooze vliegen heen en weer, trippe
len over den grond en scharrelen op de vuil
nisbelt, die den tuin van de villa uitmaakt.
Het zijn al trekkers uit Noordelijke streken.
Een paar geiten komen dreigend op me toe,
öe^ koppen in gevechtshouding. Aangezien ik
inijn heele leven een geit 'een hoogst onbe
trouwbaar wezen heb gevonden, ben ik blij,
a's ik uit een aangrenzende boerderij een
vrouwspersoon zie komen, die de beesten temt
en den weg voor me vrij maakt. Ik klim hoo-
ger en zoek een zonnige plaats uit den wind,
volg het illustere voorbeeld van de fazanten
en knap een uil, wordt na een uur of zoo stijf,
eoch vol levensmoed weer wakker en aan
vaard den terugweg. Het blijkt dan, dat in
uen tusschentijd eenige visschers hun vouw-
sioeltjes hebben neergezet aan den waterkant
en nu trachten van het vette der aarde, of
oeter hier van het water voor zich te re
serveeren. Als groot bewonderaar van de edele
wschsport blijf ik om den loop der gebeurte-
ufn Y?n nabÜ mee maken,
net zijn hoogeschool-visschers. Ze azen niet
Jj Het jonge goed, slechts op de grooten. Hun
«ak met toebehooren zweeft zorgvuldig vlak
ooven den bodem van de vaart. Het is me al-
riip feen raacisel geweest, waarom de visschen,
naoiK 1 zooveel te vretenhebben in een ka-
aaitje als hier, uitgerekend juist in het aas
ns visschers moeten bijten. Maar ja, ze doen
j]? nu eenmaal, en wij, op onze beurt, doen
H, fr,weer ons voordeel mee. Dus, het haakje
Er in aas zwiert lustig boven den grond.
Komen zoo nu en dan kanjers in de buurt, i
v" eens naar kijken en dan doorzwemmen,
de een het aas in den bek, dan steekt
San u op' zooa-ts het heet. De vïsscher kan
Juichen, mits hij de kunst visschen en
niet juichen machtig is. Daar schijnt het
volgens twee omstanders, vrienden overigens
van den hengelaar, nogal aan te haperen.
Jaap, zoo heet onze man, heeft al twee keer
tuk gehad en tweemaal opgeslagen zonder re
sultaat. Hij beweert dat het klein goed is, de
anderen betwijfelen het.
„Ik snap het niet", merkt een van de beiden
op, „hij is toch zoo dikwijls met ons uit ge
weest en moest er nu toch wel iets van ken
nen 1"
„Ja, vreemd is het", beaamt de ander.
Waarom Jaap zich gedrongen voelt te con-
stateeren, dat er inderdaad menschen zijn die
het nooit leeren. Het uiten van deze zelfspot
verhindert hem echter niet nogmaals den
hengel te zwaaien, als zijn dobber plat gaat
liggen. Ook ditmaal weer niets. Het zit niet
mee, hoongelach klinkt achter hem.'Om die
twee den mond te snoeren legt hij iets ondie
per in en slaat inderdaad binnen enkele mi
nuten er een aardigen voorn uit.
„Zie je wel dat het klein goed is", komt Jaap
voor den dag. Het snoer wordt weer verscho
ven en de vangst op karper gaat verder.
Een kanjer van een snoek!
Inmiddels is een figuur naderbij gekomen
die meestentijds met zijn hengel en dobber
boven het water zwaait. Er blinkt iets zilver
achtigs aan den haak. Ha, deze man loert op
snoeken! Het is een vreemd persoon en zoo te
zien een kruising tusschen een dorpsschool
meester en een kunstschilder. Waarachtig, het
zit hem mee! Plotseling verdwijnt zijn rij drij
verij es en gaat zijn hengel angstwekkend krom
staan. Alle aandacht is op hem gevestigd. Ook
Jaap vergeet in te leggen, nadat hij voor de
zooveelste maal voor niets had opgehaald.
Eén rent met een schepnet langs den kant-
waarheen langzamerhand de hengel wordt
gedraaid. Eindelijk hebben we hem, een kan
jer van een snoek met een bek, waarin een
vuist gaat. De gelukkige eigenaar houdt hem
trotsch in de hoogte.
