Na het Wereldschaaktournooi. VAN TOEN EN VAN HET HEDEN. C-een reden voor oorlogvoering meer, #e toamotUf- ew de baanivachteies. AARDEKRACHTEN, bij tienduizendtallen sluimeren ze in de kolossale ketels van den warmbloed-stal der Nederl.Spoorwe- gen. De koudbloedi- gen uit den renstal, dat zijn de diesels en de electrische treinen. In den stal der warmbloedigen staan de «are stoomlocomotieven, die geleidelijk aan "el van het luxe-werk naar 't sjouwerswerk -orden verdrongen. Maar een kleine duizend staan er toch nog altijd in de loodsen van de Spoorwegen, of rijden op de Nederlandsche ^EHigt tusschen „De Arend" van 1339 en de 3900 serie van dezen tijd een ontwikkeling van honderd jaren. Wie het natuurgetrouwe model van „De Arend" ziet, weet, dat dit de zéér eenvoudige vorm van een stoommachine was. Maar het is onmogelijk de technische uitrusting van een modernen treinlocomotief in een leeken- praatje te schetsen. De machinisten zijn bereidwillig genoeg. Zij nemen mij mee in hun hooge machinisten huis. En dan krijgt de leek wel éénig inzicht in al die vernuftigheid, die zóóveel kracht wist te halen uit de machine. Maar er iets van navertellen in kort bestek zou onbegonnen werk zijn. Een enkele losse gedachte mag aan de bij zonderheden van de locomotief gewijd wor den. Dit IS ze niet, maar zoo ongeveer was ze toch wel „De Arend" en de machines van dat type hadden een sterkte van ongeveer 90 paarden krachten en de snelheid bedroeg 45 k.m. per uur. om nu meteen den sprong te maken naar de modernste sneltrein-locomotieven, deze produceeren een vermogen van 1600 paardenkrachten en hebben een snelheid van pl.m. 120 k.m. Dit zijn de reuzen, die het enorme gewicht van 84 ton hebben zonder tender, tegenover de 15 ton gewicht van de eerste machine. Een andere technische sprong: de eerste locomotieven hadden één drijfas, tegenwoor dig ziet men machines met vijf gekoppelde assen. Ter vergelijking hebben wij hierbij „De Arend" en een der nieuwste loc's van de Ned bpoorwegen afgedrukt. Deze zware machines zijn ware gulzigaards. Een locomotief van de 3900 serie verbruikt tusschen Amsterdam en Arnhem, een inud of achttien kolen. Bovendien heeft hij veel wa ter te verwerken in stoom, om de vereischte kracht te leveren. Op dezen afstand, d.i. om en nabij 100 kilometer, wordt 12000 liter water als stoom verwerkt en opgesoupeerd. Door het aanbrengen van stroomlij nmantels om een aantal machines heeft men wel wat kunnen Bezuinigen op dezen mondvoorraad. Hiervoor heeft men de 3700-serie genomen en de neele Bekende bouw van de locomotief is daarbij weggewerkt onder een plaatijzeren mantel. Zoo langzamerhand zal iedereen in Nederland oeze ietwat monstrueus aandoende machines ween5. over de Nederlandsche spoorbanen "eoben zien denderen. En hiermede maken we van de locomotie ven een sprong naar een heel ander spoor wegterrein, het kleine domein van de kleine erkers aan de baan. Er?ens bij blokpost zóóveel hebben we haar opgezocht. Hield heelemaal niet van publici- e.n was al héél blij dat de journalistieke •ifflarmger" geen fototoestel bij zich had. Zij Bhd wel de cape om. maar we misten den hoed, waarmede we haar hadden erwacht. Die cape was er bij vanwege den 0c.en, die den najaarsdag een grimmig ka rakter gaf. waren nog maar aan den eersten zin an onzen uitleg, waarom we nu eigenlijk op de fiets van den stationschef X wÜ "toppost zóóveel waren gekomen, of we ken eers*ie »"^a maar"al te pak- Wij terug: „Ja maar, juffrouw, we hebben 1mynheer Schiferli