Na het Wereldschaaktournooi.
VAN TOEN EN VAN HET HEDEN.
C-een reden voor
oorlogvoering meer,
#e toamotUf- ew de baanivachteies.
AARDEKRACHTEN,
bij tienduizendtallen
sluimeren ze in de
kolossale ketels van
den warmbloed-stal
der Nederl.Spoorwe-
gen. De koudbloedi-
gen uit den renstal,
dat zijn de diesels
en de electrische
treinen.
In den stal der warmbloedigen staan de
«are stoomlocomotieven, die geleidelijk aan
"el van het luxe-werk naar 't sjouwerswerk
-orden verdrongen. Maar een kleine duizend
staan er toch nog altijd in de loodsen van de
Spoorwegen, of rijden op de Nederlandsche
^EHigt tusschen „De Arend" van 1339 en de
3900 serie van dezen tijd een ontwikkeling
van honderd jaren.
Wie het natuurgetrouwe model van „De
Arend" ziet, weet, dat dit de zéér eenvoudige
vorm van een stoommachine was. Maar het
is onmogelijk de technische uitrusting van
een modernen treinlocomotief in een leeken-
praatje te schetsen.
De machinisten zijn bereidwillig genoeg. Zij
nemen mij mee in hun hooge machinisten
huis. En dan krijgt de leek wel éénig inzicht
in al die vernuftigheid, die zóóveel kracht wist
te halen uit de machine. Maar er iets van
navertellen in kort bestek zou onbegonnen
werk zijn.
Een enkele losse gedachte mag aan de bij
zonderheden van de locomotief gewijd wor
den.
Dit IS ze niet, maar zoo ongeveer
was ze toch wel
„De Arend" en de machines van dat type
hadden een sterkte van ongeveer 90 paarden
krachten en de snelheid bedroeg 45 k.m. per
uur.
om nu meteen den sprong te maken
naar de modernste sneltrein-locomotieven,
deze produceeren een vermogen van 1600
paardenkrachten en hebben een snelheid van
pl.m. 120 k.m. Dit zijn de reuzen, die het
enorme gewicht van 84 ton hebben zonder
tender, tegenover de 15 ton gewicht van de
eerste machine.
Een andere technische sprong: de eerste
locomotieven hadden één drijfas, tegenwoor
dig ziet men machines met vijf gekoppelde
assen.
Ter vergelijking hebben wij hierbij „De
Arend" en een der nieuwste loc's van de Ned
bpoorwegen afgedrukt.
Deze zware machines zijn ware gulzigaards.
Een locomotief van de 3900 serie verbruikt
tusschen Amsterdam en Arnhem, een inud of
achttien kolen. Bovendien heeft hij veel wa
ter te verwerken in stoom, om de vereischte
kracht te leveren. Op dezen afstand, d.i. om
en nabij 100 kilometer, wordt 12000 liter water
als stoom verwerkt en opgesoupeerd. Door het
aanbrengen van stroomlij nmantels om een
aantal machines heeft men wel wat kunnen
Bezuinigen op dezen mondvoorraad. Hiervoor
heeft men de 3700-serie genomen en de neele
Bekende bouw van de locomotief is daarbij
weggewerkt onder een plaatijzeren mantel.
Zoo langzamerhand zal iedereen in Nederland
oeze ietwat monstrueus aandoende machines
ween5. over de Nederlandsche spoorbanen
"eoben zien denderen.
En hiermede maken we van de locomotie
ven een sprong naar een heel ander spoor
wegterrein, het kleine domein van de kleine
erkers aan de baan.
Er?ens bij blokpost zóóveel hebben we haar
opgezocht. Hield heelemaal niet van publici-
e.n was al héél blij dat de journalistieke
•ifflarmger" geen fototoestel bij zich had. Zij
Bhd wel de cape om. maar we misten den
hoed, waarmede we haar hadden
erwacht. Die cape was er bij vanwege den
0c.en, die den najaarsdag een grimmig ka
rakter gaf.
waren nog maar aan den eersten zin
an onzen uitleg, waarom we nu eigenlijk
op de fiets van den stationschef X
wÜ "toppost zóóveel waren gekomen, of we
ken eers*ie »"^a maar"al te pak-
Wij terug: „Ja maar, juffrouw, we hebben
1mynheer Schiferli af gespro
mBnlv jk vee1, wie meneer Schievelie is,
n»9r i1, ik.doe m'n werk en dat is me best
it «i ?ef1 zin en doe 't al jaren. Meer heb
niet te zeggen....»
