H
Engeland bereid voorstellen in
studie te nemen,
zegt Ch amberlain.
tstiand's hoofdstad Jxdtinn.
Verzamelplaats van oude culturen.
„OENSDAG 4 OCTOBER 1939
£uUeve ve^iekeüngen
(«wt {Kitte* kunnen ech=
niet tuocden aan=
uaatd.
Heerschappij van geweld zal een einde moeten nemen".
In zijn wekelijksche verklaring in het La-
cerhuis zeide minister-president Chamber
lain Dinsdag:
In de afgeloopen week hebben zich gebeur
tenissen van groot belang op internationaal
terrein voorgedaan. 26 September bracht de
mitsche minister van buitenlandsche zaken
=pn bezoek aan Moskou en den 28sten Sep
tember werden de resultaten van dit bezoek
hekend gemaakt. Chamberlain zeide vervol
gens, dat dit resultaat drievoudig was.
j Ben vierde verdeeling van Polen is be-
nrocfd en een overeenkomst is onderteekend,
waarbij de grens tusschen Rusland en
nuitsch'land is vastgesteld. De grenslijn, waar-
nn overeenstemming is bereikt, is belangrijk
meer ten gunste van Duitschland dan de
voorloopige lijn van de militaire bezetting,
„elke eerst was vastgesteld.
2 De regeeringen van Duitschland en de
<?oviet-Unie hebben verklaard, dat hun over
eenkomst de vraagstukken regelde, welke
voortkwamen uit de ineenstorting van Polen
en een solide basis vormden voor een duurza-
men vrede in Oost-Europa. Volgens hun mee-
nine zou een einde van den huidigen oorlog
tusschen Duitschland, Engeland en Frankrijk
m het belang zijn van alle mogendheden.
Reide regeeringen, zoo verklaarden zij verder,
vullen pogen dit doel zoo spoedig mogelijk te
bereiken Chamberlain maakte vervolgens
melding van de gemeenschappelijke verkla
ring inzake de verantwoordelijkheid van En-
eeland en Frankrijk tot voortzetting van den
oorlog en van de „raadpleging" van Duitsch
land en de Sovjet Unie.
3 Een economische overeenkomst tusschen
Duitschland en de Sovjet Unie is voorzien,
waarbij Rusland grondstoffen zal leveren aan
Duitschland en Duitschland industrieproduc
ten zal leveren over een langdurige periode.
In sommige kringen heeft men gevraagd,
dat Zijner Majesteits regeering haar houding
zou bepalen ten aanzien van deze ontwikke
ling doch ik zie hierin niets, wat- dit land er
toe zou kunnen brengen, zijn houding, welke
het rechtvaardig acht, te wijzigen. De Rus-
sisch-Duitsche overeenkomst heeft den toe
stand in Polen gewijzigd, doch er volgt geens
zins uit, dat de overeenkomst zal leiden tot
een uiteindelijk voordeel van Duitschland en
nog veel minder, dat zij de doelstellingen van
Zijner Majesteitsregeering zou treffen.
Er is niets in de overeenkomst, dat
voor ons aanleiding zou kunnen zijn
om iets anders te doen dan wat wij nu
doen: al onze hulpbronnen mobili-
seeren en de geheele macht van het
Britsche Imperium in het werk stel
len voor een doeltreffend voortzetten
van den oorlog.
Chamberlain herinnerde vervolgens aan de
redenen, waarop Engeland ten strijde is ge
trokken en aan de onmiddellijke oorzaak van
den oorlog. „Indien Polen al de directe aanlei
ding was tot den oorlog, het was niet de fun-
damenteele oorzaak. Deze oorzaak was het
overweldigende gevoel in dit land en in
Frankrijk van het ondraaglijke van den stand
van zaken, waarin de landen van Europa het
hoofd moesten bieden aan het alternatief, hun
vrijheid in de weegschaal te stellen of hun
krachten op geregelde tijden te mobiliseeren
om deze vrijheid te verdedigen. De passage in
de Dultsch—Russische verklaring, inzake het
liquideeren van den oorlog, is duister, doch het
schijnt een soort voorstel tot vrede te com
bineeren met een nauwelijks verholen be
dreiging voor de gevolgen, indien het voor
stel zou worden verworpen. Ik kan niet voor
spellen van welken aard een dergelijk voorstel
zal zijn, maar ik kan wel nu reeds zeggen, dat
geen bedreiging ooit dit land of Frankrijk er
toe zou kunnen brengen het doel op te geven,
waarvoor wij dezen strijd hebben aanvaard".
