H Engeland bereid voorstellen in studie te nemen, zegt Ch amberlain. tstiand's hoofdstad Jxdtinn. Verzamelplaats van oude culturen. „OENSDAG 4 OCTOBER 1939 £uUeve ve^iekeüngen («wt {Kitte* kunnen ech= niet tuocden aan= uaatd. Heerschappij van geweld zal een einde moeten nemen". In zijn wekelijksche verklaring in het La- cerhuis zeide minister-president Chamber lain Dinsdag: In de afgeloopen week hebben zich gebeur tenissen van groot belang op internationaal terrein voorgedaan. 26 September bracht de mitsche minister van buitenlandsche zaken =pn bezoek aan Moskou en den 28sten Sep tember werden de resultaten van dit bezoek hekend gemaakt. Chamberlain zeide vervol gens, dat dit resultaat drievoudig was. j Ben vierde verdeeling van Polen is be- nrocfd en een overeenkomst is onderteekend, waarbij de grens tusschen Rusland en nuitsch'land is vastgesteld. De grenslijn, waar- nn overeenstemming is bereikt, is belangrijk meer ten gunste van Duitschland dan de voorloopige lijn van de militaire bezetting, „elke eerst was vastgesteld. 2 De regeeringen van Duitschland en de <?oviet-Unie hebben verklaard, dat hun over eenkomst de vraagstukken regelde, welke voortkwamen uit de ineenstorting van Polen en een solide basis vormden voor een duurza- men vrede in Oost-Europa. Volgens hun mee- nine zou een einde van den huidigen oorlog tusschen Duitschland, Engeland en Frankrijk m het belang zijn van alle mogendheden. Reide regeeringen, zoo verklaarden zij verder, vullen pogen dit doel zoo spoedig mogelijk te bereiken Chamberlain maakte vervolgens melding van de gemeenschappelijke verkla ring inzake de verantwoordelijkheid van En- eeland en Frankrijk tot voortzetting van den oorlog en van de „raadpleging" van Duitsch land en de Sovjet Unie. 3 Een economische overeenkomst tusschen Duitschland en de Sovjet Unie is voorzien, waarbij Rusland grondstoffen zal leveren aan Duitschland en Duitschland industrieproduc ten zal leveren over een langdurige periode. In sommige kringen heeft men gevraagd, dat Zijner Majesteits regeering haar houding zou bepalen ten aanzien van deze ontwikke ling doch ik zie hierin niets, wat- dit land er toe zou kunnen brengen, zijn houding, welke het rechtvaardig acht, te wijzigen. De Rus- sisch-Duitsche overeenkomst heeft den toe stand in Polen gewijzigd, doch er volgt geens zins uit, dat de overeenkomst zal leiden tot een uiteindelijk voordeel van Duitschland en nog veel minder, dat zij de doelstellingen van Zijner Majesteitsregeering zou treffen. Er is niets in de overeenkomst, dat voor ons aanleiding zou kunnen zijn om iets anders te doen dan wat wij nu doen: al onze hulpbronnen mobili- seeren en de geheele macht van het Britsche Imperium in het werk stel len voor een doeltreffend voortzetten van den oorlog. Chamberlain herinnerde vervolgens aan de redenen, waarop Engeland ten strijde is ge trokken en aan de onmiddellijke oorzaak van den oorlog. „Indien Polen al de directe aanlei ding was tot den oorlog, het was niet de fun- damenteele oorzaak. Deze oorzaak was het overweldigende gevoel in dit land en in Frankrijk van het ondraaglijke van den stand van zaken, waarin de landen van Europa het hoofd moesten bieden aan het alternatief, hun vrijheid in de weegschaal te stellen of hun krachten op geregelde tijden te mobiliseeren om deze vrijheid te verdedigen. De passage in de Dultsch—Russische verklaring, inzake het liquideeren van den oorlog, is duister, doch het schijnt een soort voorstel tot vrede te com bineeren met een nauwelijks verholen be dreiging voor de gevolgen, indien het voor stel zou worden verworpen. Ik kan niet voor spellen van welken aard een dergelijk