T„ln\aar. juffrouw, luister nou toch eens!"
riió Mstert ze, maar aan de telefoon,
öle Juist is gaan rinkelen,
de"Sn' i u.orde- 'm maar door. Ik gooi
inter wel dicht! Ja, en dan staat hier
os zoo n vreemde snuiter", en in onze
richting: „Excuseer, meneer!" Verder in
de telefoon:
„O jaaa? Nou, vooruit dan maar!"
Ha!! hebben we gedacht, de stationschef,
die heeft de lucht gezuiverd!
,En wat zou meneer nou willen weten?"
Vriendelijker kon het al moeilijk gevraagd
worden.
,Ziet u, ik houd er heelemaal niet van, dat
menschen van de krant hier komen. Ik heb
nog 'ns zoo'n meneer hier gehad. Toen was
d'r 'n paar honderd meter verder wat ge
beurd, zie je. 't Had niks om 't lijf, maar ze
hadden d'r in de stad ze wijst in de verte
zoo de lucht van te pakken. Nou, toen stond
ik om zoo te zeggen in levenden lijve in de
krant, want ze hadden nog een portret van
me gemaakt ookEn wat wou meneer nou
weten?"
Waarop we van wal steken, met de vraa;
of dit werk haar nog al aanstaat.
,Ja, maar natuurlijk meneer! Het is dan
wel eenvoudig werk, zoo maar zorgen dat de
boomen op tijd dicht zijn, maar het is heel
erg voornaam, als je er maar altijd aan denkt
dat je verantwoordelijk bent voor veel men-
schenlevens. Niet alleen voor de menschen
op den weg, maar ook voor de menschen
den trein. Je weet nooit, hoe ernstig een on
oplettendheid kan wordenIk denk altijd
maar zoo, meneer, er zijn ingenieurs
zijn eenvoudige menschen van de baan, zoo
als ik, maar met ons allen maken we „de
spoor" in Nederland".
En dan flitst het ons weer door de gedach
ten: dat is er weer zoo eene, vol toewijding
voor haar werk en met een groote liefde voor
het bedrijf, waarvan ze maar een bescheiden
radertje uitmaakt.
...„Hoe lang ïk dat al doe?" zoo'n jaar
of twintig. Dat heb ik toen van m'n moeder
overgenomen. Die heeft hier ook 'n jaar of
wat bij de post gestaan, 't Is 's winters wel
eens koud, maar het moet toch al Spaansch
zijn, als ik niet buiten sta tot de trein voorbij
Dat hoort er nu eenmaal zoo'n beetje bij
En de jongens op de machine vinden het ook
wel aardig als ze zien dat we op de baan met
ze meeleven".
Weer' gaat de bel. Even luistert ze: Stuur
maar door!" en dan draait ze de boomen van
den overweg dicht. „Ziezoo, die kan komen".
En aan de deur wacht ze, want ver aan de
bocht van de baan is de stoompluim van den
trein verschenen. „Eén van de 3900!" consta
teert, ze. al in, de verte, „pat zijn toch maar'
de sieraden van de lijn, meneer!"
.Ja, wat je zóó hebt zien 'groeien, vind je
altijd nog wel 't beste".
Intusschen dendert de trein voorbij en de
baanwachteres salueert militair naar den ma
chinist, die terugwuift.
En als de laatste wagen voorbij is tuurt ze
nog eens even de baan af naar beide zij,den en
„draaien maar!" neuriet ze en de baan voor
het wegverkeer is weer vrij.
„Bijzondere dingen, och nee, meneer, alles
loopt hier zoo gesmeerd. Ja, het komt wel 'ns
voor ik heb wel 'ns een trein met de roode
lamp moeten vasthouden, maar dat is al héél
lang geleden! JVIet die nieuwe beveiliging
overal is het alweer véél veiliger geworden
„En als u 'mij nou 'n plezier wilt doen, me
neer, zet me dan maar niet in de krant".