af gespro mBnlv jk vee1, wie meneer Schievelie is, n»9r i1, ik.doe m'n werk en dat is me best it «i ?ef1 zin en doe 't al jaren. Meer heb niet te zeggen....» T„ln\aar. juffrouw, luister nou toch eens!" riió Mstert ze, maar aan de telefoon, öle Juist is gaan rinkelen, de"Sn' i u.orde- 'm maar door. Ik gooi inter wel dicht! Ja, en dan staat hier os zoo n vreemde snuiter", en in onze richting: „Excuseer, meneer!" Verder in de telefoon: „O jaaa? Nou, vooruit dan maar!" Ha!! hebben we gedacht, de stationschef, die heeft de lucht gezuiverd! ,En wat zou meneer nou willen weten?" Vriendelijker kon het al moeilijk gevraagd worden. ,Ziet u, ik houd er heelemaal niet van, dat menschen van de krant hier komen. Ik heb nog 'ns zoo'n meneer hier gehad. Toen was d'r 'n paar honderd meter verder wat ge beurd, zie je. 't Had niks om 't lijf, maar ze hadden d'r in de stad ze wijst in de verte zoo de lucht van te pakken. Nou, toen stond ik om zoo te zeggen in levenden lijve in de krant, want ze hadden nog een portret van me gemaakt ookEn wat wou meneer nou weten?" Waarop we van wal steken, met de vraa; of dit werk haar nog al aanstaat. ,Ja, maar natuurlijk meneer! Het is dan wel eenvoudig werk, zoo maar zorgen dat de boomen op tijd dicht zijn, maar het is heel erg voornaam, als je er maar altijd aan denkt dat je verantwoordelijk bent voor veel men- schenlevens. Niet alleen voor de menschen op den weg, maar ook voor de menschen den trein. Je weet nooit, hoe ernstig een on oplettendheid kan wordenIk denk altijd maar zoo, meneer, er zijn ingenieurs zijn eenvoudige menschen van de baan, zoo als ik, maar met ons allen maken we „de spoor" in Nederland". En dan flitst het ons weer door de gedach ten: dat is er weer zoo eene, vol toewijding voor haar werk en met een groote liefde voor het bedrijf, waarvan ze maar een bescheiden radertje uitmaakt. ...„Hoe lang ïk dat al doe?" zoo'n jaar of twintig. Dat heb ik toen van m'n moeder overgenomen. Die heeft hier ook 'n jaar of wat bij de post gestaan, 't Is 's winters wel eens koud, maar het moet toch al Spaansch zijn, als ik niet buiten sta tot de trein voorbij Dat hoort er nu eenmaal zoo'n beetje bij En de jongens op de machine vinden het ook wel aardig als ze zien dat we op de baan met ze meeleven". Weer' gaat de bel. Even luistert ze: Stuur maar door!" en dan draait ze de boomen van den overweg dicht. „Ziezoo, die kan komen". En aan de deur wacht ze, want ver aan de bocht van de baan is de stoompluim van den trein verschenen. „Eén van de 3900!" consta teert, ze. al in, de verte, „pat zijn toch maar' de sieraden van de lijn, meneer!" .Ja, wat je zóó hebt zien 'groeien, vind je altijd nog wel 't beste". Intusschen dendert de trein voorbij en de baanwachteres salueert militair naar den ma chinist, die terugwuift. En als de laatste wagen voorbij is tuurt ze nog eens even de baan af naar beide zij,den en „draaien maar!" neuriet ze en de baan voor het wegverkeer is weer vrij. „Bijzondere dingen, och nee, meneer, alles loopt hier zoo gesmeerd. Ja, het komt wel 'ns voor ik heb wel 'ns een trein met de roode lamp moeten vasthouden, maar dat is al héél lang geleden! JVIet die nieuwe beveiliging overal is het alweer véél veiliger geworden „En als u 'mij nou 'n plezier wilt doen, me neer, zet me dan maar niet in de krant". Wat we natuurlijk plechtig hebben beloofd. Neen, eenvoudige ziel op blokpost zóóveel, daar wilden we niet onderuit. Want met je prachtige toewijding en je trouw aan het eenvoudige werk van den overweg