voorstel zal zijn, maar ik kan wel nu reeds zeggen, dat geen bedreiging ooit dit land of Frankrijk er toe zou kunnen brengen het doel op te geven, waarvoor wij dezen strijd hebben aanvaard". Chamberlain zeide verder, dat de poging om Engeland te belasten met de verantwoordelijk heid voor het voortzetten van den oorlog om dat het niet bereid is den strijd op te geven voor het doel is bereikt, zooals de Duitsche propaganda doet, alleen een nieuw onderdeel Is van de Duitsche, oorlogstechniek. De verantwoordelijkheid voor den oorlog blijft rusten op hen, die deze politiek van achtereenvolgende aanval len hebben opgesteld en uitgevoerd. Dit kan noch worden ontkend, noch worden geëxcuseerd. Geen loutere verzekeringen van de huidige Duit sche regeering kunnen worden aan vaard. Daarvoor heeft deze regeering in het verleden te dikwijls bewezen, dat haar beloften waardeloos zijn en gebroken worden, wanneer het haar past. Indien derhalve voorstellen wor den gedaan, zullen wij deze zeer zeker bestudeeren en wij zullen ze toetsen in het licht van wat ik zoo juist heb gezegd. Niemand verlangt den oorlog Voort te zetten langer dan noodzakelijk doch de overgroote meerderheid van de openbare meening in dit land, en ik ben er van overtuigd ook in Frankrijk, is vastbesloten er voor te zorgen dat deze heerschappij van geweld een einde zal nemen en dat het woord, dat regeeringen eens hebben gegeven, al tijd zal worden nagekomen. Chamberlain gaf vervolgens een overzicht 'au de oorlogsgebeurtenissen, Na te hebben ^sproken over den verderen vooruitgang der «anschen aan het Westelijk front, zeide Chamberlain, dat een groot Britsch leger wordt overgebracht naar Frankrijk en zijn plaats inneemt aan de zijde van den Franschen bondgenoot. Wij hebben reden om trotsch te £ijn over de doeltreffendheid, waarmede deze beweging wordt uitgevoerd. De Britsche luchtmacht in Frankrijk maakt verkennings vluchten zoowel overdag als des nachts en ,er zijn luchtgevechten gevoerd tusschen onze westellen en die van den vijand. De vliegtui- Sen van de marine hebben in de afgeloopen ^ok hun strijd tegen de onderzeeërs voort gezet en verdere patrouilles uitgevoerd. Van heldere maanlicht werd gebruik gemaakt rj ook gedurende den nacht het zoeken naar ouikbooten voor te zetten. Een aantal duik boten werd gezien en aangevallen. Duikbootgevaar neemt af. Ter zee heeft de strijd tegen de duik- booten met onverminderde kracht voortgang gehad. Het vertrouwen, dat spreker eerder heeft geuit inzake het toenemen van de maatregelen tegen de onderzeeërs, is gerechtvaardigd, deze maatregelen hebben de onder- zeesohe bedreiging doen afnemen. De handel van en naar onze havens neemt toe. Op het oogenbliik, dat ik spreek, varen hon derden schepen over de groote zeewegen, be schermd door onze eonvooien en door de' on vermoeide actie van onze duikbootbestrijding. Tusschen elf en twintig September is in totaal 3.679.000 ton de havens van het Britsche Koninkrijk binnengekomen of uitgevaren. 1.75 pet. van de totale tonnage is verloren gegaan door aanvallen van duikbooten of door mijnen In de eonvooien zijn geen schepen verloren gegaan. Tusschen 20 September en 24 September zijn drie Britsche schepen tot zinken gebracht door Duitsche onderzeeërs. Sedert dien zijn gedurende een week geen Britsche schepen meer tot zinken gebracht door het optreden van vijandelijke onderzeeërs. Er zijn evenwel bewijzen, dat nog onderzeeërs om onze kust optreden en het feit, dat geen schepen tot zin ken zijn gebracht, is derhalve voornamelijk het gevolg van de maatregelen, welke de marine heeft genomen. De Duitsche onderzeeërs zijn thans gedwon gen op te