Wat we natuurlijk plechtig hebben beloofd.
Neen, eenvoudige ziel op blokpost zóóveel,
daar wilden we niet onderuit. Want met je
prachtige toewijding en je trouw aan het
eenvoudige werk van den overweg heb je ons
alleen maar geleerd. Van dat slag zijn de
spoormenschen, die met hun allen het
drijf groot hielpen maken.
zegt de Iz west ia
MOSKOU, 9 October (Tassh De
„Izwestia" schrijft in een hoofdartikel
„Oorlog of vrede":
De buitengewoon snelle .uiteenval
ling van hét staatsorganisme Polen
was een onbetwistbaar bewijs voor zijn
niet-levensvatbaarheid en neemt de
motieven weg voor een voortzet
ting van den oorlog in West-Europa.
Zelfs blinden kunnen thans zien,
dat de Poolsche staat in zij-n vroe-
geren vorm en op zijn oude grond
gebied niet weer kan worden opge
richt.
Dit is de reden waarom een voort
zetting van den oorlog geenszins kan
worden gerechtvaardigd en dit een
onverstandig bloedbad zou zijn. De
staking van dezen oorlog zou beant
woorden aan de belangen der volken
van alle landen".
Sprekende over de voorstellen van Hitier
merkt het blad op, dat „zij kunnen worden
aanvaard, verworpen of aan eenige wijziging
worden onderworpen. Mlen kan niet misken
nen, dat zij in ieder geval kunnen dienen tot
werkelijke en feitelijke basis voor besprekin
gen, welke ten doel hebben zoo spoedig mo
gelijk vrede te sluiten".
Het blad besluit: „Alles wijst er op, dat
leidende Engelsche en Fransche .kringen
weinig bezorgd zijn over het lot van Polen
of de bevrijding van het Duitsche volk van
het regime van Hitler. Doze staten concen-
treeren in hun handen de verpletterende
meerderheid der koloniale bezittingen. Het is
blijkbaar de wensch deze reusachtige bezit
tingen te behouden tegen de Duitsche aan
spraken in en er hun overheersching te hand
haven zonder een deeling, welke de ongecon
troleerde uitbuiting beteekent van millioenen
koloniale slaven, die het meest effectieve
motief vormt voor het belang der regeeringen
van Groot-Brittannië en Frankrijk in een
oorlog tegen Duitschland. Een poging de
vredelievende voorstellen van Duitschland te
miskennen beteekent het aangaan van de
verantwoordelijkhedi voor de ontketening
van den oorlog en voor het enorme aantal
slachtoffers erf verwoestingen, welke de oor
log veroorzaakt.
Vrede of oorlog, dat is de vraag. Voorstan
ders van de leuze „oorlog tot een overwin
ning" zijn vóór een oorlóg en tegen den vrede
Wie van dezen oorlog om de wereldhegemonie
ook profiteert, de arbeidersklasse kan er
slechts het slachtoffer van zijn".
be-
Luidsprekers aan het front.
Verspreiding van passages uit Hitler's rede.
PARIJS, 9 October. (Reuter). Hier wordt
onthuld, dat de Duitschers gisteravond voor den
eersten keer aan het Westelijk front machtige
luidsprekers hebben gebruikt voor de versprei
ding van uitgezochte passages uit de redevoe
ring van Hitier. De uitzending geschiedde in het
Fransch en Duitsch.
Amerikaansche pers over
eventueele bemiddeling van
Roosevelt.
NEW-YORK. 9 October. (Reuter). De „New-
York Herald Tribune" bespreekt de aan Hitier
toegeschreven poging Roosevelt er toe te bewe
gen, in den Europeeschen strijd te bemiddelen.
Het blad schrijft: De bemiddeling inroepen van
een machtigen neutralen staat op dit tijdstip, is
fiiets meer dan zwak vermomde methode om
dezen neutralen staat aan zijn zijde te krijgen
in den oorlog. De Franschen en Engelschen heb
ben het niet aangedurfd zulk een onpolitieke
actie bij ons te ondernemen. Het woord „be
middelen" beteekent tusschenbeide komen of
zich in het midden van dezen oorlog begeven.