Chamberlain zeide verder, dat de poging om
Engeland te belasten met de verantwoordelijk
heid voor het voortzetten van den oorlog om
dat het niet bereid is den strijd op te geven
voor het doel is bereikt, zooals de Duitsche
propaganda doet, alleen een nieuw onderdeel
Is van de Duitsche, oorlogstechniek.
De verantwoordelijkheid voor den
oorlog blijft rusten op hen, die deze
politiek van achtereenvolgende aanval
len hebben opgesteld en uitgevoerd.
Dit kan noch worden ontkend, noch
worden geëxcuseerd. Geen loutere
verzekeringen van de huidige Duit
sche regeering kunnen worden aan
vaard. Daarvoor heeft deze regeering
in het verleden te dikwijls bewezen,
dat haar beloften waardeloos zijn en
gebroken worden, wanneer het haar
past. Indien derhalve voorstellen wor
den gedaan, zullen wij deze zeer zeker
bestudeeren en wij zullen ze toetsen
in het licht van wat ik zoo juist heb
gezegd. Niemand verlangt den oorlog
Voort te zetten langer dan noodzakelijk
doch de overgroote meerderheid van
de openbare meening in dit land, en ik
ben er van overtuigd ook in Frankrijk,
is vastbesloten er voor te zorgen dat
deze heerschappij van geweld een
einde zal nemen en dat het woord, dat
regeeringen eens hebben gegeven, al
tijd zal worden nagekomen.
Chamberlain gaf vervolgens een overzicht
'au de oorlogsgebeurtenissen, Na te hebben
^sproken over den verderen vooruitgang der
«anschen aan het Westelijk front, zeide
Chamberlain, dat een groot Britsch leger wordt
overgebracht naar Frankrijk en zijn plaats
inneemt aan de zijde van den Franschen
bondgenoot. Wij hebben reden om trotsch te
£ijn over de doeltreffendheid, waarmede deze
beweging wordt uitgevoerd. De Britsche
luchtmacht in Frankrijk maakt verkennings
vluchten zoowel overdag als des nachts en
,er zijn luchtgevechten gevoerd tusschen onze
westellen en die van den vijand. De vliegtui-
Sen van de marine hebben in de afgeloopen
^ok hun strijd tegen de onderzeeërs voort
gezet en verdere patrouilles uitgevoerd. Van
heldere maanlicht werd gebruik gemaakt
rj ook gedurende den nacht het zoeken naar
ouikbooten voor te zetten. Een aantal duik
boten werd gezien en aangevallen.
Duikbootgevaar neemt af.
Ter zee heeft de strijd tegen de duik-
booten met onverminderde kracht
voortgang gehad. Het vertrouwen, dat
spreker eerder heeft geuit inzake het
toenemen van de maatregelen tegen
de onderzeeërs, is gerechtvaardigd,
deze maatregelen hebben de onder-
zeesohe bedreiging doen afnemen. De
handel van en naar onze havens
neemt toe.
Op het oogenbliik, dat ik spreek, varen hon
derden schepen over de groote zeewegen, be
schermd door onze eonvooien en door de' on
vermoeide actie van onze duikbootbestrijding.
Tusschen elf en twintig September is in totaal
3.679.000 ton de havens van het Britsche
Koninkrijk binnengekomen of uitgevaren. 1.75
pet. van de totale tonnage is verloren gegaan
door aanvallen van duikbooten of door mijnen
In de eonvooien zijn geen schepen verloren
gegaan.
Tusschen 20 September en 24 September
zijn drie Britsche schepen tot zinken gebracht
door Duitsche onderzeeërs. Sedert dien zijn
gedurende een week geen Britsche schepen
meer tot zinken gebracht door het optreden
van vijandelijke onderzeeërs. Er zijn evenwel
bewijzen, dat nog onderzeeërs om onze kust
optreden en het feit, dat geen schepen tot zin
ken zijn gebracht, is derhalve voornamelijk
het gevolg van de maatregelen, welke de
marine heeft genomen.