heb je ons alleen maar geleerd. Van dat slag zijn de spoormenschen, die met hun allen het drijf groot hielpen maken. zegt de Iz west ia MOSKOU, 9 October (Tassh De „Izwestia" schrijft in een hoofdartikel „Oorlog of vrede": De buitengewoon snelle .uiteenval ling van hét staatsorganisme Polen was een onbetwistbaar bewijs voor zijn niet-levensvatbaarheid en neemt de motieven weg voor een voortzet ting van den oorlog in West-Europa. Zelfs blinden kunnen thans zien, dat de Poolsche staat in zij-n vroe- geren vorm en op zijn oude grond gebied niet weer kan worden opge richt. Dit is de reden waarom een voort zetting van den oorlog geenszins kan worden gerechtvaardigd en dit een onverstandig bloedbad zou zijn. De staking van dezen oorlog zou beant woorden aan de belangen der volken van alle landen". Sprekende over de voorstellen van Hitier merkt het blad op, dat „zij kunnen worden aanvaard, verworpen of aan eenige wijziging worden onderworpen. Mlen kan niet misken nen, dat zij in ieder geval kunnen dienen tot werkelijke en feitelijke basis voor besprekin gen, welke ten doel hebben zoo spoedig mo gelijk vrede te sluiten". Het blad besluit: „Alles wijst er op, dat leidende Engelsche en Fransche .kringen weinig bezorgd zijn over het lot van Polen of de bevrijding van het Duitsche volk van het regime van Hitler. Doze staten concen- treeren in hun handen de verpletterende meerderheid der koloniale bezittingen. Het is blijkbaar de wensch deze reusachtige bezit tingen te behouden tegen de Duitsche aan spraken in en er hun overheersching te hand haven zonder een deeling, welke de ongecon troleerde uitbuiting beteekent van millioenen koloniale slaven, die het meest effectieve motief vormt voor het belang der regeeringen van Groot-Brittannië en Frankrijk in een oorlog tegen Duitschland. Een poging de vredelievende voorstellen van Duitschland te miskennen beteekent het aangaan van de verantwoordelijkhedi voor de ontketening van den oorlog en voor het enorme aantal slachtoffers erf verwoestingen, welke de oor log veroorzaakt. Vrede of oorlog, dat is de vraag. Voorstan ders van de leuze „oorlog tot een overwin ning" zijn vóór een oorlóg en tegen den vrede Wie van dezen oorlog om de wereldhegemonie ook profiteert, de arbeidersklasse kan er slechts het slachtoffer van zijn". be- Luidsprekers aan het front. Verspreiding van passages uit Hitler's rede. PARIJS, 9 October. (Reuter). Hier wordt onthuld, dat de Duitschers gisteravond voor den eersten keer aan het Westelijk front machtige luidsprekers hebben gebruikt voor de versprei ding van uitgezochte passages uit de redevoe ring van Hitier. De uitzending geschiedde in het Fransch en Duitsch. Amerikaansche pers over eventueele bemiddeling van Roosevelt. NEW-YORK. 9 October. (Reuter). De „New- York Herald Tribune" bespreekt de aan Hitier toegeschreven poging Roosevelt er toe te bewe gen, in den Europeeschen strijd te bemiddelen. Het blad schrijft: De bemiddeling inroepen van een machtigen neutralen staat op dit tijdstip, is fiiets meer dan zwak vermomde methode om dezen neutralen staat aan zijn zijde te krijgen in den oorlog. De Franschen en Engelschen heb ben het niet aangedurfd zulk een onpolitieke actie bij ons te ondernemen. Het woord „be middelen" beteekent tusschenbeide komen of zich in het midden van dezen oorlog begeven. De „New York Times'' schrijft: Dit is een ge schikte gelegenheid voor de regeeringen van Frankrijk en Engeland, om op uitdrukkelijker wijze dan tot dusver de essentieele