De „New York Times'' schrijft: Dit is een ge
schikte gelegenheid voor de regeeringen van
Frankrijk en Engeland, om op uitdrukkelijker
wijze dan tot dusver de essentieele doeleinden
te omschrijven waarvoor zij zoo noodig bereid
zijn den oorlog voort te zetten.
Indexcijfers van goederenprijzen.
Sedert 1 September |j. berekende het Cen
traal Bureau voor de Statistiek van de da
ge! ij ksche indexcijfers van koersen van aan-
deelen en goederenprijzen slechts de indexeij
fers van de koersen van aandeelen in ver
band met de omstandigheid, dat van een aan
tal goederen op de gebruikelijke markten
geen prijzen werden gemeld. Thans is het bu
reau weder overgegaan tot de berekening
van de indexcijfers van goederenprijzen met
dien verstande, dat met ingang van 2 October
1939 een aantal prijzen van andere markten
afkomstig zijn dan voorheen. Een noteering
van Rotterdam, een van Amsterdam en drie
van Londen zijn vervangen door New-York-
sche noteeringen; een noteering van Antwer
pen door een Amsterdamsche.
De volgende uitkomsten worden hierbij
medegedeeld: Goederenprijzen. Januari 1937
100, Augustus 1939 72.2, 2 October 90,8, 3
October 90,2, 4 October 89,5, 5 October 90.0, 6
October 91,0.
BUENOS AIRES. 22 September.
Het wereldschaaktournooi is weer sinds een
paar dagen afgeloopen. Duitschland heeft ge
wonnen, de vele politieke 22 uitslagen ten
spijt. Op initiatief van den wereldkampioen
heeft men nl. alle wedstrijden tusschen de oor
logvoerende landen reglementair 22 laten
worden, en zoo is Duitschland niet in de gele
genheid geweest tegen de ongetwijfeld zwakke
re landen Frankrijk en Palestina overwinnin
gen te behalen. Voor de Polen geldt intusschen
hetzelfde, wat Bohemen en Moravië betreft: ook
dat werd een reglementair gelijk spel.
Het tournooi heeft in zooverre een niet erg
zuiveren maatstaf voor de krachtverh&udingen
van de verschillende teams opgeleverd, maar
dat was in ieder geval na het uitbreken van den
oorlog al niet meer goed mogelijk. De Polen
hebben in de eerste dagen nl. een sterke inzin- j
king gehad. Hoe kan men ook schaakspelen, als
men weet zooals Frydmann dat zijn woon-
Elaats gebombardeerd wordt, en dat er twee
roers aan het front zitten. En voor de ande
ren was het net zoo: Najdorf heeft have 'en
goed in Warschau, als er nog iets van over is.
In de laatste ronde hebben wij, Hollanders
met man en macht Duitschland in toom gehou
den, maar de Polen zelf hebben het bedorven
door tegen het zwakke Denemarken een half
puntje te verspelen. Anders zouden Polen en
Duitschland samen de eerste plaats hebben
moeten deelen, wat hier natuurlijk een enorme
sensatie zou zijn geweest.
Wij zelf hebben ons tenslotte, vooral tengevolge
van de vreeselijke nederlaag tegen Bohemen en
Moravië, met de achtste plaats tevreden moeten
stellen. Na ons verrassend goede begin maar
een matige resultaat. Maar het opmerkelijkste
van onze uitslagen is het feit, dat wij tegen alle
landen die voor het begin van den wedstrijd
favoriet waren, nl. Polen, Duitschland, Zwe
den en Argentinië gewonnen of (tegen Duitsch
land nl.) gelijk gespeeld hebben. Daar zit waar
schijnlijk wel iets van een Hollandschen karak
tertrek in; ik denk aan internationale voetbal
wedstrijden en dergelijke. 'Als. het moeilijk is,
dan pas komt men op volle kracht, dan geeft
men eigenlijk pas 100 pet.
Intusschen denkt men nu niet meer zoo erg
veel aan schaken. De week na afloop van het
tournooi, die oorspronkelijk bestemd was voor
het bezichtigen van stad en omgeving, voor zoo
ver men dat niet al gedaan had, wordt door
gebracht met wikken en wegen: zal ik teruggaan
of niet? Bijna iedereen was eerst vastbesloten, te
blijven, bijna iedereen gaat tenslotte toch met
de Copacabama terug; de moeilijkheden, die
men immigranten in den weg legt, zijn vele en
groote, om nog maar niet eens te spreken van
het zoèken naar een betrekking.