De Duitsche onderzeeërs zijn thans gedwon
gen op te treden in veraf gelegen wateren,
waar hun bedreiging niet zoo groot is, doch
zoolang zij niet zijn gevonden en vernietigd
kunnen zij een last veroorzaken.
Een andere en meer sinistere be
dreiging is de Duitsche aankondiging
dat ieder schip van de Britsche koop
vaardij zal worden beschouwd als een
oorlogsbodem. Indien dit eenige be-
teekenis heeft, dan beteekent het dat
een onbeperkte duikbootoorlog zal
worden gevoerd.
De onwettige aanvallen dienen alleen om
te bewijzen, dat het van het grootste belang
is de schepen te voorzien van de geschikte
afweermiddelen en hiermede gaat men met
den grootsten spoed voort. Een verder bewijs
voor den onbeperkten duikbootoorlog vindt
men in het aantal neutrale schepen, dat
door Duitschland tot zinken is gebracht.
Sinds het uitbreken van den oorlog zijn
zeven neutrale schepen met een totaal ton
nage van 27.765 ton tot zinken gebracht door
mijnen of bommen.
Ten aanzien van den Duitschen kaper in
het Zuiden van den Atlantischen Oceaan,
zeide Chamberlain, dat deze nieuwe bedrei
ging overeenkomstig de bestaande plannen
zal worden bestreden.
Betreffende de herhaalde verklaringen van
de Duitsche radio, zeide Chamberlain inzake
het bombardement op de vloot en de Duit
sche berichten een vliegtuigmoederschip tot
zinken te hebben gebracht, dat geen enkel
Britsch schip werd beschadigd. Alle schepen,
hierbij inbegrepen de „Ark Royal" vervullen
normaal hun taak, onbekend met deze ge
ruchten. De eenige verliezen, welke zijn ge
leden in deze actie, werden geleden door
de Duitsche luchtmacht zelf.
Verder zeide de minister-president, dat de
voorbereidingen van de Dominions, waarover
hij reeds eerder heeft gesproken, worden
voortgezet en hij wilde deze week spreken
over de schitterende hulp, welke van twee
andere zijden van het Imperium zijn ont
vangen. n.l. New Foundland en Zuid-
Rhodesia. In New Foundland worden reeds
maatregelen getroffen om eenige honderden
visschers te werven voor de vloot en Z-uid-
Rhodesiia voorziet Engeland eveneens van
officieren en manschappen voor land- en
luchtmacht.
Het ministerie van voorlichting.
Na te hebben gezegd, dat blijkbaar
de nationale registratie feilloos is ver-
verloopen, besprak Chamberlain het
ministerie van voorlichting. Hij zeide,
dat besloten is terug te keeren tot de
practijk van voor den oorlog, waarbij
de pers in onmiddellijk contact stond
met de verschillende ministeries en
niet door middel van het ministerie
van voorlichting.
Een mechanische faciliteit voor die distri
butie van het nieuws moet in het regeerings-
bouwwerk worden gehandhaafd en men moet
eenige moeilijkheid verwachten bij het ver
strekken en verspreider, van nieuws in tijd
van oorlog. De thans voorgestelde maatregelen
hebben ten doel deze moeilijkheden tot een
minimum te beperken. Spreker voegde hieraan
toe, dat deze nieuwe regeling Maandag in zal
gaan. De censuur, welke vrijwillig is waar het
nieuws voor het gebruik in het land zelf be
treft, zal worden uitgeoefend door censoren
onder leiding van de departementen. Tenslotte
kondigde Chamberlain aan, dat Sir Walter
Monckton, is benoemd tot controleur van de
censuur, met het oppertoezicht over de maat
regelen voor de centrale verspreiding van
nieuws aan de pers.
Sir Walter Monokton is 48 jaar oud en een
vooraanstaand rechtsgeleerde. Hij staat in
geschreven op de rol van rechtsgeleerden voor
de regeering en is als zoodanig opgetreden
voor den Hertog van Windsor.
In de rede van Chamberlain, zoo zegt Reu
ter, was eenige heftigheid te bespeuren, in
tegenstelling met de gewone kalme wijze van
spreken van den minister-president en het
Huis juichte, toen hij zeide, dat geen bedrei
ging Engeland of Frankrijk er toe zou kun
nen brengen hun doel op te geven en nog
luider was het gejuich, toen hij zeide, dat de
heerschappij van het geweld moet eindigen.
De debatten.