Het schijnt plotseling, dat de snoek Jaap
geïnspireerd heeft, want plotseling slaakt hij
een gil en staat ook zijn hengel krom. Hier
tevens wordt het noodige beleid toegepast en
men krijgt ten slotte een schitterenden kar
per op het drooge. Nauwelijks ingelegd, her
haalt zich het spelletje en weldra ligt num
mer twee naast nummer één. Hiermede
schijnt het voorloopig uit te zijn voor vanmid
dag. Geen dobber beweegt meer. Ik stap dus
maar eens op en groet Jaap en zijn vrienden,
fiets terug langs het kanaal. Achter me don
dert een trein over de ijzeren brug, boven
me dreunt een vliegtuig. Auto's razen over
den snelverkeersweg vlak in de nabijheid. Het
deert me niet, noch dezen stillen waterweg,
waar door de een of andere gril de natuur is
gebleven zooals zij vroeger was, terwijl rondom
het moderne zijn intrede deed. Een oase van
kalmte temidden van een geïrriteerde opge
wondenheid, met een rijke flora en fauna. Mo
ge dat nog vele jaren zoo blijven.
N.
Cocaïnesmokkelaar voor de
rechtbank.
Zes maanden gevangenisstraf geëischt.
Voor de Rotterdamsche rechtbank stond
Maandag terecht de 48-jarige Franschman
C. H. L. A. du Breton, zich noemende baron
Du Breton, gerant van beroep en zonder vaste
woonplaats, thans gedetineerd, wegens over
treding van de wet op verdoovende middelen.
De man stond in Parijs bekend als cocaïne
smokkelaar en werd midden Augustus van dit
jaar te Rotterdam gearresteerd. Hij vervoegde
zich in hotel „Royal" om een pakje in ont
vangst te nemen, dat daar voor hem was af
gegeven, het pakje dat op 15 Juli j.l. aan het
hotel was bezorgd, door een onbekend geble
ven man, was voorzien van een aantal zegels
en toen van 's Hertogeiubosch, Maastricht en
Rotterdam uit telefonisch werd geïnformeerd
of de baron het al had afgehaald, kreeg de
hotelhouder het vermoeden, dat de zaak niet
in orde was. De politie werd gewaarschuwd
en op 11 Augustus werd het pakje geopend,
dat het aantal cocaine-poeders bleek te be
vatten. Het werd weer in de brandkast van
het hotel opgeborgen en toen de baron zich 15
Aug. aan 't hotel vervoegde, om het in ontvangst
te nemen, werd de afgifte enkele uren verscho
ven door een uitvlucht, en de politie gewaar
schuwd.
De baron werd bij den hotelhouder toege
laten, doch de val was gezet nadat hij op de
vraag of dat bet pakje was, waarop hij
wachtte, toestemmend had geantwoord, werd
tot arrestatie overgegaan.
Op hem werd een pas gevonden, op naam
van baron Du Breton. Hij bleek in het bezit
te zijn van een reisbiljet der K.L.M., waaruit
werd opgemaakt, dat hij dienzelfden dag naar
Marseille had willen vertrekken. Ofschoon een
nauwkeurig onderzoek werd ingesteld, werden
geen medeplichtigen ontdekt.
De officier achtte het in voorraad hebben
van verdoovende middelen bewezen. Het
pakje heeft een waarde van 3000, dat ver
dachte, z-ooals hij voorgeeft van meening was,
dat hij in opdracht van een Duitsche, zekeren
Mayer, zou betrokken zijn bij een deviezen-
smokikel, noemde de officier fantasie. De eiseh
luidde zes maanden gevangenisstraf.
Herleeft „Sara Burgerhart" op
het witte doek
Dr.
Ludwig Berger werkt aan een
scenario.
AMSTERDAM. Naar wij vernemen is
dr. Ludwig Berger, de scenarioschrijver en re
gisseur van de Nederlandsche film „Pygma
lion" (naar Shaw's werk), begonnen een film
scenario samen te stellen van den roman „Sara
Burgerhart" van Betje Wolff en Aagje Déken.