treden in veraf gelegen wateren, waar hun bedreiging niet zoo groot is, doch zoolang zij niet zijn gevonden en vernietigd kunnen zij een last veroorzaken. Een andere en meer sinistere be dreiging is de Duitsche aankondiging dat ieder schip van de Britsche koop vaardij zal worden beschouwd als een oorlogsbodem. Indien dit eenige be- teekenis heeft, dan beteekent het dat een onbeperkte duikbootoorlog zal worden gevoerd. De onwettige aanvallen dienen alleen om te bewijzen, dat het van het grootste belang is de schepen te voorzien van de geschikte afweermiddelen en hiermede gaat men met den grootsten spoed voort. Een verder bewijs voor den onbeperkten duikbootoorlog vindt men in het aantal neutrale schepen, dat door Duitschland tot zinken is gebracht. Sinds het uitbreken van den oorlog zijn zeven neutrale schepen met een totaal ton nage van 27.765 ton tot zinken gebracht door mijnen of bommen. Ten aanzien van den Duitschen kaper in het Zuiden van den Atlantischen Oceaan, zeide Chamberlain, dat deze nieuwe bedrei ging overeenkomstig de bestaande plannen zal worden bestreden. Betreffende de herhaalde verklaringen van de Duitsche radio, zeide Chamberlain inzake het bombardement op de vloot en de Duit sche berichten een vliegtuigmoederschip tot zinken te hebben gebracht, dat geen enkel Britsch schip werd beschadigd. Alle schepen, hierbij inbegrepen de „Ark Royal" vervullen normaal hun taak, onbekend met deze ge ruchten. De eenige verliezen, welke zijn ge leden in deze actie, werden geleden door de Duitsche luchtmacht zelf. Verder zeide de minister-president, dat de voorbereidingen van de Dominions, waarover hij reeds eerder heeft gesproken, worden voortgezet en hij wilde deze week spreken over de schitterende hulp, welke van twee andere zijden van het Imperium zijn ont vangen. n.l. New Foundland en Zuid- Rhodesia. In New Foundland worden reeds maatregelen getroffen om eenige honderden visschers te werven voor de vloot en Z-uid- Rhodesiia voorziet Engeland eveneens van officieren en manschappen voor land- en luchtmacht. Het ministerie van voorlichting. Na te hebben gezegd, dat blijkbaar de nationale registratie feilloos is ver- verloopen, besprak Chamberlain het ministerie van voorlichting. Hij zeide, dat besloten is terug te keeren tot de practijk van voor den oorlog, waarbij de pers in onmiddellijk contact stond met de verschillende ministeries en niet door middel van het ministerie van voorlichting. Een mechanische faciliteit voor die distri butie van het nieuws moet in het regeerings- bouwwerk worden gehandhaafd en men moet eenige moeilijkheid verwachten bij het ver strekken en verspreider, van nieuws in tijd van oorlog. De thans voorgestelde maatregelen hebben ten doel deze moeilijkheden tot een minimum te beperken. Spreker voegde hieraan toe, dat deze nieuwe regeling Maandag in zal gaan. De censuur, welke vrijwillig is waar het nieuws voor het gebruik in het land zelf be treft, zal worden uitgeoefend door censoren onder leiding van de departementen. Tenslotte kondigde Chamberlain aan, dat Sir Walter Monckton, is benoemd tot controleur van de censuur, met het oppertoezicht over de maat regelen voor de centrale verspreiding van nieuws aan de pers. Sir Walter Monokton is 48 jaar oud en een vooraanstaand rechtsgeleerde. Hij staat in geschreven op de rol van rechtsgeleerden voor de regeering en is als zoodanig opgetreden voor den Hertog van Windsor. In de rede van Chamberlain, zoo zegt Reu ter, was eenige heftigheid te bespeuren, in tegenstelling met de gewone kalme wijze van spreken van den minister-president en het Huis juichte, toen hij zeide, dat geen bedrei ging Engeland