doeleinden te omschrijven waarvoor zij zoo noodig bereid zijn den oorlog voort te zetten. Indexcijfers van goederenprijzen. Sedert 1 September |j. berekende het Cen traal Bureau voor de Statistiek van de da ge! ij ksche indexcijfers van koersen van aan- deelen en goederenprijzen slechts de indexeij fers van de koersen van aandeelen in ver band met de omstandigheid, dat van een aan tal goederen op de gebruikelijke markten geen prijzen werden gemeld. Thans is het bu reau weder overgegaan tot de berekening van de indexcijfers van goederenprijzen met dien verstande, dat met ingang van 2 October 1939 een aantal prijzen van andere markten afkomstig zijn dan voorheen. Een noteering van Rotterdam, een van Amsterdam en drie van Londen zijn vervangen door New-York- sche noteeringen; een noteering van Antwer pen door een Amsterdamsche. De volgende uitkomsten worden hierbij medegedeeld: Goederenprijzen. Januari 1937 100, Augustus 1939 72.2, 2 October 90,8, 3 October 90,2, 4 October 89,5, 5 October 90.0, 6 October 91,0. BUENOS AIRES. 22 September. Het wereldschaaktournooi is weer sinds een paar dagen afgeloopen. Duitschland heeft ge wonnen, de vele politieke 22 uitslagen ten spijt. Op initiatief van den wereldkampioen heeft men nl. alle wedstrijden tusschen de oor logvoerende landen reglementair 22 laten worden, en zoo is Duitschland niet in de gele genheid geweest tegen de ongetwijfeld zwakke re landen Frankrijk en Palestina overwinnin gen te behalen. Voor de Polen geldt intusschen hetzelfde, wat Bohemen en Moravië betreft: ook dat werd een reglementair gelijk spel. Het tournooi heeft in zooverre een niet erg zuiveren maatstaf voor de krachtverh&udingen van de verschillende teams opgeleverd, maar dat was in ieder geval na het uitbreken van den oorlog al niet meer goed mogelijk. De Polen hebben in de eerste dagen nl. een sterke inzin- j king gehad. Hoe kan men ook schaakspelen, als men weet zooals Frydmann dat zijn woon- Elaats gebombardeerd wordt, en dat er twee roers aan het front zitten. En voor de ande ren was het net zoo: Najdorf heeft have 'en goed in Warschau, als er nog iets van over is. In de laatste ronde hebben wij, Hollanders met man en macht Duitschland in toom gehou den, maar de Polen zelf hebben het bedorven door tegen het zwakke Denemarken een half puntje te verspelen. Anders zouden Polen en Duitschland samen de eerste plaats hebben moeten deelen, wat hier natuurlijk een enorme sensatie zou zijn geweest. Wij zelf hebben ons tenslotte, vooral tengevolge van de vreeselijke nederlaag tegen Bohemen en Moravië, met de achtste plaats tevreden moeten stellen. Na ons verrassend goede begin maar een matige resultaat. Maar het opmerkelijkste van onze uitslagen is het feit, dat wij tegen alle landen die voor het begin van den wedstrijd favoriet waren, nl. Polen, Duitschland, Zwe den en Argentinië gewonnen of (tegen Duitsch land nl.) gelijk gespeeld hebben. Daar zit waar schijnlijk wel iets van een Hollandschen karak tertrek in; ik denk aan internationale voetbal wedstrijden en dergelijke. 