Na de verklaring van Chamberlain zeide de
leider van de Labour-oppositie, Attlee, dat hij
de verklaring van den minister-president ver
welkomde, dat Engeland en Frankrijk op hun
standpunt staan en een werkelijken vrede
wenschen, dat zij de veiligheid van alle vol
ken willen en niet alleen van het eigen volk.
Hij voegde hieraan toe, dat iedereen de wer
kelijke mogelijkheid van een einde van den
oorlog zou begroeten. Iedere terugkeer tot
den toestand van een jaar of twee geleden
zou evenwel geen vrede brengen aan de we
reld.
Betreffende den oorlog' onder zee zeide Att
lee te hopen spoedig te hootren van voorstellen
tot het convoieeren van neutrale schepen.
Ook de leider van de liberale oppositie, Sin
clair, zeide, dat allen den vrede wenschen, doch
men is niet bereid den vrede te koopen met
opoffering van vrijheid of de moreele waar
den van de beschaving. Het is derhalve noodig
voort te gaan met den oorlog tot de kracht
van het Hitlerisme in Duitschland is gebroken.
Engeland voelt geen haat tegen het Duitsche
volk en Sinclair hoopt en gelooft, dat in
Duitschland een regeering zal komen, welke
het Duitsche volk op de juiste wijze vertegen
woordigt en welke bereid is vrede te sluiten,
waarvan de voordeelen zoowel door het Duit
sche volk als door het Fransche en Engelsche
zouden kunnen worden genoten.
Lloyd George spreekt.
Vervolgens sprak Lloyd George, die
aanspoorde geen overhaast besluit te
nemen inzake vredesvoorstellen. „Het
is duidelijk dat iemand voorstellen zal
doen, hetzij formeel door de radio of
anderszins, welke door Zijner Maje
steits regeering bestudeerd moeten
worden".
Spr. verklaarde vervolgens het geheel eens te
zijn met die verklaring van den min.-pres., dat
indien de verovering van Polen als een voldon
gen feit zou worden aanvaard, Engeland ont-
eerd zou zijn. Het is duidelijk, dat niet alleen
sprake is van Polen, doch ook van Tsjecho-
Slowakije en ook het vraagstuk van de ko
loniën zal ter sprake worden gebracht. Zulk
een voorstel zou komen van neutrale regee
ringen en niet afhankelijk zijn van het woord
van een enkele regeering. Spreker was verder
van meening, dat ook de ontwapening ter
sprake zal komen.. Hij spoorde de regeerimg
tenslotte aan, om indien een conferentie zou
worden belegd ook de Vereenigde Staten hierbij
te betrekken en ooik stelde hij voor een ge
heime zitting van het Lagerhuis te beleggen,
wanneer de voorstellen besproken zullen wor
den.
Chamberlain ontwoordde Lloyd George,
dat hij de waarde van geheime zittingen
niet ziet en niet voldoende vertrouwen heeft
in de geheimhoudingen bij dergelijke zittin
gen.
Hij voegde hieraan toe, dat hij op het oogen-
blik nog slechts een aanduiding heeft, dat
vredesvoorstellen gedaan zullen worden en
zooals hij al in zijn verklaring reeds had
gezegd, kon hij niet voorspellen welke de in
houd zou zijn. Lloyd George heeft voor
spellingen gedaan, doch hij kan zich vergis
sen. Natuurlijk kan men speculeeren, op den
aard van de voorstellen, doch ik geloof, dat
het nog te vroeg is om aan te nemen, dat wij
zulke nauwkeurig omschreven voorstellen zul
len krijgen als Lloyd George zich voorstelt.
Het is ook mogelijk dat een voorstel zal wor
den gedaan, dat geen regeering, welke zich
zelf eerbiedigt, het kan aanvaarden.
In deze omstandigheden, zeide Chamber-lain,
lijkt het mij onjuist om te zeggen wat de re
geering zou doen in omstandigheden, welke
zich nog niet hebben voorgedaan. Lloyd George
zeide, dat, indien deze voorstellen zullen wor
den gedaan, wij geen overhaast antwoord
moeten geven. Hij heeft geklaagd, dat wij
besluiten hebben genomen zonder dit Huis er
in te kennen, doch ik wil hem er aan herinne
ren, dat wij deze ernstige besluiten hebben
moeten nemen, zonder dat wij tijd hadden
bijeen te komen en het geval aan dit Huis
voor te leggen Qn het te vragen de vraagstuk
ken een of dagen in overweging te ne
men. Toen v olen een garantie gaven, was
de zaak drin^nd. Wij wisten niet of Polen
binnen enkele uren of enkele dagen zou wor
de aangevallen. Ik zie niet in, waarom het
Huis niet in de gelegenheid zou worden ge
steld op de voorstellen, welke gedaan zullen
worden in overweging te nemen en te hoo-
ren wat de regeering het Huis zou aanraden
te antwoorden.