Voor de groote. wereldberoemde spelers is
het niet zoo moeilijk met behulp van het schaak
spel het hoofd boven water te houden, maar de
mindere goden moeten het'van. een baantje
hebben. Iedereen probeert" zijn beslissing ïoo
lang mogelijk uit te stellen, en dan eerst daar
naar uit te kijken, maar men is onverbiddelijk:
wie niet met de „Copacabana" gaat. krijgt geen
gratis passage meer van de Federacion de
Ajedrez. (De Schaakbond).
Ondanks al deze zorgen trekt er nog één ding
onweerstaanbaar de aandacht: de beginnende
lente! Lente in September: het is een beetje
moeilijk aan het denkbeeld te wennen, maar de
boomen in de parken spreken duidelijke taal.
Het wordt nu de tijd om te gaan wandelen
in het prachtige, groote Paler-mo-park, den An-
dalusischen tuin te bekijken, ;_die intusschen
meer Andalusisch, dan tuin .is; hij, bestaat nl, in
hoofdzaak uit tegels en cëramiek' de eend
jes en zwanen te gaan voeren. Omstreeks het
middaguur, als de zon in het Noorden staat, kan
het al knapjes warm zijn.
In zoo'n park moet men apenoten eten: er
loopen kereltjes rond met een merkwaardig
soort locomotiefje bij zich, die op een fluitje
blazen om de aandacht van het publiek te trek
ken en zij verkoopen warme, versch gebrande
pinda's. Dat is eenvoudig verrukkelijk: op een
bankje in het park, prettig in de koesterende
zon naar de uitbottende boomen kijken en ape
noten eten.
Het contrast met Europa is groot. Hier lente,
daar herfst. Hier cultureele opbouw in een jonge
nieuwe wereld, daar afbraak van een oude we
reld, die sinds eeuwen de leiding heeft gegeven
en nu aan familietwisten tengronde dreigt ie
zullen aaan. Familie-twisten inderdaad: hier,
buiten Europa merk je pas hoeveel je onderling
gemeen hebt, vergeleken bij niet-Europeanen,
Wij hebben Roemeensche, Finsche, Duitsche
kennissen, vrienden kan ik welhaast zeggen;
wat ons samenbindt is het feit, dat we alle
maal in het goede oude Europa groot geworden
zijn.
Maar intusschen: de huiselijke haard verliest
veel van zijn aantrekkingskracht, als men er
eeuwig ruzie maakt. Een rechtgeaarde zoon
trekt onder zulke omstandigheden de wijde
wereld in, heimwee ten spijt. Waarschijnlijk
zullen wij de voorkeur geven aan de lente, den
opbouw, het nieuwe misschien later, als het
wat tot rust gekomen is in Europa, weer eens
aan terug gaan te denken.
„De" locomotief
van 1839. Dit
stoomgeval trok
het eerste treintje
van Amsterdam
naar Haarlem.
Een aer machtigsten uit den locomouieven-stal van de Ned. Spoorwegen;
een machine van de serie 6300die gebouwd j^erd in de jaren 1920/1931.
HENRI DEKKING OVERLEDEN.
Schrijver en voordracht-
kunstenaar.
Op bijna 68-jarigen leeftijd is te
Rotterdam overleden Henri Dekking,
journalist en literator, voorzitter van
den Nederlandschen Journalistenkring.
Na een zware operatie in het voorjaar was
hij langzaam in zooverre hersteld, dat hij
eenige weken geleden het voorzitterschap van
den Kring weer op zich dacht te nemen.
Een plotselinge ernstige longontstekin;
bracht echter nog onverwacht het einde.