'Als. het moeilijk is, dan pas komt men op volle kracht, dan geeft men eigenlijk pas 100 pet. Intusschen denkt men nu niet meer zoo erg veel aan schaken. De week na afloop van het tournooi, die oorspronkelijk bestemd was voor het bezichtigen van stad en omgeving, voor zoo ver men dat niet al gedaan had, wordt door gebracht met wikken en wegen: zal ik teruggaan of niet? Bijna iedereen was eerst vastbesloten, te blijven, bijna iedereen gaat tenslotte toch met de Copacabama terug; de moeilijkheden, die men immigranten in den weg legt, zijn vele en groote, om nog maar niet eens te spreken van het zoèken naar een betrekking. Voor de groote. wereldberoemde spelers is het niet zoo moeilijk met behulp van het schaak spel het hoofd boven water te houden, maar de mindere goden moeten het'van. een baantje hebben. Iedereen probeert" zijn beslissing ïoo lang mogelijk uit te stellen, en dan eerst daar naar uit te kijken, maar men is onverbiddelijk: wie niet met de „Copacabana" gaat. krijgt geen gratis passage meer van de Federacion de Ajedrez. (De Schaakbond). Ondanks al deze zorgen trekt er nog één ding onweerstaanbaar de aandacht: de beginnende lente! Lente in September: het is een beetje moeilijk aan het denkbeeld te wennen, maar de boomen in de parken spreken duidelijke taal. Het wordt nu de tijd om te gaan wandelen in het prachtige, groote Paler-mo-park, den An- dalusischen tuin te bekijken, ;_die intusschen meer Andalusisch, dan tuin .is; hij, bestaat nl, in hoofdzaak uit tegels en cëramiek' de eend jes en zwanen te gaan voeren. Omstreeks het middaguur, als de zon in het Noorden staat, kan het al knapjes warm zijn. In zoo'n park moet men apenoten eten: er loopen kereltjes rond met een merkwaardig soort locomotiefje bij zich, die op een fluitje blazen om de aandacht van het publiek te trek ken en zij verkoopen warme, versch gebrande pinda's. Dat is eenvoudig verrukkelijk: op een bankje in het park, prettig in de koesterende zon naar de uitbottende boomen kijken en ape noten eten. Het contrast met Europa is groot. Hier lente, daar herfst. Hier cultureele opbouw in een jonge nieuwe wereld, daar afbraak van een oude we reld, die sinds eeuwen de leiding heeft gegeven en nu aan familietwisten tengronde dreigt ie zullen aaan. Familie-twisten inderdaad: hier, buiten Europa merk je pas hoeveel je onderling gemeen hebt, vergeleken bij niet-Europeanen, Wij hebben Roemeensche, Finsche, Duitsche kennissen, vrienden kan ik welhaast zeggen; wat ons samenbindt is het feit, dat we alle maal in het goede oude Europa groot geworden zijn. Maar intusschen: de huiselijke haard verliest veel van zijn aantrekkingskracht, als men er eeuwig ruzie maakt. Een rechtgeaarde zoon trekt onder zulke omstandigheden de wijde wereld in, heimwee ten spijt. Waarschijnlijk zullen wij de voorkeur geven aan de lente, den opbouw, het nieuwe misschien later, als het wat tot rust gekomen is in Europa, weer eens aan terug gaan te denken. „De" locomotief van 1839. Dit stoomgeval trok het eerste treintje van Amsterdam naar Haarlem. Een aer machtigsten uit den locomouieven-stal van de Ned. Spoorwegen; een machine van de serie 6300die gebouwd j^erd in de jaren 1920/1931. HENRI DEKKING OVERLEDEN. Schrijver en voordracht- kunstenaar. Op bijna 68-jarigen leeftijd is te Rotterdam overleden Henri Dekking, journalist en literator, voorzitter van den Nederlandschen Journalistenkring. Na een zware operatie in het voorjaar was hij langzaam in zooverre hersteld, dat hij eenige weken geleden het voorzitterschap van den Kring weer op zich dacht te nemen. Een plotselinge ernstige longontstekin; bracht echter nog onverwacht het einde. Henri Dekking werd op 13 December 1871 te Rotterdam geboren. Hij bezocht er de H.B.S. en kwam in 1892 bij de redactie van het Rot- terdamsch Nieuwsblad, waar hij tot 1937 is gebleven. Hij kreeg naam als tooneelcriticus en als schrijver van het overzicht der raads zittingen. Ook buiten zijn beroep genoot de