Critiek op Lloyd George's
woorden.
De verklaring van Lloyd George lok
te critiek uit van vele andere leden
van het Huis. Grenfell van Labour-
oppositie zeide dat hij door de rede
van Lloyd George verontrust is. Als
ook door wat hij noemde de groote
fout van den tijd, waarop de rede werd
uitgesproken. Grenfell verklaarde,
dat alleen over vrede kan worden ge
sproken, wanneer men teruggaat tot
minstens voor München. Indien de
Duitschers en Russen vrede willen,
waarom gaan zij dan niet naar hun
eigen land?
De conservatief Page Croft zeide, dat
Grenfell het gevoel van den „gemiddelden
man" in Engeland heeft weergegeven. Hij
verwelkomde derhalve de rede van Grenfell
en betreurde die van Lloyd George. Ook de li
beraal Morris Jones critiseerde Lloyd George
De conservatief Adams verklaarde even
eens verontrust te zijn door de verklaring van
Lloyd George en hij is van meening dat Lloyd
George onberekenbaar kwaad heeft gedaan
aan de zaak der beschaving, welke hij steeds
heeft gezegd te steunen.
De arbeidersafgevaardigde en pacifist
Buchan zeide Lloyd George te steunen, doch
daarbij slechts zij eigen persoonlijke meening
uit te spreken. Aan het einde van den oorlog,
zeide hij, zal men de zaken met Hitier moeten
bespreken en wij kunnen dat evengoed thans
doen om de menschlieid te sparen.
De communist Gallacher zeide, dat En
geland de eerste gelegenheir, die zich zou
voordoen, en die gunstig zou zijn, behoort
aan te grijpen om tot vrede te komen. In
dien het mogelijk is, uit deze combinatie (En
geland, Frankrijk, Duitschland en Sovjet-
Rusland) voorwaarden te scheppen, die den
Europeeschen vrede garandeeren, moet men
daarop ingaan.
Duitschland is in het Oosten en in de Oost-
zeestaten volkomen tot staan gebracht. In
dien wij door een dergelijke combinatie zoo
spoedig mogelijk Duitschland in het Westen
kunnen vastzetten, aldus Gallacher kunnen
wij het lot van het Poolsche volk in gunstige
Btmosfeer bespreken.
De arbeidersafgevaardigde McGovern ver-
legenwoordiger van den linkervleugel, zeide
zich over de rede van Gallacher vermaakt te
hebben. Hij verklaarde de rede niet ernstig te
Ook de nieuwe
lijd ging niet on
gemerkt aan
haar voorbij.
in parken veranderde bastions, over de Fin-
sche zee, waarop de jachten kruisen, naar het
Noordoosten, waar de muren van St.-Brigitta
nog aan een brand herinnerend, oprijzen aan
den hemel, over de dicht opeengedrongen
stad met haar schilderachtige, hoekige daken
en erkers, over het land, dat zich groen en
vruchtbaar uitstrekt.
Dan slenteren we door de torens omlijste
poorten, langs meterdikke muren, staan voor
de „Dikke Margaretha" den „Langen Her
man", torens, niets dan torens, we slenteren
het Hanseatisch verleden binnen, langs ge
vels met velerlei gildeteekens. het raadhuis
met den fijn bewerkten toren, het voorname
„Schwarzhaupterhaus", het hart van den
Middeleeuwschen handel, langs de „Hand-
tücher" (heel smalle en langgerekte huizen,
van één raam breed), door de nauwe steegjes,
gaan ook even de Nicolai-kerk binnen, met
de wonderen van zijn Doodendans en haar
verguld in hout gesneden altaar. Voorbij de
catacombe-achtige ruïnes van een Domini
caner-klooster treden we dan weer uit den
kleinen kring van het historisch verleden.