of Frankrijk er toe zou kun nen brengen hun doel op te geven en nog luider was het gejuich, toen hij zeide, dat de heerschappij van het geweld moet eindigen. De debatten. Na de verklaring van Chamberlain zeide de leider van de Labour-oppositie, Attlee, dat hij de verklaring van den minister-president ver welkomde, dat Engeland en Frankrijk op hun standpunt staan en een werkelijken vrede wenschen, dat zij de veiligheid van alle vol ken willen en niet alleen van het eigen volk. Hij voegde hieraan toe, dat iedereen de wer kelijke mogelijkheid van een einde van den oorlog zou begroeten. Iedere terugkeer tot den toestand van een jaar of twee geleden zou evenwel geen vrede brengen aan de we reld. Betreffende den oorlog' onder zee zeide Att lee te hopen spoedig te hootren van voorstellen tot het convoieeren van neutrale schepen. Ook de leider van de liberale oppositie, Sin clair, zeide, dat allen den vrede wenschen, doch men is niet bereid den vrede te koopen met opoffering van vrijheid of de moreele waar den van de beschaving. Het is derhalve noodig voort te gaan met den oorlog tot de kracht van het Hitlerisme in Duitschland is gebroken. Engeland voelt geen haat tegen het Duitsche volk en Sinclair hoopt en gelooft, dat in Duitschland een regeering zal komen, welke het Duitsche volk op de juiste wijze vertegen woordigt en welke bereid is vrede te sluiten, waarvan de voordeelen zoowel door het Duit sche volk als door het Fransche en Engelsche zouden kunnen worden genoten. Lloyd George spreekt. Vervolgens sprak Lloyd George, die aanspoorde geen overhaast besluit te nemen inzake vredesvoorstellen. „Het is duidelijk dat iemand voorstellen zal doen, hetzij formeel door de radio of anderszins, welke door Zijner Maje steits regeering bestudeerd moeten worden". Spr. verklaarde vervolgens het geheel eens te zijn met die verklaring van den min.-pres., dat indien de verovering van Polen als een voldon gen feit zou worden aanvaard, Engeland ont- eerd zou zijn. Het is duidelijk, dat niet alleen sprake is van Polen, doch ook van Tsjecho- Slowakije en ook het vraagstuk van de ko loniën zal ter sprake worden gebracht. Zulk een voorstel zou komen van neutrale regee ringen en niet afhankelijk zijn van het woord van een enkele regeering. Spreker was verder van meening, dat ook de ontwapening ter sprake zal komen.. Hij spoorde de regeerimg tenslotte aan, om indien een conferentie zou worden belegd ook de Vereenigde Staten hierbij te betrekken en ooik stelde hij voor een ge heime zitting van het Lagerhuis te beleggen, wanneer de voorstellen besproken zullen wor den. Chamberlain ontwoordde Lloyd George, dat hij de waarde van geheime zittingen niet ziet en niet voldoende vertrouwen heeft in de geheimhoudingen bij dergelijke zittin gen. Hij voegde hieraan toe, dat hij op het oogen- blik nog slechts een aanduiding heeft, dat vredesvoorstellen gedaan zullen worden en zooals hij al in zijn verklaring reeds had gezegd, kon hij niet voorspellen welke de in houd zou zijn. Lloyd George heeft voor spellingen gedaan, doch hij kan zich vergis sen. Natuurlijk kan men speculeeren, op den aard van de voorstellen, doch ik geloof, dat het nog te vroeg is om aan te nemen, dat wij zulke nauwkeurig omschreven voorstellen zul len krijgen als Lloyd George zich voorstelt. Het is ook mogelijk dat een voorstel zal wor den gedaan, dat geen regeering, welke zich zelf eerbiedigt, het kan aanvaarden. In deze omstandigheden, zeide Chamber-lain, lijkt het mij onjuist om te zeggen wat de re geering zou doen in omstandigheden, welke zich nog niet hebben voorgedaan. Lloyd George zeide, dat, indien deze voorstellen zullen wor den