Henri Dekking werd op 13 December 1871 te
Rotterdam geboren. Hij bezocht er de H.B.S.
en kwam in 1892 bij de redactie van het Rot-
terdamsch Nieuwsblad, waar hij tot 1937 is
gebleven. Hij kreeg naam als tooneelcriticus
en als schrijver van het overzicht der raads
zittingen. Ook buiten zijn beroep genoot de
heer Dekking groote bekendheid. Hij was een
graag gehoord spreker en voordrachtskun
stenaar op de Nutslezingen en maakte voorts
naam als tooneelschrijver („Groote Dagen",
Het Gouden Kuiken, Kwakzalvers, Stadhuis
en Homo Morris met dr. C. P. van Rossum
samen geschreven). Ook eenige romans ver
schenen van zijn hand: Winterkoninkje, Ge
troffenen, Op Dwaalwegen en De Glazen
Graaf.
Na. het aftreden van den heer D. Hans aan
vaardde hij het voorzitterschap van den Ne
derlandschen Journalistenkring. Ook was hij
gerurende 35 jaar secretaris van de Rotter-
damsche Journalistenvereniging.
Henri Dekking was Officier in de Orde van
Oranje-Nassau en drager van eenige Fransche
en Belgische onderscheidingen. De verasschini
van het stoffelijk overschot heeft plaats te
Westerveld, Donderdag 12 October, na aan
komst vari trein 12.14 uur.
Dr. Van der Slecn uit Canada
weer tliuis.
Bijna slachtoffer van de „Binnendijk".
..Dat kwam zoo", vertelde Dr. W. G. N. van
der Sleeen, die gisteravond na een verblijf van
vijf maanden terug in het vaderland kwam en
dien we dus even opzochten, „ik was met mijn
vrouw in New York op de terugreis en had wel
zin, even de Wereldtentoonstelling waar te ne
men. Dat kon, want over een dag of drie zou
de „Binnendijk" vertrekken en daar bespraken
we dus passage op. Hier heeft u de labels van
de koffers nog. Maar ja, daar hooren we, dat de
„Volendam" nog even eerder zal vertrekken en
we lieten de Wereldtentoonstelling, die ons nu
niet zoo heel veel kon schelen dus maar onbe-
keken en pakten de „Volendam".
„En de Binnendijk...."
„Precies. Toen we Nederland in zicht kregen
luisterden we naar de radio en hoorden, dat het
schip, waarmede ook wij terug hadden moeten
komen, naar den kelder was. Ik behoef u niet
te zeggen, dat op dat oogenblik mijn vrouw en
ik elkander even aankeken.
Hoe is de stemming in Canada, meneer Van
der Sleen?"
„Ilc kan niet anders zeggen dan zéér vastbe
raden. Canada staat volkomen achter het Moe
derland en is bereid, groote offers te brengen.
De meening is er zeer sterk gevestigd, dat tal
rijke ontginningen, die in Canada geprojec
teerd zijn, vooral op het terrein van het mijn
wezen, geen kans hebben, vóórdat er rust in
de wereld heerscht en men is er daarom mede
verzoend, dat de oorlog veel van Canada zal
eischen. Tot die stemming heeft natuurlijk ook
het'bezoek van het Engelsche Koningspaar bij
gedragen, waarover men in Canada de eerste
tien jaar niet uitgesproken zal raken."
„Hoe was de reis overigens?"
„Keurig. De Holland Amerika Lijn laat de
schepen met dubbele bezetting van stuurlui en
machinisten varen, hetgeen voor deze menschen,
die natuurlijk moeilijke dagen hebben, een
heele geruststelling is. Voor het overige liggen
de reddingbooten de geheele reis klaar voor
eventueel gebruik, dus buitenboord gereed om
gestreken te worden en.... en ja, dat is eigen
lijk voor de passagiers het eenige teeken, dat
ze aan deh oorlog herinnert. Nerveus is de stem
ming heelemaal niet. Je kunt je toch niet zoo'n
heele reis over mogelijk gevaar benauwd gaan
maken?"