OE ziet het er eigenijk uit in de Bal-
tische staten? Het zuidelijkst ligt
Litauen, noordelijker Letland en nog
noordelijker, langs den zuidrand
van de Finsche golf Estland. De bijbehoorende
hoofdsteden zijn Kaunas, de stad midden in
het land, Riga, aan het keerpunt van de ge
lijknamige Golf gelegen en Tallinn, dat vrij
en ver uitkijkt over land en zee. Terwijl
Kaunas een stille plaats is en Riga bijna een
groote stad, heeft dit Tallinn, op en om den
berg met het slot gelegen een weerbaar uiter
lijk: doorploegd door voren die getuigen van
een moeilijk verleden, daarbij een typisch
Hanseatisch karakter met romantische trekjes
in overvloed. Prachtig is het silhouet van de
stad van Pirita uit (tegenover het nabije
strand), het burchtcomplex, het hart van de
stad en van het heele land, de zware ronde
torens, de hoog-oprijzende torens van de
groote en kleine kerken en boven alles uit de
machtige spits van St. Olai, uit welks klokken
kamer men den wazigen zoom van de Finsche
kust kan zien.
Wat echter een mystieke sfeer over stad en
land breidt, dat zijn de witte nachten van het
Noorden. In de zomermaanden wordt het niet
donker, het schemert slechts en den heelen
nacht door glanst in het Westen een lichte
streep. Alles in het rond wordt daardoor zicht-
baar en onzichtbaar tegelijk, doorschijnend
als glas zoodat menschen en dingen als door
een hooger licht omstraald worden.
Dit Tallinn is niet toevallig hoofdstad ge
worden.
Hier ligt oeroud, uit alle windrichtingen
aangewaaid cultuurgoed van Duitschen en
Russischen, Finschen en Scandinavischen oor
sprong, bonte Europeesehe geschiedenis,
kunst en cultuur. Dat kwam en ging en liet
zijn sporen na, nu eens in steen, dan weer in
verwoesting, in namen en velerlei bijzonder
heden. Het land is vol sagen, men vertelt er
van Kaleo den held van Linda, zijn vrouw,
waarnaar de eerste Estlandsche burcht op
deze rots genoemd werd: Lindanisa.
De Denen kwamen; ze noemden de stad
Reval en nog is ze onder dezen naam meer
bekend dan onder haar Estlandschen naam.
De Duitsche orde heerschte er en de Hansa.
Op deze machten uit het Zuiden, volgde het
Westen, de Zweden, en tenslotte het Oosten,
de Russen, die dit land met deze stad tot een
provincie verlaagden. Wat werden er een oor
logen gevoerd bij deze muren, wat zagen ze
een ellende van de zeeroovers af naar de gods
diensttwisten tot aan de bezetting door Duit
sche troepen in den Wereldoorlog en de Russi
sche periode, waar het kleine land in 1920
zich doorheen sloeg om te worden tot den
vrijen, jongen staat Eesti - Estland!
Nu waait de blauw-zwart-witte vlag van het
Irotsche slot, nu ziet men aan alle kanten
de drie leeuwen van het Estlandsche wapen,
den tegenhanger van de drie sterren der Let-
tische broeders in het Zuiden. Maar naast
het slot, het parlement, verheft zich in goud
en Byzantijnsche pracht de machtige Russi
sche kathedraal met haar vijf bolvormige to
rens, vreemd, exotisch aandoend in de sfeer
van ruwe kracht van dit Noordelijke land
schap en deze stad. Maar daar staat ook de
Dom zelf met wapenrustingen, enorme deco
ratieve wapenschilden langs de muren,
prachtig houtsnijwerk en edelgevormde licht
kronen. En daar rondom is ook de zetel der
ministeries en gezantschappen, zoodat men
met vreugde ziet. hoe mooi ook tegenwoordig
nog een heele staat van een verheven slot uit
te regeeren is, en zoo als niet heelemaal, dan
toch voor een groot deel te overzien is. Deze
beelden zijn onvergetelijk: het gezicht over de
O AN is alles opeens ruim en nieuw, er is
een heel moderne schouwburg, het Est
landsche „Nationaal Tooneel" er is overi
gens ook een Duitsche schouwburg en een
„Revalsche Courant" een heele wijk van
banken (hier regeert de Estlandsche kroon!),
een paar wolkenkrabbers en villa's, vrijwel alle
zeer modern: hotels naar den „dernier cri",
ongewoon elegante taxi's, volgens Westersche
smaak ingerichte étalages, kortom, klein-
Parijs. Er wordt veel Duitsch en veel Zweedsch
gesproken, het Estlandsch echter blijft voor
den oningewijde een raadsel; kan men in
„Kuld Looi" nog den „Gouden Leeuw" her
kennen, in het reusachtige woerd „Mittesnit-
setajatele" toch zeker niet „verboden te ix>o-
ken". Men zit er in de ca-fé's niet bij een klein
tje koffie, maar bij de hier algemeen ge
dronken vruchtenwijnen, vooral bij den be
roemden boschbessenwijn, die zoo lekker en
goedkoop is, dat hieraan ook de niet zoo
heel zelden voorkomende waggelende en
schreeuwende gestalten zijn toe te schrijven.