heer Dekking groote bekendheid. Hij was een graag gehoord spreker en voordrachtskun stenaar op de Nutslezingen en maakte voorts naam als tooneelschrijver („Groote Dagen", Het Gouden Kuiken, Kwakzalvers, Stadhuis en Homo Morris met dr. C. P. van Rossum samen geschreven). Ook eenige romans ver schenen van zijn hand: Winterkoninkje, Ge troffenen, Op Dwaalwegen en De Glazen Graaf. Na. het aftreden van den heer D. Hans aan vaardde hij het voorzitterschap van den Ne derlandschen Journalistenkring. Ook was hij gerurende 35 jaar secretaris van de Rotter- damsche Journalistenvereniging. Henri Dekking was Officier in de Orde van Oranje-Nassau en drager van eenige Fransche en Belgische onderscheidingen. De verasschini van het stoffelijk overschot heeft plaats te Westerveld, Donderdag 12 October, na aan komst vari trein 12.14 uur. Dr. Van der Slecn uit Canada weer tliuis. Bijna slachtoffer van de „Binnendijk". ..Dat kwam zoo", vertelde Dr. W. G. N. van der Sleeen, die gisteravond na een verblijf van vijf maanden terug in het vaderland kwam en dien we dus even opzochten, „ik was met mijn vrouw in New York op de terugreis en had wel zin, even de Wereldtentoonstelling waar te ne men. Dat kon, want over een dag of drie zou de „Binnendijk" vertrekken en daar bespraken we dus passage op. Hier heeft u de labels van de koffers nog. Maar ja, daar hooren we, dat de „Volendam" nog even eerder zal vertrekken en we lieten de Wereldtentoonstelling, die ons nu niet zoo heel veel kon schelen dus maar onbe- keken en pakten de „Volendam". „En de Binnendijk...." „Precies. Toen we Nederland in zicht kregen luisterden we naar de radio en hoorden, dat het schip, waarmede ook wij terug hadden moeten komen, naar den kelder was. Ik behoef u niet te zeggen, dat op dat oogenblik mijn vrouw en ik elkander even aankeken. Hoe is de stemming in Canada, meneer Van der Sleen?" „Ilc kan niet anders zeggen dan zéér vastbe raden. Canada staat volkomen achter het Moe derland en is bereid, groote offers te brengen. De meening is er zeer sterk gevestigd, dat tal rijke ontginningen, die in Canada geprojec teerd zijn, vooral op het terrein van het mijn wezen, geen kans hebben, vóórdat er rust in de wereld heerscht en men is er daarom mede verzoend, dat de oorlog veel van Canada zal eischen. Tot die stemming heeft natuurlijk ook het'bezoek van het Engelsche Koningspaar bij gedragen, waarover men in Canada de eerste tien jaar niet uitgesproken zal raken." „Hoe was de reis overigens?" „Keurig. De Holland Amerika Lijn laat de schepen met dubbele bezetting van stuurlui en machinisten varen, hetgeen voor deze menschen, die natuurlijk moeilijke dagen hebben, een heele geruststelling is. Voor het overige liggen de reddingbooten de geheele reis klaar voor eventueel gebruik, dus buitenboord gereed om gestreken te worden en.... en ja, dat is eigen lijk voor de passagiers het eenige teeken, dat ze aan deh oorlog herinnert. Nerveus is de stem ming heelemaal niet. Je kunt je toch niet zoo'n heele reis over mogelijk gevaar benauwd gaan maken?" „Maar bij EngelandM „Ja, toen begon het. We werden naar Wey mouth, een plaatsje aan de Zuidkust gebracht ('waarbij- we gelegenheid hadden, op te merken, dat dé .kustplaatsen daar 's nachts verduisterd zijn, maar dat de havenlichten helder-op bran den) en aangezien de „Volendam" met stuk goed geladen was, dat stuk voor stuk moet worden onderzocht, hadden we een oponthoud van een dag of veertien in 't vooruitzicht. Over één nacht ijs gaan de Engelsche