gedaan, wij geen overhaast antwoord moeten geven. Hij heeft geklaagd, dat wij besluiten hebben genomen zonder dit Huis er in te kennen, doch ik wil hem er aan herinne ren, dat wij deze ernstige besluiten hebben moeten nemen, zonder dat wij tijd hadden bijeen te komen en het geval aan dit Huis voor te leggen Qn het te vragen de vraagstuk ken een of dagen in overweging te ne men. Toen v olen een garantie gaven, was de zaak drin^nd. Wij wisten niet of Polen binnen enkele uren of enkele dagen zou wor de aangevallen. Ik zie niet in, waarom het Huis niet in de gelegenheid zou worden ge steld op de voorstellen, welke gedaan zullen worden in overweging te nemen en te hoo- ren wat de regeering het Huis zou aanraden te antwoorden. Critiek op Lloyd George's woorden. De verklaring van Lloyd George lok te critiek uit van vele andere leden van het Huis. Grenfell van Labour- oppositie zeide dat hij door de rede van Lloyd George verontrust is. Als ook door wat hij noemde de groote fout van den tijd, waarop de rede werd uitgesproken. Grenfell verklaarde, dat alleen over vrede kan worden ge sproken, wanneer men teruggaat tot minstens voor München. Indien de Duitschers en Russen vrede willen, waarom gaan zij dan niet naar hun eigen land? De conservatief Page Croft zeide, dat Grenfell het gevoel van den „gemiddelden man" in Engeland heeft weergegeven. Hij verwelkomde derhalve de rede van Grenfell en betreurde die van Lloyd George. Ook de li beraal Morris Jones critiseerde Lloyd George De conservatief Adams verklaarde even eens verontrust te zijn door de verklaring van Lloyd George en hij is van meening dat Lloyd George onberekenbaar kwaad heeft gedaan aan de zaak der beschaving, welke hij steeds heeft gezegd te steunen. De arbeidersafgevaardigde en pacifist Buchan zeide Lloyd George te steunen, doch daarbij slechts zij eigen persoonlijke meening uit te spreken. Aan het einde van den oorlog, zeide hij, zal men de zaken met Hitier moeten bespreken en wij kunnen dat evengoed thans doen om de menschlieid te sparen. De communist Gallacher zeide, dat En geland de eerste gelegenheir, die zich zou voordoen, en die gunstig zou zijn, behoort aan te grijpen om tot vrede te komen. In dien het mogelijk is, uit deze combinatie (En geland, Frankrijk, Duitschland en Sovjet- Rusland) voorwaarden te scheppen, die den Europeeschen vrede garandeeren, moet men daarop ingaan. Duitschland is in het Oosten en in de Oost- zeestaten volkomen tot staan gebracht. In dien wij door een dergelijke combinatie zoo spoedig mogelijk Duitschland in het Westen kunnen vastzetten, aldus Gallacher kunnen wij het lot van het Poolsche volk in gunstige Btmosfeer bespreken. De arbeidersafgevaardigde McGovern ver- legenwoordiger van den linkervleugel, zeide zich over de rede van Gallacher vermaakt te hebben. Hij verklaarde de rede niet ernstig te Ook de nieuwe lijd ging niet on gemerkt aan haar voorbij. in parken veranderde bastions, over de Fin- sche zee, waarop de jachten kruisen, naar het Noordoosten, waar de muren van St.-Brigitta nog aan een brand herinnerend, oprijzen aan den hemel, over de dicht opeengedrongen stad met haar schilderachtige, hoekige daken en erkers, over het land, dat zich groen en vruchtbaar uitstrekt. Dan slenteren we door de torens omlijste poorten, langs meterdikke muren, staan voor de „Dikke Margaretha" den „Langen Her man", torens, niets dan torens, we slenteren het Hanseatisch verleden binnen, langs ge vels met velerlei gildeteekens. het raadhuis met den fijn bewerkten toren, het voorname „Schwarzhaupterhaus", het hart van den Middeleeuwschen handel, langs de „Hand- tücher" (heel smalle en langgerekte