Nu nog een loflied op de Estlandsche meisjes
met heur aschblond haar, grijze oogen en
voorname houding. Bijzonder goed kan men
ze in een deftig café in het centrum van de
stad bestudeeren, waar ze in een wat gemo
derniseerde dracht als hupsche dienstertjes de
heerlijke kummclkoeken van botergeel deeg
seryeeren. Maar ook als handige conductrice
of op de blinkend heldere markt inet de ver
scheidenheid van besvruchten, rabarber en
kleurige bloemen, zijn ze te vinden.
Nog één blik op Kadriorg, het witte slot in
de groene omlijsting van zijn park, eens de
woning van Peter den Grooten, nu de resi
dentie van den „Eersten in den Staat". Niet
ver daarvan staat nog het houten huisje, waar
de goede tsaar gewoond heeft, terwijl het
slot voor hem gebouwd werd. (Geen kluize
naar zou tegenwoordig met zoo'n onpractlsche
en bedompte ruimte tevreden zijn!) Daarnaast
is de onvermijdelijke badkamer, de sauma.
Net zooals vroeger! Zelfs de pantoffels'staan
er nog, met historisch stof bedekt, op het
bed. Precies zoo, alsof er sindsdien niets ge
beurd was.
H. St.
kumien nemen, daar de redevoeringen van
Gallacher van week tot week veranderen.
Men kan niet verwachten, dat zij een ern
stige vertolking van het gevoelen der arbei
dende klasse waren, omdat zij afkomstig zijn
een een partij of een afgevaardigde, die zijn
orders van een vreemde regeering krijgt.
Hoover gelooft in de onover
winnelijkheid der geallieerden.
Engeland en Frankrijk oppermachtig
ter zee.
In een interview met Roy Howard van de
„New York World Telegram" heeft oud-pre
sident Hoover verklaard te gelooven, dal het
niet mogelijk zal zijn de geallieerden te ver
slaan. Hij zeide overtuigd te zijn, dat de ge
allieerden door hun groote hulpbronnen te
land, ter zee en in de lucht en op economisch
gebied, hun gebied zullen kunnen verdedigen
Misschien zullen zij een overwinning beha
len. doch in het slechtste geval zal het gelijk
spel blijven. Hoover ziet geen mogelijkheid,
dat zij zullen verliezen. Hij zeide verder, dat
Engeland en Frankrijk de zeven zeeën kun
nen controleeren. niettegenstaande onder
zeeërs en vliegtuigen. Zij kunnen hier af
wachten tot hun tegenstanders uitgeput zijn.
Zij kunnen met hun macht ter zee Engeland
en de overzeesche bezittingen van beide mo
gendheden beschermen, tenzij zij zich laten
verleiden tot wilde avonturen en militaire of
fensieven, waardoor zij hun kracht uitput
ten. I-Iij voegde hieraan toe, dat de Duitsche
scheepvaart in dertig dagen van de zeeën is
verdreven.
Hoover is in nauw contact geweest met de
Europeesehe zaken na den grooten oorlog, als
organisator van de Amerikaansche voedsel
voorziening in 1919.
PKOERAMNA
Blijft Rusland hout leveren aan
Engeland?
Zweedschen reeders wordt verscheping
aangeboden.