Duitsche vluchtelingen in
Nederlandsch-Indië.
BATAVIA, 2 October. (Aneta-A.N.P.) De im
migratiedienst heeft drukke weken achter den
rug in verband met het feit dat op de 19 Duit
sche schepen, die op het oogenblik in de Neder-
landsch-Indische havens aanwezig zijn, zich niet
minder dan 1100 koppen aan bemanning be
vinden. Hieronder zijn 702 Duitschers, die in
onderhoud van de betrokken reederijen op de
schepen blijven. De overige leden dr bemannin
gen, dus bijna 400, worden zooveel mogelijk ge
holpen bij overmonstering, dan wel terugzen
ding naar hun* vaderland.
Voorts bevonden zich aan boord van deze
schepen in totaal 61 passagiers. De meesten
hiei-van zijn dooi-gezonden naar Australië en
enkele andere bestemmingen, zoodat nog 17
Duitsche passagiers zijn ovei-gebleven.
Intusschen zijn met andere scheepsgelegen
heden nog 101 Duitsche vluchtelingen in Ne-
derlandsch-Indië aangekomen waaronder amb
tenaren van de consulaten te Colombo en Sin
gapore. Deze vluchtelingen worden voorloopig
toegelaten op basis van asyl-verleening.
Geen weerberichten over de radio.
De Staatscourant bericht, dat in
verband met de buitengewone om
standigheden de radiotelegrafische
en radio-telefonische uitzendingen
van weerberichten door het zendsta
tion van het Koninklijk Nederlandsch
Meteorologisch Instituut tijdelijk
zijn gestaakt. De nachtvorstweer
berichten worden dus tot nader aan
kondiging niet radiotelefonisch gege
ven. Om dezelfde redenen zijn ook
de uitzendingen van het xveerbericht
voor de scheepvaart in het Neder
landsch kustgebied tijdelijk gestaakt.
De opcenten op de
Cemeentefondsbelasting.
Wetsontwerp tot verhooging
thans bij de Kamer ingediend
De minister van financiën heeft aan de
Tweede Kamer een wetsontwerp voorgelegd, dat
den titel draagt „tijdelijke voorzieningen tot ver
sterking van de middelen tot dekking van de
uitgaven des rijks". Zooals reeds in de millioe-
nennota was aangekondigd, ligt het in het voor
nemen der regeering het thans aanhangige ont
werp van wet tot heffing van een nationale in
komsten- en winstbelasting in te trekken. Tevens
is daarbij medegedeeld, langs welken weg de
minister zich voorstelt de noodige versterking
der middelen te vinden.
„Als eerste en voorloopige maatregel" al
dus de Memorie van Toelichting tot het thans
ingediende wetsontwerp komt daarbij in aan
merking de heffing van opcenten op de gemeen
tefondsbelasting.
Artikel 1 van het ontwerp luidt:
„Ten bate van het rijk worden geheven:
a. 15 opcenten op de aanslagen in de gemeen
tefondsbelasting over het belastingjaar, loopende
van 1 Mei 1939 tot en met 30 April 1940.
b. 45 opcenten op de aanslagen in de gemeen-
tefondsbelastïng over het belastingjaar, loopen
de van 1 Mei 1940 tot en met 30 April 1941".
De Memorie van Toelichting teekent hier
bij aan:
„Bij een raming van f 65.000.000 voor de op
brengst van de hoofdsom dier belasting zullen
de vooi'gestelde 45 opcenten ongeveer f 30.000.000
opbrengen. Van dit bedrag komt evenwel slechts
twee derden ten bate van het dienstjaar 1940,
het overige éénderde ten bate van het jaar 1941.
Teneinde voor het dienstjaar 1940 de volle bate
van f 30.000.000 te verkrijgen, is het noodig, dat
op de aanslagen in de gemeentefondsbelasting
voor het belastingjaar 1939-1940 alsnog 15 op
centen worden geheven, welker opbrengst dan
geheel ten bate van het dienstjaar 1940 moet
worden gebracht (artikel 3 van het ontwerp).