huizen, van één raam breed), door de nauwe steegjes, gaan ook even de Nicolai-kerk binnen, met de wonderen van zijn Doodendans en haar verguld in hout gesneden altaar. Voorbij de catacombe-achtige ruïnes van een Domini caner-klooster treden we dan weer uit den kleinen kring van het historisch verleden. OE ziet het er eigenijk uit in de Bal- tische staten? Het zuidelijkst ligt Litauen, noordelijker Letland en nog noordelijker, langs den zuidrand van de Finsche golf Estland. De bijbehoorende hoofdsteden zijn Kaunas, de stad midden in het land, Riga, aan het keerpunt van de ge lijknamige Golf gelegen en Tallinn, dat vrij en ver uitkijkt over land en zee. Terwijl Kaunas een stille plaats is en Riga bijna een groote stad, heeft dit Tallinn, op en om den berg met het slot gelegen een weerbaar uiter lijk: doorploegd door voren die getuigen van een moeilijk verleden, daarbij een typisch Hanseatisch karakter met romantische trekjes in overvloed. Prachtig is het silhouet van de stad van Pirita uit (tegenover het nabije strand), het burchtcomplex, het hart van de stad en van het heele land, de zware ronde torens, de hoog-oprijzende torens van de groote en kleine kerken en boven alles uit de machtige spits van St. Olai, uit welks klokken kamer men den wazigen zoom van de Finsche kust kan zien. Wat echter een mystieke sfeer over stad en land breidt, dat zijn de witte nachten van het Noorden. In de zomermaanden wordt het niet donker, het schemert slechts en den heelen nacht door glanst in het Westen een lichte streep. Alles in het rond wordt daardoor zicht- baar en onzichtbaar tegelijk, doorschijnend als glas zoodat menschen en dingen als door een hooger licht omstraald worden. Dit Tallinn is niet toevallig hoofdstad ge worden. Hier ligt oeroud, uit alle windrichtingen aangewaaid cultuurgoed van Duitschen en Russischen, Finschen en Scandinavischen oor sprong, bonte Europeesehe geschiedenis, kunst en cultuur. Dat kwam en ging en liet zijn sporen na, nu eens in steen, dan weer in verwoesting, in namen en velerlei bijzonder heden. Het land is vol sagen, men vertelt er van Kaleo den held van Linda, zijn vrouw, waarnaar de eerste Estlandsche burcht op deze rots genoemd werd: Lindanisa. De Denen kwamen; ze noemden de stad Reval en nog is ze onder dezen naam meer bekend dan onder haar Estlandschen naam. De Duitsche orde heerschte er en de Hansa. Op deze machten uit het Zuiden, volgde het Westen, de Zweden, en tenslotte het Oosten, de Russen, die dit land met deze stad tot een provincie verlaagden. Wat werden er een oor logen gevoerd bij deze muren, wat zagen ze een ellende van de zeeroovers af naar de gods diensttwisten tot aan de bezetting door Duit sche troepen in den Wereldoorlog en de Russi sche periode, waar het kleine land in 1920 zich doorheen sloeg om te worden tot den vrijen, jongen staat Eesti - Estland! Nu waait de blauw-zwart-witte vlag van het Irotsche slot, nu ziet men aan alle kanten de drie leeuwen van het Estlandsche wapen, den tegenhanger van de drie sterren der Let- tische broeders in het Zuiden. Maar naast het slot, het parlement, verheft zich in goud en Byzantijnsche pracht de machtige Russi sche kathedraal met haar vijf bolvormige to rens, vreemd, exotisch aandoend in de sfeer van ruwe kracht van dit Noordelijke land schap en deze stad. Maar daar staat ook de Dom zelf met wapenrustingen, enorme deco ratieve wapenschilden langs de muren, prachtig houtsnijwerk en edelgevormde licht kronen. En daar rondom is ook de zetel der ministeries en gezantschappen, zoodat men met vreugde ziet. hoe mooi ook tegenwoordig nog een heele staat van een verheven slot uit te regeeren