autoriteiten nu niet bepaald. Zoo liet de douane zich vergezel len door twintig tot de tanden bewapende ma trozen. Vier dagen verliepen. En toen kwam daar zoowaar bericht, dat bij wijze van uitzon dering aan de passagiers van de „Volendam" was toegestaan, over te stappen op de „Rotter dam", die met een lading graan voor de regee ring op weg naar huis was. Een voordeeltje, dat natuurlijk op bijzonderen prijs werd gesteld, 't Laatste traject gaf ons nog de sensatie, eeu aantal mijnen voorbij te zien drijven, maar ge lukkig hielden ze behoorlijk afstand en werden we zonder ongelukken den Nieuwen Waterweg ingeloodst". Dan gaat de telefoon en een oogenblik later is onze wereldreiziger al in drukke onderhande ling over een lezing hier en een lezing daar 'n beetje passen en meten want er zijn al weer heel wat avonden gereserveerd. Er is alweer zooveel te vertellen. Wie zes weken boven den poolcirkel heeft gezworven, bij de Eskimo's te gast is geweest, walvisschen heeft zien vangen en rendieren heeft zien weiden kan dat allicht. En als je per vouwboot de Mackenzie en de Yukon hebt bevaren en aangelegd hebt, waai de landkaart nog witte plekken vertoont, als je het zout hebt gegeten met Indianenfamilies, die een goed eind op weg naar den rijkdom zijn dank zij een floreerendén handel in pelzen en huiden, als je films medebrengt uit streken, waar de pelikaan zijn nest bouwt en de rood huid zijn totempalen opricht.maar laten we niet vooruitloopen op wat de heer Van der Sleen straks in dit blad zelf zal vertellen op de hem eigen, boeiende wijze. Er is weer voorraad genoeg. ORGANISATIE VOOR HET OPSPOREN VAN „BINNENLANDSCHF VIJANDEN" IN DUITSCHLAND. KOPENHAGEN, 9 October (Reuter) - De Berlijnsche correspondent van de „National Tidende" meldt, dat door vroegere S. S.- ei Gestapoleiders een nieuwe nationaal socia listische organisatie is opgericht, genaamd „Volksmeldedienst", welke de „binnenland- sche vijanden" van het Duitsche rijk moet opsporen. Leider der nieuwe organisatie is Heiderich, die verklaarde, dat hiermede een nieuwe waarborg is verkregen voor Duitsch- land's veiligheid. De „Oranje" maakt een reis naar Amerika. BATAVIA, 9 October (Aneta-A.N.P.) Thans is definitief besloten, dat het motorschip „Oran je" van de Stoomvaart Mij. „Nederland", voor de Java-New York-lün een vaart naar Amerika zal maken. „De „Oranje" vertrekt 18 October van Tand- jong-Priok, 21 October van Belawan en 22 Oc tober van Sabang. Over het aandoen van Sin gapore en Colombo is nog geen beslissing ge nomen. De „Oranje'' gaat via Kaapstad naar Madeira, waar de passagiers voor Europa op de „Jan Pïe_ tersz. Coen" of op de „Johan de Witt" zullen overstappen en van Madeira haar New-York. Omtrent de terugreis van New-York is nog geen beslissing genomen. AUSTRALISCH EXPEDITIECORPS VAN 3200 MAN. MELBOURNE, 9 October. (Reuter-A.N.P.) Minister-president Menzies heeft medegedeeld, dat onmiddellijk een begin zal worden gemaakt met de recruteering van 3200 man voor een Australisch expeditiecorps (luchtstrijdkrach ten). Hij voegde hier aan toe, dat daarbij zou zijn inbegrepen het personeel van den grond dienst. PROCESSEN-VERBAAL OP DEN AUTO- LOOZEN ZONDAG. s-GRAVENHAGE, 9 October. De Haag- sche politie heeft gisteren vijf processen-verbaal opgemaakt wegens het rijden met automobie len en motorrijtuigen. Vier van de overtreders waren militairen en de vijfde was een burger, die zijn personenauto had gecamoufleerd al* vrachtauto.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3