Voorzooveel noodig wijst de minister er op,
dat de onderwerpelijke opcenten bestemd zijn
tot dekking van een tekort op den gewonen dienst
der rijksbegrooting, waarbij met de bijzondere
uitgaven in verband met den internationalen
toestand nog geen rekening is gehouden."
Geiten op het pad.
Toestanden kunnen zich wijzigen, Falcon
blijft wat hij was.
Van F. 19.75 af worden Falcon-jassen en
mantels verkocht in Egyptische katoen. Van
F. 22.50 af in gabardine, in tweed, in kameelhaar,
in effen, in alle modellen, kleuren en dessins.
Van F. 19.75 af koopt U een jas of mantel
met alle eigenschappen, die Falcon beroemd
hebben gemaakt.
De prijzen zijn in overeenstemming met de
richtlijnen, die de Regeering in het algemeen
belang getrokken heeft, voor het geheele land
vastgesteld. Het Falcon etiket en het Falcon
certificaat geven U de zekerheid, dat U on
mogelijk teveel kunt betalen.
UffAtHenpftooF
(Adv. Ingez. Med.)
„Nieuw Amsterdam" blijft
voorloopig in Amerika
„Zaandam" heeft passagiers voor Europa
overgenomen.
De HollandAmerika Lijn deelt mede dat de
Nieuw-Amsterdam voorloopig niet naar Europa
zal vertrekken, zooals in het voornemAi lag,
doch in de haven zal blijven. Er werden 130
passagiers van de Nieuw-Amsterdam door de
Zaandam overgenomen, welk schip naar Europa
is vertrokken. Er zijn aanwijzingen welke er op
duiden dat de Nieuw-Amsterdam aan de Ameri
kaansche zijde van den Atlantischen Oceaan zal
blijven, teneinde daar kruistochten te maken.
De Cunard White Star heeft aangekondigd dat
zij de passages met een derde verhoogen voor
de lijn AmerikaEuropa. Deze maatregel wordt
onmiddellijk effectief.
(United Press).
Ernstige dorpsruzie.
Eén doode, één ernstig gewonde.
Tusschen den thans 76-jarigen H. van E. en
den 50-jarigen P. Th. te Opheusden (bij Kes-
teren) heeft al jarenlang een veete bestaan over
een raam in het huis van één hunner. De een be
weerde, dat het glas niet dermate ondoorzichtig
zou zijn, dat het den ander verhinderde op het
erf van zijn tegenstander te kijken. Reeds vele
malen hebben zij hierover met elkander on-
eenigheid gehad.
Toen de beide mannen elkaar in de kweekerij
op eenigen afstand van hun woning ontmoetten,
zijn zij volgens de Tel., handgemeen geraakt met
het gevolg, dat Van E. met een groot aantal
diepe, ernstig bloedende hoofdwonden naar huis
gestrompeld is en daar, na nog even verteld te
hebben, dat hij met Th. gevochten had, bewus
teloos ineenzeeg.
Daar niemand iets van de vechtpartij gezien
had, weet men niet precies wat er tusschen
beide mannen voorgevallen is. De ernstige hoofd
wonden van Van E. wijzen er evenwel op, dat
deze met een scherp voorwerp, vermoedelijk een
schop, geslagen is. Een militair arts heeft het
slachtoffer de eerste hulp verleend.
Aangezien Th., die volgens mededeeling van
Van E. de aanvaller zou zijn geweest, niet thuis
kwam, is men in de kweekerij naar hem gaan
zoeken. Niet ver van de plaats, waar de vecht
partij gehouden was (bloedsporen wezen daar
op) vond men Th. in de sloot met het hoofd in
de modder. De levensgeesten waren toen reeds
geruimen tijd geweken. Th. bleek een steekwon
de in de hartstreek te hebben, die naar men
beweert met een mes toegebracht zou zijn.
Of hij de hand aan zichzelf heeft geslagen of
dat hij door zijn tegenstander is geraakt, is on
bekend, daar de toestand van den ouden Van E.
nog niet heeft toegelaten, dat hem een verhoor
afgenomen werd.