is, en zoo als niet heelemaal, dan toch voor een groot deel te overzien is. Deze beelden zijn onvergetelijk: het gezicht over de O AN is alles opeens ruim en nieuw, er is een heel moderne schouwburg, het Est landsche „Nationaal Tooneel" er is overi gens ook een Duitsche schouwburg en een „Revalsche Courant" een heele wijk van banken (hier regeert de Estlandsche kroon!), een paar wolkenkrabbers en villa's, vrijwel alle zeer modern: hotels naar den „dernier cri", ongewoon elegante taxi's, volgens Westersche smaak ingerichte étalages, kortom, klein- Parijs. Er wordt veel Duitsch en veel Zweedsch gesproken, het Estlandsch echter blijft voor den oningewijde een raadsel; kan men in „Kuld Looi" nog den „Gouden Leeuw" her kennen, in het reusachtige woerd „Mittesnit- setajatele" toch zeker niet „verboden te ix>o- ken". Men zit er in de ca-fé's niet bij een klein tje koffie, maar bij de hier algemeen ge dronken vruchtenwijnen, vooral bij den be roemden boschbessenwijn, die zoo lekker en goedkoop is, dat hieraan ook de niet zoo heel zelden voorkomende waggelende en schreeuwende gestalten zijn toe te schrijven. Nu nog een loflied op de Estlandsche meisjes met heur aschblond haar, grijze oogen en voorname houding. Bijzonder goed kan men ze in een deftig café in het centrum van de stad bestudeeren, waar ze in een wat gemo derniseerde dracht als hupsche dienstertjes de heerlijke kummclkoeken van botergeel deeg seryeeren. Maar ook als handige conductrice of op de blinkend heldere markt inet de ver scheidenheid van besvruchten, rabarber en kleurige bloemen, zijn ze te vinden. Nog één blik op Kadriorg, het witte slot in de groene omlijsting van zijn park, eens de woning van Peter den Grooten, nu de resi dentie van den „Eersten in den Staat". Niet ver daarvan staat nog het houten huisje, waar de goede tsaar gewoond heeft, terwijl het slot voor hem gebouwd werd. (Geen kluize naar zou tegenwoordig met zoo'n onpractlsche en bedompte ruimte tevreden zijn!) Daarnaast is de onvermijdelijke badkamer, de sauma. Net zooals vroeger! Zelfs de pantoffels'staan er nog, met historisch stof bedekt, op het bed. Precies zoo, alsof er sindsdien niets ge beurd was. H. St. kumien nemen, daar de redevoeringen van Gallacher van week tot week veranderen. Men kan niet verwachten, dat zij een ern stige vertolking van het gevoelen der arbei dende klasse waren, omdat zij afkomstig zijn een een partij of een afgevaardigde, die zijn orders van een vreemde regeering krijgt. Hoover gelooft in de onover winnelijkheid der geallieerden. Engeland en Frankrijk oppermachtig ter zee. In een interview met Roy Howard van de „New York World Telegram" heeft oud-pre sident Hoover verklaard te gelooven, dal het niet mogelijk zal zijn de geallieerden te ver slaan. Hij zeide overtuigd te zijn, dat de ge allieerden door hun groote hulpbronnen te land, ter zee en in de lucht en op economisch gebied, hun gebied zullen kunnen verdedigen Misschien zullen zij een overwinning beha len. doch in het slechtste geval zal het gelijk spel blijven. Hoover ziet geen mogelijkheid, dat zij zullen verliezen. Hij zeide verder, dat Engeland en Frankrijk de zeven zeeën kun nen controleeren. niettegenstaande onder zeeërs en vliegtuigen. Zij kunnen hier af wachten tot hun tegenstanders uitgeput zijn. Zij kunnen met hun macht ter zee Engeland en de overzeesche bezittingen van beide mo gendheden beschermen, tenzij zij zich laten verleiden tot wilde avonturen en militaire of fensieven, waardoor zij hun kracht uitput ten. I-Iij voegde hieraan toe, dat de Duitsche scheepvaart in dertig dagen van de zeeën is verdreven. Hoover is in nauw contact geweest met de