Onder het opschrift „Rusland tracht de
Duitsche blokkade van- Engeland te breken"
meldt het Zweedsche dagblad „Allehanda"
dat Zweedsche en andere reeders der Noor
delijke landen aanvragen hebben ontvangen
van Russische expuroteurs betreffende sche
pen om hout te vervoeren van dit Witte Zee
naar verschillende Britsche havens. Dit op
treden wordt als bijzonder opmerkelijk be
schouwd in verband met vroegere berichten,
volgens welke Rusland eiken houtuitvoer naar
Engeland had stopgezet.
DONDERDAG 5 OCTOBER.
HILVERSUM I 1875 en 414.4 M.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00
KRO. 2.00—12.00 NCRV.
8.00 Berichten ANP. 8.05—9.15 en
10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige
Causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-qrkest
(12.451.15 Berichten ANP en gramofoonmu
ziek) 2.00 Handwerkuurt.je. 2.55 Gramofoon
muziek. 3.00 Vrouwenhalfuur. 3.303.55 Gra
mofoonmuziek. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Gramo
foonmuziek. 5.15 Handenarbeid voor de jeugd.
5.45 Orgelspel. 6.45 Causerie „Al hun wijsheid
wordt verslonden". 7.00 Berichten. 7.15 Jour
nalistiek weekoverzicht. 7.45 Causerie „Metaal
bewerking: 2. Gereedschappen". 8.00 Berich
ten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 Bij
eenkomst van de 3 Gereformeerde Jeugdbon
den. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 AU Roumd sextet. 11.30 Gramofoonmu
ziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
HILVERSUM II, 301.5 M.
AVEO-uitzencling.
8.00 Evenueel: Berichten ANP. Hierna: Or
gelspel. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgen
wijding. 10.15 Gewijde muziek (gr. pl.) 10.30
Voor de Vrouw. 10.35 Omroeporkest mmv. so
listen (om 11.35 Declamatie) 12.30 Gramo
foonmuziek (ca. 12.45 Eventueel: Berichten
ANP). 1.00 AVRO-amusementsorkest. 1.30 Re-
nova-septet en solist (opn.i 2.10 Gramofoon
muziek. 2.20 Orgelspel. 2.40 Pianovoordracht.
3.10 AVRO-Aeolianorkest. 4.00 Voor zieken en
thuiszittenden. 4.30 Viool en piano. 5.30
Jeugdhaifuur. 5.30 AVRO-Amusementsorkest.
6.30 Sporthal!uur. 7.00 Voor de kinderen. 7.05
AVRO-Dansorkest. 7.35 Causerie „De rechten
en plichten van de onzijdige staat". 8.00 Be
richten ANP, mededeelingen. Eventueel: Vraag
en antwoord. 8.25 Concertgebouworkest en
solisten. (In de pauze gramofoonmuziek). 10.30
Gramofoonmuziek, 11.00 Berichten ANP. Hier
na tot 12.00 Martin Roman en zijn dansorkest.
DROITWICH 1500 M.
Geen opgave ontvangen.
RADIO-PARIS 1648 M.
Geen opgave ontvangen.
KEULEN 456 M.
6.20 Hermann Hagestedt's orkest. 8.50 Gra
mofoonmuziek. 11.00 Zang. 11.20 Populair pro
gramma. 12.20 Omroepkleinorkest. 2.35 Gra
mofoonmuziek. 6.00 Kamermuziek. 6.20 Con
certen.
BRUSSEL 322 M.
12,20 en 11.30—2.20 Gramofoonmuziek. 5.20
Zang. 5.50, 6.50, 7.20 en 7.45 Gramofoonmu
ziek, 8,20 Radiotooneel met muziek. 9.5010.30
11.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL 484 M.
12.35 Gramofoonmuziek. 12.50 Omroepdans-
prkest. 1.10 Gramofoonmuziek. 1.30 Omroep-
dansorkest. 1.502.20 Gramofoonmuziek. 6.35
Pianovcordracht. 6.50 Omroepdansorkest. 7.35
Gramofoonmuzieik. 8.20 Uitzending voor sol
daten. 8.50 Gramofoonmuziek. 9.20 Het Om-
roepsymphonie-orkest. 10.3011.20 Het Bel
gisch pianokwartet.
O F T'T^r KLAM) SENDER 1571 M.
8.40 Omroepkleinorkest. H. J. Flerke's kwin
tet en solisten. 10.20 Berichten. 10.40 Om
roeporkest. 12.20 Berichten. Hierna tot 1J20
Nachtconcert.