„Maar bij EngelandM
„Ja, toen begon het. We werden naar Wey
mouth, een plaatsje aan de Zuidkust gebracht
('waarbij- we gelegenheid hadden, op te merken,
dat dé .kustplaatsen daar 's nachts verduisterd
zijn, maar dat de havenlichten helder-op bran
den) en aangezien de „Volendam" met stuk
goed geladen was, dat stuk voor stuk moet
worden onderzocht, hadden we een oponthoud
van een dag of veertien in 't vooruitzicht. Over
één nacht ijs gaan de Engelsche autoriteiten nu
niet bepaald. Zoo liet de douane zich vergezel
len door twintig tot de tanden bewapende ma
trozen. Vier dagen verliepen. En toen kwam
daar zoowaar bericht, dat bij wijze van uitzon
dering aan de passagiers van de „Volendam"
was toegestaan, over te stappen op de „Rotter
dam", die met een lading graan voor de regee
ring op weg naar huis was. Een voordeeltje, dat
natuurlijk op bijzonderen prijs werd gesteld,
't Laatste traject gaf ons nog de sensatie, eeu
aantal mijnen voorbij te zien drijven, maar ge
lukkig hielden ze behoorlijk afstand en werden
we zonder ongelukken den Nieuwen Waterweg
ingeloodst".
Dan gaat de telefoon en een oogenblik later is
onze wereldreiziger al in drukke onderhande
ling over een lezing hier en een lezing daar
'n beetje passen en meten want er zijn al weer
heel wat avonden gereserveerd. Er is alweer
zooveel te vertellen. Wie zes weken boven den
poolcirkel heeft gezworven, bij de Eskimo's te
gast is geweest, walvisschen heeft zien vangen
en rendieren heeft zien weiden kan dat allicht.
En als je per vouwboot de Mackenzie en de
Yukon hebt bevaren en aangelegd hebt, waai
de landkaart nog witte plekken vertoont, als je
het zout hebt gegeten met Indianenfamilies, die
een goed eind op weg naar den rijkdom zijn
dank zij een floreerendén handel in pelzen en
huiden, als je films medebrengt uit streken,
waar de pelikaan zijn nest bouwt en de rood
huid zijn totempalen opricht.maar laten
we niet vooruitloopen op wat de heer Van der
Sleen straks in dit blad zelf zal vertellen op de
hem eigen, boeiende wijze.
Er is weer voorraad genoeg.
ORGANISATIE VOOR HET OPSPOREN VAN
„BINNENLANDSCHF VIJANDEN" IN
DUITSCHLAND.
KOPENHAGEN, 9 October (Reuter) - De
Berlijnsche correspondent van de „National
Tidende" meldt, dat door vroegere S. S.- ei
Gestapoleiders een nieuwe nationaal socia
listische organisatie is opgericht, genaamd
„Volksmeldedienst", welke de „binnenland-
sche vijanden" van het Duitsche rijk moet
opsporen. Leider der nieuwe organisatie is
Heiderich, die verklaarde, dat hiermede een
nieuwe waarborg is verkregen voor Duitsch-
land's veiligheid.
De „Oranje" maakt een reis naar
Amerika.
BATAVIA, 9 October (Aneta-A.N.P.) Thans
is definitief besloten, dat het motorschip „Oran
je" van de Stoomvaart Mij. „Nederland", voor
de Java-New York-lün een vaart naar Amerika
zal maken.
„De „Oranje" vertrekt 18 October van Tand-
jong-Priok, 21 October van Belawan en 22 Oc
tober van Sabang. Over het aandoen van Sin
gapore en Colombo is nog geen beslissing ge
nomen.
De „Oranje'' gaat via Kaapstad naar Madeira,
waar de passagiers voor Europa op de „Jan Pïe_
tersz. Coen" of op de „Johan de Witt" zullen
overstappen en van Madeira haar New-York.
Omtrent de terugreis van New-York is nog
geen beslissing genomen.
AUSTRALISCH EXPEDITIECORPS VAN
3200 MAN.
MELBOURNE, 9 October. (Reuter-A.N.P.)
Minister-president Menzies heeft medegedeeld,
dat onmiddellijk een begin zal worden gemaakt
met de recruteering van 3200 man voor een
Australisch expeditiecorps (luchtstrijdkrach
ten). Hij voegde hier aan toe, dat daarbij zou
zijn inbegrepen het personeel van den grond
dienst.
PROCESSEN-VERBAAL OP DEN AUTO-
LOOZEN ZONDAG.
s-GRAVENHAGE, 9 October. De Haag-
sche politie heeft gisteren vijf processen-verbaal
opgemaakt wegens het rijden met automobie
len en motorrijtuigen. Vier van de overtreders
waren militairen en de vijfde was een burger,
die zijn personenauto had gecamoufleerd al*
vrachtauto.