Het lijk van Th. is in beslag genomen en naar
het lijkenhuisje op de algemeene begraafplaats
ovex-gebracht.
ADELBORSTEN GEÏNSTALLEERD.
Maandag zijn te Willemsoord 98 nieuw be
noemde adelbox-sten voor de Koninklijke Ma
rine geïnstalleerd. De plechtigheid geschiedde
in tegenwoordigheid van den marine-comman
dant, schout-bij-nacht H. Jolles, den gep. schout-
bij-nacht C. Baron de Vos van Steenwijk, oud
commandant van het Koninklijk Instituut voor
de Marine en van talrijke familieleden van de
adelborsten.
Kol. Van Asbeck hield een toespraak tot de
aangetreden adelborsten, die hij onder het
korpsvaandel Installeer.
Menagegeld voor verlofdagen.
Kostwinnersvergoeding wordt
verhoogd.
Ook thee voor militairen.
Op 21' September heeft de heer Van Sleen
den minister van Defensie enkele vragen ge
steld:
Het antwoord van den heer Dijxhoorn, mi
nister van Defensie, luidt:
In het algemeen wordt bij het bepalen van
het vergoedingsbedrag rekening gehouden
met het feit, dat het onderhoud van den
dienstplichtige gedurende zijn afwezigheid
uit het gezin niet ten laste van het gezin
komt. Wanneer daartoe aanleiding is, wordt
echter van dezen algemeen geldenden regel af
geweken. Zijn bijv. de inkomsten van een
gezin lager dan de geraamde kosten van le-
levensonderhoud van den dienstplichtige
naar evenredigheid verminderd.
Ten aanzien van personen, die bij de op
komst steun genoten of in de werkverschaf
fing waren in welke gevallen de vergoeding
zich in hoofdzaak regelt naar het bedrag van
den steun of van het loon wordt in het ge
heel geen aftrek wegens de afwezigheid van
den kostwinner toegepast.
Wat de vergoeding voor menage betreft, is
de ondergeteekende bereid, de kostwinners
vergoeding te verhoogen, opdat daaruit de
voeding van den dienstplichtige gedurende de
gewone verlofdagen kan worden bekostigd.
Hoewel aanvankelijk door den etappen-
dienst uitsluitend koffie werd aangevoerd,
vindt sinds eenigen tijd aanvoer van koffie
èn thee in gelijke hoeveelheden plaats. Bij een
der maaltijden kan derhalve thee, bij den an
deren koffie worden verstrekt. Of bij een maal
tijd zoowel thee als koffie kan worden uitge
deeld, moet ter beoordeeling van den betrok
ken commandant worden overgelaten, aange
zien zulks afhankelijk is van de beschikbare
kookgelegenheid
Loopjongen slachtoffer van
autodieven.
Met gestolen auto aangereden en
levensgevaarlijk gewond.
Maandagmiddag omstreeks half vijf zijn op de
Mathenesserlaan hoek Heemraadsingel te Rot
terdam, een personenauto en een transportfiets,
welke laatste bestuurd werd door den 15-jari-
gen loopjongen M de R., met elkaar in botsing
gekomen. De aanrijding ontstond, doordat de
auto den wielrijder geen voorrang verleende.
Uit het politie-ondex-zoek bleek, dat de auto
eenige oogenblikken te voren ontvreemd was
voor een woning aan de Rochussenstraat. De
drie inzittenden, de 18-jarige Ios-werkman L.
H.. zijn 18-jarige collega J. M. H. van der A. en
de 21-jax-ige los-werkman A. H. wei-den' in het
politiebureau aan de Oostervantstraat ingeslo
ten.
De wielrijder werd door het rechtervoorwiel
van de auto gegrepen waarop hij zich trachtte
vast te klemmen aar, de treeplank. Toen de be
stuurder van de auto, vermoedelijk A. H.. dit
bemerkte, gaf hij vol gas, waardoor de toen
reeds zwaar gewonde knaap de treeplank moest
loslaten en een der wielen over zich heen kreeg.
Het slachtoffer kreeg een schedelbasisfractuur
en moest naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
worden vervoerd alwaar hij is opgenomen. Zija
toestand is levensgevaarlijk.