Europeesehe zaken na den grooten oorlog, als organisator van de Amerikaansche voedsel voorziening in 1919. PKOERAMNA Blijft Rusland hout leveren aan Engeland? Zweedschen reeders wordt verscheping aangeboden. Onder het opschrift „Rusland tracht de Duitsche blokkade van- Engeland te breken" meldt het Zweedsche dagblad „Allehanda" dat Zweedsche en andere reeders der Noor delijke landen aanvragen hebben ontvangen van Russische expuroteurs betreffende sche pen om hout te vervoeren van dit Witte Zee naar verschillende Britsche havens. Dit op treden wordt als bijzonder opmerkelijk be schouwd in verband met vroegere berichten, volgens welke Rusland eiken houtuitvoer naar Engeland had stopgezet. DONDERDAG 5 OCTOBER. HILVERSUM I 1875 en 414.4 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.00 Berichten ANP. 8.05—9.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige Causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-qrkest (12.451.15 Berichten ANP en gramofoonmu ziek) 2.00 Handwerkuurt.je. 2.55 Gramofoon muziek. 3.00 Vrouwenhalfuur. 3.303.55 Gra mofoonmuziek. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Gramo foonmuziek. 5.15 Handenarbeid voor de jeugd. 5.45 Orgelspel. 6.45 Causerie „Al hun wijsheid wordt verslonden". 7.00 Berichten. 7.15 Jour nalistiek weekoverzicht. 7.45 Causerie „Metaal bewerking: 2. Gereedschappen". 8.00 Berich ten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 Bij eenkomst van de 3 Gereformeerde Jeugdbon den. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 AU Roumd sextet. 11.30 Gramofoonmu ziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. HILVERSUM II, 301.5 M. AVEO-uitzencling. 8.00 Evenueel: Berichten ANP. Hierna: Or gelspel. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgen wijding. 10.15 Gewijde muziek (gr. pl.) 10.30 Voor de Vrouw. 10.35 Omroeporkest mmv. so listen (om 11.35 Declamatie) 12.30 Gramo foonmuziek (ca. 12.45 Eventueel: Berichten ANP). 1.00 AVRO-amusementsorkest. 1.30 Re- nova-septet en solist (opn.i 2.10 Gramofoon muziek. 2.20 Orgelspel. 2.40 Pianovoordracht. 3.10 AVRO-Aeolianorkest. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Viool en piano. 5.30 Jeugdhaifuur. 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.30 Sporthal!uur. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest. 7.35 Causerie „De rechten en plichten van de onzijdige staat". 8.00 Be richten ANP, mededeelingen. Eventueel: Vraag en antwoord. 8.25 Concertgebouworkest en solisten. (In de pauze gramofoonmuziek). 10.30 Gramofoonmuziek, 11.00 Berichten ANP. Hier na tot 12.00 Martin Roman en zijn dansorkest. DROITWICH 1500 M. Geen opgave ontvangen. RADIO-PARIS 1648 M. Geen opgave ontvangen. KEULEN 456 M. 6.20 Hermann Hagestedt's orkest. 8.50 Gra mofoonmuziek. 11.00 Zang. 11.20 Populair pro gramma. 12.20 Omroepkleinorkest. 2.35 Gra mofoonmuziek. 6.00 Kamermuziek. 6.20 Con certen. BRUSSEL 322 M. 12,20 en 11.30—2.20 Gramofoonmuziek. 5.20 Zang. 5.50, 6.50, 7.20 en 7.45 Gramofoonmu ziek, 8,20 Radiotooneel met muziek. 9.5010.30 11.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M. 12.35 Gramofoonmuziek. 12.50 Omroepdans- prkest. 1.10 Gramofoonmuziek. 1.30 Omroep- dansorkest. 1.502.20 Gramofoonmuziek. 6.35 Pianovcordracht. 6.50 Omroepdansorkest. 7.35 Gramofoonmuzieik. 8.20 Uitzending voor sol daten. 8.50 Gramofoonmuziek. 9.20 Het Om- roepsymphonie-orkest. 10.3011.20 Het Bel gisch pianokwartet. O F T'T^r KLAM) SENDER 1571 M. 8.40 Omroepkleinorkest. H. J. Flerke's kwin tet en solisten. 10.20 Berichten. 10.40 Om roeporkest. 12.20 Berichten. Hierna tot 1J20 Nachtconcert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7